Een Engelsch-Fransch bond
genootschap op komst?
Wegen naar den Europeeschen
vrede
RHEUMATIEN
Fransche stap te
Rome
KOFFIE H/IG
CHURCHILL'S JONGSTE
BEZOEK AAN PARIJS
Hevig gevecht in
Palestina
iNa deWv&iel&ctU Uw dga-
nióme dtdMe zotg.Dcuvumi:
Protest tegen de
rassenleer
ACCOORD ENGELAND
MET ITALIË
IN APRIL
FRANKRIJK EN TSJECHO-
SLOWAKIJE
Konoye zal niet
aftreden
DINSDAG 19 APRIL 1938
Het staat thans wel vast, dat
Frankrijk en Engeland op
militair gebied zeer
nauw gaan samen
werken
Krachtig kabinet in
Frankrijk noodig
Britsche troepen slaags geraakt
met terroristen, van wie 40
gedood werden
Duitsche bladen vragen
openbaarheid
De kwestie van den loonaftrek en
begrootingen van de nazi
organisaties
Mill
ïBiid
Onderhandeling over benoeming
van een Franschen ambassa
deur bij het Quirinaal
Italiaansch antwoord
spoedig verwacht
De „Osservatore" verzet zich
tegen een Italiaansche
publicatie
Roosevelt's plannen
in gevaar?
Vice-president Garner zou tegen
stander zijn van zijn uit-
gavenprogram
BUITENLANDSCH OVERZICHT
De wereldmeening
Geen verzwakking van de ver
plichtingen tot bijstand
Commentaar van de
„Temps"
Stichting van een eenheidspartij
en versterking van het
Japansche kabinet
Meer dan eens hebben wij doen uit
komen, dat de Britsche staatslie
den alles vermeden hebben waar
door Engeland in een bondgenootschappe
lijke verhouding tot Frankrijk zou komen
te staan. In dit opzicht bestond er geen
verschil tusschen Chamberlain en zijn voor
ganger, Lord Baldwin. Beiden achtten een
politiek, waardoor Europa verdeeld zou
worden in twee .kampen", uit den booze.
Beiden meenden dat het gevaarlijk was
Duitschland en Italië nader tot elkaar te
drijven, door een bijzondere belangenge
meenschap tusschen Engeland en Frankrijk
te vestigen. En beiden zullen zich tevens er
van bewust geweest zijn dat een bondge
nootschap met Frankrijk of met eenig
ander land geen geestdriftigen steun zou
vinden bij de openbare meening.
De gebeurtenissen van den allerlaatsten tijd,
en in het bijzonder de manier, waarop Hitier
den „Anschluss" tot stand gebracht heeft, zijn
evenwel niet zonder invloed gebleven op En-
gelands eigen buitenlandsche staatkunde. Op
het vasteland is men zich wellicht niet vol
doende ervan bewust hoezeer Groot Brittannië
staat in het teeken der herbewapening, en het
zou nutteloos en misleidend zijn te ontkennen,
dat die herbewapening op zoo geweldige schaal
haar hoofdoorzaak vindt in een volslagen ge
brek aan vertrouwen in de plannen van Duitsch
land. Sinds dr. von Schuschnigg naar Berchtes-
gaden ontboden werd, schijnt men in Brit
sche regeeringskringen de hoop opgegeven te
hebben, dat Engeland zijn heil kon blijven zoe
ken in een soort neutraliteit tusschen de mo-
gendheden-groepen van het vasteland. Een veel
nauwer samengaan met Frankrijk dan men,
behalve in zekere sterk pro-Fransche kringen,
hier gewenscht had, scheen onvermijdelijk ge
worden te zijn, of, om het anders uit te druk
ken: het tijdstip was aangebroken, waarop En
geland zijn militaire herbewapening moest aan
vullen met diplomatieke herbewapening.
Dit laatste wil niets anders zeggen dan dat
met één of meer landen een bijzondere ver
houding, ofschoon niet noodzakelijkerwijze een
formeel bondgenootschap, aangegaan wordt, ter
bescherming van wederzijdsehe belangen tegen
een gemeenschappelijk gevaar.
