Het Kabinet-Blum heden voor
't parlement
Bij Kou en Griep Dampo. Doos 30 ct.
Een Amsterdamsche Bisschop
NATIONALE PAASCHLOTERIJ
TEN BATE VAN DE ACTIE „VOOR GOD"
TREKKING REEDS 29 APRIL
MGR. F. BLESSING O.S.C.
Waarschijnlijk van niet
langen levensduur
de stille omgang en de
I
DONDERDAG 17 MAART 1938
Men verwacht algemeen een
nieuwe poging om tot een
nationaal ministerie
te geraken
Onder Daladier, Herriot
of Chautemps?
Eens St. Josephs-Gezel en leerling
van de Broeders der Stadhou
derskade, thans Apostolisch
Vicaris van Bondo
Voorbeeld van deugd
en wilskracht
Een avontuur
Goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van 5 Febr. 38 No. 1179
I ZONDAG 27 MAART
gratis uitdeeling van lotkaarten aan alle R.K. kerken
in Nederland
7500 GULDEN AAN PRIJZEN H
15 HOOFDPRIJZEN - 2000 ANDERE PRIJZEN I
LAAT - GEEN - KAART -VERLOREN - GAAN
Plannen en wenschen
van Eelde
Oefeningsvlucht der georgani
seerde sportvliegers
.pat Haalbars ws niet recü&treÊfc niet
Apostolisch Prefect
Bezoek aan Amsterdam
BELANGRIJKE GEBEURTENIS
SPOORWEGEN
Vorigen Zondag 2000 deelnemers
meer vervoerd dan in 1937
Een inbrekersbende
veroordeeld
In totaal legde de Haarlemsche
rechtbank 20 jaar gevange
nisstraf op
Fabriek te Schiedam
uitgebrand
Vlammen vonden gretig voedsel
in partij houtwol
TWEE HOOIBERGEN IN
VLAMMEN
Oude Israëlietische begraafplaats
door het vuur geteisterd
Belangstelling voor het Engelsche Parlementsgebouw bij aankomst van minister
president Chamberlain, die in het Lager huis in verband met de spanning in
Europa het standpunt der En gelsche regeering uiteenzette
(Van onzen Parijschen correspondent)
Het tweede Volksfront-kabinet Blum lijkt
op het eerste, dat na de verkiezingen
van 1936 werd gevormd, bijna als de
eene druppel water op den anderen, althans wat
de doseering van de deelnemende partijen be
treft. Maar de omstandigheden, waaronder het
eene en het andere werden gevormd, zijn he
melsbreed verschillend, en ook de taak, welke
dit kabinet wacht, is een geheel andere.
Het zou gelukkig onrechtvaardig zijn te be
waren, dat Léon Blum sinds zijn eerste minis
ter-presidentschap in het geheel niets heeft ge
leerd. Hij is daartoe te intelligent en de feiten
Weerspreken het. Uitlatingen, welke men in de
laatste maanden van hem kon opteekenen,
toonen aan, dat zijn inzichten eenigszins con
servatiever zijn geworden en het wordt als een
bewijs van voor-rede-vatbaarheid uitgelegd, dat
hij in zijn nieuwe ministerie niet weer de por
tefeuille van financiën toevertrouwde aan den
Partijgenoot Auriol, wiens onheilvolle geste uit
het eerste kabinet Blum in nog langen tijd niet
vergeten zal worden, noch de portefeuille van
luchtvaart aan den zeer links staanden radicaal
Cot, die door zeer velen, zelfs van zijn eigen
partijgenooten, verantwoordelijk wordt geste'd
Voor den achterstand van Frankrijks militaire
luchtvloot.
De regeeringsverklaring, welke heden in Ka
mer en Senaat zal worden voorgelezen, schijnt
er meer te zullen uitzien als een program van
Z.g, „openbaar welpijn" dan als een partijpro
gram.
