STAD De ziel van St. Deus Dedit KREYMBORG REMBRANDT HUDSON MERCEDES REMBRANDT h r De stervende zwaan ED. KIMMAN CO. De stervende zwaan I een oogstaande vrouw A. J. LOERAKKER GEHULDIGD P. H. BORGHOUTS .J TERRAPLANE 2CYL. D.K.W. 4 CYL. WOENSDAG 20 APRIL 1938 Een Busken Huet- stichting Programma Radio-Centrale 8 Hoe hij de groote figuur werd in de R.K. Arbeidersbeweging en Landarbeidersbond Onderscheiden met de St. Sylvesterorde Ontvangst Mgr. Huibers Rede Mgr. Huibers De St. Sylvesterorde V. GROOTE MARKT 5—7 MAKELAAR IN ONROERENDE GOEDEREN Kenaustraat 5b - Tel. 17130 (LA MORT DU CYGNE) KOMT A.S. VRIJDAG IN De Bedrijfsraad „112" „6" „8" N.V. Haarl. Rijwiel- en Automob. Mij. Zijlweg 35 - Haarlem - Tel. 11906 AAN HARTVERLAMMING OVERLEDEN Haarlemsche Handelsvereeniging Orgelconcert l.V.C.B. DE KAMPIOENSCOMPETITIE Het programma voor Zondag a.s. (LA MORT DU CYGNE) KOMT A.S. VRIJDAG IN ook?,-De arbeid... ik bedoel, sommige. oftöaar lattier, Zij zgu Wij hebben gemeld, dat B. en W. van Bloe mendaal voorstellen villa „Sorgh-vliet" aan te Imopen en haar te doen sloopen om den Bloe- mendaalschenweg te verbreeden. Villa „Sorgh- vliet" wekt herinneringen aan den literator ®usken Huet, die daar eenige jaren gewoond heeft en zoo is het eigenlijk niet te verwon deren, dat er mensehen zijn, die zich tegen slooping verzetten. Er is, zoo meldt het „Algemeen Handelsblad", °P 26 October van het vorige jaar te Bloemen dal een „Busken Huet-stichting" opgericht. Oprichters waren J. P. van den Bosch, binnen huisarchitect, J. D. Rutgers van der Loeff, oud directeur der stadsbibliotheek te Haarlem, en mr. P. Tideman, advocaat, allen gevestigd te Eloemendaal. Zij beoogden het bijeen brengen dn eenige meubelen, boeken en andere voor werpen met hetgeen later door schenking, bankoop of legateering zal zijn te verkrijgen 0tn die, onder behoorlijk bestuur, te doen strek hen ter eere van de nagedachtenis van Con rad Busken Huet. En om door het onderbren gen van diens letterkundige werken in een haar toe geëigende onder bepaalde voorwaarden °ok voor het publiek toegankelijke verblijfplaats, het verzamelen van andere met het leven en Werken van Busken Huet verband houdende dorwerpen en bescheiden, de herinnering aan hezen Nederlander levendig te houden. De stichting wil bovendien bijeen brengen histo rische verzamelingen en gegevens betreffende Eennemerland in het algemeen en Bloemendaal hi het bijzonder. Deze stichting ijvert thans om vernietiging *an villa Sorgh-vliet te voorkomen en daar een Soort musea te vestigen. Natuurlijk zouden B. en W. van Bloemendaal hiet voorstellen om Sorgh-vliet af te breken, Sis dat niet in het belang van het verkeer zou zÜn. Blijft de villa bestaan, dan zal dus óf een Ofgewenschte toestand bestendigd blijven, of een andere oplossing daarvan moeten worden bezocht. In dit laatste geval komt de zaak hier- °P neer, dat de gemeente Bloemendaal een huis hoopt en cadeau geeft aan de Busken Huet- stichting, om er een museum van te maken. Het is de vraag of dat juist zou zijn. Want het moge waar zijn, dat onder de Ouderen van het thans levende geslacht nog eenige vereerders van Busken Huet voorkomen, e®n volgende generatie zal Busken Huet nau welijks meer kennen. En waar gaan wij toch heen met het stich ten van al die musea, waarvan binnen twee Weken behalve de bestuursleden niemand meer het bestaan kent. Vooral in de laatste jaren verschijnen er weer t'eel van die stichtingen. Wij denken aan het museum-van Looy in Haarlem; aan het Tin- hbltmuseum in Bloemendaal; aan het oud heidkundig museum in Santpoort. Op