Terugslag na de opleving van ons bedrijfsleven Moderne Devotie Medische Kroniek WIND UIT HET NOORD-WESTEN Gebrek aan koopkracht ZONDAG 13 MAART 1938 VAN WEEK TOT WEEK Het rijtijdenbesluit Ter goedkeuring voorgelegd aan ministers van Waterstaat en Sociale Zaken LEENINGEN PROVINCIE GELDERLAND Belangrijke reductie op de toewijzingen WIELRIJDER OP SLAG GEDOOD DE KONINGIN TE SOESTDIJK OÓSTENRIJKSCHE GEZANT BIJ MINISTER PATIJN Kunstavond Muzieklyceum Ongunstige wending vooral te wijten aan toestand in andere landen Bedrijvigheid in den scheepsbouw De opleving was nog van te korten duur om KORTEGOLF-UITZENDING UIT AMERIKA Bezoek van prinselijk paar zou zeker op hoogen prijs worden gesteld DE STERKE STIJGING DER PAPIERPRIJZEN Materiaalverbruik bij Landsdruk kerij één ton te laag geraamd ONBEVOEGD UITOEFENEN DER GENEESKUNDE Mr. H. P. Marchant vurig pleit bezorger voor een magnetiseur De kina, de malaria, de Inca's en de Jezuïeten UITGIFTE WOON- EN WINKELHUIZEN Niet geheel geplaatst Het geestelijk leven in den vorm, zooals dat door Geert Groote beoefend en ge predikt werd zijn idee over de vol maaktheid, de middelen, die hij gebruikte en die hij aan anderen leefde, om tot de volmaaktheid te geraken is de grondslag geworden van een groote religieuze beweging, waarvan de heele christenwereld nog tot op den huidigen dag de Vruchten geniet. Deze bewteging heeft heel Ne derland beroerd en opgevoerd tot een actieve belangstelling in het vrome leven. Ze is in de Kerkgeschiedenis bekend gebleven als de mo derne devotie. Deze is de laatste groote geeste lijke beweging in Europa, die voorafging aan de Hervorming. Het is te begrijpen, dat vooral Pro testanten groote belangstelling voor de „devo- tio moderna" aan den dag legden en dat zij zelfs hi deze beweging elementen meenden waar te hemen, die het Protestantisme zouden hebben Voorbereid. Oudere protestantscne schrijvers, die den geest van het katholicisme minder goed henden, ontwaarden zelfs in de moderne devotie hiets anders dan een hervormings-phase, die aan de zestiende eeuwsche Kerkhervorming vooraf ging. Zij eigenden zich den geest van Geert Groote toe en rekenden hem tot de voorloopers Van de Reformatoren. Later is men van deze historische vergissing teruggekomen. Maar de belangstelling van de Nederlandsche Protestan ten voor de figuur en het werk van Geert Groote bleef zeer levendig. Levert niet juist deze belangstelling voor een groote katholieke volks beweging aan het einde der middeleeuwen een mogelijkheid tot geestelijk contact? Als de ka tholieken en de protestanten in Nederland el kander willen verstaan, wat kunnen ze dan be ter doen dan in de historie teruggaan naar de laatste phase van het gemeenschappelijk sa menzijn, het tijdperk, dat hen voor het laatst Vereenigde. Hier liggen de krachten, die hen opnieuw bijeenbrengen kunnen. De kennis van he moderne devotie is dus niet alleen vrucht baar voor ons eigen geestelijk leven, maar ook Voor het geestelijke leven van ons land. Welnu, waarin bestond de leer van meester Geert Groote? Dit is de voornaamste vraag, daarmede dr. K. de Beer zich bezighoudt in zijn lezenswaardige verhandeling over de spirituali teit van Geert Groote (uitg. N.V. Dekker en Van de Vegt, Nijmegen), Hij beantwoordt deze Vraag door een uitvoerig overzicht te geven van. heel de geestelijke leer van «Geert Groote. De tw'ee grondpijlers van deze leer zijn dood eenvoudig. Ze worden door Geert Groote zelf Seformulecrd in het begin zijner Proposita, het Werkje van kort na zijn bekeering. Ze luiden als Volgt: „Stel geen enkel tijdelijk goed hooger han het heil van de ziel" en „volg God met kllen ijver, die volgens uw wetenschap en uw onderscheidingsvermogen hiertoe dienstig is." In