Frankrijk heeft nog steeds
niets geleerd
O NATIONALE O
PAASCHLOTERIJ
D
INDISCHE N.S.B.-ERS
DE STAKING IN DE
ZWARE INDUSTRIE
VERZONDT U REEDS UW LOT-KAART VAN DE
TEN BATE VAN DE ACTIE „VOOR GOD"
TREKKING REEDS 29 APRIL A.S.
Kerkelijk leven
DINSDAG 29 MAART 1938
Het toch al zoo geringe aanzien
van het kabinet-Blum is door
de staking opnieuw
verzwakt
Communisten zijn de
raddraaiers
VROEGE MARSCHMUZ1EK
IN DE RESIDENTIE
Het tweede bataljon jagers naar
Tilburg vertrokken
HHÜ
Vrijwillige giften voor
onze defensie
Bij het departement ruim f 38.000
binnengekomen
De treinontsporing te
Culemborg
SANATORIUMVERPLEGING
VOOR ZIEKENFONDSLEDEN
Commissie voor onderzoek
ingesteld
Hr. Ms. „Nautilus" te Gibraltar
WILDE JACHT OP EEN
AUTOMOBILIST
Hij was doorgereden na een
aanrijding
ZOO CEWENSCHT, NOG KAARTEN GRATIS
VERKRIJGBAAR: POSTBUS 2 - HEEMSTEDE
Verdachte tot een geldboete
veroordeeld
ZWITSERSCHE JAARBEURS
Collectief bezoek uit Nederland
Radio-reportage van „De
Levende God"
Rotterdamsche stucadoors dreigen
met staking
Kleine boeren in de
crisis
Gewone steunmaatregelen voor
hen niet voldoende
Ned. R.K. Middenstand
Voorgestelde wijziging der Omzet
belasting brengt niet de ver
hoopte verbetering
Gouden priesterfeest
van Pater Ballings S.J.
BENOEMINGEN
In het Aartsbisdom
PRIESTERWIJDINGEN
In het bisdom Roermond
(Van onzen Parijschen correspondent)
Men is geneigd te vragen, of een
groote natie te oud kan zijn om
nog te leeren.
Pessimistische verwachtingen, dat de partij
en klassenstrijd, welke Frankrijks kracht
en prestige sinds eenige jaren zoo ernstig
heeft aangevreten, weer de volstrekte over
hand zou krijgen op het gevoel der nood
zaak van meer nationale eensgezindheid,
dat onder den druk der gespannen inter
nationale verhoudingen een oogenblik zeer
sterk aan den dag trad, schijnen reeds nu
door de feiten in het gelijk te worden ge
steld.
Van alle stakingsbewegingen, welke de laat
ste jaren het Fransche bedrijfsleven zijn komen
ontwrichten, heeft er zeer beslist geen een zoo
verontrustend karakter gedragen als die, wel
ke einde vorige week als een olievlek zich uit
breidde over de zware industrie van Parijs. De
staking begon in de Citroën-fabrieken, vanwaar
zij zich als een epidemie voortplantte en de
fabrieken Chausson, de motor-fabrieken der
Gnóme et Rhöne maatschappij, de fabriek van
vloeibare lucht te Champigny, aantastte, alle
fabrieken, welker productie in meerdere of min
dere mate van belang is voor de nationale de
fensie. Het uitermate verontrustend karakter
dezer nieuwe stakingsgolf is zoo uitermate ver
ontrustend, niet op de eerste plaats om het ge
tal der arbeiders, die er bij betrokken zijn,
maar om de omstandigheden, waaronder zij
plaats heeft. Men weet, welke deze omstandig
heden zijn en dat zy zelfs het tweede Volks-
frontkabinet-Blum tot het inzicht hebben ge
dwongen, dat de belangen der nationale defen
sie den voorrang moesten hebben op alle be
langen van anderen aard, en dat deze belan
gen een onverwijlde opvoering van het tempo
der productie eischten.