Een anderen vorm van „diplomatieke herbe
wapening" vindt men in het Anglo-Italiaansche
pact. waarvan men thans bijna algemeen aan
neemt dat het gesloten is kunnen worden door
dat Rome de bezorgdheid van Londen over
Hitiers toekomstplannen deelt.
Wij zouden allerminst durven beweren dat
Engeland de hoop opgegeven heeft op een al-
gemeene Europeesche regeling, waaraan
Duitschland deelneemt, en welke groepeeringen
van mogendheden (zooals de „as" Rome-Ber-
lijn) overbodig maakt en zelfs uitsluit. Maar
het lijdt toch weinig twijfel dat sinds Maart
de Britsche regeering, in afwachting van zulk
een regeling, vóór alles erop bedacht is de
veiligheid des lands te verzekeren, niet alleen
militair, maar ook diplomatiek.
Aan het bezoek, dat Winston Churchill
een paar weken geleden aan Parijs bracht,
hechtte men groote beteekenis. Ofschoon
hieromtrent niets werd medegedeeld, waren
er toch teekenen die erop wezen, dat hij
niet geheel op eigen houtje ging spreken
met toonaangevende Fransche staatslieden.
Men nam zelfs aan dat hij onofficieel als
boodschapper der Britsche regeering naar
Parijs gegaan was, om leidende persoonlijk
heden daar te polsen over nauwere mili
taire samenwerking tusschen de beide vol
ken.
Churchill, die reeds sinds negen jaren geen
ministerspost meer bekleed heeft (zijn opposi
tie tegen de Indische „Witboek"-politiek was
oorzaak dat hij eenige jaren lang niet „mi-
nistrabel" was) is een der invloedrijkste poli
tici in Engeland. Hij is sinds jaren de pleitbe
zorger van een militair samengaan met Frank
rijk, en smeedde, toen Hitier nog maar kort
aan de macht was, den beroemd geworden zin:
„Laat ons God danken voor het Fransche le
ger!" Aan den anderen kant zou men hem
groot onrecht doen, indien men hem als „anti-
Duitsch" brandmerkte, ofschoon een ieder, die
nu niet juist vol bewondering voor het Natio-
naal-Socialisme is, al heel licht als zoodanig
aan den kaak gesteld wordt. Hij heeft trouwens
nooit een politiek van toenadering tot Nazi-
Duitschland verworpen, maar heeft zich wel
steeds er tegen verzet dat zulk een politiek ge
voerd zou worden uit vrees voor Duitschiands
aanvallende kracht, en met verzaking van de
belangen van Frankrijk en andere landen.
Indien mr. Churchill, na de annexatie
van Oostenrijk, als onofficieel woord
voerder der Britsche regeering naar
Parijs ging, dan kan er ook niet aan getwij
feld worden dat er tusschen hem en Cham
berlain meer eensgezindheid bestond, dan
men uit zekere van Churchill's redevoerin
gen afgeleid zou hebben. En eveneens staat
het bijna vast dat Engelsch-Fransche sa
menwerking op militair gebied het voor
naamste onderwerp geweest is dat Winston
Churchill te Parijs, met volledige instem
ming der Britsche regeering, ter sprake ge
bracht heeft.
Nu bestond, theoretisch althans, een een
zijdige militaire samenwerking tusschen Lon
den en Parijs, sinds Hitler in Maart 1936 de
Locamopacts over boord geworpen had. Maar
die samenwerking beperkte zich toch binnen de
grenzen der Locarno-garanties, en werd voor
namelijk gehandhaafd om druk uit te oefenen
Dp Hitier. Bevestigd wordt thans van zeer be
voegde zijde, dat Churchill inderdaad to Parijs
over defensie-aangelegenheden gesproken heeft.
de diplomatieke medewerker der „Daily Tele
graph" schrijft:
„Algemeen gelooft men dat Frankrijk, onder
zijn nieuwe Nationale regeering, bereid is met
Groot-Brittannië samen te werken wat betreft
het combineeren der strijdmiddelen."
Misschien is deze voorstelling niet geheel
juist. Frankrijk zal hiertegen, onder welke re
geering ook, wel nooit bezwaar gehad hebben.
