Molens in en rondom Haarlem „ORKAAN" Rembrandt Haarlem, 6 April alléén bij KREYMBORG DE ZEVEN VERDWIJNT DIE TE SANTPOORT? Kort en volledig WOENSDAG 6 APRIL 1938 Verdwijnt de molen „De Zandhaas" te Santpoort? Verplaatsing van het goederenstation STADSSCHOUWBURG „Jeugd zoekt werk" 26 ARBEIDERSWONINGEN IN BLOEMENDAAL Hedenmorgen aanbesteed Programma Radio-Centrale Onfrisch varkensvleesch Spaarne en de Zijlweg waren vroeger gegarneerd met allerlei soorten Wel ruïnes, maar molens? Talrijke molens Huidige. ruïnes Verdwijnt de Santpoortsche molen? Gevonden voorwerpen en dieren AGENDA Bioscopen 7 April Bioscopen 4 Meer sigaren verkocht aan de jongere generatie, g- De zog goot haar licht en warmte over hem (Wordt vervolgd) STAD Wie de kaart van Haarlem bekijkt zal de lig ging van het Goederenemplacement aan de Westergracht allerminst gelukkig vinden. Een goederenstation zoekt men het eerst in het industriecentrum van een stad en liefst in de nabijheid van goed vaarwater en breede landwegen. Daarvan is in Haarlem geen sprake. Beter dan aan de Westergracht zou het dan Ook aan het Spaarne kunnen liggen. En inderdaad schijnt er indertijd geaarzeld te Zijn tusschen een terrein aan den Ouden Weg en de plaats waar het nu ligt. Het feit, dat het terrein aan den Ouden Weg van het personen- station was gescheiden door de spoorbrug, wat Zeer lastig was in verband met het rangeeren, heeft toen klaarblijkelijk ten voordeele van de Westergracht beslist. Sindsdien zijn de enkele industrieën, welke in die omgeving gelegen waren, zooals de Boter- fabriek van de firma Oohen aan de Leidsche. Vaart, de katoenfabriek van Brevinaire aan den Kinderhuissingel, die van Wilson aan het Wil- sonsplein, de machinefabriek van de firma Pigee en enkele kleinere fabrieken, verdwenen of naar het Nborder Buiten Spaarne verplaatst en door den gemeenteraad werd een uitbrei dingsplan vastgesteld, waarbij geen toestemming meer wordt verleend voor het vestigen van in dustrieën aan deze zijde van het Spaarne. Daardoor is de beteekenis van het Goederen station nog meer achteruit gegaan en het eenige middel voor de Spoorwegen om het vervoer per spoor te stimuleeren is dan ook o.i. het empla cement meer in de nabijheid der fabrieken te brengen. Nu de ophooging van de spoorbaan in de richting Vogelenzang in studie is, is dit een onderwerp om in het oog te houden. De Kamer van Koophandel en Fabrieken heeft thans een enquête gehouden onder de gebruikers van het station, om hun te vragen hbe zij over verplaatsing denken. Deze enquête moet feitelijk overbodig worden geacht, omdat ieder gebruiker daarbij zeer terecht eigen be. lang op den voorgrond stelt en dus het goe derenstation zoo dicht mogelijk bij huis wil hebben. Op zijn best is hij onverschillig voor de plaats als hij er toch geen gebruik van behoeft te maken. De meerderheid zal zich dus wel voor ver plaatsing naar het terrein aan den Ouden Weg uitspreken, maar of de verplaatsing ook zal plaats hebben, is een andere kwestie, omdat ook de ophooging van de spoorbaan nog, wat men nbemt, in wijde zakken zit. Als een stuk zóó'n titel heeft, verwacht je niets meer of minder dan de dramatische ver. werking van het groote probleem onzer da gen: de onvrijwillige werkloosheid van het jonge geslacht. En die verwachting gaat on willekeurig met een huivering gepaard, wijl je maar al te goed weet, dat een tooneelschrijver, al is hij nóg zoo handig, geen oplossing bren gen zal, waar de deskundig verklaarden met- hun handen in het vaak spaarzame haar zitten. Maar men kan er gerust op zijn: de auteur, die Hubert Griffith heet, gebruikt het gemis aan