STAD
De ziel van St. Deus Dedit
KREYMBORG
REMBRANDT
HUDSON
MERCEDES
REMBRANDT
h
r
De stervende zwaan
ED. KIMMAN CO.
De stervende zwaan
I
een
oogstaande vrouw
A. J. LOERAKKER
GEHULDIGD
P. H. BORGHOUTS
.J
TERRAPLANE
2CYL. D.K.W. 4 CYL.
WOENSDAG 20 APRIL 1938
Een Busken Huet-
stichting
Programma Radio-Centrale
8
Hoe hij de groote figuur werd in
de R.K. Arbeidersbeweging
en Landarbeidersbond
Onderscheiden met de
St. Sylvesterorde
Ontvangst Mgr. Huibers
Rede Mgr. Huibers
De St. Sylvesterorde
V.
GROOTE MARKT 5—7
MAKELAAR IN
ONROERENDE GOEDEREN
Kenaustraat 5b - Tel. 17130
(LA MORT DU CYGNE)
KOMT A.S. VRIJDAG IN
De Bedrijfsraad
„112" „6" „8"
N.V. Haarl. Rijwiel- en Automob. Mij.
Zijlweg 35 - Haarlem - Tel. 11906
AAN HARTVERLAMMING
OVERLEDEN
Haarlemsche Handelsvereeniging
Orgelconcert
l.V.C.B.
DE KAMPIOENSCOMPETITIE
Het programma voor Zondag a.s.
(LA MORT DU CYGNE)
KOMT A.S. VRIJDAG IN
ook?,-De arbeid... ik bedoel, sommige.
oftöaar lattier, Zij zgu
Wij hebben gemeld, dat B. en W. van Bloe
mendaal voorstellen villa „Sorgh-vliet" aan te
Imopen en haar te doen sloopen om den Bloe-
mendaalschenweg te verbreeden. Villa „Sorgh-
vliet" wekt herinneringen aan den literator
®usken Huet, die daar eenige jaren gewoond
heeft en zoo is het eigenlijk niet te verwon
deren, dat er mensehen zijn, die zich tegen
slooping verzetten.
Er is, zoo meldt het „Algemeen Handelsblad",
°P 26 October van het vorige jaar te Bloemen
dal een „Busken Huet-stichting" opgericht.
Oprichters waren J. P. van den Bosch, binnen
huisarchitect, J. D. Rutgers van der Loeff, oud
directeur der stadsbibliotheek te Haarlem, en
mr. P. Tideman, advocaat, allen gevestigd te
Eloemendaal. Zij beoogden het bijeen brengen
dn eenige meubelen, boeken en andere voor
werpen met hetgeen later door schenking,
bankoop of legateering zal zijn te verkrijgen
0tn die, onder behoorlijk bestuur, te doen strek
hen ter eere van de nagedachtenis van Con
rad Busken Huet. En om door het onderbren
gen van diens letterkundige werken in een
haar toe geëigende onder bepaalde voorwaarden
°ok voor het publiek toegankelijke verblijfplaats,
het verzamelen van andere met het leven en
Werken van Busken Huet verband houdende
dorwerpen en bescheiden, de herinnering aan
hezen Nederlander levendig te houden. De
stichting wil bovendien bijeen brengen histo
rische verzamelingen en gegevens betreffende
Eennemerland in het algemeen en Bloemendaal
hi het bijzonder.
Deze stichting ijvert thans om vernietiging
*an villa Sorgh-vliet te voorkomen en daar een
Soort musea te vestigen.
Natuurlijk zouden B. en W. van Bloemendaal
hiet voorstellen om Sorgh-vliet af te breken,
Sis dat niet in het belang van het verkeer zou
zÜn. Blijft de villa bestaan, dan zal dus óf een
Ofgewenschte toestand bestendigd blijven, of
een andere oplossing daarvan moeten worden
bezocht. In dit laatste geval komt de zaak hier-
°P neer, dat de gemeente Bloemendaal een huis
hoopt en cadeau geeft aan de Busken Huet-
stichting, om er een museum van te maken.
Het is de vraag of dat juist zou zijn.
Want het moge waar zijn, dat onder de
Ouderen van het thans levende geslacht nog
eenige vereerders van Busken Huet voorkomen,
e®n volgende generatie zal Busken Huet nau
welijks meer kennen.
En waar gaan wij toch heen met het stich
ten van al die musea, waarvan binnen twee
Weken behalve de bestuursleden niemand meer
het bestaan kent.
