Het optimisme van president
dr. Benesj
li
tan duê&e££j& zoek/
ICTORIA
De K.L.M. in 1937
DE ROODE KERN
TSJECHO-SL 0 WAKIJEEN
FRANKRIJK
DONDERDAG 21 APRIL 1938
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Mgr. Hlinka en de
autonomie
Minister Mgr. Szamek, een der leiders
der Katholieke Tsjechische Volkspartij
VOOR ONZE DEFENSIE
ONZE TUINBOUW EXPORT
Een belangrijke stijging
ingetreden
UIT HET VEENBEDRIJF
Een conflict dreigt nog steeds
CONGREGATIE ZUSTERS
FRANCISCANESSEN
Uitgifte van 3% obligatie-
leening groot f 500.000.
MET EEN AUTO ONDER
DEN TREIN
En nog veroordeeld ook!
Automatisch telefoonverkeer
Sterke invloed der wisselvalligheid
van het staatkundig en econo
misch wereldbestel
2 millioen gulden meer
ontvangsten
Binnenlandsch luchtverkeer
AmsterdamBatavia-route
West-Indische afdeeling
Technische dienst en
vliegdienst
KONINKLIJK BEZOEK AAN
VLISSINGEN
H. M. zal het borstbeeld van wijlen
Prins Hendrik onthullen
Propaganda voor ons land
Tsjecho-Slowakije is na de annexatie van
Oostenrijk door het Derde Rijk het zor
genkind van Europa geworden. Het ge
vaar vo^r het verbreken van den wereldvrede
vindt thans zijn zwaartepunt in het land der
Tsjechen en Slowaken met zijn vele minder
heden, waarvan de grootste het Boheemsche
Sudetendom is, de Duitsche minderheid. Offi-
cieele autoriteiten gedragen zich correct tegen
over Tsjecho-Slowakije. Men vergete niet, dat
tijdens de inlijving van Oostenrijk veldmaar
schalk Goering direct aan den gezant van
Praag liet weten, dat deze niets veranderde aan
de goede nabuurschap van Duitschland met zijn
land. De min of meer officieuze Duitsche par
tij-instanties gedragen zich minder correct en
de „onverantwoordelijken" der redactie van het
Schwarze Korps ontketenen eiken dag weer
nieuwe campagnes tegen het land van Benesj.
Deze president, de jaren lange medewerker en
opvolger van den president-bevrijder Masaryk,
blijft onverstoorbaar en toont een bewust, vast
beraden optimisme. In zijn laatste redevoering,
vlak voor Paschen, gaf hij, zooals altijd weer
opnieuw, uitdrukking aan den wil van ontspan
ning en overeenkomst met Duitschland, waar-
Voor niemand onverschillig zou kunnen blijven,
want daardoor treden gunstige vooruitzichten
op een vreedzame regeling in het licht, die de
bezorgdheid en vrees w'elke de positie van Tsje
cho-Slowakije heeft doen ontstaan na de jong
ste gebeurtenissen in Midden-Europa zouden
kunnen wegnemen. Herhaaldelijk wordt de
vraag gesteld, of Frankrijk zijn verplichtingen
tegenover Tsjecho-Slowakije wel zal nakomen
in een geval van conflict. De officieuze Temps
heeft, na te hebben herinnerd aan de bepalin
gen van het verdrag van bondgenootschap en
vriendschap tusschen beide landen van 25 Ja
nuari 1924 en de overeenkomsten van 16 Octo
ber 1925, welke laatste tezelfdertijd als Locamo
werden onderteekend, dezer dagen duidelijk het
6tandpunt der Fransche regeering ten aanzien
van deze verdragen uiteengezet. Nopens het
Verdrag van 1924 schrijft het officieuze blad:
„De opvatting der Fransche regeering welke
voortdurend door haar bevestigd is, nog zeer
onlangs, is dat de samenwerking en overeen
komst, welke in het verdrag van 1924 worden
besproken, verplicht zijn zelfs buiten iedere
Geneefsche procedure om". Ten aanzien van de
overeenkomst van October 1925 verklaart het
blad, dat de opvatting der regeering van de re
publiek is, dat deze overeenkomst niet eenvou
digweg een wiel vormt van het mechanisme van
Locarno en dat bovendien, al schond Duitsch
land op 7 Maart 1937 het Rijnpact, andere on
derteekenaars geenszins werden ontslagen van
de verplichtingen, die zij hadden aangegaan,
zooals dat op 22 Maart 1936 te Londen werd
vastgesteld, toen de betrekkingen van Frankrijk
met Groot-Brittannië werden gegrondvest op
een getrouwte inachtneming der overeenkomsten
Van Locarno. Het standpunt der Fransche re-
geering, dat bekend is, houdt in, dat de clausule
volgens welke hulp en bijstand, zooals is gesti
puleerd, moeten worden gegeven door de toepas-
Bing van artikel 16 van het pact, niet absoluut
noodzakelijk impliceert, dat de aangelegenheid
te voren te Genève in behandeling komt, onaf
hankelijk van de aanbevelingen, welke de Vol
kenbondsraad kan geven op grond van dit arti
kel."
