Tentoonspreiding van kracht
als politiek instrument
SCHUDT UW LEVER
WAKKER
De bollen bloeien
weer
12e Eeuwgetij van
St. Willibrord
IMPRODUCTIEVE
UITGAVEN?
Father J. Reesinck
MUSSOLINI IN DE ROL
VAN NAPOLEON
NATIONALE K.J.M.V.-
BIJEENKOMST
Kerkelijk leven
DONDERDAG 31 MAART 1938
BUFTENLANDSCH OVERZICHT
Binnenlandsch gebruik
EEN STERFGEVAL OP HET
S.S. ROSSUM
Twee andere opvarenden
ernstig ziek
DOOR FIETSER AANGEREDEN
Jongetje te Kloosterzande aan de
gevolgen overleden
Bloedvergiftiging
fl. 390
MIJN KEUS
Voor een onafhankelijk
Nederland
Weer bijna f 8500 aan giften
ontvangen
VERDOOVENDE MIDDELEN
ACHTERHAALD
Smokkelhandelaar te Hilversum
aangehouden
Herdenking van het eerste lustrum
der K.J.M.V.
Bezoek van Mgr. de Jong
Opvoering van een
ideeënspel
Waar de mooiste velden binnen
kort te vinden zijn
Verkeer sadviezen
ITALIAANSCHE EN
ZWITSERSCHE MEREN
REIS&UREAUX
Nationale hulde aan den brenger
der oude christelijke cultuur
in onze gewesten
Apostel der Neder
landen
„MAG 'K ME EFFE.
't Moet toch Effendi zijn en geen
Roestam
Het is een al te vaak verkondigde
en te weinig aangevochten stel
ling, dat alle uitgaven voor ver
sterking der Nederlandsche weerbaar
heid in zich oneconomisch, want impro
ductief zouden zijn. Slechts noodge
dwongen doet Nederland op zijn eigen
wijze en in zijn mate mee aan den al-
gemeenen bewapeningswedloop, terwijl
het in zijn hart het daaraan gespen
deerde geld economisch totaal verloren
acht. Deze populaire opvatting is toch
eigenlijk onjuist. Zeker, het zou econo
misch en niet alleen economisch, maar
ook sociaal beter zijn, indien de mil-
lioenen, die thans in den wijdopenge-
sperden muil der defensie-behoeften ge
stort worden, besteed hadden kunnen
worden aan sociale en direct-economi-
sche en cultureele doeleinden, die luide,
maar tevergeefs thans om verwezenlij
king schreeuwen. Het zou beter en ver
kieslijker zijn, indien de veiligheid en
onafhankelijkheid van ons nationale
volksbestaan op 'n andere, minder kost
bare wijze gewaarborgd zou kunnen wor
den dan door versterking en verbetering
en vergrooting van ons militaire defen
sie-apparaat. Maar nu 't niet anders kan,
moeten wij er ons wel degelijk reken
schap van geven, dat de aan die ver
sterking bestede gelden een verhoogde
nationale veiligheid en een waarborg
voor het behoud van onze stoffelijke en
geestelijke verworvenheden produceeren.
Afgezien nog van de althans tijdelijke
stimuleering van het bedrijfsleven, welke
van de voorziening in de militaire be
hoeften uit kan gaan, en van de absorp
tie van werkloozen, welke van een ver
hooging van het contingent het gevolg
zal zijn, zijn dus de verhoogde defensie
uitgaven onder de huidige omstandig
heden op zichzelf reeds wel degelijk
productief en ook economisch verant
woord. Even productief en economisch
verantwoord als het leidingwater, dat op
een door brand bedreigden kostbaren
inboedel wordt gespoten en als de houten
schotten, waarmee in tijden van relletjes
op straat de voorzichtige en verstandige
winkelier zijn spiegelruiten en wat daar
achter ligt uitgestald, tracht te bescher
men.
Dat dit in bepaalde kringen terdege
wordt ingezien, blijkt uit den stroom van
vrijwillige giften, welke thans bij het
departement van Defensie binnenkomen.
Maar laten wij dan ook niet klakkeloos
een algemeen verkondigde stelling na
bauwen, die in zich onjuist is en het
risico meebrengt, dat de spontane offer
vaardigheid voor onze nationale weer
baarheid ontijdig zou bekoelen op zgn.
economische gronden.