Vooral in de laatste jaren verschijnen er weer
t'eel van die stichtingen. Wij denken aan het
museum-van Looy in Haarlem; aan het Tin-
hbltmuseum in Bloemendaal; aan het oud
heidkundig museum in Santpoort.
Op zich zelf staande hebben deze stichtingen
Weinig cultureele waarde; gezamenlijk zouden
zh van een stad als Haarlem de wetenschap
pelijke standing verhoogen.
Zoolang particulieren voor dergelijke liefheb
berijen geld over hebben, behoeft niemand zich
daartegen te verzetten of druk over te maken,
doch het ligt kwalijk op den weg van een
Gemeentebestuur daar het geld van de gemeen
schap aan te besteden.
Donderdag 21 April
Programma 1: Hilversum I
Programma 2: Hilversum II
Programma 3: 8.00 Keulen, 9.20 Pauze, 9.25
darijs Radio, 11.05 Radio PTT Nord, 12.20 Brus
sel Ned., 1.20 Keulen, 2.20 Danmarks Radio,
3-20 Keulen, 4.20 Brussel Ned., 5.20 Londen R.,
®-20 Keulen, 7.20 Weenen of diversen, 9.20 War
schau of diversen, 10.10 Keulen (Stuttgart)
n.20 Stuttgart.
Programma 4: 8.00 Brussel Ned., 8.20 Diver-
ben, 9.35 Londen Reg., 12.50 Droitwich, 2.10
parijs Radio, 2.35 Droitwich, 11.20 Danmarks
Hadio.
Programma 5: 8.007.00 Diversen. 7.00 Eigen
Gramofoonplatenconcert1. Ungar Wein, 2. Die
Schone Nachbarin, 3. Weinen und Lachen, 4.
Es fiel ein Stern vom Himmel, 5. Vergiss mein
hjcht, 6. Eine Nacht auf Java, 7. Tokayer, 8.
kaffeeklatsch, 9. Pato, 10. Tusschenspel van
Pianomuziek, piano Medley no. 11 Charley Kunz
*E idem no. 14; vervolg Adalbert Lutter: 12.
Ehmer lustig, Marie, 13. Gute Nacht, 14. Ja
hei Nacht, 15. Leise klingt eine Melodie, 16.
Hier ist eine Wohnung zu vermieten. 8.00—12.00
Diversen.
Te Overveen zijn gisteren in het huwelijk getreden de heer W. J. M. Westerwoudt
Jr., zoon van mr. dr. W. J. M. Westericoudt, een bekende figuur in financieele
kringen en jkvrE. A. J. E. Schaeffer Edle von Wienwald
Voor den Nederlandschen R. K. Land-
arbeidersbond „St. Deus Dedit" is het van
daag een bijzondere feestdag. De bonds
voorzitter, de heer A. J. Loerakker, viert
zyn zilveren jubileum als hoofdbestuurder.
De dag begon met een plechtige H. Mis
van dankbaarheid met „Te Deum" in de St.
Liduinakerk aan den Rijksstraatweg te
Haarlem. Deze H. Mis werd opgedragen
door prof. A. Cleophas, Geestelijk Adviseur
van den bond, met assistentie van de beide
heerzoons van den jubilaris, kapelaan A. P.
Loerakker te Amsterdam en pater Jac. A.
Loerakker S.S.S. uit Baarlo.
Om half een kwamen vele autoriteiten en
andere genoodigden bijeen in een huldi
gingsvergadering in het gebouw „St. Bavo"
te Haarlem.
De groote zaal van het gebouw St. Bavo was
op zeer fraaie wijze versierd. Langs de wanden
hingen Perzische tapijten en fraai gekleurde
wapens. In het midden van de zaal was temid
den van groen en bloemen 'n podium opgeslagen.
Daarop namen naast den jubilaris o.a. plaats
Z. Hoogw. Exc. Mgr. J. P. Huibers, Professor
Cleophas, secretaris Bans en de leden van het
Hoofdbestuur. Rondom het podium zaten op de
eerste rij o.a. Deken Bosboom en F&stoor Kok,
oud-adviseur, de heer De Bruyn, voorzitter van
het R. K. Werkliedenverbond, mr. van Haastert,
enz. Op het tooneel had een band plaats geno
men die even half een het strijdlied inzette, dat
door allen spontaan werd meegezongen.
