D
L
De avonturen vaneen verkeersagen tje
Rijf
Mdm%Aaal mndm
De hekkensluiters
weren zich
SHEA
Forti kampioen
MAANDAG 7 MAART 1938
H.F.C. in veiligheid
V-
t den tijd,
vV
van de lersche Brigade
STT «Ti De aangebedene j
TWEEDE KLASSE K.N.V.B.
Fraaie prestatie van O.S.V.
B.F.C. in de knel
H.V.V. kampioen
V- s-
B.F.C.R.C.H. 2—1
H.F.C.Zeeburgia 30
VELOX—E.D.O. 4—1
D.O.S.—HILVERSUM 7—3
'F:
Hockey-uitslagen
Korfbal-uitslagen
DOOR RANDALL PARRISH
TWEEDE KLASSE l.V.C.B.
Het lot van Teylingen en Hertha
zoo goed als beslist
DAMES-HOCKEY-COMPETITIE
Sportraad van de Graal
„Pavilion d'Or 1938"
ïn de Westelijke tweede klasse zijn gisteren
06 degradatiecandidaten aan bod geweest. Er
Vielen enkele verrassende uitslagen, die den
Eindstrijd om de laatste plaats beduidend aan
sPanning deden winnen.
In West Ia was O. S. V., dat onderaan ben-
&e'de, te gast bij H. R. C. en wist zoowaar be-
s|ag te leggen op beide punten. Door deze over
winning zijn nu practisch zes clubs candidaat
v°or de degradatiewedstrijden, daar nu ook
°Partaan en West-Frisia, dat van Alcmaria
VeNoor, weer in de gevaarlijke zone zijn aan
beland.
W. V16 10 5 1 25 47—19
^ennemers 16 9 5 2 23 37—24
*icm. Victrix 16 6 5 5 17 38—42
y*- F. C16 6 4 6 16 28—26
Spartaan 16 5 5 6 15 35-1-29
West-Frisia 16 5 4 7 14 34—46
R- C16 5 3 8 13 42—45
S. v16 4 5 7 13 23—37
5" F- C16 5 2 9 12 25—28
v. V. 16 4 4 8 12 24—36
In ib is de spanning zeer groot geworden.
F. c., dat de laatste plaats bezette, sloeg R.
H. in een spannenden wedstrijd, maar het
aatte niet veel, want ook Velox won. Edo
'"best met 41 de meerderheid van de Utrech
tenaren erkennen. Ook H. F. C. bracht het weer
eens tot een overwinning en wel tegen Zeebur-
®'a, dat met 30 verloor. The good old is nu
definitief veilig gesteld. Het gaat nu nog tus
sen B. F. C. en Velox. Vermoedelijk zal eerst
genoemde wel aan het kortste eindje trekken.
P: S. won ten slotte met groote cijfers van
Hilversum.
R. F
A. p
R. r
D. o.
C.
C.
17
12
3
2
27
62—21
16
7
4
5
18
35—32
16
6
5
5
17
35—33
17
7
3
7
17
34—35
17
6
4
7
16
38—36
17
7
2
8
16
31—31
17
6
4
7
16
32—42
17
6
3
8
15
3429
17
5
4
8
14
30—42
17
4
4
9
12
32—58
Ifelox
F. c.
In West Ha wist HW Zondag het kam-
Pjoenschap te behalen, doordat het zelf van
won en zijn eenige concurrente Emma van
*?e Hollandiaan zag verliezen. BEC stelde zich
«°or een overwinning op DCL definitief in vei
lheid. Hoek van Holland, dat van UVS verloor,
nu den slag moeilijk meer kunnen ontwijken.
J1- V. V. 17 13 2 2 28 48—14
®toma 16 10 3 3 23 46—18
Rollandiaan 17 9 4 4 22 5043
C. L.
17 8 2 7 18 28—25
16 5 6 5 16 37—33
16 4 5 7 13 30—33
16 5 2 9 12 34—49
17 3 6 8 12 26—43
Reptunus 14 4 2 8 10 27—33
Hoek v. Holl. 16 2 2 12 6 23—59
NUick
D. L.
6.
E. C.
In nb werd Gouda vtx>r den strijd om den
«tel uitgeschakeld door een 4—1-nederlaag
tegen SVV, terwijl Overmaas zelf met 3—0 van
Rercules won. De Rotterdammers hebben het
*ampioenschap nu voor het grijpen. Alphen,
öat eerstdaags degradatiewedstrijden moet gaan
spelen, wt>n met 32 van Unitas.
