Het optimisme van president dr. Benesj li tan duê&e££j& zoek/ ICTORIA De K.L.M. in 1937 DE ROODE KERN TSJECHO-SL 0 WAKIJEEN FRANKRIJK DONDERDAG 21 APRIL 1938 BUITENLANDSCH OVERZICHT Mgr. Hlinka en de autonomie Minister Mgr. Szamek, een der leiders der Katholieke Tsjechische Volkspartij VOOR ONZE DEFENSIE ONZE TUINBOUW EXPORT Een belangrijke stijging ingetreden UIT HET VEENBEDRIJF Een conflict dreigt nog steeds CONGREGATIE ZUSTERS FRANCISCANESSEN Uitgifte van 3% obligatie- leening groot f 500.000. MET EEN AUTO ONDER DEN TREIN En nog veroordeeld ook! Automatisch telefoonverkeer Sterke invloed der wisselvalligheid van het staatkundig en econo misch wereldbestel 2 millioen gulden meer ontvangsten Binnenlandsch luchtverkeer AmsterdamBatavia-route West-Indische afdeeling Technische dienst en vliegdienst KONINKLIJK BEZOEK AAN VLISSINGEN H. M. zal het borstbeeld van wijlen Prins Hendrik onthullen Propaganda voor ons land Tsjecho-Slowakije is na de annexatie van Oostenrijk door het Derde Rijk het zor genkind van Europa geworden. Het ge vaar vo^r het verbreken van den wereldvrede vindt thans zijn zwaartepunt in het land der Tsjechen en Slowaken met zijn vele minder heden, waarvan de grootste het Boheemsche Sudetendom is, de Duitsche minderheid. Offi- cieele autoriteiten gedragen zich correct tegen over Tsjecho-Slowakije. Men vergete niet, dat tijdens de inlijving van Oostenrijk veldmaar schalk Goering direct aan den gezant van Praag liet weten, dat deze niets veranderde aan de goede nabuurschap van Duitschland met zijn land. De min of meer officieuze Duitsche par tij-instanties gedragen zich minder correct en de „onverantwoordelijken" der redactie van het Schwarze Korps ontketenen eiken dag weer nieuwe campagnes tegen het land van Benesj. Deze president, de jaren lange medewerker en opvolger van den president-bevrijder Masaryk, blijft onverstoorbaar en toont een bewust, vast beraden optimisme. In zijn laatste redevoering, vlak voor Paschen, gaf hij, zooals altijd weer opnieuw, uitdrukking aan den wil van ontspan ning en overeenkomst met Duitschland, waar- Voor niemand onverschillig zou kunnen blijven, want daardoor treden gunstige vooruitzichten op een vreedzame regeling in het licht, die de bezorgdheid en vrees w'elke de positie van Tsje cho-Slowakije heeft doen ontstaan na de jong ste gebeurtenissen in Midden-Europa zouden kunnen wegnemen. Herhaaldelijk wordt de vraag gesteld, of Frankrijk zijn verplichtingen tegenover Tsjecho-Slowakije wel zal nakomen in een geval van conflict. De officieuze Temps heeft, na te hebben herinnerd aan de bepalin gen van het verdrag van bondgenootschap en vriendschap tusschen beide landen van 25 Ja nuari 1924 en de overeenkomsten van 16 Octo ber 1925, welke laatste tezelfdertijd als Locamo werden onderteekend, dezer dagen duidelijk het 6tandpunt der Fransche regeering ten aanzien van deze verdragen uiteengezet. Nopens het Verdrag van 1924 schrijft het officieuze blad: „De opvatting der Fransche regeering welke voortdurend door haar bevestigd is, nog zeer onlangs, is dat de samenwerking en overeen komst, welke in het verdrag van 1924 worden besproken, verplicht zijn zelfs buiten iedere Geneefsche procedure om". Ten aanzien van de overeenkomst van October 1925 verklaart het blad, dat de opvatting der regeering van de re publiek is, dat deze overeenkomst niet eenvou digweg een wiel vormt van