Frankrijk heeft nog steeds niets geleerd O NATIONALE O PAASCHLOTERIJ D INDISCHE N.S.B.-ERS DE STAKING IN DE ZWARE INDUSTRIE VERZONDT U REEDS UW LOT-KAART VAN DE TEN BATE VAN DE ACTIE „VOOR GOD" TREKKING REEDS 29 APRIL A.S. Kerkelijk leven DINSDAG 29 MAART 1938 Het toch al zoo geringe aanzien van het kabinet-Blum is door de staking opnieuw verzwakt Communisten zijn de raddraaiers VROEGE MARSCHMUZ1EK IN DE RESIDENTIE Het tweede bataljon jagers naar Tilburg vertrokken HHÜ Vrijwillige giften voor onze defensie Bij het departement ruim f 38.000 binnengekomen De treinontsporing te Culemborg SANATORIUMVERPLEGING VOOR ZIEKENFONDSLEDEN Commissie voor onderzoek ingesteld Hr. Ms. „Nautilus" te Gibraltar WILDE JACHT OP EEN AUTOMOBILIST Hij was doorgereden na een aanrijding ZOO CEWENSCHT, NOG KAARTEN GRATIS VERKRIJGBAAR: POSTBUS 2 - HEEMSTEDE Verdachte tot een geldboete veroordeeld ZWITSERSCHE JAARBEURS Collectief bezoek uit Nederland Radio-reportage van „De Levende God" Rotterdamsche stucadoors dreigen met staking Kleine boeren in de crisis Gewone steunmaatregelen voor hen niet voldoende Ned. R.K. Middenstand Voorgestelde wijziging der Omzet belasting brengt niet de ver hoopte verbetering Gouden priesterfeest van Pater Ballings S.J. BENOEMINGEN In het Aartsbisdom PRIESTERWIJDINGEN In het bisdom Roermond (Van onzen Parijschen correspondent) Men is geneigd te vragen, of een groote natie te oud kan zijn om nog te leeren. Pessimistische verwachtingen, dat de partij en klassenstrijd, welke Frankrijks kracht en prestige sinds eenige jaren zoo ernstig heeft aangevreten, weer de volstrekte over hand zou krijgen op het gevoel der nood zaak van meer nationale eensgezindheid, dat onder den druk der gespannen inter nationale verhoudingen een oogenblik zeer sterk aan den dag trad, schijnen reeds nu door de feiten in het gelijk te worden ge steld. Van alle stakingsbewegingen, welke de laat ste jaren het Fransche bedrijfsleven zijn komen ontwrichten, heeft er zeer beslist geen een zoo verontrustend karakter gedragen als die, wel ke einde vorige week als een olievlek zich uit breidde over de zware industrie van Parijs. De staking begon in de Citroën-fabrieken, vanwaar zij zich als een epidemie voortplantte en de fabrieken Chausson, de motor-fabrieken der Gnóme et Rhöne maatschappij, de fabriek van vloeibare lucht te Champigny, aantastte, alle fabrieken, welker productie in meerdere of min dere mate van belang is voor de nationale de fensie. Het uitermate verontrustend karakter dezer nieuwe stakingsgolf is zoo uitermate ver ontrustend, niet op de eerste plaats om het ge tal der arbeiders, die er bij betrokken zijn, maar om de omstandigheden, waaronder zij plaats heeft. Men weet, welke deze omstandig heden zijn en dat zy zelfs het tweede Volks- frontkabinet-Blum tot het inzicht hebben ge dwongen, dat de belangen der nationale defen sie den voorrang moesten hebben op alle be langen van anderen aard, en dat deze belan gen een onverwijlde opvoering van het tempo der productie eischten. Deze stakingsbeweging heeft het toch al zoo geringe aanzien van dit kabinet-Blum groote- lijks verzwakt. Het is waarlijk een ironie van het lot, dat nog geen tien dagen na de bespre kingen van Blum met vertegenwoordigers dei C. G. T., welke de eerste, slechts prijzenswaar dige, daad was, die de nieuwe premier meende te moeten stellen en waarvan het met ingeno menheid bekend gemaakte resultaat was, dat de arbeiders toestemden in het