Molens in en rondom Haarlem
„ORKAAN"
Rembrandt
Haarlem, 6 April
alléén bij KREYMBORG
DE ZEVEN
VERDWIJNT DIE TE
SANTPOORT?
Kort en volledig
WOENSDAG 6 APRIL 1938
Verdwijnt de molen „De Zandhaas" te Santpoort?
Verplaatsing van het
goederenstation
STADSSCHOUWBURG
„Jeugd zoekt werk"
26 ARBEIDERSWONINGEN
IN BLOEMENDAAL
Hedenmorgen aanbesteed
Programma Radio-Centrale
Onfrisch varkensvleesch
Spaarne en de Zijlweg waren
vroeger gegarneerd met
allerlei soorten
Wel ruïnes, maar
molens?
Talrijke molens
Huidige. ruïnes
Verdwijnt de Santpoortsche
molen?
Gevonden voorwerpen en dieren
AGENDA
Bioscopen
7 April
Bioscopen
4 Meer sigaren verkocht aan
de jongere generatie, g-
De zog goot haar licht en warmte over hem
(Wordt vervolgd)
STAD
Wie de kaart van Haarlem bekijkt zal de lig
ging van het Goederenemplacement aan de
Westergracht allerminst gelukkig vinden.
Een goederenstation zoekt men het eerst in
het industriecentrum van een stad en liefst in
de nabijheid van goed vaarwater en breede
landwegen.
Daarvan is in Haarlem geen sprake.
Beter dan aan de Westergracht zou het dan
Ook aan het Spaarne kunnen liggen.
En inderdaad schijnt er indertijd geaarzeld te
Zijn tusschen een terrein aan den Ouden Weg
en de plaats waar het nu ligt. Het feit, dat het
terrein aan den Ouden Weg van het personen-
station was gescheiden door de spoorbrug, wat
Zeer lastig was in verband met het rangeeren,
heeft toen klaarblijkelijk ten voordeele van de
Westergracht beslist.
Sindsdien zijn de enkele industrieën, welke in
die omgeving gelegen waren, zooals de Boter-
fabriek van de firma Oohen aan de Leidsche.
Vaart, de katoenfabriek van Brevinaire aan den
Kinderhuissingel, die van Wilson aan het Wil-
sonsplein, de machinefabriek van de firma
Pigee en enkele kleinere fabrieken, verdwenen
of naar het Nborder Buiten Spaarne verplaatst
en door den gemeenteraad werd een uitbrei
dingsplan vastgesteld, waarbij geen toestemming
meer wordt verleend voor het vestigen van in
dustrieën aan deze zijde van het Spaarne.
Daardoor is de beteekenis van het Goederen
station nog meer achteruit gegaan en het eenige
middel voor de Spoorwegen om het vervoer per
spoor te stimuleeren is dan ook o.i. het empla
cement meer in de nabijheid der fabrieken te
brengen.
Nu de ophooging van de spoorbaan in de
richting Vogelenzang in studie is, is dit een
onderwerp om in het oog te houden.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
heeft thans een enquête gehouden onder de
gebruikers van het station, om hun te vragen
hbe zij over verplaatsing denken. Deze enquête
moet feitelijk overbodig worden geacht, omdat
ieder gebruiker daarbij zeer terecht eigen be.
lang op den voorgrond stelt en dus het goe
derenstation zoo dicht mogelijk bij huis wil
hebben. Op zijn best is hij onverschillig voor de
plaats als hij er toch geen gebruik van behoeft
te maken.
De meerderheid zal zich dus wel voor ver
plaatsing naar het terrein aan den Ouden Weg
uitspreken, maar of de verplaatsing ook zal
plaats hebben, is een andere kwestie, omdat
ook de ophooging van de spoorbaan nog, wat
men nbemt, in wijde zakken zit.
Als een stuk zóó'n titel heeft, verwacht je
niets meer of minder dan de dramatische ver.
werking van het groote probleem onzer da
gen: de onvrijwillige werkloosheid van het
jonge geslacht. En die verwachting gaat on
willekeurig met een huivering gepaard, wijl je
maar al te goed weet, dat een tooneelschrijver,
al is hij nóg zoo handig, geen oplossing bren
gen zal, waar de deskundig verklaarden met-
hun handen in het vaak spaarzame haar
zitten.