Benoemd tot Apostolisch-Vicaris
van Oeganda
RADIO-UITZENDING VOOR
ZUID-AFRIKA
Uit het leven van H. K. H.
Prinses Juliana
Contingenteering rijst verlengd
In ingewijde kringen te Rome, weten buiten-
landsche bladen te melden, wordt de ver
wachting aldoor grooter, dat de onderhan
delingen met Engeland spoedig tot een tevre
denstellend einde zullen worden gevoerd en is
men de overtuiging toegedaan, dat de onder-
teekening nog zal kunnen plaats hebben vóór
den lOen April, den dag, waarop in Duitschland
en Oostenrijk het plebisciet zal worden gehou
den over den Anschluss, die reeds dadelijk bij
den val van Schuschnigg een volledig feit was.
Verleden week is men reeds begonnen de resul
taten der gesprekken te formuleeren. Van beide
zijden beschouwt men als het verblijdendste
van deze gesprekken het feit, dat het vertrou
wen in elkander zéér wordt bevestigd. Vooral
op twee punten. Engela-nd is namelijk evenzeer
er van overtuigd, dat Italië de territoriale on
aantastbaarheid van Spanje zal eerbiedigen als
Italië er zeker van is, dat Engeland, na vooraf
gaande onderhandelingen te Genève, het impe
rium Romanum zal erkennen. In zijn groote
Senaatsrede heeft Mussolini gisteren niet recht
streeks gesproken over de buitenlandsche poli
tiek en dus ook niet de onderhandelingen met
Engeland gememoreerd. Maar ons komt het
voor, dat hij indirect de buitenlandsche betrek
kingen van Italië heeft behandeld door de-
macht en de kracht van zijn leger in het licht
te stellen.
Op de eerste plaats heeft het er sterk den
schijn van dat de Duce, die thans, tegelijk
met zijn Koning, Keizer en Heer, tot eer
ste-maarschalk is verheven (dat een souverein
maarschalk wordt, is beslist iets nieuws in de
krijgshistorie), aan de toekomstige Engelsche
vrienden nog eens duidelijk voor oogen heeft wil
len stellen, over welke geweldige strijdkrachten 't
ipiperium in de Middellandsche Zee beschikt.
Het is, of hij op daverende wijze in het licht
heeft willen stellen, welk een waarde hij mer
zijn strijdkrachten als onderhandelingspartner
vertegenwoordigt ten opzichte van een land als
Engeland, dat zijn verbindingen door de Mid
dellandsche Zee met zijn koloniën en domi
nions onmogelijk kan ontberen en dus op goeden
voet moet blijven met een Italië, dat zóó sterk
is als het tegenwoordige, een land, dat, volgens
den Duce, beschikt „over verreweg de sterkste
duikbootvloot ter wereld" en over een lucht
macht, „die thans een van de eerste ter wereld
is". Men heeft in Londen de beteekenis van
Mussolini's rede in bovenaangegeven zin ter
dege begrepen. De Engelsche pers beweert wel
op de eerste plaats, dat de rede vooral bestemd
was voor „binnenlandsch gebruik", maar van
den anderen kant verheelt zij zich niet, dat
Mussolini's woorden bestemd waren voor Cham
berlain en ter beïnvloeding van den loop en uit
slag der Italiaansch-Engelsche onderhande
lingen. Naar gelang van de politieke verhou
dingen zijn de Engelsche bladen goed of slecht
over den inhoud der rede te spreken. De link-
sche bladen bezweren Chamberlain, dat men
geen geloof kan hechten aan het woord van
Mussolini en beweren, dat het Engelsche volk
in zijn geheel koud en koel staat tegenover de
pretenties van Mussolini. Klaarblijkelijk bereidt
deze man een oorlog van snelle beslissingen
voor. Welke zijner woorden zijn de echte?
Vraagt het aan de Abessiniërs, aan de Span
jaarden. Chamberlain zou er goed aan doen,
zich af te vragen, welke waarde er te hechten
is aan de gentlemen-agreements of vriend
schappelijke ententes, gesloten met zulk een
oorlogszuchtig man. Men ziet, erg vriendelijk is
de toon der Engelsche pers niet.