Hieruit blijkt dus klaar en duidelijk, dat de
Fransche regeering „nach wie vor" op het
standpunt staat, dat onder de onderhavige om
standigheden niets de in 1924 en 1925 door
Frankrijk en Tsjecho-Slowakije aangegane ver
plichtingen, samen te werken en elkander bij
stand te verleenen, zou kunnen verzwakken.
De Fransche republiek is dus de groote
beschermster der Tsjecho-Slowaaksche
republiek. Dit laatste staatswezen is ont
staan uit den wereldoorlog. Het heeft alle fou
ten van een successiestaat. In zijn samenstel
ling, want naast de groote meerderheid van
Tsjechen en Slowaken leven binnen zijn gren
zen minderheden van Duitschers, Polen, Hon
garen, Ruthenen.
En voorts in zijn binnenlandsche politiek: de
Vóór den wereldoorlog door het Duitsche ele-
Mgr. Hlinka, leider der Katholieke
Slowaaksche Volkspartij
ment der Donau-monarchie onderdrukte Tsje
chen regeeren na dien wereldoorlog niet
alleen over de minderheden, maar ook
over de Slowaken. Het is het streven der een'
trale regeering van den beginne af geweest den
Tsjechischen invloed in heel het staatswezen,
ook in Slowakije, tot opperheerschappij te bren
gen. Dit laatste was tegen de bepalingen van
het verdrag van Pittsburg, waarin aan de Slo
waken autonomie was beloofd. De onbetwiste
leider der Slowaken is de dappere en taaie
pastoor van Neutra Mgr. Hlinka, een eerbied
waardige grijsaard, gloeiend van hartstochtelij
ke liefde voor zijn vaderland Slowakije. Nu
reeds twintig jaren vecht hij, in den beginne
onder de gruwelijke gevaren van gevangenis
en verbanning, voor de autonomie van Slowa
kije. Praag heeft zich daartegen tot nu toe
met hand en tand verzet onder voorwendsel,
dat de tijd er niet rijp voor is, dat autonomie
het staatswezen in zijn geheel zou verzwakken.
In het najaar van dit jaar viert Tsjecho-Slo
wakije zijn twintigjarig bestaan. Het is het
streven van Benesj en zijn minister-president
Hodza tegen dien tijd aan het land een regee
ring der nationale eenheid te kunnen presen
teeren. Er zijn ook onderhandelingen met Hlin
ka gevoerd. Deze en zijn partij hebben echte-
op 2 Maart 1.1. een resolutie aangenomen,
waarin plechtig werd verklaard, dat bet ver
drag van Pittsburg voor de Slowaken een hei
lige wet is en dat de leiders der party den
strijd om de autonomie met alle kracht zullen
voortzetten. Nu is echter te Praag tengevolge
der inlijving van Oostenrijk de nood aan den
man gekomen. De leiders der Tsjechische
Volkspartij (Katholiek) en vooral de minister
voor Unificatie der wetten en Organisatie der
administratie Mgr. dr. Szamek, lid van deze
partij, zien klaar in dat Hlinka op de een of
andere wijze tevreden moet worden gesteld,
teneinde in deze tijden de eenheid van het
staatswezen te bevestigen. „Men moet", zoo
luidt het in een manifest, „absoluut den weg
zien te banen kit een accoord met Hlinka.
zelfs als dat gepaard moet gaan met conces
sies, die wellicht door het centralisme van
Praag als een tegenslag zullen worden gevoeld,
maar die een overwinning zullen beteekenen
voor de staatsgedachte". Verder wordt er op
gewezen en dat is een zéér sterk argument
dat het Tsjechische volk het moeilijk zou
kunnen verdragen, dat °P de aanspraken der
Sudeten-Duitschers werd ingegaan, als men de
Slowaken zou passeeren.
