De avonturen vaneen verkeersagentje ettdv&ihaal van den daq de zeven %&1 MAANDAG 11 APRIL 1938 fraaie zege van V.V.IJ. op Fortitudo Üet verschil zat in de voorhoedes TWEEDE KLASSE I.V.C.B. De competitie in Ib afgewerkt Overwinningen voor Altv. Forward en V.I.C, PAARDENSPORT K.N.V.B. Draverijen op Woudestein ^aan. B.F.C. wint zyn tweeden degradatie-wedstrijd Een goede kans tot behoud van het tweede klasseschap B.F.C.—BAARN 2—1 Om den wereldtitel Bijeenkomst organisatiecomité te Parijs AUTOMOBILISME OM DEN GROOTEN PRIJS VAN PAU Dreyfus wint met Delahaye DAMMEN Keiler weer kampioen van Nederland Laatste ronde '"7^3 WIELRENNEN DECALUWE WINT DE RONDE VAN VLAANDEREN Nederlanders werden uitgeschakeld MOTORSPORT Duijnrell-terreinrit 5 ao Het eerste samentreffen tusschen V. V. IJ. te Fortitudo voor de promotie-degradatie- competitie is zeer spannend geworden en wel id hoofdzaak door het feit, dat Fortitudo, dat W vlug een 20 achterstand had te noteeren, tedien tal van kansen kreeg om gelijk te ma kte en de leiding te nemen, doch in de voor hoede zoo slecht speelde, dat slechts één kans u'erd benut en in een doelpunt omgezet. Spe ciaal in de tweede helft was Fortitudo zeket ®te half uur op de V. V. IJ.-helft, doeh schoot teer slecht en zag geen kans aan haar meerder heid uitdrukking te geven. Nu moet daar echter terstond aan worden toegevoegd, dat de IJssel- fteinsche defensie er buitengewoon goed het oog hl had en ook de doelman Van Vliet had een teer goeden dag. De achterhoede van Fortitudo v'as eveneens zeer goed, doch liet zich nog al tens verleiden tot te ver opdringen, waardoor hienige uitval van de thuisclub zeer gevaarlijk jterd. De beide middenlinies gaven elkaar wei- h'g toe, doch wat de voorhoedes betreft, speelde die van de thuisclub wel wat zuiverder dan die v&h de gasten. Met eenige groote open aanvallen opende For- htudo den strijd, doch de IJsselsteinsche achter hoede weet het spel te verplaatsen en de thuis- hrb krijgt vlug de eerste hoekschop te nemen, tender resultaat echter. Na 10 minuten een aan tel van V. V. IJ., waaruit Hartings tegen den Phhl kanjert. Ook Forti schiet eenige malen haast of over. Van beide elftallen is het spel teer onzuiver, er wordt vaak onbesuisd getrapt h van mooi spel is dan ook weinig sprake. a 20 minuten heeft V'. V. IJ. succes, als na een teelle aanval een schermutseling voor het doel cr gasten ontstaat, waaruit Vink weet te sco h. En kort daarna wordt het door een elf- "heterschop 2—0. He Fortianen komen nu danig opzetten en ort voor de rust weet Benda, die op een strax 1;aar voren gespeelden bal is toegeloopen, nog Ihlst voor den doelman het leder te bereiken en te stand op 21 te brengen, met welken de rust tegaat. He tweede helft begon met een uitgesproken ^eerderheid voor de Culemborgers. Het schieten on het samenspel liet echter veel te wenschen ter en daar de thuisclub uitstekend verdedigde, 'even doelpunten uit. Ha een kwartier Wist V. V. U. zich los te erken en toen er 25 minuten was gespeeld en h. Hoogen de plaats had ingenomen van ^hrtings, wist deze door zuiver plaatsen aan ah Oostrum een kans te bieden, die deze tehkbaar benutte. En, wel eigenaardig, kort rterna gaf dezelfde v. d. Hoogen een goede pass hr zijn jongere broer, die er 41 van maakte. Ondanks het feit, dat de Culemborgers zich ««slagen konden achten, bleven zij volhouden, Wamen tegen het einde weer in de meerderheid, och vermochten niet den achterstand te ver anderen. He wedstrijd werd door een talrijk publiek bij- r^°°nc*' dat het aan aanmoedigingen niet liet htbreken. Mog een tweetal wedstrijden werden fn de hls his eede klasse I.V.C.B. West gespeeld, doch zoo- reeds meerdere malen gezegd, van beteeke- hieer «e: ïs het nog af te werken programma hier niet Alw. Forward kwam desondanks uitste- .hd voor den dag en slaagde er in R.K.A.V. in 'gen huis op fraaie wijze beide punten te ont- eihen. De Volendamsche reserves moesten in V.I.C. met behoorlijke cijfers (25) hun meer dere erkennen. De