"AKKERTJE <Ketu&éaal den dag De avonturen van een li de zeven „ONZE MAIL Werkloosheid en overwerk Wanneet Aard- en zenuwen genoeg fo/Xen van de pU&- kelende tmfung detcoffeine. dan: K0FF|E HAG VRIJDAG 25 MAART 1938 katholiek indisch bureau Normale werkloosheid" Prijsvraag Brabantsch Volkslied Sproeten komen vroeg i het voorjaar, koop tijdig een pot Sprutol. Bij alle Drogisten. Hypothecair crediet Betere verdeeling van den beschikbaren arbeid 99 Vraagt gratis proefnummers van SCHENKKADE 226 DEN HAAG Neem dadelijk 'n als de Griep U grijpt! 1 of 2 "Akkertjes", direct genomen, sluiien dien aanval. Die nare hoofd pijn, dat grieperige, rillerige gevoel en die opkomende koorts verdwijnen. Per koker van 12 stuks - 12 stuivers. Per doos van 2 stuks - 2 stuivers. NA TWEE JAAR LIJDEN haar hoofdpijnen kwijt en haar rheumatische pijnen verdwenen DAMES-HOCKEY Nederl. Dames XIB.M.H.C. juniores in Aantal en bedrag der inschrijvingen AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL schrijft ons: De jongste gebeurtenissen in Centraal- Europa hebben zich in zóó verras send snel tempo voltrokken, dat de lenschelijke geest eenigen tijd noodig heeft •h zich het feit van den „Anschluss" en e gevolgen daarvan te realiseeren. Ook in °ns land ontbreekt het niet aan allerlei ^schouwingen over deze gebeurtenissen en 'Sn spreekt de meest uiteenloopende ver achtingen uit. Dit alles is begrijpelijk en zal nog eenige tijd moeten verloopen eer men de thans geschapen positie Ustig kan overzien. Intusschen mag men dit !\el in het oog houden: al is het waar, dat ler te lande in het algemeen de inlijving |'an Oostenrijk bij Duitschland niet werd 0egejuicht voornamelijk om den „modus ^Uo", van den anderen kant moet men, elaas, wel aannemen, dat het succes van et nationaal-socialisme in Duitschland zijn aanhangers binnen onze grenzen weer wat jhoed heeft gegeven en daarmede gevaar •eeft opgeleverd van toeneming van onte vredenheid en wrevel. Dit feit valt o.i. niet 6 loochenen en het komt ons voor, dat het hiet voldoende is zich in allerlei specula tieve overwegingen te begeven ten aanzien van de vraag, „wat er nu in Europa zal Gebeuren," doch dat het gebeurde voor ons eeh waarschuwing bevat, om in ieder geval alles wat het nationaal-socialisme in ons {and kan bevorderen, zooveel mogelijk te ^strijden, althans te beperken. Het lijdt t°ch geen twijfel, dat het nationaal-socia lisme in ons land leeft van de crisis en de Cl"isis-gevolgen en al heeft het bij de vorige Verkiezingen een gevoelige nederlaag ge méén, wie eenige aandacht schenkt aan de facties, welke het gebeurde met Oostenrijk 'h sommige kringen heeft opgewekt, kan biet in het onzekere verkeeren omtrent de Vraag, waar de leiding der N.S.B. zal trach- 'ieh het geleden verlies te herstellen in be kringen der door de crisis het zwaarst Getroffenen, de werkloozen. En daarom mogen de jongste gebeurte nissen ons wel versterken in de overtuiging, bat bestrijding der werkloosheid de eerste de voornaamste taak blijft van de regee- maar ookvan de burgerij. Minister ^ORime heeft onlangs tot de werkgevers- Grganisaties een schrijven gericht, dat o.i. Zeer practische opmerkingen bevat: door beperking van het overwerk kan bereikt borden een betere verdeeling van den be reikbaren arbeid, hetgeen tot verminde- flftg van de werkloosheid zal kunnen en boeten bijdragen. Volgens den minister is bet