het mechanisme van Locarno en dat bovendien, al schond Duitsch land op 7 Maart 1937 het Rijnpact, andere on derteekenaars geenszins werden ontslagen van de verplichtingen, die zij hadden aangegaan, zooals dat op 22 Maart 1936 te Londen werd vastgesteld, toen de betrekkingen van Frankrijk met Groot-Brittannië werden gegrondvest op een getrouwte inachtneming der overeenkomsten Van Locarno. Het standpunt der Fransche re- geering, dat bekend is, houdt in, dat de clausule volgens welke hulp en bijstand, zooals is gesti puleerd, moeten worden gegeven door de toepas- Bing van artikel 16 van het pact, niet absoluut noodzakelijk impliceert, dat de aangelegenheid te voren te Genève in behandeling komt, onaf hankelijk van de aanbevelingen, welke de Vol kenbondsraad kan geven op grond van dit arti kel." Hieruit blijkt dus klaar en duidelijk, dat de Fransche regeering „nach wie vor" op het standpunt staat, dat onder de onderhavige om standigheden niets de in 1924 en 1925 door Frankrijk en Tsjecho-Slowakije aangegane ver plichtingen, samen te werken en elkander bij stand te verleenen, zou kunnen verzwakken. De Fransche republiek is dus de groote beschermster der Tsjecho-Slowaaksche republiek. Dit laatste staatswezen is ont staan uit den wereldoorlog. Het heeft alle fou ten van een successiestaat. In zijn samenstel ling, want naast de groote meerderheid van Tsjechen en Slowaken leven binnen zijn gren zen minderheden van Duitschers, Polen, Hon garen, Ruthenen. En voorts in zijn binnenlandsche politiek: de Vóór den wereldoorlog door het Duitsche ele- Mgr. Hlinka, leider der Katholieke Slowaaksche Volkspartij ment der Donau-monarchie onderdrukte Tsje chen regeeren na dien wereldoorlog niet alleen over de minderheden, maar ook over de Slowaken. Het is het streven der een' trale regeering van den beginne af geweest den Tsjechischen invloed in heel het staatswezen, ook in Slowakije, tot opperheerschappij te bren gen. Dit laatste was tegen de bepalingen van het verdrag van Pittsburg, waarin aan de Slo waken autonomie was beloofd. De onbetwiste leider der Slowaken is de dappere en taaie pastoor van Neutra Mgr. Hlinka, een eerbied waardige grijsaard, gloeiend van hartstochtelij ke liefde voor zijn vaderland Slowakije. Nu reeds twintig jaren vecht hij, in den beginne onder de gruwelijke gevaren van gevangenis en verbanning, voor de autonomie van Slowa kije. Praag heeft zich daartegen tot nu toe met hand en tand verzet onder voorwendsel, dat de tijd er niet rijp voor is, dat autonomie het staatswezen in zijn geheel zou verzwakken. In het najaar van dit jaar viert Tsjecho-Slo wakije zijn twintigjarig bestaan. Het is het streven van Benesj en zijn minister-president Hodza tegen dien tijd aan het land een regee ring der nationale eenheid te kunnen presen teeren. Er zijn ook onderhandelingen met Hlin ka gevoerd. Deze en zijn partij hebben echte- op 2 Maart 1.1. een resolutie aangenomen, waarin plechtig werd verklaard, dat bet ver drag van Pittsburg voor de Slowaken een hei lige wet is en dat de leiders der party den strijd om de autonomie met alle kracht zullen voortzetten. Nu is echter te Praag tengevolge der inlijving van Oostenrijk de nood aan den man gekomen. De leiders der Tsjechische Volkspartij (Katholiek) en vooral de minister voor Unificatie der wetten en Organisatie der administratie Mgr. dr. Szamek, lid van deze partij, zien klaar