EEN „HEILIGE VERKIEZING
Het oude land in den greep
van het nieuwe"
SCHUDT UW LEVER
WAKKER
DE JUISTE HOOFDSCHOTEL?
IDMEHEN
NUCHTER EN ZONDER
VEEL THEATER
WEER WIJZIGT ZICH DE
KAART VAN NEDERLAND
VRIJDAG 8
APRIL 1938
Men kan ditmaal ook
met neen stemmen
99
Laatste blik op historisch kust
gebied, dat door N.O.-polder
zijn karakter verliest
Met de V.D. 162 naar de
gedoemde havens
ZONDER SCHADELIJKE LAXEERMIDDELEN
Australië en Ned.-Indië
buren geworden
Het luchtverkeer overbrugde
den afstand
Uitnoodiging tot tegenbezoek
FRIES
LAND
USSEL MEER
US5ELMEER met N.O.POLDER
va£trisI'S
IC RE ME EIEREN'
'GEVULDE EITJES
DE NAAM ZEGT ALLES
WRAAK VAN FAILLIETEN
SLAGER
Enkhuizen kan zich vroolijk
maken
OUD-WETHOUDER VAN
GOUDA DOODGEREDEN
Op onbewaakten overweg door
trein gegrepen
VRIJWILLIGE GIFTEN VOOR
ONZE DEFENSIE
(Van onzen Berlijnschen correspondent)
Berlijn begint zich in knallend rood
te tooien. Hakenkruisbanieren sieren
de vensters en de balkons van alle offi-
cieele en ook van vele particuliere ge
bouwen. Hakenkruisvaantjes wapperen
aan de trolley's van de tram en op den
radiateur der omnibussen.
Duizenden jongelui in de blauwe uniform van
het arbeidsfront zijn druk in de weer om den
voorgevel van de fabriek of het kantoor, waar
Ze werken, een feestelijk aanzien te geven. Ge
weldige transparanten met de ommelijnen van
Groot-Duitschland en daar middenin den kop
van den Führer wtorden aangebracht tusschen
een zee van rood dundoek en weelderige guir-
landen van dennegroen.
En zoo schijnt er dus toch iets te zullen
komen van de „Heilige Wahl", welke bedoeld
is als een wilsuiting van een volk van vijf
enzeventig millioen zielen en waarvan tot
nu toe een paar dagen voor de „verkie
zing" beduidend minder te merken was
dan van een gemeenteraadsverkiezing in
een klein dorp ten onzent. Weliswaar zijn
de Duitsche kranten sinds eenige weken erg
opgewonden, doch zulks gebeurt wel eens
meer zonder dat er eigenlijk iets aan de
hand is.
Dr. Goebbels heeft in de groote rede, waar
mee hij den „verkiezingsstrijd" opende, ver
klaard, dat niet de Duitsche regeering of het
Duitsche volk, doch het buitenland deze verkie
zing wilde. Wij geven graag toe, dat het ons
een raadsel is, waarom het buitenland deze
Verkiezing wil. We zijn het echter met dr. Goeb-
bels volkomen eens, dat het Duitsche volk er
heel weinig belangstelling voor toont. Men kan
de laatste weken zelfs openbare lokalen betre
den en ongestoord zitten praten en eten of een
glaasje bier drinken, terwijl de Führer hier of
daar een van zijn vele redevoeringen houdt.
De radio Wordt namelijk niet aangezet en er be
staat geen verplichting om te luisteren.
De kranten jubelen dagelijks over kolossale
demonstraties, stormachtige toejuichingen, ge
weldig geslaagde massavergaderingen enzoo-
Voorts; de bepalingen betreffende de bezuiniging
°P krantenpapier schijnen tijdelijk buiten wer
king gesteld te zijn, want de dagbladen ver
schijnen in ouderwetsch-dik formaat en leveren
Per dag een half tot een heel dozijn pagina's
redevoering; de handelsrubrieken doen op het
perste gezicht denken aan Amerikaansche Zon
dagsbladen, zoo vol als ze staan met teekenin-
Betjes, welke in beeld brengen, hoeveel suiker,
boterd), "bier enzoovoorts de Duitscher in 1937
taeer gebruikte, at en dronk dan in 1932. Ove
rigens vindt de Duitsche pers niet, dat men
aUeen maar terwille van dergelijke materieele
Ongelegenheden aanstaanden Zondag met ja
dioet stemmen. Geleerden en kunstenaars van
haam publiceeren dag-in dag-uit in alle Duit
sche kranten korte opwekkingen, die vergezeld
Baan van hun portret en him handteekening
eh die gebaseerd zijn op het motto van de „hei
lige verkiezing*', dat luidt: „Uw dank....
dw ja!"
