„Sedert 1929.
De symboliek van
het lichaam
IN DE
wijzigingen
er no
ZONDAG 20 MAART 1938
VAN WEEK TOT WEEK
99
Voor verdediging van
ons vaderland
Weer mocht de minister van
Defensie geldelijke bij
dragen ontvangen
Een landelijk fonds?
V
V
Y /■•VS. '51.0 WAK
W
^\*z."<lTSFOM*o
c- K0
V„,
Na de Leipziger Messe
Lente in Zwitserland
Wat de pas gesloten voorjaars-
beurs voor onzen handel
beteekende
Mr. W. J. Berger
Opvolger van mr. Besier als procu
reur-generaal bij den
Hoogen Raad
GEZANT ALEX1CH NAAR
WEENEN
SLAG VAN EEN MOLENWIEK
GEKREGEN
Vijfjarig jongetje aan de gevolgen
overleden
Verduistering bij een
bankbedrijf
Twee directeuren oneervol
ontslagen
ROTTERDAMS TELEFOONNET
GESTOORD
Waterkabels bleken ernstig
beschadigd
HEIDEBRAND BIJ
OOSTERBEEK
Brandweer kon ernstige schade
voorkomen
Coen Kramers Thz. is architect te Schie
dam. Ik weet niet, of hij een bekwaam
architect is, maar hij is zeker geen be
kwaam schrijver. Zelden las ik een Nederlandsch
koek, geschreven in een zoo vermoeienden, zoo
Geinig afwisselenden, zoo weinig beeldrijken en
too zelfverzekerden stijl als de poging tot
christelijke cultuurbeschouwing, welke Coen
Kramers onder den titel „Sedert 1929" in het
fccht gaf bij de uitgeverij „Vox Romana" te
Schiebroek. Professor Alphons Steger, de voor
zitter van de Actie Voor God, leidde dit betoog
■het enkele woorden in en schreef:
>,In een stijl, die stellig origineel is en daar
om ook wel tot meeningsverschil aanleiding zou
kunnen zijn, heeft de schrijver ons interessante
beschouwingen geleverd van een inhoud en
"aar een vorm, die veel te denken moet geven."
Het is niet heelemaal duidelijk, wat de hoog
leeraar bedoelt met de woorden, dat de vorm
van Kramer's beschouwingen „veel te denken
■hoet geven", doch zooals het er staat, is het
•haar al te waar. Deze vorm geeft veel te den
ken over de uitdrukkingswijze van den ontwik
kelden katholieken Nederlander. Het is een
'eelijke en een stijllooze vorm, een domme en
Cen eigenwijze vorm, waaraan wij verder geen
^oorden behoeven te besteden, want deze stijl
15 alleen maar stellig origineel", omdat ieder
een zich schamen zou, hem in het openbaar te
voeren. Aanleiding tot meeningsverschil kan hij
hiet zijn. Wie eenig gevoel voor de schoon
heid van proza bezit, kan hem alleen maar ver-
loeien.
Dit is, hoop ik, duidelijk gezegd, zoodat er
hiet op behoeft te worden teruggekomen in het
vervolg van deze beschouwing. Ware het boek
alleen stijlloos, we zouden volstaan met dit te
constateeren. Doch spijts zijn slechten stijl is
hit boek van belang. Het is een zeer merkwaar
dig teeken des tijds. Het is zelfs in eenige op-
aichten een goed boek.
Over het algemeen is het niet de taak van
architecten boeken te schrijven. Zij kunnen
tiaar beter bouwen. Dan doen ze hetgeen, waar
toe ze geroepen zijn. Willen zij hun ideeën over
he bouwkunst ook theoretisch toelichten, dan
kunnen ze terecht in een der vele vaktijd
schriften. Dit was echter niet het plan van
Coen Kramers Hij wilde zijn ideeën neerschrij
ven over de crisis, die de moderne wereld kwelt.
