De weerstand der linkschen
bij Balaguer
Britsch-Italiaansch
accoord
Benesj verleent
amnestie
New-Yorksche Beurs
NIEUWE AANVAL DER
NATIONALISTEN
Een uitnoodiging
van Londen
HET GEHEIMZINNIGE
DOCUMENT
ZONDAG 17 APRIL 1938
De rechtschen zouden ook hier een
overwinning behaald hebben
Radiorede van Negrin
aangekondigd
T elegr omwisseling
Stresa?
20 terroristen gedood
1.200 personen, veroordeeld
wegens kleine politieke
delicten, zullen
vrij komen
Praag zal werken voor
den vrede
Fransche ministers zullen 28 April
een bezoek aan Engeland brengen
De Duitsche politie
verlaat Graz
Het regeeringsprogram
in Hongarije
Daranyi laat zich niet leiden door
„de straat"
Joodsch protest
OFFICIEELE CRISIS-PUBLICATIE
Stemming: zeer vast
Totale omzetten: 1.060.000
shares
53A
8Vs
WISSELKOERSEN
-
AMERIK. GOEDERENMARKT
éo% --
-.
PAASCHCONGRES VAN
DE S.D.A.P.
De heer Van der Kieft over de
verhouding tot de R. K.
Staatspartij
De zaak Kies
LAMPEKAPPENMAGAZIJN
UITGEBRAND
Ziek meisje kon tijdig
worden gered
SARAGOSSA, 16 April(Havas). De re
geeringstroepen, die zich bijna niet verzet
hebben tegen den opmarsch van de troepen
van Franco naar de Middellandsche Zee,
hebben al hun krachten geconcentreerd op
het bruggehoofd van Balaguer. Na gedu
rende 75 uur alle aanvallen van de re-
geeringstroepen te hebben afgeslagen zijn
de Aragoneesche troepen van Franco tot
den aanval overgegaan.
Zij hebben de linkschen teruggedreven en
brachten hun zware verliezen toe. Twee mu
nitiedepots vielen in hun handen.
Uit Barcelona wordt gemeld: De troepen van
Franco hebben wel de kust van de Middelland
sche Zee bereikt, doch ten Noorden van de
Ebro houden de regeeringstroepen de recht
schen bij Balaguer nog tegen. Ten Noorden
van de stad hebben de rechtschen gepoogd de
regeeringstroepen te verdrijven uit de stellingen,
welke zij de laatste dagen veroverd hebben, doch
alle aanvallen werden afgeslagen. Meer naar
het Zuiden, bij Vallfogona, waar sedert drie
dagen fn de straten wordt gestreden, konden
de troepen van Franco den opmarsch van hun
tegenstanders niet stuiten, zy hebben derhalve
de sluizen van het kanaal langs de Segre ge
opend, om het gebied ten Zuiden van Vallfo
gona onder water te zetten en zoo de regeerings
troepen tot staan te brengen.
Ten Noorden van Morella bij Forcall houden
de regeeringstroepen hun tegenstanders in be
dwang.
De vergadering van den Spaanschen minister
raad onder voorzitterschap van Negrin heeft
gisteravond geduurd van half elf tot na midder
nacht. Minister-president Negrin heeft een
nauwkeurige uiteenzetting van den toestand
gegeven, alsmede van de maatregelen, welke
hij heeft genomen, o.a. de benoeming van ge
neraal Miaja in het niet-Catalaansche Spanje.
Negrin zou vanavond in een radiorede de
plichten van het Spaansche volk in de huidige
omstandigheden uiteenzetten.
De „Donostfa", een patrouille-leider van de
Spaansche regeering, welke dertien maanden
geleden een toevlucht heeft gezocht te La Ro-
chelle, is heden naar het eiland Aix gestoomd,
waar alle munitie van het Spaansche schip op
de Fransche marinewerf werd gedeponeerd. Het
schip keerde vervolgens naar La Rochelle terug.
De markies de Portago, die gearresteerd was
in verband met een zaak van valsche paspoor
ten en het in het bezit hebben van wapens, is
in vrijheid gesteld en naar San Sebastian te
ruggekeerd.
Sinds het uitbreken van den burgeroor
log in Spanje is komen vast te staan, dat
1379 priesters en religieuzen, behoorende
tot 27 Orden en Congregaties, zyn ver
moord. In deze cijfers zijn niet begrepen
de honderden saeculiere priesters, waarvan
men met reden mag aannemen dat zy ter
dood zijn gebracht.
In onderstaande statistiek, die ons door pa
ter Fr. Ledit S. J. werd verstrekt, is alleen het
aantal priesters en religieuzen vermeld, waar
van met zekerheid is komen vast te staan, dat
ze gemarteld zijn: De paters van het H. Hart
van Maria 237 slachtoffers; de Christelijke
Broeders 143; de Fraters Maristen 109; Fran
ciscanen 104; Jezuïeten 100; Augustynen 93;
Capucijnen 89; Broeders der Christelijke Scho
len 84; Salesianen 67; Benedictijnen 58, waar
onder alle leden van een klooster ten getale
van 40; Vincentianen 56; Broeders van St.