Toen Z. H. Exc. Mgr. J. P. Huibers, Bisschop
van Haarlem, de zaal betreden had, werd hij
welkom geheeten door den heer B. N. Loerak
ker, die Mgr. namens den jubilaris en zijn fami
lie hartelijk dankte voor Zijn tegenwoordigheid
Spr. herinnerde aan het bezoek van Mgr. Aen-
genent bij het zilveren jubileum van den bond.
Diens woorden maakten op de eenvoudige land
arbeiders zulk een begeesterenden indruk, dat
daarover thans bij herhaling met groote voldoe
ning wordt gesproken. Wanneer dit het geval
was bij het feest van alle georganiseerde R. K.
Landarbeiders, hoe groot zal hun dank dan
wel zijn nu U, Mgr., ons de eer wilt aandoen
op het feest van onzen leider aanwezig te zijn.
Namens de vergadering verzocht spr. den Bis
schop de kinderlijke dankbaarheid van allen
wel te willen aanvaarden.
Mgr. Huibers achtte het een vreugd en een
trots dat Hij in de gelegenheid was den heer
Loerakker geluk te wenschen op dit bijzondere
feest en hem te bedanken voor al zijn werk.
Gij hebt uw ziel en uw kracht gegeven voor
de landarbeiders, aldus Mgr. Moeilijkheden hebt
ge voor hen opgelost, maar de goede God heeft
u een gezond inzicht gegeven en uw verstand
verhelderd, u moed gegeven, u kracht geschon
ken. Met rechtvaardigheid hebt ge geregeerd.
En na 25 jaar mogen we constateeren hoeveel
er bereikt is, hoe groot de beweging onder u is
geworden.
De Sylvesterorde, waarin Z. H.
de Paus den jubileerenden voor
zitter van den R. K. Landarbeiders-
bond, den heer A. J. Loerakker,
heeft opgenomen, is niet zeer be
kend, zoodat wij eenige bijzonder
heden laten volgen.
Oorspronkelijk heette ze „Orde
van de Gouden Spoor", ingesteld
door Paus Gregorius XVI. In 1841
werd de naam veranderd in Syl
vesterorde. De twee klassen, waar
in ze verdeeld was, werden in 1905
door Paus Pius X vermeerderd tot
drie, n.l. Groot-, Commandeurs-
en Ridderkruis (ook de Nederland-
sche Orde van den Ned. Leeuw is
zoo verdeeld). Het onderscheidings-
teeken is een gouden Malthezer-
kruis met 't portret van Sylvester in
het midden en met zilverstralen
tusschen de balken.
Gij hebt uw werk gedaan, nationaal, interna
tionaal, sociaal en politiek en ge hebt het goed
gedaan. Uw bond gaat crescendo, steeds gaat
hij nog vooruit. Daarvoor moet ik u danken
aldus Mgr.
Maar als bisschop van dit diocees moet ill u
meer zeggen. Ge hebt bij uw actie het stoffelijke
niet uit het oog verloren, maar gij hebt de
hoogere en geestelijke belangen voorop gesteld.
Gij hebt geleefd en leiding gegeven volgens de
echt-katholieke beginselen, volgens de pause
lijke richtlijnen.
Zoo hebt gij uw heele leven getoond als een
leven van geloof, in uw gezin, in uw beweging,
in heel het openbare leven. De mannen van uw
bond zijn daardoor geworden echte, stoere ka
tholieken. 20.000 hebt ge onder Gods vaan en
leiding gebracht. Daarvoor brengen wij u ais
bisschop hulde en dank. Maar ik moet het ook
doen namens den H. Vader.
Het heeft Z. H. den Paus behaagd, u naast
het eerekruis Pro Ecclesia het ridderkruis te
schenken verbonden aan de Orde van St. Sil
vester. De Paus heeft u daardoor tot ridder
geslagen.
Mgr. Huibers speldde daarop de versierselen
op.
Daarna las Hij de breve voor, waarin de ver
diensten van den jubilaris nog eens werden
belicht.
Nadat het langdurig applaus was bedaard,
bood de Bisschop den ridder als eerste Zijn ge-
lukwenschen aan.
worden
toegezonden
„Moge gij als ridder zonder vrees en zonder
blaam, blijven strijden voor God en Zijn Kerk"
besloot Monseigneur.
De geridderde dankte daarna ontroerd voor
deze onderscheiding.
