De regeeringsverklaring van dr. Hodza K. R. O. oo/ OM 19.50 UUR BERLIJN EN PRAAG LANDARBEIDERS NAAR DUITSCHLAND VALDA PASTILLES ZATERDAG 5 MAART 1938 BUITENLANDSCH OVERZICHT Geen inmenging geduld SUPPLETOIRE INDISCHE BEGROOTING R.K. Staatspartij Zij stelt zich met groot vertrouwen onder leiding van haar nieu wen voorzitter landbouwhoogeschool Driedaagsche leergang ter gelegen heid van het lustrum Minister Romme acht plaatsing van zeer groot belang ter be strijding van de werk loosheid Indien morgenavond Lof en Vastenmeditatie niet Uw aanwezigheid eischen in Uw parochiekerk, stem dan Uw radiotoestel af op den Men vraagt van U Uwer werkkracht. Wilt gij die steeds kunnen geven, dan hebt U be hoefte aan een dage lijks middel ter opwek king en verkwikking. Dan kunt U KING pepermunt eenvoudig niet missen. KING De Regale Abdij van Egmond Zondagmiddag om half drie zendt de K.R.O. een hoorspel 'over Egmonduit Nationale Reclasseeringsdag VAN ONZE ADVERTEERDERS rGEVAAR van KOUVATTEN ECHTE VALDA Nationale Actie Volendam Redt Comité van vooraanstaandf Nederlandsche journa listen gevormd Op slag gedood Schildersknecht van hooge ladder gevallen VOORKOMING VAN DUBBELE BELASTING Het verdrag met Duitschland GEEN WHISKEY OP DE ARK De burgemeester van Alphen aan den Rijn is ertegen Kerkelijk leven Academische examens Examen Apothekersassistent 40-JARIG PRIESTERFEEST PATERS FRANCISCANEN H. H. WIJDINGEN I De Vereeniging voor Nationale Veiligheid hield Vrijdag in den Haagschen dieren tuin een propaganda-avond, waarop vele hooge autoriteiten aanwezig waren. Op de eerste rij v.r.n.l.: vice-admiraal Furstner, chef van den marinestafvice-admi- raal Quant; profv. d. Bilt, vertegenwoordiger van het Haagsche gemeentebestuur prof. dr. J. E. de Quay; minister Slotemaker de Bruine; minister Van Dijk; baron Van Voorst tot Voorst, commandant van het veldleger en ir. J. E. F. de Kok Er hebben gisteren in het parlement te Praag geestdriftige betoogingen plaats gehad, toen de minister-president dr. Hodza aan het einde van zijn groote rede over de buitenlandsche politiek de volgende enthou siaste woorden vond ter verdediging der Tsjecho-Slowaaksche souvereiniteit: „De re geering wil er niemand in twijfel over laten, dat de bevolking alle attributen van de zelf standigheid van haren staat met al haar kracht zal verdedigen, wanneer deze mocht worden aangerand. Want met alle respect voor andere Wereldbeschouwingen kent ons volk heden ten dage in zijn betrekkingen tot het vaderland slechts één ideologie: de souvereiniteit van den staat en de hoogste offers, die elk onzer voor de persoonlijke, nationale en zedelijke vrijheid zonder aarzelen zal brengen. Wij willen den vrede. De huidige situatie noopt ons echter te verklaren, dat, wanneer het lot ons eens voor de noodzakelijkheid mocht plaatsen ons te ver dedigen, Tsjecho-Slowakije zich te weer zou stel len, van zich af zou slaan, zich zal verdedigen tot het uiterste met al zijn technische en zede lijke rijpheid." Alleen de communisten, de aanhangers van Henlein en de Hongaren bleven zitten en zwe gen, toen de overige afgevaardigden zich van hun zetels verhieven, om Hodza toe te jui chen. In de bladen echter wordt een onafhan kelijkheidsfront gevormd van de communisten tot uiterst rechtsch. De communistische Rude Pravo schrijft; „Tsjecho-Slowakije zal nooit inmenging in zijn binnenlandsche verhoudin gen dulden." En de extreem-rechtsche Narodny Noviny roept uit: „Indien het lot ons oplegt, on.s te verdedigen, dan zullen wij dit doen tot het einde toe." Alleen de Sudeten-Duitsche bladen (de Hongaarsche zijn van geen beteeke- his, omdat zij slechts 'n geringe minderheid re- Presenteeren) blijven zwijgend en mokkend in den hoek staan. Dit is zeer jammer, want juist de ver-fc houding tusschen de