Men zal nu moeten afwachten, hoe de din
gen zich zullen ontwikkelen. Het zou te wen-
schen zijn, dat onder de huidige omstandighe
den een grootere eenheid onder de Katholieken
van Tsjecho-Slowakije ontstond, tusschen de
Katholieke Tsjechische en Slowaaksche Volks
partijen. In het jaar 1935 was schrijver dezes
aanwezig bij een ontvangst van Kardinaal Ver-
dier uit Parijs in het stadhuis van de oude
hoofdstad van Slowakije, Bradislava (Press-
burg). Aan de eene zijde van Z. Em. zat Mgr.
Hlinka, aan de andere zijde Mgr. Szamek. Een
der aanwezigen fluisterde mij toen in: zie daar
het ideaal, Tsjechië en Slowakije broederlijk
vereenigd onder de machtige bescherming van
Frankryk. Zou de nood van den ty'd bewerken
wat staatszucht tot dusver verhinderde?
Sinds de laatste opgave is by het departement
van Defensie een bedrag van f 2.626.55 binnen
gekomen aan vrywillige giften voor de verster
king der weermacht.
Totaal is thans f 108.044.10 byeengebracht.
In het noviciaat der Paters van Lavigerie te 's Heerenberg bij Doetinchem herdacht
de hoogeerw. Pater Ant. Kersten, Provinciaal der Orde, zijn 40-jarig priesterfeest.
De jubilaris temidden van familie en convent
Als U goed zoekt vindt U altijd nog
wel gelegenheid om één dubbeltje per
week op zij te leggen voor een
Spaarverzekering van honderd gulden
bij de VICTORIA. Stuur ons deze
advertentie ingevuld toe voor inlich
tingen. Een kinderboek of kalender
krijgt U er gratis bij.
N.V. VERZEKERINGSBANK
XEIZERSGR. 126-128 - AMSTERDAM
TELEFOON 4*960
VUL IN: NAAM.
ADRES..
V. 8
De cijfers van den tuinbouwexport over de
eerste drie maanden van dit jaar geven een
belangrijke verbetering te zien bij 't vorig jaar.
Waar in de eerste drie maanden van 1937
voor een waarde van 3.178.000 aan tuinbouw
producten werd geëxporteerd, bedroeg deze
thans niet minder dan 6.452.000, dus meer dan
het dubbele.
Daarbij doet zich het feit voor, dat de ge-
exporteerde hoeveelheid daalde, n.l. van
82.239.000 kilo in het vorig jaar tot 67.016.000
kilo in de eerste drie maanden van dit jaar.
Dit wordt voor een groot deel veroorzaakt
door den geringeren uitvoer van uien, van welk
product de voorraad in deze drie maanden niet
groot was.
Terwijl het vorig jaar 58 millioen kilo uien
werd geëxporteerd, bedroeg die hoeveelheid nu
slechts 23 millioen kilo, waarbij echter de waarde
belangrük is gestegen.
Naar Dutschland kon thans belangrük meer
worden geëxporteerd dan het vorig jaar, de
waarde bedroeg nu 1.848.000 tegen 742.000
in het eerste kwartaal van 1937.
Ook de export naar België en naar Zweden
nam toe.
Ook Engeland geeft, wat betreft onzen export,
een gunstiger beeld te zien; de totale waarde
beliep nu 3.172.000 tegen 1.773.000 in het
voorgaande jaar.
De totale exportwaarde in het eerste kwartaal
is sinds 1930 nog niet zoo hoog geweest.