Maar men kan er gerust op zijn: de auteur,
die Hubert Griffith heet, gebruikt het gemis
aan werkgelegenheid voor vele tegenwoordige
jongeren alleen als een aanleiding voor zijn
grappige satyre, die op een meer algemeen
menschelijk onderwerp is gericht. Hij neemt op
niet buitengewoon fantastische, maar toch al
tijd kostelijke "wijze een loopje met de men.
schelijke ijdelheid, die ook bij zakenlieden niet
ontbreekt. Hij is daarbij nooit bitter, nooit
wrang, integendeel: zijn ironie heeft zoo'n
gemoedelijken toon, dat men met onverdeeld
genoegen het vlotte verloop van het blijspel
volgt. In woord en actie is hij werkelijk geestig
en hij weet spelenderwijze enkele waarheden te
plaatsen, die het geval pittig maken.
De werklooze is Randolf Warrender, een jon.
ge man, die ten einde raad en gebruikmakend
HET GEWELDIGE FILMWERK
SLECHTS T. EN M. DONDERDAG IN:
van een niet onwilligen vriend, een plaats op
een Bank verovert. Het is inderdaad verove
ren: omdat bij zoo'n uitgebreid personeel één
man meer of minder wel niet zal opvallen en
omdat de brutalen de halve wereld hebben,
eigent hij zich daar een positie toe en om deze
te rechtvaardigen fingeert hij een taak.
Warrender vindt de „zaak Kubinsky" uit,
werkt deze uit tot zij groote proporties heeft
aangenomen en maakt zich bij het bestuur van
de Bank onmisbaar, omdat hij de eenige is, die
het gefantaseerde geval onder de knie heet te
hebben. De naijver tusschen den president en
den directeur-generaal helpt hem verder in het
zadel en eenmaal begonnen moet hij doordra
ven. Deze dolle rit zou hem echter slecht be
komen zijn, als niet de dochter van den presi
dent bij het dreigende gevaar de teugels ge.
grepen had, terwijl ook de hulp van zijn vriend
hem van een fiasco redt. Ten slotte wordt de
verbeelding' reëel en de zaak Kubinsky produ
ceert een prachtige nieuwe werkgelegenheid
voor velen, met den avontuurlijken en succes
rijken jongen zakenman als directeur.
Dit genoeglijke geval wordt door het Rotter-
damsch Hofstadtooneel onder regie van mevr.
RanucciBeekman met een pleizierige vaart
op de planken gebracht. Paul Steenbergen is
de vrijmoedige werklooze en hij slaagt er uit
stekend in, met een gezonde levendigheid den
gang in het spel te houden. Met al zijn caprio
len blijft hij sympathiek en de lichtelijk komi.
sche opvatting van zijn rol past volkomen in
het gemoedelijk karakter van de satyre. Heel
fijn zet Piet Rienks den stijf-eorrecten, in het
kantoorleven vergroeiden, door het verbijste
rend verloop meegesleepten vriend „Lotje"
daar tegenover. Adrienne Canivez speelt frisch
als de heelemaal niet verlegen steno-typiste, die
„Lotje" onder haar hoede neemt en Enny Mers-
nier voldoet' als de toekomstige directeursvrouw,
al staat die rol wat vreemd in het spel.
De goede verzorging van het geheel bleek ook
uit de voortreffelijke wijze, waarop de kleinere
partijen hun deel kregen. Dirk Verbeek was de
president, Henk van Buuren de directeur-gene.
raai, Alex Hoek en Willem Huysmans waren de
directeuren, en het was een lust naar deze ver
schillende mannentypen te kijken.
De titel van het spel mag dan iets anders
doen verwachten en de liefhebbers van satyre
mogen op een scherpere belichting van de rea
liteit gesteld zijn, zeker is, dat iedereen zich met
„Jeugd zoekt werkt" waarlijk kan amuseeren.
Dat hebben de vele genoodigden bij deze Haar-
lemsche première van Dinsdagavond door hun
prettig meeleven en hun hartelijken bijval on
miskenbaar getoond.
H. B. v. d. S.
Hedenmorgen werd in het raadhuis te Over-
.veen in het openbaar aanbesteed: het bouwen
van 26 arbeiderswoningen aan het Joh. Mau-
ritsplein te Bloemendaal.
Van deze aanbesteding, waarvoor veel be
langstelling bestond, was de laagste inschrijf-
ster fa. Slokker te Huizen, A 69560, B 71388
(B is met mooier kamertje in alle huizen).
O.a. de volgende Haarlemsche aannemers
schreven in: fa. Gebrs. Klein Schiphorst voor
99923; Gebrs. v. d. Putten voor 89957; fa.