eindstand is hier: D. O. S. S. 18 14 2 2 30 77—27 Alw. Forward 18 12 4 2 28 61—21 R. K. A. V. 18 10 3 5 23 59—25 Zwaluwen 18 7 6 5 20 34—31 V. I. C. 18 8 3 7 19 53-41 The Victory 18 6 3 9 15 32—59 V. V. A. 2 18 5 4 9 14 32—49 Volendam 2 18 5 2 11 12 40—60 Constantius 18 5 2 11 12 27—51 Hcrtha 18 4 1 13 9. .26—62 bondag zijn op Woudestein draverijen gehou- h- He uitslagen hiervan luiden: 0hteijzendraverij vierde klasse, afstand 2000 M. n den e-prijs: 1. Y. Kemel (2040 M.), eigenaar (,teh, k.m. tijd 1 min. 29 sec.; 2. Bouwinn Scott M.), eigenaar van der Veen. w. e Prijzendraverij tweede en derde klasse, af- tend 2000 M. om den F. prijs: 1. Breakaway tjtett (2020 M.), eigenaar van den Elshout, K.M. Jd 1 min. 32 2/555 sec.; 2. Xilandra G. (2060 eigenaar Klarenbeek. r'jzendraverij eerste klasse, afstand 2020 M.. ®tn den D-prijs: 1. Hannover Peters (2080 M.,) Jehaar van Dam, K.M. tijd 1 min. 23 3/10 I,®-' 2. zus Braun (2020 M.), eigenaar stal Hol- "tedia. ?9n °rtebaan handicapdraverijen over maximaal M.: Draverij a: 1. Determination (780 M.), tJjChaar de Vlieger, tijd 1 min. 4 2/5 sec.; 2. Fa- tea (1780 M.), eigenaar de Haan. SpJ/teverij B: 1. Zora (750 M.), eigenaar Kai- w 1 min. 4 2/5 sec.; 2. Fatima (780 M.), j-fcnaar Haan; 3. Y Kemel (740 M.), eigenaar B.F.C. heeft ook zijn tweeden degradatiewed strijd tot een goed einde gebracht. Werd de eerste in Amsterdam met 40 van Water graafsmeer gewonnen, de tweede ontmoeting en wel die op efgen veld tegen Baarn bracht de Bussumers opnieuw victorie. De cijfers (21) bewijzen weliswaar, dat de thuisclub het niet gemakkelijk heeft gehad, maar in ieder geval de punten zijn binnen en men kan wel zeggen, dat B.F.C. uitstekende kansen heeft zijn plaats in de tweede klasse te behouden. De stand is hier: BF.C. Baarn Watergraafsmeer 2 2 0 0 4 6—3 10 0 10 1—2 1 0 0 1 0 2—4 Ten aanschouwe van een zeer talrijk publiek vond gisteren de ontmoeting plaats tusschen B. F. C. en Baarn, welke na een spannenden wed strijd door eerstgenoemde met een doelpunt verschil gewonnen werd, alhoewel de uitslag evengoed andersom had kunnen zijn. Baarn won den toss en verkoos de eerste helft met wind mede te spelen. Na eenige aanvallen en een corner op het B. F. C.-doel, volgde al dadelijk het eerste doelpunt voor de thuisclub. Beugelaar kreeg namelijk de bal van Boerhout toegespeeld, waarbij hij met een onverwacht schot boven in den hoek den keeper het nakij ken gaf, 10. Maar de gasten lieten zich door dit doelpunt niet ontmoedigen en gingen weldra tot den aan val over. Een gevaarlijke voorzet van den linksbuiten ging voor het doel langs uit, zonder dat de bin- nenspelers er aan te pas kwamen. Door een misverstand in de B. F. C.-defensie kreeg de middenvoor een gemakkelijke kans om gelijk te maken, doch zijn schot ging juist naast. Hetzelfde geval deed zich eenige oogenblikkeïi hierna aan de andere zijde voor, waar Gorel den bal van Beugelaar kreeg toegespeeld en hard naast schoot. De gasten hadden eindelijk succes, toen bij een scrimmage voor het B. F. C.-doel de mid denvoor den bal in zijn bezit kreeg en op doel schoot. De bal stuitte via het lichaam van den keeper in den hoek, 11. De thuisclub had wederom succes, toen Beu gelaar na een voorzet van Gorel eenige achter spelers passeerde en onhoudbaar voor den kee per doelpuntte,. 21. Hierna brak de rust aan. Na de hervatting werd de wedstrijd meer spannend dan fraai. In deze periode was de bezoekende club iets in de meerderheid, maar doelpunten bleven uit. Met onveranderden stand brak het einde aan. Het organisatie-comité der wereldkampi oenschappen voetbal is Zaterdagavond te Parijs bijeengekomen, op welke vergadering de situatie, zooals die ontstaan was door het niet deelnemen van Argentinië en het uit vallen van Oostenrijk, nader werd bekeken. In de eerste plaats werd besloten, de loting, die eenigen tijd geleden heeft plaats gehad, te handhaven, ondanks het veranderde aspect. Door dit besluit kwam Zweden, welk land tegen Oostenrijk in de