Koewei hij alle hiertoe noodige gaven miste,
kon hij klaarblijkelijk niet langer zwijgen. Hij
V'erd te zeer gedrukt door de waarneming van
ketgeen rondom ons gebeurt. De geestelijke ont-
r®ddering van de hedendaagsche wereld-heeft
hem diep geschokt. Hij wil het zijne bijdragen
°Ui verheldering te brengen in den troebelen
toestand. Een verlangen greep hem aan om te
Betuigen, te ageeren, te schreeuwen desnoods,
te zondigen tegen alle redelijke stijlvoorschrif
ten als het moest, maar te helpen.
'Eenige gedachten en beschouwingen over
Vroeger en heden in betrekking tot de moderne
bewegingen" zoo karakteriseert hij zelf den
thhöud van zijn boek, welks leidende gedach
ten hij bekent het eerlijk hem uigegeven
V'erden bij de lezing van een aantal moderne
Geschriften over godsdienst, philosophie, socio
logie, economie en kunst.
Coen Kramers is een leek. Maar hij voelde
een medeverantwoordelijkheid voor den gang
Van zaken, dien hij alleen kon zuiveren door uit
t® drukken, wat hij denkt. Zijn gedachtengang
hu is zuiver katholiek aan de rechtgeloovig-
beid mankeert niets en vervuld van leed
wezen over het innerlijke verval van het
ckristendom, want aan dit verval schrijft hij
he verwording toe.
„De klakkeloosheid" zoo zegt hij „waar
mede een groote groep van menschen zich door
®'fee geestesstrooming laat medesleuren, zegt
Ohs, dat de waarheid omtrent het christendom
hiec meer gekend en beleefd wordt. Een gebrek
aan oordeelskracht treedt daarmede duidelijk
den voorgrond.... Het vervagen van het
ckristendom het niet meer beleven van het
Christendom heeft uit de harten van de
menschen weggenomen een basis van onom-
stootelijke waarheden, waarmede elke strooming
Vergeleken kan worden. Het niet meer beleven
vun het christendom bemoeilijkt het denken
bver de werkelijke waarde der moderne bewe-
8ihgen en maakt den mensch assimileerbaar
v°or onwaarheden."
Deze „vervaging" van het christendom is
v°or coen Kramers de oorzaak van de geeste
lijke crisis, die sedert 1929 ook in ons land
beerscht. Het Christendom, waarlijk gekend en
beleefd, gaf aan al zijn belijders een vaste hou-
hing tegenover het leven en het lot. Zij wisten,
°m het zoo maar eens te zeggen, „waartoe en
Varaan". Toen dit vager werd, brak die pij
nigende levensangst uit, waardoor de menschen
Wanhopig verstrooid worden in allerhande rich-
bhgen. Zij hebben hun diepst geloof in wereld
c*1 leven, hun geloof in God, verloren en hech-
b'U zich nu aan de „ismen". Deze moderne
"ltme"-vergoding wordt door Kramers fel en
Credit gehekeld. Tegenover de ismen plaatst
bil de Kerk. De Kerk leidt de menschen, geeft
bün een eigen verantwoordelijkheids-bewust-
^u, leert hun zelf hun houding bepalen en
b'hdt hen zoodoende tot een gemeenschap. De
moderne bewegingen hiermede bedoelt de
s®hrijver de zoogenaamd „linksche" en „recht-
s°he" wereldbeschouwingen binden de men
den niet tot zulk een gemeenschap, maar ha-
'6ri hen neer tot massa.
-Massa is niet een groep menschen, wier ge-
bBchten gelijk afgestemd zijn op de waarheid
•baar een groep menschen, die zich het eigen
^deel hebben ontzegd. De massa-regie der
biuderne bewegingen zuigt als het ware het
jbenschelijk denken weg en dringt den mensch
aar oordeel op als commando's. De verant
woording over te stellen daden wordt gemak-
dijker aanvaard door de massa dan door den
bbkeling. Vanaar de gemakkelijkheid om een
'V-Bssa tot schreeuwend onrechtvaardige daden
te zetten".