Hetem voor 86980; fa. Baas voor 107.600;
fa. Oppenkamp voor 44250; fa. Cobelens voor
97960; F. Philips voor 91545; fa. Metse
laar voor 89545.
DONDERDAG 7 APRIL
Programma 1: Hilversum 2.
Programma 2: Hilversum 1.
Programma 3: Keulen 8.00; Parijs Radio 9.50;
Radio P.T.T. Nord 11.05; Parijs Radio 11.20;
Ned. Brussel 12.20; Keulen 1.20; Danmarks Ra
dio 2.20; Keulen 3.20; Ned. Brussel 4.20; Keulen
4.30; Parijs Radio 5.20; Droitwich 6.20; Keulen
6.40; Fransch Brussel 7.20; Ned. Brussel 9.20;
Boedapest 9.45; Keulen 10.20; Danmarks Ra
dio 11.20.
Programma 4: Ned. Brussel 8.00; Diversen
8.20; London Regional 10.35; Droitwich 3.35;
London Regional 6.20; Droitwich 7.00.
Programma 5: 8.007.00 Diversen; 7.00 Eigen
gramofoonplaten-concert: 1. Fifty years of song,
2. Sons of the brave, With sword and lance, 3.
Indian love call, II Bacio, 4. Golden Memories,
5. Als het orgel speelt, Als Kobus harmonica
speelt, 6. Waltz Medley, 7. Add a little wiggle,
I'll never be the same. 8. White flowers if the
Islands, El Gaucho, 9. Boerang ka-ka, Nina
Bobo, 10. Liebesfreud, Schon Rosmarin; 8.00—
12.00 Diversen.
Onder dit kopje heeft in ons blad een bericht
gestaan dat een slager uit Hoofddorp door den
Haarlemschen kantonrechter veroordeeld is tot
25.boete wegens het in voorraad hebben
van bedorven vleesch. Men verzoekt ons mede
te deelen, dat het hier niet 'n slager uit Hoofd
dorp, maar een uit Nieuw-Vennep betrof.
Molens, 'k zie U geerne, als
spoken
hoog Uw armen opgestoken,
rijzen hoven heg en kant
en in 't rozig morgenkrieken
met Uw wieken
staan te wenken op het
land
„Molens geven iets gezelligs aan de streek, iets
gemoedelijks, iets opbeurends, naast de spitse
kerktorentjes en de dwergachtige knotwilgen
met hun spruitselknoppen aan den kant der
slooten. Schilderachtig lijnen de zware balkhou-
ten met hun roodbruine zeilen tegen de heldere
lucht, als het zonnetje straalt"....
Het bovenstaande is maar een stukske proza
en een vleugje poëzie, hier en daar gegrabbeld
uit de boeken van een boekenkast. Ze zouden
met tientallen te vermeerderen zijn want de
romantiek van den wiekenden molen in het
groene land tegen een achtergrond van blauwe
lucht in het gouden zonlicht heeft immer die
pen indruk gemaakt op dichters en schrijvers,
die dan ook in gedichten, verhalen en beschrij
vingen den molen bezongen en idealiseerden
zooals alleen maar 'n dichter-in-lente-stemming
kan doen!
Zelfs in de gewone spreektaal, in de uitdruk
kingen en volkswijsjes neemt de molen een
groote plaats in, ook al is dit voor hem niet
altijd even eervol. Want iemand-die-met-
molentjes-loopt wordt niet hoog aangeslagen en
als men een tik van de molenwiek te pakken
heeft, dan pleit dat ook al niet voor den per-
soon-in-kwestie. En hoeveel menschen zijn niet
„malende"!
Daarentegen uit zich de vroolijkheid en ge
zellige stemming alras in het hartverheffende
lied: „Daar bij dien molen, dien rooien molen....."
De Haarlemmers hebben langen tijd werkelijk
een rooien molen gekend al was het maar een
uithangbord aan een winkel in de Groote Hout
straat. Trouwens in het vroeger Haarlem we
melde het van dergelijke gevelteekens met mo
lens in alle kleuren van den regenboog en met
voorvoegsels als „Geldersche", „BrabantsChe",
enz., kortom van alle Nederlandsche gewesten.
Over gebrek aan belangstelling van de winkeliers
had de molen dus niet te klagen!
Zeer begrijpelijk overigens in een stad, die
talrijke van dergelijke gebouwen heeft ge
had. De Haarlemsche geschiedschrijver Allan,
anders tot in details nauwkeurig, noemt ze
niet eens alle op. Uit een lijst van 1701 tel
len we er 35 waarvan sommige zeer eigen
aardige namen hadden.
