Welke stoffen brengt Voorjaar
1938 ons?
.1
Bewogen dagen voor den Vic
De ontvangst der
derde noviteit
a
z
a
a
a
RADOX
s~
z
7
7
a
7
a
a
7
7
H
z
s>
7
7
s
G
7
7
7
EEN RIJKE KEUZE
9
G
1
9
G
9
9
G
7
7
3
9
7
9
9
7
9
9
G
S
G
9
9
7
7
G
7
9
3
7
G
G
3
3
VETPUISTJES
ZONDAG 27 MAART 1938
ONS PRIJSRAADSEL
Leverde deze puzzle aan sommige
getrouwen onoverkomelijke
moeilijkheden op?
Een cijfer-probleem
ONDER DE MEEST EXCENTRIEKE HOEDEN heeft de geliefkoosde breton nog
altijd een plaats weten te behouden
Oplossing kettingraadsel
a
Prijswinnaars
Het nieuwe raadsel
Z
l
i
Z
3
9
S
i
3
9
Z
Z
S~
G
G
5"
3
Z
3
9
Z
3
7
l
3
3
9
3
Z
2
3
-3
S~
6"
3
9
9
9
3
HET CULBERTSON-SYSTEEM
V'
Huwelijksécholen in Japan
BRABANTSCHE BRIEVEN
Maar schoone Paaschdagen schijnen op komst
„Uitzonderingen bevestigen den regel," zegt
een bekend spreekwoord. En gelukkig is dat
Ook hier van toepassing. Want stelt u zich
Voor, dat op den regel, dat „een vrouw altijd
op zich laat wachten" eens geen uitzondering
Was geweest, wat hadden wij arme vrouwen
dan moeten doen bij de onverwachte Maart-
sche warmte der laatste dagen? Hadden we
met bontjassen en gebreide jumpers moeten
blijven loopen in de 20 gr. Celsius, waarmee
de eerste lentedag ons dit jaar verraste? Of
hadden we allemaal volgens persoonlijke im
pulsen voorjaarstoiletten moeten gaan ont
werpen?
U zegt, dames, dat ik niet duidelijk ben, dat
ik in raadselen spreek! Ach, neemt u mij niet
kwalijk, ik vergat u te zeggen, dat de uit
zondering, die ik bedoelde „Vrouw Mode" was.
Vrouw Mode, die ondanks de vergissing van
het voorjaar, om veel te vroeg te komen, toch
al klaar stond in bonte schittering van lente-
kleuren. Nee, zij liet ons gelukkig niet wach
ten! En, origineel als zij steeds is, brengt zij
ons ook dit jaargetijde weer vele „nouveau-
té's."
Daar hebben we, om te beginnen, de rijk-
bebloemde zijden: crêpe georgette, crêpe mat
en cretonne stoffen. We zien hier direct, dat
de mode „multicolour" is. Groote bloemen of
bloemenranken in vier, vijf of zes kleuren,
Vormen het dessin. En de kleurencombinaties
zijn veelvuldig en zeer gedurfd. Toch treden
Wel degelijk hierbij eenige tinten op den voor
grond, zoodat we die als modekleuren kunnen
aangeven. Het zijn, in het kort gezegd, de
impressionnistische kleuren. D.w.z. dat zé ge
ïnspireerd zijn op 't Fransche impressionnis-
me en dan ook de namen dragen van deze
schilders:
ocre cezanne
roux manet (oud rose)
bleu renoir
fraise gaugain
rouge degas.
Voor avondkleeding worden deze gebloemde
stoffen veel gedragen als onderjapon, met een
wijde japon van tulle er over heen. Behalve
zijde zijn ook crêpe georgette en crêpe mat
zeer in de mode voor avondjaponnen.
Naast deze kleurige stoffen neemt 't kant-
Werk een belangrijke plaats in voor de meer
Wanneer wij naar de stad gaan om te
wandelen of te winkelen is een mantel
of mantelcostume altijd 'n ideale dracht.
Sportief is het geruite jasje met de
groote opgestikte zakken; meer gekleed
de mantel met schouderstuk in een
lichtere tint, waaraan 't bobbetkraagje
een jeugdig cachet verleent
gekleede japonnen. Zeer modem is: openge
werkte zijde of kunstzijde, die. geborduurd of
ge-ajourd is met verschillende kleuren. Voor
het borduurwerk wordt echter ook wel dezelf
de kleur als die van de stof genomen, zooals
wij bijv. zien bij het „broderie anglaise", een
imitatie-linnen stof, die, open gewerkt, een
zeer fijn kanteffect geeft.