in dat Hlinka op de een of andere wijze tevreden moet worden gesteld, teneinde in deze tijden de eenheid van het staatswezen te bevestigen. „Men moet", zoo luidt het in een manifest, „absoluut den weg zien te banen kit een accoord met Hlinka. zelfs als dat gepaard moet gaan met conces sies, die wellicht door het centralisme van Praag als een tegenslag zullen worden gevoeld, maar die een overwinning zullen beteekenen voor de staatsgedachte". Verder wordt er op gewezen en dat is een zéér sterk argument dat het Tsjechische volk het moeilijk zou kunnen verdragen, dat °P de aanspraken der Sudeten-Duitschers werd ingegaan, als men de Slowaken zou passeeren. Men zal nu moeten afwachten, hoe de din gen zich zullen ontwikkelen. Het zou te wen- schen zijn, dat onder de huidige omstandighe den een grootere eenheid onder de Katholieken van Tsjecho-Slowakije ontstond, tusschen de Katholieke Tsjechische en Slowaaksche Volks partijen. In het jaar 1935 was schrijver dezes aanwezig bij een ontvangst van Kardinaal Ver- dier uit Parijs in het stadhuis van de oude hoofdstad van Slowakije, Bradislava (Press- burg). Aan de eene zijde van Z. Em. zat Mgr. Hlinka, aan de andere zijde Mgr. Szamek. Een der aanwezigen fluisterde mij toen in: zie daar het ideaal, Tsjechië en Slowakije broederlijk vereenigd onder de machtige bescherming van Frankryk. Zou de nood van den ty'd bewerken wat staatszucht tot dusver verhinderde? Sinds de laatste opgave is by het departement van Defensie een bedrag van f 2.626.55 binnen gekomen aan vrywillige giften voor de verster king der weermacht. Totaal is thans f 108.044.10 byeengebracht. In het noviciaat der Paters van Lavigerie te 's Heerenberg bij Doetinchem herdacht de hoogeerw. Pater Ant. Kersten, Provinciaal der Orde, zijn 40-jarig priesterfeest. De jubilaris temidden van familie en convent Als U goed zoekt vindt U altijd nog wel gelegenheid om één dubbeltje per week op zij te leggen voor een Spaarverzekering van honderd gulden bij de VICTORIA. Stuur ons deze advertentie ingevuld toe voor inlich tingen. Een kinderboek of kalender krijgt U er gratis bij. N.V. VERZEKERINGSBANK XEIZERSGR. 126-128 - AMSTERDAM TELEFOON 4*960 VUL IN: NAAM. ADRES.. V. 8 De cijfers van den tuinbouwexport over de eerste drie maanden van dit jaar geven een belangrijke verbetering te zien bij 't vorig jaar. Waar in de eerste drie maanden van 1937 voor een waarde van 3.178.000 aan tuinbouw producten werd geëxporteerd, bedroeg deze thans niet minder dan 6.452.000, dus meer dan het dubbele. Daarbij doet zich het feit voor, dat de ge- exporteerde hoeveelheid daalde, n.l. van 82.239.000 kilo in het vorig jaar tot 67.016.000 kilo in de eerste drie maanden van dit jaar. Dit wordt voor een groot deel veroorzaakt door den geringeren uitvoer van uien, van welk product de voorraad in deze drie maanden niet groot was. Terwijl het vorig jaar 58 millioen kilo uien werd geëxporteerd, bedroeg die hoeveelheid nu slechts 23 millioen kilo, waarbij echter de waarde belangrük is gestegen. Naar Dutschland kon thans belangrük meer worden geëxporteerd dan het vorig jaar, de waarde bedroeg nu 1.848.000 tegen 742.000 in het eerste kwartaal van 1937. Ook de export naar België en naar Zweden nam toe. Ook Engeland geeft, wat betreft onzen export, een gunstiger beeld te zien; de totale waarde beliep nu 3.172.000 tegen 1.773.000 in het voorgaande jaar. De totale