^uik een massa, uiterst vatbaar voor sugges-
verduistert door haar onpersoonlijkheid het
eht van de rede en den gloed van het zedelijke
*Se*. Uit een Amerikaansch boek over de
strafgevangenis Sing-Sing haalt Coen Kramers
de veelzeggende woorden aan, gesproken door
senator Ingalls:
„Wij straffen den man, die een brood steelt;
wij juichen den man toe, die door het stelsel
van monopolies het brood kleiner en slechter
van kwaliteit maakt. Als een man een staaf
ijzer steelt, wordt hij naar de gevangenis ge
bracht; als hij een geheelen spoorweg steelt,
zeggen wij, dat hij een financier is".
Inderdaad, dit is het oordeel van de wereld,
rechtstreeks, door den Verlosser zelf, tegenover
het christendom gesteld, zooals de dwaling staat
tegenover de waarheid. Drie machten, zoo
meent Coen Kramers, beheerschen deze wereld,
het geld, de techniek, de staat. Deze drie, in
zich onschuldige verkeerswaarden van den
mensch in de maatschappij, werden tot afgo
den gemaakt door het kapitalisme, het commu
nisme en het nationaal-socialisme. Het is dui
delijk, dat de christen zich aan de slavernij je
gens deze machten moet onttrekken. Hij moet
vrij staan tegenover het geld, tegenover de
techniek, tegenover den staat, met de vrijheid
van de kinderen Gods. Voor hem zijn deze din
gen niet de hoogste dingen.
Gebrek aan kennis, meent Kramers, ontnam
den mensch de oordeelskracht. „Er is maar
een geneesmiddel: grondige kennis van het
christendom. Er is maar één therapie; alles
herstellen in Christus."
Het toegevoegde hoofdstuk over de kunst is
van weinig belang, omdat het alleen over de
bouwkunst handelt en door zijn oppervlakkig
heid slechts kan leiden tot radicale begripsver
warring. Het hangt los achter aan het eigen
lijke betoog.
Hoe moet men dit betoog beoordeelen? Het
is zeker niet in alle onderdeelen klemmend en
overtuigend, het hindert wel eens door den
overvloed van apodictische beweringen, maar
de groote lijnen, welke de schrijver volgt, zijn
zuiver getrokken. In het tegenwoordige Europa
heeft het christendom weinig zichtbaren in
vloed op de wereld, terwijl de christenen zelden
den moed vertoonen, zich tegenover die we
reld te stellen. Het christelijke leven is voor
velen een compromis en zij zelf meenen, dat
het niet anders kan zijn, tenzij men de vlucht
zou nemen in de stilte van een klooster.
Uit het boek van architect Kramers blijkt
opnieuw de behoefte aan katholieke geloofsbe
leving door middel van een practische, voor
allen geldende spiritualiteit. Organisatie en
publiciteit is er genoeg. Maar is er ook vol
doende christelijke geest?
A. v. D.
Het verheugt den minister van Defensie
te kunnen mededeelen, dat hij wederom
twee bijdragen als bewijzen van daadwerke
lijke belangstelling in 's lands defensie heeft
mogen ontvangen.
Bij een bedrag groot 10.was een schrij
ven gevoegd van den volgenden inhoud:
„Hedenavond las ik in de dagbladen een be
richt betreffende een vrijwillige gift van een
Nederlandsche vrouw voor versterkng van de
grensbewaking.
Gaarne wil ik dit goede voorbeeld volgen.
Daar mijn financieele omstandigheden een
groote gift niet toelaten, hoop1 ik, dat het bij
gesloten bedrag van 10.u als „geste" toch
welkom zal zijn.
God beware ons dierbaar vaderland.
Wij willen Holland houden."