Laat men de kranten buiten beschouwing
dan blijkt letterlijk uit niets, dat het Duit
sche volk zich opmaakt om bij gelegenheid
van een „heilige verkiezing" door een „blij
moedig ja" zijn „dank te betuigen" aan den
„onsterfelijken Führer", zooals de Oosten-
rijksche schrijver van een „verhaal van den
dag" in het populaire Berlijnsche dagblad
„Die Nachtausgabe" het uitdrukte. Het moge
een beetje zonderling klinken, maar het is
Werkelijk waar, dat sinds een week de ver
halen van den dag veranderd zijn in zuiver
Politieke, misselijk pathetische ontboezemin
gen.
Het lijdt niet den minsten twijfel, of het
Groot-Duitsche volk zal aanstaanden Zondag
Vr(jwei voor honderd percent het grootste der
heide kringetjes op het stembriefje van een
rood kruis voorzien. Het plebisciet van 10 April
h)38 onderscheidt zich namelijk in dit opzicht
Sünstig van zijn voorganger van 29 Maart 1936,
hat uitdrukkelijk is aangegeven, hoe men neen
kun stemmen. Zooals men zich herinneren zal,
dit twtee jaar geleden een diep geheim.
Persoonlijk waren we er getuige van, dat een
hink percentage stembriefjes voor geldig ver
gaard werd, terwijl het klaarblijkelijk de be
doeling was geweest dergenen, die er allerlei
dddere dingen mee hadden uitgevoerd dan er
het vereischte woordje ja op te schrijven, om
^gen te stemmen.
Intusschen wordt het Duitsche volk met al-
ie«n naar de stembus geroepen om geestdriftig
getuigenis af te leggen van zijn instemming
h'et den „„Anschluss", doch het kiest tevens
®en nieuwen rijksdag. Wie echter de rond zeven
honderd volksvertegenwoordigers zullen zijn,
weet het stemmende volk niet. Het zal wel
degelijk zijn om op een of ander bureau een
hjst met namen ter inzage te krijgen. Doch wie
interesseert zich tenslotte voor „de bestbetaal-
de zangclub, die een redelijk bestaan verdient
door een of tweemaal jaarlijks het Horst-Wes-
sei-lied te zingen", zooals één der ontelbare po-
Utieke moppen luidt? Hun namen krijgt men
Uitsluitend te hooren.... wanneer ze niet meer
van deze wereld zijn. Bij het begin van elke
"Jksdagzitting namelijk somt voorzitter Her
mann Goering op, wie van de rijksdagleden
fuids de laatste bijeenkomst het tijdelijke met
het eeuwige verwisseld hebben.
De huidige verkiezingscampagne is absoluut
Suspeend van wat men een beetje oneerbiedig,
®aar zeer typeerend „theater" pleegt te noe-
™6h. in onzen tijd van zakelijkheid zou men
?uhis misschien wel moeten toejuichen, doch in
Duitschland heeft men het gevoel, dat de zaak
let af is, dat er iets ontbreekt, dat men iets
fu^t, wanneer alles heelemaal zonder „thea-
yU'" verloopt. En het nationaal-socialisme heeft
Us op dat punt ontegenzeglijk verwend.
Ween, dan komen de Oostenrijkers er heel
at beter af. Sinds den 13den Maart hebben zij
Rauwelijks tijd gehad om adem te halen. Tri-
Uittochten, parades, meetings, vergaderingen,
edevoeringen, betoogingen werden afgewisseld
°°r het in brand steken van een concentratie
kamp, het inwijden van een heeleboel andere
concentratiekampen, het in den grond steken
van een spade door den Führer persoonlijk, die
daarmee een aanvang 'maakte van de werk
zaamheden voor een net van autowegen in
Oostenrijk, enzoovoorts.
