Terugslag na de opleving van
ons bedrijfsleven
Moderne Devotie
Medische Kroniek
WIND UIT HET NOORD-WESTEN
Gebrek aan koopkracht
ZONDAG 13 MAART 1938
VAN WEEK TOT WEEK
Het rijtijdenbesluit
Ter goedkeuring voorgelegd aan
ministers van Waterstaat
en Sociale Zaken
LEENINGEN PROVINCIE
GELDERLAND
Belangrijke reductie op de
toewijzingen
WIELRIJDER OP SLAG
GEDOOD
DE KONINGIN TE SOESTDIJK
OÓSTENRIJKSCHE GEZANT
BIJ MINISTER PATIJN
Kunstavond Muzieklyceum
Ongunstige wending vooral te
wijten aan toestand in
andere landen
Bedrijvigheid in den
scheepsbouw
De opleving was nog van te korten duur om
KORTEGOLF-UITZENDING UIT
AMERIKA
Bezoek van prinselijk paar zou
zeker op hoogen prijs
worden gesteld
DE STERKE STIJGING DER
PAPIERPRIJZEN
Materiaalverbruik bij Landsdruk
kerij één ton te laag geraamd
ONBEVOEGD UITOEFENEN
DER GENEESKUNDE
Mr. H. P. Marchant vurig pleit
bezorger voor een magnetiseur
De kina, de malaria, de
Inca's en de Jezuïeten
UITGIFTE WOON- EN
WINKELHUIZEN
Niet geheel geplaatst
Het geestelijk leven in den vorm, zooals
dat door Geert Groote beoefend en ge
predikt werd zijn idee over de vol
maaktheid, de middelen, die hij gebruikte en die
hij aan anderen leefde, om tot de volmaaktheid
te geraken is de grondslag geworden van een
groote religieuze beweging, waarvan de heele
christenwereld nog tot op den huidigen dag de
Vruchten geniet. Deze bewteging heeft heel Ne
derland beroerd en opgevoerd tot een actieve
belangstelling in het vrome leven. Ze is in de
Kerkgeschiedenis bekend gebleven als de mo
derne devotie. Deze is de laatste groote geeste
lijke beweging in Europa, die voorafging aan de
Hervorming. Het is te begrijpen, dat vooral Pro
testanten groote belangstelling voor de „devo-
tio moderna" aan den dag legden en dat zij zelfs
hi deze beweging elementen meenden waar te
hemen, die het Protestantisme zouden hebben
Voorbereid. Oudere protestantscne schrijvers, die
den geest van het katholicisme minder goed
henden, ontwaarden zelfs in de moderne devotie
hiets anders dan een hervormings-phase, die aan
de zestiende eeuwsche Kerkhervorming vooraf
ging. Zij eigenden zich den geest van Geert
Groote toe en rekenden hem tot de voorloopers
Van de Reformatoren. Later is men van deze
historische vergissing teruggekomen. Maar de
belangstelling van de Nederlandsche Protestan
ten voor de figuur en het werk van Geert
Groote bleef zeer levendig. Levert niet juist deze
belangstelling voor een groote katholieke volks
beweging aan het einde der middeleeuwen een
mogelijkheid tot geestelijk contact? Als de ka
tholieken en de protestanten in Nederland el
kander willen verstaan, wat kunnen ze dan be
ter doen dan in de historie teruggaan naar de
laatste phase van het gemeenschappelijk sa
menzijn, het tijdperk, dat hen voor het laatst
Vereenigde. Hier liggen de krachten, die hen
opnieuw bijeenbrengen kunnen. De kennis van
he moderne devotie is dus niet alleen vrucht
baar voor ons eigen geestelijk leven, maar ook
Voor het geestelijke leven van ons land.
Welnu, waarin bestond de leer van meester
Geert Groote? Dit is de voornaamste vraag,
daarmede dr. K. de Beer zich bezighoudt in zijn
lezenswaardige verhandeling over de spirituali
teit van Geert Groote (uitg. N.V. Dekker en
Van de Vegt, Nijmegen), Hij beantwoordt deze
Vraag door een uitvoerig overzicht te geven van.
heel de geestelijke leer van «Geert Groote.
