Een Engelsch-Fransch bond genootschap op komst? Wegen naar den Europeeschen vrede RHEUMATIEN Fransche stap te Rome KOFFIE H/IG CHURCHILL'S JONGSTE BEZOEK AAN PARIJS Hevig gevecht in Palestina iNa deWv&iel&ctU Uw dga- nióme dtdMe zotg.Dcuvumi: Protest tegen de rassenleer ACCOORD ENGELAND MET ITALIË IN APRIL FRANKRIJK EN TSJECHO- SLOWAKIJE Konoye zal niet aftreden DINSDAG 19 APRIL 1938 Het staat thans wel vast, dat Frankrijk en Engeland op militair gebied zeer nauw gaan samen werken Krachtig kabinet in Frankrijk noodig Britsche troepen slaags geraakt met terroristen, van wie 40 gedood werden Duitsche bladen vragen openbaarheid De kwestie van den loonaftrek en begrootingen van de nazi organisaties Mill ïBiid Onderhandeling over benoeming van een Franschen ambassa deur bij het Quirinaal Italiaansch antwoord spoedig verwacht De „Osservatore" verzet zich tegen een Italiaansche publicatie Roosevelt's plannen in gevaar? Vice-president Garner zou tegen stander zijn van zijn uit- gavenprogram BUITENLANDSCH OVERZICHT De wereldmeening Geen verzwakking van de ver plichtingen tot bijstand Commentaar van de „Temps" Stichting van een eenheidspartij en versterking van het Japansche kabinet Meer dan eens hebben wij doen uit komen, dat de Britsche staatslie den alles vermeden hebben waar door Engeland in een bondgenootschappe lijke verhouding tot Frankrijk zou komen te staan. In dit opzicht bestond er geen verschil tusschen Chamberlain en zijn voor ganger, Lord Baldwin. Beiden achtten een politiek, waardoor Europa verdeeld zou worden in twee .kampen", uit den booze. Beiden meenden dat het gevaarlijk was Duitschland en Italië nader tot elkaar te drijven, door een bijzondere belangenge meenschap tusschen Engeland en Frankrijk te vestigen. En beiden zullen zich tevens er van bewust geweest zijn dat een bondge nootschap met Frankrijk of met eenig ander land geen geestdriftigen steun zou vinden bij de openbare meening. De gebeurtenissen van den allerlaatsten tijd, en in het bijzonder de manier, waarop Hitier den „Anschluss" tot stand gebracht heeft, zijn evenwel niet zonder invloed gebleven op En- gelands eigen buitenlandsche staatkunde. Op het vasteland is men zich wellicht niet vol doende ervan bewust hoezeer Groot Brittannië staat in het teeken der herbewapening, en het zou nutteloos en misleidend zijn te ontkennen, dat die herbewapening op zoo geweldige schaal haar hoofdoorzaak vindt in een volslagen ge brek aan vertrouwen in de plannen van Duitsch land. Sinds dr. von Schuschnigg naar Berchtes- gaden ontboden werd, schijnt men in Brit sche regeeringskringen de hoop opgegeven te hebben, dat Engeland zijn heil kon blijven zoe ken in een soort neutraliteit tusschen de mo- gendheden-groepen van het vasteland. Een veel nauwer samengaan met Frankrijk dan men, behalve in zekere sterk pro-Fransche kringen, hier gewenscht had, scheen onvermijdelijk ge worden te zijn, of, om het anders uit te druk ken: het tijdstip was aangebroken, waarop En geland zijn militaire herbewapening moest aan vullen met diplomatieke herbewapening. Dit laatste wil niets anders zeggen dan dat met één of meer landen een bijzondere ver houding, ofschoon niet noodzakelijkerwijze een formeel bondgenootschap, aangegaan wordt, ter bescherming van wederzijdsehe belangen tegen een gemeenschappelijk gevaar. Een anderen vorm van „diplomatieke herbe wapening" vindt men in het Anglo-Italiaansche pact. waarvan men thans bijna algemeen aan neemt dat het gesloten is kunnen worden door dat Rome de bezorgdheid van Londen over