^Vermaas 17 11 3 3 25 34—14
8' V. v. 17 11 1 5 23 51—19
Gouda 17 9 4 4 22 45—33
V. V. 17 9 2 6 20 44—25
D. S. 17 7 2 8 16 27—28
«Mtas 15 7 1 7 15 37—33
vriendenschaar 16 5 2 9 12 2629
freules 16 5 2 9 12 25—56
miedrecht 17 5 2 10 12 32—51
^Iphen 17 4 1 12 9 3543
Direct na het begin ontwikkelt zich een vlug
°P en neergaand spel, waarbij de thuisclub het
*heest in den aanval is. Er volgen al dadelijk
PEhige corners aan weerskanten, die echter op
mets uitloopen. Na keurig samenspel van Boer-
*?°dt en Beugelaar weet laatstgenoemde te
doelpunten, 10. Er ontstaan nog eenige ge
vaarlijke situaties voor het RCH-doel, maar
2°nder resultaat, waarna de rust aanbreekt.
Ra de hervatting gelukt het den linksbinnen
Van RCH, na een doorbraak van den rechts
buiten, die snel voorschiet, gelijk te maken, 1—1.
klaar de thuisclub laat het er niet bij zitten en
?pt alle zeilen bü om de leiding te hernemen.
®Fc heeft dezen middag weinig geluk, want vele
«arde schoten van Beugelaar suizen over de lat
een onverwacht schot van Boerhout gaat
buiten bereik van den keeper tegen den paal. En
a's de thuisclub dan een penalty krijgt toe-
e meest geraffineerde vorm van
ijdelheid is prat gaan op zijn
bescheidenheid.
gewezen, schiet Boerhout den bal tegen den
paal. Het einde nadert snel en de thuisclub
probeert op alle mogelijke manieren om een
doelpunt te maken en vele bezoekers rekenen
al op een gelijk spel. Doch in de laatste minuut
van den wedstrijd krijgt BFC wederom een
penalty te nemen. Nu belast zich Vermeulen
ermee, en deze doet het beter, want met een
kalm schot verdwijnt de bal in den hoek, 21.
HFC wint den toss en gaat met wind en zon
tegen spelen. De Amsterdammers zijn direct in
den aanval en v. d. Togt moet verschillende
harde schoten van den Amsterdamschen mid
denvoor stoppen. De linksbinnen krijgt een
goede kans om voor Zeeburgia te scoren, maar
hij schiet te onbesuisd en de bal gaat naast.
De Haarlemmers vallen door ten Have plotse
ling aan; deze zet fraai voor en de toespe
lende Wepster heeft geen moeite den bal in
het doel te plaatsen. Zeeburgia blijft aanvallen
maar is met schieten niet gelukkig. Als Drijver
op 30 M. afstand een bal zeer hoog naar voren
speelt gaat deze over de handen van den kee
per in het doel en scoort H.F.C. dus zeer ge
lukkig. Rust 20.
Na rust weer hetzelfde spelletje. Zeeburgia
is steeds overwegend sterker maar vindt de
H.F.C.-achterhoede in puike conditie, vooral v.
d. Togt weert zich geducht. Als Beets schiet
denken wij Zeeburgia een tegenpunt te zien
maken, maar v. d. Togt redt schitterend. Bij
een der weinige H.F.C. uitvallen komt de bal
bij Wepster, deze rent langs de lijn zet fraai
voor en Höck kopt het leder langs den keeper,
stand 30. De Amsterdammers zwoegen enorm
om een tegenpunt, maar het geluk is niet met
hen.
De Haarlemsche bezoekers verschenen met
eenige invallers en naar onze meening zonder
den wil om te winnen, want dan hadden ze het
de thuisclub, speciaal in de tweede helft, wel
wat lastiger gemaakt. Het begin van den strijd
liet een enthousiast spelend E.D.O. zien, zeer
fair, doch zonder eenige schotvaardigheid. Toen
Velox zich wat had los gewerkt, ging het vrij
gelijk op, waarbij Van Rooy het eerst scoorde
en Velox de leiding gaf. Onverwacht vlug kwam
de gelijkmaker. Timmermans dribbelde fraai
door de defensie en bracht den stand op 1—1.
Even voor de rust maakte Heideman er 21 van.