EEN WERKENDE VROUW
Bij een bedrag groot 1500.was een schrij
ven gevoegd luidende:
„Diep getroffen door den ontstellenden loop
der gebeurtenissen in ons werelddeel en elders,
waar wapengeweld en onrecht onherstelbaar
leed en verderf brengen, verzoek ik Uwe Ex
cellentie om deze bijdrage wel te willen aan
vaarden en aan te wenden ter verdediging van
ons luchtruim en onze grenzen, opdat ons kost
baar vaderlijk erfgoed ongerept bewaard bljjve."
„En de wij segghen ulieden noch meer,
jae segghen het soo luyde, dat wij wel be
geerden, dat het niet sy alleene, maar oock
de geheele wereld hoorde:
Onderhoudt uwe unie wel. Bewaert uwe
unie wel, doch siet neerstich toe, mijne hee-
ren, dat ghij niet alleene met woorden of
bij gheschrifte, maer oock der zaeck ter
executie pijlen ('t samen gecnoopt) en de
gebonden (houdt)
Prins Willem, apologie
„Deze woorden indachtig geef ik Uwe Excel
lentie eerbitdig in overweging om voor de ver
sterking onzer weermacht een fonds te stich
ten, zoodat allen Nederlanders de gelegenheid
wordt geboden om van hun groote erkentelijk
heid en vaderlandsliefde te geuiten."
DANKBAAR VADERLANDER
Naar aanleiding van het feit, dat Vrijdag op
het departement van Defensie door een Ne
derlandsche vrouw een enveloppe met een be
drag van vijfhonderd gulden is bezorgd voor
versterking van de grensbewaking, vernemen
wij, dat bij eenige vooraanstaande ingezetenen
van 's-Gravenhage de gedachte is opgekomen
om in onderlinge samenwerking in deze rich
ting voort te gaan.
Getracht zal worden een landelijk comité
samen te stellen, dat beoogt gelden bijeen
te brengen, ten einde aan Defensie een
nationaal weerbaarheidsgeschenk te kunnen
aanbieden.
Wij vernemen voorts, dat deze actie den be-
treffenden autoriteiten niet onwelgevallig is.
.1
Het maandnummer van het Zwitsersch Ver
keersbureau is ditmaal gewijd aan de lente in
het westelijk gedeelte van Zwitserland. Lok
kende foto's uit diverse badplaatsen en toeris
tencentra verlevendigen op fraaie wijze de in
het Fransch, Duitsch en Engelsch gestelden
tekst,
Thans, nu er een overzicht eenigszins is
te bekomen van de pas gesloten Leipziger
Voorjaars-Messe, komt het uit, dat deze
Messe niet alleen de grootste is geweest
sedert menschengeheugenis, maar ook een
der allerbeste wat den omzet betreft.
De tegenwoordige leider van het Messamt,
Fichte, zei ons bij den aanvang dat hij door den
uitbouw der Messe natuurlijk wel kon consta-
teeren, dat deze Messe de „grootste" was, maar
nog niet of ze ook een goede messe zou worden.
Welnu, de uitkomst heeft bewezen, dat ze óók
een „goede" messe in den volsten zin des woords
is geweest.
Er is uitgebreid zaken gedaan, met name door
onze Nederlandsche kooplieden, die in grooter
getale dan ooit te voren waren opgekomen.
Opmerkelijk is het percentage katholieken, dat
men 't beste afmeten kan als men in de eenige
kerk vlak tegenover het „Huis der Naties" des
Zondagsmorgens elkander treft. Door allen die
we spraken werd deze voorjaarsbeurs de beste
genoemd die er ooit geweest is. Ook voor de Ne
derlandsche handelaars was ze goed.