Woensdagmiddag is te Assen een bespreking
gehouden tusschen den door den minister van
Economische Zaken aangewezen arbiter, prof.
mr. J. B. Cohen uit Groningen, die tot taak
heeft een bindende uitspraak te doen inzake
het loonconflict in het veenbedrijf, voor zoover
dit betreft de door de Regeering gesteunde pro
ductie van fabrieksturf, en de by het conflict
betrokken partyen.
By deze bespreking hebben de werkgevers hun
standpunt gehandhaafd, dat op grond van de
bedrijfsresultaten geen loonsverhooging kan
worden toegekend.
Voorts is aangevoerd, dat de arbeiders wel
bereid zün op de oude voorwaarden aan bet
werk te gaan, terwijl echter de bondsbesturen
looneischen stellen, waarover zij de afdeelingen
niet hebben laten stemmen.
Van werknemerszüde werd hiertegenover ge
steld eenerzijds de stijging van de levensmid-
delenprijzen en anderzijds de wijziging in ver
schillende opzichten van de exploitatievoorwaar
den van het veenbedrijf.
De arbiter heeft geen onmiddellijke uitspraak
gedaan, maar zal zijn beslissing ten spoedigste
aan de partyen mededeelen. De werkzaamheden
zün intusschen in het veenbedrijf, voorzoover
het de fabrieksturf-productie betreft, volledig
begonnen.
Voorts is te Emmen een vergadering gehouden
van de Nederlandsche Federatie van Verveners-
bonden ter bespreking van het voorstel van de
arbeidersorganisaties om nadere onderhandelin
gen aan te knoopen over de nieuwe loonsover-
eenkomst voor de productie van haardbrandturf.
De verveners hebben besloten, op de voor
stellen der arbeidersbonden niet in te gaan en
hun standpunt te handhaven, dat het contract
van 1937 niet gewijzigd kan worden.
Door dit besluit is de mogelijkheid weer groo-
ter geworden, dat, althans voor een deel van
het bedrijf, een staking zal uitbreken.
De Nederlandsche Landbouwbank N.V. en de
firma Lentjes en Drossaerts te Amsterdam en
's-Hertogenbosch deelen mee, dat zij de in
schrijving op ƒ500.000.3% pCt. obligatiën in
stukken van 1000.500.en 100.no
minaal aan toonder ten laste der Congregatie
der Zusters Franciscanessen van de Onbevlek
te Ontvangenis der H. Moeder Gods en het
Zedeiyk Lichaam „De Zusters van Liefde", bei
de gevestigd te Veghel, tot den koers van 100
pCt., openstellen van Donderdag 28 April af.
Houders van 4 pCt. met zes maanden opzeg
bare obligatiën, in 1934 uitgegeven, alsmede die
van eenige onderhandsche schuldbekentenis
sen, genieten bij de toewijzing recht van voor
keur.
De betaling der toegewezen pbligatiën resp.
omwisseling moet geschieden op Donderdag 19
Mei.
Eenigen tijd geleden reed op den Achterweg
te Nootdorp een personenauto op den onbe-
waakten overweg tegen een juist passeerenden
Dieseltrein.
De auto werd een eind weggeslingerd; van
de inzittenden werd de chauffeur aan het
hoofd gewond, waardoor hij een hersenschud
ding bekwam, terwijl een bejaarde heer twee
ribben kneusde.
De bestuurder van den auto, de 28-jarige J.
uit Den Haag, moest zich Woensdag voor den
kantonrechter te Delft verantwoorden.
Hij zei met den toestand ter plaatse niet be
kend te zijn, en bemerkte plotseling, dat hij
een overweg naderde. Gelijktijdig naderde de
trein.
Volgens enkele getuigen had de wagenvoer
der van den trein bij het naderen van den
overweg signalen gegeven; de auto was toen
nog op pl.m. 20 meter afstand.
De ambtenaar van het O. M. zeide dat ver
dachte onvoorzichtig heeft gereden, en vorder
de 40 boete subs. 20 dagen hechtenis.
Het vonnis van den kantonrechter luidde
30 boete subs. 30 dagen hechtenis.
Wegens indienststelling op Dinsdag 26 April
a.s., te 13 uur, van de automatische telefoon
centrale te Laren (N.H.), zullen de aangeslote
nen van het net Laren (N.H.) (kengetal K953)
na ongeveer 14 uur automatisch kunnen wor
den gekozen door de aangeslotenen van het
net Amsterdam en van de geautomatiseerde
netten in de Rijkstelefoondistricten Amster
dam, Alkmaar, Haarlem en Utrecht.