Spr. heeft ontzaglijk veel zegen van God
ontvangen, hij mocht zeer goede medewerkers
om zich heen hebben en.de bond moest nu
eenmaal een voorzitter hebben. Deze onderschei
ding moge voor alle leden van den bond een
spoorslag zijn om trouw te blijven aan den Paus
dezer tijden, om een te blijven in geloof, een te
blijven in organisatie.
Nadat de bisschop zijn zegen had gegeven en
was vertrokken, zong men „Aan U, o Koning
der eeuwen".
De tweede voorzitter van den bond, de heer
B. N. Loerakker, sprak den feestvierende al
lereerst toe.
Na de hooge gasten alsmede afgevaardigden
van den bestuursraad en andere vereenigingen
en instellingen welkom te hebben geheeten, zei-
de spr., dat de door den jubilaris gepresteer
de arbeid in de afgeloopen 25 jaar te om
vangrijk is, om in bijzonderheden te kunnen
releveeren. Spr. wees vervolgens op het groote
verschil in waardeering jegens den vrijgestelde
vroeger en nu. In woord en geschrift heeft de
jubilaris getracht de meeningen om te zetten
zooals deze in de talrijke Pauselijke Zendbrie
ven aan de wereld zijn voorgehouden. Er is veel
ten gunste gewijzigd. En met voldoening stellen
wij vast, aldus spr., dat gij daaraan het uwe
ruimschoots hebt bijgedragen.
Voorheen waren er zelfs priesters, die meen
den de voorzichtigheid niet voldoende in acht
te nemen indien zij den drempel van zoo'n
„Rooie vrijgestelde" zouden overschrijden. En
nu: in bijna alle plaatsen, waar de oond een
afdeeling heeft, wordt een H. Mis opgedragen
uit dankbaarheid voor dit jubileum, met warme
instemming van de pastoors. Zelfs besloten in
vele plaatsen de R. K. Werkgeversvereenigingen
om voor het bijwonen van die H. Mis geen ver
zuim in rekening te brengen.
Wat een zielevreugde moeten u en uw echt-
genoote hedenmorgen genoten hebben! Bij de
door den bondsadviseur opgedragen plechtige
H. Mis van dankbaarheid werd hij geassisteerd
door uw beide priesterzonen, terwijl uw doch
ter-religieuze in den geest het Te Deum heeft
meegejubeld, waaraan ook uw overige kinderen
voorbeelden van deugd voor zoovelen heb
ben deelgenomen. En nu, na dit dank- en
smeekgebed tot God, brengen wij u dank na
mens de ca. 20.000 R. K. Landarbeiders en
velen citeeren u van ganscher harte.
Door de armoede, waarmede het meeren-
deel van onze leden te kampen heeft, heb
ben wy niets anders aan te bieden dan een
dankbaar hart. Weinig is dit niet, want er
is als het ware een wedstrijd gevoerd tus
schen de afdeelingen om u bij deze gelegen
heid een groot aantal nieuwe leden aan te
bieden. Wij hadden gerekend op 1000 nieu
we leden, maar dank zy den ijver en de toe
wijding zijn het er 2000 geworden.
Spr. herinnerde aan de moeilijkheden, die
overwonnen moesten worden, en schetste de
groote ontwikkeling, die de bond sedert de aan
stelling van den heer Loerakker, dank zij diens
activiteit, heeft doorgemaakt.
Bij de aanstelling in 1913 was de bond (toen
De heer A. J. Loerakker
nog secretariaat) tamelijk onbekend. In West-
Noordbrabant en Oost-Noord-Vlaanderen be
haalde u successen, waarbij groote tegenwerking
van werkgevers en invloedrijke personen over
wonnen moest worden. De bloembollenstreek
nam bij alle uitbreiding nog steeds een over
wegende plaats in den bond in. Maar juist in
deze streek was de verwarring bijzonder groot,
waartoe de oorlogsjaren niet weinig medewerk
ten. Daar moest zelfs een actie gevoerd wor
den, om achterstallig loon voor de arbeiders uit
betaald te krijgen.
Spr. herinnerde dan aan de pogingen, die
de voorzitter aanwendde om een werkloo-
zenkas op te richten. Via de kinderziekten
werd 21 Augustus 1919, dank zij minister
Aalberse, het kasreglement van de Land
arbeidersbonden goedgekeurd. Deze kas
werkt nu ruim 18 jaar en alleen onze bond
keerde uit 7.250.000.