drie millioen Sudeten-Duitschers en het Tsjecho- Slowaaksche staatswezen is van het grootste belang. De Sudeten beweren namelijk, dat zij Worden onderdrukt. Het Derde Rijk vereenigt zich met deze bewering. Het gevolg is, dat de Euitsche pers telkens vinnige aanvallen doet Pp Praag, welke door de Tsjechische pers niet toinder vinnig worden beantwoord. Minis ter-president Hodza deelde in zijn rede mede, dat de regeering te allen tijde tot „persvrede" bereid was, maar deze moest dan wederkeerig zijn. Er worden voortdurend onderhandelingen daarover en ook over andere kwesties met Ber lijn gevoerd, maar deze worden telkens weer gestoord door uitlatingen van den Duitschen Rijkskanselier en van veldmaarschalk Goering. Hodza nam vooral notitie van den passus in de rede van Hitler, die betrekking had op de Positie der Sudeten-Duitschers. Hij zeide; „Op grond van de woorden van den Rijkskanselier over de tien millioen Duitschers kan de op- Vatting post vatten, dat de kanselier bij de bescherming van zijn Rijk ook denkt aan de Duitschers in Tsjecho-Slowakije. Een in dezen zin geformuleerd standpunt zal echter een in menging in de interne kwesties van onzen staat beduiden. De eerste voorwaarde voor de regeling van de internationale betrekkingen is een zuiverheid en ondubbelzinnigheid. Wij Zouden den geheelen ontwikkelingsgang in Mid den-Europa en in 't bijzonder dien der relaties tusschen Tsjecho-Slowakije en Duitschland een slechten dienst bewijzen, wanneer wij niet zeer beslist verklaarden, dat Tsjecho-Slowakije en Zijn bevolking nooit en onder geen enkele Voorwaarde een bemoeiing in zijn binnenland sche politieke aangelegenheden kan toelaten en mag toelaten." Hodza ging echter nog verder en eischte, dat de Sudeten den tegenwoordigen Tsjecho-Slo- Waakschen staat als hun vaderland zouden er- bennen: „Het vaderland der van oudsher op ons gebied gezeten Duitsche bevolking is de Tsjechische staat. Het is ook daarom uit sluitend de taak van dezen staat om zijn be trekkingen tot deze Duitsche bevolking zoo te regelen, dat zij zelf van deze eeuwige waar heid doordrongen wbrdt en dat zij in het ge voel leeft dat haar eeuwig tehuis in Tsjecho- Slowakije is gelegen." De Deutsche diplomatisch-politische Kor- respondenz neemt nota van Hodza's rede en blijft er bij, dat de Duitsche minder heid slecht wordt behandeld en dat de slechte behandelingen van nationale minderheden n 't algemeen in hooge mate tot de internatonale spanningen hebben bijgedragen, die den we reldoorlog vooraf gingen. „Ook thans," schrijft de Korrespondenz, ,,kan een lichtvaardig in den wind slaan der geboden van ware men- schelijkheid tot bedenkelijke storingen aanlei ding geven. Derhalve is het als een verdienste der Duitsche politiek op te vatten, wanneer zij in het belang van den Europeeschen vrede op deze gevaren wijst." Het blad constateert dan, dat dit niets met inmenging te maken heeft en wijst nog eens uitdrukkelijk op de „Tsechi- sierungs"-vereenigingen. Het zal nog wel lang duren, voordat er voldoende overeenstemming op dit gebied wordt bereikt tusschen Berlijn en Praag. Het kan geschieden, wanneer men over en weer van goeden wille is. Berlijn moet geen irridenta willen kweeken en Praag zal zich te onthouden hebben van overheersching van het Tsjechische element in den boezem der nationale minderheden. Hier blijft voortdu rend 'n gevaar vbor den vrede bestaan, als alles bij het oude blijft. Hodza heeft Berlijn in zijn rede, die, naar het oordeel der Fransche perst even moedig was als die, welke Schuschnigg de vorige week hield, de hand toegestoken door te verklaren, dat hij alle vruchtbare samenwer king op grondslag van rechtsgelijkheid en niet- inmenging van harte warm toejuicht. Moge Berlijn de toegestoken hand niet weigeren. Ingediend is een