Onrust en spanningen in het buiten
land verlammen menigen tak van het
bedrijfsleven en ontnemen velen de
mogelijkheid tot reizen. In dit verband
vielen ook de ingrijpende veranderin
gen, doorgevoerd voor de luchtverbin-
met Nederlandsch-lndië, niet in
gunstigen tijd, zoodat men nog
juist beeld kan verkrijgen van
economische consequentie, aldus
jaaroverzicht der K. L. M. over
ding
een
geen
haar
het
1937.
Het verloop van het bedrijfsjaar was in me
nig opzicht een weerspiegeling van de ont
wikkeling van het wereldluchtverkeer, dat
sterk beïnvloed werd door de wisselvalligheid
in het staatkundig en economisch wereldbestel.
In het algemeen kan men spreken van een
gunstige ontwikkeling van het luchtverkeer tot
in den zomer van 1937, waarna de aanhouden
de politieke onzekerheid in verscheidene lan
den zoozeer haar stempel drukte op het be
drijfsleven, dat daarvan ook het verkeer de ge
volgen in sterke mate ondervond. In de Ver.
Staten heeft men nauwkeurig nagegaan, welke
factoren hier van belang waren. Juist het feit,
dat het vrachtvervoer der Amerikaansche
luchtvaartmaatschappü'en in den herfst en in
de eerste wintermaanden van 1937 een aan
zienlijken terugslag ondervond, versterkt de
overtuiging, dat gezonde economische omstan
digheden primair zün voor de ontwikkeling
van het luchtverkeer.
Ondanks dit alles, vertoonde het vervoer
op vrijwel alle K. L. M.-iynen eenigen voor
uitgang. In vergeiyking tot 1936 vertoo-
nen de bedryfsresultaten een vermeerde
ring van het vervoer met 6000 passagiers,
150.000 K.G. vracht en 200.000 K.G. post.
De vervoercüfers zijn: op de binnenland
sche lü'nen: 19.079 passagiers, 161.276 K.G.
goederen, 2306 K.G. post; in het Euro-
peesch verkeer: 101.702 passagiers, 1.414.086
K.G. vracht, 519.732 K.G. post; op de In-
diëlün: 3897 passagiers, 60.083 K.G. vracht,
137.624 K.G. post; in West-Indië: 5899 pas
sagiers, 40.621 K.G. vracht en 3112 K.G.
post.
De vervoerresultaten op de Amsterdam-
Batavia-route mogen tot voldoening stem
men. De grootste stijging vertoonde het
postvervoer, n.l. met 6pCt. ten opzichte
van 1936, terwyi het passagiersvervoer met
41,3 pCt. toenam en het vrachtvervoer met
44.3 pCt.
De Europeesche zomerdienst stond in
1937 in het teeken der verdichting van de
bestaande lijnen, hetgeen tot gunstige re
sultaten leidde. Zoo bracht de verdubbelde
dienst van den Blauwe Donau Express 80
pCt. meer passagiers en 55 pCt. meer vracht
op dan in 1936.
In den zomer van 1937 omvatte het K. L. M.-
verkeer 11 landen. Naar Scandinavië werden
omstreeks 22.000 passagiers vervoerd, naar Ita
lië 7000, naar de Donaulanden büna 8000. Het
verkeer met Parys vertoonde een sterke ople
ving, dank zij de Wereldtentoonstelling. In het
passagiersverkeer van Nederland met Praag,
Weenen en Boedapest viel een verschuiving te
constateeren van Amsterdam naar Rotterdam;
Rotterdam leverde 492 pCt. meer passagiers
op dan vorig jaar, Amsterdam slechts 8 pCt.
meer. Nederland nam één derde van het totale
luchtverkeer met Scandinavië voor zijn reke
ning; het verkeer tusschen Amsterdam en 't
Noorden steeg met 25 pCt., tusschen Rotterdam
en het Noorden met 16 pCt.