Daar de gebeurtenissen der laatste dagen
meer nog dan reeds het geval was, de noodzaak
hebben bewezen voor de militaire uitrusting des
lands om op alle eventualiteiten, ook de meest
onaangename, voorbereid te zijn, zijn aangele
genheden van sociale wetgeving voor het oogen-
blik eenigszins op den achtergrond geraakt. De
eerste besprekingen, welke Blum, onmiddellijk
hadat hij zijn kabinet op de been had gebracht,
heeft gevoerd, waren met vertegenwoordigers
van de C. G. T. Deze hebben tot resultaat ge
had een toezegging, dat de C. G. T. het hare
zou bijdragen tot een versnelling van het pro
ductie-tempo, zonder dewelke een versnelling
in de bewapening ondenkbaar is, zoo ook de
Werkgevers van hun kant ertoe zouden bijdra
gen. De C. G. T. heeft n.L nooit willen toege
ven, dat het de 40-urenweelj is, of althans
Uitsluitend de 40-urenweek, welke debet is aan
het terugloopen van Frankrijks productie-in
dex. Haars inziens lag de schuld bij de werk
gevers, die uit zucht om de „verworvenheden"
van het Volksfront te boycotten, weigerden hun
fabrieksinstallaties te moderniseeren.
Wat dezen kant der bewapeningsnoodzaak be
treft is het waarschijnlijk een voordeel, dat
men met een kabinet te doen heeft van een
samenstelling als het huidige. Een dergelijk,
ministerie, waarin de arbeiders uiteraard meer
Vertrouwen zullen hebben dan in een wat sa
menstelling betreft minder scherp linksch ge
oriënteerd, zal waarschijnlijk meer van hen
•.gedaan" kunnen krijgen. Men kan het be
treurenswaardig vinden, dat dergelijke over
wegingen van invloed kunnen zijn, maar zij
zijn welhaast onvermijdelijk in een land, dat
hu al jaren gewoon is den weg van den min
sten weerstand te volgen.
De vermeerdering van de bewapening is ech
ter niet alleen een kwestie van méér arbeid,
zij is er evenzeer een van méér geld.
Léon Blum bevindt zich voor dezelfde finan-
eieele moeilijkheden als die, welke zijn voor
ganger Chautemps wilde oplossen door middel
Van de volmachten, welke hij aanvroeg en die
he socialisten hem weigerden. Het is onwaar
schijnlijk, dat Léon Blum zal slagen, waar
Chautemps faalde. Met of zonder volmachten:
het beleggend publiek heeft niet het minste
hertrouwen in zijn beleid, en de senaat, bij
Wien hij beslist „persona non grata" Is, zou
hem ook wel zoo goed als zeker volmachten
Peigeren. Het lijkt zelfs hoogst onwaarsch\jn-
Ulk, dat hü in de Kamer de radicalen bereid
2°u vinden, hem volmachten toe te staan; het-
8cen na de weigering, die Chautemps van de
socialisten thuis kreeg, ook niet meer dan be-
8rijpelijk is.
Het is dan ook geen wonder, dat de tot
standkoming van het tweede volksfront-
kabinet-Blum door de socialisten zon-
her eenigerlei uiting van overwinningsgevoel is
begroet. Zoowel Blum zelf als zijn partij maakt
zich niet veel illusies over de levensvatbaar
heid van dit ministerie. Het is ook allerminst
wat de publieke opinie en Blum zelf ver-
verwachtten, dat uit de regeeringscrisis gebo
ren zou worden. Dat is en blijft een ministerie
op breeder basis) een ministerie van openbaar
welzijn.
(Eén oogenblik, toen het Duitsche optreden
in Oostenrijk allen den schrik van het oorlogs
gevaar om het hart deed slaan, scheen het als
of 't er inderdaad reeds van zou komen. ZOodra
was echter niet gebleken, dat het oorlogsge
vaar niet direct dreigde, of de voor vredeS'
tijden wel onoverkomelijk te achten hinderpaal
der communistische deelname al-dan-niet aan
een ministerie van nationale unie, deed zich
weer allerscherpst gevoelen. Zoodat Léon Blum
kon vragen, of een vereeniging van alle par
tijen dan slechts denkbaar is tot het voeren
van een oorlog, en niet ter voorkoming ervan.
Het was zeker reeds iets, missohien zelfs
veel, dat Léon Blum den nationalen raad van
zijn partij zoover had weten te brengen, dat
hij toestemde in het vormen van een natio
naal kabinet. Afgezien van de deelname der
communisten, die hij wilde, werd zijn lofwaar
dige poging bemoeilijkt door de formuleering,
dat dit nationale kabinet er een zijn moest
„rond het volksfront". Dat is een formule van
een nationaal kabinet, waar men niet alleen
in de kringen van rechtsch en van het centrum
niet van is gediend, maar waar ook veel radi
calen niet mee op hebben.