eenerzijds noodzakelijk, dat bij de Werkgevers algemeen de ernstige wil aan wezig is, om niet dan in geval van strikte boodzaak gebruik te maken van het over- Werk-instituut en anderzijds, dat het be drijfsleven bij het zoeken van oplossingen, Waardoor de behoefte aan overwerk wordt Verminderd, zich verzekerd kan houden van de voorlichting en de volle medewerking Van de betrokken overheidsdiensten. Wij vestigen hierop de aandacht, omdat Wij meenen, dat op dit terrein nog wel wat te doen is- De groote werkgevers-organisa- tses hebben hun adhaesie betuigd met deze Clrculaire. Zoo schrijft „de Nederlandsche Werkgever", het orgaan van het Verbond van Nederlandsche Werkgevers: „dat tel kens in eigen kring wordt overwogen of bet meerdere werk niet kan worden opge vangen door het aanstellen »an meer men- Veertiendaagsch Indisch Nieuws- en Corres pondentieblad, tevens officieel orgaan van het Katholiek Indisch Bureau Besteladres: Telefoon 770567 Set K.I.B. stelt zich o.m. ten doel het ver strekken van Inlichtingen aan hen. die gaan naar en komen van Nederlandsch-Indië schen, is met het oog op de dringende nood zakelijkheid van werkloosheidsbestrijding zóó evident wenschelijk, dat een woord van aanbeveling daarbij vrijwel overbodig mag heeten." Inderdaad, en wij spreken het vertrouwen uit, dat nu op het woord ook de daad volge. En niet alleen van de particuliere werk gevers, doch óók van de overheid-werkgeef- ster. Wij meenen n.l., dat ook in tal van overheidsdiensten en -bedrijven overwerk nogal eens voorkomt. Ons tenminste zijn enkele gevallen bekend, waarbij het perso neel, hoewel het financieel voordeel heeft van het verrichten van overwerk, toch de voorkeur er aan zou geven, dat aan een normalen arbeidstijd de hand werd gehou den en het overwerk aan werkloozen werd overgelaten. Niet steeds zal dit, met het oog op de vereischte kennis en routine, moge lijk zijn, maarin tal van gevallen is het wèl mogelijk. En dan behoort o.i. de overheid het voorbeeld te geven, te meer daar het wegens besparing op den werk- loozen-steun ook financieel weinig offers zal kosten. Wel fixeer en, doch niet loslaten Uit de commentaren, die het vooront werp werkloosheidsverzekering links en rechts heeft gekregen, is wel dui delijk gebleken hoe moeilijk het begrip „normale wei'kloosheid" zich laat bepalen. Men kan zich indenken, dat men aan ar beiderszijde zijn hart vasthoudt wanneer straks, als het ontwerp in zijn tegenwoor dige gedaante wet wordt, in concreto moet worden uitgemaakt welke werklooze „normaal" is en hoe lang hij zulks blijft Het is volkomen begrijpelijk en valt ook geheel te billijken, dat men van die zijde aandringt op een formule, die zich minder tot willekeurige interpretatie leent. Wij hebben afgewezen niet in principe maar op grond van de huidige omstandigheden het begrip „normale werkloosheid", aldus omschrijft de heer Sch(utte) in „Herstel" het standpunt van het R.K. Werkliedenverbond, om dat het 'n begrip is, waarmee niemand in de huidige omstandigheden werken kan. Wy hebben daarvoor in de plaats gesteld den wensch om in de wet of liever in 'n algemeenen maatregel van bestuur 'n bepaalden uitkeeringstermijn te noe men, omdat alleen daarop een verzekering te bouwen is. De minister heeft de bepaling daar van overgelaten aan de eventueele bedrijfsorga nen, maar wij zijn er vast van overtuigd, dat niemand thans in staat