presteeren van den noodigen extra-arbeid, deze stakingsbewe ging weer een vermindering van de normale hoeveelheid arbeid komt toevoegen aan de vele verminderingen van die soort, welke in een zeer jong verleden een der voornaamste oor zaken hebben gevormd van den huidigen ach terstand in de materieele uitrusting van het militaire apparaat. Om nog een andere reden zit met deze stakingsbeweging in het bijzonder Blum verlegen. Heeft Blum zich niet opgewor pen als de kampioen van een kabinet van Na tionale Unie met deelname der communisti sche partij, welke partij volgens hem minstens hetzelfde recht op die deelname kon doen gel den als de zich nationaal noemende partijen der oppositie? Nu kan men het uitlokken van déze fu neste stakingsbeweging, in deze omstandig heden, moeilijk een werk noemen, dat na tionaal van inspiratie zou zijn. Het lijdt echter geen twijfel, dat het voornamelijk de communisten zijn, die tot deze staking heb ben opgezet. Het' is immers algemeen bekend, dat in de arbeiderssyndicaten van de Parijsche zware in dustrie de communistische invloed overwegend is. De oppositie zal in deze staking dan wel allerminst aanleiding vinden, haar standpunt, dat tegen communistische deelname aan een regeering is, te herzien. Blum heeft thans gelegenheid om de wijs heid te overwegen van het gezegde „dat men het van zijn vrienden moet hebben". Dat deze stakingsbeweging met fabrieksbezet- ting, behalve zoo uitermate ongewenscht, bo vendien onwettig is, lijkt bij dit alles van weinig belang. Zij is niet onwettiger dan de vele voor afgaande stakingen, whartoe de arbeiders hun toevlucht hebben genomen, ondanks dat er een wet bestaat die stakingen verbiedt, wanneer de arbeidsconflicten niet eerst aan de procedure van verplichte arbitrage zijn onderworpen. Dit bewijst slechts, wat wetten zonder sancties waard zijn. Wat nu het motief dezer staking betreft, beide partijen in het conflict geven elkaar na tuurlijk de schuld. De arbeiders beschuldigen de patroons, dat dezen, door alsmaar de vernieu wing van de in Februari reeds afgeloopen col lectieve arbeidscontracten uit te stellen, den druk der omstandigheden willen uitbuiten om him rechtvaardige verbeteringen der arbeidsvoor waarden te onthouden, terwijl de patroons ver klaren, dat de roode syndicaten van den druk dezer zelfde omstandigheden gebruik maken om hun de knip op den neus te zetten en ver beteringen af te dwingen, welke de interne situatie hunner bedrijven niet toestaat te geven. De nog sluimerende Residentie werd heden morgen vroeg gewekt door de schetterende tonen van hoornblazers en later door de pittige marschmuziek van de Koninklijke militaire kapel, die het tweede bataljon van het regiment jagers begeleidden op hun marsch van het kamp Waalsdorp naar het Hollandsche Spoorstation, vanwaar dit regiment om half acht met be stemming naar Tilburg, zijn nieuwe garnizoens plaats, vertrok. Te kwart voor zes reeds werd op Waalsdorp appèl geblazen en op de groote binnenplaats van het kamp verzamelden de ongeveer driehonderd manschappen van het bataljon zich onder com mando van majoor P. J. Heres, met den luite nant-adjudant J. P. van de Graaf. Voorafgegaan door drie hoornblazers marcheerde het bataljon door de nog stille straten van de Residentie naar het Hollandsche Spoorstation. Inmiddels had zich op het Malieveld de Koninklijke Militaire Kapel, onder leiding van kapitein C. L. Walther Boer, opgesteld. Dat trok al dadelijk veel