Dat er een „De Ruckwindt" heet is alleszins
begrijpelijk want de molenaar hield de wind in
eere. En een naam als „De halve maan" kan
er ook nog mee- door. Maar wat te zeggen van
„Dat Boreeltge" „De Doodkiste" of „De
zielmisse"? „De Vlugge" had zijn titel ongetwij
feld als een soort van reclame en de molenaar
van „Ypocras" was zeker iemand, goed thuis in
de klassieken.
Velerlei soorten kende men toen: koren, wa
ter, mout, papier, rasp, zaag en oliemolens. De
molenaars vormden zelfs een afzonderlijk gilde
met eigen altaar in de St. Bavokerk.
De Zijlweg was eenige eeuwen gegarneerd met
molens. Bij het beleg van Haarlem werden al
leen al drie buiten de Zijlpoort in brand gesto
ken. De vlammen zijn altijd de schrik van den
molenaar geweest. Kan men zich grooter spook
beeld voor hem voorstellen dan snel draaiende en
brandende wieken op een rookenden molen te
midden van storm en onweer? Er zijn dan ook
meer molens vernield door de vlammen dan door
den moker. In 1860 liet de heer Figee nabij den
Zijlweg een villa oprichten op de plaats, waar
een molen kort tevoren was afgebrand.
Omstreeks 1880 kende deze weg nog slechts
één van deze nuttige inrichtingen: „Het Haan
tje" thans evenzoo allang weer verdwenen.
Ook het Spaarne had met molens bezaaide
oevers. Langs den Oostelijken stonden niet min
der dan een vol-, een koren- en 3 moutmolens
en langs den Westelijken 5 houtzaagmolens. Bi;
een brand op Vastenavond 1628 in de z.g. Dub
bele Buurt gingen niet alleen 200 huizen maar
ook 2 molens verloren. In de kom van het
Spaarne tegenover de Kamperlaan heeft een
runmolen gestaan, die de bewoners van de te
genover liggende buitenplaatsen met kwalijk rie
kende geuren vereerde. Toen hij in 1776 afbrand
de hebben deze bewoners den grond opgekocht
om te voorkomen dat hij weer opgebouwd zou
worden. Terzelfder hoogte ongeveer stond ook de
ruoutmolen ,,'t Ouwde Kot", in den gevel waar
van een kabeljauw was afgebeeld met de mede-
deeling dat dit dier in 1610 door den molenaars
knecht in het Spaarne was gevangen. Men haal
de er toen blijkbaar nog wat anders uit op dan
oude schoenen, ledikanten en modder!
Wij zouden aan het opnoemen kunnen blij
ven. In Haarlem zelve stond er een op het
tegenwoordige Wilsonsplein: „Den Doel", in
1870 tegen f 600 voor afbraak verkocht. Voorts
een aan de Kinderhuisvest bij de Nieuwe
Gracht, de Pinkmolen, waarvan het onderstuk
een oude toren uit de vroegere omwallingen
was.
Ook de veelbesproken „De Adriaan", stond
op het onderstuk van een vroegeren vestingto
ren. Hij was genaamd naar zijn eigenaar:
Adriaan de Boois en zooals men zich herinne
ren zal, heeft hij langen tijd het stadsbeeld
aan het Spaarne verfraaid. Ook hier waren het
de vlammen, die hem deden verdwijnen. Wij
hebben onlangs al vermeld, dat heropbouw
weinig kans heeft van slagen
Ais wij eens rond Haarlem gaan kijken
.naar nog bestaande molens, is de oogst ge
ring. Ruïnes zijn er genoeg.
De Roomolen aan de Zomervaart, nog niet zoo
lang geleden door brand vernield en waarvan
het onderstuk dient als behuizing van de pol-
derbemalingsinstallatie; de Glippermolen te
Heemstede, wier kop en wieken twee jaar ge
leden gesloopt zijn, omdat de molen bouwvallig
werd en geen dienst meer deed. De eigenaar, de
heer Hoeker, heeft nog pogingen aangewend, om
voldoende belangstelling voor zijn behoud te
krijgen, maar tevergeefsch. Voorts „De Jonge
Willem", genaamd naar een vroegeren voorzit
ter van het polderbestuur van den Waarder-
polder, voor wier bemaling hij dienst deed.