Hitiers toekomstplannen deelt. Wij zouden allerminst durven beweren dat Engeland de hoop opgegeven heeft op een al- gemeene Europeesche regeling, waaraan Duitschland deelneemt, en welke groepeeringen van mogendheden (zooals de „as" Rome-Ber- lijn) overbodig maakt en zelfs uitsluit. Maar het lijdt toch weinig twijfel dat sinds Maart de Britsche regeering, in afwachting van zulk een regeling, vóór alles erop bedacht is de veiligheid des lands te verzekeren, niet alleen militair, maar ook diplomatiek. Aan het bezoek, dat Winston Churchill een paar weken geleden aan Parijs bracht, hechtte men groote beteekenis. Ofschoon hieromtrent niets werd medegedeeld, waren er toch teekenen die erop wezen, dat hij niet geheel op eigen houtje ging spreken met toonaangevende Fransche staatslieden. Men nam zelfs aan dat hij onofficieel als boodschapper der Britsche regeering naar Parijs gegaan was, om leidende persoonlijk heden daar te polsen over nauwere mili taire samenwerking tusschen de beide vol ken. Churchill, die reeds sinds negen jaren geen ministerspost meer bekleed heeft (zijn opposi tie tegen de Indische „Witboek"-politiek was oorzaak dat hij eenige jaren lang niet „mi- nistrabel" was) is een der invloedrijkste poli tici in Engeland. Hij is sinds jaren de pleitbe zorger van een militair samengaan met Frank rijk, en smeedde, toen Hitier nog maar kort aan de macht was, den beroemd geworden zin: „Laat ons God danken voor het Fransche le ger!" Aan den anderen kant zou men hem groot onrecht doen, indien men hem als „anti- Duitsch" brandmerkte, ofschoon een ieder, die nu niet juist vol bewondering voor het Natio- naal-Socialisme is, al heel licht als zoodanig aan den kaak gesteld wordt. Hij heeft trouwens nooit een politiek van toenadering tot Nazi- Duitschland verworpen, maar heeft zich wel steeds er tegen verzet dat zulk een politiek ge voerd zou worden uit vrees voor Duitschiands aanvallende kracht, en met verzaking van de belangen van Frankrijk en andere landen. Indien mr. Churchill, na de annexatie van Oostenrijk, als onofficieel woord voerder der Britsche regeering naar Parijs ging, dan kan er ook niet aan getwij feld worden dat er tusschen hem en Cham berlain meer eensgezindheid bestond, dan men uit zekere van Churchill's redevoerin gen afgeleid zou hebben. En eveneens staat het bijna vast dat Engelsch-Fransche sa menwerking op militair gebied het voor naamste onderwerp geweest is dat Winston Churchill te Parijs, met volledige instem ming der Britsche regeering, ter sprake ge bracht heeft. Nu bestond, theoretisch althans, een een zijdige militaire samenwerking tusschen Lon den en Parijs, sinds Hitler in Maart 1936 de Locamopacts over boord geworpen had. Maar die samenwerking beperkte zich toch binnen de grenzen der Locarno-garanties, en werd voor namelijk gehandhaafd om druk uit te oefenen Dp Hitier. Bevestigd wordt thans van zeer be voegde zijde, dat Churchill inderdaad to Parijs over defensie-aangelegenheden gesproken heeft. de diplomatieke medewerker der „Daily Tele graph" schrijft: „Algemeen gelooft men dat Frankrijk, onder zijn nieuwe Nationale regeering, bereid is met Groot-Brittannië samen te werken wat betreft het combineeren der strijdmiddelen." Misschien is deze voorstelling niet geheel juist. Frankrijk zal hiertegen, onder welke re geering ook, wel nooit bezwaar gehad hebben. Wat men in werkelijkheid gelooft is dat thans ook Engeland tot zulk een samenwerking be reid is. Opvallend is, in dit verband, de bezorgdheid geweest waarmede men in politieke