Een zeer voorname hinderpaal, welke dan
nog het tot stand komen van een nationaal ka
binet in den weg stond, en dien Blum niet heeft
gezien of niet heeft willen zien, of dien zijn of
fervaardigheid in het algemeen belang niet
groot genoeg was om uit den weg te ruimen
was tenslotte Blum zelf. Behalve in zijn eigen
partij, die meent als grootste partij het eerst
in aanmerking te komen voor het voorzitter
schap van welke regeering, waaraan zij deel
neemt ook, wordt Blum algemeen niet de man
geacht, die aangewezen is aan het hoofd van
een nationale regeering te gaan staan. Men ziet
liever een figuur, die in den partijstrijd minder
fel partij heeft gekozen en wiens naam her
innering wekt aan minder „vergissingen" en
échecs. Misschien, dat Blum aan het voorbeeld
denkt van den Engelschen Labour-leider, wij
len Ramsay MacDonald. Maar dan zal hij toch
niet kunnen vergeten, dat deze slechts aan het
hoofd van een nationaal kabinet kon optreden,
doordat hij en zijn partij met elkaar gebroken
hadden.
Uit een zoo pas gedane uitlating van Léon
Blum blijkt inmiddels, dat hij verwacht spoedig
weer geroepen te zullen worden, om te pogen
een nationaal kabinet tot stand te brengen en
hij hoopt, dat als het zoover is, onder pressie
van de publieke opinie de tegenstanders van
communistische deelname hun inzicht zullen
hebben herzien.
Tot dusverre blijkt echter niet veel van een
algemeene pressie der publieke opinie in die
richting. De publieke opinie is in deze kwestie
nog altijd even diep verdeeld als zij was, toen
wij er eenigen tijd geleden reeds over schre
ven. Men hoort zelfs de tegenstanders der
communistische deelname een nieuw, niet on
handig argument in het veld brengen, n.l. dit
argument „ad hominem", „op den man af",
zoo men wil: indien de communistische partij
een zuiver Fransche partij is, zooals alle an
dere partijen en haar deelname aan een na
tionaal kabinet zoo gewenscht, waarom hebt
gij haar dan niet willen opnemen in Uw volks
frontkabinet, terwijl zijzelf toch niet anders
vroeg? Of, zoo communisten niet goed genoeg
zijn voor een Volksfrontkabinet, terwijl zij toch
deel uitmaken van het volksfront, waarom zijn
zij dan wel goed voor een kabinet van natio
nale unie?
Het is heel goed mogelijk, dat, wanneer over
eenigen tijd de schrik voor het „Duitsche ge
vaar", dezer dagen zoo levendig gevoeld, aan
zienlijk geluwd mocht zijn, het zelfs weer uit
is met het schuldbewustzijn over zijn treurige
politieke verdeeldheid, dat dit land dezer dagen
heeft getoond, al kon dit nog niet tot betering
van gedrag of zelfs maar ernstige goede voor
nemens leiden, en dat de hoop op eenige eens
gezindheid weer moet worden begraven, totdat
de catastrophe, in den een of anderen vorm,
hetzij oorlog, hetzij bankroet, daadwerkelijk
over de hoofden neerdaalt. Mocht dit echter
niet het geval zijn, en zal over eenigen tijd, na
den val van dit ministerie-Blum, weer opnieuw
een poging gedaan worden om tot een kabinet
van nationale unie te geraken, dan lijkt het
wel waarschijnlijk, dat de opdracht hiertoe
door dep president der republiek gegeven zal
worden aan een man van minder felle politie
ke kleur. Men noemt reeds weer Chautemps of
Daladier of ook Herriot, welke laatste echter
den indruk wekt, dat hij zich liever niet te veel
met de politiek inlaat, om geen der sympa
thieën te verspelen, welke hij noodig zou heb
ben, om den comfortabelen en eervollen kamer
voorzitterszetel te verruilen voor den nog eer
voller en comfortabeler presidents*zetel in het
Elysée.