belangstelling, welke nog zien- deroogen groeide, toen onder luid geschal van de hoornblazers het bataljon langs marcheer de en beide groepen zich aaneensloten. De ka pel nam met haar stafmuziek het werk van de hoornblazers over en onder het spelen van marschmuziek ging het verder naar het station. Daar was het reeds een drukte van belang. Ouders, kennissen, vrienden en belangstellenden hadden zich naar den extra-trein, welke aan den achterkant van het station gereed stond, begeven om het bataljon uitgeleide te doen. Onder de militaire autoriteiten merkten wij o.a op luitenant-kolonel Scherpenhuijzen, com mandant van het regiment jagers met den ad judant kapitein Janssen, luitenant-kolonel Van Voorthuijzen, commandant van het regiment gre nadiers met den adjudant kapitein Dulfer, ma joor Brinkman, commandant van het eerste bataljon jagers, majoor Mijsberg van het regi ment grenadiers en tal van andere officieren. De trein, welke tevens een aantal stukken materieel meevoerde, vertrok te even over half acht. V'.v* f v->- 1 'ssS''\JJ^I"''"''4'. .Jj In de kavel der E.E.P.P. Minderbroeders te Weert heeft Z. H. Exc. Mc/r. temmens het H. Priesterschap aan 20 fraters toe gediend. De bisschop temidden der wijdelingen De laatste dagen zijn weer vele vrijwillige bijdragen voor de versterking onzer defensie bin nengekomen bij het departement van Defensie. In totaal is thans ƒ38.053.17 bijeengebracht. Bij de Vereeniging voor Nationale Veiligheid zijn tot heden ingekomen 72 vrijwillige bijdra gen, te zamen 2759.85. Tot en met 23 Maart is bij de vereeniging ontvangen aan bijdragen voor het luchtverde- digingsfonds ƒ93.665.25, waaronder ƒ6.156.75 aan jaarlijksche bijdragen. ling den marechaussees te hulp. Deze liep warm, zoodat de bestuurder genoodzaakt was zijn wagen aan den kant te zetten, waarop hij te voet verder wilde vluchten. Deze vlieger ging evenwel niet op. De marechaussees pak ten den chauffeur en brachten na een korte worsteling den man geboeid naar Zwolle te rug. Hier bleek men te doen te hebben met een persoon uit Hattem, die danig onder den invloed van sterken drank verkeerde. De man is in het huis van bewaring ingesloten. In de centrale commissie voor het zieken fondswezen is besproken de wenschelijkheia om te komen tot een verzekering tegen de kos ten van sanatoriumverpleging voor zieken fondsleden. Enkele fondsen in den lande hebben de sanatoriumverpleging reeds zelf geregeld. De invoering van deze verzekering brengt echter verschillende moeilijkheden met zich mede. Zal de verzekering moeten geschieden via het ziekenfonds of het ziekenhuisverple- gingsfonds. Zal zij verplichtend gesteld moe ten worden of facultatief? Bovendien bestaat de mogelijkheid, dat per sonen, lid van een vakverbond, dan tweemaal verzekerd zijn voor dezelfde verpleging, daar zoowel het Ned. Verbond van Vakvereenigin- gen, als het Chr. Nationaal Vakverbond en het R. K. Werklieden Verbond, een eigen sanato riumfonds exploiteeren. Teneinde dit vraagstuk grondig te kunnen bestudeeren, heeft de centrale commissie voor bet ziekenfondswezen een sub-commissie in gesteld, bestaande uit de heeren: C. Baay, ver tegenwoordiger van den Centralen Bond van Ziekenfondsen; j. Hendriks, vertegenwoordiger van den Bond van R. K. Ziekenfondsen; J. G. A. Honig, vertegenwoordiger van de Ned. Mij. tot Bevordering der Geneeskunst; W. de Jong, vertegenwoordiger van het Chr. Nationaal Vak verbond; F- S. Noordhoff, vertegenwoordiger van het