Wat men in werkelijkheid gelooft is dat thans
ook Engeland tot zulk een samenwerking be
reid is.
Opvallend is, in dit verband, de bezorgdheid
geweest waarmede men in politieke kringen de
langdurige crisis in Frankrijk gevolgd heeft.
Vele toonaangevende bladen bespraken 'haar
bijna alsof het een Britsche crisis was, en be
groetten 't kabinet-Daladier (in wien men hier
veel vertrouwen schijnt te stellen) met een
zucht van verlichting. Steeds opnieuw is in de
pers gewezen op het belang dat een stabiel-
FTankrijk voor de veiligheid van Europa heeft,
en uit redevoeringen van Fransche ministers
is gebleken hoezeer men zich ook aan gene zijde
van het Kanaal ervan bewust was, dat doel
treffende samenwerking met Engeland hiervan
zou afhangen, of in Frankrijk eindelijk de na
tionale eenheid onder een krachtig kabinet her
steld werd.
Te Londen schijnt men met ongeduld op het
herstel dier eenheid gewacht te hebben, en nu
Daladier zijn indrukwekkend votum van ver
trouwen gekregen heeft, spreekt men te Lon
den over onderhandelingen, die zeer spoedig
tusschen Londen en Parijs gevoerd zullen wor
den over de verschillende vraagstukken, de
gemeenschappelijke verdedigingsbelangen der
beide landen betreffende.
Zooals men weet staat het thans vast, dat
Daladier en Bonnet eind van deze maand een
bezoek aan Londen zullen brengen.
Wij hebben verder hooren beweren dat het
bezoek der Britsche souvereinen aan Parijs, dat
in Juni zal plaats hebben, waarschijnlijk een
nog veel grooter beteekenis zal krijgen dan men
aanvankelijk verwacht had.
Verder spreekt men van een „nieuw bondge
nootschap". De „Daily Mirror", een onafhan
kelijk dagblad van geringe politieke beteekenis,
heeft desondanks eenige malen de ontwikkeling
van den toestand juist voorzien, maar laat
haar beschouwingen al te zeer beïnvloeden door
haar felle vijandschap tegen Hitier. Zij is te
licht geneigd datgene, wat zij hoopt, ook als
een waarschijnlijkheid voor te stellen. Maar er
zijn goede redenen om aan te nemen dat zjj
ditmaal zeer dicht bij de waarheid is, wanneer
zij schrijft dat de heeren Daladier en Bonnec
naar Londen zullen komen om een nieuw mili
tair bondgenootschap met Engeland te sluiten
een pact, dat ten doel zou hebben Mussolini
van Hitier weg te lokken.
En het blad vervolgt:
„Het bondgenootschap zal den vorm hebben
van een oorlogsplan voor de beide landen.
Breekt oorlog uit, dan zal een Fransch gene
raal het bevel voeren over de gecombineerde
Fransch-Britsche legers, en een Britsch lucht-
maarschalk over de vereenigde luchtmachten,
Engeland zal de Fransche zeehavens kunnen
gebruiken als bases voor maritieme bombar
dementen. Plannen zullen opgesteld worden
voor samenwerking tusschen alle militaire dien
sten der beide landen. De twee marines zullen
zoo noodig van eikaars havens kunnen gebruik
maken. Voortaan zullen geregeld stafbesprekin-
gen tusschen Engeland en Frankrijk gevoerd
worden."
Dit alles is natuurlijk voorbarig, maar het
strookt met de paar korte mededeelin-
gen in de gezaghebbende „Daily Tel.", en
bovendien met datgene wat bekend geworden
is omtrent het doel van mr. Churchill's bezoek
aan Parijs.
Of het woord „bondgenootschap" hier te pas
of te onpas gebruikt is, valt moeilijk te zeggen,
en is ook van weinig belang. De „Entente Cor
diale" was géén bondgenootschap, en bleek
toch veel grooter waarde te hebben dan het
formeele bondgenootschap tusschen Italië en
Duitschland, waardoor eerstgenoemd land zich
in 1915 zóó weinig gebonden achtte dat het den
oorlog verklaarde aanzijn bondgenoot.