Ruim een en vijftig jaren geleden werd in
het stille oude huis aan de Westerkade bij
de Marnixstraat, dat typisch stukje Amster
dam, in het gezin Blessing een zoon ge
boren. Hij groeide op tot een flinken, gezon
den knaap, die voor geen kleintje vervaard
was en wiens opgewekt humeur hem bemind
maakte bij allen die hem kenden. En deze
Amsterdammer, die tot zijn negentienden
jaar een handwerk uitoefende, is thans, vele
jaren later, tot een hooge kerkelijke waar
digheid geroepen. Zaterdag 19 Maart zal
deze zoon van de stad van het H. Mirakel,
in het verre Afrika de bisschopswijding ont
vangen uit de handen van Z. H. Exc. Mgr.
Dellepiane.
Het is wonderlijk te bedenken dat de pries
ter, die zijn zorgelooze jeugdjaren in de hoofd
stad sleet, als bisschop naar zijn vaderland zal
terugkeeren en ongetwijfeld zullen zij, die Mgr.
Blessing hebben gekend, met ontroering den
Apostolischen Vicaris van Bondo bij zijn be
zoek aan Nederland begroeten. Want wie van
de toenmalige leerlingen van de St. Vincentius-
school aan de Stadhouderskade, heeft ooit kun
nen vermoeden dat de vroolijke schoolmakker,
die zoo dikwijls hun aanvoerder was, eens tot
bisschop zou worden benoemd en de aanvoer
der zou zijn van een heldhaftig leger, dat de
zielen tot God voert.
Daar aan de Stadhouderskade ontving Mgr.
Blessing een groot stuk van zijn vorming. Hij
ging er school bij de broeders, van wie de oude
Broeder Chrysantus nog de eenig overgeblevene
uit dien tijd is. En toen de schooljaren voorbij
waren, werd Mgr. Blessing lid van de St. Jo-
sephs-Gezellen-Vereeniging. Vader Blessing was
immers overman van de patroonsafdeeling der
Gezellen en wat was natuurlijker dan dat de
zoon de voetstappen van den vader drukte. Hij
sloot zich aan bij de harmonie en blies er op
de feestavonden met veel energie den piston.
Dit laatste schijnt misschien wel in zeer ver
verwijderd verband te staan met katholieke
vorming, maar de echt christelijke opvoeding
thuis en de goede en sterkende invloed van het
Gezellenleven deden toch den jongeman op
groeien tot zooals vrienden uit die dagen hem
beschrijven een opgewekten Amsterdammer
met een diep godsdienstige natuur.
Tot aan zijn negentiende jaar bleef hij
Gezel en al dien tijd werkte hij als stucadoor
in de alom bekende zaak van zijn vader.
Hij verrichtte er zijn arbeid in volle tevre
denheid en met den ernst waarmede hij elke
taakvolbracht en men was dan ook niet
weinig verrast, toen men vernam, dat de
negentienjarige zijn familie, zijn vrienden
en zijn werkkring wilde verlaten om zich te
gaan wijden aan den dienst van God.
Zoo trok dan een bijna volwassen jongeman
naar Uden om daar bij de Kruisheeren de la
gere priesterstudies te beginnen. Het was een
moeilijke tijd voor den student, die zich hier
temidden van leerlingen bevond, die aanzien
lijk in leeftijd met hem verschilden. Doch die
moeilijkheden wist hij energiek te overwinnen
en een jaar vroeger reeds dan men verwachten
mocht, trad de priesterstudent Frits Blessing
te St. Agatha in de Orde van het H. Kruis. In
Uden hadden de leerlingen van het College vol
op kunnen genieten van wat hun medestudent
had geleerd in de Amsterdamsche St. Josephs-
Gezellen-Vereeniging en regelmatig zagen zij
hem blazen bij de harmonie of medewerken aan
tooneelvoorstellingen. In St. Agatha bij Cuyk,
wekte hij bewondering door zijn snelle vorde
ringen bij zijn studies. Op 14 September 1912
legde hij de heilige geloften af en op 2 Juni 1917
werd Mgr. Blessing te 's Hertogenbosch tot
priester gewijd. Het was een dag van geluk en
triomf voor den jongen geestelijke, die door
Gods genade gevolg kon geven aan een heilige
roeping.
Een gedeelte van zijn noviciaat bracht Mgr.
Blessing door te Diest in België en het was
hier dat hij een hachelijk avontuur beleefde.