In de tweede helft was het initiatief goed
deels aan de gastheeren, die nog al eens in het
buitenspelvalletje tippelden, waardoor twee
doelpunten niet konden worden toegekend. Van
Rooy zorgde voor een geldigen goal (31) en
Velox was daardoor reeds zeker van de zege,
doch Eimers benutte toch nog maar een kans,
zoodat de eindstand 41 werd.
Vóór den aanvang van den strijd werden
door een bestuurslid van Hilversum aan den
DOS-aanvoerder Weber fraaie bloemen over
handigd, terwijl de supporters van de gelegen
heid gebruik maakten het bestuur een kam
pioenswimpel aan te bieden. De strijd nam
dan een aanvang, waarbij de bezoekers even
den toon aangaven, doch door een foutje in
hun verdediging was Dumortier in staat,- voor
DOS de scbre te openen, spoedig gevolgd door
een goal van Van Leur Jr. Een penalty, aan
Hilversum toegekend, werd niet benut, en
even voor rust liepen twee gastheeren doelman
Sluiter met bal en al over de doellijn C30)
Spoedig na het tweede begin werd het door
v. Leur en Veltmeijer 50, maar door twee
fouten van den DOS-doelman kreeg Hilversum
evenveel tegenpunten (52). De strijd droeg
daarna het kenmerk van niet meer ter zake
dienende. Op vrij onverwachte wijze scoorde
Dumortier, waarna Toes en v. Putten na goed
samenspel voor een derde tegenpunt zorgden.
Dumortier zorgde voor het slotstuk en bracht
den stand op 73.
Op ondubbelzinnige wijze gaf de Haarlem- keeper Vijgeboom uiting aan z'n vreugde,
toen zijn clubgenooten een doelpunt scoorden tegen Feijenoord
Westelijke afdeeling
Promotieklasse
Eerste klasse
l. Studenten
Laren 10
Tweede klasse
Pinokkio
Schaerw. 43
Derde-Tweede klasse
BMHC 4—TOGO 2 0—5
Gr.-Geel
Strawberries 2 2I
Schaerweyde 2
A'dam 5 10
HLC—DSt.HC 3 3i
Rijswijk—Leonidas 2l
Strawb. 3
Zandv. 2 13
Vierde-Derde klasse
Gooi 6Kamp. 2 20
SCHC 5SCHC 4 1—3
Oostelijke afdeeling
Derde-Tweede klasse
OosterbeekPW 3 O1
EHV—Zwolle 2—3
Competitie
Westelijke afdeeling
Promotieklasse
AlkmaarStrawb. 70
Tweede klasse
HOC 2—HCM 4—2
D. Stud. 2-
Rijswijk 21
HHYC 3—HDM 4
BMHC 3—Kiev.
PamosGooi 3
SCHC 2A'dam 4
Be Pair 2—A'foort 13
óostelijke afdeeling
Eerste klasse
Zutphen
Arnhem 11
Tweede klasse
Deventer 3
Arnhem 2 21
2—1
2—3
1—3
Amsterdam-beker
Tusschenronde
Dev. A'dam 2 23
Be Fair—PW 2—0
BHV—Victoria 12
A'damTOGO 73
H'sum—BMHC 4—1
Treslingbeker
SOS—BMHC 2 3—0
3CHCHHIJC 2 42
H'sum 2Leiden 50
Dames
Westelijke afdeeling
Eerstd klasse
H'sumGooi 30
Tweede klasse
BDHC 3—HHYC 2 22
Oostelijke afdeelnig
Tweeoe klasse
Apeldoorn
Deventer 2 30
Zuidelijke afdeeling
Eerste klasse
HDS—THOR 1—3
TilburgEMHC 30
Jeanette Walen-beker
Tweede en derde ronde
Gooi 2A'dam 06
SCHC—HDM 1—2
Om den Amsterdam
beker
Derde en vierde ronde
H'sum 2Hurley 03
Promotie-degradatie
wedstrijden
A'foortR.-Wlt 2 1—3
Zanc'voort
De Staart 13
H'sum 3A'dam 5 21
De Staart 2
HDM 3 1—1
A'foort 2—BHV 2 2—1
HBS 2—HHIJC 3 2—2
SchaerwA'dam 4 10
Als u soms eens teveel haast
hebt om uw beurt af te wach
ten bij een kruispunt, dan is
t een prettige zekerheid, dat
er een andere wagen voor u
klaar staat, die steeds den tijd
heeft en altijd rustig z ij n
beurt afwacht
Westelijke afdeeling
Eerste klasse
LutoKattenburg 17