Ook voor middagjaponnetjes en meer spor
tieve costuums wordt het linnen op velerlei
wijzen geïmiteerd. Deze imitatie, die kunstzij
de, of kunstzijde met wol is, heeft boven het
werkelijke linnen voor, dat het soepeler is en
minder gauw kreukelt; twee zeer belangrijke
voordeelen.
Een nouveauté, die belooft zeer veel succes
te hebben is: een japonnetje van dit fanta
sie-linnen in bijv. naturelkleur, opengewerkt
en omgeborduurd met een frissche kleur en
hieronder een zijden onderjurk in dezelfde
kleur als het borduurwerk, die tevens nog als
garneering in den hals boven de linnen jurk
kan uitsteken. Het fantasielinnen behoeft
niet altijd opengewerkt te zijn; het wordt ook
op diverse manieren met kleuren geborduurd
en gegarneerd.
Natuurlijk bestaat niet de heele voorjaars
collectie uit gebloemde of kanten stoffen. We
zien dit jaar ook weer alle soorten strepen
en ruiten. Bij de avondjaponnen is dit dan
voornamelijk de taffetzijde, doch voor middag
japonnetjes vinden we deze motieven op alle
mogelijke soorten van stoffen. En dan is er
een eindelooze hoeveelheid kleine bloemetjes,
stippen, strepen en andere fantasieën, die
de imprimé's sieren.
Voor eenvoudige, frissche ochtendjapon
netjes is er dit jaar een groote verscheiden
heid in het cloqué-katoen. Als middagtoilet
je schijnt deze lente het „vistra", een soort
wol-mousseline, de meest geliefde stof te zijn.
Aangezien de tailleurs, die verleden jaar
al zeer in trek waren, dit jaar blijkbaar hun
hoogtepunt bereiken, zien we vele wollen stof
fen. Behalve de effen mantelpakjes, zullen de
z.g. composé's veel gedragen worden, waarbij
de rok effen is en de mantel geruit (doch in
dezelfde tint als de rok)of de mantel effen
en de rok geruit.
De angorawol was zelden zóó geliefd als dit
jaar. En ook op deze stof vinden we alweer
kleurig borduurwerk van wol of zijde.
U ziet wel, dames, voorjaar 1938 heeft ons
weer heel wat nieuws gebracht en het zal u
zeker niet moeilijk vallen uit dezen rijken
overvloed van stoffen een keuze te doen voor
uw eigen voorjaars-garderobe!
MARYE.
De derde noviteit op het gebied van prijs
raadsels was er weer een, die in onze rubriek
zwaardere nummers thuis hoort. We moeten er
eens eerlijk voor uitkomen, dat we door een
onzer voorwaarden, welke we bij een volgende
gelegenheid dus zullen weglaten, de opgave voor
velen blijkbaar wat te lastig hebben gemaakt:
de voorwaarde, dat geen twee of meer woorden
met eenzelfde letterpaar mochten aanvangen.
Dat gaf nog al wat woordformaties, waarbij we
een vraagteeken moesten plaatsen, b.v.:
perkara Albarda Gestapo orgiast
steunen kalfvee neerhof geblaam,
enz. enz.
Toch kregen we van het krachtnummer een
flink aantal proeven van dapper volhouden, tot
men een dergelijke, hier en daar zelfs dubbele,
serie gevonden had een en ander bracht heel
aardige variaties op ons ontwerp. Een paar voor
beelden:
1. Raadsel ellende decreet etagère
reclame meteoor origine negerin
intrige geweten envelop opkomst
stadion ongeval algebra raadsel.
2. Raadsel ellende deemoed edelman
antenne neusgat atelier eremiet
etalage gelofte terrein intrest sta
tion onthaal algebra raadsel.
Als men 't zoo voor zich ziet, lijkt het toch
niet zoo moeilijk
Onze ketting kan, met inachtneming der vier
condities, als volgt worden samengesteld:
1.
raadsel
9.
neomist
2.
ellende
10.
sterfte (sterkte)
3.
deemoed
11.
terrier
4.
edelman
12.
eremiet
5.
anagram
13.
etalage
6.