De tw'ee grondpijlers van deze leer zijn dood
eenvoudig. Ze worden door Geert Groote zelf
Seformulecrd in het begin zijner Proposita, het
Werkje van kort na zijn bekeering. Ze luiden als
Volgt: „Stel geen enkel tijdelijk goed hooger
han het heil van de ziel" en „volg God met
kllen ijver, die volgens uw wetenschap en uw
onderscheidingsvermogen hiertoe dienstig is."
In de wijze, waarop de schrijver zich uitdrukt,
tehuilt een zekere voorzichtigheid, vooral wat
betreft de keuze van de middelen om tot de
Volmaaktheid te geraken, Niet alles is dienstig
ter zaligheid. Degene, die naar volmaaktheid
streeft, heeft rekening te houden met zijn eigen
kard en aanleg en met den hiermee overeen-
homstigen levensstaat, zoodat Geert Groote ook
voorschrijft: „Ontzie uw gestel en uw levens
staat". Dit is een voorschrift, waaraan iedereen
zich houden kan. De groote mystieke vervor
ming van de Nederlandsche middeleeuwen wordt
üoor dit voorzichtig beleid toegankelijk gemaakt
Voor de katholieke menigte. De volmaaktheid is
biet het uitsluitend ideaal van kloosterlingen er.
mystieken, maar elk christen dient te streven
baar een volmaakt leven. Waarin bestaat die
Volmaaktheid? In de liefde tot God. Het komt
aan op het „vulcomen anhangen an Gode",
z°oals Geert Groote het in zijn middeleeuwsch
Hederlandsch uitdrukt. De algeheele toewijding
Van heel ons leven aan God, ziedaar, wat
Voor allen als ideaal is gesteld.
In dit opzicht zou men de moderne devotie
hunnen beschouwen als een beweging van de-
telfde strekking als de Katholieke Actie voor
God, Immers deze hedendaagsche actie wil zich
°°h niet beperken tot een groep van katholie
ken, levend volgens bepaalde voorschriften,
maar ze wil het geheele katholieke leven he
nrijken. Ze vraagt niet meer maar ook niet
minder! van den katholiek dan dat hij a!
2Ün handelingen zal stellen in het besef, dat
God zijn Heer en zijn Meester is en dat het
Êeluk op aarde, voor onszelf en voor anderen,
afhankelijk is van deze dienstbaarheid jegens
ben Allerhoogste.
Het uitgangspunt van het actieve leven is dus
ten bezinning, die leidt tot overgave, tot aan
hankelijkheid en tot toewijding. Deze bezinning
boemt Geert Groote de contemplatie of de vol
maaktheid van de liefde. Zij is de ziel van de
katholieke werkdadigheid. Het gaat hier niet
°ver het schouwend gebed, dat een staat van
bot mystieke leven is, doch over de vervolma
king
van de algemeene christenliefde jegens
God, waarin de naastenliefde besloten ligt.
Gp die vervolmaking komt bij de moderne de-
tetie alles aan. Dit is haar doel: dat God vol
maakt bemind wordt door alle christenen in het,
bfactische leven, elk volgens zijn eigen staat en
betrekking ten opzichte van de maatschappij.
Geze beweging beoogt dus naar het wezen een
heiliging van heel de practische samenleving,
Welke beginnen moet bij elk individu afzonder
lik, Het is zooals dr. K. de Beer het uitdrukt
niet een intellectualistisch-speculatieve devo
te, maar een voluntaristisch-practische devotie.
verhoudt zich echter niet vijandig tot de
speculatieve mystiek. Integendeel. De mystiek
haar hoogste bekroning.
Niet overal is de leer van Geert Groote even
helder, doch haar grondbeginselen, hierboven
Uiteengezet, munten uit door eenvoud en door
tactische toepasselijkheid. Ze kunnen vandaag
b°g door iederen christen worden aanvaard. Ze
hunnen opnieuw ten grondslag worden gelegd
aah een godsdienstige volksbeweging.