Duitschland zal slechts één enkelen dag van
plechtige voorbereiding beleven op het bereids
tot historisch verheven gebeuren van aanstaan
den Zondag. Aan den vooravond der heilige ver
kiezing viert Duitschland den „Tag des Gross-
deutschen Reiches". Om twaalf uur 's middags
zal van het balkon van het stadhuis te Weenen
het commando „Vlaggen uit!" gegeven worden,
dat via de radio in alle gouwen van het rijk te
hooren is. Terwijl dan over heel Duitschland
en Oostenrijk de roode hakenkruisbanieren
wapperen, volgen er om in den stijl te blij
ven twee minuten gewetensonderzoek. In
twee minuten van absolute stilte alleen do
vliegmachines mogen doorvliegen en de treinen
behoeven niet te stoppen zal iedere Duitsche
man en iedere Duitsche vrouw er zich diep van
bewust moeten zijn, waarom hij of zij Adolf
Hitler door een blijmoedig ja! dank zal
betuigen. In alle bedrijven wordt de arbeid ge
staakt. Op de pleinen geven militaire kapellen
feestelijke concerten en intusschen marcheeren
millioenen geüniformeerden in allerlei partij
formaties op om „in Reih' und Glied" te staan,
wanneer 's avonds om acht uur de stem van
den Führer weerklinkt door de loudspeakers,
waarom het volk zich vijfenzeventig millioen
man sterk geschaard zal hebben. Men kan dan
zelfs gratis naar bioscoop of schouwburg, na
tuurlijk alleen maar om naar de rede te luis
teren, want voorstellingen worden er niet ge
geven. Men kan ook gratis elk café of restau
rant betreden, doch zit natuurlijk op een
droogje, want ook het personeel moet luisteren.
Om zes uur gaan alle winkels dicht, opdat
niemand door arbeidsplichten gedwongen zou
zijn, de Führerrede te missen.
Om tien uur 's avonds zal heel het Duitsche
volk met een plechtig gebaar den rechter arm
verheffen en op de muziek, welke de radio uit
zendt, het „Wilt heden nu treden voor God den
Heere" eerbiedig meezingen, het lied, dat vooral
twee jaar geleden na de remilitairisatie van
het Rijnland zoo toepasselijk klonk, omdat
in de Duitsche vertaling het refrein luidt:
„Herr, mach' uns frei!"
De V.D. 162 vaart de zon tegemoSt
(Speciale reportage).
Weer wijzigt zich de kaart van
Nederland. In het blauw van de oude
Zuiderzee, thans officieel IJsselmeer
geheeten, staat op drie plaatsen een
zwarte lijn uitgeteekend. Van de
Lemmer loopt deze lijn al ver uit den
Frieschen wal, aan Urk vormt zij 'n
vreemd langen staart, onwennig en
zonder houvast hangt het derde stuk
ergens onder Schokland, niet ver van
De Ketel. Het is de dijk van den
Noord-Oost Polder, die staag vordert
tot hij zich sluiten zal van Lemmer
tot Urk, van Urk tot Kadoelen: het
oude land de eilanden, de kust
strook van Overijssel en Friesland
in den greep van het nieuwe.
Urk, de Nagele, Ens, Emmeloord, Vollenhove,
de Voorst, Blokzijl en Kuinre, de namen zullen
blijven, doch zy krijgen een nieuwen klank, zij
vormen een ander begrip. Van eiland tot kust
plaats wordt Urk, zijn kaap met den witten
vuurtoren en de boomen van het kerkhof een
natuurlijke onderbreking in het strak beloop
van den dijk. De terpen van Schokland en
heel het lange smalle eiland komen als een
verhevenheid in den polder te liggen. Emmel
oords haven wordt droog, de Middelbuurt achter
haar palissaden een vreemde benting, de vuur.
toren van „de Kerk" zal op zijn hooge spille-
beenen verbaasd staan uit te zien over modder
en straks over land. Het verzonken Nagele geett
wellicht zijn geheimen prijs.
Obk van de oude kustplaatsen in het
Overijsselsche gaat het water wijken en
verdwijnen. De dood en droog loopende
havens zullen nog slechts een herinnering
zijn aan eeuwen, waarin de wereldzee haar
en U zult 's morgens „kiplekker"
uit bed springen.
lederen dag moet Uw lever minstens een liter gal
in Uw ingewanden doen stroomen. Wanneer deze
stroom van gal onvoldoende is, verteert Uw voedsel
niet, het bederft. U voelt U opgeblazen, U raakt
verstopt. Uw lichaam is vergiftigd en U bent
humeurig, v®elt V ellendig en ziet alles somber in.