Joannes de Deo 42; Ongeschoeide Carmelieten
42; Carmelieten van de Observantie 36; Domi
nicanen (alleen van de Provincie Madrid) 33;
Trinitariërs 24; Redemptoristen 19; Paters
van de H. Familie 16; Fraters van O. L. Vrouw
van Barmhartigheid 16; Missionarissen van 't
H. Hart 10; Marianisten 9; Augustinessen 8;
religieuzen van de Orde van St. Canisius de
Leilis 5; Missionarissen van het H. Hart (Ma
jorca) 4; Missionarissen van het H. Hart (Pic-
pus) 4; Broeders van St. Gabriël 3; Fassionis-
ten 2.
(Vervolg.)
Wanneer echter deze terugtrekking niet vol
tooid is bij de beëindiging van den burger
oorlog zullen alle overbiyvende Italiaansche
vrywilligers terstond het Spaansche grondge
bied verlaten, en zal het Italiaansche oorlogs
materiaal tegelijkertyd worden teruggetrokken.
De Italiaansche regeering verklaart, dat
Italië geen territoriale of politieke doeleinden
heeft, geen bevoorrechte economische positie
nastreeft in of ten opzichte van Spanje, de Ba
learen, de Spaansche overzeesche bezittingen of
Spaansch Marokko, en niet voornemens is ge
wapende troepen in die gebieden te houden.
Nota nemende van deze verzekeringen be
treffende de Italiaansche politiek ten op
zichte van Spanje, maakt de Britsche re
geering gebruik van de gelegenheid om te
herhalen, dat zy een regeling der Spaan
sche kwestie beschouwt als eerste vereischte
voor het van kracht worden van de Britsch-
Italiaansche overeenkomst.
Wat Abessynië betreft, is Engeland voorne
mens om, in den wensch de hinderpalen uit
den weg te ruimen, die de staten-leden van
den Volkenbond kunnen belemmeren ten op
zichte van de erkenning der Italiaansche sou-
vereiniteit over Abessynië, stappen te doen in
de a.s. byeenkomst van den Volkenbondsraad,
tot opheldering van de positie der staten-leden
ln dit opzicht.
Het accoord betreffende de goede nabuur
schap, waarby Egypte deelgenoot is ten aanzien
van den Soedan, geldt voor de periode tus-
schen den datum van de onderteekening der
hoofdovereenkomst en de voltooiing van de on
derhandelingen betreffende specifiek Oost-
Afrikaansche aangelegenheden, waarnaar in
het protocol is verwezen. Dit accoord zal der
halve voorzien in samenwerking met het oog
op een voorkoming van ontduiking der wetten
tegen de slavemü in de resp. gebieden, of in
dienstneming van onderdanen der eene partij
in militaire formaties van inboorlingen der
andere party. De Egyptische regeering is deel
genoot dezer verklaring.
Onmiddeliyk na de onderteekening der over
eenkomst heeft Chamberlain een telegram ge
zonden aan Mussolini, waarin hij zegt zeer
verheugd te zijn over het resultaat. Chamber
lain en zyn collega's hebben waardeering ge
voeld, aldus het telegram, voör den geest van
goeden wil en samenwerking, die door Musso
lini en Ciano by de besprekingen is getoond.
Hieraan voegt Chamberlain toe: „Ik hoop, dat
wanneer de overeenkomst volledig in werking
treedt, zij alje bestaande punten van geschil
tusschen ons zal opheffen en met vertrouwen
verwacht ik, dat daarna de betrekkingen tus
schen onze beide landen wederom hecht ge
grondvest zullen blijken op het vertrouwen en
de vriendschap, die zoo lang in het verleden
hebben bestaan".
Mussolini heeft hierop geantwoord met een
telegram, waarin hij zegt inderdaad verheugd
te zijn, dat de besprekingen op gelukkige wijze
zijn geëindigd. „Dat de tusschei) ons hangende
kwesties op zoo openhartige en volledige wyze
geregeld zijn, plaatst de betrekkingen tusschen
Engeland en Italië op een hechte, duurzame
basis. Ik ben er van overtuigd, dat thans tus
schen onze beide landen een nieuwe periode
kan worden geopend van vertrouwen en
vriendschap, hetgeen gy en ik wenschen, en
hetgeen overeenkomt met onze traditioneele
betrekkingen".
De Italiaansche minister van Buitenland-
sche Zaken, graaf Ciano, heeft vanmiddag
den Egyptischen gezant te Rome in Palazzo
Chigf ontvangen. Beide staatslieden hadden
een langdurig onderhoud.
De Italiaansche pers ruimt een eerste plaats
in voor de onderteekening der overeenkomst
tusschen Engeland en Italië. De foto's van
Mussolini en Chamberlain, alsmede van graaf
Ciano en Lord Perth nemen een eereplaats in,
en vele kolommen zyn gewyd aan commentaar
en indrukken uit het buitenlamj.