Deze stakingsbeweging heeft het toch al zoo
geringe aanzien van dit kabinet-Blum groote-
lijks verzwakt. Het is waarlijk een ironie van
het lot, dat nog geen tien dagen na de bespre
kingen van Blum met vertegenwoordigers dei
C. G. T., welke de eerste, slechts prijzenswaar
dige, daad was, die de nieuwe premier meende
te moeten stellen en waarvan het met ingeno
menheid bekend gemaakte resultaat was, dat
de arbeiders toestemden in het presteeren van
den noodigen extra-arbeid, deze stakingsbewe
ging weer een vermindering van de normale
hoeveelheid arbeid komt toevoegen aan de vele
verminderingen van die soort, welke in een
zeer jong verleden een der voornaamste oor
zaken hebben gevormd van den huidigen ach
terstand in de materieele uitrusting van het
militaire apparaat. Om nog een andere reden
zit met deze stakingsbeweging in het bijzonder
Blum verlegen. Heeft Blum zich niet opgewor
pen als de kampioen van een kabinet van Na
tionale Unie met deelname der communisti
sche partij, welke partij volgens hem minstens
hetzelfde recht op die deelname kon doen gel
den als de zich nationaal noemende partijen
der oppositie?
Nu kan men het uitlokken van déze fu
neste stakingsbeweging, in deze omstandig
heden, moeilijk een werk noemen, dat na
tionaal van inspiratie zou zijn. Het lijdt
echter geen twijfel, dat het voornamelijk de
communisten zijn, die tot deze staking heb
ben opgezet.
Het' is immers algemeen bekend, dat in de
arbeiderssyndicaten van de Parijsche zware in
dustrie de communistische invloed overwegend
is. De oppositie zal in deze staking dan wel
allerminst aanleiding vinden, haar standpunt,
dat tegen communistische deelname aan een
regeering is, te herzien.
Blum heeft thans gelegenheid om de wijs
heid te overwegen van het gezegde „dat men
het van zijn vrienden moet hebben".
Dat deze stakingsbeweging met fabrieksbezet-
ting, behalve zoo uitermate ongewenscht, bo
vendien onwettig is, lijkt bij dit alles van weinig
belang. Zij is niet onwettiger dan de vele voor
afgaande stakingen, whartoe de arbeiders hun
toevlucht hebben genomen, ondanks dat er een
wet bestaat die stakingen verbiedt, wanneer de
arbeidsconflicten niet eerst aan de procedure
van verplichte arbitrage zijn onderworpen. Dit
bewijst slechts, wat wetten zonder sancties
waard zijn.
Wat nu het motief dezer staking betreft,
beide partijen in het conflict geven elkaar na
tuurlijk de schuld. De arbeiders beschuldigen
de patroons, dat dezen, door alsmaar de vernieu
wing van de in Februari reeds afgeloopen col
lectieve arbeidscontracten uit te stellen, den druk
der omstandigheden willen uitbuiten om him
rechtvaardige verbeteringen der arbeidsvoor
waarden te onthouden, terwijl de patroons ver
klaren, dat de roode syndicaten van den druk
dezer zelfde omstandigheden gebruik maken
om hun de knip op den neus te zetten en ver
beteringen af te dwingen, welke de interne
situatie hunner bedrijven niet toestaat te geven.
De nog sluimerende Residentie werd heden
morgen vroeg gewekt door de schetterende
tonen van hoornblazers en later door de pittige
marschmuziek van de Koninklijke militaire
kapel, die het tweede bataljon van het regiment
jagers begeleidden op hun marsch van het kamp
Waalsdorp naar het Hollandsche Spoorstation,
vanwaar dit regiment om half acht met be
stemming naar Tilburg, zijn nieuwe garnizoens
plaats, vertrok.
Te kwart voor zes reeds werd op Waalsdorp
appèl geblazen en op de groote binnenplaats van
het kamp verzamelden de ongeveer driehonderd
manschappen van het bataljon zich onder com
mando van majoor P. J. Heres, met den luite
nant-adjudant J. P. van de Graaf. Voorafgegaan
door drie hoornblazers marcheerde het bataljon
door de nog stille straten van de Residentie naar
het Hollandsche Spoorstation.