achtste finale zou spelen, direct in den kwarteindstrijd. De winnaar van de Cen- traal-Amerikaansche groep zal, nu Argentinië verstek laat gaan, direct onder de laatste zes tien worden geplaatst. Roemenië zal hier de te genstander zijn. ZwitserlandPortugal, een voorwedstrijd, wordt op 1 Mei a.s. te Milaan gespeeld. Verscheidene wijzigingen werden aangebracht inzake de verdeeling der wedstrijden over de Fransch steden. Indien ontmoetingen der achtste finale's op 4 en 5 Juni in een gelijk spel eindigen, worden deze op 9 Juni overgespeeld. Hetzelfde geldt voor de kwarteindstrijden, welke dan op 14 Juni plaats vinden, mocht de wedstrijd om de derde plaats in een gelijk spel eindigen, dan worden beide landen te zamen op de derde plaats gezet. (Na de reglementaire verlenging). De wedstrijden, welke op een werkdag worden gespeeld, vangen des avonds om 18 uur aan. In dien een wedstrijd op een Zondag is vastgesteld begint het spel om 17 uur. In de bestuursvergadering van de F. I. F. A. werden bovenvermelde besluiten goedgekeurd. Wij hadden na afloop van de F. I. F. A. bijeen komst nog een gesprek met den heer K. J. J. Lotsy, die begon met ons mede te deelen, dat Suriname niet aan de voorwedstrijden deel neemt. Tenslotte kon de heer Lotsy ons nog mede- deelen, dat alle regelingen over de komst van Nederlandsch-Indië thans getroffen zijn. De ploeg vertrekt 27 April a.s. met de „Baloeran" en arriveert op 18 Mei te Marseille. Daar zal de heer A. Coucke, de consul van den K. N. V. B. in Frankrijk, de ploeg afhalen. Men reist per trein naar Amsterdam, waar de Indische voet ballers met hun leiders op Zaterdag 21 Mei den wedstrijd NederlandSchotland hopen bij te wonen. En dan volgt op Hemelvaartsdag te Rot terdam de ontmoeting tegen de Vereenigde Sta ten. Wat na dezen laatsten wedstrijd zal gebeu ren wordt eerst tezijnertijd beslist. De eerste groote automobielwedstrijd van dit seizoen, door de bochtige en nauwe straten van het stadje Pau, is Zondagmiddag voor ruim 50.000 toeschouwers gehouden en op verdiende Wijze gewonnen door den Franschman Dreyfus in zijn donkerblauwe, compressorlooze Dela haye. Dreyfus legde den bijna 277 K.M. langen afstand af in den tijd van 3 uur 8 min. 59 sec., d.w.z. met een gemiddelde van 87,9 K.M. per uur, hetgeen een nieuw record beteekent. Het oude record stond sedert 1935 op naam van den Italiaan Tazio Nuvolari met een gemiddelde snelheid van 83.964 K.M. Met bijna twee minuten achterstand kwam als tweede de Mercedes Benz binnen, welke ge durende de eerste helft door Caracciola, daarna door Lang werd bestuurd. Caracciola vestigde een nieuw ronderecord met een gemiddelde snelheid van 93.182 K.M. per uur. De Mercedes lag van het begin af aan den kop en behield de leiding tot de zevende ronde. Toen kon Dreyfus haar veroveren tot de vijf tiende ronde. Met een nieuwe - recordronde, waarin hij de 2.769 K.M. in 1 min. 47 sec. af legde, trok Caracciola zijn wagen weer op kop en toen brak het duel pas goed los. De Fransch man kon echter in zijn snelle Delahaye ver dere aanvallen afslaan en won verdiend met bijna twee minuten voorsprong op Lang, die het stuur van Caracciola had overgenomen. Bij aankomst werd Dreyfus op stormachtige wijze ontvangen; de vreugde van de Franschen was bijzonder groot over de wijze, waarop hun land genoot deze eerste overwinning in het nieuwe seizoen op de sterke Duitschers behaalde. De uitslag luidt: 1. Dreyfus met Delahaye, 277 K.M. in 3 uur 8 min. 59 sec., gemiddelde snelheid 87.9 K.M. per uur, nieuw record; 2. Ca racciola en Lang met Mercedes Benz, 3 uur 10 min. 50 sec. Op zes ronden: 3. Comotti met Delahaye. Op dertien ronden: 4. Raph met Maserati. Qp zeventien ronden: 5. Trintignant metBu- gatti. In het Parkhotel, Hobbemastraat, werd he den de laatste ronde gespeeld van den wed strijd om het damkampioenschap van Neder land. De resultaten luidden als volgt: R. C. Keller—A. Ligthart 2—0 H. KinneginW. Rustenburg 20 P. J. van Dartelen—A. de Graag 2—0 J. H. VosF. Raman 