de wijze, waarop de schrijver zich uitdrukt, tehuilt een zekere voorzichtigheid, vooral wat betreft de keuze van de middelen om tot de Volmaaktheid te geraken, Niet alles is dienstig ter zaligheid. Degene, die naar volmaaktheid streeft, heeft rekening te houden met zijn eigen kard en aanleg en met den hiermee overeen- homstigen levensstaat, zoodat Geert Groote ook voorschrijft: „Ontzie uw gestel en uw levens staat". Dit is een voorschrift, waaraan iedereen zich houden kan. De groote mystieke vervor ming van de Nederlandsche middeleeuwen wordt üoor dit voorzichtig beleid toegankelijk gemaakt Voor de katholieke menigte. De volmaaktheid is biet het uitsluitend ideaal van kloosterlingen er. mystieken, maar elk christen dient te streven baar een volmaakt leven. Waarin bestaat die Volmaaktheid? In de liefde tot God. Het komt aan op het „vulcomen anhangen an Gode", z°oals Geert Groote het in zijn middeleeuwsch Hederlandsch uitdrukt. De algeheele toewijding Van heel ons leven aan God, ziedaar, wat Voor allen als ideaal is gesteld. In dit opzicht zou men de moderne devotie hunnen beschouwen als een beweging van de- telfde strekking als de Katholieke Actie voor God, Immers deze hedendaagsche actie wil zich °°h niet beperken tot een groep van katholie ken, levend volgens bepaalde voorschriften, maar ze wil het geheele katholieke leven he nrijken. Ze vraagt niet meer maar ook niet minder! van den katholiek dan dat hij a! 2Ün handelingen zal stellen in het besef, dat God zijn Heer en zijn Meester is en dat het Êeluk op aarde, voor onszelf en voor anderen, afhankelijk is van deze dienstbaarheid jegens ben Allerhoogste. Het uitgangspunt van het actieve leven is dus ten bezinning, die leidt tot overgave, tot aan hankelijkheid en tot toewijding. Deze bezinning boemt Geert Groote de contemplatie of de vol maaktheid van de liefde. Zij is de ziel van de katholieke werkdadigheid. Het gaat hier niet °ver het schouwend gebed, dat een staat van bot mystieke leven is, doch over de vervolma king van de algemeene christenliefde jegens God, waarin de naastenliefde besloten ligt. Gp die vervolmaking komt bij de moderne de- tetie alles aan. Dit is haar doel: dat God vol maakt bemind wordt door alle christenen in het, bfactische leven, elk volgens zijn eigen staat en betrekking ten opzichte van de maatschappij. Geze beweging beoogt dus naar het wezen een heiliging van heel de practische samenleving, Welke beginnen moet bij elk individu afzonder lik, Het is zooals dr. K. de Beer het uitdrukt niet een intellectualistisch-speculatieve devo te, maar een voluntaristisch-practische devotie. verhoudt zich echter niet vijandig tot de speculatieve mystiek. Integendeel. De mystiek haar hoogste bekroning. Niet overal is de leer van Geert Groote even helder, doch haar grondbeginselen, hierboven Uiteengezet, munten uit door eenvoud en door tactische toepasselijkheid. Ze kunnen vandaag b°g door iederen christen worden aanvaard. Ze hunnen opnieuw ten grondslag worden gelegd aah een godsdienstige volksbeweging. 2Ou het zoo vreemd zijn, indien opnieuw zulk teii religieuze volksbeweging in Nederland ont- st°nd, indien er na vijf eeuwen opnieuw P®b „moderne" devotie het katholieke volk op teerde tot intense beleving van de geloofswaar den in het practische leven? Zijn er niet teeleer teekenen, die wijzen op de mogelijkheid Vah zulk een religieuze herleving? In de laatste ten is nerhaaldelijk en van alle kanten aan drongen °P grooter vurigheid in het beleven van het geloof. Bovendien leven wij in een gees telijken crisistijd. Rondom ons zien wij de ver tegenwoordigers van de moderne dwalingen de massa veroveren met geweldige geestdrift. Zij vertoonen een werfkracht, die vaak de onze