Het Roemeensche blad „Piccolo" is vanmiddag
in beslag genomen, aangezien het den volgenden
zin heeft afgedrukt: „Men komt ongemerkt
terug tot de Mussoliaansche gedachte van
Stresa, die het heil van ons vasteland vormt."
De „Stampa" daarentegen schryft, dat er geen
sprake kan zyn van een terugkeer tot Stresa,
aangezien het onmogelyk is terug te keeren tot
politieke combinaties, die geen enkele waarde
meer hebben. De Italiaansch-Britsche overeen
stemming mag en kan de andere vruchtbare
samenwerking niet verstoren, waaraan Italië
sedert geruimen tijd al zijn diplomatieke en
politieke activiteit heeft gewyd.
JERUZALEM, 16 April (Reuter). Tydens een
gevecht tusschen militairen en een Arabische
terroristenbende ten Zuiden van Jenin zyn, naar
men meent, minstens twintig bendeleden, onder
wie het bendehoofd, gedood, terwijl verscheidene
anderen gewond werden. Een soldaat is licht ge
wond.
licht brengt geluk, genot, teleur-
I stelling.
PRAAG, 16 April. (Havas). De Tsjecho-
Slowaaksche president, Benesj, heeft he
denochtend ter gelegenheid van 't Paasch-
feest een decreet onderteekend, waarby
amnestie wordt verleend aan alle personen,
die veroordeeld waren wegens overtreding
van de wet tot bescherming van de Repu
bliek en van den staat, of van de wet op
Vereenigingen of vergaderingen, wegens
spionnage enz.
De amnestie geldt niet voor ernstige over
tredingen.
Volgens de bladen zouden 1.200 personen van
de arrestatie profiteeren. Zy is niet van toe
passing op hen, „die uit haat jegens de Re
publiek het grondgebied hebben verlaten".
In de rede, die president Benesj tijdens de
vredesplechtigheid in het parlementsgebouw
heeft gehouden, zeide hy o.a., dat Tsjecho-Slo-
wakije in binnen- en buitenland zijn gedrag
volgens twee principes bepaalt: conflicten
moeten niet worden geregeld met geweld, doch
door overleg; echter heeft degeen, dien men
wil knechten, het recht zich te verdedigen.
Benesj zeide, dat Tsjecho-Slowakye op alle ge
beurlijkheden voorbereid is, doch dat bet alles
wil doen om bij te dragen tot het behoud van
den vrede. Hy gaf als zyn meening te ken
nen, dat een conflict, waar het ook in Europa
zou uitbreken, moeilijk gelocaliseerd zou kun
nen worden. Hij weigerde echter den oorlog
als iets onvermydelyks te beschouwen.
Sprekende over 't vraagstuk der Duitsche
minderheden zeide Benesj: „Ons gemeen
schappelijke vaderland wil niet slechts de
plaatselyke problemen der nationaliteiten,
waarvoor het zich geplaatst ziet, naar bil
lijkheid oplossen, doch tevens en vooral
langs dezen weg medewerken tot de op
heffing van de algemeen© crisis, waaraan
Europa ten prooi is.
Noch in het land, noch in het buitenland,
aldus besloot Benesj, zal zich iets kunnen
voordoen, dat onze internationale betrekkingen
of de ontwikkeling van onze binnenlandsche
politiek omver zou kunnen werpen of vererge
ren. De regeering, die eensgezind is, weet wat
zij wil en waar zy heen gaat. De Republiek,
de natie en al onze medeburgers van andere
nationaliteiten, zullen versterkt, kalm en te
vreden uit de huidige crisis treden."
De Sudeten-Duitschers hebben by den minis
ter-president geprotesteerd tegen de censuur,
welke volgens hen strenger wordt toegepast
ten aanzien van de Duitschers dan ten aan
zien van de Tsjechen en Slowaken. Tusschen
1 Januari en 12 April zijn 262 dagbladen in be
slag genomen, waarvan dertig van de Sudeten-
Duitsclie partij.
De Sudeten-Duitsche partij van Henlein
heeft geprotesteerd tegen de wet, welke finan-
cieele instellingen verplicht een deel van hun
kapitaal te beleggen in staatspapieren.
De „A-zet" merkt ten aanzien van dit pro
test op, dat een dergelijke maatregel reeds in
Duitschland is toegepast, en het blad vraagt,
waarom de Henleinisten zich verzetten tegen
een soortgelijken maatregel in Tsjecho-Slowa-
kije.
PARIJS, 16 April. (Havas) Volgens be
voegde kringen te Parijs heeft Sir Eric
Phipps, de Britsche ambassadeur te Parijs,
een officieele nota zijner regeering overhan
digd, waarin de minister-president en de
minister van Buitenlandsche Zaken worden
uitgenoodigd, naar Londen te komen, om
besprekingen te voeren met Chamberlain en
Lord Halifax.