De meeste laxeermiddelen zijn slechts lapmiddelen.
U moet CARTER'S LEVERPILLETJES nemen om
een liter gal vrij te doen stroomen en U zult weer
geheel fit zijn. Onschadelijk, plantaardig, zacht, on
overtroffen om de gal te doen stroomen.
Eischt Carter's Leverpilletjes bij apothekers en
drogisten, f. 0.75.
BATAVIA, 8 April. (Aneta). Bij het galadi
ner, dat gisterenavond ten paleize aan het Ko
ningsplein ter eere van de hooge Australische
gasten is aangeboden, heeft jhr. Tjarda van
Starkenborgh Stachouwer een rede gehouden
waarin hij allereerst de ontdekking van Aus
tralië door Abel Janszoon Tasman, nu bijna
driehonderd jaar geleden, memoreerde, aan
welke gebeurtenis de naam Tasmania, van den
zuidelijksten staat van het Australische ge-
meenebest, nog heden herinnert.
Britsch staatsmanschap en Britsche activi
teit, aldus spr., hebben uit het onbekende
Zuidland het energieke gemeenebest gemaakt
van thans, het welvarende dominion onder de
Britsche kroon, waarvan Uwe Excellentie de
uitstekende vertegenwoordiger is.
In den loop der tijden zijn de middelen van
communicatie steeds meer ontwikkeld. De
kleine schepen uit den ouden tijd hebben plaats
gemaakt voor geregelde diensten met moder
ne schepen. Het luchtverkeer bracht den af
stand tusschen ons nog verder terug.
Dit luchtverkeer zal eerlang tusschen Bata
via en Sydney worden versterkt.
Het gemeenebest van Australië en Ned.
Indië zijn nabije buren geworden wier ver
keer op verschillende terreinen wordt geleid
door een uitstekenden geest van nabuurschap
Wij zijn er dankbaar voor, aldus eindigde de
G.G., dat Uwe Excellentie in staat was de uit-
noodiging van de Ned. Indische regeering aan
te nemen. De aanwezigheid van U en van
Lady Gowrie in ons midden drukt op gelukkige
'od liefhebben is geen kwestie
van woorden, maar van daden.
wijze de hartelijke gevoelens uit, die beider
zijds aanwezig zijn.
In antwoord op de tafelrede van den gouver
neur-generaal jhr. Van Starkenborgh bracht
Lord Gowrie, de gouverneur-generaal van
Australië, zijn ambtgenoot in de eerste plaats
dank voor zijn zeer vriendelijke woorden en
verklaarde, dat zijn echtgenoote en hjjzelf van
dit bezoek hebben genoten, hoe zij ook vol be
wondering zijn voor de wijze waarop dit uitge
strekte gebied wordt geleid. Wij wenschen, aldus
Lord Gowrie, onzen dank uit te spreken voor de
ontvangst, die ons hier is bereid.
Australië en Ned.-Indië hebben veel met el
kander gemeen.
Naast historische banden zijn er ook economi
sche die ons bijeenhouden. Ik hoop en vertrouw
dat de banden tusschen Ned.-Indië en Australië
zullen toenemen! Men voelt in Australië ver
heugenis omdat over eenige weken Naderlandsch-
Indië zijn luchtdienst tot Australië zal uitstrek
ken.
Uit naam van de regeering van Australië
en van het Australische volk doe ik Uwe
Excellentie thans de vriendelijke uitnoodi
ging toekomen om ons Australië te be
zoeken.
U kunt er van verzekerd zijn, dat Australië u
vriendelijk en hartelijk welkom zal heeten.
Ik wil er nog op wijzen, dat wij het bezoek
van de „Flores" ten zeerste hebben gewaar
deerd.
Ik ga nu een bezoek afleggen, zoo eindigde de
Australische gouverneur-generaal zijn toespraak,
bij den Britschen koning. Ik beii ervan verze
kerd, dat de koning zeer blij zal zijn te hooren
van de vriendelijke en hartelijke ontvangst, mij
hier bereid en van de vriendschappelijke ver
houdingen, welke bestaan tusschen het volk van
Ned.-Indië en dat van Australië.
In den loop van den ochtend hebben de
Australische landvoogd en zijn echtgenoote een
bsnBek gebracht aan het museum van het Ko
ninklijk Bataviasch Genootschap. Hierna zaten
zij aan bij een lunch, welke werd aangeboden
door de Britsche gemeenschap te Batavia.