kringen de langdurige crisis in Frankrijk gevolgd heeft. Vele toonaangevende bladen bespraken 'haar bijna alsof het een Britsche crisis was, en be groetten 't kabinet-Daladier (in wien men hier veel vertrouwen schijnt te stellen) met een zucht van verlichting. Steeds opnieuw is in de pers gewezen op het belang dat een stabiel- FTankrijk voor de veiligheid van Europa heeft, en uit redevoeringen van Fransche ministers is gebleken hoezeer men zich ook aan gene zijde van het Kanaal ervan bewust was, dat doel treffende samenwerking met Engeland hiervan zou afhangen, of in Frankrijk eindelijk de na tionale eenheid onder een krachtig kabinet her steld werd. Te Londen schijnt men met ongeduld op het herstel dier eenheid gewacht te hebben, en nu Daladier zijn indrukwekkend votum van ver trouwen gekregen heeft, spreekt men te Lon den over onderhandelingen, die zeer spoedig tusschen Londen en Parijs gevoerd zullen wor den over de verschillende vraagstukken, de gemeenschappelijke verdedigingsbelangen der beide landen betreffende. Zooals men weet staat het thans vast, dat Daladier en Bonnet eind van deze maand een bezoek aan Londen zullen brengen. Wij hebben verder hooren beweren dat het bezoek der Britsche souvereinen aan Parijs, dat in Juni zal plaats hebben, waarschijnlijk een nog veel grooter beteekenis zal krijgen dan men aanvankelijk verwacht had. Verder spreekt men van een „nieuw bondge nootschap". De „Daily Mirror", een onafhan kelijk dagblad van geringe politieke beteekenis, heeft desondanks eenige malen de ontwikkeling van den toestand juist voorzien, maar laat haar beschouwingen al te zeer beïnvloeden door haar felle vijandschap tegen Hitier. Zij is te licht geneigd datgene, wat zij hoopt, ook als een waarschijnlijkheid voor te stellen. Maar er zijn goede redenen om aan te nemen dat zjj ditmaal zeer dicht bij de waarheid is, wanneer zij schrijft dat de heeren Daladier en Bonnec naar Londen zullen komen om een nieuw mili tair bondgenootschap met Engeland te sluiten een pact, dat ten doel zou hebben Mussolini van Hitier weg te lokken. En het blad vervolgt: „Het bondgenootschap zal den vorm hebben van een oorlogsplan voor de beide landen. Breekt oorlog uit, dan zal een Fransch gene raal het bevel voeren over de gecombineerde Fransch-Britsche legers, en een Britsch lucht- maarschalk over de vereenigde luchtmachten, Engeland zal de Fransche zeehavens kunnen gebruiken als bases voor maritieme bombar dementen. Plannen zullen opgesteld worden voor samenwerking tusschen alle militaire dien sten der beide landen. De twee marines zullen zoo noodig van eikaars havens kunnen gebruik maken. Voortaan zullen geregeld stafbesprekin- gen tusschen Engeland en Frankrijk gevoerd worden." Dit alles is natuurlijk voorbarig, maar het strookt met de paar korte mededeelin- gen in de gezaghebbende „Daily Tel.", en bovendien met datgene wat bekend geworden is omtrent het doel van mr. Churchill's bezoek aan Parijs. Of het woord „bondgenootschap" hier te pas of te onpas gebruikt is, valt moeilijk te zeggen, en is ook van weinig belang. De „Entente Cor diale" was géén bondgenootschap, en bleek toch veel grooter waarde te hebben dan het formeele bondgenootschap tusschen Italië en Duitschland, waardoor eerstgenoemd land zich in 1915 zóó weinig gebonden achtte dat het den oorlog verklaarde aanzijn bondgenoot. Een verdrag in den volkenrechtelijken zin van het woord zullen Engeland en Frankrijk niet sluiten. Wat de „Daily Mirror" waarschijn lijk bedoelt is dat zij bij overeenkomst hun mi litaire