Inmiddels had zich op het Malieveld de
Koninklijke Militaire Kapel, onder leiding van
kapitein C. L. Walther Boer, opgesteld. Dat trok
al dadelijk veel belangstelling, welke nog zien-
deroogen groeide, toen onder luid geschal van
de hoornblazers het bataljon langs marcheer
de en beide groepen zich aaneensloten. De ka
pel nam met haar stafmuziek het werk van de
hoornblazers over en onder het spelen van
marschmuziek ging het verder naar het station.
Daar was het reeds een drukte van belang.
Ouders, kennissen, vrienden en belangstellenden
hadden zich naar den extra-trein, welke aan den
achterkant van het station gereed stond, begeven
om het bataljon uitgeleide te doen.
Onder de militaire autoriteiten merkten wij
o.a op luitenant-kolonel Scherpenhuijzen, com
mandant van het regiment jagers met den ad
judant kapitein Janssen, luitenant-kolonel Van
Voorthuijzen, commandant van het regiment gre
nadiers met den adjudant kapitein Dulfer, ma
joor Brinkman, commandant van het eerste
bataljon jagers, majoor Mijsberg van het regi
ment grenadiers en tal van andere officieren.
De trein, welke tevens een aantal stukken
materieel meevoerde, vertrok te even over half
acht.
V'.v* f v->- 1 'ssS''\JJ^I"''"''4'. .Jj
In de kavel der E.E.P.P. Minderbroeders te Weert heeft Z. H. Exc. Mc/r. temmens het H. Priesterschap aan 20 fraters toe
gediend. De bisschop temidden der wijdelingen
De laatste dagen zijn weer vele vrijwillige
bijdragen voor de versterking onzer defensie bin
nengekomen bij het departement van Defensie.
In totaal is thans ƒ38.053.17 bijeengebracht.
Bij de Vereeniging voor Nationale Veiligheid
zijn tot heden ingekomen 72 vrijwillige bijdra
gen, te zamen 2759.85.
Tot en met 23 Maart is bij de vereeniging
ontvangen aan bijdragen voor het luchtverde-
digingsfonds ƒ93.665.25, waaronder ƒ6.156.75
aan jaarlijksche bijdragen.
ling den marechaussees te hulp. Deze liep
warm, zoodat de bestuurder genoodzaakt was
zijn wagen aan den kant te zetten, waarop hij
te voet verder wilde vluchten. Deze vlieger
ging evenwel niet op. De marechaussees pak
ten den chauffeur en brachten na een korte
worsteling den man geboeid naar Zwolle te
rug. Hier bleek men te doen te hebben met
een persoon uit Hattem, die danig onder den
invloed van sterken drank verkeerde. De man
is in het huis van bewaring ingesloten.
In de centrale commissie voor het zieken
fondswezen is besproken de wenschelijkheia
om te komen tot een verzekering tegen de kos
ten van sanatoriumverpleging voor zieken
fondsleden.
Enkele fondsen in den lande hebben de
sanatoriumverpleging reeds zelf geregeld.
De invoering van deze verzekering brengt
echter verschillende moeilijkheden met zich
mede. Zal de verzekering moeten geschieden
via het ziekenfonds of het ziekenhuisverple-
gingsfonds. Zal zij verplichtend gesteld moe
ten worden of facultatief?
Bovendien bestaat de mogelijkheid, dat per
sonen, lid van een vakverbond, dan tweemaal
verzekerd zijn voor dezelfde verpleging, daar
zoowel het Ned. Verbond van Vakvereenigin-
gen, als het Chr. Nationaal Vakverbond en het
R. K. Werklieden Verbond, een eigen sanato
riumfonds exploiteeren.
Teneinde dit vraagstuk grondig te kunnen
bestudeeren, heeft de centrale commissie voor
bet ziekenfondswezen een sub-commissie in
gesteld, bestaande uit de heeren: C. Baay, ver
tegenwoordiger van den Centralen Bond van
Ziekenfondsen; j. Hendriks, vertegenwoordiger
van den Bond van R. K. Ziekenfondsen; J. G.