Een verdrag in den volkenrechtelijken zin
van het woord zullen Engeland en Frankrijk
niet sluiten. Wat de „Daily Mirror" waarschijn
lijk bedoelt is dat zij bij overeenkomst hun mi
litaire samenwerking, in vredes-, zoowel als in
oorlogstijd, zullen regelen. Maar elk militair
overleg tusschen twee landen heeft reeds ten
volle de beteekenis van een bondgenootschap,
aangezien zulk overleg alleen dan mogelijk is
wanneer vooropgesteld wordt dat de beide na
ties zich gemeenschappelijk zullen moeten ver
dedigen tegen een gemeenschappelijken vijand.
Geen militaire samenwerking, die immers on
beperkt wederzijdsch vertrouwen vergt, is mo
gelijk zoo lang er ook maar de geringste kans
bestaat dat de betreffende landen niet als
bondgenooten, maar als tegenstanders aan een
oorlog zullen deelnemen.
Dat die samenwerking reeds gedeeltelijk be
staat, en weldra de betrekkingen tusschen En
geland en Frankrijk volkomen beheerschen zal,
schijnt niet betwijfeld te kunnen worden.
JERUZALEM, 17 April. (Havas). Bij Bala
Anepta is Zondag een hevig gevecht gele
verd tusschen Arabische opstandelingen en
Britsche troepen.
De wegen zijn afgesloten; autoriteiten
laten in de dorpen, vanwaar de terroristen
afkomstig zijn, zoeken naar gewonde terro
risten, die worden verborgen gehouden. Tot
de dooden, welk aantal op 40 geschat wordt,
moet ook de onderbevelhebber der bende,
Abderahim Hadzj Mahmoed, behooren.
Het gevecht duurde den ganschen nacht voort.
Machtige schijnwerpers verlichtten het tooneel
van den strijd, terwijl vliegtuigen verkennings
diensten verrichtten.
In den loop van den Zondagavond zijn twee
bommen ontploft, de eene in de Joodsche wijk
van Jeruzalem, de andere in een Arabisch kof
fiehuis te Caïffa. In het eerste geval werd een
oude Joodsche man gewond, in het tweede geval
werd een bezoeker gedood, terwijl acht personen
werden gewond, o.w. een Joodsche voorbijgan
ger.
Men vreest, dat het nog onrustiger zal wor
den. De sinaasappeloogst is thans binnenge
haald.
BERLIJN, 19 April (Havas) Verschillende
Duitsche organen hebben onlangs de publicatie
geëischt der begrooting van de nationaal-soci-
alistische organisaties. Dr. Goebbels heeft zich
daarop gehaast de rijkscultuurkamer te reorga-
niseeren, welke 250.000 personen omvat, die
werkzaam zijn op het gebied van letterkunde,
film en theater. De loonaftrek werd vermin
derd.
De partijorganisaties heffen op de salarissen
en traktementen een zekeren aftrek, welke met
de belastingen ongeveer een vierde van het
bruto-inkomen uitmaakt. Er zijn voorts strenge
consignes gegeven, dat voortaan de abonne
mentsprijs op publicaties der partij niet meer
van de salarissen zal worden afgehouden.
Dit is evenwel niet voldoende. Men wenscht
nog meer vrijstelling.
De kwestie der openbaarmaking van de be
grootingen, behalve de staatsbegrooting, schijnt
na den Paaschvrede aanleiding te zullen geven
tot strubbelingen.
De afronding van den hoek St. Catharijnesingel en Vleutenscheweg te Utrecht, die
een obstakel voor het verkeer vormde is thans een feit
PARIJS, 19 April. (Havas) In gezagheb
bende kringen te Parijs wordt bevestigd,
dat Blondel, de Fransche zaakgelastigde te
Rome, Zaterdag; j.I. bij Ciano, den Italiaan-
schen minister van Buitenlandsche Zaken,
stappen ondernomen heeft in opdracht van
de Fransche regeering, teneinde onderhan
delingen te openen om in den loop van de
maand Mei een ambassadeur van Frank
rijk bij het Italiaansche hof te benoemen.
Het antwoord der Italiaansche regeering
wordt weldra verwacht.