samenwerking, in vredes-, zoowel als in oorlogstijd, zullen regelen. Maar elk militair overleg tusschen twee landen heeft reeds ten volle de beteekenis van een bondgenootschap, aangezien zulk overleg alleen dan mogelijk is wanneer vooropgesteld wordt dat de beide na ties zich gemeenschappelijk zullen moeten ver dedigen tegen een gemeenschappelijken vijand. Geen militaire samenwerking, die immers on beperkt wederzijdsch vertrouwen vergt, is mo gelijk zoo lang er ook maar de geringste kans bestaat dat de betreffende landen niet als bondgenooten, maar als tegenstanders aan een oorlog zullen deelnemen. Dat die samenwerking reeds gedeeltelijk be staat, en weldra de betrekkingen tusschen En geland en Frankrijk volkomen beheerschen zal, schijnt niet betwijfeld te kunnen worden. JERUZALEM, 17 April. (Havas). Bij Bala Anepta is Zondag een hevig gevecht gele verd tusschen Arabische opstandelingen en Britsche troepen. De wegen zijn afgesloten; autoriteiten laten in de dorpen, vanwaar de terroristen afkomstig zijn, zoeken naar gewonde terro risten, die worden verborgen gehouden. Tot de dooden, welk aantal op 40 geschat wordt, moet ook de onderbevelhebber der bende, Abderahim Hadzj Mahmoed, behooren. Het gevecht duurde den ganschen nacht voort. Machtige schijnwerpers verlichtten het tooneel van den strijd, terwijl vliegtuigen verkennings diensten verrichtten. In den loop van den Zondagavond zijn twee bommen ontploft, de eene in de Joodsche wijk van Jeruzalem, de andere in een Arabisch kof fiehuis te Caïffa. In het eerste geval werd een oude Joodsche man gewond, in het tweede geval werd een bezoeker gedood, terwijl acht personen werden gewond, o.w. een Joodsche voorbijgan ger. Men vreest, dat het nog onrustiger zal wor den. De sinaasappeloogst is thans binnenge haald. BERLIJN, 19 April (Havas) Verschillende Duitsche organen hebben onlangs de publicatie geëischt der begrooting van de nationaal-soci- alistische organisaties. Dr. Goebbels heeft zich daarop gehaast de rijkscultuurkamer te reorga- niseeren, welke 250.000 personen omvat, die werkzaam zijn op het gebied van letterkunde, film en theater. De loonaftrek werd vermin derd. De partijorganisaties heffen op de salarissen en traktementen een zekeren aftrek, welke met de belastingen ongeveer een vierde van het bruto-inkomen uitmaakt. Er zijn voorts strenge consignes gegeven, dat voortaan de abonne mentsprijs op publicaties der partij niet meer van de salarissen zal worden afgehouden. Dit is evenwel niet voldoende. Men wenscht nog meer vrijstelling. De kwestie der openbaarmaking van de be grootingen, behalve de staatsbegrooting, schijnt na den Paaschvrede aanleiding te zullen geven tot strubbelingen. De afronding van den hoek St. Catharijnesingel en Vleutenscheweg te Utrecht, die een obstakel voor het verkeer vormde is thans een feit PARIJS, 19 April. (Havas) In gezagheb bende kringen te Parijs wordt bevestigd, dat Blondel, de Fransche zaakgelastigde te Rome, Zaterdag; j.I. bij Ciano, den Italiaan- schen minister van Buitenlandsche Zaken, stappen ondernomen heeft in opdracht van de Fransche regeering, teneinde onderhan delingen te openen om in den loop van de maand Mei een ambassadeur van Frank rijk bij het Italiaansche hof te benoemen. Het antwoord der Italiaansche regeering wordt weldra verwacht. Volgens een bijzonderen correspondent te Rome van de „Daily Mail", zullen de volgen de kwesties tusschen Frankrijk en Italië ter sprake worden gebracht: Tanger: de nieuwe bevestiging van het recht van Italië op gelijkheid