exportwaarde in het eerste kwartaal is sinds 1930 nog niet zoo hoog geweest. Woensdagmiddag is te Assen een bespreking gehouden tusschen den door den minister van Economische Zaken aangewezen arbiter, prof. mr. J. B. Cohen uit Groningen, die tot taak heeft een bindende uitspraak te doen inzake het loonconflict in het veenbedrijf, voor zoover dit betreft de door de Regeering gesteunde pro ductie van fabrieksturf, en de by het conflict betrokken partyen. By deze bespreking hebben de werkgevers hun standpunt gehandhaafd, dat op grond van de bedrijfsresultaten geen loonsverhooging kan worden toegekend. Voorts is aangevoerd, dat de arbeiders wel bereid zün op de oude voorwaarden aan bet werk te gaan, terwijl echter de bondsbesturen looneischen stellen, waarover zij de afdeelingen niet hebben laten stemmen. Van werknemerszüde werd hiertegenover ge steld eenerzijds de stijging van de levensmid- delenprijzen en anderzijds de wijziging in ver schillende opzichten van de exploitatievoorwaar den van het veenbedrijf. De arbiter heeft geen onmiddellijke uitspraak gedaan, maar zal zijn beslissing ten spoedigste aan de partyen mededeelen. De werkzaamheden zün intusschen in het veenbedrijf, voorzoover het de fabrieksturf-productie betreft, volledig begonnen. Voorts is te Emmen een vergadering gehouden van de Nederlandsche Federatie van Verveners- bonden ter bespreking van het voorstel van de arbeidersorganisaties om nadere onderhandelin gen aan te knoopen over de nieuwe loonsover- eenkomst voor de productie van haardbrandturf. De verveners hebben besloten, op de voor stellen der arbeidersbonden niet in te gaan en hun standpunt te handhaven, dat het contract van 1937 niet gewijzigd kan worden. Door dit besluit is de mogelijkheid weer groo- ter geworden, dat, althans voor een deel van het bedrijf, een staking zal uitbreken. De Nederlandsche Landbouwbank N.V. en de firma Lentjes en Drossaerts te Amsterdam en 's-Hertogenbosch deelen mee, dat zij de in schrijving op ƒ500.000.3% pCt. obligatiën in stukken van 1000.500.en 100.no minaal aan toonder ten laste der Congregatie der Zusters Franciscanessen van de Onbevlek te Ontvangenis der H. Moeder Gods en het Zedeiyk Lichaam „De Zusters van Liefde", bei de gevestigd te Veghel, tot den koers van 100 pCt., openstellen van Donderdag 28 April af. Houders van 4 pCt. met zes maanden opzeg bare obligatiën, in 1934 uitgegeven, alsmede die van eenige onderhandsche schuldbekentenis sen, genieten bij de toewijzing recht van voor keur. De betaling der toegewezen pbligatiën resp. omwisseling moet geschieden op Donderdag 19 Mei. Eenigen tijd geleden reed op den Achterweg te Nootdorp een personenauto op den onbe- waakten overweg tegen een juist passeerenden Dieseltrein. De auto werd een eind weggeslingerd; van de inzittenden werd de chauffeur aan het hoofd gewond, waardoor hij een hersenschud ding bekwam, terwijl een bejaarde heer twee ribben kneusde. De bestuurder van den auto, de 28-jarige J. uit Den Haag, moest zich Woensdag voor den kantonrechter te Delft verantwoorden. Hij zei met den toestand ter plaatse niet be kend te zijn, en bemerkte plotseling, dat hij een overweg naderde. Gelijktijdig naderde de trein. Volgens enkele getuigen had de wagenvoer der van den trein bij het naderen van den overweg signalen gegeven; de auto was toen nog op pl.m. 20 meter afstand. De ambtenaar van het O. M. zeide