is deze taak ook maar by benadering te vervullen aan de hand van het begrip „normaal" Tegen dit voorstel om de „normale werk loosheid" te fixeeren in den vorm van een uitkeeringstermijn bestaat onzes inziens geen principieel bezwaar. Mits er verband blijft tusschen het één en het ander. Is de „normale werkloosheid" in de textielindu strie een andere dan in de bouwvakken, dae moet de uitkeeringstermijn in deze beide takken van bedrijf dienovereenkomstig ver schillen. Dat bedoelt echter het R.K. Werklieden verbond blijkbaar niet Wil de werkloosheidsverzekering, die onder de invloed van de crisis reusachtig afgetakeld is, weer iets gaan beteekenen, vervolgt de heer Schutte, dan zal de termijn, of zullen de termijnen, die in de wet of een algemeenen maatregel van bestuur worden opgenomen, niet al te gering mogen zijn. De huidige toestand, waarin de zelfhulp een zoo ondergeschikte plaats inneemt tegenover de steunverleening e.d.g., bevredigt n.l. niemand. Eenige uitbouw van het verzekerings-insti- tuut is alleen mogelijk, indien de inkomsten worden vergroot. Wij zien geen kans deze uit sluitend op het bedrijfsleven (werkgevers en werknemers) te verhalen. Vandaar ons voorstel, dat ook de overheid zal biyven büdragen. Deze opvatting verlaat geheel en al de principieele verantwoording van het ont werp werkloosheidsverzekering. Zij doet het voorkomen alsof hier een psychologi sche kwestie aan de orde is, alsof het om de vraag gaat wat verkieslijker is, over heidssteun of zelfhulp. En omdat de heer Sch. zelfhulp zoo mooi vindroept hij den steun van de overheid in! Dat alles heeft echter met de grondge dachte van het ontwerp weinig uitstaande. Alleen Pokon lost direct geheel op in water. Zoo kun nen plantenwortels voedsel opzuigen Minister Romme gaat uit van den e i s c h der billijkheid, dat het bedrijf, voor zoover het aansprakelijk is voor een zekere werkloosheid, ook voor de gevolgen van die werkloosheid opkomt. Het lijkt ons niet in het belang van het Katholiek Werkliedenverbond zélf, wan neer het ertoe meewerkt deze volkomen heldere sociale billijkheids-gedachte te vertroebelen door er andere ideeën, hoe verantwoord deze op zich zelf ook mochten zijn, door heen te mengen. De Commissie, die deze prijsvraag uitschrijft, acht het noodig nog eens de eischen te herha len, waaraan de inzendingen moeten voldoen. Wat den vorm van den tekst betreft, zij het volende uit den eersten oproep gememoreerd: Het lied moet bestaan uit twee, hoogstens drie coupletten; het rhythme moet eenvoudig zijn. De inhoud zij bij voorkeur verhalend, en zoo mogelijk geïnspireerd op Brabants grootsch verleden. Inzendingen, vóór 1 Mei 1938, aan: Mr. P. van Lanschot, burgemeester, 's Hertogenbosch. Deze inzendingen mogen niet den naam van den dichter dragen, maar moeten onderteekend worden met een motto. De naam van den dichter moet zich bevinden in een bijgevoegde, gesloten enveloppe, die op de buitenzijde het zelfde motto draagt. (Ingezonden Mededeeling) „Meer dan twee jaar lang werd mijn leven vergald door vreeselijke hoofdpijnen, duizelig heid enz. en mijn rheumatische pijnen waren soms niet te dragen. Ieder bekend middel probeerde ik. Op een goeden dag begon ik met Kruschen Salts, in de hoop, dat mijn hoofd pijnen dan wat minder zouden worden. Denkt U mijn vreugde in toen ik bemerkte, dat al mijn klachten verdwenen. Ik zou niet meer zonder