met Frankrijk en Groot- Brittannië in de internationale zóne. Tunis: de bevestiging der overeenkomst van 1896, waarbij den Italiaansehen burgers be scherming wordt verleend. Betrekkingen van goede nabuurschap tus schen Libye en Tunis. Regeling der grens tusschen Fransch Somali- land en Abessinië, Herziening der overeenkomst van 1936, waar bij Italië 2500 aandeelen van de 34.000 verkreeg in de spoorlijn van Djiboeti naar Addis Abeba Samenwerking in het achterland van Libye. De positie der Italiaansche emigranten in Frankrijk; het anti-fascistische optreden en de propaganda der Italiaansche politieke uitge wekenen in Frankrijk. Uitwisseling van militaire inlichtingen betref- fende de versterkingen der beide landen aan de Middellandsche Zee. Ontwikkeling der handelsbetrekkingen tus schen de continentale en de koloniale gebieden in Afrika. De kwestie der vlootsterkte. De „Daily Mail" voegt hieraan toe, dat een overeenkomst gebaseerd zal worden op een pro tocol, dat het vitale belang erkent van Frank rijk en Italië op een vrijen doortocht door de Middellandsche Zee. ROME, 16 April (Havas). De directeur van de „Osservatore Romano", graaf Dalla Torre, heeft in zijn blad een protest opgeno men tegen de verbreiding van de Duitsche ras senwetten in het algemeen, en tegen het ver schijnen van een artikel in een groot Ro- meinsch blad, getiteld „Hitier", waarin een loflied wordt gezongen op het rassenbeginsel, in het bijzonder. WASHINGTON, 19 April (Reuter) Herhaal den tegenspraken ten spijt blijft men volhouden, dat de vice-president der Vereenigde Staten, Garner, tegenstander is van Roosevelt's uitga- venprogram. Hoewel Garner tot dusverre alle plannen van den president heeft gesteund, is hij nooit een overtuigd aanhanger van de New Deal geweest. Hij behoort tot de conservatieve Zuidelijke de mocraten, die den laatsten tijd zich vaak t|gen Roosevelt gekeerd hebben. Indien Garner zich met deze groep tegenover den president zou stellen, zouden de republikeinen daardoor be moedigd worden, terwijl bij de democraten wel licht een splitsing zou ontstaan. De toestand zou dan voor Roosevelt zeer moeilijk worden. Onbetwistbaar heeft de Britsche premier Neville Chamberlain, binnen zeer korten tijd, een groot succes te boeken door het tot stand komen van het verdrag met Italië. Zijn vroegere minister van Buitenlandsche Za ken, Mr. Anthony Eden, had eveneens plannen gehad, om met Mussolini tot een accoord te komen, maar stelde als voorwaarde, dat aller eerst de Spaansche en Lybische kwesties gere geld moesten worden. Daarin school een element van overigens begrijpelijk wantrouwen. Chamberlain stelde zich van den beginne aan op een ander standpunt. Hij wilde alles wat naar wantrouwen zweemde uitbannen en daar voor in de plaats stellen een basis van sterk vertrouwen. Dit zou aan de overeenkomst een hechte waarde geven, die verre boven betuigin gen van vriendschap alléén uitging. En dit is ook een feit geworden. De overeenkomst bevat een groote opsomming van punten, die reeds zijn geregeld of in de naaste toekomst volgens bepaalde richtlijnen geregeld zullen worden. Ir de berichten heeft men kunnen zien, hoe uit gebreid deze opsomming is. Er blijkt uit, dal aan beide zijden het streven heeft geheerscht, niet maar tot een partieel, maar tot een vol ledig accoord te komen. Het verdrag is gepa rafeerd. Het is dus in beginsel aangenomen. Van Britsche zijde zijn nu echter, op het voetspoor van Eden, maar in omgekeerde volgorde (eerst onderhandelen) twee voorwaarden gesteld waarvan de