Het was in het begin van den wereldoorlog en
Diest werd gebombardeerd. In kelders hadden
zich de bewoners van het klooster verschanst
en gewapend met graafwerktuigen wachtten zij
om bij een mogelijke instorting zichzelf te kun
nen redden. Het huis werd niet getroffen en het
gelukte Mgr. Blessing met eenige orde-genooten
te vluchten. Langs moeilijke omwegen kwamen
zij bij de grens, die zij tenslotte, na beschoten
te zijn door Duitsche soldaten, konden over
schrijden.
Na zijn wijding verbleef Mgr. Blessing korten
ten tijd te St. Agatha. Daarna werd hij als
assistent benoemd van den pastoor te Beers.
Hier maakte Mgr. Blessing de groote overstroo
ming mee en hij had daarbij de voldoening met
gevaar voor eigen leven een stervende nog de
H. Teerspijze te kunnen brengen.
En toen kwam de groote verandering in
het leven van den jjverigen priester. De Ma
gister General der Kruisheeren vroeg hem
naar de Missie te willen gaan en gaarne
gaf pater Blessing gehoor aan dit verzoek,
dat als muziek in zijn ooren klonk. Op 20
October 1920 reeds ging hij met de eerste
groep missionarissen te Antwerpen scheep
naar den Belgischen Congo en ruim 2 Va
maand later arriveerde Mgr. Blessing in zijn
standplaats Bondo.
Men schrijft ons uit het Noorden:
Nu zoo langzamerhand het seizoen weer in
aantocht is, waarin het luchtvaartverkeer zich
wederom in versnelde mate zal ontwikkelen,
gaat, voor wat betreft de binnenlandsche rou
tes, de belangstelling ditmaal voor een groot
gedeelte uit naar onze Noordelijke provinciën.
Het zal immers moeten blijken of de nieuwe
verbinding met Leeuwarden aan de gestelde
verwachtingen zal voldoen en of het met groote
moeite en kosten tot stand gekomen vliegveld
aldaar een behoorlijke reden van bestaan zal
hebben.
Mede in dit verband kan het ook zijn nut
hebben eens na te gaan welke plannen men
heeft op het bestaande vliegveld Eelde.
Vast staat, dat het binnenlandsche vaste
diensttableau zal worden uitgebreid.
Immers, uit de door den nieuwen haven
meester, den heer Benes, gedane mededeelin-
gen blijkt, dat naast de bestaande verbindin
gen van tweemaal per dag AmsterdamGro
ningen v.v. worden ingelascht twee verbindin
gen AmsterdamLeeuwardenGroningen, zoo
dat er dan vier diensten tusschen Amsterdam
en Groningen zullen komen. Men moet dus
niet meenen, dat Groningen van het eerste
plan zal verdwijnen en alleen als in aansluiting
op Leeuwarden zou blijven bestaan.
Integendeel, AmsterdamGroningen is de
hoofdverbinding, waarbij de dienst Amsterdam
LeeuwardenGroningen als een „boemel-
vlucht" dient te worden beschouwd.
Waar snelheid vooral in het luchtvaartbedriji
het parool is, wordt met ingang van den zomer
dienst op deze lijnen de nieuwe Lockheed Su
per Electra-machine in gebruik genomen, die
een snelheid heeft van 350 K.M.
De ontworpen dienstregeling geeft aanslui
ting op de verbindingen met Londen, Parijs,
Kopenhagen.
Eelde en Leeuwarden verbonden is, moet voor
een deel verklaard worden uit het feit, dat de
jonge vlieghavens nog niet in alle opzichten
voldoende geoutilleerd zijn.
In dit verband acht de heer Benes het
vraagstuk der nachtverlichting vooral op Eel
de thans urgent.
Het voornaamste streven van den haven
meester is momenteel van de N.V. Luchtvaart
terrein tenminste een rand- en obstakel-ver
lichting te verkrijgen, waarbij dan landings-
lichten van secundair belang zijn.
Verder heeft de heer Benes een z.g. mistpeil
op zijn verlanglijstje staan. Een radiobaken is
reeds aanwezig en met voldoening kan gecon
stateerd worden, dat de totstandkoming van
een merkbaken, aangebracht in de baan van
het radiobaken-sein op ongeveer 500 M. van
het vliegveld, verzekerd is. De in kegelvorm
naar boven gezonden seinen van het merk
baken stellen den vlieger in staat precies te
bepalen, waar hij zich bevindt en te beoordee-
len hoe hij het niet-zichtbare vliegveld kan
binnen komen.