zich zelf staande hebben deze stichtingen Weinig cultureele waarde; gezamenlijk zouden zh van een stad als Haarlem de wetenschap pelijke standing verhoogen. Zoolang particulieren voor dergelijke liefheb berijen geld over hebben, behoeft niemand zich daartegen te verzetten of druk over te maken, doch het ligt kwalijk op den weg van een Gemeentebestuur daar het geld van de gemeen schap aan te besteden. Donderdag 21 April Programma 1: Hilversum I Programma 2: Hilversum II Programma 3: 8.00 Keulen, 9.20 Pauze, 9.25 darijs Radio, 11.05 Radio PTT Nord, 12.20 Brus sel Ned., 1.20 Keulen, 2.20 Danmarks Radio, 3-20 Keulen, 4.20 Brussel Ned., 5.20 Londen R., ®-20 Keulen, 7.20 Weenen of diversen, 9.20 War schau of diversen, 10.10 Keulen (Stuttgart) n.20 Stuttgart. Programma 4: 8.00 Brussel Ned., 8.20 Diver- ben, 9.35 Londen Reg., 12.50 Droitwich, 2.10 parijs Radio, 2.35 Droitwich, 11.20 Danmarks Hadio. Programma 5: 8.007.00 Diversen. 7.00 Eigen Gramofoonplatenconcert1. Ungar Wein, 2. Die Schone Nachbarin, 3. Weinen und Lachen, 4. Es fiel ein Stern vom Himmel, 5. Vergiss mein hjcht, 6. Eine Nacht auf Java, 7. Tokayer, 8. kaffeeklatsch, 9. Pato, 10. Tusschenspel van Pianomuziek, piano Medley no. 11 Charley Kunz *E idem no. 14; vervolg Adalbert Lutter: 12. Ehmer lustig, Marie, 13. Gute Nacht, 14. Ja hei Nacht, 15. Leise klingt eine Melodie, 16. Hier ist eine Wohnung zu vermieten. 8.00—12.00 Diversen. Te Overveen zijn gisteren in het huwelijk getreden de heer W. J. M. Westerwoudt Jr., zoon van mr. dr. W. J. M. Westericoudt, een bekende figuur in financieele kringen en jkvrE. A. J. E. Schaeffer Edle von Wienwald Voor den Nederlandschen R. K. Land- arbeidersbond „St. Deus Dedit" is het van daag een bijzondere feestdag. De bonds voorzitter, de heer A. J. Loerakker, viert zyn zilveren jubileum als hoofdbestuurder. De dag begon met een plechtige H. Mis van dankbaarheid met „Te Deum" in de St. Liduinakerk aan den Rijksstraatweg te Haarlem. Deze H. Mis werd opgedragen door prof. A. Cleophas, Geestelijk Adviseur van den bond, met assistentie van de beide heerzoons van den jubilaris, kapelaan A. P. Loerakker te Amsterdam en pater Jac. A. Loerakker S.S.S. uit Baarlo. Om half een kwamen vele autoriteiten en andere genoodigden bijeen in een huldi gingsvergadering in het gebouw „St. Bavo" te Haarlem. De groote zaal van het gebouw St. Bavo was op zeer fraaie wijze versierd. Langs de wanden hingen Perzische tapijten en fraai gekleurde wapens. In het midden van de zaal was temid den van groen en bloemen 'n podium opgeslagen. Daarop namen naast den jubilaris o.a. plaats Z. Hoogw. Exc. Mgr. J. P. Huibers, Professor Cleophas, secretaris Bans en de leden van het Hoofdbestuur. Rondom het podium zaten op de eerste rij o.a. Deken Bosboom en F&stoor Kok, oud-adviseur, de heer De Bruyn, voorzitter van het R. K. Werkliedenverbond, mr. van Haastert, enz. Op het tooneel had een band plaats geno men die even half een het strijdlied inzette, dat door allen spontaan werd meegezongen. Toen Z. H. Exc. Mgr. J. P. Huibers, Bisschop van Haarlem, de zaal betreden had, werd hij welkom geheeten door den heer B. N. Loerak ker, die Mgr. namens den jubilaris en zijn fami lie hartelijk dankte voor Zijn tegenwoordigheid Spr. herinnerde aan het bezoek van Mgr. Aen- genent bij het zilveren jubileum van den bond. Diens woorden maakten op de eenvoudige land arbeiders zulk een begeesterenden indruk, dat daarover thans bij herhaling met groote voldoe ning wordt gesproken. Wanneer dit het geval was bij het feest van alle georganiseerde R. K. Landarbeiders, hoe