dat ver dachte onvoorzichtig heeft gereden, en vorder de 40 boete subs. 20 dagen hechtenis. Het vonnis van den kantonrechter luidde 30 boete subs. 30 dagen hechtenis. Wegens indienststelling op Dinsdag 26 April a.s., te 13 uur, van de automatische telefoon centrale te Laren (N.H.), zullen de aangeslote nen van het net Laren (N.H.) (kengetal K953) na ongeveer 14 uur automatisch kunnen wor den gekozen door de aangeslotenen van het net Amsterdam en van de geautomatiseerde netten in de Rijkstelefoondistricten Amster dam, Alkmaar, Haarlem en Utrecht. Onrust en spanningen in het buiten land verlammen menigen tak van het bedrijfsleven en ontnemen velen de mogelijkheid tot reizen. In dit verband vielen ook de ingrijpende veranderin gen, doorgevoerd voor de luchtverbin- met Nederlandsch-lndië, niet in gunstigen tijd, zoodat men nog juist beeld kan verkrijgen van economische consequentie, aldus jaaroverzicht der K. L. M. over ding een geen haar het 1937. Het verloop van het bedrijfsjaar was in me nig opzicht een weerspiegeling van de ont wikkeling van het wereldluchtverkeer, dat sterk beïnvloed werd door de wisselvalligheid in het staatkundig en economisch wereldbestel. In het algemeen kan men spreken van een gunstige ontwikkeling van het luchtverkeer tot in den zomer van 1937, waarna de aanhouden de politieke onzekerheid in verscheidene lan den zoozeer haar stempel drukte op het be drijfsleven, dat daarvan ook het verkeer de ge volgen in sterke mate ondervond. In de Ver. Staten heeft men nauwkeurig nagegaan, welke factoren hier van belang waren. Juist het feit, dat het vrachtvervoer der Amerikaansche luchtvaartmaatschappü'en in den herfst en in de eerste wintermaanden van 1937 een aan zienlijken terugslag ondervond, versterkt de overtuiging, dat gezonde economische omstan digheden primair zün voor de ontwikkeling van het luchtverkeer. Ondanks dit alles, vertoonde het vervoer op vrijwel alle K. L. M.-iynen eenigen voor uitgang. In vergeiyking tot 1936 vertoo- nen de bedryfsresultaten een vermeerde ring van het vervoer met 6000 passagiers, 150.000 K.G. vracht en 200.000 K.G. post. De vervoercüfers zijn: op de binnenland sche lü'nen: 19.079 passagiers, 161.276 K.G. goederen, 2306 K.G. post; in het Euro- peesch verkeer: 101.702 passagiers, 1.414.086 K.G. vracht, 519.732 K.G. post; op de In- diëlün: 3897 passagiers, 60.083 K.G. vracht, 137.624 K.G. post; in West-Indië: 5899 pas sagiers, 40.621 K.G. vracht en 3112 K.G. post. De vervoerresultaten op de Amsterdam- Batavia-route mogen tot voldoening stem men. De grootste stijging vertoonde het postvervoer, n.l. met 6pCt. ten opzichte van 1936, terwyi het passagiersvervoer met 41,3 pCt. toenam en het vrachtvervoer met 44.3 pCt. De Europeesche zomerdienst stond in 1937 in het teeken der verdichting van de bestaande lijnen, hetgeen tot gunstige re sultaten leidde. Zoo bracht de verdubbelde dienst van den Blauwe Donau Express 80 pCt. meer passagiers en 55 pCt. meer vracht op dan in 1936. In den zomer van 1937 omvatte het K. L. M.