A. Honig, vertegenwoordiger van de Ned. Mij.
tot Bevordering der Geneeskunst; W. de Jong,
vertegenwoordiger van het Chr. Nationaal Vak
verbond; F- S. Noordhoff, vertegenwoordiger
van het Ned. Verbond van Vakvereenigingen;
Jos. Veldman, vertegenwoordiger van het R. K
Werklieden Verbond-
Hr. Ms. politiekruiser Nautilus, onder bevel van
den luitenant ter zee der le klasse J. A. Gauw,
is heden te Gibraltar aangekomen.
Maandagavond hebben marechaussees van
de brigade Zwolle jacht gemaakt op een auto
mobilist, die op de IJselbrug een meisje had
aangereden en na dit ongeval, zonder zich
over zijn slachtoffer te bekommeren, doorreed.
De marechaussees, die op de brug surveilleer
den, sprongen onmiddellijk op de treeplank van
den auto, om den bestuurder tot stoppen te
dwingen, doch zij moesten deze wijze van ver
volging opgeven, daar de bestuurder steeds
harder ging rijden. Zij hebben daarop ëen pas-
seerenden auto aangehouden en daarmee de
vervolging ingezet.
Met groote snelheid ging het door de Veer-
allee en over de Keersluisbrug, de Emmawijk
en de Nieuwe Havenbrug de binnenstad van
Zwolle in. Daar veranderde de chauffeur van
gedachte en zette koers in de richting Kam
pen Hij reed de Kamperstraat in en vervol
gens met groote snelheid den Kamperwec op.
In de buurtschap 's' Heerenbroek, op tien K.M.
afstand van Zwolle, losten de marechaussees
een zestal schoten op den vluchtenden wagen.
De schoten troffen evenwel geen doel. Toen
kwam echter de automotor van den vluchte-
MUI■■■Ill
iiimiiiiiiiiiiii
Goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van 5 Febr. 38 No. 1179
iiiiiiiiiiiiiiini
Hedenmorgen deed de rechtbank te Utrecht
uitspraak in de zaak tegen den 44-jarigen as
sistent van den stationsdienst te Culemborg,
aan wiens schuld het te wijten zou zijn, dat
14 Januari een dieseltrein op het station te Cu
lemborg ontspoorde tengevolge van het te vroeg
omhalen van den wissel.
De Officier van Justitie had een maand ge
vangenisstraf geëischt. Het vonnis luidde thans
50 boete subsidiair 25 dagen hechtenis.
De verdediger was mr. H. Dambrink.
De 22ste Zwitsersche jaarbeurs, die deze week
tot 5 April te Basel wordt gehouden, telt
1205 deelnemers en trekt volgens de tot nu toe
ontvangen berichten meer bezoekers uitbinnen-
en buitenland dan in vorige jaren.
De Utrechtsche jaarbeurs is vertegenwoor
digd door een informatiebureau, terwijl tegen
het einde van de week een collectief bezoek uit
Nederland is aangekondigd.
Volgens een verklaring van den aftredenden
directeur der jaarbeurs, dr. W. Meile, die be
noemd is tot directeur der Zwitsersche bonds-
spoorwegen, kan de toekomst van de Zwitsersche
jaarbeurs met optimisme tegemoet gezien wor
den.
De radioreportage van de passie des Heeren:
„De levende God" wordt, behalve door den
K.R.O. en de Nirom, dit jaar voor de tweede
maal uitgezonden door Radio Paris; voorts
door Brussel en in 68 staten van Amerika.
De K.R.O. zond en zendt dit werk uit op
Zondagmiddag 27 Maart en 3, 10, 17 April.
Naar men ons mededeelt, dreigt een staking in
het Rotterdamsche stucadoorsbedrijf. De werk
gevers aldaar hebben tot nu toe nog geen gevolg
gegeven aan een advies der landelijke werk
gevers- en werknemersorganisaties over een
arbeidsovereenkomst.