Volgens een bijzonderen correspondent te
Rome van de „Daily Mail", zullen de volgen
de kwesties tusschen Frankrijk en Italië ter
sprake worden gebracht:
Tanger: de nieuwe bevestiging van het recht
van Italië op gelijkheid met Frankrijk en Groot-
Brittannië in de internationale zóne.
Tunis: de bevestiging der overeenkomst van
1896, waarbij den Italiaansehen burgers be
scherming wordt verleend.
Betrekkingen van goede nabuurschap tus
schen Libye en Tunis.
Regeling der grens tusschen Fransch Somali-
land en Abessinië,
Herziening der overeenkomst van 1936, waar
bij Italië 2500 aandeelen van de 34.000 verkreeg
in de spoorlijn van Djiboeti naar Addis Abeba
Samenwerking in het achterland van Libye.
De positie der Italiaansche emigranten in
Frankrijk; het anti-fascistische optreden en de
propaganda der Italiaansche politieke uitge
wekenen in Frankrijk.
Uitwisseling van militaire inlichtingen betref-
fende de versterkingen der beide landen aan de
Middellandsche Zee.
Ontwikkeling der handelsbetrekkingen tus
schen de continentale en de koloniale gebieden
in Afrika.
De kwestie der vlootsterkte.
De „Daily Mail" voegt hieraan toe, dat een
overeenkomst gebaseerd zal worden op een pro
tocol, dat het vitale belang erkent van Frank
rijk en Italië op een vrijen doortocht door de
Middellandsche Zee.
ROME, 16 April (Havas). De directeur
van de „Osservatore Romano", graaf Dalla
Torre, heeft in zijn blad een protest opgeno
men tegen de verbreiding van de Duitsche ras
senwetten in het algemeen, en tegen het ver
schijnen van een artikel in een groot Ro-
meinsch blad, getiteld „Hitier", waarin een
loflied wordt gezongen op het rassenbeginsel,
in het bijzonder.
WASHINGTON, 19 April (Reuter) Herhaal
den tegenspraken ten spijt blijft men volhouden,
dat de vice-president der Vereenigde Staten,
Garner, tegenstander is van Roosevelt's uitga-
venprogram.
Hoewel Garner tot dusverre alle plannen van
den president heeft gesteund, is hij nooit een
overtuigd aanhanger van de New Deal geweest.
Hij behoort tot de conservatieve Zuidelijke de
mocraten, die den laatsten tijd zich vaak t|gen
Roosevelt gekeerd hebben. Indien Garner zich
met deze groep tegenover den president zou
stellen, zouden de republikeinen daardoor be
moedigd worden, terwijl bij de democraten wel
licht een splitsing zou ontstaan. De toestand zou
dan voor Roosevelt zeer moeilijk worden.
Onbetwistbaar heeft de Britsche premier
Neville Chamberlain, binnen zeer korten
tijd, een groot succes te boeken door het
tot stand komen van het verdrag met Italië.
Zijn vroegere minister van Buitenlandsche Za
ken, Mr. Anthony Eden, had eveneens plannen
gehad, om met Mussolini tot een accoord te
komen, maar stelde als voorwaarde, dat aller
eerst de Spaansche en Lybische kwesties gere
geld moesten worden. Daarin school een element
van overigens begrijpelijk wantrouwen.