suppletoire Indische be grooting voor 1938. De wijziging in onderschei dene afdeelingen houdt verband met de ver deeling Over de verschillende hoofdstukken van de 25 millioen gulden, aan Indië geschonken als welvaartsbijdrage. Voorts worden bij afzonderlijke aanvul- lingsbegrooting gelden aangevraagd, benoodigd voor de wederinstelling van een instituut voor hoogere opleiding van inlandsche bestuursamb tenaren op Java en Madoera. De begrooting van Nederlandsch-Indië voor het dienstjaar 1938 wijst thans voor den ge heelen dienst een tekort aan van f29.775.604 gewone dienst f901.622; buitengewone dienst f 28.873.982. „De R.K. Staatspartij" schrijft in verband met de benoeming van mr. T. J. Verschuur tot voor zitter der R.K. Staatspartij o.m. het volgende: Op diens, (mr. Goseling's) plaats, wacht mr. Verschuur zijn zware en verantwoordelijke taak in de R.K. Staatspartij, welker vervulling in gewijden beseffen dit maar al te zeer een offer aan de publieke zaak beteekent, dat eer bied en dankbaarheid verdient. De wetenschap dat de fakkel brandt en helder brandt mocht het besluit tot aanvaarding van dit ambt lichter maken. In onze Partij en in haar werk is waarlijk een goede geest levend, zoo schreven wij reeds eerder. De goede geest, dien in het bijzonder Goseling daarin heeft ver sterkt. Zijn ideaal zal onder de kundige en toe gewijde leiding van mr. Verschuur niet verflau wen noch verzwakken. Ook deze zal zijn volle kracht, zijn breede ervaring en bovenal zijn liefde voor dit werk inzetten om onze politieke partij te maken tot een staatkundige gemeenschap in den vollen, werkelijken zin vari dat woord; haar in eigen kring en daarbuiten tot onbetwist aan zien te brengen; haar in het nationale leven de plaats te blijven verzekeren, die haar recht matig toekomt; en, last not least, haar werk en streven te verheffen en te bezielen tevens, door die onder ons dierbare, echt-christelijke, apos tolische gedachte. Die Partij, Innerlijk levend, gaaf en sterk, draagster van een staatsleer naar eigen beproef de beginselen en beschikkende over wezenlijk staatkundigen invloed die Partij stelt zich met groot vertrouwen onder de leiding van haar nieuwen Voorzitter, die haar op zijn beurt den rechten weg naar een goede toekomst zal wijzen. God zegene den belangeloozen arbeid van den nieuwen Partijvoorzitter. Hij schenke dien ar beid rijke vrucht voor land en volk! Op 9 Maart a.s. zal de Landbouwhoogeschool te Wageningen haar 20-jarig bestaan herden ken. Naast de gebruikelijke feestelijkheden zal dit maal het lustrum van iets zeer bijzonders verge zeld gaan, n.l. van een geschenk der Wagening- sche studenten van buitengewoon sympathieken aard. Het Wageningsche studenten-corps, de Wage- ningsche vrouwelijke studentenvereeniging, de Roomsch-Katholieke studentenvereeniging „St. Franciscus Xaverius", de Societas Studiosum Reformatorum en de vereeniging „Studiebelan- gen" hebben namelijk voor deze gelegenheid een driedaagschen leergang georganiseerd over den scciaal-economischen invloed van Nederlandsch- Indië op Nederland. De leergang vangt 9 Maart aan met een histo rische inleiding van prof. dr. F. C. Gerretson. Des avonds spreekt dr. J. B. D. Derksen over: „Nederlandsch-Indië als afzetgebied van Ne- derlandsche arbeidskrachten en de werkverrui ming in Nederland door Nederlandsch-Indië". Donderdag 10 Maart houdt de heer G. H. Crone een voordracht over: „De ontwikkeling van de koloniale markten in Nederland" en prof. dr. H. Kraemer behandelt: „De cultureele invloed van Nederlandsch-Indië cp Nederland". Den laatsten dag, Vrijdag 11 Maart, spreekt mr. dr. Crena de Iongh, over: „Nederlandsch-Indië als beleggingsgebied voor Nederlandsch kapitaal" en ten slotte prof. mr. F. M. baron van Asbeck over: „De invloed van Nederlandsch-Indië