De arbeidersorganisaties hebben thans aan de
Rotterdamsche werkgeversorganisaties medege
deeld, dat bij de werkgevers, met wie 2 April
geen overeenstemming is verkregen, Maandag
4 April het werk zal worden gestaakt.
De kleine boeren hebben sinds het ont
staan van de crisis een afzonderlijke
plaats ingenomen in den Nederlandschen
landbouw. Zij hebben bijna allen een gemengd
bedrijf, omdat zij aangewezen waren op den
verkoop van dierlijke producten, die meer op
brachten dan de granen. Varkenshouderij
was een der voornaamste bronnen van in
komen. Het gevolg hiervan is geweest, dat de
eerste jaren van de crisis de kleine boeren
veel zwakker hebben getroffen dan de groote
bedrijfsgenooten. De crisis is immers begon
nen als „korencrisis", zooals de boeren zelf
zoo juist typeerend zeggen. De prijzen van
zuivel en vooral van vleesch zijn niet meteen
zoo onrustbarend gedaald als die van de
granen.
Hebben de kleine boeren dan in het begin
niet direct zoo zwaar te lijden gehad, er waren
wel enkele categorieën, die op indirecte wijze
al vrij spoedig de gevolgen van de crisis on
dervonden. Men kan deze groep van boeren
onderscheiden in drie soorten, zooals ook het
voortreffelijke rapport doet, dat samengesteld
is door de commissie van advies-dienst der
kleine boerenbedrijven, aan welk rapport wij
hoofdzakelijk deze gegevens ontleenen.
Het maakt onderscheid tusschen hen, die
aangewezen waren op hun eigen bedrijf, en hen,
die naast hun boerderij nog andere verdiensten
hadden; bij deze laatste categorie wordt
nog verschil gemaakt tusschen hen, die den
landbouw als nevenbedrijf beoefenen en hun
hoofdverdiensten dus verkrijgen uit andere
bezigheden, en hen, bij wie het omgekeerde
het geval is. Deze onderscheiding moge wat
spitsvondig aandoen, het is echter noodzake
lijk, dat men haar vasthoudt, wil men niet
tot de grootste verwarring komen.
Het is duidelijk, dat de tweede groep, zij
dus, die hun hoofdverdienste in het eigen be
drijf moesten zoeken maar daar naast nog
aangewezen waren op bijverdiensten, het eerst
op indirecte wijze door de crisis zijn getroffen.
De toestand immers was meestal zoo, dat de
kleine boer eveneens als landarbeider werk
zaam was bij zijn grooteren bedrijfsgenoot.
Toen deze laatste de gevolgen van de daling
der prijzen begon te voelen, had hij geen werk
meer voor zijn arbeiders, of zoo hij al werk
had kon hij dat werk niet betalen. De arbeider
was door dezen gang van zaken nog niet direct
aan den honger overgeleverd, omdat hij op
zijn eigen bedrijf nog levensmiddelen produ
ceerde voor eigen gebruik en daarnaast nog
een aantal van zijn producten tegen vrij be
hoorlijke prijzen kon verkoopen. Had de crisis
slechts enkele jaren geduurd, de kleine boer
zou er wel doorheen gekomen zijn. Hij had
het nooit rijk gehad; het eene jaar ging het
hem wat beter, het andere wat slechter; hij
was gewend aan een hard en sober bestaan
en een paar jaren had hij het gedurende den
slechten tijd wel kunnen uithouden.
In plaats van na korten tijd te verbeteren,
werd de economische toestand hoe langer hoe
slechter. De „korencrisis" groeide uit tot een
algemeene landbouwcrisis, waarbij ook de prij
zen van zuivel en vleesch zoodanig daalden,
dat de productie hiervan niet langer loonend
was. Toen kregen ook de kleine boeren op di
recte wijze hun deel en hoewel zij nog niet
direct op het allerlaagste peil waren aange
land. werden hun levensomstandigheden toch
zoo slecht, dat zij met moeite hun bedrijf
gaande konden houden; dat zij soms zelfs nood
zakelijke behoeften niet konden bevredigen.
Was het voordien hun kracht geweest, dat zij
weerbaar waren op meer dan een front om
deze meer en meer actueel wordende beeld
spraak maar eens te gebruiken nu kon dit
hen ook niet meer helpen, want de crisis deed
een aanval op alle fronten tegelijk. Het was
zoo ver gekomen, dat de staat zou moeten in
grijpen, want anders zou een groote groep
boeren aan den ondergang zijn prijsgegeven.