plechtige onderteekening en het uiteindelijk tot stand komen van het accoord afhankelijk zullen zijn. Chamberlain staat daar bij op stevigen bodem. Want het zal nu voor Italië niet alleen een zaak zijn van eigen be lang, dat alles in kannen en kruiken komt, maar ook een zaak van goede trouw worden De twee gestelde voorwaarden betreffen Spanje en Libye. Spanje is natuurlijk de hoofdzaak. De Italiaansche regeering verplicht zich de Brit sche formule te aanvaarden .betreffende de verhoudingsgewijze terugtrekking der buiten landsche vrijwilligers uit Spanje en neemt op zich deze terugtrekking toe te passen op het oogenblik en volgens de voorwaarden, die vast gesteld zullen worden door de niet-inmengings- commissie op den grondslag dier formule. Wan neer echter deze terugtrekking niet voltooid is bij de beëindiging van den burgeroorlog zullen alle overblijvende Italiaansche vrijwilligers ter stond het Spaansche grondgebied verlaten en zal het Italiaansche oorlogsmateriaal tegelijker tijd Worden teruggetrokken. De Italiaansche regeering verklaart, dat Italië geen territoriale of politieke doeleinden heeft, geen bevoorrechte positie nastreeft in of ten opzichte van Spanje, de Balearen, de Spaansche overzeesche bezit tingen of Spaansch Marokko, en niet voorne mens is gewapende troepen in die gebieden te houden. Nota nemende van deze verzekeringen be treffende de Italiaansche politiek ten opzichte van Spanje, maakt de Britsche regeering gebruik van de gelegenheid om te herhalen, dat zij eer regeling der Spaansche kwestie beschouwt als eerste vereischte voor het van kracht worden van de Britsch-Italiaansche overeenkomst. Wat Libye betreft is de zaak zoo geregeld, dat meer dan de helft van de Italiaansche troepen teruggetrokken zal worden. Daartegenover staat, dat Engeland wat Abes sinië betreft, voornemens is, in den wensch de hinderpalen uit den weg te ruimen, die de staten-leden van den Volkenbond kunnen be lemmeren ten opzichte van de erkenning der Italiaansche souvereiniteit over Abessinië, stap pen te doen in de a.s. bijeenkomst van den Vol kenbondsraad tot opheldering van de positie der staten-leden in dit opzicht. Over het algemeen heeft de wereid met voldoening den inhoud van het Britsch- Italiaansch verdrag ontvangen. Zooals van zelf spreekt, is de Engelsche en Italiaan sche publieke opinie zeer gunstig gestemd. De Italiaansche pers vooral juicht. Den algemee- nen indruk geeft de Gazetto del Popoio als volgt weer: „Hetgeen zoo juist tusschen Engeland er. Italië definitief is vastgesteld is een niet meer traditioneele, maar volkomen nieuwe vriend schap, waarbij Engeland de positie erkent, welke Italië thans inneemt. Tegenover het Italië van 1938, dat meester is in Abessinië en overwinnaar in Spanje, geeft Engeland er zich rekenschap van, dat zijn vroegere opvattingen onhoudbaar zijn, en heeft het ingezien, dat het zijn belang is, met Italië op een anderen voet te staan, een voet van samenwerking tusschen twee koloniale mogendheden." Wat het buitenland betreft zijn de oordee- len uit Washington. Parijs en Berlijn van het meeste belang. De Amerikaansche bladen be schouwen het accoord als een poging tot her stel van den vrede in Europa. De gewekte hoop zal wellicht gerechtvaardigd blijken te zijn, wanneer Mussolini woord houdt. De Ameri kaansche pers wijst er verder met méér éclat dan wel noodig is op, dat er een verbond tusschen Rome, Parijs en Londen op komst is (men weet, dat ook Frankrijk direct met Italië wil onderhandelen en dat de Fransche regee- ringschefs