Er is een tijd geweest dat van de Leipziger
Messe een reusachtige propaganda uitging voor
Duitschen export. De toltarieven, de contingen-
teeringen, de deviezen enz. enz. hebben reusach
tig den uitvoer geremd. Maar Leipzig, de tweede
stad van Saxen, is te zeer exponent van dit,
óók voor den wereldexport hard werkend indus
triegebied dan dat ook heden ten dage de export
belangen zouden worden verwaarloosd. Integen
deel: de export staat als een levensbelang voor
aan! De Saksische minister Lenk ontkende dan
ook ten stelligste tegenover ons, dat Duitschland
zou streven naar autarkie. In- en uitvoerbelan-
gen wil men blijven behartigen. Zoowel op de
monster-messe als op de technische messe wa
ren de bestellingen zoowel voor binnen- als. bui
tenland groot. Den leveringstijd moesten verschil
lende Duitsche machinefabrieken op 6 zelfs 12
maanden stellen, ja we hoorden van gevallen,
waarbij de leveringstijd eerst over 20 maanden
kon gegarandeerd worden.
De betere economische toestand in Duitsch
land zelf spiegelde zich af in den vergrooten
binnenlandschen omzet op de jaarbeurs. Doch
ook voor het buitenland steeg de navraag.
Groote bestellingen werden gerapporteerd met
name voor Engeland, Frankrijk, België, Neder
land, Tsjecho-Slowakije, het voormalige Oosten
rijk, Hongarije, Zwitserland, Skandinavië, de
Rand- en Balkanstaten, Vereenigde Staten, Ca
nada, Zuid-Amerika, Iran, Nederl.-Indië, enz.
Uit Nederland was vooral vraag naar ijzer
en staalwaren, glas, porselein en aardewerk,
uurwerken, bijjoutërieën, kantoorbenoodigdheden,
papier, schrijfmachines, textielgoederen, meube
len, naaimachines, textielmachines. Goede dien
sten bewees voor den handel in goederen, waar
voor de uitvoer beperkt is, de beschikbaarstelling
van speciale jaarbeursconsenten. De Deutsche
Ilandelskammer für die Niederlande verleende
daarbij haar tusschenkomst. Lederwaren, galan
terieën, reisbenoodigdheden enz. werden vooral
door Ned. Indië gevraagd.
Ons land, Frankrijk en Engeland, hebben
aanzienlijke orders geplaatst voor textielmachi
nes. Op de Technische Messe waren ook veel
gegadigden uit Noord- en Zuid-Amerika, Brazi
lië, Chili enz.
Onze handel beperkte zich natuurlijk niet
tot de Duitsche industrie integendeel.
Leipzig is het internationale knooppunt en
onze handel betrof dus ook vele andere lan
den die op de Leipziger Voorjaars-Messe ver
tegenwoordigd waren. Leipzig leerde ons dit
maal, dat er een groote opleving is in
Duitschland zelf industrie en handel
en dat óók de wereldhandel van grootere
beteekenis werd.
Bij K. B. van 18 Maart is met ingang van
1 April 1938 benoemd tot procureur-generaal
bij den Hoogen Raad der Nederlanden:
mr. W. J. Berger, thans advocaat-generaal
bij voormeld college.
De nieuwe procureur-generaal bij den Hoogen
Raad is 7 Februari 1883 te Venlo geboren. Hij
genoot zijn gymnasiale opleiding te Rolduc,
en zijn universitaire opleiding te Leuven en te
Amsterdam. In 1907 promoveerde de heer Ber
ger te Amsterdam, waarna hij eenigen tjjd als
adjunct-commies werkzaam was aan het depar
tement van Justitie.
Bij K. Ei. van 17 Juni 1912 werd hij benoemd
tot substituut-griffier van de rechtbank te
Rotterdam, welk ambt hij in Mei 1916 verwis
selde met dat van rechter in de rechtbank te
Breda. Drie jaren later werd mr. Berger be
noemd tot rechter in de Haagsche rechtbank.
In 1927 werd hij benoemd tot advocaat-gene
raal bij den Hoogen Raad.
De afgetreden Oostenrijksche gezant, de heer
G. Alexich, zal heden per vliegtuig naar Wee-
nen vertrekken.