Amerika
14.
geschal
7.
kantoor
15.
algebra
origine
16.
raadsel
De uitgeloofde prijzen werden door het lot
toegewezen aan: M. A. Baayens, B 80, Ruur-
lo; mevr. C. M. DellevoetPeddy, Olycan-
straat 14, Haarlem; mej. Trees Duisters, Beu
gelsplein 8, Helmond; J. v. d. Heyde, Sarphati-
park 55, Amsterdam-Zuid; mej. J. Lansirik,
Boerhaavelaan 35, Bussum; J. Waayer, Ven-
tersgracht 12, Volendam.
Thans kunnen onze puzzelaars zich bezighou
den met het nevenstaande cijferprobleem
In de middelste horizontale rij der figuur
bevindt zich het sleutelwoord 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7,
8, 9, met welks letters alle overige horizontale
rijen van woorden zijn voorzien. Het sleutel
woord is een aardrijkskundige naam. Het
woord in de bovenste horizontale rij is een tel
woord, en dat in de onderste rij noemt een
deel van onze kleedij. Als we nu nog even
hebben opgemerkt, dat alle overige rijen, be
halve de achtste van boven, een zelfstandig
naamwoord leveren, meenen we ce verdere be
handeling van zaken aan onze puzzelaars te
kunnen overlaten.
Onder de inzenders van een goede oplossing
worden weer zes fraaie prijzen verloot.
Oplossingen worden tot Vrijdagmiddag 12 uur
ingewacht bij den heer G. M. A. Jansen, Ruys-
daelstraat 60, Utrecht.
Zooals ik reeds de vorige maal heb aange
kondigd, zal ik thans het Culbertson-bied-
systeem in groote trekken behandelen; de fi
nesses kunt u dan indien u dat wenscht
uit een speciaal leerboek opdiepen.
De basis van dit systeem is het honour-
tricks-stelsel. Honour-tricks zijn verdedigende
slagen, dus slagen, die men als tegenspeler
maakt. Het lijstje is aldus:
I. B.
2 H. T.
1% H. T.
1 H. T.
H. T.
waarde
H. T.
A. H
A. V.
H. V.
A.
H. V.
H. B. 10
H. x en V. x (in versch. kl.)
H x
V. B. X
V. x en V. x (in versch. kl
H.
V. x
B (in A. B. x of H. B. x)
B x en B x (in versch. kl.)
V. of B. (in A. H. V.,
A. H. B. of A. V. B.)
Er zijn in totaal 8 a 8(4 H. T. in het spel.
Met 5Vi> of meer H. T. (in 2 handen) is de
manche waarschijnlijk!
Met meer dan 6(6 H. T. (in 2 handen) slam
waarschijnlijk!
Biedbare en herbiedbare kleuren!
Biedbare kleuren zijn: le. alle 4-kaarten met
2 honneurs, waarvan tenminste de boer de
laagste is (V. B. x x, H. B. x x, H. V. x x enz.)
2e. alle 5-kaarten, waaronder tenminste de
boer (B. x x x x, V. x x x x enz.)
3e. in geval van nood mogen deze eischen
verlaagd worden, mits er compensatie is in 't
aantal H. T., zoodat met H. 10 x x of zelfs met
V. 10 x x mag geboden worden.
Herbiedbare kleuren zijn:
le. 5-kaarten met A. H. of 3 honneurs (H.
B. 10 x x enz.)
2e. iedere 6-kaart.
Sterk-herbiedbare kleuren zijn: kleuren, die
5 zekere slagen bevatten.
Een biedbare kleur mag zonder steun slechts
éénmaal geboden worden. (Steun mag slechts
met V. x x of x x x x of meer gegeven wor
den).
Herbiedbare kleuren mogen zonder steun
tweemaal geboden worden.
(Steun mag met V. x, x x x of meer gege
ven worden!).
Sterk herbiedbare kleuren mogen driemaal
zonder steun geboden worden. (Steun mag
met een singleton of meer gegeven worden).
Men moet het bieden openen, onafhanke
lijk van de kwetsbaarheid en onafhankelijk of
men 1ste of 4de hand biedt met 3 H. T. en
een biedbare kleur of met 2% H. T. en een
herbiedbare kleur!
In geval van gunstige distributie mag men
vooral in geval van 2e of 3e hand deze eischen
nog iets verlagen!