overtreft. Ja, zij versterken hun gelederen met velen, die de Kerk den rug toekeeren. Vooral onder de jongere menschen zijn er, die tot ge loofsafval komen, omdat zij in de voorspiegelin gen van de moderne dwaling een grooter enthousiasme meenen te ontwaren dan in de soms conventioneel geworden prediking der oude waarheden. Welk middel zou meer probaat zijn, ter bestrijding van de moderne dwalingen dan een moderne devotie? Ook van hoogerhand wordt zulk een katho lieke volksbeweging tegemoet gezien. Het blijkt uit de krachtdadige pogingen tot reorganisatie van geheel het katholieke leven. De oprichting en verbreiding van de Katholieke Actie wijst in deze richting. Immers, hoe zou zulk een nieuwe actie vruchtbaar kunnen worden, wanneer ze niet beantwoordde aan een levendige vernieu wing van den geest? Haar effect zal niet zoo zeer afhangen van de voortreffelijkheid der or ganisatie die uiteraard een voorwaarde is. doch ook niet meer dan een voorwaarde haar effect zal allereerst afhangen van den innerlij- ken gloed. Om dien gloed te ontsteken en te onderhouden, kan men nog altijd met vrucht in de leer gaan bij meester Geert Groote. Zijn beweging was hoofdzakelijk een leeken- bewéging. Ze is zelfs wel eens afgeschilderd als een anticlericale beweging, doch dit was ze zeker niet. Nu echter in ons land de leeken in stij gende mate deelnemen aan het geheele katho lieke geestesleven, is het logisch, dat ook de katholieke spiritualiteit wederom vormen zoekt, die geldig kunnen zijn voor de leeken in lederen levensstaat. Het zoogenaamde lëekenapostolaat is een van die vormen. Ook de Katholieke Actie voor God, die tegelijk een kern-actie en een massa-actie is, zal zulke vormen van leekenspi- ritualiteit moeten vinden en verbreiden. Het wordt rïiet recht van haar verwacht en zij is in staat, aan deze verwachting te voldoen. Indien haar ijverige leiders zich inspireeren op de mo derne devotie van Geert Groote, zullen zij daar in de uitdrukking vinden van een geestelijk streven, dat bij den Nederlandschen volksaard aansluit, dat door de Nederlandsche protestan ten kan worden begrepen en gew'aardeerd en dat zich makkelijk laat vereenigen met alle vormen van apologetische, propagandistische en cultureele activiteit. Bij den uitbouw van haar programma zal ze hier een steun vinden, die voor allen van blijvende waarde is. In de mo derne devotie ligt voor Nederland volgens het woord van prof. Van Ginneken „het beste, dat wij aan de wereld gaven". Wij moeten blij ven geven. A. v. D. Eien ontwerp-rijtijdenbesluit is thans vast gesteld en aan de ministers van Waterstaat en Sociale Zaken ter goedkeuring voorgelegd. Het ontwerp, waarover met de belanghebben de organisaties van werkgevers en werknemers overleg is gepleegd en dat samengesteld is door een interdepartementale commissie, bevat, naar het Volk meent te weten, twee algemeene be palingen. Hieronder vallen ook de zoogenaam de heerrijders. Voorts bevat het een werktijd regeling voor chauffeurs, werkzaam in beroep en bedrijf. De patroons vallen ook onder deze regeling'. Voor de particuliere chauffeurs, die men re kent tot de categorie huispersoneel, is een be perkte regeling in het ontwerp opgenomen. Deze bevat voornamelijk voorschriften ten aanzien van vrije dagen en vrije halve dagen. Om controle op de diverse bepalingen mogelijk te maken, zal een werkboekje gebruikt moeten worden, waarin de werkuren dienen te worden opgeteekend. Het toezicht op de naleving der voorschriften is verdeeld over de Rijksverkeers inspectie en de Arbeidsinspectie. Naar wij vernemen, overtreffen de inschrij vingen met recht van voorkeur op de 3 pet. 16-jarige leening der provincie Gelderland 1938 verre het beschikbare