groot zal hun dank dan wel zijn nu U, Mgr., ons de eer wilt aandoen op het feest van onzen leider aanwezig te zijn. Namens de vergadering verzocht spr. den Bis schop de kinderlijke dankbaarheid van allen wel te willen aanvaarden. Mgr. Huibers achtte het een vreugd en een trots dat Hij in de gelegenheid was den heer Loerakker geluk te wenschen op dit bijzondere feest en hem te bedanken voor al zijn werk. Gij hebt uw ziel en uw kracht gegeven voor de landarbeiders, aldus Mgr. Moeilijkheden hebt ge voor hen opgelost, maar de goede God heeft u een gezond inzicht gegeven en uw verstand verhelderd, u moed gegeven, u kracht geschon ken. Met rechtvaardigheid hebt ge geregeerd. En na 25 jaar mogen we constateeren hoeveel er bereikt is, hoe groot de beweging onder u is geworden. De Sylvesterorde, waarin Z. H. de Paus den jubileerenden voor zitter van den R. K. Landarbeiders- bond, den heer A. J. Loerakker, heeft opgenomen, is niet zeer be kend, zoodat wij eenige bijzonder heden laten volgen. Oorspronkelijk heette ze „Orde van de Gouden Spoor", ingesteld door Paus Gregorius XVI. In 1841 werd de naam veranderd in Syl vesterorde. De twee klassen, waar in ze verdeeld was, werden in 1905 door Paus Pius X vermeerderd tot drie, n.l. Groot-, Commandeurs- en Ridderkruis (ook de Nederland- sche Orde van den Ned. Leeuw is zoo verdeeld). Het onderscheidings- teeken is een gouden Malthezer- kruis met 't portret van Sylvester in het midden en met zilverstralen tusschen de balken. Gij hebt uw werk gedaan, nationaal, interna tionaal, sociaal en politiek en ge hebt het goed gedaan. Uw bond gaat crescendo, steeds gaat hij nog vooruit. Daarvoor moet ik u danken aldus Mgr. Maar als bisschop van dit diocees moet ill u meer zeggen. Ge hebt bij uw actie het stoffelijke niet uit het oog verloren, maar gij hebt de hoogere en geestelijke belangen voorop gesteld. Gij hebt geleefd en leiding gegeven volgens de echt-katholieke beginselen, volgens de pause lijke richtlijnen. Zoo hebt gij uw heele leven getoond als een leven van geloof, in uw gezin, in uw beweging, in heel het openbare leven. De mannen van uw bond zijn daardoor geworden echte, stoere ka tholieken. 20.000 hebt ge onder Gods vaan en leiding gebracht. Daarvoor brengen wij u ais bisschop hulde en dank. Maar ik moet het ook doen namens den H. Vader. Het heeft Z. H. den Paus behaagd, u naast het eerekruis Pro Ecclesia het ridderkruis te schenken verbonden aan de Orde van St. Sil vester. De Paus heeft u daardoor tot ridder geslagen. Mgr. Huibers speldde daarop de versierselen op. Daarna las Hij de breve voor, waarin de ver diensten van den jubilaris nog eens werden belicht. Nadat het langdurig applaus was bedaard, bood de Bisschop den ridder als eerste Zijn ge- lukwenschen aan. worden toegezonden „Moge gij als ridder zonder vrees en zonder blaam, blijven strijden voor God en Zijn Kerk" besloot Monseigneur. De geridderde dankte daarna ontroerd voor deze onderscheiding. Spr. heeft ontzaglijk veel zegen van God ontvangen, hij mocht zeer goede medewerkers om zich heen hebben en.de bond moest nu eenmaal een voorzitter hebben. Deze onderschei ding moge voor alle leden van den bond een spoorslag zijn om trouw te blijven aan den Paus dezer tijden, om een te blijven in geloof, een te blijven in organisatie. Nadat de bisschop zijn zegen had gegeven en was vertrokken, zong men „Aan U, o Koning der eeuwen". De tweede voorzitter van den bond, de heer B. N. Loerakker, sprak den feestvierende al lereerst toe. Na de hooge gasten alsmede afgevaardigden van den bestuursraad en andere vereenigingen