Ned. Verbond van Vakvereenigingen; Jos. Veldman, vertegenwoordiger van het R. K Werklieden Verbond- Hr. Ms. politiekruiser Nautilus, onder bevel van den luitenant ter zee der le klasse J. A. Gauw, is heden te Gibraltar aangekomen. Maandagavond hebben marechaussees van de brigade Zwolle jacht gemaakt op een auto mobilist, die op de IJselbrug een meisje had aangereden en na dit ongeval, zonder zich over zijn slachtoffer te bekommeren, doorreed. De marechaussees, die op de brug surveilleer den, sprongen onmiddellijk op de treeplank van den auto, om den bestuurder tot stoppen te dwingen, doch zij moesten deze wijze van ver volging opgeven, daar de bestuurder steeds harder ging rijden. Zij hebben daarop ëen pas- seerenden auto aangehouden en daarmee de vervolging ingezet. Met groote snelheid ging het door de Veer- allee en over de Keersluisbrug, de Emmawijk en de Nieuwe Havenbrug de binnenstad van Zwolle in. Daar veranderde de chauffeur van gedachte en zette koers in de richting Kam pen Hij reed de Kamperstraat in en vervol gens met groote snelheid den Kamperwec op. In de buurtschap 's' Heerenbroek, op tien K.M. afstand van Zwolle, losten de marechaussees een zestal schoten op den vluchtenden wagen. De schoten troffen evenwel geen doel. Toen kwam echter de automotor van den vluchte- MUI■■■Ill iiimiiiiiiiiiiii Goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van 5 Febr. 38 No. 1179 iiiiiiiiiiiiiiini Hedenmorgen deed de rechtbank te Utrecht uitspraak in de zaak tegen den 44-jarigen as sistent van den stationsdienst te Culemborg, aan wiens schuld het te wijten zou zijn, dat 14 Januari een dieseltrein op het station te Cu lemborg ontspoorde tengevolge van het te vroeg omhalen van den wissel. De Officier van Justitie had een maand ge vangenisstraf geëischt. Het vonnis luidde thans 50 boete subsidiair 25 dagen hechtenis. De verdediger was mr. H. Dambrink. De 22ste Zwitsersche jaarbeurs, die deze week tot 5 April te Basel wordt gehouden, telt 1205 deelnemers en trekt volgens de tot nu toe ontvangen berichten meer bezoekers uitbinnen- en buitenland dan in vorige jaren. De Utrechtsche jaarbeurs is vertegenwoor digd door een informatiebureau, terwijl tegen het einde van de week een collectief bezoek uit Nederland is aangekondigd. Volgens een verklaring van den aftredenden directeur der jaarbeurs, dr. W. Meile, die be noemd is tot directeur der Zwitsersche bonds- spoorwegen, kan de toekomst van de Zwitsersche jaarbeurs met optimisme tegemoet gezien wor den. De radioreportage van de passie des Heeren: „De levende God" wordt, behalve door den K.R.O. en de Nirom, dit jaar voor de tweede maal uitgezonden door Radio Paris; voorts door Brussel en in 68 staten van Amerika. De K.R.O. zond en zendt dit werk uit op Zondagmiddag 27 Maart en 3, 10, 17 April. Naar men ons mededeelt, dreigt een staking in het Rotterdamsche stucadoorsbedrijf. De werk gevers aldaar hebben tot nu toe nog geen gevolg gegeven aan een advies der landelijke werk gevers- en werknemersorganisaties over een arbeidsovereenkomst. De arbeidersorganisaties hebben thans aan de Rotterdamsche werkgeversorganisaties medege deeld, dat bij de werkgevers, met wie 2 April geen overeenstemming is verkregen, Maandag 4 April het werk zal worden gestaakt. De kleine boeren hebben sinds het ont staan van de crisis een afzonderlijke plaats ingenomen in den Nederlandschen landbouw. Zij hebben bijna allen een gemengd bedrijf, omdat zij aangewezen waren op