op de internationale positie van Nederland". De minister van Sociale Zaken heeft een circulaire aan de gemeentebesturen gezonden, waaraan het volgende is ontleend: Evenals het vorig jaar zal er in den loop van dit jaar een groote werkgelegenheid be staan voor Nederlandsche landarbeiders in Duitschland. Behalve in Rijnland en West- falen zullen landarbeiders kunnen worden ge plaatst in Hannover, in de streek tusschen Bremen en Oldenburg en, doch in geringere mate, in Mecklenburg. De categorieën van arbeiders, die geplaatst kunnen worden, zijn: ongehuwde melkknech ten, melkersgezinnen, landarbeidersgezinnen en inwonende knechten voor allerhande landbouw- werk (hieronder vallen zoowel paardeknechten, als knechten, die met landbouwmachines kun nen omgaan of die met allerlei landbouwwerk- zaamheden op de hoogte zijn, terwijl ook vaak knechten gevraagd worden, die ook enkele koeien kunnen melken)Deze groepen van arbei ders behooren tot het vaste personeel, dat het geheele jaar door kan werken. Verder kunnen in Rijnland en Westfalen en in kleinen omvang ook in Mecklenburg onge- Ingevolge de met de Duitsche regeering ge sloten overeenkomst kunnen de loonoverschot- ten of besparingen van Nederlandsche werk nemers, die in Duitschland wonen, tot 85 pCt. via den Nederlandschen rijksconsulent voor Sociale Zaken te Oberhausen (Rhld.) naar Ne derland worden overgemaakt. Zooals de ervaring in de laatste jaren heeft geleerd, is deze arbeid in het algemeen geschikt voor landarbeiders. Daarnaast acht de minister het plaatsen van landar beiders in Duitschland van zeer groot be lang ter bestrijding van de werkloosheid ten plattelande. De minister zal het daarom op hoogen prijs stellen, indien de gemeentebesturen medewer king willen verleenen om aanbod voor deze werkgelegenheid te verkrijgen. Deze arbeid kan in de eerste plaats worden aangeboden aan bij het orgaan der arbeidsbemiddeling in de gemeente ingeschreven werkzoekende landar beiders. Hij kan echter ook worden aangeboden aan inwonende zoons van landarbeiders en van kleine boeren. De minister acht den arbeid voor ongehuwde melkers en voor inwonende knechten voor allerlei werk alleszins passend voor inwonen de zoons en kostgangers, terwijl de arbeid voor melkersgezinnen, landarbeidersgezinnen en sei zoenarbeiders in het algemeen ook geschikt moet worden geacht voor gehuwden en kost winners. De gemeentebesturen worden uitgenoodigd, ervoor te willen zorgdragen, dat door het orgaan der arbeidsbemiddeling in hun gemeen te, zoo noodig in overleg met het orgaan der steunverleening, wordt nagegaan welke land arbeiders voor aanbieding van deze werkgele genheid in aanmerking komen. Het orgaan der arbeidsbemiddeling dient de aanbiedingen zoo spoedig mogelijk door te zenden aan de dis- Mr. A. Diepenbrock pr.Een genoeglijk half-uurf je met 'n ernstigen ondergrond veer twee duizend seizoenarbeiders worden ge plaatst. Deze seizoenarbeiders werken in het voor jaar in de suikerbieten en moeten verder op de hoogte zijn van de gewone seizoenlandbouw- werkzaamheden, daar zij verder ook worden te werkgesteld bij den graanoogst en bij het rooien van aardappelen en suikerbieten in het najaar. De loonen van deze arbeiders zijn ongeveer als volgt: Ongehuwde melkknechten, die 10 a 12 koeien kunnen melken, genieten kost en inwoning, benevens 40 a 50 R.M. per maand. In grootere stallen kan worden gerekend op een loon van 4 5 Mark per koe per maand boven kost en inwoning, zoodat melkers, die meer koeien kunnen melken en verzorgen, komen tot loo nen van 70 a 90 R.M. per maand boven kost en inwoning. Melkersgezinnen verdienen naar gelang van de grootte van den stal, die moet worden be werkt, hetgeen samenhangt met het aantal gezinsleden, dat kan medewerken. Een gedeel te van het loon wordt