8 November zal het 25 jaar geleden zijn, dat hij
buiten dienst gesteld werd, omdat er dieselbe
maling kwam. En na eenige maltn verbrand en
weer opgebouwd te zijn, werd de kroon hem
van het hoofd gestooten, zoodat er weinig
schoons meer over is.
Welke molens bestaan nog?
Aan het Penningsveer: „De Veer". Naar
wij vernamen, overweegt het bestuur van den
Veerpolder machinale bemaling in zijn
plaats te stellen, maar misschien zal hij dan
toch nog als landschapssieraad bewaard
blijven.
Verderop in die streek staat „De Slokop",,
zoo genoemd omdat hij zoo groot is, Aan den
Rijksweg HalfwegHaarlem, bevindt zich „De
Zuier", ook buiten dienst. Aan het Spaarne,
tegenover de Roei- en Zeilvereeniging, ziet men
het prachtige silhouet van den houtzaagmolen
„De Eenhoorn", een zeldzaamheid, behouden
en gerestaureerd door de Vereeniging „De Hol-
landsche Molen", in samenwerking met andere.
Hij staat te huur....
Dan nog het molentje in Groenendaal en
eentje bij de Kleverlaan (eveneens nog slechts
natuurmonumenten)
En tenslotte treffen we zoowaar nog een
in werking zijnden korenmolen aan te Sant
poort, „De Zandhaas", nabij de Hervormde
Kerk in Santpoort-Dorp. De eigenaar, de
heer Boekei, was echter over het voortbe
staan zeer pessimistisch gestemd. Er zit de
klad in het vak en zoo'n molen is niet meer
rendabel te exploileeren. Daarom: als U den
molen nog wilt zien, moet U gauw komen,
want misschien is hij over een jaar al afge
broken, aldus vertelde de molenaar ons.
Geen prettig vooruitzicht voor Santpoort,
welks dorpsbeeld door den molen zoo aardig
werd verfraaid: Zouden diverse instanties
niet eens de handen ineen kunnen slaan
om den bedreigden molen te redden?
Blijft nog vele, vele jaren
trotsend stormen en gevaren
draaiend achter heg en kant
boven onze korengouwen
ouwe, trouwe
molens van ons Hollandsch land!
Is het niet alsof dit vers van A. Sauwen spe
ciaal voor den Santpoortschen molen is ge
schreven?
Inlichtingen aan het bureau van politie, Uit
sluitend tusschen 11 en 13 uur.
Terug te krijgen: handschoenen en ceintuurs,
Politiebureau, Smedestr.; armbandje, Schoon
hoven, Raamsingel 2; hond, De Goede, Laan
van Rozenburg 29, Heemstede; hondje, Hoon-
hout, 2e Zuidpolderstraat 8; pakje, Wesseling,
Duvenvoordestraat 49rood; twee rozenkransen,
Politiebureau, Smeóestraat; rijwielplaatje, Po
litiebureau, Smedestraat; schortje, Benjamin,
Kempstraat 29rood.
Gebouw St. Bavo: Ledenverg. Bakkers, 7 u.;
Proza, 8 uur; Schaakclub St. Bavo, 8 uur.
De Nachtegaal, Lisse: Ledenvergadering „De
Hyacint", half 3.
Kunstzaal Reeker: Exposities 105 uur
Gem. Concertgebouw: Haarlemsche Voor-
jaarsbeurs, half twee—half zes en van half
acht tot elf uur.
Frans Halsmuseum: Tentoonstelling 105 u.
Rembrandt-theater: „Orkaan", 2.30, 7 en 9.15
uur.
Cinema Palace: Filmac 115 uur; „Tusschen
twee oceanen", 7 en 9.15 uur.
Luxor-theater: „Artisteningang", 2.30, 7 en
9.15 uur.
Frans Hals-theater: „Tango nottumo", 2.30,
7 en 9.15 uur.
Gebouw St. Bavo: Best. Spoorwegpersoneel,
8 uur; Herwonnen Levenskracht, 8 uur; R. K,
Bevolkingsbureau, 8 uur; Rechtskundig Bureau
78 uur; Ledenverg., 8 uur.
Groote- of St. Bavokerk, Gr. Merkt: Orgel
bespeling van 34 uur.
Gemeentelijk Concertgebouw: Haarlemsche
Voorjaarsbeurs, 1.305.30 en van 7.3011 uur.
Kunstzaal Reeker: Exposities 105 uur
Frans Halsmuseum: Tentoonstelling 105 u.
Rembrandt-theater: „Orkaan", 2.30, 7 en 9.15
uur.