Een andere verbetering van Eelde is de
naamsaanduiding boven op de hangar.
Hoewel het thans nog min of meer de „slap
pe tijd" is, wordt Eelde toch vrij druk be
zocht, voornamelijk door militaire vliegers.
Binnenkort komt de vrijwillige organisatie
van Sportvliegers, wier taak het is het signa-
leeren van heidebranden, van afgedreven dren
kelingen, de hulp aan het Roode Kruis, naar
Groningens vlieghaven op een oefenvlucht bo
ven Nederland.
Waarschijnlijk wordt in formatie gestart vair
Ypenburg en gaat op een bepaald punt iedere
machine met een speciale opdracht haar weg
Op een afgesproken tijdstip en plaats komen
de groepen weer bij elkaar en gaat het geza
menlijk verder naar Teuge. Na de opstijging
van dit vliegveld volgt wederom een dergelijke
oefening, waarbij men zich b.v. boven Assen
weer bijeenvoegt om gezamenlijk Eelde te be
reiken. Nadat daar wederom is gestart, gaat
de eene groep vermoedelijk naar Leeuwarden,
terwijl de andere 'n gezamenlijke oefening uit
voert met de reddingsboot van Oostmahom. Na
afloop vereenigen de eskaders zich weer boven
Tessel en de geheele luchtmacht keert vandaar
naar Ypenburg terug.
Zooals men ziet wordt het Noorden van ons
land langzaam maar zeker in het moderne
luchtverkeer betrokken.
Mgr. F. Blessing O.S.C.die Zaterdag
de bisschopswijding ontvangt
Hier kon hij naar hartelust werken, want het
waren niet alleen de zielen die wachten, maar
zooveel andere nooden moesten gelenigd wor
den. Met niets moest de jonge missionaris be
ginnen. Doch dat was geen bezwaar. Arbeiden
had hij immers geleerd in zijn oude Amsterdam.
De pater had gereedschappen en materiaal dat
hij dacht te kunnen gebruiken, van huis mee
genomen en zij kwamen inderdaad van pas.
Steenbakkersgereedschappen had hij meege
sjouwd en wel zes en twintig kistjes spijkers.
Men had daarom gelachen, maar nu hij in
Bondo was, lachte de missionaris. Want nu kon
hij steentjes bakken en van die steentjes maak
te hij een oven en vio dien oven begon de bou
werij.
Zoo werkte pater Blessing in zijn missiegebied,
vol ijver, vol vuur en met helder inzicht. Hij
reisde en trok. Hij won zielen voor God en hij
bracht geluk in vele harten.
In 1923 ging hij naar een nieuwen post in
den Congo. Het was Bili. Veel succes heeft
Pater Blessing daar van zijn werk ondervonden.
In het heldere werkliedendorp heeft pater
Blessing zijn negers geleerd hun geloof te be
leven en dit is wel het schoonste resultaat
waarop een missionaris zich beroemen kan.
In 1928 kwam Pater Blessing terug naar Ne
derland. Niet om vacantie te nemen, want daar
toe heeft een missionaris geen tijd. doch om in
Europa rusteloos voort te werken. Hij zou reeds
omstreeks Paschen arriveeren, doch helaas ver
laatte hij zich en omtrent den tijd, dat men
Pater Blessing had verwacht, stierf zijn vader.
Het was een tragische bijzonderheid, die niet
naliet indruk te maken.
Van Augustus 1928 tot voorjaar 1929 bleef
Pater Blessing in ons land. Toen ging hij terug
naar zijn missie, waar hij op 15 Januari 1930
benoemd werd tot Apostolisch Prefect van Bon
do, als opvolger van Mgr. Konings. Sindsdien
was Mgr. Blessing dus de bestuurder van het
groote missiegebied. Veel, zeer veel heeft Mon
seigneur gedaan in de acht jaren van zijn be
stuur. Twee inlandsche Congregaties werden ge
sticht, een voor mannen en een voor vrouwen,
en zelfs aan den bouw van een eigen seminarie
is men begonnen. Bondo is een bloeiend missie
gebied en thans is het tot Vicariaat verheven.
Aan het einde van 1937 werd Mgr. Blessing
benoemd tot Apostolisch Vicaris en Zaterdag
a.s. zal de nieuwe bisschop de heilige wijding
ontvangen.