DTVK. Zaandijk 31
Sportief—Bl.-Wlt 10—9
DKCDeetos 24
Fluks—HSV 3—3
Ons Eibernest
Rozenb. 64
Oostelijke afdeeling
Eerste klasse
MercedesZKC 16
Hellas—EKCA 4—3
Onder Ons
't Oversch. 51
Zw.-WltNaas
Zuidelijke afdeeling
Eerste klasse
R.-ZwartWordt
Kwiek 08
Nic—WWMD 1—7
VitesseSparta O5
Zuidelijke afdeeling
Eerste klasse
Oranje-Wit—PSV 0—9
Noordholland
Tweede klasse
Vogel—Bilth. 49
KVDExcelsior 53
Oosterkwartier
A'dam-Z. 14
W.kw.t. 2—ZKV 11—3
BEPVolharding 22
Nw.d.ham
Gr.-Geel 56
Derde klasse
BaerneDe Tovers
K. Zaandijk 2
DED 2 32
DTV 3Rohda 2 24
AjaxTogo 28
ZKV 2Sportief 2 8—1
Oostelijke afdeeling
Tweede klasse
EibergenZKC 2 26
Wilskr. 2Vada 2 31
Odio—DOS 2 21
Goorsche KC
Rigtersbleek 2 20
Derc'e klasse
EKCA 3—
Redichem 17
Dion—HKC 2 1—2
Zw.-Wlt 2—
Bl.-Zwart 1—4
I
„Ze deed net alsof ze wegging en terwijl ik bezig was wat
graan te strooien voor de dieren, gooide ze, voor ik er op be
dacht was, een ring over mijn hoofd. Ik werd er koud van.'
„Ja, ja," zeide de kabouter, „U ziet, een ongeluk zit in een klein
hoekje."
„Ik wtas nu in een muis veranderd en in de macht van de
heks. Het was verschrikkelijk. Ik, een prinses, nu een muis
met een langen staart en ik wist niet wat ik moest doen. Ik was
ten einde raad, lieve kabouter, dat begrijp je wel." „Of ik het
begrijp, lieve prinses, ik ben niet zoo onnoozel als ik er uit zie."
34
Even kwam de onstuimige gedachte bij
öiij op, het hier op aan te sturen en den strijd
than tegen man uit te vechten. Maar als ik
geen succes zou hebben en de man zou winnen,
dan zou de positie van Mademoiselle eenvoudig
onhoudbaar worden. Aan zulk een risico kon
ik mij dan ook niet wagen; er bleef dus niets
anders over dan mij schuil te houden en de
gelukkige kans af te wachten. De gedachte aan
zulk een ongezond avontuur zette ik dan ook
toet geweld van mij af. Ik voelde, dat het
toeisje zich dichter tegen mij aandrukte en
dat zij mij met smeekende oogen aankeek. Het
'eek mij zelfs toe, dat zij besef had van de be
koring, die mij in dit oogenblik zoo te pakken
had.
„Ik bid u, Monsieur!"
„Ik ben een soldaat het vechten valt mij
veel lichter."
„Ik weet het, Monsieur ik weet het! maar
denk eens een oogenblikje aan mij. Als gij zoudt
komen te vallen, blijf ik geheel alleen achter.
Ik ben bang."
..Bang? Gij? Wel, gü hebt meer dan eens uw
moed getoond. Het is ook waarlijk niet voor het
eerst, dat men ter wille van u naar het zwaard
grijpt. Gij zijt Camille d'Enville."
„Neen, neen. Monsieur. Ik ben slechts een
meisje, dat in doodsangst verkeert. Zie, hoe ik
mij aan u vastklamp, hoe ik op u vertrouw. Ik
kan u niet laten gaan. Beloof mij toch, dat gi)
mij niet alleen zult laten."
„DM, is gemakkelijk te beloven. Maar haast
u nu een beetje. Mademoiselle, ik kan de gang
nu juist zien en wij hebben niet veel tijd."
In het diepste zwijgen staken wij de groote
ruimte over, voldoende bijgelicht door de lang
zaam naderende fakkels. De geheime deur stond
heel even open, juist zoo als ik ze had achter
gelaten. Als de vreemdeling dezen kant was uit-
gedwaald, dan had hij de smalle opening in
den muur natuurlijk niet opgemerkt en had hij
zeker ergens anders een toevlucht gevonden.