2Ou het zoo vreemd zijn, indien opnieuw zulk
teii religieuze volksbeweging in Nederland ont-
st°nd, indien er na vijf eeuwen opnieuw
P®b „moderne" devotie het katholieke volk op
teerde tot intense beleving van de geloofswaar
den in het practische leven? Zijn er niet
teeleer teekenen, die wijzen op de mogelijkheid
Vah zulk een religieuze herleving? In de laatste
ten is nerhaaldelijk en van alle kanten aan
drongen °P grooter vurigheid in het beleven
van het geloof. Bovendien leven wij in een gees
telijken crisistijd. Rondom ons zien wij de ver
tegenwoordigers van de moderne dwalingen de
massa veroveren met geweldige geestdrift. Zij
vertoonen een werfkracht, die vaak de onze
overtreft. Ja, zij versterken hun gelederen met
velen, die de Kerk den rug toekeeren. Vooral
onder de jongere menschen zijn er, die tot ge
loofsafval komen, omdat zij in de voorspiegelin
gen van de moderne dwaling een grooter
enthousiasme meenen te ontwaren dan in de
soms conventioneel geworden prediking der
oude waarheden. Welk middel zou meer probaat
zijn, ter bestrijding van de moderne dwalingen
dan een moderne devotie?
Ook van hoogerhand wordt zulk een katho
lieke volksbeweging tegemoet gezien. Het blijkt
uit de krachtdadige pogingen tot reorganisatie
van geheel het katholieke leven. De oprichting
en verbreiding van de Katholieke Actie wijst in
deze richting. Immers, hoe zou zulk een nieuwe
actie vruchtbaar kunnen worden, wanneer ze
niet beantwoordde aan een levendige vernieu
wing van den geest? Haar effect zal niet zoo
zeer afhangen van de voortreffelijkheid der or
ganisatie die uiteraard een voorwaarde is.
doch ook niet meer dan een voorwaarde haar
effect zal allereerst afhangen van den innerlij-
ken gloed. Om dien gloed te ontsteken en te
onderhouden, kan men nog altijd met vrucht
in de leer gaan bij meester Geert Groote.
Zijn beweging was hoofdzakelijk een leeken-
bewéging. Ze is zelfs wel eens afgeschilderd als
een anticlericale beweging, doch dit was ze zeker
niet. Nu echter in ons land de leeken in stij
gende mate deelnemen aan het geheele katho
lieke geestesleven, is het logisch, dat ook de
katholieke spiritualiteit wederom vormen zoekt,
die geldig kunnen zijn voor de leeken in lederen
levensstaat. Het zoogenaamde lëekenapostolaat
is een van die vormen. Ook de Katholieke Actie
voor God, die tegelijk een kern-actie en een
massa-actie is, zal zulke vormen van leekenspi-
ritualiteit moeten vinden en verbreiden. Het
wordt rïiet recht van haar verwacht en zij is in
staat, aan deze verwachting te voldoen. Indien
haar ijverige leiders zich inspireeren op de mo
derne devotie van Geert Groote, zullen zij daar
in de uitdrukking vinden van een geestelijk
streven, dat bij den Nederlandschen volksaard
aansluit, dat door de Nederlandsche protestan
ten kan worden begrepen en gew'aardeerd en
dat zich makkelijk laat vereenigen met alle
vormen van apologetische, propagandistische en
cultureele activiteit. Bij den uitbouw van haar
programma zal ze hier een steun vinden, die
voor allen van blijvende waarde is. In de mo
derne devotie ligt voor Nederland volgens het
woord van prof. Van Ginneken „het beste,
dat wij aan de wereld gaven". Wij moeten blij
ven geven.
A. v. D.
Eien ontwerp-rijtijdenbesluit is thans vast
gesteld en aan de ministers van Waterstaat en
Sociale Zaken ter goedkeuring voorgelegd.
Het ontwerp, waarover met de belanghebben
de organisaties van werkgevers en werknemers
overleg is gepleegd en dat samengesteld is door
een interdepartementale commissie, bevat, naar
het Volk meent te weten, twee algemeene be
palingen. Hieronder vallen ook de zoogenaam
de heerrijders. Voorts bevat het een werktijd
regeling voor chauffeurs, werkzaam in beroep
en bedrijf. De patroons vallen ook onder deze
regeling'.
Voor de particuliere chauffeurs, die men re
kent tot de categorie huispersoneel, is een be
perkte regeling in het ontwerp opgenomen.
Deze bevat voornamelijk voorschriften ten
aanzien van vrije dagen en vrije halve dagen.
Om controle op de diverse bepalingen mogelijk
te maken, zal een werkboekje gebruikt moeten
worden, waarin de werkuren dienen te worden
opgeteekend. Het toezicht op de naleving der
voorschriften is verdeeld over de Rijksverkeers
inspectie en de Arbeidsinspectie.
Naar wij vernemen, overtreffen de inschrij
vingen met recht van voorkeur op de 3 pet.