11 C. Suijk—A. K. W. Damme 1—1 B. Dukel—C. J. Lochtenberg 2—0 Veel spanning behoefde de laatste ronde niet meer op te leveren. Alleen waneer Keller van Ligthart zou verliezen en Dukel dan van Loch tenberg zou winnen, zouden Keiler en Dukel gelijk eindigen, doch aan die mogelijkheid ge loofde niemand. Wel nam men aan, dat Ligt hart Keiler harden tegenstand zou bieden, en dat Lochtenberg ondanks zwaren tegenstand het tegen Dukel niet gemakkelijk zou kunnen houden, doch een winst van Ligthart op Keiler leek ten eenen male uitgesloten, en met een puntenverdeeling kon de titelhouder zich op grond van twee punten voorsprong reeds kam pioen noemen. De andere deelnemers waren verder kansloos. Voor van Dartelen was het een zeer belang rijke laatste ronde. Hij moest winnen van de Graag om op 40 pet', te komen, terwijl Suijk, die de vorige ronde nog zoo slecht stond, nu aan remise tegen Damme voldoende had om tot dit resultaat te komen. De andere partijen waren alleen maar van beteekenis voor de volgorde op de ranglijst. Keiler heeft een fraaie prestatie geleverd door reeds in het eerste speeluur na mooi combinee ren van Ligthart te winnen, waardoor hij Du- kel's laatste hoop den bodem insloeg en zich met een score van 17 punten uit 11 partijen on geslagen wederom kampioen van Nederland kon noemen. De titelhouder bevestigde hiermede den indruk dien hij reeds bij den aanvang van het tournooi heeft gemaakt als sterkste deel nemer, wien het bezit van den titel volkomen toekomt. Dukel kon nu alleen maar voor een zeer eer volle tweede plaats vechten en hij trok direct tegen Lochtenberg flink van leer. De G.S.'er speelde weer z'n gewone randspelletje en Dukel verdreef hem steeds meer van het middenbord. Het eindigde in stukverlies voor den veteraan, en de partij werd door Dukel fraai tot winst gevoerd. Van Dartelen slaagde erin van de Graag te winnen, waardoor hij nog precies zijn 40 pet. behaalde en aangezien Suijk tegen Dam me remise speelde, hebben alle deelnemers thans het vereischte minimum behaald. Na afloop heeft de heer A. van Broek, voor zitter van den Nederlandschen Dambond, den heer Keiler met het behalen van het kam pioenschap gehuldigd. v 4^/ Eindelijk was de boot, niet meer dan een holle boomstam, gereed en werd ze te water gelaten. En met vereende krachten ging dat vlot van stapel. „Nou zijn we van ons ambacht ook nog timmerman en scheepsmaker geweest," zeide Keesie lachend. „Wat iemand kent, is winst,' zeide de slotenmaker, die altijd erg wijs wilde doen. Tenslotte gingen ze in de boot. De slotenmaker nam het eerst plaats en hij zat netjes. Maar het kostte onzen verkeers agent heel veel moeite op het waggelende ding staande te blij ven. „Houd je roer recht, agent," riep de slotenmaker een beetje plagend. „Ik ben bang, dat ik mijn evenwicht verlies." klaagde Keesie. Admiraal Fullerton dacht een oogenblik na. Op zijn vermagerd gelaat lag een trek van oneindige bitterheid. Hij dacht eraan, dat alles in de wereld telkens weer van voren af aan begint, en dat de verdrietigheid van den eenen mensch niets leert aan degenen, die na hem komen. Hij drukte op de bel. De matroos, die even later binnen kwam, ontrukte hem aan zijn sombere gedachten. Breng luitenant Santer hier, beval hij. De officier trad binnen. Hij droeg de uniform van de Amerikaansche marine, maar de wapens waren hem afgenomen, en het escorte wachtte buiten voor de deur. Den vorigen avond was hij gearresteerd, en nog dienzelfden nacht was hij naar New-York overgebracht. Op onberispelijke wijze bracht hij het saluut, en bleef dan in de houding staan, met opgeheven hoofd. Luitenant Santer, sprak de admiraal, tot gisteren kon de Amerikaansche marine staat op u maken. Vandaag bestaat u niet meer voor haar. Hij wachtte even, om de uitwerking van deze woorden op den ander gade te slaan. Doch de jonge officier gaf op geenerlei wijze blijk van zijn gevoelens. Ik stel u in de gelegenheid, om een ver klaring te geven van uw gedrag, ging de admi raal voort.Ik