Het steunen der kleine boeren echter bracht
bijzondere moeilijkheden mee, want onder het
begrip kleine boeren vallen allen, die zich met
landbouw bezig houden en wier bedrijf 5 ha.
beslaat of minder. In den allereersten tijd
(1931) genoten de kleine boeren denzelfden
steun als de groote, doch al heel spoedig bleek,
dat deze steun niet voldoende was, wat mede
zijn oorzaak vindt in de economische construc
tie van het bedrijf. De staat ging ingrijpen in
het boerenbedrijf met kalverschetsen, varkens-
oormerken, teeltvergunningen e.d. en dit had
by de kleine boeren het gevolg, dat aan de eene
zijde werd weggenomen, wat aan de andere
zijde gegeven was. De steun aan den landbouw
hield en houdt geen rekening met de persoon
lijke omstandigheden van den boer en het
bleek, dat dit stelsel voor de kleine boeren fu
nest was. Hiermede moest dus gebroken wor
den. Doch als men hiermede brak, stond men
voor 't feit, dat men raakte aan de gronden en
principes van den landbouwsteun. En dit zou
voor andere categorieën boeren en voor den
geheelen landbouw ernstige gevolgen kunnen
hebben.
Dezer dagen vergaderde op het bureau der
organisatie te Den Haag het hoofdbestuur van
den Ned. R. K. Middenstandsbond.
Met erkentelijkheid werd gememoreerd de
krachtige uitvoering, die van de zijde van het
departement van Economische Zaken wordt ge
geven aan de Vestigingswet-Kleinbedrijf, en de
volwaardige rol, die bij die uitvoering voor de
middenstandsbonden is weggelegd. Niets zal
worden nagelaten om te bevorderen, dat ook
de leden van den middenstand individueel aan
de uitvoering der wet even positief medewer
ken als de middenstandsbonden dit doen.
Kennis werd genomen van het ontwerp tot
herziening van de omzetbelastingwet. Gecon
stateerd werd, dat dit ontwerp, dat weinig af
wijkt van het voorontwerp waarover de Mid-
denstandsraad heeft geadviseerd, zooals dit
voorshands luidt in geenen deele brengt de in
grijpende wijzigingen ten aanzien van deze
materie, zooals de toestand van het midden
standsbedrijfsleven vraagt, en zooals de mid
denstand had verwacht. Reeds Woensdag zal
de Commissie van Overleg der drie Ned. Mid
denstandsbonden op een te houden vergadering
nagaan, welke stappen de bonden in verband
met dit wetsontwerp zullen moeten doen.
Vastgesteld werden de verlies- en winstreke
ning over het jaar 1937 en de balans per ul
timo December 1937 van de Stichting Instelling
tot Beheer van Preferente Aandeelen der N.V.
Ned. Middenstandsbank.
Als vakbonden aangesloten bij den N.R.K.M.
werden toegelaten de Ned. Katholieke Bond van
Handelaren in Heerenmodes en de Ned. Katho
lieke Bond van Schoenfabrikanten.
Tenslotte werd in eerste instantie vastgesteld
de tekst van een arbitrage-overeenkomst en een
arbitrage-reglement, die zullen gelden voor de
behandeling van geschillen tusschen de bij den
N.R.K.M. aangesloten bonden, indien tot zoo
danige behandeling door een der partijen het
initiatief wordt genomen.
Op 3 April a.s. zal het vijftigjarig priesterfeest
gevierd worden van den bekenden Vlaamschen
schrijver van jongensboeken Pater Ballings S.J.,
leider van „De Bode van het H. Hart".
Zijn bekendste jongensboeken zijn wel „Roe
ping", „Wilskracht", „Excelsior" en „Rein
heid".