16-jarige leening der provincie Gelderland 1938
verre het beschikbare bedrag, zoodat op de
toewijzingen een belangrijke reductie zal moe
ten worden toegepast.
Op de vrije inschrijvingen dier leening kan
niets worden toegewezen.
Ook bij de toewijzing op de inschrijvingen
der 2'/j pet. 8-jarie leening der provincie Gel
derland 1938 moet een zeer belangrijke reductie
worden toegepast.
Zaterdagochtend te half twaalf is de 28-
jarige A. Sikking uit Warmond ten gevolge
van onvoorzichtig oversteken van den nieuwen
Rijksstraatweg te Oegstgeest door een vracht
auto, bestuurd door J. J. van H., uit Hillegom,
aangereden.
De man was vrijwel onmiddellijk dood.
Het stoffelijk overschot is naar het lijken
huisje op de algemeene begraafplaats over
gebracht.
H.M. de Koningin is, vergezeld van een hof
dame, Zaterdagmiddag te ongeveer 12 uur per
auto van Den Haag te Soestdijk aangekomen.
Zaterdag heeft de Oostenrijksche gezant, de
heer Alexich, een bezoek gebracht bij den mi
nister van Buitenlandsche Zaken, den heer
Patijn.
Dinsdag 15 Maart a.s. zal in de groote zaal
van het Muzieklyceum te Amsterdam een uit
voering gegeven warden, waarbij o.a. Chaja
Goldstein zal optreden. Ook Bert Brugman met
zijn marionettentheater en andere artisten zul
len hun medewerking verleenen.
Blijkens mededeeling van het Cen
traal Bureau voor de Statistiek too-
nen de resultaten van het onderzoek
naar den algemeenen bedrijfstoe-
stand en den stand der arbeidsmarkt
aan, dat de opleving in onze in
dustrie. waarmede 193 7 zoo hoop
vol inzette, reeds omstreeks het mid
den van het jaar meer en meer be
gon te verflauwen en ten slotte ge
volgd werd door een duidelijken te
rugslag.
Afhankelijk als ons bedrijfsleven
van de toestanden in het buitenland
is, moet deze ongunstige wending
voor een belangrijk deel op rekening
worden gesteld van den omslag in
de conjunctuur van verschillende an
dere landen.
Hierdoor werd in de eerste plaats aan ver
schillende onzer exportbedrijven de gelegenheid
benomen, de gunstige ontwikkeling, die zij
vooral na de depreciatie van den gulden te
zien gaven, voort te zetten en moesten zij vaak
een dee! van het gew.onnen terrein weer prijs
geven. Van de industrieën van hulpstoffen voor
het bedrijfsleven -waarin sterk geschakeerde
toestanden voorkwamen (hier opleving en vol
doende of matige bedrijvigheid, elders maar
traag verbetering en nog een zeker tekort aan
werk) ondervonden vn.l. sommige, die
rechtstreeks bij den export betrokken zijn, den
weerslag van de kentering. In andere wist de
verbetering zich voor een groot deel of ook wel
geheel te handhaven. In enkele belangrijke
industrieën van productiemiddelen, vooraan
den scheepsbouw, bleef de bedrijvigheid regel
matig' vorderingen maken, ook nog in de laat
ste maanden van het jaar. In eenige andere
trad echter na aanvankelijk aanzienlijke ver
ruiming der werkgelegenheid zichtbare vermin
dering in of bleef de toestand in de latere
maanden van het jaar min of meer stationnair
Een rem voor de doorwerking der ople
ving in de industrieën van verbruiksartike-
len, die geheel of in hoofdzaak voor de bin-
nenlandsche markt werken, was de beperkte
koopkracht van velen.
hierin, o.a. door loonsverhooging, reeds belang
rijk herstel te brengen. Wel ondervonden ver
schillende van bedoelde bedrijfstakken aanvan
kelijk een, soms zelfs sterke, verbetering, doch
deze was meest een gevolg van groote inkoo-
pen door grossiers en kleinhandelaars in ver
band met de prijsstijging. Toen de afzet geens
zins aan deze voorraadvorming bleek te beant
woorden en bovendien in een aantal gevallen
prijsdaling intrad, nam de vraag vaak snel af
en daarmede ook de bedrijvigheid in de be
treffende industrieën. Overigens was er, o.a.
in de groep der voedings- en genotmiddelen,
een aantal bedrijfstakken, waar nog weinig
herstel merkbaar was of dit maar traag door
werkte. terwijl dan in de laatste maanden van
het jaar in verschillende gevallen nog weer
terugslag volgde. Uit sommige industrieën van
genoemde groep kwamen regelmatig klachten
in over den druk der crisisheffingen ten bate
van den landbouw. Door verlaging' of afschaf
fing van heffingen werd hierin echter gedeel
telijk verlichting gebracht.