Wat de keuze tusschen meerdere biedbare
kleuren betreft, verwijs ik u naar de artikelen
van 30 Januari 1938 tot 13 Februari 1938,
waarin dit onderwerp uitvoerig is behandeld.
In geval het noodig zou zijn om een gele
genheid te scheppen later een andere kleur te
bieden, terwijl er maar één biedbare kleur
aanwezig is, is het geoorloofd om een 3-kaart
in een der lage kleuren te bieden.
Voorbeeld: Sch.: A. H. B. 5
H.: 7 4 3
R.: A. B. 9
Kl.: 5 3 2
Biedt op deze kaart 1 ruiten II
De volgende maal zullen we het antwoord
op 't één in een kleur bod en het 1 S. A.-
opening-bod behandelen.
Ter afwisseling zullen we echter het pro
bleem van de vorige maal behandelen:
Een theelepel Radox in een glas warm water
doet wonderen. Eén behandeling verwijdert ze.
Bij apothekers en erkende drogisten a f0.90
per pak en i 0.15 per klein pakje.
Sch.: H. 9 5
H.: H. 7 3
R.: A. B. 4
Kl.: V. 9 5 2
Sch.: B. 4 3
H.V. B. 10 8 4
R.: 10 7 6 2
Kl.: 6
Sch.: V. 8 6 2
H.: 9 6 2
R.: V. 9 5
Kl.: B. 8 3
Sch.: A. 10 7
H.: A. 5
R.: H. 8 3
Kl.: A. H. 1074
Zuid moet 6 klaveren spelen en West komt
uit met Harten vrouw.
Hoe moet Zuid spelen om de grootst moge
lijke kans waar te nemen om het contract te
vervullen?
M. a. w.: hoe moet het speelplan luiden, dat
de spelleider (zooals bij ieder spel) moet op
maken?
Oplossing:
Zuid telt 11 zekere slagen. De 12e slag kan
op twee manieren gemaakt worden:
le. Uit een snit in ruiten (hetgeen in dit
geval mislukt);
2e. Door de tegenpartij te dwingen, ofwel
in de dubbele renonce te trekken, ofwel in
Schoppen.
De eerste methode biedt 50 pet. kans, zoo
als iedere snit.
De tweede methode biedt 75 pet. (afgezien
van slecht troef-zitsel) en geniet dus de voor
keur.
Zuid moet dus als volgt spelen:
De eerste slag wordt in eigen hand genomen
en Klaver Heer wordt gespeeld om te zien
hoe de troeven zitten. Vervolgens wordt nog
tweemaal troef geslagen en dan Harten Heer
uit Noord gespeeld en Harten 7 door Zuid in-
getroefd. Nu worden Ruiten Heer en Ruiten
Aas achter elkaar uitgespeeld, waarna Ruiten
Boer volgt.
Zooals u ziet komt Oost aan slag en de si
tuatie is thans als volgt:
Sch.: B. 4 3
H.:
R.: 10
Kl.:
Oost moet thans Schoppen naspelen. Zuid
speelt de 7 bij. West den boer, dien Noord met
den heer neemt. Schoppen 9 wordt nu uit
Noord gespeeld en Zuid speelt, al naar gelang
Oost de vrouw of een kleine bijspeelt, het aas
of de 10.
De eenige slag dien NZ dus hebben verlo
ren is ruiten vrouw.
Correspondentie
H. v. d. S. te A.: Uw verzoek heb ik door
gegeven.
P. H. A, TUIN.
Sch.: H. 9 5
Kl.: 9
8 6 2
Sch.:
Sch.: A. 10 7
Jonge meisjes in Japan, die de mid
delbare scholen hebben bezocht en verder stu-
deeren aan universiteit of hoogeschool, vindt
men in het land van de Opgaande Zon betrek
kelijk weinig. Het doorsnee Japansche meisje
wacht op den dag, waarop zij een goed huwelijk
kan doen. In dien tusschentijd houdt zij zich
onledig met het bezoeken van kleine nijver
heids- en huishoudscholen. Toch vindt men in
Japan een school, welke door de jongedames
zeer veel wordt bezocht: het zijn de z.g. huwe-
lijksscholen, waaraan de jonge vrouwen alles
kunnen leeren, wat een toekomstige huisvrouw
en moeder dient te weten. Dergelijke instellin
gen vindt men in Japan echter sinds een jaar
of tien. De eerste dergelijke school werd ge
opend in de Japansche hoofdstad Tokio. Het suc
ces, dat men direct had, was aanleiding meer
dere dergelijke scholen in het land te openen.