Z.H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht heeft
den zeereerwaarden heer A. B. A. Derksen op
zijn verzoek om gezondheidsredenen eervol ont
slag verleend als pastoor te Etten en als deken
van het dekenaat Terborg en heeft benoemd
tot pastoor te Etten en tot deken van het
dekenaat Terborg den zeereerwaarden heer
J. W. L. G. van de Loo en tot pastoor te
Heteren den zeereerwaarden heer P. P. A. M.
Braam.
In de kapel van het Groot Seminarie te
Roermond zal Z.H. Exc. Mgr. dr. G. Lemmens
Zaterdag 2 April de H. Priesterwijding toedie
nen aan de eerw. heeren J. Abels, Ubachtsberg,
E. Miedema, St. Anthonis, J. Naus, Helden, P.
v. d. Broek, Roermond, J. Pennings, Maasbree,
J. Claessens, Maastricht, J. Rothkrans, Nieu-
wenhagerheide, A. Corbey, Rotterdam, J.
de Saive, Wijk-Maastricht, J. Clerx, Neer
beek, H. Schrijen, Broeksittard, L. Cor-
dewener, Hoensbroek, J. Schrijnemakers, Ge
leen, J. Dressen, Sevenum, P. Heynen,
Margraten, Th. Driessen, Tegelen, L. Penders,
Voerendaal, F. v. d. Haghen, Velden, A. Ver
heggen, Roermond, L. Mertens, Maastricht, H.
Verheggen, Roermond, R. Mainz, Echt, H. Vo-
bis, Merkelbeek, G. Litjens, Venray, J. Jans-
sens, Baexem, W. Harsmans, Ulenstraten, J.
Hanraets, Blerick, J. Huismans, Roermond, H.
Janssen, Venlo, allen van het Groot-Seminarie.
Verder aan den eerw. frater Ignatius
G<eraedts uit Roermond, van de abdij der
Cisterciënsers te Tegelen.
Voor velen is het nog steeds een onop
gelost raadsel van inconsequentie, dat
in ons land het lidmaatschap van de
N.S.B. voor militairen en ambtenaren ver
boden is, terwijl het in Indië hun vrij staat
zich bij deze beweging openlijk en officiëel
aan te sluiten. Wegen de motieven, welke
hier in Nederland de regeering bewogen
hebben een dergelijk verbod tegen een stel
selmatig het prestige en gezag der regeering
ondermijnende beweging uit te spreken, niet
nog veel zwaarder in Indië, waar het Ne-
derlandsche regeeringsgezag nog in sterkere
mate in handen van militairen en ambte
naren berust? Ook wij hebben ons over
deze schijnbare twee- of halfslachtigheid
verbaasd, een twee- of halfslachtigheid
welke o.i. niet afdoende verklaard kon wor
den uit het feit, dat de vorige Gouverneur-
Generaal een onmiskenbare sympathie vooi
de Mussertbeweging koesterde. De laatste
weken zijn wij in het buitenland in de ge
legenheid geweest grondig kermis te maken
met op verlof of definitief repatriëerende
fanatieke N.S.B.-ers uit Indië en door deze
kennismaking is ons duidelijk geworden, dat
er een wezenlijk verschil in mentaliteit en
denkwijze bestaat tusschen de N.S.B.-ers in
ons land en in Indië, een verschil, dat in
ieder geval tot op zekere hoogte het ver
schil in behandeling kan verklaren. Het is
te begrijpen, dat Nederlanders, die naar de
Oost trekken en daar hun leven en carrière
maken en als Europeanen het Nederland-
sche gezag moeten hooghouden op veelal
autoritaire wijze, zich lichter aangetrokken
gevoelen tot een beweging, die zich voor bij
uitstek nationalistisch uitgeeft en gebaseerd
is op een absoluut autoritair principe,
vooral wanneer zij meenen te mosten kla
gen over te weinig begrip in Den Haag voor
hun positie en belangen, welke ten deele
samenvallen met die van het Nederlandsche
gezag in Indië. De nationaal-socialistische
pers in Nederlandsch-Indië gaat zich
over het algemeen niet zoo grof te
buiten aan een even blinde als ongerecht
vaardigde en voorbehoudlooze critiek op al
les wat de Nederlandsche regeering doet en
laat als de hier te lande verschijnende Mus-
sert-bladen en vooral in Indië met het oog
op de inlandsche bevolking ontoelaatbare
uitingen als die, welke aan den heer Van
der Laaken het leiderschap van de N.S.B.