heb u persoonlijk willen hooren, vóór den krijgsraad. Men bereikt niet mijn leef tijd en mijn rang, zonder dat men wel eens een fout heeft begaan soms zelfs een ernstige fout. Plicht moet men leeren net als al het andere. Er is theorie en practijk; die lijken net zooveel op elkaar als vrede en oorlog. Mijn twee jongens zijn gevallen voor de grootheid van Amerika, maar in mijn hart ben ik een vader gebleven voor al mijn mannen. Dat is de reden, waarom ik u hier heb laten komen. Spreek! Ontroering belette den luitenant, om een woord te uiten. Tevergeefs trachtte hij zich te beheerschen. Gaat u daar in dien stoel zitten, zei de oudere man. Zie in mij alleen den zeeman, den oudsten van ons beiden mqer niet. Spreek ronduit, en zonder complimenten. Luitenant Santer keek een oogenblik naar zijn handen. Dan richtte hij zich rondborstig tot zijn meerdere. Wel, mijnheer, ze hebben miss Lily wegens spionnage gearresteerd, en mij hébben ze ge arresteerd, omdat ik van haar houd. Ik zweer u, dat miss Lily géén spion is! Ze is tot geen enkele minderwaardige daad in staat. Als er iets onbehoorlijks in haar gedrag geweest was, zou ik het gemerkt hebben. Men kan dol verliefd zijn, zonder dat men blind wordt! Sinds het eerste oogenblik, dat we elkaar ontmoet hebben, vóór we nog een woord met elkaar gewisseld hadden, hebben we aan niets anders gedacht dan aan wat we voor elkaar konden wezen. Las ter heeft nu gewild, dat onze liefde een hel voor ons wordt. Miss Lily behoort tot de beste krin gen van Rusland. Ze heeft me alles van haar leven verteld. Alleen om mij is ze in Washing ton gebleven. Ze reisde, om zich aan de ver veling te onttrekken, zooals zoovele van haar landgenooten. Haar arrestatie is een vergissing; die vol te houden, zou een misdaad zijn. Ze heeft me nooit een vraag gesteld aangaande mijn beroep. Bovendien heb ik nooit een ge heim document betreffende de marine onder mijn berusting gehad. Miss Lily is trouwens maar één keer aan boord van de „Munro" ge komen, bij gelegenheid van een bal, dat door den commandant gegeven werd; en toen werd ze uitgenoodigd, omdat ik het vroeg zeker. Maar dien avond zijn we geen minuut van el kaar vandaan geweest. Ik begrijp dus niets van wat ons overkomt. Ik weet niet, wat ik anders moet zeggen. De officier zweeg, klaarblijkelijk had hij alles gezegd. Hij boog het hoofd, om niet de rimpe lige handen van zijn meerdere te zien, die in een dossier bladerden. Thans brachten ze den jongeman een paar documenten onder zijn oogen waaronder een foto. Luitenant Santer, kijk eens naar deze pa pieren, en dit portret. Een en ander betrof een zekere Mary Sweens, alias Elisabeth Hatter, alias Lily Saxon. Het portret stelde dezelfde Lily voor, die de jonge officier in Washington had leeren kennen. Er was geen twijfel mogelijk. De documenten wa ren opgesteld aan de hand van politie-rappor- ten uit alle deelen van Europa. Het kan niet waar zijn! riep de luitenant Uit. Altijd als tltMItlMllltm.M.UtMMUIM ik met haar sprak, was Lily kinderlijk schep- I De vrouw! j seltje. Ze heeft niet eens mijn hut gezien. Om onze onschuld te bewijzen, zou ik bereid zijn, te sterven. Uw eer zou er misschien mee gered zijn, merkte de admiraal koel op. En toen hij de tegenwerping van den jongen officier begreep, voegde hij eraan toe: Niemand zou daarom nog het recht heb ben, om te beweren, dat uw dood zou gelijk staan met een bekentenis. Ik wil zelf getuigen, dat u uw leven hebt opgeofferd om uw eigen onschuld, en die van miss Lily, te bewijzen. Bent u bereid? Ja, mijnheer! zei de luitenant op vasten toon. De admiraal trad op hem toe. Thans ben ik zeker van u, zeide hij. Ik was het eerst óók al, maar dit is het bewijs. Neen, zegt u niets. En nu, luitenant Santer, beveel ik u, naar mij te luisteren, en mij op mijn eerewoord te gelooven. Mary Sweens, Elisabeth Hatter, Lilly Saxon dat is allemaal een en dezelfde persoon: n.l. een van de beste vrouwe lijke agenten van den Britschen Geheimen Dienst. En u bent een