bedrag, zoodat op de toewijzingen een belangrijke reductie zal moe ten worden toegepast. Op de vrije inschrijvingen dier leening kan niets worden toegewezen. Ook bij de toewijzing op de inschrijvingen der 2'/j pet. 8-jarie leening der provincie Gel derland 1938 moet een zeer belangrijke reductie worden toegepast. Zaterdagochtend te half twaalf is de 28- jarige A. Sikking uit Warmond ten gevolge van onvoorzichtig oversteken van den nieuwen Rijksstraatweg te Oegstgeest door een vracht auto, bestuurd door J. J. van H., uit Hillegom, aangereden. De man was vrijwel onmiddellijk dood. Het stoffelijk overschot is naar het lijken huisje op de algemeene begraafplaats over gebracht. H.M. de Koningin is, vergezeld van een hof dame, Zaterdagmiddag te ongeveer 12 uur per auto van Den Haag te Soestdijk aangekomen. Zaterdag heeft de Oostenrijksche gezant, de heer Alexich, een bezoek gebracht bij den mi nister van Buitenlandsche Zaken, den heer Patijn. Dinsdag 15 Maart a.s. zal in de groote zaal van het Muzieklyceum te Amsterdam een uit voering gegeven warden, waarbij o.a. Chaja Goldstein zal optreden. Ook Bert Brugman met zijn marionettentheater en andere artisten zul len hun medewerking verleenen. Blijkens mededeeling van het Cen traal Bureau voor de Statistiek too- nen de resultaten van het onderzoek naar den algemeenen bedrijfstoe- stand en den stand der arbeidsmarkt aan, dat de opleving in onze in dustrie. waarmede 193 7 zoo hoop vol inzette, reeds omstreeks het mid den van het jaar meer en meer be gon te verflauwen en ten slotte ge volgd werd door een duidelijken te rugslag. Afhankelijk als ons bedrijfsleven van de toestanden in het buitenland is, moet deze ongunstige wending voor een belangrijk deel op rekening worden gesteld van den omslag in de conjunctuur van verschillende an dere landen. Hierdoor werd in de eerste plaats aan ver schillende onzer exportbedrijven de gelegenheid benomen, de gunstige ontwikkeling, die zij vooral na de depreciatie van den gulden te zien gaven, voort te zetten en moesten zij vaak een dee! van het gew.onnen terrein weer prijs geven. Van de industrieën van hulpstoffen voor het bedrijfsleven -waarin sterk geschakeerde toestanden voorkwamen (hier opleving en vol doende of matige bedrijvigheid, elders maar traag verbetering en nog een zeker tekort aan werk) ondervonden vn.l. sommige, die rechtstreeks bij den export betrokken zijn, den weerslag van de kentering. In andere wist de verbetering zich voor een groot deel of ook wel geheel te handhaven. In enkele belangrijke industrieën van productiemiddelen, vooraan den scheepsbouw, bleef de bedrijvigheid regel matig' vorderingen maken, ook nog in de laat ste maanden van het jaar. In eenige andere trad echter na aanvankelijk aanzienlijke ver ruiming der werkgelegenheid zichtbare vermin dering in of bleef de toestand in de latere maanden van het jaar min of meer stationnair Een rem voor de doorwerking der ople ving in de industrieën van verbruiksartike- len, die geheel of in hoofdzaak voor de bin- nenlandsche markt werken, was de beperkte koopkracht van velen. hierin, o.a. door loonsverhooging, reeds belang rijk herstel te brengen. Wel ondervonden ver schillende van bedoelde bedrijfstakken aanvan kelijk een, soms zelfs sterke, verbetering, doch deze was meest een gevolg van groote inkoo- pen door grossiers en kleinhandelaars in ver band met de prijsstijging. Toen de afzet geens zins aan deze voorraadvorming bleek te beant woorden en bovendien in een aantal gevallen prijsdaling intrad, nam de vraag vaak snel af en daarmede ook de bedrijvigheid in de be treffende industrieën. Overigens was er, o.a. in de groep der voedings- en genotmiddelen, een aantal bedrijfstakken, waar nog weinig