Het bezoek der Fransche ministers zal 28 April
plaats vinden, en het zou twee dagen duren.
Maandag zal hieromtrent waarschynlyk een of
ficieel communiqué worden gepubliceerd.
GRAZ, 16 April. (D.N.B.) De Duitsche politie
en de gemotoriseerde Duitsche gendarmerie
zullen 21 April a.s. uit Graz vertrekken.
Ten aanzien van een bericht in de Praagsche
„Telegraph", dat in den loop van de laatste drie
weken 940 personen in Weenen om politieke
redenen de hand aan zichzelf zouden hebben
geslagen, deelt het Duitsche Nieuwsbureau me
de, dat dit aantal sterk overdreven is. De laatste
jaren bedroeg het gemiddelde aantal zelfmoor
den per dag vyf. Dit gemiddelde is thans eerder
gedaald dan gestegen.
BOEDAPEST, 16 April. (Havas) Ter gelegen
heid van het Paaschfeest heeft de ,,Esti Ujsag'
een interview met den Hongaarschen premier
Daranyi gepubliceerd, waarin deze met voldoe
ning heeft vastgesteld, dat het volk eensgezind
het programma van de regeering heeft aan
vaard. Dit programma opent een gunstig voor
uitzicht door toeneming van de productie en
vergrooting van de koopkracht. Ook is het land
tevreden met de regeling van het Joodsche
vraagstuk, hetgeen blijkt uit de vele geluk-
wenschtelegrammen.
Daranyi zeide verder, dat de regeering niet
^al itoestaan, dat „de straat" haar het rhythme
van haar arbeid zal voorschrijven. De regeering
is zich wel bewust van haar verantwoordelijk
heid, en zy beschouwt het ontwerp als recht
vaardig. Zij wenscht, dat dit ontwerp kracht van
wet zal krygen.
Het Hongaarsch nationaal Israëlietisch bureau
heeft in de pers een verklaring gepubliceerd,
waarin wordt geprotesteerd tegen het anti-
Joodsche wetsontwerp van Daranyi. Dit ont
werp wordt een inbreuk op het beginsel van
de gelijkheid van recht genoemd.
De Hongaarsche minister van Onderwys
heeft by decreet bepaald, dat arbeidsdienst
verplicht is voor studenten van de Hongaar
sche hoogescholen.
De NEDERLANDSCHE MEELCENTRALE maakt bekend:
Het gedeelte van het prysverschi! per 100 kg. voor den invoer van veekoeken (in den zin van
artikel 1, lid 1, onder llo, van het Crisis-Akkerbouwbesluit 1934) als bedoeld in artikel 8, b,
onder 2o, van de Crisis-Akkerbouwbeschikking 1934 I, is als volgt vastgesteld:
Inklaring van
Inklaring van
Inklaring van
Inklaring van
18 April af t/m
1 Mei af t/m
1 Juli af t/m
1 Sept. af t/m
30 April 1938:
30 Juni 1938:
31 Aug. 1938:
31 Dec. 1938:
voor
ƒ1.20
ƒ1.15
ƒ1.15
1.15
voor
0.30
0.25
0.2'5
0.25
voor
0.35
0.30
0.30
0.30
voor
grondnootkoeken
0.75
0.75
0.75
0.75
voor
grondnootschilfers
„1.40
1.30
1.30
1.30
voor
grondnootmeel
140
1.30
130
1.30
voor
1.50
1.45
1.45
1.50
voor
Ned- Oost-Indische
cocoskoeken
1.20
1.10
MO
„110
voor
maïsveekoeken e.d.
0.75
0.75
0.75
0.75
voor
sesamkoeken
0.60
0.30
„0.40
0.40
voor
palmpitkoeken
1.10
„1.-
„1.—
„1.—
voor
alle andere niet ge
noemde soorten vee
koeken (al dan niet
verwerkt met byprod.
„0.10
en/of afvallen)
0.10
„0.10
„0.10
Voor de goede orde wordt opgemerkt, dat in deze bedragen niet is begrepen het in artikel 8,
b, onder lo, van voornoemde beschikking bedoelde gecteelta van het prysverschil.
Indien men zyn import op verderen termyn nu rems wenscht vast te leggen tot bovenge
noemde prysverschillen, gelieve men zich daarover met de Stichting Nedeirlandsche Meel
centrale te 's-Gravenhage in verbinding te stellen.
Slotkoersen April 16
Allied Chemical
American Can Co.
Am. Car. F.dry
Amer. Rolliitg Mills
Am. Smelt. Ref.
Am. Tel. Tel.
A n. Tobacco B.
Am. Waterworks
Anaconda Copper
Atchison Topeka
Baltimore Ohio
Bethlehem Steel
Canadian Pacific
Case Treshing
Chase National B.