Chamberlain stelde zich van den beginne aan
op een ander standpunt. Hij wilde alles wat
naar wantrouwen zweemde uitbannen en daar
voor in de plaats stellen een basis van sterk
vertrouwen. Dit zou aan de overeenkomst een
hechte waarde geven, die verre boven betuigin
gen van vriendschap alléén uitging. En dit is
ook een feit geworden. De overeenkomst bevat
een groote opsomming van punten, die reeds
zijn geregeld of in de naaste toekomst volgens
bepaalde richtlijnen geregeld zullen worden. Ir
de berichten heeft men kunnen zien, hoe uit
gebreid deze opsomming is. Er blijkt uit, dal
aan beide zijden het streven heeft geheerscht,
niet maar tot een partieel, maar tot een vol
ledig accoord te komen. Het verdrag is gepa
rafeerd. Het is dus in beginsel aangenomen. Van
Britsche zijde zijn nu echter, op het voetspoor
van Eden, maar in omgekeerde volgorde (eerst
onderhandelen) twee voorwaarden gesteld
waarvan de plechtige onderteekening en het
uiteindelijk tot stand komen van het accoord
afhankelijk zullen zijn. Chamberlain staat daar
bij op stevigen bodem. Want het zal nu voor
Italië niet alleen een zaak zijn van eigen be
lang, dat alles in kannen en kruiken komt,
maar ook een zaak van goede trouw worden
De twee gestelde voorwaarden betreffen Spanje
en Libye. Spanje is natuurlijk de hoofdzaak. De
Italiaansche regeering verplicht zich de Brit
sche formule te aanvaarden .betreffende de
verhoudingsgewijze terugtrekking der buiten
landsche vrijwilligers uit Spanje en neemt op
zich deze terugtrekking toe te passen op het
oogenblik en volgens de voorwaarden, die vast
gesteld zullen worden door de niet-inmengings-
commissie op den grondslag dier formule. Wan
neer echter deze terugtrekking niet voltooid is
bij de beëindiging van den burgeroorlog zullen
alle overblijvende Italiaansche vrijwilligers ter
stond het Spaansche grondgebied verlaten en
zal het Italiaansche oorlogsmateriaal tegelijker
tijd Worden teruggetrokken. De Italiaansche
regeering verklaart, dat Italië geen territoriale
of politieke doeleinden heeft, geen bevoorrechte
positie nastreeft in of ten opzichte van Spanje,
de Balearen, de Spaansche overzeesche bezit
tingen of Spaansch Marokko, en niet voorne
mens is gewapende troepen in die gebieden te
houden.
Nota nemende van deze verzekeringen be
treffende de Italiaansche politiek ten opzichte
van Spanje, maakt de Britsche regeering gebruik
van de gelegenheid om te herhalen, dat zij eer
regeling der Spaansche kwestie beschouwt als
eerste vereischte voor het van kracht worden
van de Britsch-Italiaansche overeenkomst.
Wat Libye betreft is de zaak zoo geregeld,
dat meer dan de helft van de Italiaansche
troepen teruggetrokken zal worden.
Daartegenover staat, dat Engeland wat Abes
sinië betreft, voornemens is, in den wensch
de hinderpalen uit den weg te ruimen, die de
staten-leden van den Volkenbond kunnen be
lemmeren ten opzichte van de erkenning der
Italiaansche souvereiniteit over Abessinië, stap
pen te doen in de a.s. bijeenkomst van den Vol
kenbondsraad tot opheldering van de positie der
staten-leden in dit opzicht.
Over het algemeen heeft de wereid met
voldoening den inhoud van het Britsch-
Italiaansch verdrag ontvangen. Zooals
van zelf spreekt, is de Engelsche en Italiaan
sche publieke opinie zeer gunstig gestemd. De
Italiaansche pers vooral juicht. Den algemee-
nen indruk geeft de Gazetto del Popoio als volgt
weer: „Hetgeen zoo juist tusschen Engeland er.
Italië definitief is vastgesteld is een niet meer
traditioneele, maar volkomen nieuwe vriend
schap, waarbij Engeland de positie erkent, welke
Italië thans inneemt. Tegenover het Italië van
1938, dat meester is in Abessinië en overwinnaar
in Spanje, geeft Engeland er zich rekenschap
van, dat zijn vroegere opvattingen onhoudbaar
zijn, en heeft het ingezien, dat het zijn belang
is, met Italië op een anderen voet te staan, een
voet van samenwerking tusschen twee koloniale
mogendheden."
Wat het buitenland betreft zijn de oordee-
len uit Washington. Parijs en Berlijn van het
meeste belang. De Amerikaansche bladen be
schouwen het accoord als een poging tot her
stel van den vrede in Europa. De gewekte hoop
zal wellicht gerechtvaardigd blijken te zijn,
wanneer Mussolini woord houdt. De Ameri
kaansche pers wijst er verder met méér éclat
dan wel noodig is op, dat er een verbond
tusschen Rome, Parijs en Londen op komst is
(men weet, dat ook Frankrijk direct met Italië
wil onderhandelen en dat de Fransche regee-
ringschefs binnenkort naar Londen zullen ko
men), maar is tevens wel zoo wijs er aan toe
te voegen, dat de deelneming van Duitschland
niet gemist kan worden. Wat nu tot stand is
gekomen, is wel niet de vrede, dien Wilson
wilde, maar het is het beste voorteeken, dat
de wereld sedert lang heeft gezien. De Fran
sche burgerlijke pers is van meening, dat het
gesloten accoord geen nieuw gentlemen's agree
ment, doch een waar vredesverdrag is. En men
voegt aan deze opvatting aanmoedigende zir.