werkgelegenheid voor vele tegenwoordige jongeren alleen als een aanleiding voor zijn grappige satyre, die op een meer algemeen menschelijk onderwerp is gericht. Hij neemt op niet buitengewoon fantastische, maar toch al tijd kostelijke "wijze een loopje met de men. schelijke ijdelheid, die ook bij zakenlieden niet ontbreekt. Hij is daarbij nooit bitter, nooit wrang, integendeel: zijn ironie heeft zoo'n gemoedelijken toon, dat men met onverdeeld genoegen het vlotte verloop van het blijspel volgt. In woord en actie is hij werkelijk geestig en hij weet spelenderwijze enkele waarheden te plaatsen, die het geval pittig maken. De werklooze is Randolf Warrender, een jon. ge man, die ten einde raad en gebruikmakend HET GEWELDIGE FILMWERK SLECHTS T. EN M. DONDERDAG IN: van een niet onwilligen vriend, een plaats op een Bank verovert. Het is inderdaad verove ren: omdat bij zoo'n uitgebreid personeel één man meer of minder wel niet zal opvallen en omdat de brutalen de halve wereld hebben, eigent hij zich daar een positie toe en om deze te rechtvaardigen fingeert hij een taak. Warrender vindt de „zaak Kubinsky" uit, werkt deze uit tot zij groote proporties heeft aangenomen en maakt zich bij het bestuur van de Bank onmisbaar, omdat hij de eenige is, die het gefantaseerde geval onder de knie heet te hebben. De naijver tusschen den president en den directeur-generaal helpt hem verder in het zadel en eenmaal begonnen moet hij doordra ven. Deze dolle rit zou hem echter slecht be komen zijn, als niet de dochter van den presi dent bij het dreigende gevaar de teugels ge. grepen had, terwijl ook de hulp van zijn vriend hem van een fiasco redt. Ten slotte wordt de verbeelding' reëel en de zaak Kubinsky produ ceert een prachtige nieuwe werkgelegenheid voor velen, met den avontuurlijken en succes rijken jongen zakenman als directeur. Dit genoeglijke geval wordt door het Rotter- damsch Hofstadtooneel onder regie van mevr. RanucciBeekman met een pleizierige vaart op de planken gebracht. Paul Steenbergen is de vrijmoedige werklooze en hij slaagt er uit stekend in, met een gezonde levendigheid den gang in het spel te houden. Met al zijn caprio len blijft hij sympathiek en de lichtelijk komi. sche opvatting van zijn rol past volkomen in het gemoedelijk karakter van de satyre. Heel fijn zet Piet Rienks den stijf-eorrecten, in het kantoorleven vergroeiden, door het verbijste rend verloop meegesleepten vriend „Lotje" daar tegenover. Adrienne Canivez speelt frisch als de heelemaal niet verlegen steno-typiste, die „Lotje" onder haar hoede neemt en Enny Mers- nier voldoet' als de toekomstige directeursvrouw, al staat die rol wat vreemd in het spel. De goede verzorging van het geheel bleek ook uit de voortreffelijke wijze, waarop de kleinere partijen hun deel kregen. Dirk Verbeek was de president, Henk van Buuren de directeur-gene. raai, Alex Hoek en Willem Huysmans waren de directeuren, en het was een lust naar deze ver schillende mannentypen te kijken. De titel van het spel mag dan iets anders doen verwachten en de liefhebbers van satyre mogen op een scherpere belichting van de rea liteit gesteld zijn, zeker is, dat iedereen zich met „Jeugd zoekt werkt" waarlijk kan amuseeren. Dat hebben de vele genoodigden bij deze Haar- lemsche première van Dinsdagavond door hun prettig meeleven en hun hartelijken bijval on miskenbaar getoond. H. B. v. d. S. Hedenmorgen werd in het raadhuis te Over- .veen in het openbaar aanbesteed: het bouwen van 26 arbeiderswoningen aan het Joh. Mau- ritsplein te Bloemendaal. Van deze aanbesteding, waarvoor veel be langstelling bestond, was de