De leeftijd der leerlingen varieert van 12 tot 22
jaar.
iiiiiiiiiiimiiiiiii ii mm ii mi minimi ii in urn ii urn ii ii mini mi ii ii mi mm in ui mui mm in mm ui minimum
ULVENHOUT,
24 Maart 1938
Amico,
Hanneke schreef:
„Zondagmiddag, 13 Maart 1938
Goeie, Beste, Lieve Vader van me, ik ga' dezen
Zondagmiddag eens een gezellig babbeltje met
je houden, want ik verlang weer erg naar jou
en je bosschen, je boschhuis en de lekkere
terpentijngeuren in je atelier. Naar Herman
i ook, op wien ik, zooals nu, een beetje jaloersch
ben. Want als ik m'n oogen 'n weinig dicht
knijp, dan zie ik hem daar zoo fijn liggen in
*t hoekje naast den schoorsteen, met z'n kop
op den rand van de mand, lodderoogend naar
elke beweging van zijn baas, den Witten Too-
venaar met de wondere penseelen! En de koude
Pijp, waarvan hij de splinters staat af te
knagen, onder het inspannend werk, voor den
ezel.
Zeg, ilr heb weer een prachtige pijp voor je
gekocht. Ze weegt niets en er gaat wel 'n half
ons tabak in den meerschuimen kop. En 'n
mondstuk, 'n mondstuk, Vic Zonneveld, waar
Herman met z'n wolfsgebit nog niet door kan
komen, zóó sterk! Ik breng ze met de Paasch-
vacantie mee naar Ulvenhout! Nee ik stuur
ze niet op, hoor. Veel te gezellig, vaders pijp
op m'n kamer. Telkens als m'n oog valt op
dezen roomwitten toebacksmoker, herinnert ie
mij aan de as. vacantie bij jou inhe<
Donkere Licht der bosschen, waarvan je me
schreef. „The dark Light." (Je weet: ik denk
gaarne in 't Engelsch). 'n Titel om er een on
sterfelijk vers onder te schrijven.
Maar.... vadertje, ik heb me toch 'n beetje
Ongerust gemaakt over je. De manier waarop
Je schreef over dat „donkere licht," of liever
„dat verddonkere licht," maakte mij be
zorgd over jou. Ik vrees, dat jij weer veel te
hard en te ingespannen werkt. Doch, door die
paar woorden „Het Donkere Licht," heb je mijn
verlangen naar jou en je bosch, naar mijn va
cantie zoodanig opgewekt, dat ik vrees denlaat-
sten tijd slechts een zeer middelmatige leerares
te zijn. Je hebt met die paar woorden reminis
centies in mij opgeroepen naar de bosch-echo's,
naar den gouden zonneschemer in je gebeitst
atelier, naar den geur van de sparren, naar de
eekhoorns op je dak, ja, naar 'n ontwaken in
mijn groene slaapkamer bij je, die daar ligt in
de boomkruinen tusschen den zang der vogels,
dat ik voorloopig 'n hekel heb aan 't heele
stadje hier, tot en met m'n school toe. Nu zou
'k „onverstandig" kunnen gaan worden en nu
besef ik ook pas goed wat jij daar van den
winter mee bedoelde, toen we bij m'n vertrek
stonden te praten met je goeien kameraad den
Dré, daar in die avondlijke sneeuwdreef. 'k Zou
nu b.v. de klas kunnen opengooien als een vo
lière en 't jonge goed de vrijheid geven naar
den buiten, naar het zonovergoten voorjaar, dat
voor het geluk der kinders toch zooveel meer
waard is, dan al die Engelsche onregelmatige
werkwoorden en litteraire memoriestudie, waar
van die meiskens niet meer onthouden, dan het
mondjevol Engelsch van den politieagent, om
den weg te wijzen, in dit geval: den weg te
vragen, als ze ooit eens gaan reizen. (En dan
nog tien tegen éen, met een echtgenoot, die het
voor haar vraagt!)