- verkeer 11 landen. Naar Scandinavië werden omstreeks 22.000 passagiers vervoerd, naar Ita lië 7000, naar de Donaulanden büna 8000. Het verkeer met Parys vertoonde een sterke ople ving, dank zij de Wereldtentoonstelling. In het passagiersverkeer van Nederland met Praag, Weenen en Boedapest viel een verschuiving te constateeren van Amsterdam naar Rotterdam; Rotterdam leverde 492 pCt. meer passagiers op dan vorig jaar, Amsterdam slechts 8 pCt. meer. Nederland nam één derde van het totale luchtverkeer met Scandinavië voor zijn reke ning; het verkeer tusschen Amsterdam en 't Noorden steeg met 25 pCt., tusschen Rotterdam en het Noorden met 16 pCt. Door het opheffen van de tusschenlanding te Keulen kreeg de Rome Air Rapide het karak ter van een snellen dienst. De samenwerking van de K. L. M. met de Stoomvaart Maatschap- pü Nederland had het gunstig resultaat, dat 72 te Genua debarqueerende passagiers per vlieg tuig hun weg naar Nederland vervolgden. In het binnenland werden diensten op Eind hoven en op Texel geopend. Er werden in totaal ongeveer 19.000 passagiers vervoerd, 30 pCt. meer dan in 1936. De lqn naar Texel werd den 26sten Juni geopend en het vervoer overtrof de stoutste verwachtingen. De Eindhovendienst fhad te Amsterdam aansluiting op vrijwel alle Europeesche verbindingen en het passagiers vervoer bestond dan ook voor een groot deel uit transitoreizigers. Het jaar 1937 was voor de Indiëlijn buiten gewoon belangrijk. De ontwikkeling houdt ten nauwste verband met het besluit van het hoofd bestuur der P. T. T. om met ingang van 5 Juni over te gaan tot ingrijpende tariefsverlaging voor het postvervoer tusschen Nederland en Indië, die practisch neerkomt op een afschaf fing van het luchtrecht. By het hooge bezet tingspercentage in het eerste half jaar 78 pCt. kon de daardoor ontstane postvermeer- dering met het tot dusver gebruikte DC2 ma terieel niet worden verwerkt. Daarom werden van den 5den Juni af de DC2's vervangen door de grootere, iets snellere DC3's. De vermeerde ring van laadvermogen werd vrüwel geheel op- geëischt door de post, terwijl de behoefte aan grootere vervoerscapaciteit voor passagiers bleef bestaan. Dit leidde vier maanden later tot de instelling van een derden dienst per week. Deze verhooging der frequentie had mede een belangrqke vermeerdering van het postver voer tengevolge. Aan de bemanning der vlieg tuigen werd met ingang van den driemaal we- keiykschen dienst een steward toegevoegd. Op 19 Januari is de lijn CurasaoLa Guaira geopend, de derde luchtverbinding in de West. De luchtverbinding CurasaoAruba kreeg een hoogere frequentie, zoodat er thans op eiken werkdag een dienst is. De dienst naar Maracaibo werd uitgebreid tot drie retourvluchten per week. Het passagiersvervoer in de West verdubbelde bijna in vergelijking tot 1936, evenals het vrachtvervoer. Het voorloopig contract met Venezuela voor het onderhouden van lucht- diensten onder Nederlandsche vlag, dat tel kens voor den duur van eenige maanden moest worden verlengd, werd op 13 Juli uiteindelijk door het congres goedgekeurd en door den pre sident der republiek bekrachtigd. De vloot der K. L. M. bestond eind 1937 uit 44 vliegtuigen, waarvan 13 DC3 en 13 DC2. Het gebruik van deze standaardtypen heeft een aanzienlijke vereenvoudiging van den technischen dienst en den vliegdienst met zich meegebracht. Met beide vliegtui gen heeft men een zeer gunstige ervaring opgedaan, zy worden door de passagiers doch vooral ook door het vliegend personeel zeer gewaardeerd. Op 31 December 1937 had de K. L. M. 69 vliegtuigbestuurders in vasten dienst, 42 boordwerktuigkundigen, 45 radiotelegrafis ten, 18 stewards en 15 stewardessen. Het corps gezagvoerders op de Amsterdam-Ba- tavia-route werd op 25 