herstel merkbaar was of dit maar traag door werkte. terwijl dan in de laatste maanden van het jaar in verschillende gevallen nog weer terugslag volgde. Uit sommige industrieën van genoemde groep kwamen regelmatig klachten in over den druk der crisisheffingen ten bate van den landbouw. Door verlaging' of afschaf fing van heffingen werd hierin echter gedeel telijk verlichting gebracht. Naar wij vernemen, werd Vrijdagavond het door 't Amerikaansche koi tegolfstation W3XAL, op 16,8 meter, uitgezonden interview van den Phohi-studioleider, den heer Startz, met den bekenden Amerikaanschen schrijver dr. H. W. van Loon, in ons land uitstekend ontvan gen. Onder meer verklaarde dr. van Loon, zeker te weten, dat een eventueel bezoek van het jonge Prinselijke Paar door de Amerikaansche regee ring op hoogen prijs zou worden gesteld. Verder vernemen wjj nog, dat Zondag 13 Maart, om 18.50 uur (Nederlandschen tijd) voor den kortegolfzender van de Columbia Broad casting System, op een golflengte van 19.64 M., de heer Startz geïnterviewd zal worden. Bij de Tweede Kamer zijn ingediend twee wetsontwerpen strekkende tot verhooging van de begrootingen van het Staatsbedrijf der Alge meene Landsdrukkerij voor 1937 en 1938. De sterke stijging der papierprijzen, welke bij de raming van de begrooting voor 1937 niet kon worden voorzien, alsmede de toeneming van het aantal drukwerkorders maakt een verhooging van den post „materiaalverbruik" met f 100.000 noodzakelijk. Ten gevolge van de toeneming van het aan tal drukwerkorders, welke niet alle door de Al gemeene Landsdrukerij zelf konden worden ver werkt, is de raming van den post „werk bij derden" op de begrooting voor 1937 met pl.m f 70.000 overschreden. Ten slotte wordt voor 1938 een verhooging met f25.200 op den kapitaalsdienst voorgesteld. Bij een onderzoek door den Rijksgebouwen dienst is n.l. gebleken, dat de electrische instal latie van de Algemeene Landsdrukkerij aan de grens van haar capaciteit is gekomen. Afdoen de verbetering en voldoende bedrijfszekerheid kan alleen worden verkregen, indien een prin- cipieele wijziging in de electriciteitslevering wordt gebracht. Voor den Haagschen kantonrechter, mr Fontein, moest wegens overtreding van de wet op de geneeskunde terecht staan de eigenaai van het „Instituut voor Physische therapie", de heer C. J. V., die in dat instituut patiënten met electrische apparaten (hoogtezon en diathermie-toestellen) heeft behandeld. Ook trad V. op als magnetiseur, doch dit was hem niet ten laste gelegd. Reeds tweemaal was tegen hem proces-verbaal opgemaakt, twee maal had hij de zaak met het O.M. geschikt, doch dezen keer heeft hij op aandringen van oud-minister mr. H. P. Marchant, die een van zijn patiënten is en thans de verdediging voer de de kwestie aan het oordeel van den kan tonrechter onderworpen. Inmiddels had hij zich in verbinding gesteld met den arts L. uit Monster, onder wiens toe zicht hij thans zijn instituut drijft. Verdachte was Zaterdag niet verschenen. Het O.M., waargenomen door mr. Gelinck, betreurde het, dat een medicus zich er toe leende, de handelingen van verdachte te dekken. De controle, welke dr. L. uitoefende, was overigens onvoldoende en onregelmatig. Spr. achtte de wet op de geneeskunde over treden en eischte 100 boete sub. dertig dagen hechtenis. Mr. Marchant, voor verdachte optredend, hield een zeer uitvoerig pleidooi, waarin hij mededeelde, dat hij eerst sceptisch tegenover magnetiseurs had gestaan. Bij een behande ling van na-griep aan het instituut was hij echter geheel veranderd, om welke reden hij thans zoo vurig de verdediging voerde. Het in stituut heeft bij alle patiënten volledige resul taten bereikt en kan niet gelijk gesteld worden met