Het is een groote dag voor den priester, die
het tot zulk een hooge waardigheid bracht. In
Bondo zal er feest zijn, feest voor den bemin
den zielenherder, die zooveel goed deed voor de
inlanders, die voor iedereen een voorbeeld was
van deugd en die steeds imponeerde door zijn
onverzettelijke wilskracht.
Doch ook in het vaderland viert men dit
heuglijke feest mede. In „de Zaaier" op de
Keizersgracht bij de Brouwersgracht werd
Mgr. Blessing gedoopt; hier ontving hij de
eerste H. Communie, hier werd hij gevormd
en droeg hij de eerste plechtige H. Mis op,
waarbij Praeses Stoffeis van de St. Josephs-
Gezellen preekte. De oude „Zaaier" bestaat
niet meer, doch in die andere oude kerk der
Paters Jezuïeten, „de Krijtberg", wordt Zon
dag om 10 uur een plechtige Hoogmis opge
dragen voor den nieuwen bisschop.
En het is vanzelfsprekend, dat in die H. Mis
de vele missievrienden, die ook genoten hebben
van de boeken „Het Rijzende Licht", „Planten
en Wieden" en „Het Beloofde Land", die Mgr.
Blessing schreef, een gebed zullen storten voor
den Apostolischen Vicaris van Bondo en Gods
zegen zullen afsmeeken over diens moeilijken en
verantwoordelijken arbeid.
Op 12 Mei of later zal Mgr. Blessing te Ant
werpen arriveeren voor een bezoek aan Neder
land en men zal zeker den nieuwen bisschop
te Amsterdam, waar een officieel Missie-comité
bestaat onder leiding van kapelaan J. Zegers
van de Rozenkranskerk, een hartelijke ont
vangst bereiden.
Moge Katholiek Amsterdam toonen, dat zij
een harer beste zonen, die het tot zulk een
hooge waardigheid heeft gebracht, weet te eeren.
Een belangrijke gebeurtenis voor het
Katholiek Comité van Actie „Voor God",
was de radiorede van Zondagavond 6
Maart te 7.50 uur. Voor wie deze uitzending
gemist heeft, verwijzen wij naar de advertentie
in dit blad over de „Nationale Paaschloterij",
waarvoor de kaarten met loten gratis worden
uitgereikt op Zondag 27 Maart a.s.
Laat geen kaart verloren gaan!
Gedurende den eersten nacht van den Stillen
Omgang vervoerden de spoorwegen rond 17000
deelnemers. Dit is ongeveer 2000 meer dan in
denzelfden nacht van het vorige jaar. Het ge
heele vervoer, waarvoor rond 70 treinen moesten
worden ingelegd, verliep zonder vertraging en
geheel volgens programma,
Het was tengevolge van het bekwame
speurderswerk van den Bloemendaalschen
rechercheur Smit, dat veertien dagen ge
leden een inbrekersbende voor de Haar
lemsche rechtbank terechtstond, die nadat
zij in het Gooi geopereerd had Bloemen-
daal eir Aerdenhout onveilig wenschte te
maken.
Uit een villa te Aerdenhout had een 47-jarige
koopman uit Amsterdam, die hardnekkig wei
gerde zijn mededaders te noemen, een reeks
gouden en zilveren voorwerpen gestolen. Dat
was op 22 September van het vorige jaar. De
rechtbank veroordeelde den man tot een ge
vangenisstraf voor den tijd van 4 jaar.
Door het nummer op het frame van een der
rijwielen, die in den tuin waren gevonden,
mocht het rechercheur Smit gelukken twee
medeplichtigen te arresteeren; een 30-jarige
zeeman en een 44-jarige boekbinder, beiden uit
Amsterdam.
De Officier eischte tegen den zeeman, die
al tien keer werd veroordeeld 3 jaar en tegen
den boekbinder, die reeds 7 veroordeelingen
achter den rug had 2 jaren gevangenisstraf.
Verder deelde hij mede, dat reeds 100
inbraken waren opgehelderd en 25 leden
van de bende gearresteerd.
De beide verdedigers verzochten clementie.
De rechtbank veroordeelde beide lieden resp.
tot 4 en 2 jaar gevangenisstraf, met aftrek
van preventief.
Vervolgens stonden de zeeman en de boek
binder, benevens de Amsterdamsche koop
man, terecht wegens de op 13 September ge
pleegde inbraak te Heemstede, waar talrijke
gouden en zilveren voorwerpen werden gestolen,
o.a. ook een diamanten ring ter waarde van
ƒ9 a 12.000.