Kruschen willen." Mevr. M. P. A. te W. Kruschen is een samenstelling van zes ver schillende natuurüjke zouten, die ieder voor zich een heilzame werking uitoefenen pp Uw inwendige organen. Begin nog heden met de dagelijksche kleine dosis en U zult U gezonder en gelukkiger voelen. Kruschen Salts is uit sluitend verkrijgbaar bij apothekers en erken de drogisten 0.40, 0.75 en 1.60 per flacon. Let op, dat op het etiket op de flesch, zoowel als op de buitenverpakking de naam Rowntree Handels My„ Amsterdam, voorkomt. Myn vader had z'n eigenaardigheden, maar was toch een flink en practisch mensch. Zoo meende hij men bedenke, dat het zestig jaar geleden is een middel gevonden te hebben om een oog te houden op de uitgaven. Wanneer hij m'n moeder geld gaf, dan vroeg hij waar 't voor was en schreef het op in z'n no titieboekje. Dan kon hij later precies nagaan waar iedere dollar gebleven was. Ja, dat dacht hij. Maar 't kwam lang niet altijd uit. Zoo keek hij eens een keer in z'n boekje. „Daar staat het," zei hij tegen m'n moeder. „Den 15den heb ik je vijf dollar gegeven voor een nieuwen koffiepot." „Dat kwam omdat jij den ouden gebroken had," repliceerde m'n moeder. „Daar heb ik 't niet over," zei m'n vader weer. „Ik wil alleen maar weten „Ja, maar Amos, 't is toch te gek om een koffiepot te breken, en nog wel zoo'n verstandig mensch als jij bent. 'tWas de Engelsche pot.... en ik kon geen Engelsche meer krijgen." Maar vader hield voet bij stuk. „Ik heb je vyf dollar gegeven en je hebt er een by Pinker- ton gekocht en laten opschryven. Hier is de rekening: een geel aarden koffiepot, vier dollar." „Dan heb ik een dollar uitgespaard," juichte m'n moeder. „Geef maar gauw hier dien dollar." „Wat heb je met die vyf dollar gedaan?" vroeg m'n vader. „Ja, dat weet ik niet meer. Waarom vraag je dat nü pas?" ,,'tls me wat moois." „Wacht," zei m'n moeder en legde nadenkend haar rechterwijsvinger op haar reehterneus- vleugel, „ik heb er een nieuwe parapluie voor gekocht; die had ik hoog noodig. Voor vier dollar vijftig." Vader nam z'n potlood en schreef: „Parapluie voor 4.50 dollar." „En dat zal in die week geweest zijn," ging moeder voort, „dat ik de waschvrouw twee da gen gehad heb; dat is twee dollar; dat wordt zes vyftig. Dan krijg ik nóg vijftig cent van je." „Maar Mirjam!" riep m'n vader, „je schynt te denken dat ik m'n hand maar in m'n zak behoef te steken, om geld te krijgen!" Nu, daar bleef het dien keer bij. Maar op een middag kwam moeder vreese- lijk opgewonden thuis. „Is hy al bezorgd?" vroeg zij aan ons tweede meisje. Ons tweede meisje zei dat er niets was be zorgd, voor zoover ze wist. Toen rende moeder naar boven, waar ze ze nuwachtig in d'r slaapkamer op en neer ging loopen. 't Bleek dat ze naar een verkooping was geweest en daar een oude staande klok had gekocht, maar niet betaald had. Moeder wist, dat ze naar geen verkooping moest gaan. Haar zucht, om dingen te koopen, die ze eigenlijk niet noodig had, kwam daar steeds boven. En dit maal was 't niet eens een koopje, dat ze ge daan had. Die klok was een verschrikkelyk oud ding, over de twee meter hoog en eigenlyk had ze een heel andere willen hebben. De oude juf frouw Knockwinkle had een veel mooiere op die zelfde verkooping gekocht. Daarbij kwam dat by moeder's klok die nog niet betaald was achter 't glas boven de wijzerplaat een grynzend mannetje was, dat ze niet