den verkoop van dierlijke producten, die meer op brachten dan de granen. Varkenshouderij was een der voornaamste bronnen van in komen. Het gevolg hiervan is geweest, dat de eerste jaren van de crisis de kleine boeren veel zwakker hebben getroffen dan de groote bedrijfsgenooten. De crisis is immers begon nen als „korencrisis", zooals de boeren zelf zoo juist typeerend zeggen. De prijzen van zuivel en vooral van vleesch zijn niet meteen zoo onrustbarend gedaald als die van de granen. Hebben de kleine boeren dan in het begin niet direct zoo zwaar te lijden gehad, er waren wel enkele categorieën, die op indirecte wijze al vrij spoedig de gevolgen van de crisis on dervonden. Men kan deze groep van boeren onderscheiden in drie soorten, zooals ook het voortreffelijke rapport doet, dat samengesteld is door de commissie van advies-dienst der kleine boerenbedrijven, aan welk rapport wij hoofdzakelijk deze gegevens ontleenen. Het maakt onderscheid tusschen hen, die aangewezen waren op hun eigen bedrijf, en hen, die naast hun boerderij nog andere verdiensten hadden; bij deze laatste categorie wordt nog verschil gemaakt tusschen hen, die den landbouw als nevenbedrijf beoefenen en hun hoofdverdiensten dus verkrijgen uit andere bezigheden, en hen, bij wie het omgekeerde het geval is. Deze onderscheiding moge wat spitsvondig aandoen, het is echter noodzake lijk, dat men haar vasthoudt, wil men niet tot de grootste verwarring komen. Het is duidelijk, dat de tweede groep, zij dus, die hun hoofdverdienste in het eigen be drijf moesten zoeken maar daar naast nog aangewezen waren op bijverdiensten, het eerst op indirecte wijze door de crisis zijn getroffen. De toestand immers was meestal zoo, dat de kleine boer eveneens als landarbeider werk zaam was bij zijn grooteren bedrijfsgenoot. Toen deze laatste de gevolgen van de daling der prijzen begon te voelen, had hij geen werk meer voor zijn arbeiders, of zoo hij al werk had kon hij dat werk niet betalen. De arbeider was door dezen gang van zaken nog niet direct aan den honger overgeleverd, omdat hij op zijn eigen bedrijf nog levensmiddelen produ ceerde voor eigen gebruik en daarnaast nog een aantal van zijn producten tegen vrij be hoorlijke prijzen kon verkoopen. Had de crisis slechts enkele jaren geduurd, de kleine boer zou er wel doorheen gekomen zijn. Hij had het nooit rijk gehad; het eene jaar ging het hem wat beter, het andere wat slechter; hij was gewend aan een hard en sober bestaan en een paar jaren had hij het gedurende den slechten tijd wel kunnen uithouden. In plaats van na korten tijd te verbeteren, werd de economische toestand hoe langer hoe slechter. De „korencrisis" groeide uit tot een algemeene landbouwcrisis, waarbij ook de prij zen van zuivel en vleesch zoodanig daalden, dat de productie hiervan niet langer loonend was. Toen kregen ook de kleine boeren op di recte wijze hun deel en hoewel zij nog niet direct op het allerlaagste peil waren aange land. werden hun levensomstandigheden toch zoo slecht, dat zij met moeite hun bedrijf gaande konden houden; dat zij soms zelfs nood zakelijke behoeften niet konden bevredigen. Was het voordien hun kracht geweest, dat zij weerbaar waren op meer dan een front om deze meer en meer actueel wordende beeld spraak maar eens te gebruiken nu kon dit hen ook niet meer helpen, want de crisis deed een aanval op alle fronten tegelijk. Het was zoo ver gekomen, dat de staat zou moeten in grijpen, want anders zou