en instellingen welkom te hebben geheeten, zei- de spr., dat de door den jubilaris gepresteer de arbeid in de afgeloopen 25 jaar te om vangrijk is, om in bijzonderheden te kunnen releveeren. Spr. wees vervolgens op het groote verschil in waardeering jegens den vrijgestelde vroeger en nu. In woord en geschrift heeft de jubilaris getracht de meeningen om te zetten zooals deze in de talrijke Pauselijke Zendbrie ven aan de wereld zijn voorgehouden. Er is veel ten gunste gewijzigd. En met voldoening stellen wij vast, aldus spr., dat gij daaraan het uwe ruimschoots hebt bijgedragen. Voorheen waren er zelfs priesters, die meen den de voorzichtigheid niet voldoende in acht te nemen indien zij den drempel van zoo'n „Rooie vrijgestelde" zouden overschrijden. En nu: in bijna alle plaatsen, waar de oond een afdeeling heeft, wordt een H. Mis opgedragen uit dankbaarheid voor dit jubileum, met warme instemming van de pastoors. Zelfs besloten in vele plaatsen de R. K. Werkgeversvereenigingen om voor het bijwonen van die H. Mis geen ver zuim in rekening te brengen. Wat een zielevreugde moeten u en uw echt- genoote hedenmorgen genoten hebben! Bij de door den bondsadviseur opgedragen plechtige H. Mis van dankbaarheid werd hij geassisteerd door uw beide priesterzonen, terwijl uw doch ter-religieuze in den geest het Te Deum heeft meegejubeld, waaraan ook uw overige kinderen voorbeelden van deugd voor zoovelen heb ben deelgenomen. En nu, na dit dank- en smeekgebed tot God, brengen wij u dank na mens de ca. 20.000 R. K. Landarbeiders en velen citeeren u van ganscher harte. Door de armoede, waarmede het meeren- deel van onze leden te kampen heeft, heb ben wy niets anders aan te bieden dan een dankbaar hart. Weinig is dit niet, want er is als het ware een wedstrijd gevoerd tus schen de afdeelingen om u bij deze gelegen heid een groot aantal nieuwe leden aan te bieden. Wij hadden gerekend op 1000 nieu we leden, maar dank zy den ijver en de toe wijding zijn het er 2000 geworden. Spr. herinnerde aan de moeilijkheden, die overwonnen moesten worden, en schetste de groote ontwikkeling, die de bond sedert de aan stelling van den heer Loerakker, dank zij diens activiteit, heeft doorgemaakt. Bij de aanstelling in 1913 was de bond (toen De heer A. J. Loerakker nog secretariaat) tamelijk onbekend. In West- Noordbrabant en Oost-Noord-Vlaanderen be haalde u successen, waarbij groote tegenwerking van werkgevers en invloedrijke personen over wonnen moest worden. De bloembollenstreek nam bij alle uitbreiding nog steeds een over wegende plaats in den bond in. Maar juist in deze streek was de verwarring bijzonder groot, waartoe de oorlogsjaren niet weinig medewerk ten. Daar moest zelfs een actie gevoerd wor den, om achterstallig loon voor de arbeiders uit betaald te krijgen. Spr. herinnerde dan aan de pogingen, die de voorzitter aanwendde om een werkloo- zenkas op te richten. Via de kinderziekten werd 21 Augustus 1919, dank zij minister Aalberse, het kasreglement van de Land arbeidersbonden goedgekeurd. Deze kas werkt nu ruim 18 jaar en alleen onze bond keerde uit 7.250.000. Uitvoerig ging spr. in op het historische jaar 1918, toen Troelstra zich vergiste. In het optreden van de R. K. Arbeidersbewe ging in die dagen stond de Jubilaris voor aan. Slechts een enkele is het bekend, al dus spr., wat de jubilaris in die dagen pres teerde, maar daarom is de waardeering voor den ingewijde des te grooter. Spoedig na die veelbewogen dagen werd ei contact gezocht tusschen de leiders van de verschillende R. K. sociale groepen, met tot