in Indië hebben gekost, worden er door het
gros van de N.S.B.-ers allerminst geappre-
ciëerd. Het gaat den N.S.B.-ers in Indië
over het algemeen uitsluitend om Indië,
dat Nederlandsch-Indië moet blijven, en
dat zij van zeer nabij bedreigd zien door de
gewelddadige expansie-zucht van Japan. In
zooverre zij mede het Nederlandsche gezag
vertegenwoordigen wenschen zij niet het
onbehaaglijke gevoel te krijgen op hun bui
tenposten door de regeering in het moeder
land of wel te weinig gesteund of wel min
of meer in den steek gelaten te worden,
terwijl zij als handhavers van het gezag in
vaak moeilijke omstandigheden en met een
groote verantwoordelijkheid, waarvan de ge
middelde veilig thuiszittende Nederlander
zich nauwelijks rekenschap geeft of geven
kan, evenveel politieke zeggenschap eischen
als de laatste en slechtste stemgerechtigde
kiezer in het moederland bezit.
Hun nationale gezindheid en verlan
gens, welke geenszins hun monopolie
is, maar in meerdere of mindere mate
door de meeste Nederlanders in onze Oost
worden gedeeld, concentreeren zich dus in
hoofdzaak, zooals ook zeer begrijpelijk
is op Indië als belangrijk deel van
ons Rijk, zonder hetwelk Nederland een
mogendheid zou worden van de beteekenis
van b.v. Denemarken. Met een zekere
waardeering voor verbeteringen in de ver
houding tusschen Den Haag en Indië, welke
den laatsten tijd merkbaar zijn, hebben zij
de overtuiging, dat nog steeds de overgroote
meerderheid van ons volk en zelfs vele
volksvertegenwoordigers niet voldoende
doordrongen zijn van het ontzaglijke natio
nale belang van het bezit van Indië, dat zij
onder de huidige zeer gespannen verhou
dingen in den Pacific allerminst voldoende
verzekerd achten. Vandaar dat een van hen
ons ruiterlijk verklaarde groote waardee
ring te hebben voor de Engelsche democra
tie. Deze vanuit zijn oogpunt niet juist ge
formuleerde uitlating bedoelde uitdrukking
te geven aan zijn stellige verwachting, dat
Engeland bij een eventueel conflict in den
Pacific uit welbegrepen eigenbelang de de
fensie van onze Oost te hulp zou komen in
geval onze eigen defensie te kort zou schie
ten. Zonder te willen generaliseeren en ons
accoord te verklaren met alle opvattingen
en grieven van de Indische N.S.B.-ers, die
wij hebben ontmoet, meenen wij toch, dat
nog velen onzer van hen iets goeds kunnen
leeren. Het is inderdaad dwingend noodza
kelijk, dat ons volk in zijn geheel zich gron
diger gaat verdiepen in de beteekenis van
Indië voor ons internationaal prestige en
breekt met de onverschilligheid, die alleen
maar ach en weè- klaagt, wanneer er voor
Indische belangen geld gevoteerd moet wor
den als waren de Indische belangen niet
ook tevens Nederlandsche nationale belan
gen van de allereerste grootte. Daarvoor is
noodig, dat er in breederen kring meer
kennis en begrip van Nederlandsch-Indië,
zijn verhoudingen en belangen, zijn aard en
wezen worden verspreid.
De Katholieke Staatspartij, die door Mus-
sert de staatsgreeppartij wordt gescholden,
heeft in dit opzicht een goed voorbeeld ge
geven door met de Indische Katholieke Par
tij een regeling te treffen over het uitwis
selen van personen, die door studiereizen
over en weer het contact tusschen de In
dische maatschappij en de onze zullen kun
nen bevorderen en de gedachte van de
Nederlandsche Rijkseenheid zullen kunnen
versterken en verlevendigen.
j
e optimist is een beter hervormer
dan de pessimist.