De heer Alexich is voornemens over eenigen
tijd in Den Haag terug te komen in verband
met de afwikkeling van verschillende aangele
genheden, alvorens ons land definitief te ver
laten.
In een onbewaakt oogenblik wist Vrijdag
middag een vijfjarig zoontje van de familie V.
te Maasland op het terrein van een water
molen, toebehoorende aan den heer de B. te
komen. Het ventje liep langs den molen en kreeg
een klap van een der draaiende wieken. Met
ernstige wonden aan het achterhoofd werd het
knaapje opgenomen in het ziekenhuis te Delft,
waar het Zaterdagmiddag aan de gevolgen is
overleden.
Reeds' gedurende eenigen tijd bestond het
vermoeden, dat Op het bijkantoor Delft van de
N.V. Incassobank niet alles in orde was. Men
had reeds verschillende malen ontdekt, dat de
boeken geen juist beeld van den toestand van
het filiaal gaven en wist, dat de vermoede
lijke malversaties reeds eenige jaren achtereen
moesten zijn gepleegd.
Sedert 1 Januari had men de leiding van het
kantoor dan ook reeds opgedragen aan den
procuratiehouder F. W. van Vloten en was de
directeur, mr. H. W. van E. geschorst, in af
wachting van het onderzoek.
Hoewel het onderzoek nog niet is beëindigd,
staat thans wel vast, bericht Het Volk, dat er
op het kantoor in den loop der jaren een aantal
fictieve rekeningen werd geopend, terwijl de
boekhouding ook niet in orde was. Men vond
een en ander voldoende om den directeur van
het kantoor, mr. H. W. van E., met ingang
van 15 dezer oneervol te ontslaan. Voorts
bracht het onderzoek aan het licht, dat ook de
heer W. F. A. van K., die tot voor kort mede
directeur van het bijkantoor was, evenmin
vrijuit ging. Inmiddels was deze overgeplaatst
naar Rotterdam, doch ook hij is met ingang
van 15 Maart oneervol ontslagen.
Men kan nog niet met zekerheid bepalen,
hoe groot het verduisterde bedrag is. Vast
staat wel, dat het niet groot is.
Zaterdagmorgen bemerkten honderden abon-
nëes op den Linker Maasoever te Rotterdam, dat
de telefoonaansluiting gestoord was. Een uitge
breid onderzoek werd ingesteld en daarbij bleek,
dat de waterkabels van den Schiemond naar
de Dokhaven, vermoedelijk door een krabbend
anker, ernstig beschadigd waren.
De technische dienst van de gemeente-tele
foon toog met man en macht aan het werk om
de telefoonverbinding der gedupeerde abonnées
te herstellen.
Zaterdagmiddag te ongeveer twee uur werd
de boschbrandweer te Oosterbeek gewaarschuwd
voor een heidebrand in de „Kievitsdel", al
daar. Dank zij het doortastend optreden van
de brandweerlieden kon het vernielende vuur
beperkt blijven tot een oppervlakte van 3 H.A.
en kon een aangrenzend bosch gespaard blij
ven. Het vuur is ontstaan, doordat men in
de onmiddellijke nabijheid bezig was tuinvuil
te verbranden.
Een symbool is een teeken, maar een teeken
is nog geen symbool. Wanneer boven de
deur van den directeur een rood lichtje
aangaat, is dit vaak een teeken, dat de heer te
spreken is; en wanneer iemand weent, is dit
een teeken dat hij bedroefd is; de tranen zijn
echter ri; alleen een teeken, maar ook een
symbool, omdat de tranen een zekere wezens-
verwantschap hebben met de smart. Zoo zijn
ook de Sacramenten symbolen: het doopsel is
een afwassching.