Niet alleen Engeland heeft Mussolini willen
imponeeren, maar ook zijn nieuwe Duitsche
buren aan den Brenner, bij Zuid-Tirol. Zeer
beslist heeft de Duce zijn as-vriend Hitier het
volgende voorgehouden: „Italië heeft als na
tuurlijke grens de Alpen. Deze Alpen-grenzen
zijn en blijven onoverkoombaar en dat geldt
niet alleen voor het -Winterseizoen (gelach). Het
zijn de duizendjarige grenzen, die God hier
heeft getrokken. Wanneer men enkele Alpen
passen hermetisch gesloten heeft, zijn deze
grenzen niet te overschrijden."
Voorloopig zal men er in Berlijn rekening
mede houden en goede nota er van nemen.
Voorloopig.
Toen na afloop der rede eenige senatoren
aan Mussolini hun gelukwenschen aan
boden, dankte hü voor de hem verleende
waardigheid van maarschalk en verklaarde, dat
„deze nieuwe waardigheid hem groote verant
woording oplegde ten overstaan van de derde
groote victorieuze campagne van het imperium,
waarin hij zelf als leider zou optreden." Deze
woorden wekken ongerustheid. De diplomatieke
redacteur van de Daily Express vraagt zich af,
wat de duce met deze woorden meende en tegen
wien ze gericht waren. In dit verband wijst
hij er op, dat de Italiaansche bladen overeen
stemmend beweren, dat het roode gevaar zich
verplaatst heeft van Moskou naar Parijs en
vraagt: zou Frankrijk de nieuwe vijand zijn?
Eet blad voegt er echter in één adem aan toe,
dat men niets te vreezen heeft, daar Mussolini
nooit ofte nimmer het „formidabelste leger van
Europa" zal provoceeren. De Fransche pers heeft
zich nog niet uitgelaten over de duistere, raad
selachtige woorden van Mussolini. Wel over de
rede zelf. Zij oordeelt: Ondanks het bestaan
van de as RomeBerlijn en ondanks de onder
handelingen met Engeland bindt Italië zich
niet voor de toekomst. Het zal op het geschikt
ste oogenblik zijn vrienden en vijanden kiezen.
Het tegenwoordige oogmerk van Mussolini is,
aldus de Figaro, van de tentoonspreiding van
macht een diplomatiek instrument te maken,
dat de onderhandelingen van vandaag en mor
gen kan vergemakkelijken en zijn land de vei
ligheid zijner grenzen en uitgebreide mogelijk
heden voor expansie kan verzekeren. De
Epoque wijst er op, dat Mussolini in strijd met
zijn gewoonte geen hevigen aanval op de de
mocratieën heeft gedaan. De reden hiervan is
eenvoudig: hoewel hij op goeden voet staat
met Duitschland, wil hij toenadering tot En
geland. Hij heeft verscheidene kaarten in zijn
spel. Hij zal ze al naar gelang de omstandig
heden uitspelen. De socialistische Populaire
ziet het groote gevaar voor den vrede in het
verlangen van Mussolini eens een Napoleon-
rol te spelen. De duce heeft onmiskenbaar aan
deze vrees nieuw voedsel gegeven, toen hij, na
geconstateerd te hebben, dat de kracht van
Italië nooit zoo diep en zoo algemeen, zoo
brandend en zoo vastbesloten als thans is ge
weest, uitriep: „Heeft de Italiaan Napoleon
Buonaparte, die in Frankrijk het geschikte
middel vond om zijn bovenmenschelijk militair
genie te ontplooien, dat voorzien? Toen de
Fransche maarschalk Suchet tijdens den oorlog
in Spanje den keizer de vraag stelde of hij de
beschikking kon krijgen over de Italiaansche
Palombini-divisie, antwoordde Napoleon: „Gij
hebt gelijk. Dig Italianen zullen eens de eerste
soldaten der wereld zijn."
„Dit is het." aldus Mussolini zijn rede, ,,dit
is het, wat wij willen: n.l. dat deze Napoleon
tische profetie in de fascistische en Romeinsche
werkelijkheid van onzen tijd zal worden om
gezet."
Hopen we mèt de internationale pers, dat
Mussolini's rede vooral voor „binnenlandsch ge
bruik" was bestemd. Dan wordt zijn verzeke
ring: „Wij willen vrede, maar dan onzen vrede"
minder dreigend, want ten slotte wil men geen
vrede, wanneer men zijn vrede wil.