Uitvoerig ging spr. in op het historische
jaar 1918, toen Troelstra zich vergiste. In
het optreden van de R. K. Arbeidersbewe
ging in die dagen stond de Jubilaris voor
aan. Slechts een enkele is het bekend, al
dus spr., wat de jubilaris in die dagen pres
teerde, maar daarom is de waardeering
voor den ingewijde des te grooter.
Spoedig na die veelbewogen dagen werd ei
contact gezocht tusschen de leiders van de
verschillende R. K. sociale groepen, met tot
resultaat, dat op 16 April 1919 een Paasch-
manifest werd gepubliceerd, o.m. vermeldende:
„ten einde het denkbeeld van de solidariteit te
verwezenlijken, heeft de R. K. Vakbeweging een
R. K. Centrale Raad van bedrijven gevormd
met als onderdeel een algemeene R. K. Land
bouw Bedrijfsraad met gewestelijke Bedrijfs-
raden".
Kennende de verhoudingen in den land- en
tuinbouw, aldus spr., alsmede uw overwegenden
invloed, stel ik vast, dat deze mooie sociale in
stelling zooveel goeds heeft kunnen doen door
uw tactvol optreden. Hoewel u moed toonde
om de rechten van den arbeider door strijd te
veroveren, bleef u ijveren voor een socialen
vrede. Maar nooit werd een staking geprocla
meerd zonder dat vooraf arbitrage werd aan
geboden.
Thans is de samenwerking tusschen werk
geversbonden en arbeidersbonden in de
land- en tuinbouwbedrijven zoo goed ge
fundeerd, dat daardoor alleen reeds een
sociale vrede verzekerd is.
Spr. belichtte dan de journalistieke eigen
schappen van den heer Loerakker. Ruim 20 jaai
drukt hij zijn persoonlijken stempel op „De R.K.
Landarbeider". Sociale, economische en cultu
reele voorlichting wordt gegeven, maar het
meest tot de volksziel sprekend is dit orgaan,
wanneer het zich weren moet tegen agressief
optreden. Door uw invloedrijke artikelen
kwaamt gij in het parlement!
In 1923 deed gij uw intrede in de Tweede Ka
mer en in 1925 had men er u door het politieke
advies weer uit willen wippen. Dit advies werd
echter niet aanvaard en nog nooit hadden wij
zoo 'n politieke activiteit bij de arbeiders meege
maakt als in die dagen. Men heeft den smaad,
hun socialen leider aangedaan, met één streek
uitgewischt.
Spr. herinnerde dan aan de districtsbijeen
komsten, die door de groeiende organisatie
noodzakelijk werden. Hier konden allerlei za
ken binnenskamers behandeld worden.
Onverschrokken hebt gij den strijd aangebon
den tegen de sloopers van professie: de NS.B.
en de K.D.P. Toen het Verbond het noodig
oordeelde om deze gasten te royeeren, had de
Landarbeidersbond deze cellenbouwers reeds
lang buiten de deur gezet.
Spr. wees dan nog op het lidmaatschap van
den jubilaris van den Hoogen Raad van Arbeid,
van den Raad van de Wieringermeer, op zijn
afvaardiging naar de Internationale Arbeids-
conferentie te Genève.
Nu door wijziging in de denkbeelden alsmede
door de economische verhoudingen minder geld
voor strijd beschikbaar behoeft te worden ge
steld, hebt gij niet geschroomd om het op nut
tige wijze dienstbaar te maken aan onze mooie
sociale beweging. In dit verband wees spr. op
de uitkeering, welke gegeven werd aan zieke
leden, die wegens werkloosheid geen aanspraak
op de wettelijke ziekte-uitkeering kunnen ma
ken. Alleen daaraan werd in de laatste 5 jaren
ongeveer ƒ46.500 betaald. Spr. wees o.a. ook op
de groote bedragen, welke uitgetrokken wor
den om jeugdige arbeiders aan de beweging te
binden.
Van den jubilaris ging ook het initiatief uit
tot stichting van het prachtige bondsgebouw
aan de Zaanenstraat te Haarlem.
Spr. bood namens allen een prachtig radio
toestel aan. In eenige gevoelvolle woorden
richtte hij zich daarna tot mevr. Loerakker, die
zich omwille van den socialen arbeid van haar
man zoovele opofferingen heeft moeten ge
troosten. Ook zij ontving een fraai geschenk.
Voor al uw arbeid, jubilaris, voor al uw zwoe
gen voor de materieele, zedelijke en godsdien
stige verheffing van den landarbeider, besloot
spr., zeggen wij u hartelijk dank. Moge de goede
God, Die u zooveel talenten heeft geschonken
en die u zoo voortreffelijk hebt besteed, nog
jaren met Zijn onmisbaren zegen gedenken.