Ches. Ohio
Chicago Rock IsL
Crysler Motor
Cities Service
Consol Gas N.Y2
Continental Oil
7 Dawesl.
5V2 Young
Deleware Huds.
Douglas Aircraft
Dupont de Nem.
Eastman Kodak
El. Bond Sh.
General Electric
General Motors
Good Year
Hudson Motor
Illinois Central
Intern. Harvester
ntern. Nickel
Intern. Tel. Tel.
Kennecott Copper
Missouri Pacific
Idem pref.
Montgomery Ward
Nat. City Bank
wit. Dairy Prod.
New York Central
North. Amer. Co.
Norfolk Western
Pennsylvania
Phillips Oil
Proctor Gamble
Publ. Serv. N. J.
Radio Corporation
Sears Roebuck
Shell Union Oil
Socony Vacuum
Southern Pacific
Southern Railway
Standard Brands
Stand. Oil of N.-J.
Tidewater Ass. Oil
Union Pacific
United Aircraft
United Corp A.
U. Leather
U. Rubber
U. A Steel
Western Union
Westingh. Electr.
Woolworth Building
Gedaan en laten. T bieden.
ex dividend. ex coupon.
16
15
14
149
1441/4
142%
89%
88%
86
20
191/4
18%
18%
17%
17
41%
38%
36%
1301/s
l28'/4
1271/4
72%
70%
70%
8V4
7%
73/4
31
28%
277/8
26%
25
251/8
6%
57/8
5 1 3/4
48%
48%
6%
6
57/s
73%
72
40%
40
38%
28%
27%
28t/4
3/4
3/4
473/4
45%
44%
1V4
V/a
lVa
20%
20
193/4
29%
28
273/g
32
34
34
25%
26
26 Va
9%
9
83/4
43 Va
41 Va
39%
110
105
i02%
154
146
143„
6%
6 Va
63/g
36 Va
34%
343/s
34%
33
327/g
21%
197/8
183/4
7%
71/s
7
73/4
7%
65
631/4
62
48
473/g
467/s
8
7Vbc
7Vs
36%
34 %s
33 3/4
1
1
1
1%
13/4
1%
351/8
32%
31%
251/4
24%
231/2
13Vsi
13'A
13%
13
121/4
12Vs
17%
167/s
17
146
146
142
171/4
16%
17Vs
37
343/4
333/4
47%
46
453/4
30
29%
29%
6%
61/4
6
621/4
58
553/4
14%
143/g
14Vs
14%
14
13%
12
111/4
113/4
7%
7%
7%
8
7%
7%
491/4
47%
47 3/4
141/s
13%
133/8
65
61
62%
26%
25
24%
2%
2%
2%
4%
4
28%
27
26a/8
48%
46%
457/8
22%
20 3/4
80
757/s
6%
42%
413/g
13/4
NEW YORK, 16 April
Slotkoersen April 16
15
14
Brussel
16.90%
16.87
16.86
Rome
5.26%
5.26%
5.26%
Madrid
Bern
23 11
23.04%
23.01
Weenen
Oslo
25.15
25.10
25.05
A'dam
55.80
55.65%
55.56%
Londen
5.00-B-
4.993/8
4.98A
Parijs
3.161/2
3.157/8
3.151/s
Berlyn
40.35%
40.22%
40.18
NEW YORK,
16 April
16 Apr.
15 Apr.
16 Apr.
15 Apr.
Tin
Loco39.87 38 70 Termyn 39.95
38.80
CHICAGO,
16 April
16 Apr.
15 Apr.
16 Apr.
15 Apr.
Tarwe
Haver
Mei 8 43/g-%
843/4 -7/8
Mei 293/g - -
29
Juli 813/4-7/8
82% - -
Juli 27% - -
273/g
Sept. 823/g-%
827/g -
Sept 27% --
27%
Mais
Rogge
Mei 60% -
Mei 61
60%
Juli 62
62 --
Juli 60
593/8
3epi 62 3A
6.:%
Sept 58
58
Reuzel
Mei 8,42%
8.37%
Oct. 8.90
8.90
Juli 8,62
8.60
Jan.
Sept. 8,85
8.82%
Mrt. -.
WINNIPEG,
16 April
16 Apr.
15 Apr.
16 Apr.
15 Apr.
Tarwe
Mel 126
Juli 115%
Oct 90%
Rogge
Mei 64 - -
Juli - -
Oct
Haver
Mei 47%
Juli 43
gedaan en laten t
nominaal
1261/6--
115%--
90%
64%'
65%
Gerst
Mei 57V8570/8
Juli 56V4-— 56%- -
Oct. 52Vs-— 521/8- I
Lijnzaad
Mei. 1543/4- - 1543/4
- Juli 155%155%--
473/4 Oct 38 Vb - - 38%
43
bieden
Na de reeds door ons vermelde opening van
het Paaschcongres der S.D.A.P., dat te Arnhem
wordt gehouden, heette de heer K. Vorrink o.m.
welkom de vertegenwoordigers van een drietal
buitenlandsche zusterpartijen, n.l. den Tsjecho-
Slowaakschen minister van Sociale Zaken Necas,
den Zweedschen minister van Sociale Zaken
Gustav Muller en den secretaris der Belgische
werklieden-partij, August de Block. Zij zouden
gaarne eenige begroetingswoorden hebben ge
sproken, maar de Regeering heeft dit niet wil
len toestaan.