Op weg naar Bremen is, naar United Press
aan de bladen meldt, te Lissabon aangekomen
het Nederlandsche s.s. „Rossum", dat een doode
aan boord had. Het lid der bemanning G. Salz-
rick was tijdens de reis overleden. Twee an
dere opvarenden zijn ernstig ziek in een zie
kenhuis te Lissabon opgenomen. Het stoffelijk
overschot van Salzrick is aan wal gebracht.
Te Kloosterzande is Woensdag een leerling
van de handelsdagschool te Hulst, de 13-jarige
L. W. aldaar, toen hq per rijwiel op den pro
vincialen weg ter hoogte van Terhole reed,
door een uit tegenovergestelde richting komen
den wielrijder aangereden, waardoor de jon
gen viel. Hij kwam hierdoor in aanraking met
een personenauto. Het slachtoffer bekwam een
hersenschudding en een gebroken been. In den
loop van den dag is het slachtoffer aan zijn
bekomen verwondingen overleden.
De 14-jarige H., te Tegelen, die zich aan een
been verwondde, is aan bloedvergiftiging over
leden. Op de aanvankelijk onbeduidende wonde
had H. geen acht geslagen.
Volgens heden ontvangen opgave bedraagt
het totaal van de tot nu toe bij het departe
ment van Defensie binnen gekomen vrijwillige
giften 53.014.28 j-ij, zoodat Woensdag de som
van 7.302.19% is bijeengebracht.
Bij de Vereeniging van Nationale Veiligheid
is per giro ontvangen een bedrag van 1164.63.
In totaal is in de laatste dagen bij de ver
eeniging gestort 4646.98.
Woensdagavond heeft de Hilversumsche
recherche een goeden slag geslagen door
een man te arresteeren, die zich aan smok
kelhandel van verdoovende middelen schul
dig maakte.
Reeds eenigen tijd had de recherche er de
lucht van, dat in die gemeente een persoon
moest wonen, die zich bezig hield met klandes-
tiene aflevering van verdoovende middelen, als
morphine, cocaïne, opium en dergelijke.
Bij een nauwkeurig ingestelde recherche,
waarbij vooral de rechercheur Houwing zich
onderscheidde, viel de verdenking op zekeren
V., wonende aan den Hooge-Laarderweg. Nauw
keurig werden diens gedragingen nagegaan,
totdat Woensdagavond het oogenblik gekomen
scheen om in te grijpen.
Een van de over de gemeente uitgezette pos
ten rapporteerde namelijk, dat gezien was, dat
V. na zich eenigen tijd in gezelschap van en
kele personen in een restaurant te hebben op
gehouden, zich begaf naar het Stationsplein,
waar hij, kennelijk in afwachting van iets, on
der de stationsklok zich opstelde.
In de veronderstelling, dat wellicht hier de
aflevering zou plaats hebben, besloot de re
cherche thans in te grijpen.
Twee rechercheurs arresteerden V. ter
plaatse. Hij werd naar het bureau overge
bracht. Bij zijn fouilleering werden op hem
bevonden ongeveer 700 opium-tabletjes en
twaalf cocaïne-ampullen.
Bij een daarna in zijn woning ingesteld
onderzoek werden bovendien nog, verbor
gen in een ouden divan, staande in een
schuur, twee groote ampullen verdoovende
middelen gevonden.
De man werd ter beschikking gesteld van den
commissaris van politie. Bij zijn verhoor ver
klaarde hij als tusschenverkooper te hebben ge
fungeerd voor een hem onbekende.
Naar dezen persoon wordt een nader onder
zoek ingesteld.
In ons avondblad van Vrijdag 4 Maart j.l.
maakten wij reeds melding van een op 26 Mei
(Hemelvaartsdag) te Utrecht te houden Na
tionale K. J. M. V.-bijeenkomst. We zijn nu in
de gelegenheid gesteld nog de volgende bijzon
derheden over dit Congres te publiceeren:
Deze Nationale bijeenkomst wordt gehouden
naar aanleiding van het vijf-jarig bestaan der
K. J. M. V.
Het wordt met recht een Nationale bijeen
komst, want de K. J. M. V. strekt zich uit over
het geheele land, over alle vijf de diocesen. Dit
zal ook de eerste Nationale K. J. M. V.-bij
eenkomst zijn, tot nu werden slechts dioce
sane K. J. M. V.-dagen gehouden.
Het ligt nu in de bedoeling dezen dag te
doen aanvangen in elke afdeeling afzonderlijk
door een algemeens H. Communie der leden.