binnenkort naar Londen zullen ko men), maar is tevens wel zoo wijs er aan toe te voegen, dat de deelneming van Duitschland niet gemist kan worden. Wat nu tot stand is gekomen, is wel niet de vrede, dien Wilson wilde, maar het is het beste voorteeken, dat de wereld sedert lang heeft gezien. De Fran sche burgerlijke pers is van meening, dat het gesloten accoord geen nieuw gentlemen's agree ment, doch een waar vredesverdrag is. En men voegt aan deze opvatting aanmoedigende zir. netjes toe van het slag: de weg is Frankrijk gewezen. Laat ons snel handelen. De socialis tische en communistische bladen staan natuur lijk pruilend in den hoek. Het gesloten accoord is volgens hen geen vredescontract, maar een premie voor den aanvaller. Hoe Berlijn denkt, heeft Zondag 1.1. onze teekenaar goed weerge geven in zijn plaat „Het vreemde Paasch-ei," waarvan de Duitsche hen meende, dat zulk een ei niet de bedoeling was. Men verbergt echter zijn begrijpelijke bevreemding, die gemengd is met een tik teleurstelling. Het hoofdblad der Duitsche partij, de Völkische Beobachter schrijft: „Wij, Duitschers, begroeten de BritschIta liaansche overeenstemming met onverdeelde vreugde, want zij beteekent evenals de in de as BerlijnRome belichaamde Duitsch-Ita- liaansche vriendschap een mijlpaal voor den Europeesche vrede. Daarbij verhelen wij ook niet onze voldoening over het feit, dat het nieuwe werk des vredes bereikt is met behulp van dezelfde methode, waarmede de nationaal- socialistische politiek haar groote bijdragen heeft geleverd voor de pacificatie van ons we relddeel: de methode der directe tweezijdige on derhandelingen. Slechts langs dezen weg zou thans ook de strijd aan de Middellandsche Zee tot een vreedzame oplossing worden ge bracht." Daarbij sluit zich in hoofdzaak de geheele Duitsche pers aan. Samengevat kan het Duit sche oordeel worden in de opvatting van de Deutsche Allgemeine Zeitung: „Mussolini heeft weer bewezen, wat er met moed en volharding, overleg en inzicht te bereiken valt. De stuwen de kracht was zijn op het imperium gerichte wil. De as RomeBerlijn vormde den achter grond voor de wereldpolitiek. De ontwikkeling der toestanden in Oost-Azië maakte het voorts voor de Engelschen noodig om de spanningen in Europa weg te nemen. Pas met het verdwij nen van Eden werd de weg daartoe geëffend. De beteekenis van Chamberlain voor een nieu we Europeesche politiek ligt in het feit, dat hij juist in een blijvenden tegenstand van Engeland ten opzichte van de nieuwe ontwikkeling in Europa een gevaar ziet voor het Britsche rijk." Uit al deze wereldpersstemmen blijkt, dat men groote verwachtingen koestert van het BritschItaliaansche verdrag, dat in staat is ook de wegen voor Berlijn naar Londen en Pa rijs en voor Parijs naar Rome en Berlijn te ef fenen. Moge Paschen 1938 een mijlpaal worden voor den Europeeschen vrede! De komende zomer met zijn warmere droge dagen geeft eiken rheumatieklijder nieuwe hoop op verlichting van zijn pijnen. Ja, nu is het tijd om met de natuur samen te werken en de rheumatische pijnen te verdrijven en meteen te probeeren er voor goed van verlost te worden. De „natuurlijke" zonnewarmte zal „uitwendig" nog weldadiger werken, wan neer U „inwendig" het uit natuurlijke minerale zouten samengestelde Fynnon Salt gebruikt, om alle onreinheden, die zich in Uw lichaam bevinden, te verdrijven. Om weer geheel gezond te worden, is het absoluut noodzakelijk, dat deze onrein heden, in hoofdzaak het urinezuur, uit UW organisme worden verwijderd, omdat zij de