Naar wij vernemen, werd Vrijdagavond het
door 't Amerikaansche koi tegolfstation W3XAL,
op 16,8 meter, uitgezonden interview van
den Phohi-studioleider, den heer Startz, met
den bekenden Amerikaanschen schrijver dr. H.
W. van Loon, in ons land uitstekend ontvan
gen.
Onder meer verklaarde dr. van Loon, zeker te
weten, dat een eventueel bezoek van het jonge
Prinselijke Paar door de Amerikaansche regee
ring op hoogen prijs zou worden gesteld.
Verder vernemen wjj nog, dat Zondag 13
Maart, om 18.50 uur (Nederlandschen tijd) voor
den kortegolfzender van de Columbia Broad
casting System, op een golflengte van 19.64 M.,
de heer Startz geïnterviewd zal worden.
Bij de Tweede Kamer zijn ingediend twee
wetsontwerpen strekkende tot verhooging van
de begrootingen van het Staatsbedrijf der Alge
meene Landsdrukkerij voor 1937 en 1938.
De sterke stijging der papierprijzen, welke bij
de raming van de begrooting voor 1937 niet kon
worden voorzien, alsmede de toeneming van het
aantal drukwerkorders maakt een verhooging
van den post „materiaalverbruik" met f 100.000
noodzakelijk.
Ten gevolge van de toeneming van het aan
tal drukwerkorders, welke niet alle door de Al
gemeene Landsdrukerij zelf konden worden ver
werkt, is de raming van den post „werk bij
derden" op de begrooting voor 1937 met pl.m
f 70.000 overschreden.
Ten slotte wordt voor 1938 een verhooging
met f25.200 op den kapitaalsdienst voorgesteld.
Bij een onderzoek door den Rijksgebouwen
dienst is n.l. gebleken, dat de electrische instal
latie van de Algemeene Landsdrukkerij aan de
grens van haar capaciteit is gekomen. Afdoen
de verbetering en voldoende bedrijfszekerheid
kan alleen worden verkregen, indien een prin-
cipieele wijziging in de electriciteitslevering
wordt gebracht.
Voor den Haagschen kantonrechter, mr
Fontein, moest wegens overtreding van de wet
op de geneeskunde terecht staan de eigenaai
van het „Instituut voor Physische therapie", de
heer C. J. V., die in dat instituut patiënten
met electrische apparaten (hoogtezon en
diathermie-toestellen) heeft behandeld. Ook
trad V. op als magnetiseur, doch dit was hem
niet ten laste gelegd. Reeds tweemaal was
tegen hem proces-verbaal opgemaakt, twee
maal had hij de zaak met het O.M. geschikt,
doch dezen keer heeft hij op aandringen van
oud-minister mr. H. P. Marchant, die een van
zijn patiënten is en thans de verdediging voer
de de kwestie aan het oordeel van den kan
tonrechter onderworpen.
Inmiddels had hij zich in verbinding gesteld
met den arts L. uit Monster, onder wiens toe
zicht hij thans zijn instituut drijft.
Verdachte was Zaterdag niet verschenen.
Het O.M., waargenomen door mr. Gelinck,
betreurde het, dat een medicus zich er toe
leende, de handelingen van verdachte te
dekken.
De controle, welke dr. L. uitoefende, was
overigens onvoldoende en onregelmatig.
Spr. achtte de wet op de geneeskunde over
treden en eischte 100 boete sub. dertig dagen
hechtenis.
Mr. Marchant, voor verdachte optredend,
hield een zeer uitvoerig pleidooi, waarin hij
mededeelde, dat hij eerst sceptisch tegenover
magnetiseurs had gestaan. Bij een behande
ling van na-griep aan het instituut was hij
echter geheel veranderd, om welke reden hij
thans zoo vurig de verdediging voerde. Het in
stituut heeft bij alle patiënten volledige resul
taten bereikt en kan niet gelijk gesteld worden
met z.g. knoeiende magnetiseurs. Het O.M.
moet nu wel voor de algemeene volksgezond
heid waken, doch bij dit instituut is het O.M.
aan het verkeerde adres.