Maar het was nu geen geschikt oogenblik, om
daarover beschouwingen te houden de fak
keldragers stonden al voor den ingang van de
groote zaal. Ik trok haar binnen de opening
en deed de steenen deur achter ons dicht.
XX
HET VISIOEN OP HET DAK
Het was om ons heen volkomen donker en
volkomen stil; de zware steen paste zoo vol
maakt in de daarvoor bestemde opening, dat
niet het geringste lichtstraaltje door de spleten
drong. Er was misschien een eeuw of meer
zelfs verloopen, dat die geheime deur daar was
aangebracht, maar het mechanisme verkeerde
nog in den besten staat en het reageerde op de
minste aanraking. Behalve dan het lichte klik
ken van het slot viel er geen enkel geluid waar
te nemen; en het geroezemoes van stemmen,
waarmee onze laffe achtervolgers hun moed
poogden te vermeerderen, drong niet langer tot
ons door.
Enkele seconden hielden wij daar halt; wi)
ademden zwaar, niet omdat het ons zoo moei
lijk viel, adem te halen, maar door de span
ning, die wij hadden doorstaan; mijn arm
ondersteunde haar nog steeds, terwijl zij in
kinderlijk vertrouwen tegen mij aanleunde. De
trap was zóó nauw, dat wij ons slechts met
moeite konden bewegen en de diepe duister
nis was oorzaak, dat wij ons als in een gral
verplaatst voelden. De gedachte kwam ineens
bij mij op, dat het wel eens inderdaad een graf
kon worden, want al tastte ik zoo hier en daaT
met mijn vingers langs de steenen, Ik kon niets
vinden, dat ook maar in het minst op een veer
leek, en als het luik boven dat ook van
steen was gesloten zou blijken, dan zouden
wij daar voor alle eeuwigheid moeten blijven.
Immers, het was heel goed mogelijk, dat geen
van de mannen iets van de geheime deur af
wist, en onze kreten om hulp zouden niet door
de dikke muren heen dringen. Zelfs als wij zoo
gelukkig zouden zijn het dak te bereiken, dan
kon het nog heel goed gebeuren, dat wij daar
zouden moeten blijven, als er ten minste geen
andere weg was om af te dalen. Maar, naar
boven lag onze eenige kans op redding en het
was natuurlijk het verstandigst om alle gedach
ten aan een mogelijke teleurstelling van ons af
te zetten.
Ik kon de half onderdrukte snikken van mijn
gezellin hooren en het werd mij duidelijk, hoe
veel behoefte zij had aan het beetje moed. dat
mij nog overbleef. Zij was niet langer de schoone
hofdame, zich volop bewust van haar macht en
positie en heerschende over een ieder, met wie
zij in aanraking kwam; zij was nu een bang
meisje,.dat zich voor steun aan mij vastklampte.
Ik kon het dan ook niet over mij verkrijgen
haar te vertellen, dat ons nog andere gevaren
boven het hoofd hingen.
„Kom, Mademoiselle," zei ik. zoo hartelijk
ik kon. „die schurken zijn wij nu kwijt. Schep
goeden moed, er is hier niets om bang voor
te zijn."
„Maar kunnen zij dan ook niet achter het ge
heim van deze trap komen, en ons achterna
gaan? Is dat een geheime deur?"
„Ja, Mademoiselle, een zware steen, die vol
komen in den muur past en zoo is aangebracht,
dat hij op scharnieren draait. Let eens op, geen
straaltje licht dringt er door heen en niet het
minste geluid. Ik denk, dat menige lord en
lady en zelfs een koning in de jaren die voorbij
zijn, hier een veilige schuilplaats hebben ge
vonden."
„En waar voert de trap heen?"
„Naar een toren tegenover dien, waarin gij
waart opgesloten. Uiterlijk hebben zij veel van
elkaar, alleen is deze niet geheel opgemetseld
en een opening voert naar het dak. Ik heb nog
geen tijd gehad het grondig te onderzoeken,
want het was daar, dat ik den dwerg Gospele
De kleine Erna was achttien jaar. Dat ver
klaart alles. Achttien lentes en een ont
wakend verlangen om ook eens wat „aan
haar arm" te hebben, als ze naar den schouw
burg ging of een wandeling maakte in den gou
den voorjaarsavond. Tot dusver had ze haar
jaren doorgebracht aan de zijde van tante Me-
lanie. Tante Melanie had roodachtig haar, dat
ze in een knotje achter op haar hoofd droeg.