zoo dade lijk gezien had, een grijnzend mannetje, dat ze vreeselyk leelijk vond erf dat maar steeds met 't tikken van de klok op en neer sprong. Als ze er maar even naar keek, werd ze er al naar van. Enze had het geld niet, en die klok zou nog vandaag thuis bezorgd wordenen wat zou vader er wel van zeggen? Moeder kwam aan tafel, maar ze kon haast geen stukje eten door de keel krijgen. Een uur later echter, toen er gebeld werd, raapte zy al haar moed bijeen en vertelde het aan vader. Enwonder boven wonder, ze kon het haast niet gelooven, 'tviel dit keer mee. Als de klok vroeger was gekomen, zou het allicht een ramp voor haar ge weest zijn, maar nu was vader in t-v j z'n humeur, hy LJe OUü£ had smakelyk j i r r - naar z'n zin ge- SlCLCLfldC Klok I geten. Daarby kwam, hij had een zwak voor klokken. Door 't heele huis hingen deze tijdwijzers en niemand mocht ze opwinden dan hy zelf. Ge regeld iederen Zondag, na 't ontbijt, deed hy de ronde, zette ze naar z'n eigen horloge, dat altijd uitstekend liep, gelyk en sprak over capa citeiten en eigenaardigheden van iedere klok. Wanneer hy spms, op 't heele uur, de trap afkwam, nam hy z'n horloge in de hand en spitste z'n ooren, in de hoop dat ze allemaal tegelyk zouden slaan. En als dat niet gebeurde, dan werd hy kwaad. Zoo nam hy 't de voorbarige blauwe klok in de logeerkamer hoogst kwalijk, dat ze te vroeg sloeg en foeterde tegen de luie groote klok in de eetkamer, dat ze een minuut te laat begon te slaan. Toen moeder hem nu naar de gang bracht om hem te laten zien wat ze gekocht, maar niet betaald had, en toen hy zag dat het een klok was, helderde z'n gelaat op en zei hy er weinig over. Een oogenblik later was hy druk bezig moe ders nieuwen aankoop naast de gangkast op te stellen. Voornamelyk het op en neer springend grynzend mannetje, dat moeder niet kon zien zonder er naar van te worden, trok in hooge mate z'n welwillende belangstelling. „Daar kan ik wel een kwartier en langer ach ter elkaar naar blyven kijken," lachte m'n va der. En hij deed het dikwijls ook. En moeder raakte al heel gauw verzoend met de klok en het grijnzend mannetje, toen vader de rekening, die twee dagen daarna gepresen teerd werd, zonder aanmerking betaalde. Eindelijk kwamen ze waar ze zijn wilden, de gevangen ka bouter maakte het venster van zyn cel open en de vogel en de slotemaker wipten naar binnen. „Ik ben bly, dat ik je zien kan," zeide de kabouter." „Dat zal waar zyn," merkte de andei op, „anders was je stekeblind. En zeg me nou maar eens, wat ik zoo voor je moet verhapstukken. Ik wil graag het naadje van de kous weten." „Kyk," zei de gevangen kabouter, terwijl de professor, die in een uil veranderd was. ook eens kwam kijken, „we hebben een sleutel van de deur noodig." „Dat kan gebeuren," zeide de slotenmaker, „ik zal eerst een afdruk van het slot nemen." „Ja,wat zal ik zeggen, meneer de uil, met passen en meten wordt de tijd versleten Zaterdagmiddag om half drie speelt het Nederl. Dames XI op het terrein aan den Zee weg te Overveen een oefenwedstrijd tegen het C-elftal van de B.M.H.C.-juniores. De laatste 1ste klasse cómpetitiewedstryd van het seizoen B.D.H.C.