jongen! Als er een vrouw in het spel is, blijven we dat bijna alle maal, tot we grijze haren krijgen! Van de bur gerschool komen we op de krijgsschool, van de krijgsschool op de vloot. We hebben geleerd, wat peilen is, en varen, en hoe we het kompas moe ten gebruiken, en hoe we ons naar de sterren kunnen regelen. We hebben alle soorten van kennis verzameld, en zijn de eer deelachtig ge worden, om de officiersuniform te mogen dra gen. We zijn 20, 25, 27 jaaren toch kennen we de vrouw niet! Wij, zee-officieren, zijn voor de vrouwen voor die allergevaarlijkste vrou wen, die op ons loeren een maar al te ge makkelijke prooi. Luitenant Santer, kijk uw ouden admiraal in de oogen: ik ben, op uw leeftijd, net als u, in het net van een spion ver strikt geraakt. Ik ken uw lijdensweg. Ik ben er voor gestraft. U zult er óók voor gestraft wor den. Want voor een officier bestaat er geen verschooning. Hij drukte op de bel. Breng uw gevangene weer weg, beval hij den aanvoerder van het escorte, op afgemeten toon. Vandaag is de jaarlijksche Ronde van Vlaan deren, over een afstand van 260 K.M. onder enorme belangstelling verreden. Winnaar werd Decaluwe, die in de eindsprint Sylver Maesmet 15 M. versloeg. De tijd van Decaluwe bedroeg 7 uur en 42 min. Op de derde plaats eindigde een groep van negen renners, waaronder de be kende rijders Kint, Hardiquest, Croon enz. Ook een aantal Nederlandsche renners kwam uit, w.o. Middelkamp, Schulte, van Nek, van der Ruit, Stuyts en G-ommans wel de bekendste zijn, maar zij moesten allen wegens herhaalde bandenpech of door andere oorzaken den strijd staken. Het was geen wonder, dat de vijfde terreinrit cp het landgoed Duijnrell bij Wassenaar, georga niseerd door de motorclub „Wassenaar en om streken" de belangstelling van duizenden toe schouwers heeft getrokken. De deelnemers von den heel wat mulle, bochtige en heuvelachtige gedeelten op hun weg, waardoor him prestaties op prachtige wijzer werden getoetst. De uitslag luidde als volgt: Juniores: 125 ccm-klasse (10 ronden, 32 Km.). 1. Th. Schrijver DKW 54 min. 26.1 sec.; 2. J. ten Brink DKW 58 min. 33.2 sec.; 3. C. Duymaer van Twist DKW 59 min. 2 sec. 250 ccm-klasse (12 ronden, 38.4 Km.). 1. „Tuf- Tuf" Ariel 77 min. 5.2 sec. 350 ccm-klasse (12 ronden, 38.4 Km.). 1. P. Swets FN 66 min. 26 sec.; 2. J. H. A. Meijer Ariel; 3. A. M. Teeirwisse HD. 500 ccm-klasse (12 ronden, 38.4 Km.). 1. Chr Offenberg Raleigh 59 min. 29.1 sec.; 2. J. A. Heidendahl Jr. Norton 62 min. 24.1 sec.; 3. H. de Wit Ariel 62 min. 31 sec. Seniorklasse. 125 ccm-klasse (13 ronden, 62.4 Km.). 1. A. C. Nelissen DKW 114 min. 42.2 sec.; 2. W. Zijlaard DKW 114 min. 43.3 sec.; 3. A, Maasland DKW. 250 ccm-klasse (16 ronden, 76.8 Km.). 1. H. Vink Matchless 133 min. 15.3 sec.; 2. W. J. Witte Matchless 141 min. 41.2 sec.; 3. H. Satter Match less en F. L. van der Kley. 350 ccm-klasse (16 ronden, 76.8 Km.). 1. Joh. Bovee Eysink 118 min. 55.2 sec.; 2. R. W. van Beek Royal-Enfitld; 3. C. van Eijck Matchless. 500 ccm-klasse (16 ronden, 76.8 Km.). 1. J. van Rijn Matchless 131 min. 49.2 sec.; 2. G. Tim mer New Imperial. Veteranen-klasse (10 ronden, 32 Km.). 1. S. Maasland Matchless 55 min. 57.1 sec. Zijspanklasse (16 ronden, 51.2 Km.). 1. D. J. Wuys Harley-Davidscn 104 min. 24.3 sec.; 2. J. de Jager Zündapp; 3. W. Willemse Indian. A. c: Nelisse, winnaar van de 125 ccm-klasse uit Haarlem, won op DKW den „Graaf van Zuy- len van Nijevelt-beker", uitgeloofd voor de beste prestatie van den dag berekend met handicap. De „Motorsportfonds-beker", uitgeloofd voor de absoluut beste prestatie van den dag, kwam in handen van Joh. Bovee uit Amersfoort met Eysink, winnaar van de 350 ccm-klasse. De verguld zilveren medaile van de Wasse- naarsche V.V.V., uitgeloofd voor de snelste ronde van den dag, kreeg J. Roest uit ter Aar op Velo- cette. Dit was de zesde ronde van dezen rijder, die een tijd noteerde van 6 min. 41.2 sec. Roest moest later wegens motorpech opgeven. Hoor CiiRISTIAN ^é-tJGEN Perring kende