oorzaak zijn van die stekende pijnen, die rheumatieklijders maar al te goed kennen. Onder de vele heilzame zouten, waaruit Fynnon Salt is samengesteld, moeten vooral worden genoemd Soda, Potasch en de elementen van Lithium; alle zouten, die men uitsluitend aantreft in de natuurlijke geneeskrachtige minerale bronwateren. Neemt eiken morgen een t/2 theelepel Fynnon Salt in uw eerste kop thee, koffie of in een warm of koud glas water. Er is geen grooter vijand van rheumatiek dan Fynnon Salt. Groote flacon a 1.25 verkrijgbaar bij Uw drogist of apotheker. Imp. The Globe Trading Comp. Ltd. Singel 44 - Amsterdam - Tel. 31326 PARIJS, 19 April (Havas) De officieuze Parijsche „Temps" wijdt een hoofdartikel aan de verhouding tusschen Frankrijk en Tsjecho- Slowakije. Het blad merkt op, dat de redevoe ring van Benesj uitdrukking geeft aan den wil van ontspanning en overeenstemming) waarvoor niemand onverschillig zou kunnen blijven, want daardoor treden gunstige voor uitzichten op een vreedzame regeling in het licht. Ten aanzien van het Fransch-Tsjecho- Slowaaksch vriendschapsverdrag van 1924 schrijft de „Temps": „De opvatting der Fransche regeering, welke neg zeer onlangs door haar bevestigd is, is, dat de samen werking en overeenkomst, welke in het verdrag van 1924 worden besproken, ver plicht zijn zelfs buiten iedere Geneefsch« procedure om." Ten aanzien van de Locamo-overeenkomst van October 1925 verklaart het blad, dat „d® opvatting der regeering van de Republiek iS: dat deze overeenkomst niet eenvoudigweg een wiel vormt van het mechanisme van Locarno, en dat bovendien, indien Duitschland op Maart 1937 het Rijnpact schond, andere on derteekenaars geenszins werden ontslagen vah de verrichtingen, die zij hadden aangegaan. Het standpunt der Fransche regeering houdt in, dat de clausule, volgens welke hulp en bijstand moeten worden gegeven door de toepassing van artikel 16 van het Volkenbondspact, niet absoluut noodzake lijk impliceert, dat de aangelegenheid te voren te Genève in behandeling komt. De Fransche regeering staat dus volgebs het blad op het standpunt, dat niets onder de tegenwoordige omstandigheden de in 192* en 1925 door Frankrijk en Tsjecho-SlowakÜ® aangegane verplichtingen, samen te werken o® elkander bijstand te verleenen, zou kunnen ver zwakken. \qJ TOKIO, 19 April (Havas) De Japan sche minister-president, prins Konoye» heeft besloten niet zijn ontslag te nemen. Hij zal den op 22 April te houden kabi netsraad bijwonen. Zondag werd in politieke kringen zekere roering gewekt door berichten, volgens admiraal Noboemasa Soeetsoegoe, de minist^ van Binnenlandsche Zaken, de leiding zou neb gen genomen van een beweging, welke beoog de bestaande partijen te vervangen door nationale eenheidspartij. Soeetsoegoe zou optreden in samenwerkt" met Soehiko Sjiono, den minister van Justit1 De oprichting der nieuwe party zou vol gens Soeetsoegoe samenvallen met de her vorming van het kabinet, dat versterkt z°u Worden door toepassing van de hervor mingsmaatregelen, die gedurende de laat ste zitting van den Landdag werden goed gekeurd. Volgens Domei zou Soeetsoegoe een coa-U^® hebben voorgesteld van Minseito en SeyoeK als fase vóór de stichting van de eenheidsp8-1' In politieke kringen verwacht men noebta niet, dat het initiatief van admiraal Soeetsoeg direct resultaat zal opleveren. Foede manieren, die niet uit i°" nerlijke beschaving voortkom©0' zijn aangeleerde kunstjes, gelijk gedresseerde dieren plegen te v©r' toonen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 14