z.g. knoeiende magnetiseurs. Het O.M. moet nu wel voor de algemeene volksgezond heid waken, doch bij dit instituut is het O.M. aan het verkeerde adres. Wel is het begrijpelijk, dat juist deze ver dachte vervolgd is. Hij doet den medici groote concurrentie aan en een inspecteur van de maatschappij tot bevordering van de genees kunde een vakorganisatie van artsen, zoo noemde pleiter haar heeft de vervolging uit gelokt. Tevens is een disciplinaire actie inge steld tegen den arts L. voor het college voor medisch tuchtrecht. Na dupliek stelde mr. Fontein de zaak voor onbepaalden tjjd uit en deelde mede de uit spraak van het medisch tuchtcollege te willen afwachten, alvorens een beslissing te nemen. In de tijdsorde zal er wel reeds een kinaplant bestaan hebben, voordat de malaria onder de menschen woedde, en de malaria was reeds duizenden jaren bekend, toen de Jezuïe ten op het wereldtooneel verschenen; en de Inca's bestonden al weer honderden jaren voor dat de Jezuïeten opkwamen. De Inca's zijn het heerschersgeslacht van Peru, en onder hen was de heilswerking van kinabast tegen de malaria bekend. De Jezuïeten brachten dezen bast naar Europa. Voor den Europeeschen mensch echter be stond eerst de malaria, toen kwamen de Jezuïe ten, toen de kina, en later hoorden ze van de Inca's. Dat de kinabast in de eerste helft van de 17e eeuw uit Peru naar Europa kwam, was een feit van zeer groote beteekenis. Want tot op dien tijd stond de geneeskunde tegenover een eenigs- zins kwaadaardige of langdurige derdedaagsehe of vierdedaagsche koorts misschien wel niet ge heel machteloos, maar toch zeer zwak. Streken, waar de malaria inheemsch was, werden vaak ontvolkt, en vele van de bewoners waren dan ook nog verzwakt en bloedeloos door de doorge stane koortsen, want de malaria vernietigt het bloed. Tegenover de tropische malaria, die veel heftiger is, was de geneeskunde vrijwel mach teloos. Toen dan ook de kinabast uit Peru naar Europa gebracht werd, maakte dit een grooten indruk, en het duurde niet lang, of er was reeds een legende ontstaan. Deze legende, die een lang leven had, ging vooral omtrent de ziekte van de Spaansche vice-koningin van Peru, de gravin del Chinchon. Een der chemische be- standdeelen van den kinabast wordt dan cok cinchonine geheeten. Het schoone Peruaansche meisje Zuma verried het geheim van de werking der kina aan de genoemde vice-koningin, en zij deed dit met levensgevaar, want het was een geheim van de Peruaansche heerschersfamilie, de Inca's, die door het bezit daarvan een grooten voorsprong hadden op de gewone bevolking. Lafontaine heeft daarop een gedicht gemaakt, en de legende is zelfs tot een drama bewerkt. Er schijnt een korrel waarheid in deze legende te zijn, want in de vroegere opsommingen van Peruaansche geneesmiddelen door Europeanen komt de kina niet voor. Maar dat de gravin den kinabast naar Europa bracht, blijkt niet waar te zijn; wel werd zij in Peru, op aanraden van een Jezuïet, voor haar malaria met kinabast behandeld; en zij maakte er toen propaganda voor, zoodat de gepoederde bast den naam kreeg van gravinnepoeder, pulvis camitisrae; de eer echter, dit poeder het eerst naar Europa ge bracht te hebben, komt aan de Jezuïeten toe en wel waarschijnlijk aan den Spanjaard Bar- nabé de Cobo, die procurator van de Peruaan sche provincie was. Dit moet geschied zijn kort voor 1630, en wanneer men in aanmerking neemt, dat de Spanjaarden sedert 1560 meester waren in Peru, heeft het toch lang geduurd, voordat de werking der kina onder de Euro peanen bekend was. Barnabé de Cobo dan bracht het poeder naar Spanje en later naar Italië; daar werd het in 1632 gebruikt, en in geneeskundige geschriften van 1641 werd er over, als een