Cinema Palace: Filmac 115 uur; „Tusschen
twee oceanen", 7 en 9.15 uur.
Luxor-theater: „Artisteningang", 2.30, 7 en
9.15 uur.
Frans Hals-theater: „Tango nottumo", 230,
7 en 9.15 uur.
Op 11 April zal het echtpaar J. v. Leeu
wen—M. van Leeuwen—Bosch, wonende Am
sterdamstraat 37, den dag herdenken, waarop
het voor 50 jaar in'het huwelijk trad.
Het vergelijkend overzicht over Maart 1937
1938 van de Nutsspaarbank te Haarlem luidt:
aantal behandelde posten 18627 (v.j. 16943)
inlagen 12662 (v.j. 11631); terugbetalingen
5965 (v.j. 5312)ingelegd 527.682.44 (v.j.
483.125.30)terugbetaald 490.939.60 (v.j.
489.631.09); meer ingelegd ƒ36.742.84 (V.j.
minder 6.505.79)aantal nieuwe boekjes 339
(v.j. 286)aantal afbetaalde boekjes 183 (v.j.
145)spaarbusjes op 31 Maart 1938 in omloop
3695; geledigd in Maart 1938 370 busjes met
totaal inhoud van ƒ4.968.65; aantal verhuurde
kluisloketten op 31 Maart 1938 637.
De nieuwe pastoor van de St. Josephkerk,
pastoor A. J. C. Melchers, zal Vrijdag 8 April,
des avonds om half 8 als zoodanig worden ge
ïnstalleerd.
Door „Kindervoeding" werden in de week
van 28 Maart tot 2 April 1938 verstrekt 6268
porties warm eten, ni. in lokaal Eemstraat
1165, Overtonstraat 1508, Zoetestraat 1205,
Kamperstraat 816. Byzantiumstraat 716, Bui-
teng. Onderw. 678, Voorm. Spaarndam 180.
Op den werkavond der Haarl. Amateur-Foto
grafen Vereeniging, te houden op Donderdag
avond 7 April om 8.15 uur, zal de heer H.
Meyboom te Haarlem, lid van de kleinbeeld-
commissie der Vereeniging een voordracht met
practische demonstraties houden over het on
derwerp: Het bepalen van de gradaties van
papiersoorten.
In het Vereenigingslokaal Ged. Oude Gracht
104 zal dien avond eveneens ter expositie aan
wezig zijn een collectie foto's beschikbaar ge
steld door de Beverwijksche Amateur-fotografen
Vereeniging.
De werkloosheid in Haarlem is nog steeds
dalende. Deze week waren er 5517 werkloozen.
d.i. 135 minder dan de vorige week. 591 min
der dan in 1937 en 908 beneden 1936.
De heer P. van Loevezijn is gisteren gehuldigd
om zijn zilveren jubileum als eerste rotatie
drukker der O. H. Crt. Verschillende toespra
ken werden gehouden en geschenken aange
boden.
Op 78-jarigen leeftijd is de heer J. C. Hessen
overleden, vroeger de eigenaar van de bekende
fabriek aan het Spaarne.
Cf>e£>CpCp<$3CpCpCj3ep<}3CpC53C33<£><pl$>
ij-
■9 De General Cigar Co. heeft vorig jaar §1
i; een buitengewoon fraai resultaat be- 9-
4 reikt met haar verkoopscampagne voor
-6 haar sigaren van 10 en 5 dollarcenten. 9-
-S a-
-e Dit is te danken aan haar geconcen- g.
treerde advertentie-campagne in cou- 3-
ranten en het feit, dat deze annonces |l
- zich speciaal richtten tot de jongere 9-
2 generatie.
4 Ook in vroeger jaren plaatste dit bedrijf 9-
haar reclame in couranten, doch bij 9-
4 deze campagne had zij de actie geheel
-§ in dit reclamemedium geconcentreerd. 9-
cbckcj^tkcjocbckckcjD J3 cfcct>ci> cbcbckcpcbcbtkcl) ebdaefc cb
Wilt U weten wat de nieuwste heeren
mode brengt, bekijk dan maar eens
goed de Waarborg-Kleedlng in de
Kreymborg-etalagesl
CHRISTIAN
HATTGEN
'"I
16
En inderdaad bleek 't, dat Kenton dien avond
zich voor niets anders interesseerde dan voor
haar en alles wat haar betrof.
Den volgenden dag ging Kenton direct na de
lunch een bad nemen. Ook Perring zou komen,
doch hij moest eerst nog wachten op een tele
foongesprek met Londen, om enkele zaken af
te doen, die in verband met zijn onvoorbereid
vertrek, nog nader geregeld dienden te worden.