In den middag vertrokken lord en lady Gow
rie naar Buitenzorg, waar zij de gasten zullen
zijn van den gouverneur-generaal.
Teun en Keesie troffen voorbereidingen
voor den middagpot
golven spoelde en haar adem droeg tot aan
hun loswal, tot binnen hun muren. Vollen
hove, Blokzijl, Kuinre, zullen van karakter
veranderen; de oude zeestadjes, dan midden
in het land, komen er wat zonderling bij
te liggen. Zij zullen het verleden en daar
mee zichzelf moeten vergeten, in de hoop
dat de toekomst althans beter wordt.
Bij het indijken en droogvallen der Wieringer-
meer onderging het beeld van de Zuiderzee,
zooals ons geslacht het kende, nog geen ingrij
pende wijziging. Met de voltooiing van den
Noord-Oostpolder zal dit wél het geval zijn.
Urk en Schokland gaan als eilanden verdwij
nen alleen Marken blijft over een inte
ressante kuststrook Houdt als zoodanig op te
bestaan en tal van zichtbare banden met een
merkwaardig verleden zullen voor altijd worden
verbroken.
Daarom mogen wij nog eenmaal een
blik slaan op het oude land, dat thans
in den greep van het nieuwe zal vergaan.
Daarom zullen wij nog éénmaal ver
tellen van wat er leeft en reilt en zeilt
'in dien afgelegen, weinig bekenden en
ietwat geheimzinnigen hoek van de oude
Zuiderzee, welke thans door modder-
molens, sleepbooten en bakken wordt
ingesnoerd en afgesloten voor altijd.
Ons afscheidsbezoek aan Urk, aan Schokland,
aan den Overijsselschen wal hebben wij per schip
gebracht. De Volendammer botter V.D. 162, de
grootste kwak van de heele vloot, heeft ons, nog
vóór het aalseizoen op 1 April aan zijn al te
lange wintersche werkloosheid weer een eind
zou maken, gevoerd naar de plaatsen, Welke wii
voor het laatst wilden verkennen. Het is een
feestelijke vaart geworden, waarbij veel goede
oude herinnering opnieuw levend werd. Want
acht jaar geleden, in de Januari-dagen van
1930, toen de zee nog open was en de visscherij
haar gouden tijd beleefde, togen wij met die
zelfde „162" ter vischvangst aan den wonder-
kuil.
Veel is er sindsdien veranderd. Toen haalde
onze schipper, Teun Tol, met zijn maat van
de V.D. 64, Evert Bootsman, het kuilnet vol
zilveren haring, blankgebuikte bot, schol, gar
nalen en glinsterende spiering. In één week be-
somde men voor meer dan 400. Nu is het wa
ter dood en leeg en trouwens zou Teun het niet
wagen zijn net over boord te zetten, om mis
schien nog een zootje aal voor den middagpot
te vangen.
Niet vóór 1 April op gevaar af van zware
boete en onttrekking aan den steun. Ook draagt
onze trouwe „162" boven het deurtje van het
logies enkele letters, de initialen der Zuiderzee
steunwet-inspectie: controle der waardevermin
dering, het brandmerk op 'de gedoemde. En
Teun zelf, hij is grijs geWorden. Zijn gezin telt
thans negen kinderen, waarvan de oudsten
straks van school komen.
Veel mocht er veranderd zijn, maar het
bleef de oude V.D. 162, die onder onze voe
ten leefde. Hoog tegen een zonnigen voor
jaarshemel zagen wij weer den vleugel strak
in den wind. De roestroode zeilen spanden
en bolden zich. Tevreden en .behaaglijk
vleide het schip zijn wang in de golven; een
pittig zeetje, dat brak en buisde over den
forschen boeg. Het was het oude geluksge
voel, dat wij ondergingen, staande aan het
roer mpt den vertrouwden druk van den helm
stok in de lendenen, en in de ooren het
gerucht van den wind en het water, het
kraken der schoten, het trillen van het
zwaardtouw.