-Hilversum wordt Zondagmorgen te Bloemendaal gespeeld. Een overwinning van Hilversum, welke wij intus schen niet verwachten, kan Rood Wit nog de derde plaats kosten. Tot de belangrijkste wed strijden in het Westen behooren Amsterdam- H.T.C.C. om het landskampioenschap en Togo- 't Gooi. Amsterdam zal o.i. gedecideerd van de zuidelyke kampioensploeg winnen, omdat het verschil in spelkwaliteit tusschen het Wes- telyke en Zuidelijke dames-hockey veel groo- ter is dan by heeren-hockey het geval is. 't Gooi behoeft na de 3—1 overwinning te Bus- sum behaald, op Waalsdorp slechts gelyk te 6pelen om voor de 1ste klasse behouden te blyven. FABRIEK TE DIEREN De zoo juist verschenen statistiek van het grondbezit over de jaren 1928 tot en met 1937 bevat uitvoerige gegevens betreffende de inge schreven en de doorgehaalde hypotheken en gaat reeds van 1870 af de ontwikkeling van het hypothecaire krediet na. Van alle in de statistiek vermelde vyfjaar- lijksche tijdvakken en afzonderlijke jaren komt het hoogste aantal nieuwe inschrijvingen voor in het jaar 1928 (88.702) en het hoogste bedrag dezer inschrijvingen in 1931 (f 941 millioeni. Onder den invloed van allerlei ongunstige fac toren is daarop een sterke daling gevolgd, die haar dieptepunt bereikte in 1936 (46.718 in- schryvingen tot een totaalbedrag van f 295 millioen). Het jaar 1937 heeft weer een groote verbetering (58.661 inschrijvingen tot een totaal bedrag van f 484 millioen). Bij de doorhalingen vallen overeenkomstige dalingen en stijgingen op te merken. In tegenstelling met vroegere jaren blijkt evenwel over de jaren 1934 tot en met 1937 telkens een grooter bedrag doorgehaald dan ingeschreven te zyn. Van het in totaal in 1937 nieuw ingeschreven bedrag werd f 94 millioen genomen op landelijke eigendommen en f 359 millioen op gebouwen. By de verdeeling van het aantal nieuwe hypotheken naar de hoegrootheid der schuld, biijkt, dat 54 pCt. (31.746) der hypotheken in de groep van f 1000 tot f 5000 valt. Over 1928 werd nog ruim 51 pCt. van het .o- taalbedrag der hypotheken ingeschreven tegen een rentevoet van 55% pCt. en slechts 1.7 pc tegen een rentevoeet van 44% pCt. Daaren tegen werd over 1937 nog geen 7 pCt. van het totaalbedrag der hypotheken ingeschreyen ^- gen genoemden rentevoet van 5—5% pCt doen ruim 47 pCt. tegen den rentevoet van 4—4% pCt. A T T T"« A nrVATMr" 9C op dit blad zijn ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen -f-l bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door lp l7gA F 250*" ALLE ABONNE S ongevallen ve^ekerd voor een der volgende uitkeeringen t 7DU." verlies van beide armen, beide beenen of beide oogen F I OU.- doodelyken afloop 1 WV. by verlies van een hand. een voet oi een oog. öoor C*0UBTTAN ^AUGEN 6 Dick Kenton was dus in deze verlaten, stille 5traat nog niet veilig. Toen hy bebloed en met Gescheurde kleeren aan den overkant van den ^rkmuur overeind klauterde, luisterde hij een °°genblik, tot hij het knarsen van een open- Geraaide tuindeur vernam. Dan rende hy, zoo hy kon, den tegenovergestelden kant uit. 9 bevond zich nu op 'n vlakken, open weg en Mjfelde er niet meer aan, dat het hem gelukt as te ontkomen. ^4et wilde sprongen zwenkte hy een zijweg in Gtl verdween in een donkere steeg. Toen hij even P^keek, zag hy, dat een van de vervolgers ,6th toch nog vlak op de hielen zat. En wel, e man met het litteeken. Het zag er naar P't, tja-t deze hem spoedig zou inhalen. Ken- die weinig lust gevoelde om half Londen ?