geen angst; slechts een zekere ^Panning en nieuwsgierigheid vervulden hem. ^rst had hij er aan gedacht, den strijd tegen );eh onbekende aan te binden. Doch hij was tender eenig wapen.. Zijn jas, met in een der 'Jzakken zijn revolver, lag meer dan een meter ,ah zyn stoel verwijderd. Bovendien zou veel hidruchtigheid zijn vriend wekken en zijn toe tend kunnen verergeren. Hij besloot dan ook, te'hvoudig het verder verloop van dit zonder- rteïe bezoek zonder meer af te wachten. Mis- ®Uen kreeg hij dan nog gelegenheid den onbe- j te overmeesteren, nog vóór het hem ge- Was zijn plan wat 't ook zijn mocht te voeren. Hij had den indruk, dat het geen Wone inbraak was. ■Een zoete, flauwe lucht, die hem aan de azaretten deed herinneren, drong in zijn neus vhÜ wist nu, wat er verder zou gebeuren, doch dacht er over na, hoe hij aan den invloed dit experiment zou kunnen ontkomen. ■.Wie bent u?" vroeg hij. „En wat wilt u teniük?" Bij deze woorden vulde hij zijn longen rijkelijk met lucht en was dus voorbereid, tegen 't oogen blik, dat hem een met chloroform gedrenkten doek tegen mond en neus zou gedrukt worden. ,Mijn naam doet niets terzake," antwoordde de vreemde. „Mijn bedoeling is enkel sir Richards bagage even te onderzoeken. Helaas zult u moeten goedvinden, dat ik u bedwelm, want ik word bij mijn werk liefst niet gestoord. Het is iets van veel gewicht, dat ik zoek." De majoor liet het hoofd slap op zijn schouder hangen, als had hij reeds bijna het bewustzijn verloren. Doch hij zorgde er wel voor, dat hij niet het geringste van het bedwelmingsmiddel inademde. Het viel hem zwaar. Zijn borst begon reeds pijn te doen wegens het gemis aan ver- sche lucht en iedere seconde werd de situatie moeilijker. Eindelijk, na 'n paar eeuwig-lange minuten, kon hij weer rustig ademen. Hij zag iets schemeren voor z'n oogleden; de onbekende wilde dus de uitwerking van het chloroform zien. Deze scheen over het resultaat tevreden te zijn, want het licht verdween en Perring hoorde 't ploffen van kleedingstukken, die op den grond gesmeten werden. Na 'n poosje opende Perring uiterst behoed zaam en heel even de oogen. De vreemdeling stond apn Kenton's bed. En nu, by 't licht van 't nachtlampje, herkende hij hem: het was Herschel, de man met het litteeken. Vlug, geluidloos en systematisch werkte hy 't onderzoek af. Voorzichtig, om Kenton niet te wekken, betaste hij diens lichaam, en dan zyn kleeren. Hy ging zorgvuldig te werk en onder zocht ieder plekje, of er niets onder de voering verborgen zat. Bijzondere aandacht schonk hy aan Kenton's portefeuille, biykbaar zocht hy naar een document of iets dergeiyks. Maar hy vond niets. Nu begon hy aan de bagage. Doch eveneens tevergeefs. Hij stond een oogenblik in diepe gedachten verzonken. „M'n waarde vriend Herschel," zei de majoor opeens zachtjes, „als u my wilt zeggen wat u zoekt, dan kan ik u misschien wel van dienst zijn." De man met 't litteeken schrok hevig, alsof hy door 'n slag getroffen werd. XX DE MAN DER WRAKE De wiute lichtbundel uit de electrische lan taarn sidderde 'n oogenblik, vanwege Herschel's bevende hand, doch bleef dan onbeweegiyk ge richt op het gezicht van Perring. „Zou u niet zoo vriendelijk willen zijn om dat licht uit te doen?" vroeg deze, uiteriyk volko men kalm. „Ik geneer me 'n beetje." „U is dus werkelijk wakker?" vroeg Herschel, nog steeds ontsteld. „Zooals u ziet. Maar om dat te constateeren, hebt u toch waarachtig niet zooveel licht noodig." „Neen, u hebt geiyk," antwoordde de man met het litteeken en knipte het licht uit. Toen hy de hand weer uit zyn zak trok, flitste het staal van een mes den majoor weer dreigend tegen. „Hoe komt 't, dat u nu al „bjj" bent? Ik ben nu gedwongen, heti experiment te herhalen," „Och dat is overbodig," antwoordde Perring. „Zooals u ziet, ben ik ongewapend en ik geef u myn eerewoord, dat ik u by uw terugtocht niet zal hinderen. Zoover ik de zaak beoordee- len kan, hebt u hier niets meer te doen." „Over een uur zullen wij uw vriend