in den regel uitgekeerd in natura, zooals b.v. vrije woning, vuur, licht, melk, brood of broodgraan, aardappelen, in sommige gevallen een vet varken e.d., benevens een bedrag in geld. Volwassen inwonende knechten verdienen ten minste 50 R.M. per maand, benevens kost en inwoning. De z.g. seizoenarbeiders werken gedeeltelijk in dagloon en gedeeltelijk in accoordwerk. Er wordt naar gestreefd, dat deze arbeiders wor den geplaatst op bedrijven, waar zij voldoende accoordwerk kunnen verrichten. Goede werk krachten, d.w.z. arbeidskrachten, die voldoende op de hoogte zijn met de landbouwerswerk zaamheden, zullen behalve kost en inwoning een gemiddeld loon kunnen verdienen van 20 tot 30 R.M. per week. In de grensstreken zijn de loonen voor alle categorieën landarbeiders iets lager. FIRMA tONNEMA Cie FABRIKANTEN VAN KING PEPERMUNT SNEEK Morgenmiddag half drie zal de K.R.O. een hoorspel uitzenden, dat getiteld is „Egmond" en waarin de geschiedenis van de door de Graven van Holland gestichte Abdij van Egmond wordt verhaald. Dit zeer interessante en om zijn in houd ook belangwekkende hoorspel van Toon Rammelt, verdient zeer zeker de belangstelling van het Katholieke Radiopubliek. In Egmond werd de grondslag gelegd voor de christelijke beschaving van ons land. Hier vol brachten de Benedictijner monniken hun zegen rijken arbeid en de Regale Abdij van Egmond, omstreeks 950 door de Graven van Holland ge sticht, was eeuwen lang een haard van ont wikkeling. Veel is er gedaan om tot wederopbouw van de Abdij te komen. Reeds in 1841 hield de hoog leeraar mr. D. J. van Lennep in tegenwoordig heid van Koning Willem II en diens zoon, Prins Alexander, een vurig pleidooi voor Egmond's herstel en later waren het de Benedictijner monnik Dom Willibrord van Heeteren, de oud heidkundige Bernard de Bont en de Alkmaar der Gerrit v. d. Bosch, die daden stelden. Onder leiding van jhr. mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck eerst en daarna onder mr. dr. L. G. Kortenhorst ontstond een commissie, die het ideaal kon gaan verwezenlijken. In 1935 betrokken twintig monniken de een voudige priorij en reeds thans is deze te klein om diegenen te huisvesten, die God roept tot op volgers onzer eerste geloofsverkondigers. Het herstel van Egmond's Abdij is een eere plicht en een cultureel nationaal belang, zoo mede een groot en ideaal werkobject. Door den opbouw wordt een band hernieuwd tusschen alle Nederlanders. En het is daarom, dat men op een bevattelijke en aantrekkelijke wijze de massa dichter wil brengen tot de historie van Egmond. Een hoor spel, dat, via de microfoon, de interessante ge schiedenis in de huiskamers van alle Neder landers brengt, moet wel het ideale middel zijn om de belangstelling te wekken. Toon Rammelt heeft de beschikking gehad over gegevens en documenten, die grootendeels in het bezit zijn van prof. W. Nolet en de Prior van Egmond, dom. J. Huijben O.S.B., heeft de tekstcritiek verzorgd, zoodat aan het spel ook geschiedkundige waarde mag worden toegekend. Een merkwaardige bijzonderheid kan men het noemen, dat het Eerste Kamerlid prof. dr. J. A. Barge, rector-magnificus van de Leidsche Uni versiteit en het Tweede Kamerlid mr. dr. L. G. Kortenhorst behooren tot de medewerkenden aan deze microfoonopvoering, die geleid wordt door Henri Eerens. Dit hoorspel wil de belangstelling wekken en de Vereeniging „Vrienden van Egmond" hoopt, dat deze belangstelling zich ook zal uiten in financieele medewerking. Elke gift, groot of klein, is welkom. Slechts wanneer ieder zijn steentje zal bijdragen, zal het groote werk tot een goed einde kunnen worden gebracht. Het correspondentie-adres van de Vereeniging „Vrienden van Egmond", waar men zich ook als lid kan opgeven tegen een minimum jaar contributie van één gulden, is: Jan van Goyen- kade 11, Amsterdam-Zuid. Postgiro-rekening no. 231619. De Centrale Leiding van den Nationalen Re classeeringsdag heeft aan den lithograaf Aart van Dobbenburgh opdracht gegeven tot het ont werpen van een nieuw affiche. ■onder God geen gezag. trictsarbeidsbeurs, waaronder het ressorteert. Den arbeiders zal onder het oog dienen te worden gebracht, dat zij zich verbinden tot het verrichten van arbeid bij een bepaalden werk gever en dat zij, indien zich moeilijkheden voor doen, die zij niet zelf met den werkgever kun nen regelen, zich kunnen wenden tot het be trokken Arbeitsamt. Indien dan ook geen be vredigende oplossing wordt verkregen, kunnen zij zich wenden tot den Nederlandschen rijks consulent voor Sociale Zaken te Oberhausen (Rhld.), die daarna zoo spoedig mogelijk, in samenwerking met de betrokken Duitsche in stanties, een onderzoek zal instellen. Voordat dit onderzoek heeft plaats gehad, mogen de arbeiders hunne betrekking niet verlaten, daar anders een behoorlijk onderzoek niet mogelijk is. Het voortdurend wisselen van werkgever zal trouwens worden tegengegaan. Wél zullen de Arbeitsaemter medewerken om arbeiders, die niet op hun plaats zijn bij een bepaalden werk gever, bij een anderen werkgever onder te brengen. De minister teekent hierbij aan, dat bij wei gering tot het aanvaarden van dezen arbeid de betrokken arbeiders, die steun ontvangen of bij een werkverschaffing zijn geplaatst, voor der gelijke overheidszorg voorloopig niet meer in aanmerking dienen te komen, terwijl ingeval hun uitkeering uit een werkloozenkas wordt verstrekt, daartegen bezwaar behoort te worden gemaakt, een en ander tenzij door den minister anders wordt beslist. Het vorenstaande geldt ook bij weigering van werk van inwonende zoons van landarbeiders of kleine boeren, die in zorg zijn, met dien verstande, dat bij het bepalen van het steun bedrag of bij plaatsing bij een werkverschaf fing van het hoofd van het gezin of den kost winner rekening dient te worden gehouden met het inkomen, dat inwonende zoons hadden kunnen verdienen, indien zij den arbeid in Duitschland hadden aanvaard. Ten aanzien van de z.g. b-boeren zij opge merkt, dat deze circulaire alleen geldt voor inwonende zoons niet-kostwinners. Voor de fa- boeren zelf of voor de voor hen in de plaats tredende zoons-kostwinners geldt zij echter niet. „Tijd is geld" is een gezegde, even bekend als kernachtig. Alles en iedereen is er op uit dit devies in de practijk toe te passen. De voorbeel den er van ziet U overal rond U. Een der meest belangrijke voor de heeren althans is de scheercrême. Het gemor over scheerwater, dat te koud is en over schuimvlokken, welke uw over hemd besmeuren, en dit alles natuurlijk met 't onafscheidelijk gevolg, dat men zich terdege moet haasten om nog tijdig op kantoor of werkplaats te zijn, dient tot het verleden te be hooren. De beste manier om zich te scheren is een of twee centimeter crème uit een tube Bol- doot scheercrême op uw vinger te nemen en dat op uw gezicht te wrijven; zoo hier en daar een likje op het droge gezicht. Dan neemt U een vochtige kwast, wrijft de crème uit en.... U scheert. Eenvoudiger en vlugger kan dit mono tone werkje van allen dag toch niet gebeuren. Wapen U tegen het Bescherm Uw keel, luchtpijpen en longen met antiseptische tegen koude vochtigheid en infectie. Maar vraag naar de In Hollandsche doozen 50 cent. 99 99 Tot steun aan de nationale actie „Redt Volendam" heeft zich een comité gevormd van vooraanstaande Nederlandsche journa listen, waarin zitting hebben genomen: M. J. Brusse, dr. Anton van Duinkerken, Chr. de Graaff, H. baron van Lamsweerde, dr. L. Rademaker, dr. P. H. Ritter Jr., mr. L. Schlichting, Jo Spier, J. W. F. Weremeus Buning en dr. J. Witlox. Vrijdagmiddag omstreeks drie uur