°or te rennen, in de hoop ergens een agent Pp ontmoeten, besloot den stryd tegen hem op hemen. „*ïij verminderde langzaam zijn vaart, tot de an- ere hem tot eenige meters genaderd was. „Halt of ik schiet!" hijgde deze. Kenton sloeg een dwarsstraat in en bleef om den hoek plotseling staan. De man met het litteeken stoof hem eenige seconden later voorbij en met een geweldigen vuistslag trof Kenton hem tegen den linker slaap. Zonder eenig geluid stortte hy tegen den grond. Kenton rende nu enkele straten door, minderde dan zijn vaart en wandelde tenslotte kalm ver der. Enkele minuten later ontmoette hij een leege taxi en liet zich naar huis ryden. Hy had er niet het minste vermoeden van, in welk gedeelte van Londen hij zich bevond. Wel had hij gezien, dat 't een buitenwyk moest zijn. „Waar zijn we hier?" vroeg hij den chauf feur. „Hammersmith", luidde het antwoord. Onderweg berekende Kenton, dat het huis, waaruit hij gevlucht was, ergens in Chiswick moest liggen, doch nauwkeuriger wist hij 't toch niet aan te duiden. In zijn wilden ren had hij niet gelet op de huizen, noch minder op de straatnamen. Langzamerhand trad nu de reactie in. Na den strijd en de spanning, die hem overeind ge houden hadden, voelde hy zich volkomen wil- en machteloos. En toen de auto in Cur- zonstreet stilhield, sliep hy. De chauffeur wachtte geduldig, tot zyn passagier zou uitstap pen. Eindelijk sprong hij van achter zyn stuur rad en opende het portier. Hij had wel vijf minuten noodig om Kenton wakker te krygen. Burke moest er aan te pas komen, om zijn meester naar boven te dragen. Kenton was na de geweldige krachtsinspan ning styf in alle spieren en zoo moe, dat hij de oogen nauwelijks kon openen. Terwyl Bur ke bezig was de schrammen en wonden te ver zorgen, sliep hij weer in. Het was inmiddels vijf uur in den ochtend geworden. En toch begaf hij zich tegen den afgespro ken tyd naar Hyde Park, om Lady Evelyn te ontmoeten. V. EEN ZONDERLING VOORVAL Het was voor Henry Burke geen gemakkelijke taak, om zijn meester om half tien wakker te krijgen. Eerst klopte hij, zooals gewoonlijk, zachtjes op de slaapkamerdeur, doch geen ant woord. Hy klopte luider en luider. Toen echter ook dit niet hielp, stapte hij tenslotte de kamer binnen en zag, dat Kenton nog even vast sliep, ofschoon de zon met volle kracht in de ka mer scheen. Burke trad op 't bed toe en trok de dekens weg. Dan zette hij den nog steeds slapende over eind en begon hem heftig heen en weer te schudden. Hij had immers uitdrukkelijk order gekregen omtrent 't wekken en hij dorst Riet ongehoorzaam te zijn. Eindelijk opende sir Ri chard de oogen, doch het duurde nog een heele poos, voor hij klaar wakker was. Den vorigen nacht had hij drie uren geslapen en dezen nacht, na de bedwelmende inademing van chlo roform en de bovenmenschelijke krachtsinspan ning niet langer dan vier uren. Het was dan ook niet te verwonderen, dat hij slecht gehumeurd was en Burke ruw van zich afstootte. „Het is bijna tien uur, sir!" riep Burke. „U wilde om tien uur immers 'n rijtoer maken?" Nu eerst werden Kenton's hersens weer ont vankelijk voor indrukken en kreeg hij weer con tact met de buitenwereld. Burke stond nu ver baasd om de verandering, die er opeens bij Kenton intrad! Kenton's oogen straalden, als hy er aan dacht, dat hij haar weer zou tref fen. „M'n rycostuum, Burke!" riep hij opgewekt. „En zorg dat mijn schoenen keurig gepoetst zijn, vlegel!" voegde hij er lachend aan toe. „Het bad is gereed", stamelde Burke, en ver dween met de