Namens het personeel bood de heer W. Th.
A. van Beek gelukwenschen aan. Hij dankte
voor alle zorgen, die de eerste verantwoorde
lijke man van den bond aan het personeel wijd
de en wees op den innigen band, die gesmeed
is door het ideaal: de grootmaking en den uit
bouw van den Landarbeidersbond. Spr. herin-
nerde aan het oude bekrompen kantoortje in de
Billitonstraat, waar de administratie ware veld
slagen moest leveren, om dan de perfecte cen
tralisatie in het nieuwe bondsgebouw te roe
men. Het personeel bood twee fauteuils aan en
zette mevrouw Loerakker in de bloemetjes.
God spare u, besloot spr., nog lang voor elkan
der, en voor uw gezin en voor den bond én
voor diens personeel.
In den Stadsschouwburg te Haarlem kwamen
zeer vele genoodigden des namiddags om 6 uur
bijeen ter bijwoning van een feestuitvoering
door de R. K. Tooneelvereeniging „Ludamus"
in samenwerking met het muziekgezelschap
van Jan Nibbering. Opgevoerd werd „In het
Witte Paard".
Gisterenavond is een 69-jarige man, verpleegd
in het Tehuis voor ouden van dagen aan èen
Schotersingel, op de Jansbrug plotseling in el
kaar gezakt. Hij werd bij omwonenden binnen
gedragen, waar bleek, dat hij tengevolge van
een hartverlamming was overleden. Het stoffe
lijk overschot is naar het Tehuis voor ouden
van dagen overgebracht.
In de gisterenavond gehouden vergadering
van de Haarlemsche Handelsvereeniging is tot
bestuurslid benoemd de heer J. G. Hoffmann.
De heer J. Klerk werd bedankt voor zijn ijve
ren voor den middenstand. Een geldleenir.g van
ƒ7000 werd tegen 4 pCt. aangegaan voor het
gekochte perceel Wilhelminastraat 3, waarnaar
de zetel van de Vereeniging verplaatst zal wor
den.
Het programma van de Orgelbespeling in de
Groote- of St. Bavokerk te Haarlem, op Don
derdag 21 April 1938, des namiddags van 34
uur, door den heer Gé Michels, vermeldt: L
Preludium und Fuge D gr. t., J. S. Bach; II.
Consolation, M. Reger; III. Prelude, G. Piemé;
IV. Sonata da Chiesa, H. Andriessen; V. Cho
ral III, C. Franck.
Het programma voor de kampioenscompetitie
voor a.s. Zondag luidt als volgt:
HBCBrabantia
WH—VOSTA
De ontmoeting HBCBrabantia vooral is zeer
belangrijk, omdat beide met drie punten uit
twee wedstrijden uitstekend zijn gestart en dus
vcorloopig kan beslist worden wie de leiding
houdt in deze belangrijke competitie. Voorts
wordt het optreden van de jongste kampioenen,
VOSTA van de Oostelijke afdeeling belangstel
lend tegemoet zien in den eersten wedstrijd
tegen WH in Heerlen.
VENCENTIUS VRAAGT,
WAT U NIET MEER DRAAGT,
HELP ONS VEEL NOOD TE KEEREN
MET UW GEBRUIKTE KLEEREN.
NIEUWE GROENMARKT No. 22
OF TELEFOON 11018
Bewerkt naar het Fransch
door CHRISTINE KAMP
„Ik bedoel niet werkloos, miss Mac-Rae, ver
■"an daar. Niemand meer dan ik haat de luiheid.
Maar er zijn sommige werken, die den geest
°ntspannen, sommige ernstige genoegens geven
tegelijk een rust aan het lichaam en aan de
verstandelijke vermogensMaar, dat is met
juffrouw Julia niet het geval. Zij houdt zich
Voortdurend bezig met haar werkzaamheden
zonder er aan te denken, dat mogelijk op den
oen of anderen dag haar krachten te kort kun-
hen schieten. Wat denkt u er van, dokter
Brice?"