bekende zaak, gesproken. De graaf van Chinchon keerde in 1640 naar Europa terug (zijn vrouw was gestorven); hij en zijn lijfarts brachten groote hoeveelheden van den bast mede; daar hij in dienst was van Karei V, werd de kina nu ook bekend in de Nederlanden. Het schijnt echter dat het belang van de zaak noch door de Nederlanders, noch door de Spanjaarden begrepen werd. In Nederland ontmoette het althans veel op positie, hetgeen daaruit blijken kan, dat Jan Swammerdam, een geleerde van internationalen naam, en persoonlijk bekend met de beste Ne derlandsche geneesheeren, in 1686 aan malaria stierf, omdat men te laat begonnen was, hem met kina te behandelen. Het succes van de kina begint in Rome, toen een andere Jezuïet, Bar- tholomé Tapur, in 1643 met zeer groote hoeveel heden uit Peru daar aankwam; het schijnt dat deze pater, op zijn reis naar Italië door Frank rijk komende, den lateren Lodewijk XIV van zijn malaria genezen heeft. In Rome kwam de pater in aanraking met Juan de Lugo, een beroemd theoloog, die later kardinaal werd en zich buitengewoon voor de kina interesseerde; hij deed haar uitdeelen, vooral aan de arme bevolking van Rome. De kardinaal was geen kwakzalver; hij liet de zaak onderzoeken door voortreffelijke ge neesheeren, o.a. door Fonseca, den pauselijken lijfarts. Ook de eerste nauwkeurige gebruiksaan wijzing, de z.g. Schedula Roma, stamt uit Rome en wel van een Jezuïetenbroeder Pacciarini, die apotheker was van het Romeinsche Jezuïeten college. Dit voorschrift was zeer goed, en komt bijna volkomen overeen met de beste moderne gebruiksaanwijzingen. In 1646, 1650 en 1652 stierven generaals der Jezuïetenorde; telkens moest een algemeene bij eenkomst der Jezuïeten gehouden worden, om een nieuwen generaal te kiezen, en deze bijeen komsten werkten er toe mee, om de kina onder alle Jezuïeten bekend te maken en te versprei den; ieder nam een flinke hoeveelheid mede, zoodat langen tijd de beste en goedkoopste bast bij de Jezuïeten te verkrijgen was: het kreeg den naam Jezuïetenpoeder of kardinaalspoeder. Intusschen: de tegenstand was niet gering, want ten eerste streed het gebruik van den bast met vastgeroeste, eeuwenoude medische opvat tingen; anderzijds gaf ook de naam „Jezuïeten poeder" tot oppositie aanleiding. De strijd voor en tegen duurde wel vijftig jaar, maar het gebruik nam steeds toe; men moet daarbij niet vergeten, dat de diagnose malaria veel moeilijker was dan nu; en dat al lerlei gevallen van koorts, die geen malaria was, en toch behandeld werden met kina, den schijn van onwerkzaamheid vSin dit geneesmiddel kon den verwekken. Maar ook de koningen begrepen langzamerhand het belang van de zaak, en zoo kocht koning Lodewijk XIV in 1679 het geheim der bereiding van een Engelschen dokter Sir Robert Talbot; deze kreeg daarvoor 2000 louis d'or, een groot jaargeld, en een titel. Zoo stierf de oppositie langzaam weg. De kina is niet alleen een geneesmiddel, maar ook een middel tot voorkoming van malaria; zij, die b.v. naar West Afrika gaan, gebruiken eiken dag een hoeveelheid chinine als voorbe hoedmiddel. En tenslotte: door de vermindering van het aantal gevallen kunnen ook de mus kieten zich veel minder infecteeren, en dus ook minder de ziekte verspreiden; zoodat ook op deze wijze het kinagebruik de verspreiding der ziekte heeft verminderd. DR. TH. H. SCHLICHTING Wij vernemen, dat bij de uitgifte van 1.500,000 4 pCt. obligatiën „N.V. Gemeen schappelijk Eigendom" maatschappij tot ex ploitatie van woon- en winkelhuizen de obliga tiën niet geheel zijn geplaatst, zoodat de in schrijvingen ten volle zullen worden toegewe- zijn. Het restant heeft intusschen plaatsing gevonden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 5