netjes toe van het slag: de weg is Frankrijk
gewezen. Laat ons snel handelen. De socialis
tische en communistische bladen staan natuur
lijk pruilend in den hoek. Het gesloten accoord
is volgens hen geen vredescontract, maar een
premie voor den aanvaller. Hoe Berlijn denkt,
heeft Zondag 1.1. onze teekenaar goed weerge
geven in zijn plaat „Het vreemde Paasch-ei,"
waarvan de Duitsche hen meende, dat zulk een
ei niet de bedoeling was. Men verbergt echter
zijn begrijpelijke bevreemding, die gemengd is
met een tik teleurstelling. Het hoofdblad der
Duitsche partij, de Völkische Beobachter
schrijft:
„Wij, Duitschers, begroeten de BritschIta
liaansche overeenstemming met onverdeelde
vreugde, want zij beteekent evenals de in de
as BerlijnRome belichaamde Duitsch-Ita-
liaansche vriendschap een mijlpaal voor den
Europeesche vrede. Daarbij verhelen wij ook
niet onze voldoening over het feit, dat het
nieuwe werk des vredes bereikt is met behulp
van dezelfde methode, waarmede de nationaal-
socialistische politiek haar groote bijdragen
heeft geleverd voor de pacificatie van ons we
relddeel: de methode der directe tweezijdige on
derhandelingen. Slechts langs dezen weg zou
thans ook de strijd aan de Middellandsche
Zee tot een vreedzame oplossing worden ge
bracht."
Daarbij sluit zich in hoofdzaak de geheele
Duitsche pers aan. Samengevat kan het Duit
sche oordeel worden in de opvatting van de
Deutsche Allgemeine Zeitung: „Mussolini heeft
weer bewezen, wat er met moed en volharding,
overleg en inzicht te bereiken valt. De stuwen
de kracht was zijn op het imperium gerichte
wil. De as RomeBerlijn vormde den achter
grond voor de wereldpolitiek. De ontwikkeling
der toestanden in Oost-Azië maakte het voorts
voor de Engelschen noodig om de spanningen
in Europa weg te nemen. Pas met het verdwij
nen van Eden werd de weg daartoe geëffend.
De beteekenis van Chamberlain voor een nieu
we Europeesche politiek ligt in het feit, dat hij
juist in een blijvenden tegenstand van Engeland
ten opzichte van de nieuwe ontwikkeling in
Europa een gevaar ziet voor het Britsche rijk."
Uit al deze wereldpersstemmen blijkt, dat
men groote verwachtingen koestert van het
BritschItaliaansche verdrag, dat in staat is
ook de wegen voor Berlijn naar Londen en Pa
rijs en voor Parijs naar Rome en Berlijn te ef
fenen. Moge Paschen 1938 een mijlpaal worden
voor den Europeeschen vrede!
De komende zomer met zijn warmere
droge dagen geeft eiken rheumatieklijder
nieuwe hoop op verlichting van zijn pijnen.
Ja, nu is het tijd om met de natuur samen
te werken en de rheumatische pijnen te
verdrijven en meteen te probeeren er voor
goed van verlost te worden.
De „natuurlijke" zonnewarmte zal
„uitwendig" nog weldadiger werken, wan
neer U „inwendig" het uit natuurlijke
minerale zouten samengestelde Fynnon Salt
gebruikt, om alle onreinheden, die zich in
Uw lichaam bevinden, te verdrijven.
Om weer geheel gezond te worden, is
het absoluut noodzakelijk, dat deze onrein
heden, in hoofdzaak het urinezuur, uit UW
organisme worden verwijderd, omdat zij de
oorzaak zijn van die stekende pijnen, die
rheumatieklijders maar al te goed kennen.