een groote groep boeren aan den ondergang zijn prijsgegeven. Het steunen der kleine boeren echter bracht bijzondere moeilijkheden mee, want onder het begrip kleine boeren vallen allen, die zich met landbouw bezig houden en wier bedrijf 5 ha. beslaat of minder. In den allereersten tijd (1931) genoten de kleine boeren denzelfden steun als de groote, doch al heel spoedig bleek, dat deze steun niet voldoende was, wat mede zijn oorzaak vindt in de economische construc tie van het bedrijf. De staat ging ingrijpen in het boerenbedrijf met kalverschetsen, varkens- oormerken, teeltvergunningen e.d. en dit had by de kleine boeren het gevolg, dat aan de eene zijde werd weggenomen, wat aan de andere zijde gegeven was. De steun aan den landbouw hield en houdt geen rekening met de persoon lijke omstandigheden van den boer en het bleek, dat dit stelsel voor de kleine boeren fu nest was. Hiermede moest dus gebroken wor den. Doch als men hiermede brak, stond men voor 't feit, dat men raakte aan de gronden en principes van den landbouwsteun. En dit zou voor andere categorieën boeren en voor den geheelen landbouw ernstige gevolgen kunnen hebben. Dezer dagen vergaderde op het bureau der organisatie te Den Haag het hoofdbestuur van den Ned. R. K. Middenstandsbond. Met erkentelijkheid werd gememoreerd de krachtige uitvoering, die van de zijde van het departement van Economische Zaken wordt ge geven aan de Vestigingswet-Kleinbedrijf, en de volwaardige rol, die bij die uitvoering voor de middenstandsbonden is weggelegd. Niets zal worden nagelaten om te bevorderen, dat ook de leden van den middenstand individueel aan de uitvoering der wet even positief medewer ken als de middenstandsbonden dit doen. Kennis werd genomen van het ontwerp tot herziening van de omzetbelastingwet. Gecon stateerd werd, dat dit ontwerp, dat weinig af wijkt van het voorontwerp waarover de Mid- denstandsraad heeft geadviseerd, zooals dit voorshands luidt in geenen deele brengt de in grijpende wijzigingen ten aanzien van deze materie, zooals de toestand van het midden standsbedrijfsleven vraagt, en zooals de mid denstand had verwacht. Reeds Woensdag zal de Commissie van Overleg der drie Ned. Mid denstandsbonden op een te houden vergadering nagaan, welke stappen de bonden in verband met dit wetsontwerp zullen moeten doen. Vastgesteld werden de verlies- en winstreke ning over het jaar 1937 en de balans per ul timo December 1937 van de Stichting Instelling tot Beheer van Preferente Aandeelen der N.V. Ned. Middenstandsbank. Als vakbonden aangesloten bij den N.R.K.M. werden toegelaten de Ned. Katholieke Bond van Handelaren in Heerenmodes en de Ned. Katho lieke Bond van Schoenfabrikanten. Tenslotte werd in eerste instantie vastgesteld de tekst van een arbitrage-overeenkomst en een arbitrage-reglement, die zullen gelden voor de behandeling van geschillen tusschen de bij den N.R.K.M. aangesloten bonden, indien tot zoo danige behandeling door een der partijen het initiatief wordt genomen. Op 3 April a.s. zal het vijftigjarig priesterfeest gevierd worden van den bekenden Vlaamschen schrijver van jongensboeken Pater Ballings S.J., leider van „De Bode van het H. Hart". Zijn bekendste jongensboeken zijn wel „Roe ping", „Wilskracht", „Excelsior" en „Rein heid". Z.H. Exc. de Aartsbisschop van Utrecht heeft den zeereerwaarden heer A. B. A. Derksen op zijn verzoek om gezondheidsredenen eervol ont slag verleend als pastoor te Etten en als deken van het