laagste inschrijf- ster fa. Slokker te Huizen, A 69560, B 71388 (B is met mooier kamertje in alle huizen). O.a. de volgende Haarlemsche aannemers schreven in: fa. Gebrs. Klein Schiphorst voor 99923; Gebrs. v. d. Putten voor 89957; fa. Hetem voor 86980; fa. Baas voor 107.600; fa. Oppenkamp voor 44250; fa. Cobelens voor 97960; F. Philips voor 91545; fa. Metse laar voor 89545. DONDERDAG 7 APRIL Programma 1: Hilversum 2. Programma 2: Hilversum 1. Programma 3: Keulen 8.00; Parijs Radio 9.50; Radio P.T.T. Nord 11.05; Parijs Radio 11.20; Ned. Brussel 12.20; Keulen 1.20; Danmarks Ra dio 2.20; Keulen 3.20; Ned. Brussel 4.20; Keulen 4.30; Parijs Radio 5.20; Droitwich 6.20; Keulen 6.40; Fransch Brussel 7.20; Ned. Brussel 9.20; Boedapest 9.45; Keulen 10.20; Danmarks Ra dio 11.20. Programma 4: Ned. Brussel 8.00; Diversen 8.20; London Regional 10.35; Droitwich 3.35; London Regional 6.20; Droitwich 7.00. Programma 5: 8.007.00 Diversen; 7.00 Eigen gramofoonplaten-concert: 1. Fifty years of song, 2. Sons of the brave, With sword and lance, 3. Indian love call, II Bacio, 4. Golden Memories, 5. Als het orgel speelt, Als Kobus harmonica speelt, 6. Waltz Medley, 7. Add a little wiggle, I'll never be the same. 8. White flowers if the Islands, El Gaucho, 9. Boerang ka-ka, Nina Bobo, 10. Liebesfreud, Schon Rosmarin; 8.00— 12.00 Diversen. Onder dit kopje heeft in ons blad een bericht gestaan dat een slager uit Hoofddorp door den Haarlemschen kantonrechter veroordeeld is tot 25.boete wegens het in voorraad hebben van bedorven vleesch. Men verzoekt ons mede te deelen, dat het hier niet 'n slager uit Hoofd dorp, maar een uit Nieuw-Vennep betrof. Molens, 'k zie U geerne, als spoken hoog Uw armen opgestoken, rijzen hoven heg en kant en in 't rozig morgenkrieken met Uw wieken staan te wenken op het land „Molens geven iets gezelligs aan de streek, iets gemoedelijks, iets opbeurends, naast de spitse kerktorentjes en de dwergachtige knotwilgen met hun spruitselknoppen aan den kant der slooten. Schilderachtig lijnen de zware balkhou- ten met hun roodbruine zeilen tegen de heldere lucht, als het zonnetje straalt".... Het bovenstaande is maar een stukske proza en een vleugje poëzie, hier en daar gegrabbeld uit de boeken van een boekenkast. Ze zouden met tientallen te vermeerderen zijn want de romantiek van den wiekenden molen in het groene land tegen een achtergrond van blauwe lucht in het gouden zonlicht heeft immer die pen indruk gemaakt op dichters en schrijvers, die dan ook in gedichten, verhalen en beschrij vingen den molen bezongen en idealiseerden zooals alleen maar 'n dichter-in-lente-stemming kan doen! Zelfs in de gewone spreektaal, in de uitdruk kingen en volkswijsjes neemt de molen een groote plaats in, ook al is dit voor hem niet altijd even eervol. Want iemand-die-met- molentjes-loopt wordt niet hoog aangeslagen en als men een tik van de molenwiek te pakken heeft, dan pleit dat ook al niet voor den per- soon-in-kwestie. En hoeveel menschen zijn niet „malende"! Daarentegen uit zich de vroolijkheid en ge zellige stemming alras in het hartverheffende lied: „Daar bij dien molen, dien rooien molen....." De Haarlemmers hebben langen tijd werkelijk een rooien molen gekend al was het maar een uithangbord aan een winkel in de Groote Hout straat. Trouwens in het vroeger Haarlem we melde het van dergelijke gevelteekens met mo lens in alle kleuren van den regenboog en met voorvoegsels als „Geldersche", „BrabantsChe", enz., kortom van alle Nederlandsche gewesten. Over gebrek aan belangstelling van de winkeliers had de molen dus niet te klagen! Zeer begrijpelijk overigens