Maar wat draaf ik door? De Lente?? Ja,
Daddy, ik ben 'n beetje uit m'n evenwicht. Wat
nog al „erg" is, voor „de Engelsche juffrouw
van het Gym." Zeg, er is hier 'n nieuwe leeraar
wiskunde gekomen, vlot type, gewezen zee
officier. Als mijn lesuur volgt op het zijne, kan
ik met de klas niets beginnen. Het jonge goedje
dwéépt met dezen 27-jarigen schoolfrik, wien
echter de zeewind nog in de blonde kuif zit. Van
Dalen heet ie. Is enkele jaren in de West ge
weest. Hij kent ook onzen Jules, dien hij daar
ontmoet heeft. „Prachtvent" noemt hij Jules, „te
goed voor dat pokkenland," aldus van Dalen.
Jou kent ie ook. Hij had van Jules gehoord dat
jou meeste werk naar Amerika ging. En op zijn
tochten door de Nieuwe Wereld is het hem ge
lukt 'n paar „Zonnevelds" onder oogen te krij
gen. „Ja, zie je," zei hij tegen mij (hij tutoyeert
je zoomaar, zonder te vragen of je 't goed vindt)
,,ja, zie je, ik vond dien Jules zoo'n piekfijnen
vent 'k was toen nieuwsgierig naar z'n ouwen
heer. En ik moet je zeggen: 't hééle soort is
goedHanneke!"
Ik schrok. „Hanneke?" vroeg ik.
„Ja," zei het brutaaltje: „zoo heet je toch!
Dat wist ik in de West, waar ik bovendien je
foto al gezien had, voor ik je kende!"
Is 't niet vreeselijk toevallig, Paps? Als je
ooit nog eens hier komt hoeveel keeren heb
je dat al beloofd? zal ik hem eens aan je
voorstellen. Hoor je eens iets over Jules en over
Amerika en zoo. Van Dalen zal wel in jouw
sympathie vallen, denk ik. Ouders heeft hij
niet meer, de arme jongen."
„Nog al veul over dieën van Dalen, Vic.
„Verdveel, Dré. Ik denk dat ik eens
gauw die meerschuimen pijp ga halen! Maar
ze schrijft vlot, hè, die lieve gekkin van me,
haar „zeewindinzijnblondekuif". Als ze in Gods
naam voorloopig maar van die blonde zeekuif
afblijft....!"
Ik las verder.
„Ja, wat dat betreft, vadertje, ben ik 'nstük
boven hem bevoorrecht! Ten eerste heb ik jou.
En nog 'n paar weekjes en ik woon weer 'n
tijdje bij je. Drie weken bijna!! Wat zullen we
't fijn hebben, oudje! 'k Zal reuzelekker koken
voor je, we gaan samen gezellig bosschen met
Herman, we zoeken Dré en Trui op, we geven
'n avondjefijn!!! En als jij werkt, zal ik
uit de verte heel zachtjes piano spelen! Wedden
dat het donkere licht dan vanzelf uit je pen
seelen druipt?
En wat ik dan toch ook nog altijd heb
De brieven van m'n ongelukkige Moe. Ze is
ziek, Vader.
Haar laatste brief kwam uit een hospitaal.
Ze is ook zoo vreeselijk alleen, Vader, als wij
allen! God, zij is toch ook zoo ver weg....!"
Ik vouwde langzaam den brief op, dee 'm in
't couvert en keek naar buiten.
„Asteblieft, Vic."
Den Vic zat 'n bietje verstrooid Herman z'nen
roofdierkop te streelen.
„Asteblieft, Vic."
„Ehohmerci, Dré." En sjecuur stak
ie den brief van z'n Hanneke in 'nen porte
feuille en stak dien toen in zijnen bilzak.
„Waarom hebt ge me dieën brief laten lezen,
Vic?"
„Vin je 't ook niet het beste, Dré, dat ik m'n
verfhok eens 'n paar dagen dicht donder en
naar Hanneke trek?"
„Gin kwaai gedacht!"
Hij knikte, in gepeinzen.
„Guilie mot samen 'ns praten, Vic, gij en
Hanneke."
„Ja! Mja! Die van Da...."
„Kunde wel aan oew Hanneke overlaten."
„Wablief?!"
„Dieën van Dalen kunde wel aan oew Han
neke eigens overlaten."
„Meen je datt?!"
,,'k Verkoop gin smoesjes. Daarveur is dieën
brief, hoe luchtig ok geschreven, veul te seer-
jeus, Vic!"