Zóó hebben wjj het oude land verkend, zijn
contouren zien opdoemen en verglijden, zoo zijn
wij het genaderd over het woelige whter, om in
de havens te spreken met de menschen, en de
dingen aan te zien, om nog eenmaal te onder
gaan de sfeer van het oude leven, dat moet
Wijken voor het nieuwe en onbestemde. En al
was er de weemoed van het afscheid, van het
laatste bezoek aan zoo menig oord, dat eens
voor onze verbeelding had geglansd in het licht
en de hevige verlokking van het avontuur, ster
ker bleef de vreugde om het herbeleven, nog
eenmaal, van een vaart door het gat van Ens,
van een maanlicht-wandeling op Schokland
van het weerzien van zoo menig plekje, dat
scheen te hebben gewacht op dit samentreffen,
Alvorens te capituleeren voor de zich snel vol
trekkende verandering.
En hoe goed dóet het leven van allen dag op
zoo'n botter. Daar waait de wind zorg en mui
zenis uit je kop, daar haal je met iederen adem
tocht gezondheid binnen, gezondheid, die zich
openbaart in zoo'n gezegenden eetlust, in zoo'n
heerlijken, dubbigen slaap. Na een langen dag
op het water, in wind en zon, is het goed rus
ten in de ruime kooi, terwijl naast je het water
gorgelt of in volle zee de brekers fel bonzen
tegen den scheepswand. Je ruikt den geur van
teer, taan en harpuis, die hangt om al de din
gen in het voor-onder: oliegoed, touwwerk,
netten. Rond het snorrend kacheltje zitten wij
samen, de Volendammers Teun en Evert en
kleine Kees gehurkt op hun wijs en Wij dee-
len voor luttele dagen in hün leven, gebruikend
met hen den eenvoudig, maar kostelijk berei-
WIERIN6EN
emmer
wlER-MEER
POLDER
N.O.POLDER
SCH0KLAN
MARKEN
AMSTERDAM;
DEVE.NTLR
Het plan voor den N.O. PolderAan den
dijk, die dit nieuwe land zal omsluiten,
wordt thans op drie plaatsen gewerkt:
bij Lemmer, bij Urk en midden in zee
beneden Schokland
Het mag wel een voorbeeldig blijk van
actief nationaal bewustzijn en offer
vaardige vaderlandsliefde heeten, dat
tal van Nederlanders thans spontaan en vrij
willig geldelijke bijdragen storten voor de
noodzakelijke versterking onzer weermacht
en haar middelen en voor een doelmatige
luchtbescherming. Het wellen van deze par
ticuliere bronnen is te treffender, naarmate
deze Nederlanders zakelijker d.W.z, commer-
cleeler zijn aangelegd en de vooruitzichten
op een onvrijwillige aftapping door middel
van de reeds economisch dol gedraaide 'be
lastingkraan nog somberder en reëeler Wor
den. Niet enkel de ernstige woorden en betoo-
gen van de regeering, maar sterker nog de
internationale gebeurtenissen hebben blijk
baar indruk gemaakt zoowel op de heeren
volksvertegenwoordigers van divers gekleur
de pluimage als op het door hen vertegen
woordigde volk zelf. Over deze ontvankelijk
heid voor helaas maar al te realistische in
drukken en haar tastbare gevolgen, welke
h«t refrein van minister De Wilde c.s. ,,Er
is geen geld" metterdaad schijnt te willen
logenstraffen, kan men zich slechts verheu
gen. Wij zouden ons er echter dieper en in
niger over verheugen, wanneer wij niet be
hoefden te vreezen, dat het naarstige geha
mer op het aambeeld der dwingend nood
zakelijke defensie-versterking velen mïh of
meer doof zal maken voor een andere nau
welijks minder dwingende noodzakelijkheid,
n.l. die van een meer systematische en min
der incidenteele, een grooter en breeder op
gezette en met meer durf gevoerde doelma
tige werkloosheidsbestrijding. Zeker, tal van
meer of minder officieele, meer of minder
verantwoordelijke autoriteiten en leiders hou
den niet op, hetzij uit overtuiging, hetzij uit
politieken oppositiegeest, met voorhamer-
woorden te slaan ook op dit aambeeld, maar
het is toch wel teekenend, dat het voorbeeld
van het ouderpaar uit Deventer, hetwelk een
bedrag van 100 schonk voor een fonds voor
productieve werkverschaffing, tot nu toe nog
niet zóó heeft getrokken als dat van hen,
die nu reeds meer dan een halve ton bijeen
hebben gebracht voor defensiedoeleinden.