Bij de aankomst te Utrecht vervolgens, be
geven de deelnemers zich naar de St. Domini-
cuskerk, aan de Mariaplaats, waar om half
twaalf een plechtige Hoogmis zal worden opge
dragen door een van de vijf diocesane Modera
tors met assistentie van de vier andere.
Een Schola Cantorum, bestaande uit Hilver
sumsche K. J. M. V-ers verzorgt onder deze
Hoogmis de wisselende gezangen, terwijl alle
deelnemers gezamenlijk de Missa de Angelis
zullen zingen.
Na deze H. Mis wordt, wanneer daarvoor
goedkeuring verkregen wordt, in optocht naai
Tivoli getrokken, waar de lunch gebruikt wordt.
Tegen half drie vangt dan in Tivoli de
groote feestelijke bijeenkomst aan, welke bij
eenkomst bijgewoond zal worden door Z. H
Exc. Mgr. dr. J. de Jong, Aartsbisschop van
Utrecht.
Er zal een soort ideeënspel worden opgevoerd:
door muziek, zang en declamatie zullen o. a.
verklaard en uitgebeeld worden het Goddelijk
Vaderschap, het Moederschap v. d. H. Kerk, het
Gezin enz. De uitleg van de verschillende dee-
len wordt gegeven door den zeereerw. heer H.
de Greeve.
De regie berust bij Jan Muller, terwijl ook
de bekende kunstenaar Gabriël Smit mede
werking verleent. Uitvoerenden zijn K. J. M.
V.-ers, de décors worden door Harry Sterk
verzorgd.
Dit „ideeënspel" zal de bekroning zijn van
het rijke Gezinsprogram, dat in het afgeloo-
pen seizoen in alle K. J. M. V.-afdeelingen be
handeld is.
Tot deze middagbijeenkomst, die georga
niseerd is door de Nationale Actiegroep der
K. J. M. V., hebben behalve de K. J. M. V.-ers,
ook toegang de ouders der leden, de leden van
den R. K. Middenstand en van den Werkne-
menden Middenstand.
Tenslotte kunnen wij nog mededeelen dat
door de Ned. Spoorwegen aan de deelnemers
een zeer belangrijke reductie op de reiskosten,
van by'na 35 pCt. wordt toegestaan.
ZONDER SCHADELIJKE LAXEERMIDDELEN
en U zult 's morgéns „kiplekker"
uit bed springen.
lederen dag moet Uw lever minstens een liter gal
in Uw ingewanden doen stroomen. Wanneer deze
stroom van gal onvoldoende is, verteert Uw voedsel
niet, het bederft. U voelt U opgeblazen, U raakt
verstopt. Uw lichaam is vergiftigd en U bent
humeurig, v»elt U ellendig en ziet alles somber in.
De meeste laxeermiddelen zijn slechts lapmiddelen.
U moet CARTER'S LEVERPILLETJES nemen om
een liter gal vrij te doen stroomen en U zult weer
geheel fit zijn. Onschadelijk, plantaardig, zacht, on
overtroffen om de gal te doen stroomen.
Eischt Carter's Leverpilletjes bü apothekers en
drogisten, f. 0.75,
De K.N.A.C. schrijft ons:
De bollen bloeien weer! Schuchter vertoon
den zich de crocusjes. Eerst enkele, als ver
trouwden zij het nog niet recht. Het was ook
nog zoo vroeg In het jaar. Maar niet zoodra
hadden zij de koestering gevoeld van de lente
zonnestralen of het was alsof zij de nog sla-
penden toefluisterden toch wakker te worden
om mede te helpen het voorjaar in te luiden.
Ook de narcissen talmden niet lang en nu
komt de beurt van de hyacinten en de vroege
tulpen.
Hoewel de bollenvelden Zondag nog niet op
hun mooist zullen zijn zal er voor den liefheb
ber toch voldoende te genieten vallen. Te ge
nieten vooral in de streek tusschen Sassenheim
en Bennebroek, vanouds het centrum van onze
wereldvermaarde cultuur.
Langs den straatweg rijdende van de Haag-
sche Schouw naar Haarlem, ziet men reeds
links en rechts de hyacinten en tulpenvelden.