Voor een zeer groot gedeelte verstaat elk
mensch de symboliek van het lichaam. Zoo
spreekt men b.v. van bitter lijden; de gelaats
uitdrukking van iemand die lijdt, is dezelfde als
van iemand, die iets bitters in den mond krijgt;
de gelaatsuitdrukking van iemand, die iets zoets
proeft, is dezelfde als van iemand, die een gees
telijke zoetheid smaakt. De walging van een
spijs wordt op dezelfde wijze uitgedrukt als de
walging van iets wat voor de ziel walglijk is.
Niet alleen de gelaatsuitdrukking maar ook
de houding en beweging van armen, beenen en
romp dient tot deze symboliek.
Afwachting, spanning, verlangen, afkeer ver
wekken typische houdingen en bewegingen,
hetzij men b.v. met spanning den val van een
zwaar voorwerp afwacht daarbij neemt het
lichaam een gespannen houding aan, om oogen-
blfkkelijk de vereischte beweging van aanval of
vlucht te kunnen volvoeren, hetzij wij met span
ning naar een verhaal luisteren of naar een
film zien.
Iedereen kent deze symboliek, en nog veel
meer dan deze. Daar is de symboliek van de
ademhaling. „Nu kunnen wij weer vrij ademen"
zegt men; dit soort ademen, in lange, langzame,
diepe inspiraties, en vooral diepe uitademingen,
behoort bij een rustigen stand van het lichaam.
Maar wanneer iemand in spanning is, begint
hij vlug adem te halen; het zal wel zoo zijn,
dat daardoor een massa zuurstof en vele an
dere stoffen aan de spieren worden toegevoevd,
waardoor deze in staat zijn, om zich plotseling
in heftige samentrekking en krachtsinspanning
te bewegen; maar ook wanneer deze spanning
der spieren niet noodig is, als bij de film. be
ginnen wij evenzeer vlug te ademen. Zoo is er
ook de symboliek van het hart; bij heftige in
spanning begint het hart te kloppen, maar
evenzeer bij bepaald heftige emoties.
Ook de huid heeft haar symboliek, het blozen
en bleek worden, het kippenvel, het te berge
rijzen der haren; dat alles is iedereen bekend.
Het bleek worden, is hetzelfde als bij de koude;
en dit heeft zijn goede oorzaak. Bij inwerking
van de koude wordt eerst de huid bleek, d.w.z.
het bloed wijkt naar het inwendige van het
lichaam, omdat anders het bloed te zeer zou
afkoelen, en het lichaam daardoor zijn nood
zakelijke warmte zou verliezen. Zoo is het ook
met öen schrik: er loopt een koude rilling over
den rug. Al deze bewegingen zou men uitvoerig
kunnen nagaan; het ?s echter van alle nog met
duidelijk, waarin de symbolische beteekenis ge
legen is. Met welke lichamelijke reactie komt
b.v. de schaamteblos overeen? Ik zou het niet
kunnen zeggen.
In elk geval is het duidelijk, dat wij zonder
deze symboliek niet zouden kunnen leven; wij
zouden elkaar niet begrijpen. Vandaar dan ook,
dat blinden over allerlei zaken zoo eindeloos
debatteeren kunnen; zij zijn aangewezen op het
gehoorde woord, maar missen de gelaatsuit
drukking en de mimische gebaren, die in den
regel nog welsprekender zijn dan de woorden.