resultaat, dat op 16 April 1919 een Paasch- manifest werd gepubliceerd, o.m. vermeldende: „ten einde het denkbeeld van de solidariteit te verwezenlijken, heeft de R. K. Vakbeweging een R. K. Centrale Raad van bedrijven gevormd met als onderdeel een algemeene R. K. Land bouw Bedrijfsraad met gewestelijke Bedrijfs- raden". Kennende de verhoudingen in den land- en tuinbouw, aldus spr., alsmede uw overwegenden invloed, stel ik vast, dat deze mooie sociale in stelling zooveel goeds heeft kunnen doen door uw tactvol optreden. Hoewel u moed toonde om de rechten van den arbeider door strijd te veroveren, bleef u ijveren voor een socialen vrede. Maar nooit werd een staking geprocla meerd zonder dat vooraf arbitrage werd aan geboden. Thans is de samenwerking tusschen werk geversbonden en arbeidersbonden in de land- en tuinbouwbedrijven zoo goed ge fundeerd, dat daardoor alleen reeds een sociale vrede verzekerd is. Spr. belichtte dan de journalistieke eigen schappen van den heer Loerakker. Ruim 20 jaai drukt hij zijn persoonlijken stempel op „De R.K. Landarbeider". Sociale, economische en cultu reele voorlichting wordt gegeven, maar het meest tot de volksziel sprekend is dit orgaan, wanneer het zich weren moet tegen agressief optreden. Door uw invloedrijke artikelen kwaamt gij in het parlement! In 1923 deed gij uw intrede in de Tweede Ka mer en in 1925 had men er u door het politieke advies weer uit willen wippen. Dit advies werd echter niet aanvaard en nog nooit hadden wij zoo 'n politieke activiteit bij de arbeiders meege maakt als in die dagen. Men heeft den smaad, hun socialen leider aangedaan, met één streek uitgewischt. Spr. herinnerde dan aan de districtsbijeen komsten, die door de groeiende organisatie noodzakelijk werden. Hier konden allerlei za ken binnenskamers behandeld worden. Onverschrokken hebt gij den strijd aangebon den tegen de sloopers van professie: de NS.B. en de K.D.P. Toen het Verbond het noodig oordeelde om deze gasten te royeeren, had de Landarbeidersbond deze cellenbouwers reeds lang buiten de deur gezet. Spr. wees dan nog op het lidmaatschap van den jubilaris van den Hoogen Raad van Arbeid, van den Raad van de Wieringermeer, op zijn afvaardiging naar de Internationale Arbeids- conferentie te Genève. Nu door wijziging in de denkbeelden alsmede door de economische verhoudingen minder geld voor strijd beschikbaar behoeft te worden ge steld, hebt gij niet geschroomd om het op nut tige wijze dienstbaar te maken aan onze mooie sociale beweging. In dit verband wees spr. op de uitkeering, welke gegeven werd aan zieke leden, die wegens werkloosheid geen aanspraak op de wettelijke ziekte-uitkeering kunnen ma ken. Alleen daaraan werd in de laatste 5 jaren ongeveer ƒ46.500 betaald. Spr. wees o.a. ook op de groote bedragen, welke uitgetrokken wor den om jeugdige arbeiders aan de beweging te binden. Van den jubilaris ging ook het initiatief uit tot stichting van het prachtige bondsgebouw aan de Zaanenstraat te Haarlem. Spr. bood namens allen een prachtig radio toestel aan. In eenige gevoelvolle woorden richtte hij zich daarna tot mevr. Loerakker, die zich omwille van den socialen arbeid van haar man zoovele opofferingen heeft moeten ge troosten. Ook zij ontving een fraai geschenk. Voor al uw arbeid, jubilaris, voor al uw zwoe gen voor de materieele, zedelijke en godsdien stige verheffing van den landarbeider, besloot spr., zeggen wij u hartelijk dank. Moge de goede God, Die u zooveel talenten heeft geschonken en die u zoo voortreffelijk hebt besteed, nog jaren met Zijn onmisbaren zegen gedenken. Namens