dekenaat Terborg en heeft benoemd tot pastoor te Etten en tot deken van het dekenaat Terborg den zeereerwaarden heer J. W. L. G. van de Loo en tot pastoor te Heteren den zeereerwaarden heer P. P. A. M. Braam. In de kapel van het Groot Seminarie te Roermond zal Z.H. Exc. Mgr. dr. G. Lemmens Zaterdag 2 April de H. Priesterwijding toedie nen aan de eerw. heeren J. Abels, Ubachtsberg, E. Miedema, St. Anthonis, J. Naus, Helden, P. v. d. Broek, Roermond, J. Pennings, Maasbree, J. Claessens, Maastricht, J. Rothkrans, Nieu- wenhagerheide, A. Corbey, Rotterdam, J. de Saive, Wijk-Maastricht, J. Clerx, Neer beek, H. Schrijen, Broeksittard, L. Cor- dewener, Hoensbroek, J. Schrijnemakers, Ge leen, J. Dressen, Sevenum, P. Heynen, Margraten, Th. Driessen, Tegelen, L. Penders, Voerendaal, F. v. d. Haghen, Velden, A. Ver heggen, Roermond, L. Mertens, Maastricht, H. Verheggen, Roermond, R. Mainz, Echt, H. Vo- bis, Merkelbeek, G. Litjens, Venray, J. Jans- sens, Baexem, W. Harsmans, Ulenstraten, J. Hanraets, Blerick, J. Huismans, Roermond, H. Janssen, Venlo, allen van het Groot-Seminarie. Verder aan den eerw. frater Ignatius G<eraedts uit Roermond, van de abdij der Cisterciënsers te Tegelen. Voor velen is het nog steeds een onop gelost raadsel van inconsequentie, dat in ons land het lidmaatschap van de N.S.B. voor militairen en ambtenaren ver boden is, terwijl het in Indië hun vrij staat zich bij deze beweging openlijk en officiëel aan te sluiten. Wegen de motieven, welke hier in Nederland de regeering bewogen hebben een dergelijk verbod tegen een stel selmatig het prestige en gezag der regeering ondermijnende beweging uit te spreken, niet nog veel zwaarder in Indië, waar het Ne- derlandsche regeeringsgezag nog in sterkere mate in handen van militairen en ambte naren berust? Ook wij hebben ons over deze schijnbare twee- of halfslachtigheid verbaasd, een twee- of halfslachtigheid welke o.i. niet afdoende verklaard kon wor den uit het feit, dat de vorige Gouverneur- Generaal een onmiskenbare sympathie vooi de Mussertbeweging koesterde. De laatste weken zijn wij in het buitenland in de ge legenheid geweest grondig kermis te maken met op verlof of definitief repatriëerende fanatieke N.S.B.-ers uit Indië en door deze kennismaking is ons duidelijk geworden, dat er een wezenlijk verschil in mentaliteit en denkwijze bestaat tusschen de N.S.B.-ers in ons land en in Indië, een verschil, dat in ieder geval tot op zekere hoogte het ver schil in behandeling kan verklaren. Het is te begrijpen, dat Nederlanders, die naar de Oost trekken en daar hun leven en carrière maken en als Europeanen het Nederland- sche gezag moeten hooghouden op veelal autoritaire wijze, zich lichter aangetrokken gevoelen tot een beweging, die zich voor bij uitstek nationalistisch uitgeeft en gebaseerd is op een absoluut autoritair principe, vooral wanneer zij meenen te mosten kla gen over te weinig begrip in Den Haag voor hun positie en belangen, welke ten deele samenvallen met die van het Nederlandsche gezag in Indië. De nationaal-socialistische pers in Nederlandsch-Indië gaat zich over het algemeen niet zoo grof te buiten aan een even blinde als ongerecht vaardigde en voorbehoudlooze critiek op al les wat de Nederlandsche regeering doet en laat als de hier te lande verschijnende Mus- sert-bladen en vooral in Indië met het oog op de inlandsche bevolking ontoelaatbare uitingen als die, welke aan den heer Van der Laaken het leiderschap van de N.S.B. in Indië hebben gekost, worden er door het gros van de N.S.B.