„U heeft gelijk, u is inderdaad een uitste
kend menschenkenneres.... en ik zou Julia wil
len aanraden om te doen, wat u zegt," zei
lachend dr. James. „De groote fout in deze
familie schijnt mij daarin te, bestaan, dat er te
veel gewerkt wordt.... Hoor je, wat ik zeg,
Marian
Miss Mac-Rae haalde even de schouders op,
toen zij antwoordde: „Ik houd altijd rekening
Jhet mijn kracht en ga die niet te boven.
werkzaamhedenzijn voor mij een genot, ik
zou er niet buiten kunnen, evenmin als Julia
gelukkig zou kunnen zijn, als zij geen kleine
kinderen te verzorgen had, kleeren te verstellen,
les te geven aan onwetende, domme leerlingen."
Haar stem was zoo scherp geworden, dat John
Bretland haar verwonderd aankeek en zei:
„Te oordeelen naar uw uitdrukking, zijn dat
geen bezigheden, die u behagen, mis Mac-Rae?"
Marian fronste even haar mooi voorhoofd,
terwijl zij een ontkennend gebaar met de hand
maakte. Er was een schaduw gekomen op het
beweeglijke gelaat van James Brice, in zijn
prachtige donkere oogen, waar geen ernstige ge
dachten schenen te schuilen. Lanzaam zei hij:
„Neen, dat soort werk is niet voor Marian ge
maakt. Iedereen heeft zijn karakter en daaraan
kunnen wij niet veel veranderen."
John antwoordde niet, maar zijn blik vestigde
zich een oogenblik op het jurkje van Molly, dat
Julia aan het naaien was. Misschien vroeg hij
zich af of de smaak, het karakter van Julia
haar onweerstaanbaar hadden getrokken naar
die ernstige plichten, dat bijna slafelijk werk...
of het jonge meisje geen harden strijd had te
voeren gehad om haar eigenlijke neigingen te
onderdrukken.
Toen hij den blik afwendde zag hij de groote,
blauwe oogen van Lily op zich gevestigd. De
eenigszins gedempte stem van het jonge meisje
liet zich hooren: „Och, Mijnheer Bretland, zou
ik u mogen verzoeken eens mijn teekeningen
te bekijken.... U zult uw goede raadgevingen
niet weigeren aan aoo'n onhandig kipd, ajs4k,
ben."
John zette zich op een stoel naast Lily. Aan
den anderen kant van de tafel babbelde dr.
Brice met Marian, Tony plaagde Cecile en
Ambroos, Arthur was bezig met een pop, die
Molly hem bracht, een beetje te repareeren.
Het kleine meisje had zich genesteld tegen de
knie van haar ouderen broer. Bij den haard
stond nog altijd dr. Mac-Rae onbeweeglijk voor
zich uit te kijken.
„Wel, miss Lily, wat heb je een vorderingen
gemaakt," zei Bretland, terwijl hij zich over de
teekening boog. „Waar is de tijd gebleven, dat
je je afschuwelijke krabbels triomfantelijk mij
ter beoordeeling voorlegde.... Miss Julia heeft
een uitstekende leerling aan je."
„Des te beter, dat kan haar een beetje de
moeite vergoeden, die zij zich voor mij geeft,"
fluisterde Lily heel zachtjes. „Die lieve Julia,
wat heeft zij al niet voor mij gedaanIk kan
ze niet tellen de nachten, die zij aan mijn bed
heeft doorgebracht, toen ik ziek was."
„Dat is alles voorbij, lieve kind," zei Julia,
hevig blozend. „Het is een geluk voor my je
te verzorgen."
„Ja, dat is het. Je hebt altyd je plichten en
het welzijn van anderen geplaatst vóór je per
soonlek belang. Daarom ben je nu ook gelukkig,
gelukkiger dan menig ander, gelukkiger ook dan
Marian," voegde zy er heel zachtjes aan toe. „zy
zoekt alleen haar eigen voldoening, jy traent
het geluk te bevorderen van je omgeving."
„Lily, je spreekt kwaad van je zuster, zy
is goedhartig en zou ook in staat zyn zich aan
anderen te wijden."
ven om het leven van een der onzen te redden,
zij zal stipt haar plicht vervullen hoe dan ook.
Maar vraag haar niet zich eenige zelfver
loochening te getroosten, die door niemand
wordt opgemerkt, ook niet die teedere liefde,
die het leven zoo heeriyk maakt.... Arme
Marian," fluisterde Lily peinzend, „ik wenschte,
dat zij op jou geleek!"
„Kom, kom, vertel toch niet zoo'n on&in!" zei
Julia, probeerende om heel streng te kyken.
„Gelukkig weet mijnheer Bretland wel, dat je
liefde voor mij je doet overdrijven."