Vragend keek ie me, van onder z'n witte
wenkbrauwen aan.
„Jouw meske verzuipt in heimwee. En ik
hoop, jandoome," toen sloeg ik op tafel: „da
dieën van Dalen nie mee heur spuit!"
Den Vic zijnen nek wierd rood van spanning.
Diep peilden z'n troebele schildersoogen in m'n
zielement. Toen greep ie steuvig mijnen knuist
en heesch zee-t-ie: „Drré, vèrtel me precies wat
je bedoelt! 't Gaat om Hanneke!!" Sodemearel
wat kneep dieën kearel!
„Luister, Vic. Jouw meske snakt naar jou
en oew boschhuis. Waarom?? Zij is óók zoo
vreeselijk alleen, Vader, als wij allemaal!" —zoo
haalde-n-ik haren brief aan, mee 'n paar andere
klemtoontjes.
Wijd dee den Vic z'n oogen open. Star keek
ie me aan, zonder asem te halen.
Ik ging wijers. „Ze verlangt naar d'r moeder.
Vinde gij dat gek, Vic?"
„Mneu."
„En vooral nou, nou 't mensch ziek ligt in 'n
ver land, op 'n ziekenkamer waar nooit iemand
haar bezoeken komtnou gaan Hannekes
gedachten dag en nacht naar deus ongelukkig
en beklagensweerdig mensch, die héér
moeder is en blijft Vic Zonneveld!"
We zwegen.
Toen ging ik weer wijers:
„Jouw meske is zoo ziek van heimwee dat ze
weken van te voren 'n pijp veur jou kocht en
mee deus stomme ding op haar kamer 'r eigen
verbonden voelt mee jou en oew omgeving....!"
Den Vic vloekte.
„Wat nou dieën van Dalen betreft: als 't 'nen
schobberd is, kan ie op deuzen oogenblik gemak
kelijk misbruik maken van Hanneke's toestand."
Den Vic sprong op. Zweet stond op z'n voor
hoofd. „Keeü Afrrekenen gedoome! Vlug!!
'k Moet op rreisü"
Z'n oogen stonden dof en rood beloopen. Heel
zijnen kop trilde. De mooie lenige schilders
handen beefden en plukten aan z'n vest, waarin
ie zocht naar geld.
Ja, amico, ik wist 't! Ik was hard doende den
goeien kearel kapot te maken, maar.... 't
móest!
„Vic, ga-d-asteblief zitten en stel-d-oew eigen
nie aan als 'n zenuwachtig hondje."
„Ik moet op reis, voor den donderr, se-nép
je dat nou niet,...." ('nen vloek waar Kee
bleek van wierd).
„Zekers, Vic! GU mót op reis! Maar
zouwen wij samen die reis nie 'ns prontjes over
leggen samen? Gij mot gin stukken gaan
maken!"
Weer keek ie me vragend aan.
„Ga zitten!" commandeerde-n-ik. „En
spring nie meer op als 'nen kakkerlak, maar
luister!"
't Ging. 'n bietje hard, amico, zooals goeie
vrinden in moeilijke oogenblikken veur mal
kaar.... véchten!
„Gij wil zekers een, twee, drie den trein pak
ken, naar Hanneke gaan, daar 't adres van
dieën van Dalen vragen en dan dieën kearel in
z'n eigen huis deur malkaar gaan trappen of
zooiets?"
„Zooiets, ja!"
„Ochèrm! D'n trotschen, jaloerschen pa is
benaauwd z'n dochter te verliezen!"
,,'k Héb niks anders," viel uit z'n heesche keel.
„Sjuust! Hou 't dan ok goed, Vic! Wat wy
van dieën kearel, die blonde kuif weten, is niks
anders dan goeds! Hij was zee-officier, schijnt
nou gedoctoreerd te zijn in wiskunde, me dunkt,
onder die blonde kuif zit 'n prima stelletje har-
sens! Hij is vlot, op 't brutale af, dus in gin
geval 'nen stoffige geleerde, 't Eenige wa 'k in
z'n nadeel zeggen mot: de wijven schijnen 'm
'n bietje ijdel gemaakt te hebben. Maar dat gaat
er deur den tijd wel af, Vic! Als ie voldoende
op z'n donder hee gekregen van 't leven, dan
komt die zaak genogt in orde! Gij gaat dus gin
stukken maken, ouwe jongen. Alleen.... ge
haalt zoo lang 't spek bij den kater weg! Dat
spreken wij samen alvast af."