Verschillende voorstellen inzake staatspensioen
werden van de agenda afgevoerd, aangezien
S.D.A.P. en N.V.V. een rapport over de sociale
verzekering voorbereiden.
Hierna bestond gelegenheid voor de afgevaar
digden het woord te voeren over het beleid van
het partijbestuur, de Kamerfracties, enz.
Twee kwesties bleken in het middelpunt der
belangstelling te staan, n.l. het zoogenaamde
nationale vraagstuk, de houding der partij ten
aanzien van monarchistischen staatsvorm en
Vorstenhuis, en ten tweede de moeilijkheden in
Friesland, veroorzaakt door het royement van
den tijdelyken propagandist in dit gewest, Pal1'-
Kiès.
De afgevaardigde van Leiden sprak als zyn
meening uit, dat de partij-leiding en de redactie
van de Arbeiderspers te veel buigingen naar de
monarchie maken. Spr. verdedigde een voorstel-
Lciden, waarin wordt uitgesproken, dat het on-
gewenscht is, dat leden der S.D.A.P. ridderorden
aanvaarden, vooral omdat de leden van S.D.A.P-
en N.V.V. nog steeds uitgesloten blijven bij
Defensie.
Verschillende afgevaardigden betoogden in
denzelfden geest of waren van meening, dat
het partybestuur in deze zaak niet voldoende
leiding heeft gegeven.
De vertegenwoordiger der gezamenlyke Am-
sterdamsche afdeelingen verklaarde, dat bij
allen eerbied, die in de partij voor het Staats
hoofd leeft, de partijleiding niet het recht hesft
een principieele uitspraak op eigen houtje te
doen, die bovendien indruischt tegen de gang
bare meening in de party.
Uitvoerig is de houding der S.D.A.P. ten aan
zien van de R.K. Staatspartij ter sprake geko
men.
Het lid van het partybestuur, de heer J. van
der Kieft uit Bussum, kreeg als minderheid ib
het partijbestuur het woord. Hy was tot de
conclusie gekomen, dat de voor de S.D.A.P. on
bevredigende verkiezingsuitslag voor een belang
rijk deel geweten moest worden aan het feit.
cïat men den arbeiders nu al jaren lang als
perspectief de op niets gebaseerde illusie van een
Roomsch-roode regeering voorhoudt. Deze voor
stelling van zaken is volgens spr. politiek niet
houdbaar.
Vervolgens richtte hy een felle aanval op
de R. K. Staatspartij.
Spr. waarschuwde verder tegen het meedoen
aan militaire en nationalistische verdwazing.
De werkelykheid is riep spr. uit dat
wij een oppositiepartij zijn, die voorloopig geen
kans heeft om mee te regeeren.
Van de vele andere sprekers oefenden enkelen
critiek op de huns inziens te nauwe samen
werking met Eenheid- door Democratie.
Over de zaak-Kiés heeft namens verschillen
de Friesche afdeelingen de heer Hoogeveen uit
Heerenveen het uitvoerigst het woord gevoerd.
Hij noemde het conflict in Friesland niet al
leen pijnlijk, maar voor de party hoogst na-
deelig, omdat het in Friesland een groot leden
verloop had veroorzaakt en ontmoediging bU
degenen, die de partij niet verlaten hadden.
Spr. oefende critiek op het verdere optreden
van het partijbestuur en vooral op de wijze,
waarop het partybestuur de royementen had
toegepast, waarvan verscheidene later weer
moesten worden ingetrokken. Spr. betreurt, dat
het F. B. de gemaakte fouten niet wil erkennen.
Hij diende tenslotte een motie in, welke bet
beleid van het partijbestuur in deze kwestie
wordt afgekeurd en in het byzonder wordt af
gekeurd de wyze, waarop de party-voorzitter
den persoon van Kiës heeft bestreden.
Zaterdagmiddag te ongeveer twee uur ont
dekte een knecht, dat brand wa-s uitgebroken
in het atelier van het lampekappenmagazü11
„De Duif" van den heer G. Huizinga in
Stoeldraaierstraat te Groningen.
Het vuur, dat in het vele brandbare mate'
riaal gretig voedsel vond, greep snel om z'c
heen. De brandweer, welke zeer spoedig ^eï
plaatse verscheen, trachtte het brandende ate
lier met vier stralen in te sluiten, hetgeen haa
na eenigen tyd gelukte. Na een uur was mel1
den brand meester. Een vijfjarig dochtertje van
den heer Huizinga, dat in een slaapkamer boven
het atelier ziek in bed lag, kon tijdig worden
weggehaald.