gebracht. In het al gemeen kan men zeggen, dat een gezag voerder zes Indiëvluchten per jaar maakt. De opleiding van vliegend personeel vereischt steeds meer zorg; de K. L. M. gaf instructie aan verschillende klassen der Rijksopleiding. De radio-installatie van de DC3, met korte en lange golf ontvang- en zendinstallatie en aanvliegpeiler, heeft nieuwe mogelijkheden geopend, vooral op de Indië-route. Men corres pondeerde geregeld met Scheveningen Radio, Bandoeng en Schiphol; ook de passagiers kon den telegrammen verzenden naar beide eind punten der route, en daardoor naar alle deelen der wereld. Wat de grondorganisatie langs de Indië- route betreft, de Adcockpeiler vindt een steeds ruimer gebruik; o.a. zal de weg over Britsch- Indië er weldra geheel mee uitgerust zijn. Ook te Palembang en Pakanbaroe zijn deze peilers opgericht, en er zijn er aangeschaft voor Me- dan, Batavia, Semarang, Soerabaja en Koe pang. Eind 1937 waren er in Nederland zes langegolf-landingsbakens in gebruik. De Ad cockpeiler op Schiphol is nog niet in werking; Amsterdam heeft momenteel twee peilers, die onafhankelijk van elkaar kunnen werken, een voor het verkeer boven Nederland en een voor het naderingsgebied. Aan de slotbeschouwing van het overzicht ontleenen we nog, dat de ontvangsten van het verslagjaar ruim 8.900.000 gulden be droegen, ruim twee millioen meer dan in 1936. Het verlies, gedekt door subsidie, bleef ongeveer even groot als in 1936, n.l. 550.000 gulden, zoodat het jaar 1937 een belang rijke vooruitgang beteekende op den weg naar de rentabiliteit. H. M. de Koningin zal zich op 2> Mei naar Vlissingen begeven ten einde een bezoek te brengen aan de zeevaartschool „De Ruyter- school" aldaar, bij welke gelegenheid H. M. dan tevens het borstbeeld van wyien Prins Hendrik vervaardigd door den beeldhouwer Etienne, zal onthullen, dat door het huldigingscomité ter nagedachtenis van den Prins in den gevel van de MDe Ruyterschool" is geplaatst. Het door de SB.A.P. te Arnhem ge houden Paaschcongres heeft weer eens bewezen, hoezeer degenen gelijk hebben, die niet zonder sterkere waarborgen dan de SD.A.P. wilde en kon geven in de betrouwbaarheid van haar zgn. bekeering tot een meer nationale gezindheid en een meer redelijk verantwoord realisme wenschen te gelooven. Zeker, het Partijbestuur en vooral ir. Albarda hebben dingen gezegd, waarmee wij katholieken ons tot op zekere hoogte en op andere, dieper principieele gronden ons zou den hebben kunnen vereenigen, maar er is ook een oppositie-geest aan den dag getre den, zoo sterk en agressief, dat hij een heil zame waarschuwing heeft gegeven aan alle goed- en lichtgeloovige lieden, die in hun hart misschien nog van een Roomsch-rooa monsterverbod als van een lieve illusie heb ben gedroomd. De gematigdheid van het Partijbestuur heeft Weinig enthousiasme ont ketend al verwierf zy ook uiteindelük de koele instemming van de meerderheid, terwij! de felle opposanten verschillende demonstra tieve open doekjes kregen. Nu weten wij wel, dat op een massa-vergadering in het alge meen het gezonde redeneerende verstand het moet afleggen tegen oratorischen hartstocht, maar toch was de bijval voor de oppositie, die zich weer het leiden door het oude re- volutionnaire sentiment, te spontaan en te oprecht om als een gevoelsreactie zonder meer dan voorbijgaande beteekenis te mogec worden beschouwd. De S.DA.P. moge