-ers allerminst geappre- ciëerd. Het gaat den N.S.B.-ers in Indië over het algemeen uitsluitend om Indië, dat Nederlandsch-Indië moet blijven, en dat zij van zeer nabij bedreigd zien door de gewelddadige expansie-zucht van Japan. In zooverre zij mede het Nederlandsche gezag vertegenwoordigen wenschen zij niet het onbehaaglijke gevoel te krijgen op hun bui tenposten door de regeering in het moeder land of wel te weinig gesteund of wel min of meer in den steek gelaten te worden, terwijl zij als handhavers van het gezag in vaak moeilijke omstandigheden en met een groote verantwoordelijkheid, waarvan de ge middelde veilig thuiszittende Nederlander zich nauwelijks rekenschap geeft of geven kan, evenveel politieke zeggenschap eischen als de laatste en slechtste stemgerechtigde kiezer in het moederland bezit. Hun nationale gezindheid en verlan gens, welke geenszins hun monopolie is, maar in meerdere of mindere mate door de meeste Nederlanders in onze Oost worden gedeeld, concentreeren zich dus in hoofdzaak, zooals ook zeer begrijpelijk is op Indië als belangrijk deel van ons Rijk, zonder hetwelk Nederland een mogendheid zou worden van de beteekenis van b.v. Denemarken. Met een zekere waardeering voor verbeteringen in de ver houding tusschen Den Haag en Indië, welke den laatsten tijd merkbaar zijn, hebben zij de overtuiging, dat nog steeds de overgroote meerderheid van ons volk en zelfs vele volksvertegenwoordigers niet voldoende doordrongen zijn van het ontzaglijke natio nale belang van het bezit van Indië, dat zij onder de huidige zeer gespannen verhou dingen in den Pacific allerminst voldoende verzekerd achten. Vandaar dat een van hen ons ruiterlijk verklaarde groote waardee ring te hebben voor de Engelsche democra tie. Deze vanuit zijn oogpunt niet juist ge formuleerde uitlating bedoelde uitdrukking te geven aan zijn stellige verwachting, dat Engeland bij een eventueel conflict in den Pacific uit welbegrepen eigenbelang de de fensie van onze Oost te hulp zou komen in geval onze eigen defensie te kort zou schie ten. Zonder te willen generaliseeren en ons accoord te verklaren met alle opvattingen en grieven van de Indische N.S.B.-ers, die wij hebben ontmoet, meenen wij toch, dat nog velen onzer van hen iets goeds kunnen leeren. Het is inderdaad dwingend noodza kelijk, dat ons volk in zijn geheel zich gron diger gaat verdiepen in de beteekenis van Indië voor ons internationaal prestige en breekt met de onverschilligheid, die alleen maar ach en weè- klaagt, wanneer er voor Indische belangen geld gevoteerd moet wor den als waren de Indische belangen niet ook tevens Nederlandsche nationale belan gen van de allereerste grootte. Daarvoor is noodig, dat er in breederen kring meer kennis en begrip van Nederlandsch-Indië, zijn verhoudingen en belangen, zijn aard en wezen worden verspreid. De Katholieke Staatspartij, die door Mus- sert de staatsgreeppartij wordt gescholden, heeft in dit opzicht een goed voorbeeld ge geven door met de Indische Katholieke Par tij een regeling te treffen over het uitwis selen van personen, die door studiereizen over en weer het contact tusschen de In dische maatschappij en de onze zullen kun nen bevorderen en de gedachte van de Nederlandsche Rijkseenheid zullen kunnen versterken en verlevendigen. j e optimist is een beter hervormer dan de pessimist.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 9