De Officier eischte tegen den zeeman 3 jaar,
tegen den boekbinder 2 jaar en tegen den
koopman eveneens 2 jaar.
Zij werden veroordeeld tot 2, 2 en 2 jaar ge
vangenisstraf.
Tezamen met den boekbinder en den koop
man had een 44-jarige Amsterdammer op IS
September ingebroken in een villa te Bloe-
mendaal. Niets van waarde werd ontvreemd.
De Officier eischte tegen den Amsterdammer
anderhalf jaar gevangenisstraf. De rechtbank
maakte er 2 jaar van. met aftrek van pre
ventief.
Een ander lid van de bende, een 33-jarige
Amsterdammer, had op 4 Juli 1934 getracht
de brandkast in een pakhuis aan de Nieuwe
Groenmarkt open te breken, welke operatie
echter mislukte.
Eisch was 2 jaar. Uitspraak conform, met
aftrek van voorarrest.
In totaal zal dus de 47-jarige koopman
6 jaar, de 30-jarige zeeman eveneens 6 jaar,
de 44-jarige boekbinder 4 jaar, de 44-jarige
Amsterdammer 2 jaar en de 33-jarige koop
man eveneens 2 jaar gevangenisstraf moe
ten ondergaan.
De eerste koopman klaagde, dat, als hü
alle straffen moet uitzitten, die hem opge
legd zijn, hü van zün leven niet meer uit
de gevangenis komt.
Hedennacht ongeveer half drie ontdekte de
portier van de distilleerderij van de firma J. de
Kuyper en Zonen, aan den Buitenhavenweg te
Schiedam, brand in de mede aan dien weg ge
legen houtwolfabriek van de firma J. J. de
Boer in welk pand ook de Hollandsche Veter-
fabriek is gevestigd. Hij alarmeerde onmiddel
lijk de brandweer, welke spoedig met een drie
tal motorspuiten en de magyrusladder op het
terrein van den brand aanwezig was en het
blusschingswerk, onder leiding van den com
mandant, den heer H. B. J. Aikema met kracht
ter hand nam.
De brand, welke aanvankelijk op de derde
verdieping woedde, breidde zich snel uit, daar
het vuur gretig voedsel vond in den aanwezi
gen voorraad houtwol, zoodat in korten tijd de
geheele fabriek in lichter laaie stond. Ondanks
het krachtig optreden van de brandweer, welke
mede te zorgen had, dat de in de onmiddellijke
omgéving gelegen oliefabriek „Holland en de
opslagplaats van granen „Unicum" niet door
den vonkenregen zouden worden aangetast, kon
niet worden verhinderd, dat het fabriekspand
geheel uitbrandde. Het pand behoort in eigen
dom toe aan ir. Harders uit Den Haag.
Eveneens was er gevaar te duchten voor een
nabij gelegen smederij en veestallen, uit welke
laatste men nog bijtijds de dieren in veiligheid
wist te brengen.
De burgemeester van Schiedam was met de
politie, onder leiding van den heer K. T.
Blomsma, op het terrein van den brand aan
wezig. De inventaris van de fabriek was voor
een bedrag van ƒ10.000 verzekerd, doch het
bedrag der schade wordt op ongeveer ƒ30.000
geschat, terwijl de inventaris van de veter-
fabriek, welke eveneens verloren ging, op
10.000 wordt geschat.
Woensdagavond zijn op het erf van den
landbouwer H. Zuidberg aan de Willemsvaart
te Zwolle twee hooibergen afgebrand. Door het
krachtig ingrijpen van de brandweer konden
de boerderij en de stallen behouden blijven.
Vijftien koeien en twee paarden werden naar
buiten gedreven en later, toen het gevaar was
geweken, weer vastgemaakt. Een kalf viel in
de Willemsvaart, doch het dier kon gered
worden.
Het vuur sloeg over op het aangrenzende
oude Israëlietische kerkhof. Hier vatten het
hooge gras, boomen, houten gedenkteekens en
de schutting vlam. Van de bloembakken spron
gen de ruiten. De begraafplaats is voor het
grootste gedeelte kaalgebrand.
e meest geraffineerde vorm van
ijdelheid is prat gaan op zijn
bescheidenheid.