Hoe onbetwistbaar primair het belang
van een effectieve militaire verdedi
ging van ons onafhankelijke nationale
volksbestaan met onze cultureele en histori
sche verworvenheden ook moge zijn, dit b®"
lang heeft alleen dan zin, wanneer wat mi
litair verdedigd moet worden ook de moeite
van het verdedigen waard blijft, wanneer de
militaire verdediging onze volkskracht niet
uitput, maar er de indrukwekkende uiting
van is. Het meest martiale harnas mist zijn
effect, wanneer men bij het opslaan van he*
vizier in de gebluschte oogen en het bleeke
gezicht van een gedemoraliseerden werklooze
kijkt. Het ouderpaar uit Deventer heeft dar
zeer juist ingezien, zooals blijkt uit het
schrijven, dat het aan den voorzitter van
den ministerraad richtte. „Getroffen doet
den moed, waarmee zeer veel werkloozen
hun moeilijk en zenuwsloopend bestaan aan
vaarden, wetende dat voor vele hunner het
steeds moeilijker wordt niet te vervallen in
extremistische wenschen en toekomstbeelden
en getroffen door het feit, dat de werkloos
heid nog steeds een groot deel van het Ne-
derlandsche volk in al zijn lagen teistert en
overtuigd, dat „geven van arbeid" van pri
mair belang is voor een gezond nationaal
leven", heeft het zijn gift geofferd. Sterker
en dreigender heeft pater Henricus onlangs
op een propagandavergadering van de R.K.
Staatspartij in het Gooi uitdrukking gegeven
aan dezelfde inzichten en gevoelens, toen
hij zeide niet te kunnen gelooven in een
stand van blijvend werkloozen en dat een
werkloozenleger van wel haast een half mil
lioen in Nederland onafwendbaar tot de re
volutie moet voeren. Dit is geen rethorische
overdrijving. De gang van zaken in Oosten
rijk heeft dat al te duidelijk aangetoond.
Het beste militaire staande leger wordt ver
lamd, wanneer het een staand leger van
werkloozen in den rug houdt.
Waar nu het geenszins denkbeeldigs
gevaar bestaat, dat ons nationale
zelfbewustzijn en zelfrespect te een
zijdig en te uitsluitend op de militaire de
fensie worden geconcentreerd, hadden wij op
het menu van den komenden Kaderdag van
de R.K. Staatspartij liever 'n anderen hoofd
schotel zien prijken dan „Ons nationaal be
wustzijn". Als tusschengerecht zal wel-is-
waar het probleem der z.g. kleine boeren
worden aangesneden, maar dit probleem is
slechts een onderdeel van het groote alge-
meene probleem, dat wij op den Kaderdag
gaarne als „pièce de résistance" hadden zien
fungeeren: ni. dat van een afdoende, alzij
dige werkloosheidsbestrijding, waardoor de
zgn. „normale werkloosheid" binnen afzien-
baren tijd tot een mogelijk onvermijdelijk
minimum zou worden beperkt. Met alle waar
deering voor hetgeen door de huidige Chris
telijke regeering met uiterst beknepen mid
delen op velerlei gebied soms meer prir-
cipieel dan practisch is tot stand gebracht,
moet het ons toch van het hart, dat wij ons
ernstig bezorgd fheenen te moeten maken
voor de naaste toekomst. Hoe gelukkig wij
ons ook achten, dat Christelijke mannen
in het huidige tijdsgewricht zich beijveren
om de in het vei'leden verzamelde nationale
waarden te behouden en te beschutten tegen
velerlei bedreigingen, wij dienen niet uit
het oog te verliezen, dat naast het behou
den ook het onhoudbare moet worden ge
liquideerd. Een staand leger van welhaast
een half millioen werkloozen in Nederland
is op den duur onhoudbaar en het is Chris
tenplicht alles in het werk te stellen dit leger
af te monsteren uit den demoraliseerenden
lediggang en aan te monsteren voor het ar
beidsproces. Vergeleken bij andere landen
moge onze steunregeling voorbeeldig ge
noemd worden, beter en doelmatiger dan de
best denkbare steunregeling is het verschaf
fen van arbeid. De R.K. Staatspartij heeft
hier een schoone taak te vervullen, welke zli
niet straffeloos zal kunnen veronachtzamen
op grond van welk schijnbaar klemmend
motief dan ook
KOthW6,-
met exquise vullingen
in onovertroffen smaken
vanaf 25 ct. per ons
den maaltijd, zonder omslag van de ééne, groote
gatemetiel op den vloer, napratend de lange
avonden in een haven, bij schemerig olielicht,
luisterend naar hun smeuïge verhalen. Dan be
speuren wij opnieuw hoe dit leven zichzelf ge
noeg is, hoe men verzadigd van ruimte, licht en
het blinken der horizonten, de eenvoudige dingen
aanvaarden kan als het meest volkomen geluk.