in een stad, die talrijke van dergelijke gebouwen heeft ge had. De Haarlemsche geschiedschrijver Allan, anders tot in details nauwkeurig, noemt ze niet eens alle op. Uit een lijst van 1701 tel len we er 35 waarvan sommige zeer eigen aardige namen hadden. Dat er een „De Ruckwindt" heet is alleszins begrijpelijk want de molenaar hield de wind in eere. En een naam als „De halve maan" kan er ook nog mee- door. Maar wat te zeggen van „Dat Boreeltge" „De Doodkiste" of „De zielmisse"? „De Vlugge" had zijn titel ongetwij feld als een soort van reclame en de molenaar van „Ypocras" was zeker iemand, goed thuis in de klassieken. Velerlei soorten kende men toen: koren, wa ter, mout, papier, rasp, zaag en oliemolens. De molenaars vormden zelfs een afzonderlijk gilde met eigen altaar in de St. Bavokerk. De Zijlweg was eenige eeuwen gegarneerd met molens. Bij het beleg van Haarlem werden al leen al drie buiten de Zijlpoort in brand gesto ken. De vlammen zijn altijd de schrik van den molenaar geweest. Kan men zich grooter spook beeld voor hem voorstellen dan snel draaiende en brandende wieken op een rookenden molen te midden van storm en onweer? Er zijn dan ook meer molens vernield door de vlammen dan door den moker. In 1860 liet de heer Figee nabij den Zijlweg een villa oprichten op de plaats, waar een molen kort tevoren was afgebrand. Omstreeks 1880 kende deze weg nog slechts één van deze nuttige inrichtingen: „Het Haan tje" thans evenzoo allang weer verdwenen. Ook het Spaarne had met molens bezaaide oevers. Langs den Oostelijken stonden niet min der dan een vol-, een koren- en 3 moutmolens en langs den Westelijken 5 houtzaagmolens. Bi; een brand op Vastenavond 1628 in de z.g. Dub bele Buurt gingen niet alleen 200 huizen maar ook 2 molens verloren. In de kom van het Spaarne tegenover de Kamperlaan heeft een runmolen gestaan, die de bewoners van de te genover liggende buitenplaatsen met kwalijk rie kende geuren vereerde. Toen hij in 1776 afbrand de hebben deze bewoners den grond opgekocht om te voorkomen dat hij weer opgebouwd zou worden. Terzelfder hoogte ongeveer stond ook de ruoutmolen ,,'t Ouwde Kot", in den gevel waar van een kabeljauw was afgebeeld met de mede- deeling dat dit dier in 1610 door den molenaars knecht in het Spaarne was gevangen. Men haal de er toen blijkbaar nog wat anders uit op dan oude schoenen, ledikanten en modder! Wij zouden aan het opnoemen kunnen blij ven. In Haarlem zelve stond er een op het tegenwoordige Wilsonsplein: „Den Doel", in 1870 tegen f 600 voor afbraak verkocht. Voorts een aan de Kinderhuisvest bij de Nieuwe Gracht, de Pinkmolen, waarvan het onderstuk een oude toren uit de vroegere omwallingen was. Ook de veelbesproken „De Adriaan", stond op het onderstuk van een vroegeren vestingto ren. Hij was genaamd naar zijn eigenaar: Adriaan de Boois en zooals men zich herinne ren zal, heeft hij langen tijd het stadsbeeld aan het Spaarne verfraaid. Ook hier waren het de vlammen, die hem deden verdwijnen. Wij hebben onlangs al vermeld, dat heropbouw weinig kans heeft van slagen Ais wij eens rond Haarlem gaan kijken .naar nog bestaande molens, is de oogst ge ring. Ruïnes zijn er genoeg. De Roomolen aan de Zomervaart, nog niet zoo lang geleden door brand vernield en waarvan het onderstuk dient als behuizing van de pol- derbemalingsinstallatie; de Glippermolen te Heemstede, wier kop en wieken twee jaar ge leden gesloopt zijn, omdat de molen bouwvallig werd en geen dienst meer deed. De eigenaar, de heer Hoeker, heeft nog pogingen aangewend, om voldoende belangstelling voor zijn behoud te krijgen, maar tevergeefsch. Voorts „De Jonge Willem", genaamd naar een vroegeren voorzit ter van het polderbestuur van den Waarder- polder, voor wier bemaling hij dienst deed. 8 November zal het 25 jaar geleden zijn, dat hij buiten dienst gesteld werd, omdat er dieselbe maling kwam. En na eenige maltn verbrand en weer opgebouwd te zijn, werd de kroon hem van het hoofd gestooten, zoodat er weinig schoons meer over is. Welke molens bestaan nog? Aan het Penningsveer: „De Veer". Naar wij vernamen, overweegt het bestuur van den Veerpolder machinale bemaling in zijn plaats te stellen, maar misschien zal hij dan toch nog als landschapssieraad bewaard blijven. Verderop in die streek staat „De Slokop",, zoo genoemd omdat hij zoo groot is, Aan den Rijksweg HalfwegHaarlem, bevindt zich „De Zuier", ook buiten dienst. Aan het Spaarne, tegenover de Roei- en Zeilvereeniging, ziet men het prachtige silhouet van den houtzaagmolen „De Eenhoorn", een zeldzaamheid, behouden en gerestaureerd door de Vereeniging „De Hol- landsche Molen", in samenwerking met andere. Hij staat te huur.... Dan nog het molentje in Groenendaal en eentje bij de Kleverlaan (eveneens nog slechts natuurmonumenten) En tenslotte treffen we zoowaar nog een in werking zijnden korenmolen aan te Sant poort, „De Zandhaas", nabij de Hervormde Kerk in Santpoort-Dorp. De eigenaar, de heer Boekei, was echter over het voortbe staan zeer pessimistisch gestemd. Er zit de klad in het vak en zoo'n molen is niet meer rendabel te exploileeren. Daarom: als U den molen nog wilt zien, moet U gauw komen, want misschien is hij over een jaar al afge broken, aldus vertelde de molenaar ons. Geen prettig vooruitzicht voor Santpoort, welks dorpsbeeld door den molen zoo aardig werd verfraaid: Zouden diverse instanties niet eens de handen ineen kunnen slaan om den bedreigden molen te redden? Blijft nog vele, vele jaren trotsend stormen en gevaren draaiend achter heg en kant boven onze korengouwen ouwe, trouwe molens van ons Hollandsch land! Is het niet alsof dit vers van A. Sauwen spe ciaal voor den Santpoortschen molen is ge schreven? Inlichtingen aan het bureau van politie, Uit sluitend tusschen 11 en 13 uur. Terug te krijgen: handschoenen en ceintuurs, Politiebureau, Smedestr.; armbandje, Schoon hoven, Raamsingel 2; hond, De Goede, Laan van Rozenburg 29, Heemstede; hondje, Hoon- hout, 2e Zuidpolderstraat 8; pakje, Wesseling, Duvenvoordestraat 49rood; twee rozenkransen, Politiebureau, Smeóestraat; rijwielplaatje, Po litiebureau, Smedestraat; schortje, Benjamin, Kempstraat 29rood. Gebouw St. Bavo: Ledenverg. Bakkers, 7 u.; Proza, 8 uur; Schaakclub St. Bavo, 8 uur. De Nachtegaal, Lisse: Ledenvergadering „De Hyacint", half 3. Kunstzaal Reeker: Exposities 105 uur Gem. Concertgebouw: Haarlemsche Voor- jaarsbeurs, half twee—half zes en van half acht tot elf uur. Frans Halsmuseum: Tentoonstelling 105 u. Rembrandt-theater: „Orkaan", 2.30, 7 en 9.15 uur. Cinema Palace: Filmac 115 uur; „Tusschen twee oceanen", 7 en 9.15 uur. Luxor-theater: „Artisteningang", 2.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals-theater: „Tango nottumo", 2.30, 7 en 9.15 uur. Gebouw St. Bavo: Best. Spoorwegpersoneel, 8 uur; Herwonnen Levenskracht, 8 uur; R. K, Bevolkingsbureau, 8 uur; Rechtskundig Bureau 78 uur; Ledenverg., 8 uur. Groote- of St. Bavokerk, Gr. Merkt: Orgel bespeling van 34 uur. Gemeentelijk Concertgebouw: Haarlemsche Voorjaarsbeurs, 1.305.30 en van 7.3011 uur. Kunstzaal Reeker: Exposities 105 uur Frans Halsmuseum: Tentoonstelling 105 u. Rembrandt-theater: „Orkaan", 2.30, 7 en 9.15 uur. Cinema Palace: Filmac 115 uur; „Tusschen twee oceanen", 7 en 9.15 uur. Luxor-theater: „Artisteningang", 2.