Langzaam wandelde Kenton door 't lommer
rijke bosch. De andere gasten plachten na
't eten wat te gaan rusten, zoodat hij op 't
strand de eenige wandelaar was. En toch on
danks de stilte rondom, had hij 't gevoel, alsof
iemand hem volgde. Voortdurend had hij langs
den boschweg het ritselen van bladeren ge
hoord en 't zachte knappen van brekende twij
gen. Keek hij al eens rond, dan kon hij toch
niet ontdekken. Er waren te veel schuilplaatsen
in dit bosch.
en de zee en Kenton dacht niet meer aan het
verdachte geluid, dat even goed door 'n dier
als door 'n mensch veroorzaakt had kunnen
worden.
En toen hij op een klip van 't heerlijke
schouwspel der natuur genoot, was hij volko
men vergeten, wat hij enkele minuten tevoren
nog vermoedde, dat de man met het litteeken
hem volgde. Hij ontkleedde zich, dook in 't wa
ter en zwom een poosje rond. Op een warm
plekje nam hij daarna' een zonnebad en stak
een sigaret op. Zijn vriend Perring kwam nog
steeds niet opdagen en Kenton besloot voor den
tweeden keer in 't water te gaan, om 't vervelen
de wachten wat te breken.
Deze maal had hij zich echter misgerekend in
zijn sprong. Zijn voet gleed uit, zoodat hij zich
niet met voldoende kracht kon afzetten, met
het gevolg, dat hij op een der scherpe rots
punten stortte. Om zijn val wat te breken en
zijn hoofd te beschermen, stak hij bliksemsnel
beide armen uit. Doch zijn handen konden geen
steun vinden op de met een soort glibberig zee
mos begroeide steenen. Slechts een onderdeel
van een seconde voelde hij het koele water
om zijn verhit voorhoofd en de golven om zijn
hals spoelen. Het was hem als kraakte er iets
in zijn hoofd en dan verder niets. Alles was
donker.
Toen hq versuft en met een ondragelijke pijn
in 't hoofd weer tot bewustzijn kwam, lag hij
naast zijn kleeren op de klip. Heel vaag had hij
den indruk, dat er iemand bij hem was, die zijn
hoofd verbond met iets koels en vochtigs. Tel
kens kreeg lui groote zwarte vlekken voor de
oogen en de pijnen waren zoo hevig, dat hij de
tanden op elkaar klemde om niet opnieuw in
onmacht te vallen.
Hij was er vast van overtuigd, dat het Perring
was, die hem op 't laatste nippertje van een
wissen dood gered had. Doch dan zag hij Per
ring in de verte het bosch uit komen wandelen
en in zijn verward brein steeg iets op van lichte
verbazing. Hij wendde het hoofd een weinig ter
zijde om te zien, aan wien hij dan wel zijn leven
verschuldigd was.
Deze beweging veroorzaakte hem zulke naam-
looze pijnen, dat hij weer het bewustzijn ver
loor. Voor hij echter in de diepe donkerte terug
zakte, had hij het gezicht gezien van iemand die
zich over hem heen boog, een gezicht, dat hij
maar al te goed kende.
Het was Herschel, de man met het litteeken.
XV,
KENTON KRIJGT ZEKERHEID.
Kenton kwam weer spoedig bij. Toen hij de
oogen weer opsloeg, was de man met het littee
ken verdwenen. Hij hoorde voetstappen en op 't
volgende oogenblik zwaaide de majoor zich met
een sprong boven op de klip. Hij wuifde hem op
gewekt toe.
„Zoo, zoo, je ligt daar lekker in 't zonnetje
Dick!" riep hij. „We gaan toch zeker samen nog
eens het water in?"
Eerst toen hij vlak bij was, zag hij bloed op
de steenen en den roodgevlekten doek om 't
voorhoofd san zijn vriend.
„Wat is dat!" riep hij ontsteld uit. Ben je
gewond?1'
Kenton hoorde zijn stem als heel uit de verte
en kon niet antwoorden. De majoor knielde
naast hem neer.
„Maar, Dick je bent zoo wit als een lijk! Wat
is er toch met je gebeurd?"
De hevige pijnen waren nu wat tot bedaren
gekomen en Kenton voelde zich iets beter. Maar
zijn lippen waren nog stijf en droog, en een ont
zettende dorst kwelde hem.