„Ja, ja, ik weet het, ik ken u wel zoo'n beetje,
miss Julia," zei hij ernstig en veelbeteekenend.
Lily glimlachte, haar oogen straalden en nu
kwam er een vurige blos op het gelaat van miss
Löwenstein. zy boog opeens het hoofd diep over
haar werk en eenige minuten bleef het stil in
hun hoekje. Om die stilte te breken zei Julia
opeens met een heel andere stem: „Mijnheer
Bretland, u had uw zuster Anny vanavond
moeten meebrengen. Lily en de andere kinderen
houden zooveel van haar."
„Ik heb er wel aan gedacht, maar Anny was
naar haar oudste zuster gegaan. Dat zal voor
een anderen keer zijn. Anny vindt het ook een
buitengewoon pleizier om hier te komen. Maar
nu heeft u mij doen denken aan een belangrijke
boodschap, die ik moet overbrengen. Moeder
geeft Dinsdag een heel intiem partijtje voor de
vriendinnen van myn zusje en zy zou graag heb
ben, dat miss Lily kwam om voor ons een van
die mooie pianostukken te spelen, die zij zoo goed
weet uit te voeren.''
„Zeg aan mevrouw Bretland," antwoordde het
jonge meisje, „dat ik graag van haar uitnoodi-
ging gebruik zal maken. Ten minste, als papa
my verlof daartoe geeft."
„Zeker, ik geef je permissie, maar je moet
je niet vermoeien," zei een ernstige stem. Het
was dokter Mac-Rae, die eenige oogenblikken
tevoren achter den stoel van zyn dochter was
gaan staan. Nu was zijn gelaat volop in het
licht, zoodat men zyn oogen kon zien, diep
blauw, als die van Marian, vreemde oogen in dat
magere, bleeke gelaat. Dat was ook de eenige ge-
ïykenis met zijn dochter, want hij was klein
van gestalte.
„Dus zal ik aan mijn moeder zeggen, dat zij
op u kan rekenen, miss Lily.... en op u ook,
miss Julia?"
„O, ikzei Julia protesteerend. „U weet
toch wel, dat ik niet zoo maar uren van mijn
dagtaak kan afnemen."
„Voor een enkelen keer zult u toch wel eens
een beetje vry kunnen nemen. Niet waar dok
ter, dat kan zy toch wel doen, dat zal toch
niet hinderen?"
„O zeker.zij is vrij, volkomen vry," ant
woordde dokter Mac-Rae op dien afgemeten
toon, die hem eigen was. „Julia heeft altyd
weten te onderscheiden, waar haar plicht te
vinden was, daarop heb ik haar nooit moeten
wijzen."
Dat leek op een compliment, een erkenning
van de toewijding van Julia. Waarom leek het
John Bretland als een verpletterende last op
dat jonge, gebogen hoofd?
Had dokter Mac-Rae niet sedert lang begre
pen, dat het vervullen van den plicht, de
kieschheid en de dankbaarheid Julia veel ster
ker hechtten aan haar taak, dan de zwaarste
ketenen hadden kunnen doen? Dat de vrij
heid, die het jonge meisje gelaten werd, haar
sterker gevangen hield.O, ja, zij was vry,
absoluut vrij!
Je gaat met mü mee, je zult er wel toe be
sluiten, Julia," vleide Lilly, maar op een toon,
alsof zy te voren wist, dat het vergeefsch zou
zyn en wat het resultaat zou wezen van de
overdenking, die Julia in haar geest daarover
zou houden.
„Reken er niet op.neen, reken er maar
niet op. Ik heb juist Dinsdag een heelen mid
dag les te geven."
Zy sprak heel kalm en in haar oogen was
geen spoor van spyt of teleurstelling te vinden.
De dagelyksche opoffering van haar neigingen
had haar krachtig gemaakt, zonder haar iets
te ontnemen van haar teederheid van gemoed
en haar medelijden voor de kleine verdrietelyk-
heden van anderen, zonder in haar die bloem
der jeugd, die spontaneïteit, die kalme en zachte
opgeruimdheid aan te tasten, die haar speciale
charme waren.
„Ik hoop dan maar, dat wy een anderen keer
gelukkiger zullen zijn," zei mijnheer Bretland
op spijtigen toon. „Maar komaan, het is half
zes, tyd om naar huis te gaan.... Ga je mee,
Brice?"
„Zeker, het moet wel, want ik moet nog naar
twee zieken....7
(Wordt vervolgd)