Men geniet weer van het eeuwig schoone
schouwspel van dit voorjaarsbloemenfeest en
onwillekeurig rijdt men iets langzamer om het
intenser te beleven. Maar dieper onder den in
druk komt men als men langs de binnenwegen
rijdt, die zich westelijk van den straatweg be
vinden. Hier is het pas mogelijk om de pracht
van de velden volkomen op den geest te laten
inwerken. Talrijk zijn de binnenwegen. Vele
zijn zeer goed te berijden, niet smal en voor
zien van een fraai wegdek. Bij andere is het
iets minder best, maar gaarne heeft men deze
ongemakken van den rit over voor de beloo
ning, die te wachten staat. Want deze wegen
leiden den natuurliefhebber dwars, door de vel
den. Men dringt door tot in het hart van de
cultuur, waarop wij Nederlanders terecht zeer
trotsch zijn. Een kleine moeilijkheid is om in
de grootere plaatsen den juisten weg te vin
den, die toegang tot het dorado der binnen
wegen geeft. In Sassenheim bereikt men dit
door ongeveer midden in het dorp de Teylin-
gerlaan in te slaan (richting Noordwijk). Deze
laan voert langs de ruïne Teylingen en verder
naar Noordwijkerhout.
In Lisse is het de Stationsweg of de Achter
weg, dien men in de richting Ruigenhoek moet
volgen om op het binnenwegennet te belanden,
terwijl men in Hillegom de tijdens den bloei
Sennebroek
GOED BERIJDBARE
BINNENWEGEN
.....BERIJDBARE
BINNENWEGEN
Pasfoorsl
OeZilk
Ruigenhoek
RDWUK
onzegbaar mooie Veenenburgerlaan moet op
zoeken die aan het zuideinde van het dorp t.o.
de R.K. Kerk westwaarts afbuigt.
Bezuiden Bennebroek leidt de Nieuwe weg
langs tal van bijzonder mooie velden, waarover
men een weidsch uitzicht krijgt, doordat het in
den weg aanwezige bruggetje den automobilist
als het ware op een podium plaatst.
Wil men genieten van een buitengewoon
mooi uitzicht over de bollenvelden, dan ver-
zuime men niet een bezoek te brengen aan den
watertoren te Noordwijk aan Zee. Om toegang
tot den toren te verkrijgen zal men een klei
nigheid moeten betalen. Als er niemand aan
wezig is, vervoege men zich bij den pachter:
Kerkhofpad 15 te Noordwijk.
Behalve de streek tusschen Haarlem en Lei
den bezit Nederland nog een centrum voor de
bollencultuur, voornamelijk de tulpenbollen.
Ten noorden van Alkmaar in de richting den
Helder rijdende, ziet men aan de rechterzijde
van het Noord-Hollandsch kanaal reeds vele
tulpenvelden. Een bezoek aan Bovenkarspel, de
Koog, Breezand, Middenmeer, Medemblik, An-
djjk en Enkhuizen is een bezoek meer dan
waarö.
Hier en daar zal men den wagen echter aan
den kant moeten zetten, daar voortzetting van
den tocht per automobiel ondoenlijk zal blijken,
want om in deze streken intens van de bloe
men te genieten moet men zich vele overgan
gen met bootjes en tochtjes over smalle paden
getroosten.
Ook in de streek tusschen Haarlem en Alk
maar, langs de binnenwegen bij Beverwijk en
Santpoort treft men bloembollenvelden aan.
Maar het centrum van onze Hollandsche bol
lencultuur ligt toch nog steeds tusschen Sas
senheim en Bennebroek.
Tot slot nog dit. Indien men zich de luxe
kan permitteeren om op een door-de weeksche-
dag er tusschen uit te gaan, doe dat dan!
Men behoeft dan niet beangst te zijn voor
het raken in verkeersknoopen, men rijdt niet
in files en men heeft de illusie alleen te zijn
alleen met die onbeschrijfelijke pracht van
het Hollandsche kleurpalet, waarvan men tin
ten en schakeeringen in volkomen rust kan ge
nieten.