De bril ontbrak er alleen maar aan; anders zou
ze het volmaakte type van een kostschooljuf
frouw zijn geweest. Ze had, integendeel, arends-
oogen, die door boeken en kastjes heenkeken,
om eventueel verborgen foto's van filmsterren
e.d. te ontdekken. Was dat het geval, dan kon
de arme Erna rekenen op zwijgende scènes van
enkele weken lang, in een atmosfeer van kil
heid, die haar heugde. En na een jaar nog wist
tante Melanie zich dergelijke vergrijpen op het
gepaste oogenblik te herinneren, om ze Erna in
het gezicht te gooien.
Dit alles belette Erna evenwel niet, dat ze
jong was en er lief uitzag, ondanks de minder
smaakvolle costuums, die tante Melanie voor
haar uitzocht. En haar meisjesdroomen waren
thans uitgegaan naar een hoogst aantrekkelijk
jongmensch aan de overzijde van de straat. De
heer Wilhelm Haller junior, schrijver van be
roep, had zijn kamer vlak tegenover haar en
zoo was zij, meer dan wie ook, in de gelegen
heid om hem op haar gemak gade te slaan. Wat
was hij groot en slank! Zijn donkergrijze cos-
tuum stond hem nog keuriger dan de weerga-
looze uniform van een huzaren-officier. Als hij
je zag, leek het of hij je aankeek. Als hij je
aankeek, was het of hij je wat toefluisterde.
En als hij wat neuriede, vergaf ze het hem,
dat hij den toon niet bij kon houden.
Zooals gezegd, Erna was achttien en die om
standigheid dreef haar. regelrecht tot een
dwaasheid. Oordeelt u zelf.
Het was een heerlijke zomeravond. De perken
in tante Melanie's tuin, alsmede in de aangren
zende tuinen, ademden een zoeten geur, on
danks al de neuzen, die er in snoven. De
maan was opgekomen en nu en dan ver
nam men het geluid van een nachtegaal. De
stemming was er dus. De heer Haller, die den
laatsten tijd bezig was met een geschiedkundig
drama, was uitgegaan voor zijn gewone wan
deling. Erna was hem tegengekomen en hun
oogen hadden elkaar ontmoet.
Goeden avond! had hij haar gegroet.
Iets heel gewoons, maar Erna's knieën be
gonnen opeens te knikken en volgens haar mee
ning zat er achter die hoogst-alledaagsche woor
den een verborgen, zij het dan ook gejaagde,
liefdesverklaring. „Goeden avond," dat betee-
kende zooveel als: „Je bent me altijd in de
gedachte, ik kan alleen maar denken aan jou."
Daar was geen verschil tusschen. Ze had een
kleur gekregen als vuur en had meneer Wilhelm
met vochtige oogen nagekeken, tot hij om den
hoek van de straat verdween, zijn wandelstok
handteerend als een page zijn degen.
Het kwam haar voor, of het niet meer de
nachtegaal was, die zong, maar haar eigen hart.
Wat kon ze doen, om uiting te geven aan het
alles-overheerschend gevoel, dat haar bezielde?
Door het open raam van haar kamer drong de
zoete zomergeur naar binnen en door een
alleszins begrijpelijken samenhang van gedach
ten kwam zij op het idee haar „held" een bloe
menhulde te brengen.
Wilhelm! prevelde ze zachtjes voor zich
heen, terwijl ze de handen tegen haar boezem
drukte. Je bent mijn éénigste! Ik heb je lief!
Wat ben ik je dankbaar!
Zachtjes ontsloot ze haar kamer en over
tuigde zich voorzichtig, dat tante Melanie al
boven was. Dan sloop ze onhoorbaar de trap af,
deed de tuindeur
open en zocht j
de heerlijkste
maanlicht vinden j
kon. Met haar
buit liep ze ver
volgens om het huis heen. naar de straat, stak
deze steelsgewijze over en spoedde zich naar
de portiek van meneer Wilhelm's huis, ten
einde aldaar haar welgemeende hulde te de-
poneeren.
Lustig met zijn wandelstok zwaaiend, ver
scheen meneer Haller junior even later op het
tuinpad. Bij de deur gekomen, bemerkte hij
opeens een schaduw, die uit het zwakke schijn
sel van de maan te voorschijn kwam en snel
langs hem heen wilde glippen. Met zijn ge
dachten was hij nog heelemaal bij de helden
figuur van zijn geschiedkundige drama.