„Breng me eerst wat water," zeide hij met
een mat lachje, „dan zal ik je alles vertellen."
„Water, ja," bromde Perring en krabde zich
achter 't oor, „dat is nu niet zoo gemakkelijk.
Ik geloof niet dat hier drinkbaar water te vin
den is. Wil ik je liever naar huis dragen?"
Kenton's hersens werkten nu weer normaal.
„Neen," zeide hij, „er moet hier vlak bij water
zijn. Ik heb een hoofdwond, die daarnet gewas-
schen werd en zeker niet met zeewater."
De majoor ging op zoek en dank zij een natte
streep op de steenen, vond hij al spoedig tus
schen de klippen een komvormige uitholling,
die met regenwater gevuld was. Het water lag
tegen de zonnestralen beschut, door een over
hellenden rotswand, zoodat het koel en frisch
was. Nu moest hij echter toch nog met leege
handen terugkeeren, omdat hij geen enkel
voorwerp bij zich had, om 't water uit te schep
pen.
Maar Kenton voelde zich weer sterk genoeg
om mee te gaan en aan de bron zelf te drinken.
Nadat hij zijn dorst gelescht had en zijn bran
dend, hoofd even, had gebet, voelde hij zich
heelemaal opgeknapt en verkwikt. Hij ging
weer terug naar zijn plaats, om zijn hoofd en
haren in de zon te drogen.
De majoor was spoedig gerustgesteld, toen hij
gezien had, dat de wonden van zijn vriend geen
direct gevaar opleverden. Hij stak een sigaar op
en zette zich naast hem neer om te luisteren
naar wat er voorgevallen was.
„Ja," begon Kenton, „er is weer een nieuw
raadsel bijgekomen en dit maakt de situatie in
z'n geheel nog ingewikkelder. Luister. Daar, op
dat plekje, waar je nu zit, sprong ik in 't water.
Ik nam m'n sprong te kort en kwam op die
rotspunten daaronder terecht. Ik verloor m'n
bewustzijn en toen ik weer bijkwam, lag ik weer
hier, terwijl m'n redder bezig was m'n wonden
te verzorgen."
„Maar wie is dan toch je redder? Toen ik
hier kwam, was er geen mensch in den ge-
heelen omtrek te bespeuren."
„Dan is hij den anderen kant uitgeloopen,
anders had je hem moeten zien."
„En wie was het?"
„Ja, dat is nu juist het groote raadsel. Het
was de man met het litteeken."
De majoor keek zijn vriend aan, alsof njj be
gon te twijfelen aan diens verstandelijke ver
mogens.
„De man met het litteeken?" riep hij uit.
„Dat is toch niet mogelijk!"
„ja, en toch was hij 't het was Herschel
en niemand anders."
„Daar begrijp ik geen steek van."
„Ik ook niet. En toch bestaat er geen twijfel,
lil aas z'n gezicht vlak voor me."
„Nu geef ik 't op," mompelde de majoor
hoofdschuddend. „Nog nooit heb ik iets zoo
idioots meegemaakt.... Heb je hem dan niet
gesproken? Zei hij dan heelemaal niets, dat 'n
klein lichtstraaltje in deze ondoordringbare
duisternis brengen kan?"
„Neen m'n hersens functionneerden nog niet
heelemaal goed en juist toen ik hem herkende,
viel ik weer in onmacht."
„Dat is nu toch wel heel kras. De man met
het litteeken, die je al jaren lang achtervolgt
en herhaaldelijk bewezen heeft je vijand te zijn,
die in dienst staat van een man, die het op je
leven gemunt heeft diezelfde man heeft je
nu, met gevaar voor zijn eigen leven, van een
zekeren dood gered. Ik denk dat hij niet wist
wie je was, toen hij je nasprong."
„En ik ben er van overtuigd, dat hij 't wel
degelijk wist," verklaarde Kenton. „Het is zoo
goed als zeker, dat hij me door 't bosch gevolgd
is en zich hier in de buurt schuil gehouden
heeft. Maar misschien haat die Mr. X. me zoo,
dat hij me in ieder geval zelf dooden wil."
„Ook dat is natuurlijk mogelijk," antwoordde
Perring, terwijl z'n gezicht 'n bezorgde uit
drukking aannam.
Een half uur later zaten de beide vrienden
in Kenton's kamer. De wond bleek niet ernstig
te zijn, zoodat zij besloten, geen dokter te laten
roepen. Perring, die wel iets van wondbehamde-
ling afwist, hechtte haar zoo goed mogelijk en
legde een verband.