Onder de vele heilzame zouten, waaruit
Fynnon Salt is samengesteld, moeten vooral
worden genoemd Soda, Potasch en de
elementen van Lithium; alle zouten, die
men uitsluitend aantreft in de natuurlijke
geneeskrachtige minerale bronwateren.
Neemt eiken morgen een t/2 theelepel
Fynnon Salt in uw eerste kop thee, koffie
of in een warm of koud glas water. Er is
geen grooter vijand van rheumatiek dan
Fynnon Salt.
Groote flacon a 1.25 verkrijgbaar bij
Uw drogist of apotheker.
Imp. The Globe Trading Comp. Ltd.
Singel 44 - Amsterdam - Tel. 31326
PARIJS, 19 April (Havas) De officieuze
Parijsche „Temps" wijdt een hoofdartikel aan
de verhouding tusschen Frankrijk en Tsjecho-
Slowakije. Het blad merkt op, dat de redevoe
ring van Benesj uitdrukking geeft aan den
wil van ontspanning en overeenstemming)
waarvoor niemand onverschillig zou kunnen
blijven, want daardoor treden gunstige voor
uitzichten op een vreedzame regeling in het
licht.
Ten aanzien van het Fransch-Tsjecho-
Slowaaksch vriendschapsverdrag van 1924
schrijft de „Temps": „De opvatting der
Fransche regeering, welke neg zeer onlangs
door haar bevestigd is, is, dat de samen
werking en overeenkomst, welke in het
verdrag van 1924 worden besproken, ver
plicht zijn zelfs buiten iedere Geneefsch«
procedure om."
Ten aanzien van de Locamo-overeenkomst
van October 1925 verklaart het blad, dat „d®
opvatting der regeering van de Republiek iS:
dat deze overeenkomst niet eenvoudigweg een
wiel vormt van het mechanisme van Locarno,
en dat bovendien, indien Duitschland op
Maart 1937 het Rijnpact schond, andere on
derteekenaars geenszins werden ontslagen vah
de verrichtingen, die zij hadden aangegaan.
Het standpunt der Fransche regeering
houdt in, dat de clausule, volgens welke
hulp en bijstand moeten worden gegeven
door de toepassing van artikel 16 van het
Volkenbondspact, niet absoluut noodzake
lijk impliceert, dat de aangelegenheid te
voren te Genève in behandeling komt.
De Fransche regeering staat dus volgebs
het blad op het standpunt, dat niets onder
de tegenwoordige omstandigheden de in 192*
en 1925 door Frankrijk en Tsjecho-SlowakÜ®
aangegane verplichtingen, samen te werken o®
elkander bijstand te verleenen, zou kunnen ver
zwakken.
\qJ
TOKIO, 19 April (Havas) De Japan
sche minister-president, prins Konoye»
heeft besloten niet zijn ontslag te nemen.
Hij zal den op 22 April te houden kabi
netsraad bijwonen.
Zondag werd in politieke kringen zekere
roering gewekt door berichten, volgens
admiraal Noboemasa Soeetsoegoe, de minist^
van Binnenlandsche Zaken, de leiding zou neb
gen genomen van een beweging, welke beoog
de bestaande partijen te vervangen door
nationale eenheidspartij.
Soeetsoegoe zou optreden in samenwerkt"
met Soehiko Sjiono, den minister van Justit1
De oprichting der nieuwe party zou vol
gens Soeetsoegoe samenvallen met de her
vorming van het kabinet, dat versterkt z°u
Worden door toepassing van de hervor
mingsmaatregelen, die gedurende de laat
ste zitting van den Landdag werden goed
gekeurd.
Volgens Domei zou Soeetsoegoe een coa-U^®
hebben voorgesteld van Minseito en SeyoeK
als fase vóór de stichting van de eenheidsp8-1'
In politieke kringen verwacht men noebta
niet, dat het initiatief van admiraal Soeetsoeg
direct resultaat zal opleveren.
Foede manieren, die niet uit i°"
nerlijke beschaving voortkom©0'
zijn aangeleerde kunstjes, gelijk
gedresseerde dieren plegen te v©r'
toonen.