Het atelier en de daarboven gelegen wonib»
zijn geheel uitgebrand.
De oorzaak van den brand is niet bekend'
De schade wordt door verzekering gedekt.
Door CHRISTIAN HAUGEN
8
Hy had er honderd" pond voor uit
getrokken, om nu eens een maand lang
alle genoegens te smaken, die de rijken zich
kunnen veroorlooven en om gedurende dien tyd
in kringen te verkeeren, waartoe hij wegens zijn
afkomst en opvoeding niet behoorde. Tien jaar
geleden had hy in jeugdige onbezonnenheid 'n
slechten raad opgevolgd en zyn klein vermogen
in een bedriegelijke onderneming gestoken, wel
ke met een totale ruïne eindigde. Door armoede
gedreven, was hij ten laatste op den kantoor
stoel bij Watson en Co. aangeland. Hy wilde zijn
beide broers niet tot last strekken, temeer, wijl
zij niet meer bezaten, dan zij voor hun levens
onderhoud noodig hadden.
Nu echter had hy zijn reisplannen geheel ge
wijzigd en hoopte, ook op deze wijze de noodige
afwisseling te vinden. Hij had een klein hotel
letje aan de kust van Devon uitgekozen, tus
schen Sidmouth en Exmouth. Hier had hy vroe
ger ook al eens gelogeerd.
Toen hij den volgenden morgen op het kan
toor kwam. was hy moe en had weinig lust om
te werken. Hij had trouwens maar vier uur ge
slapen. Bovendien had ook de onafgebroken
spanning, waarin hy de laatste dagen geleefd
had, hem totaal afgemat.
De middag-post bracht geen brief van Cyn
thia en ook belde zij niet op. Ook dit bracht
hem van streek.
Eer hy ging, liet Watson Sr. hem roepen om
hem 'n aangename vacantie toe te wenschen.
Hij overhandigde hem een cheque van honderd
pond en deelde hem mede, dat de firma beslo
ten had, haar afdeelingschef Algy Rodney het
volgend jaar als compagnon in de zaak op te
nemen.
Nog geheel onder den indruk van deze nieuwe
verrassing gaf Algy zyn typiste vlug het adres
van zijn schuilplaats aan 't Kanaal, met de uit
drukkelijke opdracht, dit aan niemand te ver
raden en enkel de aan hem persoonlijk gerichte
brieven na te zenden.
Mrs. Jones stond hem thuis al op te wachten.
„Uw bureau is terug," zeide zy. „En er zit een
dame op u te wachten."
Algy trad binnen. In een der gemakkelyke
fauteuils zat een jong meisje, hel belicht door
het binnenstroomende daglicht. Hy kende haar
niet.
Toen zy opstond en hem tegemoet trad, had
hy den Indruk, nog nimmer zoo'n mooi meisje
gezien te hebben. Zij had donker haar en fraai-
gevormde wenkbrauwen boven de warme diep
blauwe oogen. Het smalle gezichtje toonde
edele, fijne trekken. Het bekoorlijkst van alles
was echter haar glimlach.
,Jk heet Cynthia," zeide zy, betooverend
lachend, „en Ik wil tegelyk verraden, dat ik al
acht en twintig jaar ben."
„Niet mogelyk! U lijkt pas twintig," stamelde
Algy verward.
IX.
HAAR RING
„Neen, neen, zoo bedoelde ik 't niet," haastte
Cynthia zich te zeggen en in haar oogen flon
kerde iets ondeugends.
Opeens echter werd zy ernstig en het lachje
om haar lippen verdween, toen zy voortging:
„Ik heb maar weinig tyd en moet u zoo heel
veel vertellen. En daarom wilde ik er u direct
op attent maken, dat ik niet maar 'n overspan
nen meisje ben. Mijn vader heeft me hierheen
gezonden."
„Uw vader?" vroeg Algy nadenkend. „Is Mr.
Hope misschien uw vader?"
„Ja, ik weet, dat hy u geschreven heeft en dat
hij gisteren tevergeefs op u wachtte. Ik kan niet
aannemen, dat dit ontdekt is geworden, maar
toch koestert Stenton argwaan en laat hem nu
nog strenger bewaken. Anders zou myn vader
zelf wel gekomen zyn; nu moest hij my sturen."
„Ik ben werkelyk bly u te zien," zeide Algy
en zyn openhartige bewondering tooverde weer
dat bekoorlijke lachje om haar lippen. Zy wist,
hoezeer hij over de gebeurtenissen der laatste
dagen zat te tobben en zy wist ook, dat 't al
heel veel beteekent, als een man in dergelyke
positie, ook maar een enkel oogenblik z'n aan
dacht aan iets anders besteedt. Zijn oprechte
bewondering was er des te vleiender om.
Toch bleek duidelyk, dat zy haar zenuwen
niet geheel meester was. Zij deed erg onzeker en
scheen vermoeid te zijn.