Door het opheffen van de tusschenlanding te
Keulen kreeg de Rome Air Rapide het karak
ter van een snellen dienst. De samenwerking
van de K. L. M. met de Stoomvaart Maatschap-
pü Nederland had het gunstig resultaat, dat 72
te Genua debarqueerende passagiers per vlieg
tuig hun weg naar Nederland vervolgden.
In het binnenland werden diensten op Eind
hoven en op Texel geopend. Er werden in totaal
ongeveer 19.000 passagiers vervoerd, 30 pCt.
meer dan in 1936. De lqn naar Texel werd den
26sten Juni geopend en het vervoer overtrof
de stoutste verwachtingen. De Eindhovendienst
fhad te Amsterdam aansluiting op vrijwel alle
Europeesche verbindingen en het passagiers
vervoer bestond dan ook voor een groot deel
uit transitoreizigers.
Het jaar 1937 was voor de Indiëlijn buiten
gewoon belangrijk. De ontwikkeling houdt ten
nauwste verband met het besluit van het hoofd
bestuur der P. T. T. om met ingang van 5 Juni
over te gaan tot ingrijpende tariefsverlaging
voor het postvervoer tusschen Nederland en
Indië, die practisch neerkomt op een afschaf
fing van het luchtrecht. By het hooge bezet
tingspercentage in het eerste half jaar 78
pCt. kon de daardoor ontstane postvermeer-
dering met het tot dusver gebruikte DC2 ma
terieel niet worden verwerkt. Daarom werden
van den 5den Juni af de DC2's vervangen door
de grootere, iets snellere DC3's. De vermeerde
ring van laadvermogen werd vrüwel geheel op-
geëischt door de post, terwijl de behoefte aan
grootere vervoerscapaciteit voor passagiers bleef
bestaan. Dit leidde vier maanden later tot de
instelling van een derden dienst per week.
Deze verhooging der frequentie had mede een
belangrqke vermeerdering van het postver
voer tengevolge. Aan de bemanning der vlieg
tuigen werd met ingang van den driemaal we-
keiykschen dienst een steward toegevoegd.
Op 19 Januari is de lijn CurasaoLa Guaira
geopend, de derde luchtverbinding in de West.
De luchtverbinding CurasaoAruba kreeg een
hoogere frequentie, zoodat er thans op eiken
werkdag een dienst is. De dienst naar Maracaibo
werd uitgebreid tot drie retourvluchten per week.
Het passagiersvervoer in de West verdubbelde
bijna in vergelijking tot 1936, evenals het
vrachtvervoer. Het voorloopig contract met
Venezuela voor het onderhouden van lucht-
diensten onder Nederlandsche vlag, dat tel
kens voor den duur van eenige maanden moest
worden verlengd, werd op 13 Juli uiteindelijk
door het congres goedgekeurd en door den pre
sident der republiek bekrachtigd.
De vloot der K. L. M. bestond eind 1937
uit 44 vliegtuigen, waarvan 13 DC3 en 13
DC2. Het gebruik van deze standaardtypen
heeft een aanzienlijke vereenvoudiging van
den technischen dienst en den vliegdienst
met zich meegebracht. Met beide vliegtui
gen heeft men een zeer gunstige ervaring
opgedaan, zy worden door de passagiers
doch vooral ook door het vliegend personeel
zeer gewaardeerd.
Op 31 December 1937 had de K. L. M. 69
vliegtuigbestuurders in vasten dienst, 42
boordwerktuigkundigen, 45 radiotelegrafis
ten, 18 stewards en 15 stewardessen. Het
corps gezagvoerders op de Amsterdam-Ba-
tavia-route werd op 25 gebracht. In het al
gemeen kan men zeggen, dat een gezag
voerder zes Indiëvluchten per jaar maakt.
De opleiding van vliegend personeel vereischt
steeds meer zorg; de K. L. M. gaf instructie
aan verschillende klassen der Rijksopleiding.
De radio-installatie van de DC3, met korte
en lange golf ontvang- en zendinstallatie en
aanvliegpeiler, heeft nieuwe mogelijkheden
geopend, vooral op de Indië-route. Men corres
pondeerde geregeld met Scheveningen Radio,
Bandoeng en Schiphol; ook de passagiers kon
den telegrammen verzenden naar beide eind
punten der route, en daardoor naar alle deelen
der wereld.