is te En schede de zestigjarige schildersknecht Van B., die bij een villa aan de Oldenzaalschestraat op een hooge ladder bezig was, naar beneden ge vallen, doordat de ladder vermoedelijk niet stevig heeft gestaan. Hij kwam van groote hoogte met het hoofd op de steenen stoep terecht en liep een schedel breuk op. De man was vrijwel op slag dood. Zijn lijk is naar Ziekenzorg overgebracht. Met betrekking tot de goedkeuring van het op 13 Mei 1937 te Berüjn tusschen Nederland en Duitschland gesloten verdrag ter voorkoming van dubbele belasting naar het inkomen en naar het vermogen en tot regeling van eeniga vragen op belastinggebied, op welke goedkeu ring eenerzijds wordt aangedrongen, terwijl anderzijds daartegen bezwaren worden geop perd, kan worden medegedeeld, dat de regee ring na nauwgezette overweging van een en ander heeft besloten, een ontwerp van wet tot goedkeuring van dit verdrag niet aan de Staten Generaal aan te bieden. De politie heeft Vrijdagavond de vertooning van de film Grazige Weiden, welke door den burgemeester, den heer P. A. Colijn, op grond van artikel 19 van de Bioscoopwet was ver boden, maar door den eigenaar van de Luxor- bioscoop toch werd doorgezet, doen staken. Nadat de film ongeveer een half uur had gedraaid, verbood de politie bij de scène, waar in Noach door den Heer wordt gelast de ark samen te stellen en Noach voorstelt een vaatje whisky mee te nemen, de verdere vertooning Hieraan werd onmiddellijk voldaan. Tegen den directeur van de Luxor-bioscoop werd proces-verbaal opgemaakt. De bezoekers hebben op 's directeurs verzoek rustig de zaal verlaten. ROTTERDAM (Nederl. handelshoogeschool) Doctoraal examen economische wetenschappen de heeren Njoo Hong Hwie en W. J. de Blaey. UTRECHT Candidaatsexamen rechten: H. W. J. Maassen. Candidaatsexamen Indisch recht: mej. B. Groen, G. Uittenbogaard, C. D. J. Gomperts. Artsexamen: L. Bijl, Ch. A. van Dijk, H. M. Speekman. Theor.-tandheelk. Ie gedeelte: J. A. Lever, M. J. Reneman. Theor.-tandheelk. 2e gedeelte: Th. Hoiting, P. J. van Veen. AMSTERDAM. Geslaagd de dames J. G. M. Mous te Heerlen en A. A. M. v. Straaten te Eindhoven en de heer H. C. Lucas te Roer mond. 29 Maart a.s. hopen de volgende Eerw. Pa ters Minderbroeders den dag te herdenken, waarop zij 40 jaar geleden te Weert de H. Priesterwijding ontvingen: Vincentius Heymans, vicarius te Hoogcruts L. Victricius Ammerlaan, assistent, KI. Vorden Gld., Marcianus Derks, apostol. missionaris, China, Valentinus v. d. Stok, assistent kl. Al verna, Gld., Everardus Kraaijvanger, rector St. Anna, Delft, Albericus van Lubeek, assis tent te Heerlen, H.H. Mart. v. Gorcum, Metho dius Mulder, missionaris, kl. te N. Niedorp N.-H., Philibertus Sweep, missionaris, kl. te Woerden, Engelmundus Willemse, kap. te Haarlem. Z. H. Exc. Mgr. A. F. Diepen, Bisschop van 's Hertogenbosch, zal op Zaterdag 12 Maart e.k., in de kapel der Bisschoppelijke Kweekschool te 's Hertogenbosch, de H.H. Wijdingen toedienen' van: DE TONSUUR: aan Frater Victorius van Vil voorden, van de Orde der Paters Capucijnen; aan de Fraters: Walter Hegeman; Pacificus Schulingkamp; Marcellinus Mes; Guido Meyer; Maximilianus de Haas; Gerlach Hendriks; Er- nest Miltenburg; Oswald Bouman; Ivo Kruij- ver; Amatus v. Straaten; Engelmundus Balm; Franciscus van Leeuwen; Siardus Gerritsma, van de Orde der Paters Augustijnen en; het H. DIAKONAAT aan de Fraters: Cle mens van den Berg; Ferdinandus Albers en Joseph Verbruggen, van de Orde der Withee- ren, en: aan de Fraters: Arnoldus Suyker; Chrysolo- gus Duvergé; Ansfried Hulsbosch; Wigbert van Zuylekom; Wiro Hovens, van de Paters Augus tijnen en: het H. PRIESTERSCHAP aan den Eerw. Heer F. Meeussen van het Collegium Alberti- num te Freiburg.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 9