Is men echter gedwongen het bezoek op een
Zondag te bepalen, dus op den dag dat het
uit den aard der zaak veel drukker is, rijdt dan
voorzichtig. Erger u niet als gij niet kunt op
schieten. Per slot van rekening bent u toch
niet naar de bollenvelden getogen om er door
heen te vliegen. Eik oponthoud kan slechts
winst beteekenen, al is het dan ook soms ge
dwongen,
Ga ook naar de wonderschoone
Van 1 Maart tot 31 October
9-daagsche arrangementen
Relssom van f 74,— af
Op 7 November 1939 zal het twaalf eeuwen
geleden zijn, dat Willibrord, de Apostel der
Nederlanden, gestorven is. De plannen, het
volgend jaar deze historische figuur te
herdenken en te herinneren aan hetgeen
hij als een onzer grootsten voor Nederland
heeft beteekend door zijn verkondiging van
het Evangelie en als drager van de oude
christelijke cultuur, hebben thans vasten
vorm gekregen. Daarbij is er van uitgegaan,
dat de stad Utrecht, waar Willibrord zijn
voornaamste kerk heeft gesticht en het uit
gangspunt van zijn werkzaamheid heeft
gevestigd, in de eerste plaats in aanmerking
komt als centrum eener herdenking, welke
intusschen voor het geheele land beteekenis
heeft.
Het voornemen bestaat, de plechtige her
denking op den sterfdag te houden in de
Domkerk te Utrecht en aan die herdenking
in de zomermaanden 1939 vooraf te doen
gaan een tentoonstelling, die de figuur van
St. Willibrord en de cultuur van zijn tijd
tot onderwerp zal hebben.
f
De tentoonstelling zal een tweeledig karakter
dragen: in de eerste plaats zal zij bevatten
voorwerpen, in verband te brengen met de ver
eering van den Apostel Willibrord in den loop
der tijden tot den huidigen dag toe. In de
tweede plaats zal het zijn een internationale
tentoonstelling van vroeg-Middeleeuwsche we
reldlijke en kerkelijke kunst, gezien in ver
band met de Nederlanden.
Ter voorbereiding van de herdenking heeft
zich een nationaal comité gevormd, dat sa
mengesteld is als volgt: mr. G. A. W. ter Pelk-
wijk, burgemeester van Utrecht, prof. dr. W
J. Aalders te Groningen, mr. P. C. J. A. Boeles
te Leeuwarden, dr. C. W. Th.' baron van Boet-
zelaer van Dubbeldam te De Bilt, H. Botter-
weg te Utrecht, prof. dr. G. Brom te Nijmegen,
prof. dr. H. Brugmans te Amsterdam, Mgr. dr.
P. J. M. van Gils te Roermond, prof. dr. J. Hui-
zinga te Leiden, mr. H. Th. s'Jacob te Huis
ter Heide, prof. dr. G. W. Kernkamp te Utrecht,
Mgr. Th. J. M. Knuvelder te Utrecht, de oud-
katholieke pastoor E. Lagerwey te Utrecht, mr.
A. Meerkamp van Embden te Middelburg, jhr.
mr. W. Michiels van Kessenich te Maastricht,
dr. H. W. E. Moller te Tilburg, pastoor W. No-
let te Amsterdam, prof. dr. A. K. M. Noyons
te Utrecht, prof. dr. M. van Rhijn te Utrecht,
jhr. mr. A. F. O. van Sasse van Ysselt te 's-Her-
togenbosch, prof. dr. A. A. van Schelven te
Bentveld by Haarlem, terwyi het secretariaat op
zich hebben genomen dr. W. C. Schuylenburg
en mr. J. W. C. van Campen te Utrecht.
Het tentoonstellingscomité is aldus samenge
steld: dr. W. C. Schuylenburg te Utrecht, voor
zitter, J. E. Brom te Utrecht, mr. B. J. baron
de Geer van Jutphaas te Utrecht, prof. dr. H.
Grondüs te Scheveningen, prof. J. J. Henne-
man te Warmond, dr. ir. G. W. van Heukelcm
te Bilthoven, dr. A. Hulshof te Utrecht, dom.
dr. J. Huyben O.S.B. te Egmond-Binnen, jkvr.
dr. C. H. de Jonge te Utrecht, dr. J. Kalf te
Den Haag, de oud-katholieke pastoor E. La
gerwey te Utrecht, prof. dr. W. Lampen te
Nijmegen, dr. F. Schmidt Degener te Amster
dam, prof. dr. W. Vogelsang te Utrecht met
als secretaris jhr. dr. J. S. Witsen Elias te
Blaricum.
In wording zijn nog bijzondere comité's, o. m.
voor de regeling van de herdenkingsplechtig
heid, terwijl de heeren H. Botterweg, J. M.
Fentener van Vlissingen, N. Janssen en mr.