Wat de grondorganisatie langs de Indië-
route betreft, de Adcockpeiler vindt een steeds
ruimer gebruik; o.a. zal de weg over Britsch-
Indië er weldra geheel mee uitgerust zijn. Ook
te Palembang en Pakanbaroe zijn deze peilers
opgericht, en er zijn er aangeschaft voor Me-
dan, Batavia, Semarang, Soerabaja en Koe
pang. Eind 1937 waren er in Nederland zes
langegolf-landingsbakens in gebruik. De Ad
cockpeiler op Schiphol is nog niet in werking;
Amsterdam heeft momenteel twee peilers, die
onafhankelijk van elkaar kunnen werken, een
voor het verkeer boven Nederland en een voor
het naderingsgebied.
Aan de slotbeschouwing van het overzicht
ontleenen we nog, dat de ontvangsten van
het verslagjaar ruim 8.900.000 gulden be
droegen, ruim twee millioen meer dan in
1936. Het verlies, gedekt door subsidie, bleef
ongeveer even groot als in 1936, n.l. 550.000
gulden, zoodat het jaar 1937 een belang
rijke vooruitgang beteekende op den weg
naar de rentabiliteit.
H. M. de Koningin zal zich op 2> Mei naar
Vlissingen begeven ten einde een bezoek te
brengen aan de zeevaartschool „De Ruyter-
school" aldaar, bij welke gelegenheid H. M. dan
tevens het borstbeeld van wyien Prins Hendrik
vervaardigd door den beeldhouwer Etienne, zal
onthullen, dat door het huldigingscomité ter
nagedachtenis van den Prins in den gevel van
de MDe Ruyterschool" is geplaatst.
Het door de SB.A.P. te Arnhem ge
houden Paaschcongres heeft weer
eens bewezen, hoezeer degenen gelijk
hebben, die niet zonder sterkere waarborgen
dan de SD.A.P. wilde en kon geven in de
betrouwbaarheid van haar zgn. bekeering tot
een meer nationale gezindheid en een meer
redelijk verantwoord realisme wenschen te
gelooven. Zeker, het Partijbestuur en vooral
ir. Albarda hebben dingen gezegd, waarmee wij
katholieken ons tot op zekere hoogte en op
andere, dieper principieele gronden ons zou
den hebben kunnen vereenigen, maar er is
ook een oppositie-geest aan den dag getre
den, zoo sterk en agressief, dat hij een heil
zame waarschuwing heeft gegeven aan alle
goed- en lichtgeloovige lieden, die in hun
hart misschien nog van een Roomsch-rooa
monsterverbod als van een lieve illusie heb
ben gedroomd. De gematigdheid van het
Partijbestuur heeft Weinig enthousiasme ont
ketend al verwierf zy ook uiteindelük de
koele instemming van de meerderheid, terwij!
de felle opposanten verschillende demonstra
tieve open doekjes kregen. Nu weten wij wel,
dat op een massa-vergadering in het alge
meen het gezonde redeneerende verstand het
moet afleggen tegen oratorischen hartstocht,
maar toch was de bijval voor de oppositie,
die zich weer het leiden door het oude re-
volutionnaire sentiment, te spontaan en te
oprecht om als een gevoelsreactie zonder
meer dan voorbijgaande beteekenis te mogec
worden beschouwd. De S.DA.P. moge velen
al onschuldig als een blank Paascheitje
hebben toegeschenen, op het Congres te Arn
hem is duidelijk zichtbaar geworden, dat in
den eenigszins oranje-getinten dooier nog een
belangrijke bloedroode kern aanwezig is, die
onder voor haar groeikracht gunstige om
standigheden zich weer kan ontwikkelen tot
een revolutionnair element gelijk aan dat,
wat in 1903 bij de spoorwegstaking faalde,
ih 1918 zich „vergiste" en 1933 by de ge
schiedenis van „De Zeven Provinciën" ap
plaudisseerde. De Weinige betrouwbaarheid
ook van de zgn. „bekeerde" S.DA.P. bleef
zich manifesteeren in de tweeslachtige hou
ding, die zij aannam tegenover de door
Moskou gepropageerde Volksfrontpolitiek.