Wel is het begrijpelijk, dat juist deze ver
dachte vervolgd is. Hij doet den medici groote
concurrentie aan en een inspecteur van de
maatschappij tot bevordering van de genees
kunde een vakorganisatie van artsen, zoo
noemde pleiter haar heeft de vervolging uit
gelokt. Tevens is een disciplinaire actie inge
steld tegen den arts L. voor het college voor
medisch tuchtrecht.
Na dupliek stelde mr. Fontein de zaak voor
onbepaalden tjjd uit en deelde mede de uit
spraak van het medisch tuchtcollege te willen
afwachten, alvorens een beslissing te nemen.
In de tijdsorde zal er wel reeds een kinaplant
bestaan hebben, voordat de malaria onder
de menschen woedde, en de malaria was
reeds duizenden jaren bekend, toen de Jezuïe
ten op het wereldtooneel verschenen; en de
Inca's bestonden al weer honderden jaren voor
dat de Jezuïeten opkwamen. De Inca's zijn het
heerschersgeslacht van Peru, en onder hen was
de heilswerking van kinabast tegen de malaria
bekend. De Jezuïeten brachten dezen bast naar
Europa.
Voor den Europeeschen mensch echter be
stond eerst de malaria, toen kwamen de Jezuïe
ten, toen de kina, en later hoorden ze van de
Inca's.
Dat de kinabast in de eerste helft van de
17e eeuw uit Peru naar Europa kwam, was een
feit van zeer groote beteekenis. Want tot op dien
tijd stond de geneeskunde tegenover een eenigs-
zins kwaadaardige of langdurige derdedaagsehe
of vierdedaagsche koorts misschien wel niet ge
heel machteloos, maar toch zeer zwak. Streken,
waar de malaria inheemsch was, werden vaak
ontvolkt, en vele van de bewoners waren dan
ook nog verzwakt en bloedeloos door de doorge
stane koortsen, want de malaria vernietigt het
bloed. Tegenover de tropische malaria, die veel
heftiger is, was de geneeskunde vrijwel mach
teloos.
Toen dan ook de kinabast uit Peru naar
Europa gebracht werd, maakte dit een grooten
indruk, en het duurde niet lang, of er was reeds
een legende ontstaan. Deze legende, die een
lang leven had, ging vooral omtrent de ziekte
van de Spaansche vice-koningin van Peru, de
gravin del Chinchon. Een der chemische be-
standdeelen van den kinabast wordt dan cok
cinchonine geheeten. Het schoone Peruaansche
meisje Zuma verried het geheim van de werking
der kina aan de genoemde vice-koningin, en zij
deed dit met levensgevaar, want het was een
geheim van de Peruaansche heerschersfamilie,
de Inca's, die door het bezit daarvan een grooten
voorsprong hadden op de gewone bevolking.
Lafontaine heeft daarop een gedicht gemaakt,
en de legende is zelfs tot een drama bewerkt.
Er schijnt een korrel waarheid in deze legende
te zijn, want in de vroegere opsommingen van
Peruaansche geneesmiddelen door Europeanen
komt de kina niet voor. Maar dat de gravin den
kinabast naar Europa bracht, blijkt niet waar
te zijn; wel werd zij in Peru, op aanraden van
een Jezuïet, voor haar malaria met kinabast
behandeld; en zij maakte er toen propaganda
voor, zoodat de gepoederde bast den naam kreeg
van gravinnepoeder, pulvis camitisrae; de eer
echter, dit poeder het eerst naar Europa ge
bracht te hebben, komt aan de Jezuïeten toe
en wel waarschijnlijk aan den Spanjaard Bar-
nabé de Cobo, die procurator van de Peruaan
sche provincie was. Dit moet geschied zijn kort
voor 1630, en wanneer men in aanmerking
neemt, dat de Spanjaarden sedert 1560 meester
waren in Peru, heeft het toch lang geduurd,
voordat de werking der kina onder de Euro
peanen bekend was.
Barnabé de Cobo dan bracht het poeder naar
Spanje en later naar Italië; daar werd het in
1632 gebruikt, en in geneeskundige geschriften
van 1641 werd er over, als een bekende zaak,
gesproken.