schoenen, nog steeds verwon derd over deze onverklaarbare goede stem ming. Kenton voelde zich nog steeds als gerad braakt. De schrammen waren talrijker pn die per, dan hij gemeend had. Doch twee er van maakten hem 't meest bezorgd, hoewel zij toch vrij onbeduidend waren. Die zaten op z'n wang en hy offerde wel twee minuten van zijn kost baren tijd op, om ze met een huidkleurigen pleister zoo goed mogelijk te verbergen. Hij be trapte er zich op, dat hij opeens ijdel geworden was. Als sir Richard zyn paard in een vollen galop, met een ruk deed stil staan onder de boomen van Hyde Park, was 't nog één minuut voor half elf. Hij had nauwelijks den tijd om z'n das even recht te schikken, toen lady Evelyn reeds kwam aangereden, ditmaal uit de tegen overgestelde richting. Zij groette hem reeds van uit de verte met een allerliefst glimlachje en Dick was hierdoor zóó gelukkig, dat hy het geheele avontuur en al 't andere op de wereld vergat. Hij boog zich over hare hand en kuste die eerbiedig. „U is zeer mooi, Evelyn", zei hij. „Maar dat zal voor u niets niejiws zijn, niet waar?" Zij trok haar hand terug. „Neen", antwoordde zij, „als ik daar niet van overtuigd was, dan zou ik niet hier zijn". Wederom scheen 't Kenton, als lag er in haar oogen een onverklaarbare, hatelijke gloed. „Wat wilt u daarmee zeggen?" vroeg nij. „Dat zult u nog vroeg genoeg vernemen, Sir Richard.... oh, pardon.... Dick", antwoordde zij, weer even hartelijk als in het begin. Gedurende het uurtje, dat zij nu samen ge zellig babbelend doorbrachten, verwonderde Ken- ton zich steeds weer opnieuw over de raadsel achtige houding van het jonge meisje. Soms wendde zij plotseling, zonder de minste reden, zwygend het hoofd van hem af, en haar trek ken gaven dan iets als afkeer te lezen, wat Dick in hooge mate griefde. Doch even later lachte zij dan weer luid op en scheen den grootsten schik te hebben. Kenton vertelde haar van zijn nachtelijk avontuur, den overval, het angstaanjagende gesprek en zijn vlucht uit het geheimzinnige huis. Zij luisterde aandachtig toe, zonder hem ook maar even te onderbreken. Het was intusschen half twaalf geworden en Zij moesten afscheid nemen. Zij vroeg hem nog vlug, of hy wist waar 't huis ergens Hij zeide van neen, maar hoopte, dat 't de politie wel lukken zou, om 't te vinden. „Hebt u de zaak al aangegeven?" „Nog niet. Maar direct na de lunch ga ik naar Scotland Yard." Lady Evelyn keek op haar horloge. „Ik moet naar huis," zeide zij. „Kunnen we elkaar dezen namiddag niet ergens treffen?" vroeg Kenton. Het deed hem werkelijk pyn, dat hij van haar moest scheiden. „Of zullen wij vanavond samen soupeeren? By Milan op 't strand byvoorbeeld, in een gereser veerde kamer. Niemand hoeft ons te zien." Lady Evelyn scheen te overleggen. „Zeg ja, Evelyn," drong hy aan. ,,'t Is nog zoo lang tot morgen." „Ja, ik zal om acht uur komen. Je kunt me voor den ingang opwachten. Ben je nu tevre den?" Hij kon nog maar steeds niet begrijpen, dat deze oogen, die hem nu zoo vriendelijk en ge lukkig tegenstraalden, daarjuist nog zoo hard en donker waren, als vervuld van haat. Toen hij wegreed, wuifde zy hem nog langen tyd na. Nadat Kenton in een restaurant geluncht had, om zyn vriend te ontwijken, begaf hij zich naar Scotland Yard en gaf den portier zijn kaartje voor den chef der detective-af deeling. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 13