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals-theater: „Tango nottumo", 230, 7 en 9.15 uur. Op 11 April zal het echtpaar J. v. Leeu wen—M. van Leeuwen—Bosch, wonende Am sterdamstraat 37, den dag herdenken, waarop het voor 50 jaar in'het huwelijk trad. Het vergelijkend overzicht over Maart 1937 1938 van de Nutsspaarbank te Haarlem luidt: aantal behandelde posten 18627 (v.j. 16943) inlagen 12662 (v.j. 11631); terugbetalingen 5965 (v.j. 5312)ingelegd 527.682.44 (v.j. 483.125.30)terugbetaald 490.939.60 (v.j. 489.631.09); meer ingelegd ƒ36.742.84 (V.j. minder 6.505.79)aantal nieuwe boekjes 339 (v.j. 286)aantal afbetaalde boekjes 183 (v.j. 145)spaarbusjes op 31 Maart 1938 in omloop 3695; geledigd in Maart 1938 370 busjes met totaal inhoud van ƒ4.968.65; aantal verhuurde kluisloketten op 31 Maart 1938 637. De nieuwe pastoor van de St. Josephkerk, pastoor A. J. C. Melchers, zal Vrijdag 8 April, des avonds om half 8 als zoodanig worden ge ïnstalleerd. Door „Kindervoeding" werden in de week van 28 Maart tot 2 April 1938 verstrekt 6268 porties warm eten, ni. in lokaal Eemstraat 1165, Overtonstraat 1508, Zoetestraat 1205, Kamperstraat 816. Byzantiumstraat 716, Bui- teng. Onderw. 678, Voorm. Spaarndam 180. Op den werkavond der Haarl. Amateur-Foto grafen Vereeniging, te houden op Donderdag avond 7 April om 8.15 uur, zal de heer H. Meyboom te Haarlem, lid van de kleinbeeld- commissie der Vereeniging een voordracht met practische demonstraties houden over het on derwerp: Het bepalen van de gradaties van papiersoorten. In het Vereenigingslokaal Ged. Oude Gracht 104 zal dien avond eveneens ter expositie aan wezig zijn een collectie foto's beschikbaar ge steld door de Beverwijksche Amateur-fotografen Vereeniging. De werkloosheid in Haarlem is nog steeds dalende. Deze week waren er 5517 werkloozen. d.i. 135 minder dan de vorige week. 591 min der dan in 1937 en 908 beneden 1936. De heer P. van Loevezijn is gisteren gehuldigd om zijn zilveren jubileum als eerste rotatie drukker der O. H. Crt. Verschillende toespra ken werden gehouden en geschenken aange boden. Op 78-jarigen leeftijd is de heer J. C. Hessen overleden, vroeger de eigenaar van de bekende fabriek aan het Spaarne. Cf>e£>CpCp<$3CpCpCj3ep<}3CpC53C33<£><pl$> ij- ■9 De General Cigar Co. heeft vorig jaar §1 i; een buitengewoon fraai resultaat be- 9- 4 reikt met haar verkoopscampagne voor -6 haar sigaren van 10 en 5 dollarcenten. 9- -S a- -e Dit is te danken aan haar geconcen- g. treerde advertentie-campagne in cou- 3- ranten en het feit, dat deze annonces |l - zich speciaal richtten tot de jongere 9- 2 generatie. 4 Ook in vroeger jaren plaatste dit bedrijf 9- haar reclame in couranten, doch bij 9- 4 deze campagne had zij de actie geheel -§ in dit reclamemedium geconcentreerd. 9- cbckcj^tkcjocbckckcjD J3 cfcct>ci> cbcbckcpcbcbtkcl) ebdaefc cb Wilt U weten wat de nieuwste heeren mode brengt, bekijk dan maar eens goed de Waarborg-Kleedlng in de Kreymborg-etalagesl CHRISTIAN HATTGEN '"I 16 En inderdaad bleek 't, dat Kenton dien avond zich voor niets anders interesseerde dan voor haar en alles wat haar betrof. Den volgenden dag ging Kenton direct na de lunch een bad nemen. Ook Perring zou komen, doch hij moest eerst nog wachten op een tele foongesprek met Londen, om enkele zaken af te doen, die in verband met zijn onvoorbereid vertrek, nog nader geregeld dienden te worden. Langzaam wandelde Kenton door 't lommer rijke bosch. De andere gasten plachten na 't eten wat te gaan rusten, zoodat hij op 't strand de eenige wandelaar was. En toch on danks de stilte