K. L. C. M. I. baron de Wijkerslooth de Weer-
desteyn zich bereid hebben verklaard zitting te
nemen in een comité voor de financiën.
Het ligt in de bedoeling te bevorderen,
dat de verschillende groepen, waaruit het
comité is gevormd, het initiatief nemen tot
een herdenking in eigen kring.
Het „Nieuws v. d. Dag v. Ned. Indië" schrijft:
Minister Weiter zei Roestam en Kamervoor
zitter Van Schaik wil Effendi. De minister is
een hoffeiyk en parlementair man, en. ofschoon
Effendi maleisch is voor heer, voldoet Z. Exc.
aan des voorzitters wensch en noemt het com
munistisch kamerlid voortaan de heer Effendi,
hetgeen vrij vertaald de heer De Heer beteekent.
De kamervoorzitter blijkt onbewust geiyk te
hebben. De „Sumatra-Bode" komt nameiyk
vertellen, dat de Padangsche familie als Effendi
bekend staat en dat er vele Effendi's zyn:
Roestam Effendi, Bachtiar Effendi, Soeleiman
Effendi. Zoodat Effendi is ingeburgerd als ach
ternaam, „al beteekent Effendi dan ook inder
daad „meneer" of in het Turksch „staats
dienaar".
Goed. Effendi dus. Mag 'k me effeEffendi!
Aangenaam! Een waar wereldburger. Padanger
van origine, Inheemsch onderdaan-niet-Neder-
lander naar staatkundige onderscheiding, vol
gens Turksch-taalkundigen uitleg „staatsdienaar"
en dit laatste dan met het gelaat gewend naar
het Oosten, waar Moskou ligt en Vadertje Sta
lin troont, de naam verandert, de zaak wordt
op denzelfden voet voortgezet: hou den heer
Effendi in de gatent
Father J. Reesinck van de St. Joseph-
congregatie van Mill-Hill, is, naar de over
ste van het missiehuis te Roosendaal ons
meedeelt, benoemd tot apostolisch vicaris
van den Boven-Nijl (Oeganda), als opvol
ger van Mgr. Campling.
Mgr. Reesinck, die 22 Februari 1881 te Delft
werd geboren, is dus nu 57 jaar oud. In 1908
werd hij te Mill-Hill priester gewijd. Onmid-
dellük daarna vertrok hij naar de missie in
het vicariaat van den Boven-Nijl.
In 1921 kwam hij om gezondheidsredenen in
ons land terug, maar een jaar daarna ging hij
weer naar zijn geliefd missiegebied terug.
In 1928 werd hij naar ons land teruggeroe
pen en aangesteld als leeraar aan het St. Jo-
sephstudiehuis te Tilburg, dat hü reeds in 1931
verliet, toen hij werd benoemd tot directeur
van het missiehuis te Roosendaal.
In Juli 1934 volgde de benoeming tot een
der hoogste posten in de Congregatie, n.l. die
van tweeden consultor van den Algemeen Over
ste.
De nieuwbenoemde apostolische vicaris heeft
zich steeds doen kennen als een üverig, onver
moeid missionaris met groot organisatie-talent
en uitstekende eigenschappen voor het onder
was.
Zaterdag 30 April a.s. zal de P.H.O.H.I. ter
gelegenheid van den verjaardag van H. K. H.
Prinses Juliana een speciaal programma uitzen
den voor de Nederlandsche luisteraars in Zuid-
Afrika.
Deze uitzending geschiedt te 1920.30 g.m.t.
golflengte 31.28 M.
Het programma, dat in deze uitzending ten
gehoore wordt gebracht, is getiteld: „De chate
laine van Soestdijk" (uit het leven van H. K. H.
Prinses Juliana).
De verschillende onderdeelen van dit feeste-
ïyk programma waaraan om. medewerken het
Phohi-orkest, Willem Hespe's Kinderkoor, He-
lene Ludolph, sopraan en Frans Vroons, tenor,
zullen op oud-vaderlandsche wijze aan elkander
worden verbonden door een „verteller". Als zoo
danig fungeert de heer J. Jessurun, den luiste
raars welbekend als ooggetuige-verslaggever bij
de reportages ter gelegenheid van de geboorte
van Prinses Beatrix.
De contingenteering van ryst per 1 April 1938
zal voor den tüd van een jaar worden ver
lengd.