„Het oude land in den greep van het nieuwe"
is de titel der serie artikelen, welke over dit
laatste bezoek aan het zich wijzigend, histo
risch kustgebied thans verschijnen. Want voor
aleer het nieuwe zijn rechten opeischt, mag het
oude land, het heden, dat bijkans verleden is,
nog eenmaal de belangstelling hebben, welke
het ten volle verdient.
Een slager te Enkhuizen werd dezer dagen
failliet verklaard. Twee collega's, aan wie de
man een bedrag van 65 schuldig was, hadden
zjjn faillissement aangevraagd en verkregen.
Op origineele wijze heeft de man nu wraak
genomen.
Op een groote lijst voor zijn winkelraam heeft
hij tientallen namen van klanten genoteerd met
de verschuldigde bedragen en er boven geschre
ven: „Als deze menschen hun verplichtingen
waren nagekomen, dan was ik niet failliet ge
gaan!"
Natuurlijk bestaat in deze kleine gemeente,
Waar alle burgers elkaar kennen, een meer dan
gewone belangstelling voor dez: ongewone, doch
plaatselijk bijzonder sensationeele publicatie.
Begrijpelijkerwijze zijn de meeningen over
deze wraakneming nogal verschillend, naar ge
lang men er zelf bij betrokken is.
Donderdagavond even na elf uur is de
oud-wethouder van Gouda en oud-sigaren
fabrikant, de heer J. A. Donker, t slacht
offer geworden van een onbewaakten over
weg onder de gemeente Gouda.
De heer Donker keerde per rijwiel van een
bezoek aan kennissen terug naar *t St. Joseph-
Paviljoen aan den Graaf Florisweg, waar hij
woonde. Hij passeerde den onbewaakien over
weg aan den Zwarteweg en is door den trein
gegrepen en gedood.
Het ongeval is door 't treinpersoneel niet
opgemerkt. Ook het stationspersoneel in
Gouda, waar de trein stopte, heeft in den
donkeren avond op 't in verbouwing zijnde
perron niets bemerkt. Eerst bij aankomst
in Den Haag ontdekte men, dat er een
rijwiel aan de machine hing. Een direct
daarop ingesteld onderzoek had tot resul
taat, dat om half twee op zeventig meter
van den overweg 't verminkte lijk van den
heer Donker werd gevonden.
Het stoffelijk overschot is naar 't St. Joseph-
Paviljoen overgebracht.
Het slachtoffer was weduwnaar en 74 jaar
oud. Hij was lid van den gemeenteraad en vroe
ger een vooraanstaande figuur in de R. K.
raadsfractie.
Inzake het ongeval op den overweg te Gouda
kan nog worden medegedeeld, dat uit het poli-
tie-onderzoek is gebleken, dat het ongeluk ge
beurd is op den overweg aan de Burgvlietkade,
een door klaphekken, welke door de voorbij
gangers zelf moeten worden geopend en geslo
ten, afgesloten overweg.
De heer Donker was directeur van de N.V.
J. A. Donker's sigarenfabrieken, gedurende 35
jaar lid van den gemeenteraad, oud-wethouder,
lid van de Kamer van Koophandel en voor
zitter van de afdeeling grootbedrijf, lid van den
Nederlandschen Werkloosheidsraad en mede
oprichter en oud-voorzitter van de R. K. Ver-
eeniging van sigarenfabrikanten in Nederland.
De verongelukte was ridder in de orde van
Oranje-Nassau en ridder in de orde van den
H. Gregorius den Grooten.
Donderdag is weer een bedrag van 5.272.51)4
binnengekomen bij het departement van De
fensie. De Vereeniging voor Nationale Veilig
heid ontving sinds de laatste opgave ƒ479.20.
Het totaal bedrag der tot nu toe bü het de
partement ontvangen vrijwillige bijdragen if
thans gestegen tot 88.635.31)4-