Doch Algy's houding was evenmin rustig. Het
ongewone van de ontmoeting, het feit, dat zij
in zekeren zin in verband stond met de zaak
Stenton, de omstandigheid, dat Algy nooit om
gang met dames had gehad dat alles maakte
't voor hem buitengewoon moeilyk.
Zy zetten zich aan het kleine rooktafeltje en
eindelyk kwam Algy los;
„Kunt u my ook zeggen, waarom Stenton my
achtervolgt?"
Cynthia knikte ontkennend.
„Neen," antwoordde zy, „dat kan ik niet.
Ik weet alleen, dat hy 't op uw leven gemunt
heeft, en dat u zeker niet meer tot 't rijk der
levenden zou behooren, als niet geheel onver
wachts een andere zaak hem geheel in beslag
genomen had. Het gaat namelijk om een geheim
document en Stenton vermoedt, dat u dat in uw
bezit hebt."
„Wat voor een document zou dat zyn?"
„Weet u dat niet?" vroeg Cynthia verbaasd.
„Neen."
„Ik geloof zeker, dat u 't weet. Ik weet 't niet.
Ik weet alleen, dat Stenton dacht, dat het in
uw oud schryfbureau lag. Doch daarin kon hij
't niet vinden en nu veronderstelde ik, dat u 't
reeds vóór hem gevonden had en 't veilig had
opgeborgen."
Hiermede werd dus Algy's vermoeden omtrent
zyn oud schryfbureau bevestigd.
„Neen, ik vond wel een geheime lade," zeide
hy, „doch daarin lag niets dan stof. Een ander
zal 't document al gevonden hebben, eer ik 't
bureau kocht.
En daarmee zou dan ook de omstandigheid
vervallen zijn, die mij de laatste dagen voor 't
leven beschermd heeft?"
„Dat durf ik niet met zekerheid zeggen," ant
woordde Cynthia langzaam en in haar oogen
lag een uitdrukking van angstige bezorgdheid,
„ik weet 't niet zeker. Doch uit hetgeen ik van
morgen hoorde, kon ik opmaken, dat Stenton
vast gelooft, dat u het document verborgen
houdt. Hy sprak er van, u ln geval van nood
met de scherpste middelen te zullen dwingen af
stand van het document te doen."
„Maar m'n lieve Miss Cynthia, ik vermoed
zelfs niet, wat hij bedoelt. Ik ken noch Stenton,
noch een geheim document."
Het lieve meisje sloeg de oogen neer.
„Had ik dezen ochtend al den tyd binnen
mogen blyven, dan zou ik u nu beter omtrent
zijn plannen kunnen inlichten. Maar Ik werd
weggestuurd. Mogelijk begint hij ook mij te
wantrouwen."
Alleen die gedachte maakte haar al angstig
en Algy trachtte haar hand in de zijne te ne
men, om haar te kalmeeren. Plotseling schoot
hem echter een gedachte door 't hoofd en hy
trok haastig zijn hand terug.
„Bent ubent umet Stenton ge
trouwd," vroeg hij.
Cynthia's angst scheen verdwenen te zijn, zij
keek hem verbaasd aan en glimlachte weer.
„Neen. Gelukkig niet. Stenton is 'n oud man.
Ik ben heelemaal niet getrouwd. Maar waarom
vraagt u daarnaar?"
Algy ontweek haar blik en bleef het antwoor
op deze vraag schuldig.
„Ik weet 't niet," zei hy eindelyk. „Misschie
gaven uw woorden den indruk.... ja, ik we
't waarachtig niet."
Door dit korte intermezzo waren zij van hu
onderwerp afgedwaald en er ontstond een kor
pauze. Dan begon Cynthia opnieuw;
„U is klaar voor de reis, zooals ik zie?" D
„Ja, ik vertrek vanavond, met den trein va
11.25 van Waterloo-station."
„Waarheen?"
„Naar Exeter in Devonshire. Dan reis ik nro
gen verder via Exmouth naar Franklin's H<>r
'n mijl of vyf achter Exmouth aan de kust.
is een klein, bijna onbekend hotelletje en ik
loof, dat 't Stenton moeilijk zal vallen mh "a
te vinden." r,
„Ja, dat geloof ik ook. Maar wees vooral v°
zichtig by uw vertrek. Let goed op, of u niet
spionneerd wordt en zou er iemand by 't 10
staan, die u verdacht voorkomt, koop dan e
kaartje tot aan een der tusschenstations."
„Ik zal voorzichtig zijn." ,s
En nu stelde Algy dezelfde vraag, die hij reC,
aan de twee helpers van Stenton gedaan ha
„Wie is Stenton? Waarom is hy my vi)a
dig gezind en waarom achtervolgt hy my?"
Cynthia keek op haar armbandhorloge.^
„Dat is eigenlyk een moeilyke vraag," a
woordde zij. „Om die vraag te beantwoord
zou ik heel wat tyd noodig hebben.
(Wordt vervolgd-'