wegvoe ren," zei Herschel, terwijl hy op zijn horloge keek. „Dat verbied ik u!" „In dezen toestand zult u al heel weinig te verbieden hebben," merkte Herschel sarcastisch op. „Sir Richard Kenton is gewond," ging Perring verder, „en heeft veel rust noodig. Ik zal niet lijdzaam toezien, dat myn vriend „U kupt gerust zyn," onderbrak Herschel hem. Kenton zal zeer voorzichtig behandeld worden. We maken hem zelfs niet wakker. We dienen hem een kleine dosis chloroform toe en dragen hem op zyn bed naar buiten, waar een goed- veerende auto staat te wachten. Wy hechten er zeer veel aan, dat hy niet sterft, vóór wy hem gesproken hebben." „Dat had u wel eerder mogen bedenken," merkte Perirng nydig op. „Ik?! Wat wilt u daarmee zeggen?" „Nu, als u 't dan niet geweest bent, dan toch uw raadselachtige meester, mr. X., Kenton's vijand, wiens naam wij niet kennen. Enkele uren geleden liet hy nog 'n moordaanslag plegen op den man, van wien hij opheldering verlangt." „Wat, alle duivels!" riep Herschel uit. „Ge looft u dan werkelyk, dat Lorddat Mr. X. opdracht zou gegeven hebben tot zulk een laffen i sluipmoord?," Zijn verbazing was klaarblykelyk niet ge veinsd. Mr. Granger scheen dus geheel buiten het complot te staan. Hij moest dus zuiver persoonlyke redenen voor deze misdaad gehad hebben. Hierdoor viel nu een geheel ander licht op de zaak. Perring stond op en strekte de hand uit naar een der sigaren, welke op tafel stonden. Herschel gaf hem vuur en volgde daarna zyn voor beeld. „We hebben nog wel een beetje tyd," merkte hy glimlachend op. „We hebben niets tegen u, maar als Kenton's vriend zult u zich toch moeten laten welgevallen, dat wij niet de ge ringste inmenging uwerzijds kunnen dulden. Zou u later hulp willen inroepen of ons op een of andere wyze lastig willen vallen, dan kan ik u niet de minste garantie omtrent uw persoon geven." Herschel had deze laatste woorden gesproken op een toon, waaruit bleek, dat het hem volle ernst was. „Kenton en ik," sprak de majoor na 'n korte stilte op rustigen toon, „waren de laatste dagen wel in de gelegenheid ons van uw by na roeke- looze activiteit te overtuigen. Het is ons echter nog niet gelukt, de oorzaak daarvan te ondek- ken. M'n vriend word achtervolgd, als 'n stuk wild door bloedgierige honden. Wat heeft hy eigenlijk gedaan?" „Weet u dat werkelijk niet?" „Neen. ik heb er zelfs geen vermoedens van, maar wel ben ik er van overtuigd, dat hy nooit iets gedaan kan hebben, dat zulk een bruut op- i-treden als van Mr. X zou kunnen wettigen. Hy is een gentleman, in de volle beteekenis van 't woord." „Hy een gentleman?" riep de andere met minachting uit. „Een dief, een verrader, een moordenaar is hy!" „Onmogelijk! Dat is niet waar." „Ja, het is zeker waar. Ik mag u niet Mies zeggen en ook geen namen noemen. Ik zal u alleen zooveel omtrent hem vertellen, dat u zult inzien, dat niet wy de misdadigers zijn. Luister: Vijf jaar geleden kwam een jonge Engelschman uit adellyke familie, die het ouderiyk huis ont vlucht was, in Cape Town. Hij was pas zestien jaar oud en geraakte al spoedig in slecht ge zelschap, onder zakkenrollers en dieven. Tot dezen behoorde ook Kenton, die zich, dank zy zijn onverschrokkenheid en sluwheid vrij in de beste kringen kon bewegen, hoewel hy de aan voerders was van een dievenbende, die t speciaal op diamanten gemunt had. Kenton was vyf jaar ouder." „Neen, Kenton is nu pas vier en twintig." „Hy liegt. Toen was hy een en twintig. Maar dat is van minder beteekenis. De jonge Percy had speelschulden by hem en 't gelukte Kenton gedeeltelijk met bedreigingen en van den ande ren kant met verlokkelijke aanbiedingen, den jongeman als vierde in zyn bende op te nemen. Percy was by enkele inbraken behulpzaam en Kenton wist zich van deze medeplichtigheid schriftelijke en onweerlegbare bewyzen te ver schaffen, vermoedelijk om deze later tegen Per cy's ryke familie uit te spelen en geld af te persen. (Wordt vervotedA

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 11