Wie daar? zei hij luid, in de stilte van den
avond.
Iemand wilde langs hem heen en alsnu zijn
wandelstok opheffend, begon hij, in het wilde
weg, een regen van slagen uit te deelen. Twee
of drie keer raakte hij iets hards, met dof ge
luid. Toen hoorde hij een gesmoorden kreet en
even daarna snelle passen, als van iemand die
zich uit de voeten maakte.
Op haar kamer bekeek Erna zich sarcastisch
in den spiegel. Ze was temoede als iemand die
een koude douche heeft gehad. Ze zou het uit
geproest hebben, als de bult op haar hoofd
haar niet zoo'n pijn had gedaan. En ze zou in
tranen zijn uitgebarsten, als die pijn haar niet
juist eraan herinnerd had, hoe kranig haar
„held" zich gedragen had.
(Nadruk verboden)
Het programma der Westelijke tweede
klassers was niet bijzonder groot, maar wel
in hooge mate belangrijk. Fortitudo be
haalde het kampioenschap terwijl in de
beide andere afdeelingen de bezetting van
de laatste plaats in een beslissend stadium
is gekomen.
In West Ia heeft Fortitudo aan L. V. V. de
handen vol gehad maar tenslotte toch de
overwinning weten te behalen en daardoor het
lang verwachte kampioenschap veroverd.
M. S. V. en Actif verrichtten kranig werk
door hun uitwedstrijden tegen Zwaluwen
Vooruit en Saestum met 20 te winnen.
Fortitudo
17
15
1
1
31
55—16
S. D. O.
15
11
1
3
23
50—27
R.K. B. V. V.
17
10
2
5
22
36—25
L. V. V.
16
7
5
4
19
36—27
M. S. V.
15
6
3
6
15
27—24
Actif
17
4
5
8
13
35—41
Zwal. Vooruit
15
5
2
8
12
20—27
Saestum
16
4
4
8
12
24—26
Olympia
16
4
2
10
10
33—51
V. V. IJ. 2
16
1
2
13
4
7—63
In I b stelde Constantius zich veilig door
V. I. C. een gelijk spel af te dwingen, terwijl
Volendam 2 in feite het vonnis voltrok over
Hertha door dit met 5—0 te kloppen. Inder
daad moet er heel wat gebeuren willen de
hekkensluiters den dans nog ontspringen.
DOSS
16
13
2
1
28
69—21
RKAV
15
9
3
3
21
40—17
Alw. Forward
14
8
4
2
20
47—18
Zwaluwen
15
6
6
3
18
31—24
The Victory
16
5
3
8
13
22—15
V.I.C.
15
5
3
7
13
42—36
WA 2
15
4
4
7
12
26—40
Constantius
17
5
2
10
12
26—44
Volendam 2
14
4
2
8
10
34—44
Hertha
16
3
1
12
7
19—57
In Ha werd
slechts één
wedstrijd
gespeeld,
maar ook hiervan ls de uitslag van groote be-
teekenis. Santpoort 2 wist een alleszins ver
dienstelijke overwinning op Lisse te boeken en
heeft daarmee een voorsprong van 3 punten ge
nomen om Teylingen, dat voor de moeilijke op
gave staat deze in twee wedstrijden teniet te
doen.
DOS
16
14
0
2
28
54—19
OIV
18
13
1
4
27
54—28
WE
17
9
1
7
19
36—35
Lisse
18
9
0
9
18
43—28
DEM
17
8
2
7
18
34-31
ADO
18
5
5
8
15
31—46
Vitesse
16
6
1
9
13
40—45
DSSH
17
6
1
10
13
29-46
Santpoort 2
18
6
0
12
12
47—61
Teylingen
16
4
1
11
9
31—54
De uitslagen der Zondag voor de R. K. Da-
meshockey-competitie van den Sportraad van
de Graal gespeelde wedstrijden zijn:
Hurry Up 1 (Overveen)—Thor (A'dam) A 2—2
Hurry Up 1 (Overveen)—Thor (A'dam) B 1—2
Quick (Haarlem)—Hurry Up II (Overv.) A 2—0
Quick (Haarlem)—Hurry Up II (Overv.) B 2—2
Wilskracht I (A'dam)— NVA (A'dam) A 2—2
Wilskracht I (A'dam)—NVA (A'dam) B 0—1
The UnityKeep Fit afgelast.