het personeel bood de heer W. Th. A. van Beek gelukwenschen aan. Hij dankte voor alle zorgen, die de eerste verantwoorde lijke man van den bond aan het personeel wijd de en wees op den innigen band, die gesmeed is door het ideaal: de grootmaking en den uit bouw van den Landarbeidersbond. Spr. herin- nerde aan het oude bekrompen kantoortje in de Billitonstraat, waar de administratie ware veld slagen moest leveren, om dan de perfecte cen tralisatie in het nieuwe bondsgebouw te roe men. Het personeel bood twee fauteuils aan en zette mevrouw Loerakker in de bloemetjes. God spare u, besloot spr., nog lang voor elkan der, en voor uw gezin en voor den bond én voor diens personeel. In den Stadsschouwburg te Haarlem kwamen zeer vele genoodigden des namiddags om 6 uur bijeen ter bijwoning van een feestuitvoering door de R. K. Tooneelvereeniging „Ludamus" in samenwerking met het muziekgezelschap van Jan Nibbering. Opgevoerd werd „In het Witte Paard". Gisterenavond is een 69-jarige man, verpleegd in het Tehuis voor ouden van dagen aan èen Schotersingel, op de Jansbrug plotseling in el kaar gezakt. Hij werd bij omwonenden binnen gedragen, waar bleek, dat hij tengevolge van een hartverlamming was overleden. Het stoffe lijk overschot is naar het Tehuis voor ouden van dagen overgebracht. In de gisterenavond gehouden vergadering van de Haarlemsche Handelsvereeniging is tot bestuurslid benoemd de heer J. G. Hoffmann. De heer J. Klerk werd bedankt voor zijn ijve ren voor den middenstand. Een geldleenir.g van ƒ7000 werd tegen 4 pCt. aangegaan voor het gekochte perceel Wilhelminastraat 3, waarnaar de zetel van de Vereeniging verplaatst zal wor den. Het programma van de Orgelbespeling in de Groote- of St. Bavokerk te Haarlem, op Don derdag 21 April 1938, des namiddags van 34 uur, door den heer Gé Michels, vermeldt: L Preludium und Fuge D gr. t., J. S. Bach; II. Consolation, M. Reger; III. Prelude, G. Piemé; IV. Sonata da Chiesa, H. Andriessen; V. Cho ral III, C. Franck. Het programma voor de kampioenscompetitie voor a.s. Zondag luidt als volgt: HBCBrabantia WH—VOSTA De ontmoeting HBCBrabantia vooral is zeer belangrijk, omdat beide met drie punten uit twee wedstrijden uitstekend zijn gestart en dus vcorloopig kan beslist worden wie de leiding houdt in deze belangrijke competitie. Voorts wordt het optreden van de jongste kampioenen, VOSTA van de Oostelijke afdeeling belangstel lend tegemoet zien in den eersten wedstrijd tegen WH in Heerlen. VENCENTIUS VRAAGT, WAT U NIET MEER DRAAGT, HELP ONS VEEL NOOD TE KEEREN MET UW GEBRUIKTE KLEEREN. NIEUWE GROENMARKT No. 22 OF TELEFOON 11018 Bewerkt naar het Fransch door CHRISTINE KAMP „Ik bedoel niet werkloos, miss Mac-Rae, ver ■"an daar. Niemand meer dan ik haat de luiheid. Maar er zijn sommige werken, die den geest °ntspannen, sommige ernstige genoegens geven tegelijk een rust aan het lichaam en aan de verstandelijke vermogensMaar, dat is met juffrouw Julia niet het geval. Zij houdt zich Voortdurend bezig met haar werkzaamheden zonder er aan te denken, dat mogelijk op den oen of anderen dag haar krachten te kort kun- hen schieten. Wat denkt u er van, dokter Brice?" „U heeft gelijk, u is inderdaad een uitste kend menschenkenneres.... en ik zou Julia wil len aanraden om te doen, wat u zegt," zei lachend dr. James. „De groote fout in deze familie schijnt mij daarin te, bestaan, dat er te veel gewerkt wordt.... Hoor je, wat ik zeg, Marian Miss Mac-Rae haalde even de schouders op, toen zij antwoordde: „Ik houd altijd rekening Jhet mijn kracht en ga die niet te boven. werkzaamhedenzijn