rondom, had hij 't gevoel, alsof iemand hem volgde. Voortdurend had hij langs den boschweg het ritselen van bladeren ge hoord en 't zachte knappen van brekende twij gen. Keek hij al eens rond, dan kon hij toch niet ontdekken. Er waren te veel schuilplaatsen in dit bosch. en de zee en Kenton dacht niet meer aan het verdachte geluid, dat even goed door 'n dier als door 'n mensch veroorzaakt had kunnen worden. En toen hij op een klip van 't heerlijke schouwspel der natuur genoot, was hij volko men vergeten, wat hij enkele minuten tevoren nog vermoedde, dat de man met het litteeken hem volgde. Hij ontkleedde zich, dook in 't wa ter en zwom een poosje rond. Op een warm plekje nam hij daarna' een zonnebad en stak een sigaret op. Zijn vriend Perring kwam nog steeds niet opdagen en Kenton besloot voor den tweeden keer in 't water te gaan, om 't vervelen de wachten wat te breken. Deze maal had hij zich echter misgerekend in zijn sprong. Zijn voet gleed uit, zoodat hij zich niet met voldoende kracht kon afzetten, met het gevolg, dat hij op een der scherpe rots punten stortte. Om zijn val wat te breken en zijn hoofd te beschermen, stak hij bliksemsnel beide armen uit. Doch zijn handen konden geen steun vinden op de met een soort glibberig zee mos begroeide steenen. Slechts een onderdeel van een seconde voelde hij het koele water om zijn verhit voorhoofd en de golven om zijn hals spoelen. Het was hem als kraakte er iets in zijn hoofd en dan verder niets. Alles was donker. Toen hq versuft en met een ondragelijke pijn in 't hoofd weer tot bewustzijn kwam, lag hij naast zijn kleeren op de klip. Heel vaag had hij den indruk, dat er iemand bij hem was, die zijn hoofd verbond met iets koels en vochtigs. Tel kens kreeg lui groote zwarte vlekken voor de oogen en de pijnen waren zoo hevig, dat hij de tanden op elkaar klemde om niet opnieuw in onmacht te vallen. Hij was er vast van overtuigd, dat het Perring was, die hem op 't laatste nippertje van een wissen dood gered had. Doch dan zag hij Per ring in de verte het bosch uit komen wandelen en in zijn verward brein steeg iets op van lichte verbazing. Hij wendde het hoofd een weinig ter zijde om te zien, aan wien hij dan wel zijn leven verschuldigd was. Deze beweging veroorzaakte hem zulke naam- looze pijnen, dat hij weer het bewustzijn ver loor. Voor hij echter in de diepe donkerte terug zakte, had hij het gezicht gezien van iemand die zich over hem heen boog, een gezicht, dat hij maar al te goed kende. Het was Herschel, de man met het litteeken. XV, KENTON KRIJGT ZEKERHEID. Kenton kwam weer spoedig bij. Toen hij de oogen weer opsloeg, was de man met het littee ken verdwenen. Hij hoorde voetstappen en op 't volgende oogenblik zwaaide de majoor zich met een sprong boven op de klip. Hij wuifde hem op gewekt toe. „Zoo, zoo, je ligt daar lekker in 't zonnetje Dick!" riep hij. „We gaan toch zeker samen nog eens het water in?" Eerst toen hij vlak bij was, zag hij bloed op de steenen en den roodgevlekten doek om 't voorhoofd san zijn vriend. „Wat is dat!" riep hij ontsteld uit. Ben je gewond?1' Kenton hoorde zijn stem als heel uit de verte en kon niet antwoorden. De majoor knielde naast hem neer. „Maar, Dick je bent zoo wit als een lijk! Wat is er toch met je gebeurd?" De hevige pijnen waren nu wat tot bedaren gekomen en Kenton voelde zich iets beter. Maar zijn lippen waren nog stijf en droog, en een ont zettende dorst kwelde hem. „Breng me eerst wat water," zeide hij met een mat lachje, „dan zal ik je alles vertellen." „Water, ja," bromde Perring en krabde zich achter 't oor, „dat is nu niet zoo gemakkelijk. Ik