Voor het binnenland wees zij deze politiek
categorisch af, maar in het buitenland
(Frankrijk en Spanje) juichte zy haar be
geesterd toe en verdedigde haar met een
ijver als gold het een „eigen zaak". Deze
tweeslachtigheid werd op het Paaschcongres
nog eens scherp geaccentueerd.
De sprekers, die zich in Arnhem fel
hebben gericht tegen de katholieken
en het Partijbestuur er een ernstig
verwijt van hebben gemaakt, dat het zoo
zichtbaar op de mogeiykheid van een politiek
gemengd huwelijk tusschen rood en roomsen
heeft gehoopt, hebben gesproken met de bit
terheid van een afgewezen minnaar. Vooral
de heer Van der Kieft uit Hilversum beeft
zich in dezen niet onbetuigd gelaten. Hij
stelde de principieele vraag, of in dit tijds
gewricht de katholieken wel de gewenschte
bondgenooten zijn in den strijd voor demo
cratie en vrijheid. En hij beantwoordde deze
vraag met hen als „onbetrouwbaar" te qua-
lificeeren op grond van wat er in Portugal,
Spanje, Italië, Duitschland, Polen en Oos
tenrijk geschiedt. Natuurlijk speelde hij Hit-
Ier als van katholieke afkomst uit can de
katholieken met hem te compromitteeren.
Over mannen als Kardinaal von Faulhaber
repte hij uiteraard met geen woord, evenmin
als over de houding van het Vaticaan. Wan
neer de heer Van der Kieft deze ook door
N.S.B.-ers gaarne toegepaste strijdmethode
eerlijk, oirbaar en gefundeerd acht, kunnen
wij hem er op wijzen, dat maarschalk
Pilsoedski, de hersteller van het katholieke
en „fascistische" Polen, vroeger socialist is
geWeest evenals Mussolini, de Duce wan het
fascistische en katholieke Italië. Over Oos
tenrijk had de heer v. d. Kieft ook beter
kunnen zwijgen, want het past den sociaal
democraten, die den rooden opstand der
austro-marxisten tegen het Dollfuss-régime
in alle toonaarden hebbën verheerlykt, niet
dit door Schuschnigg voortgezette régime te
verdedigen tegen Kardinaal Innitzer. Waren
de austro-marxisten verstandig geweest, dan
hadden zy Dollfuss en Schuschnigg in hun
streven naar een Christelijken standenstaat
actief moeten steunen. Zy zouden dan niet
van den regen in den drup zyn geraakt. In
dien er van politieke onbetrouwbaarheid ge
sproken moet worden, moge de S.D.A.P. eerst
wel eens haar eigen geweten onderzoeken
alvorens anderen daarvan te beschuldigen.
Kwam de aanval van het hoofdbestuurslid
Van der Kieft op de opportunistische en
principieel transigente houding van het Par
tijbestuur onder de huidige omstandigheden
eigenlijk niet neer op een aanklacht tegen
zijn politieke onbetrouwbaarheid? Het ia
goed, dat thans ook sociaal-democraten de
ongewenschtheid en onmogelykheid van een
roomsch-roode coalitie onomwonden erken
nen, al krijgt het betoog van Albarda, die
geen andere mogelijkheid of uitkomst voor
de SD.A.P. ziet, daardoor een welhaast
deerniswekkend tragischen klank.
Laten wij den op principieele gronden door
ons stelselmatig afgewezen rooden minnaar
rustig laten boudeeren en wrokken, en het
positief Christelijk gedoopte politieke huwe
lijk maken tot een zegen voor het naar wel
vaart snakkende land en het om arbeid roe
pende volk. Alleen als wij daarin slagen,
zullen wij Nederland duurzaam kunnen
vrijwaren van rechtsche en linksche extre-
mismen, die in de practyk elkander plegen
te raken.
Vermeldden we onlangs de uitgave van een
practisch propagandaboekje „Comment visiter
la Hollande?", bestemd voor de Franschen, die
zich aangetrokken gevoelen tot een korter of
langer verblijf in ons land, thans heeft de
A.N.V.V. een boekje het licht doen zien in de
Engelsche taal.
„How to see Holland" is op dezelfde wyze
ingedeeld en fraai verlucht, Een Baedeker
zakformaat,