De studie van deze symboliek is voor de psy
chiatrie van het hoogste belang. Weliswaar zijn
deze studiën nog in hun begin, maar het is
zeker, dat daaruit een groote kennis van de
ziekelijke gemoedsbewegingen zal voortkomen,
en vooral van de nerveuze lichamelijke ver
schijnselen. De symboliek echter van deze ver
schijnselen is niet altijd even duidelijk. Waarom
krijgt iemand van angst snelle ontlasting? Men
zou het wel kunnen verklaren: iemand, die in
een angstige situatie is, b.v. iemand, die een
leeuw ontmoet, heeft beslist de grootst moge
lijke vrijheid en inspanning van zijn spieren
noodig; de ontlasting is hiervoor nuttig, want
hij kan, als de buik ontledigd is, vrijer ademen
en ook zijn buikspieren beter inspannen. Dit is
een mogelijke verklaring. Duidelijker is de be
teekenis van het braken, behalve dan in be
paalde omstandigheden. Zoo was er een def
tige dame, die na de Revolutie uit Rusland
moest vluchten; haar man wist zich door het
leven te slaan; zij werden welgesteld. Na
eenigen tijd stierf haar zuster, en zij moest den
zoon van haar zuster in een kostschool onder
brengen. Op dien dag begon zij te braken en
dat duurde jaren en jaren, zoodat zij nog maar
40 K.G. woog. De dokters wisten niets anders
te doen dan verdoovende middelen te geven,
en zij werd zwaar aan de morphine verslaafd.
Ten laatste kwam zij bij een knappen Berlijn-
schen psychiater. Deze begreep de symboliek:
dit braken was een uitting van geestelijke wal
ging. Deze vrouw had in Rusland aan het hof
verkeerd en haar gansche hart hing aan Rus
land; maar zij moest weg. Haar man, die een
goed mensch was, was haar echter opgedrongen,
en nu was het eenige, wat haar nog werkelijk
in het leven hield, haar familie; de zuster
stierf en diens zoon moest zij verlaten. Toen
uitte het lichaam zich en zij begon te braken
uit walging over het leven. De psychiater had
dus een dubbele taak: haar van het morphi-
nisme af te helpen en haar te leeren het leven,
en haar man, weer lief te hebben. Merkwaar
dig: dit gelukte hem.
Vaak is ook de symboliek berekend op den
medemensch. De vrouw, die bij elke situatie,
waarin zij verantwoordelijkheid of schuld op
zich moet nemen, flauw valt, geeft daardoor
op de meest welsprekende wijze te kennen: „ik
ben zoo zwak, mij moogt ge geen kwaad doen,
mij moet alles vergeven worden." Zóó heeft
St. Paulus het niet bedoeld, toen hij zeide: „In
mijn zwakheid ligt mijn kracht" (Het besef van
onze zwakheid moet ons waakzaam maken, en
doen begrijpen, dat wij alleen door inspanning
en genade voor het ergste behoed worden).
Kan men zoo zijn medemensch bedriegen,
het is ook mogelijk zich zelf te bedriegen. Niets
is gemakkelijker te verbeelden en niets gemak
kelijker te vergeten dan het gevoel van een
zekere lichtheid in het hoofd. Iemand, die daar
op letten gaat, roept alleen daardoor reeds,
door de spanning en den angst, deze lichte dui
zeligheid te voorschijn. (Er 'komt natuurlijk
ook vaak genoeg echte duizeligheid voor). Maar
dit gevoel is voor hem een reden, om zich ziek
te gevoelen, en daardoor de inspanning van
den gezonden mensch te vermijden; hij moet
kalm aan doen, zegt hij tot zich zelf, hij moet
rust houden, en zich niet te veel inspannen.
Zoo weet hij zich zelf een voorwendsel te geven,
om den arbeid en de normale inspanning, die
van hem gevraagd worden, te ontloopen. Na
tuurlijk is daarvoor een dieper motiefdat
leven en dien arbeid had hij zich niet ge-
wenscht, hij had een mooier of gemakkelijker
leventje gewenscht: en nu rechtvaardigt hij
zijn niet-meedoen, door ziek te zijn.
Wie weet, of niet binnenkort alles op een
lijstje gezet wordt en elk nerveus symptoom in
zijn symbolische beteekenis bekend is? Dan blijft
de psychiatrie evenwel nog moeilijk, want ten
eerste zijn alle menschen onderling min of
meer verschillend, ook ih hun symboliek; ten
tweede zijn zulke zieken vaak sluw, en ten derde
moet de psychiater een indrukwekkende en op
rechte persoonlijkheid zijn.
Dr.. TH. H. SCHLICHTING.