geloof niet dat hier drinkbaar water te vin den is. Wil ik je liever naar huis dragen?" Kenton's hersens werkten nu weer normaal. „Neen," zeide hij, „er moet hier vlak bij water zijn. Ik heb een hoofdwond, die daarnet gewas- schen werd en zeker niet met zeewater." De majoor ging op zoek en dank zij een natte streep op de steenen, vond hij al spoedig tus schen de klippen een komvormige uitholling, die met regenwater gevuld was. Het water lag tegen de zonnestralen beschut, door een over hellenden rotswand, zoodat het koel en frisch was. Nu moest hij echter toch nog met leege handen terugkeeren, omdat hij geen enkel voorwerp bij zich had, om 't water uit te schep pen. Maar Kenton voelde zich weer sterk genoeg om mee te gaan en aan de bron zelf te drinken. Nadat hij zijn dorst gelescht had en zijn bran dend, hoofd even, had gebet, voelde hij zich heelemaal opgeknapt en verkwikt. Hij ging weer terug naar zijn plaats, om zijn hoofd en haren in de zon te drogen. De majoor was spoedig gerustgesteld, toen hij gezien had, dat de wonden van zijn vriend geen direct gevaar opleverden. Hij stak een sigaar op en zette zich naast hem neer om te luisteren naar wat er voorgevallen was. „Ja," begon Kenton, „er is weer een nieuw raadsel bijgekomen en dit maakt de situatie in z'n geheel nog ingewikkelder. Luister. Daar, op dat plekje, waar je nu zit, sprong ik in 't water. Ik nam m'n sprong te kort en kwam op die rotspunten daaronder terecht. Ik verloor m'n bewustzijn en toen ik weer bijkwam, lag ik weer hier, terwijl m'n redder bezig was m'n wonden te verzorgen." „Maar wie is dan toch je redder? Toen ik hier kwam, was er geen mensch in den ge- heelen omtrek te bespeuren." „Dan is hij den anderen kant uitgeloopen, anders had je hem moeten zien." „En wie was het?" „Ja, dat is nu juist het groote raadsel. Het was de man met het litteeken." De majoor keek zijn vriend aan, alsof njj be gon te twijfelen aan diens verstandelijke ver mogens. „De man met het litteeken?" riep hij uit. „Dat is toch niet mogelijk!" „ja, en toch was hij 't het was Herschel en niemand anders." „Daar begrijp ik geen steek van." „Ik ook niet. En toch bestaat er geen twijfel, lil aas z'n gezicht vlak voor me." „Nu geef ik 't op," mompelde de majoor hoofdschuddend. „Nog nooit heb ik iets zoo idioots meegemaakt.... Heb je hem dan niet gesproken? Zei hij dan heelemaal niets, dat 'n klein lichtstraaltje in deze ondoordringbare duisternis brengen kan?" „Neen m'n hersens functionneerden nog niet heelemaal goed en juist toen ik hem herkende, viel ik weer in onmacht." „Dat is nu toch wel heel kras. De man met het litteeken, die je al jaren lang achtervolgt en herhaaldelijk bewezen heeft je vijand te zijn, die in dienst staat van een man, die het op je leven gemunt heeft diezelfde man heeft je nu, met gevaar voor zijn eigen leven, van een zekeren dood gered. Ik denk dat hij niet wist wie je was, toen hij je nasprong." „En ik ben er van overtuigd, dat hij 't wel degelijk wist," verklaarde Kenton. „Het is zoo goed als zeker, dat hij me door 't bosch gevolgd is en zich hier in de buurt schuil gehouden heeft. Maar misschien haat die Mr. X. me zoo, dat hij me in ieder geval zelf dooden wil." „Ook dat is natuurlijk mogelijk," antwoordde Perring, terwijl z'n gezicht 'n bezorgde uit drukking aannam. Een half uur later zaten de beide vrienden in Kenton's kamer. De wond bleek niet ernstig te zijn, zoodat zij besloten, geen dokter te laten roepen. Perring, die wel iets van wondbehamde- ling afwist, hechtte haar zoo goed mogelijk en legde een verband.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 5