voor mij een genot, ik zou er niet buiten kunnen, evenmin als Julia gelukkig zou kunnen zijn, als zij geen kleine kinderen te verzorgen had, kleeren te verstellen, les te geven aan onwetende, domme leerlingen." Haar stem was zoo scherp geworden, dat John Bretland haar verwonderd aankeek en zei: „Te oordeelen naar uw uitdrukking, zijn dat geen bezigheden, die u behagen, mis Mac-Rae?" Marian fronste even haar mooi voorhoofd, terwijl zij een ontkennend gebaar met de hand maakte. Er was een schaduw gekomen op het beweeglijke gelaat van James Brice, in zijn prachtige donkere oogen, waar geen ernstige ge dachten schenen te schuilen. Lanzaam zei hij: „Neen, dat soort werk is niet voor Marian ge maakt. Iedereen heeft zijn karakter en daaraan kunnen wij niet veel veranderen." John antwoordde niet, maar zijn blik vestigde zich een oogenblik op het jurkje van Molly, dat Julia aan het naaien was. Misschien vroeg hij zich af of de smaak, het karakter van Julia haar onweerstaanbaar hadden getrokken naar die ernstige plichten, dat bijna slafelijk werk... of het jonge meisje geen harden strijd had te voeren gehad om haar eigenlijke neigingen te onderdrukken. Toen hij den blik afwendde zag hij de groote, blauwe oogen van Lily op zich gevestigd. De eenigszins gedempte stem van het jonge meisje liet zich hooren: „Och, Mijnheer Bretland, zou ik u mogen verzoeken eens mijn teekeningen te bekijken.... U zult uw goede raadgevingen niet weigeren aan aoo'n onhandig kipd, ajs4k, ben." John zette zich op een stoel naast Lily. Aan den anderen kant van de tafel babbelde dr. Brice met Marian, Tony plaagde Cecile en Ambroos, Arthur was bezig met een pop, die Molly hem bracht, een beetje te repareeren. Het kleine meisje had zich genesteld tegen de knie van haar ouderen broer. Bij den haard stond nog altijd dr. Mac-Rae onbeweeglijk voor zich uit te kijken. „Wel, miss Lily, wat heb je een vorderingen gemaakt," zei Bretland, terwijl hij zich over de teekening boog. „Waar is de tijd gebleven, dat je je afschuwelijke krabbels triomfantelijk mij ter beoordeeling voorlegde.... Miss Julia heeft een uitstekende leerling aan je." „Des te beter, dat kan haar een beetje de moeite vergoeden, die zij zich voor mij geeft," fluisterde Lily heel zachtjes. „Die lieve Julia, wat heeft zij al niet voor mij gedaanIk kan ze niet tellen de nachten, die zij aan mijn bed heeft doorgebracht, toen ik ziek was." „Dat is alles voorbij, lieve kind," zei Julia, hevig blozend. „Het is een geluk voor my je te verzorgen." „Ja, dat is het. Je hebt altyd je plichten en het welzijn van anderen geplaatst vóór je per soonlek belang. Daarom ben je nu ook gelukkig, gelukkiger dan menig ander, gelukkiger ook dan Marian," voegde zy er heel zachtjes aan toe. „zy zoekt alleen haar eigen voldoening, jy traent het geluk te bevorderen van je omgeving." „Lily, je spreekt kwaad van je zuster, zy is goedhartig en zou ook in staat zyn zich aan anderen te wijden." ven om het leven van een der onzen te redden, zij zal stipt haar plicht vervullen hoe dan ook. Maar vraag haar niet zich eenige zelfver loochening te getroosten, die door niemand wordt opgemerkt, ook niet die teedere liefde, die het leven zoo heeriyk maakt.... Arme Marian," fluisterde Lily peinzend, „ik wenschte, dat zij op jou geleek!" „Kom, kom, vertel toch niet zoo'n on&in!" zei Julia, probeerende om heel streng te kyken. „Gelukkig weet mijnheer Bretland wel, dat je liefde voor mij je doet overdrijven." „Ja, ja, ik weet het, ik ken u wel zoo'n beetje, miss Julia," zei hij ernstig en veelbeteekenend. Lily