„Je hebt misschien gelijk, Drré! Ik was even
in de war!"
„Niks bijzonders, Vic. Op moeilijke momenten
ziet 'nen goeien kameraad oew zaken beter, dan
dat ge die eigens ziet."
„Verdwaar," knikte den Vic en hij veegde
mee zijnen zakdoek, vol mee verfvlekken, over
z'n natte voorhoofd.
„Hebt ge geld thuis, Vic?"
„Jawel."
„Duizend pop?"
„Jawel. Kan ik je helpen, Drré?"
Ik lachte. „Neeë, Vic, bedankt! Stik die dui
zend pop bij oe, als ge naar Hanneke gaat.
Liever mergen, dan overmergen! Maak kennis
mee dieën blonden slemiel, let dan goed Op
Hanneke en hoogstwaarschijnlijk zulde dan zien,
dat ze verliefd is op die zeewindkuif! Als den
dieën dan z'n anker gelicht hee, dan gade gij.
duuzend guldens wagen aan de beste zaak,
waaraan ge ze wagen kunt!"
'k Had den Vic nog nooit zóó zien luisteren.
Hij keek in m'nen kop, of ie in 'n schilderij van
'm keek. En dan witte 't wel, amico 1
„Gij legt die duuzend pop op tafel en ge zegt
teugen Hanneke: Hanneke, meid, da's voor jou
en besteed-oewen Paaschvacantie aan... oew...
moeder! Ga naar Amerika! En geef mij
m'n pijp nóu maar."
Duuzend rimpels trokken in z'n voorhoofd. En
mee z'n hand aan den mond peinsde-n-ie,
peinsde-n-ie.enne ik, ik dee 'n schietge-
bedeke veur den goeien afloop intusschen.
Toen: „en wil ik oe 'ns iets voorspellen, Vic?"
„Wat?" vroegen z'n moeie oogen.
„Nog nooit zal jouw Hanneke zóó om oewen
nek gevlogen zijn, als op dieën oogenblik. En
ne.... da's alleen al duuzend guldens weerd!"
Twee kikvorschen-van-tranen sprongen uit z'n
oogen. Zenuwachtig trok z'nen mond. Toen
pakte-n-ie m'n hand vast: „zou je denken,
Dré?"
„Zeker weten, Vic! 't Meske verléngt naar
haar moeder, vooral nou, nou 't mensch daar
zoo triest en eenzaam in 't wildvreemde zieken
huis ligt. Moeders, Vic, klagen nie rap....!
't Zalwel.... ernstig.... zyn.... mee....
oew vrouw."
Toen sloeg dieën goeien, braven, genialen
kearel als 'nen kleinen jongen de handen veur
z'n gezicht en de tranen stroomden deur z'n
vingers....
Hanneke, amico, is al op den boot! 't Is ge
gaan, als ik den Vic voorspeld had. 't Ennigste
wat ie er van zeggen kon, was: „had ik dét
eerder geweten, Drré! Ik dacht dat ze gek werd
van blijdschap, m'n meiske!"
„En hoe is 't nou mee die witkuif?"
„Daar is niet meer over gesproken. Maar 't is
toch geen ongeschikte vent!"
„Docht ik wel."
Dat is den „schoonmaak," amico, dien Tc ver-
lejen week op 't oog had in m'nen brief. Jaja!
Den Vic zou 'ns efkens komen witten, by me...!
En den Vic zee: „ik zou jou 'ns even 'n brief
laten lezen....! Heel m'n Faschen naar den
bliksem, verd
„Vic, dit wordt jouwen schoonsten Paasch,
jonk! Let op m'n woorden."
„Als Je 'n wijf was, zou ik denken dat je 'n
tooverheks bent," zee den Vic: „maar alla!
Hanneke is gelukkig en...."
„Ja, en?"
„En ik ben bezig aan 't schoonste schilderij,
wat ik ooit gemaakt heb!"
Dat zeggen al die artisten alty, amico.
Kom, ik schei er af.
Ge wit weer 't een en ander.
Veul groeten van Trui, Dré III en als alty
gin horke minder van oewen
ké.v.
DRÊ.