De graaf van Chinchon keerde in 1640 naar
Europa terug (zijn vrouw was gestorven); hij
en zijn lijfarts brachten groote hoeveelheden
van den bast mede; daar hij in dienst was van
Karei V, werd de kina nu ook bekend in de
Nederlanden. Het schijnt echter dat het belang
van de zaak noch door de Nederlanders, noch
door de Spanjaarden begrepen werd.
In Nederland ontmoette het althans veel op
positie, hetgeen daaruit blijken kan, dat Jan
Swammerdam, een geleerde van internationalen
naam, en persoonlijk bekend met de beste Ne
derlandsche geneesheeren, in 1686 aan malaria
stierf, omdat men te laat begonnen was, hem
met kina te behandelen. Het succes van de kina
begint in Rome, toen een andere Jezuïet, Bar-
tholomé Tapur, in 1643 met zeer groote hoeveel
heden uit Peru daar aankwam; het schijnt dat
deze pater, op zijn reis naar Italië door Frank
rijk komende, den lateren Lodewijk XIV van
zijn malaria genezen heeft.
In Rome kwam de pater in aanraking met
Juan de Lugo, een beroemd theoloog, die later
kardinaal werd en zich buitengewoon voor de
kina interesseerde; hij deed haar uitdeelen,
vooral aan de arme bevolking van Rome.
De kardinaal was geen kwakzalver; hij liet
de zaak onderzoeken door voortreffelijke ge
neesheeren, o.a. door Fonseca, den pauselijken
lijfarts. Ook de eerste nauwkeurige gebruiksaan
wijzing, de z.g. Schedula Roma, stamt uit Rome
en wel van een Jezuïetenbroeder Pacciarini, die
apotheker was van het Romeinsche Jezuïeten
college. Dit voorschrift was zeer goed, en komt
bijna volkomen overeen met de beste moderne
gebruiksaanwijzingen.
In 1646, 1650 en 1652 stierven generaals der
Jezuïetenorde; telkens moest een algemeene bij
eenkomst der Jezuïeten gehouden worden, om
een nieuwen generaal te kiezen, en deze bijeen
komsten werkten er toe mee, om de kina onder
alle Jezuïeten bekend te maken en te versprei
den; ieder nam een flinke hoeveelheid mede,
zoodat langen tijd de beste en goedkoopste bast
bij de Jezuïeten te verkrijgen was: het kreeg
den naam Jezuïetenpoeder of kardinaalspoeder.
Intusschen: de tegenstand was niet gering,
want ten eerste streed het gebruik van den bast
met vastgeroeste, eeuwenoude medische opvat
tingen; anderzijds gaf ook de naam „Jezuïeten
poeder" tot oppositie aanleiding.
De strijd voor en tegen duurde wel vijftig
jaar, maar het gebruik nam steeds toe; men
moet daarbij niet vergeten, dat de diagnose
malaria veel moeilijker was dan nu; en dat al
lerlei gevallen van koorts, die geen malaria was,
en toch behandeld werden met kina, den schijn
van onwerkzaamheid vSin dit geneesmiddel kon
den verwekken. Maar ook de koningen begrepen
langzamerhand het belang van de zaak, en zoo
kocht koning Lodewijk XIV in 1679 het geheim
der bereiding van een Engelschen dokter Sir
Robert Talbot; deze kreeg daarvoor 2000 louis
d'or, een groot jaargeld, en een titel. Zoo stierf
de oppositie langzaam weg.
De kina is niet alleen een geneesmiddel, maar
ook een middel tot voorkoming van malaria;
zij, die b.v. naar West Afrika gaan, gebruiken
eiken dag een hoeveelheid chinine als voorbe
hoedmiddel. En tenslotte: door de vermindering
van het aantal gevallen kunnen ook de mus
kieten zich veel minder infecteeren, en dus ook
minder de ziekte verspreiden; zoodat ook op
deze wijze het kinagebruik de verspreiding der
ziekte heeft verminderd.
DR. TH. H. SCHLICHTING
Wij vernemen, dat bij de uitgifte van
1.500,000 4 pCt. obligatiën „N.V. Gemeen
schappelijk Eigendom" maatschappij tot ex
ploitatie van woon- en winkelhuizen de obliga
tiën niet geheel zijn geplaatst, zoodat de in
schrijvingen ten volle zullen worden toegewe-
zijn. Het restant heeft intusschen plaatsing
gevonden.