glimlachte, haar oogen straalden en nu kwam er een vurige blos op het gelaat van miss Löwenstein. zy boog opeens het hoofd diep over haar werk en eenige minuten bleef het stil in hun hoekje. Om die stilte te breken zei Julia opeens met een heel andere stem: „Mijnheer Bretland, u had uw zuster Anny vanavond moeten meebrengen. Lily en de andere kinderen houden zooveel van haar." „Ik heb er wel aan gedacht, maar Anny was naar haar oudste zuster gegaan. Dat zal voor een anderen keer zijn. Anny vindt het ook een buitengewoon pleizier om hier te komen. Maar nu heeft u mij doen denken aan een belangrijke boodschap, die ik moet overbrengen. Moeder geeft Dinsdag een heel intiem partijtje voor de vriendinnen van myn zusje en zy zou graag heb ben, dat miss Lily kwam om voor ons een van die mooie pianostukken te spelen, die zij zoo goed weet uit te voeren.'' „Zeg aan mevrouw Bretland," antwoordde het jonge meisje, „dat ik graag van haar uitnoodi- ging gebruik zal maken. Ten minste, als papa my verlof daartoe geeft." „Zeker, ik geef je permissie, maar je moet je niet vermoeien," zei een ernstige stem. Het was dokter Mac-Rae, die eenige oogenblikken tevoren achter den stoel van zyn dochter was gaan staan. Nu was zijn gelaat volop in het licht, zoodat men zyn oogen kon zien, diep blauw, als die van Marian, vreemde oogen in dat magere, bleeke gelaat. Dat was ook de eenige ge- ïykenis met zijn dochter, want hij was klein van gestalte. „Dus zal ik aan mijn moeder zeggen, dat zij op u kan rekenen, miss Lily.... en op u ook, miss Julia?" „O, ikzei Julia protesteerend. „U weet toch wel, dat ik niet zoo maar uren van mijn dagtaak kan afnemen." „Voor een enkelen keer zult u toch wel eens een beetje vry kunnen nemen. Niet waar dok ter, dat kan zy toch wel doen, dat zal toch niet hinderen?" „O zeker.zij is vrij, volkomen vry," ant woordde dokter Mac-Rae op dien afgemeten toon, die hem eigen was. „Julia heeft altyd weten te onderscheiden, waar haar plicht te vinden was, daarop heb ik haar nooit moeten wijzen." Dat leek op een compliment, een erkenning van de toewijding van Julia. Waarom leek het John Bretland als een verpletterende last op dat jonge, gebogen hoofd? Had dokter Mac-Rae niet sedert lang begre pen, dat het vervullen van den plicht, de kieschheid en de dankbaarheid Julia veel ster ker hechtten aan haar taak, dan de zwaarste ketenen hadden kunnen doen? Dat de vrij heid, die het jonge meisje gelaten werd, haar sterker gevangen hield.O, ja, zij was vry, absoluut vrij! Je gaat met mü mee, je zult er wel toe be sluiten, Julia," vleide Lilly, maar op een toon, alsof zy te voren wist, dat het vergeefsch zou zyn en wat het resultaat zou wezen van de overdenking, die Julia in haar geest daarover zou houden. „Reken er niet op.neen, reken er maar niet op. Ik heb juist Dinsdag een heelen mid dag les te geven." Zy sprak heel kalm en in haar oogen was geen spoor van spyt of teleurstelling te vinden. De dagelyksche opoffering van haar neigingen had haar krachtig gemaakt, zonder haar iets te ontnemen van haar teederheid van gemoed en haar medelijden voor de kleine verdrietelyk- heden van anderen, zonder in haar die bloem der jeugd, die spontaneïteit, die kalme en zachte opgeruimdheid aan te tasten, die haar speciale charme waren. „Ik hoop dan maar, dat wy een anderen keer gelukkiger zullen zijn," zei mijnheer Bretland op spijtigen toon. „Maar komaan, het is half zes, tyd om naar huis te gaan.... Ga je mee, Brice?" „Zeker, het moet wel, want ik moet nog naar twee zieken....7 (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 5