Hurry Up 1—Thor A was 'n spannende wed
strijd, waarin de beide partijen aan elkaar ge
waagd waren. Hurry Up nam al spoedig de lei
ding, dit duurde echter niet lang, want Thor
wist den stand op 1—1 te brengen. Hoewel de
strijd nu verder gelijk opging, wist Hurry Up
uit een strafcomer een doelpunt te maken en
hierdoor met 21 de leiding te nemen. Even
voor het eind werd door de linksbuiten van
Thor gelijk gemaakt.
Z. K. H. Prins Bemhard heeft erin toegestemd,
dat de internationale stertocht om den .Pavil
ion d'or" van de Union Internationale de Yach
ting Automobile, welke dit jaar naar Nederland
zal worden ondernomen en waarvan de organi
satie geschiedt door de Kon. Ned. Motorboot
club, onder zijne Hooge bescherming zal staan.
tegenkwam en hem heb gevangen genomen.
Maar er moet nog een andere weg zijn, om naar
beneden te gaan. Ik heb alle reden om aan te
nemen, dat de Saule hier nog nooit is geweest;
en wat de anderen betreft, als zij er al eenig
vermoeden van hebben, dan zullen zij toch niet
spreken. Die lafaards verlangen naar niets dan
naar een reden om terug te kunnen keeren.
Als Gospele bij hen was dan was het een heel
ander geval. Hij is goed op de hoogte en is slim
als een duivel. Maar van 'de rest hebben wij
niets te vreezen. Zullen wij nu verder gaan?
Ik voelde, dat haar hand de mijne inniger
drukte.
„Ja, Monsieur."
„Ik kan u niet dankbaar genoeg zijn voor
het vertrouwen, dat gij in mij stelt," fluisterde
ik innig, hier toe aangezet door den stevigen
druk van haar vingers.
„Waarom zou ik u niet vertrouwen?" vroeg
zij. „Gij zijt van het eerste oogenblik af, dat ik
u heb leeren kennen, mijn vriend geweest."
„Ik ken u nog maar zoo kort en ik heb nog
maar zoo weinig voor u kunnen doen niet
meer dan iedere andere man ook voor u zou
hebben gedaan. En gij zult toch ook nooit
kunnen vergeten, dat ik misschien uw broeder
in den dood heb gejaagd."
„Jawel, Monsieur, ik heb het vergeten, of
liever, ik geloof het niet. Iets zegt mij, dat mijn
broeder in leven is. Gospele toch kende hem
veel te goed dan dat hij zich door de een of
andere toevallige gelijkenis zou laten verleiden.
Hij. heeft u toch ook nog verteld, dat hij een
paar woorden met den man heeft gesproken en
een enkel woord zou meer dan voldoende zijn
geweest voor het vlugge begrip van den dwerg
om hem zijn vergissing te doen inzien. Mon
sieur, ik voor mij ben er van overtuigd, dat de
man, die zich schuil houdt, Charles d'Enville
is, en dat het lage complot, waarin men mij
heeft gewikkeld, ook hem omvat."
„Hoe bedoelt gij?"
„Ik stel het mij voor als volgt en de Saule
heeft meer dan genoeg uitgelaten om mij reden
voor deze veronderstelling te geven. Zoowel hij
als de koning kennen mij voldoende om te
weten, dat ik niet gemakkelijk een plan ter
wille van een bedreiging of persoonlijk gevaar
opgeef. Zij waren bang, dat niets mij tot hun
zienswijze zou overhalen en vormden daarom
het plan, ook Charles van zijn vrijheid te be-
rooven. Dan zou zijn leven de losprijs zijn en
ik zou, ten einde hem te redden, verplicht zijn
toe te geven."
„Het klink alles heel waarschijnlijk. Gij denkt
dus, dat de koning
„Hem uitzond op de een of andere zending,
waar gevangenneming gemakkelijk spel was. Het
was alles afgesproken werk. Toen gij beiden aan
het rijden waart, zal hij de orders bij zich heb
ben gehad. De stoot, dien gij hem met uw
zwaard toebracht, was niet doodeJijk, misschien
zelfs heelemaal niet ernstig, en zoodra hij er
maar even toe in staat was, zette hij zijn tocht
in dienst van den koning voort."
(Wordt vervolgd)