velen al onschuldig als een blank Paascheitje hebben toegeschenen, op het Congres te Arn hem is duidelijk zichtbaar geworden, dat in den eenigszins oranje-getinten dooier nog een belangrijke bloedroode kern aanwezig is, die onder voor haar groeikracht gunstige om standigheden zich weer kan ontwikkelen tot een revolutionnair element gelijk aan dat, wat in 1903 bij de spoorwegstaking faalde, ih 1918 zich „vergiste" en 1933 by de ge schiedenis van „De Zeven Provinciën" ap plaudisseerde. De Weinige betrouwbaarheid ook van de zgn. „bekeerde" S.DA.P. bleef zich manifesteeren in de tweeslachtige hou ding, die zij aannam tegenover de door Moskou gepropageerde Volksfrontpolitiek. Voor het binnenland wees zij deze politiek categorisch af, maar in het buitenland (Frankrijk en Spanje) juichte zy haar be geesterd toe en verdedigde haar met een ijver als gold het een „eigen zaak". Deze tweeslachtigheid werd op het Paaschcongres nog eens scherp geaccentueerd. De sprekers, die zich in Arnhem fel hebben gericht tegen de katholieken en het Partijbestuur er een ernstig verwijt van hebben gemaakt, dat het zoo zichtbaar op de mogeiykheid van een politiek gemengd huwelijk tusschen rood en roomsen heeft gehoopt, hebben gesproken met de bit terheid van een afgewezen minnaar. Vooral de heer Van der Kieft uit Hilversum beeft zich in dezen niet onbetuigd gelaten. Hij stelde de principieele vraag, of in dit tijds gewricht de katholieken wel de gewenschte bondgenooten zijn in den strijd voor demo cratie en vrijheid. En hij beantwoordde deze vraag met hen als „onbetrouwbaar" te qua- lificeeren op grond van wat er in Portugal, Spanje, Italië, Duitschland, Polen en Oos tenrijk geschiedt. Natuurlijk speelde hij Hit- Ier als van katholieke afkomst uit can de katholieken met hem te compromitteeren. Over mannen als Kardinaal von Faulhaber repte hij uiteraard met geen woord, evenmin als over de houding van het Vaticaan. Wan neer de heer Van der Kieft deze ook door N.S.B.-ers gaarne toegepaste strijdmethode eerlijk, oirbaar en gefundeerd acht, kunnen wij hem er op wijzen, dat maarschalk Pilsoedski, de hersteller van het katholieke en „fascistische" Polen, vroeger socialist is geWeest evenals Mussolini, de Duce wan het fascistische en katholieke Italië. Over Oos tenrijk had de heer v. d. Kieft ook beter kunnen zwijgen, want het past den sociaal democraten, die den rooden opstand der austro-marxisten tegen het Dollfuss-régime in alle toonaarden hebbën verheerlykt, niet dit door Schuschnigg voortgezette régime te verdedigen tegen Kardinaal Innitzer. Waren de austro-marxisten verstandig geweest, dan hadden zy Dollfuss en Schuschnigg in hun streven naar een Christelijken standenstaat actief moeten steunen. Zy zouden dan niet van den regen in den drup zyn geraakt. In dien er van politieke onbetrouwbaarheid ge sproken moet worden, moge de S.D.A.P. eerst wel eens haar eigen geweten onderzoeken alvorens anderen daarvan te beschuldigen. Kwam de aanval van het hoofdbestuurslid Van der Kieft op de opportunistische en principieel transigente houding van het Par tijbestuur onder de huidige omstandigheden eigenlijk niet neer op een aanklacht tegen zijn politieke onbetrouwbaarheid? Het ia goed, dat thans ook sociaal-democraten de ongewenschtheid en onmogelykheid van een roomsch-roode coalitie onomwonden erken nen, al krijgt het betoog van Albarda, die geen andere mogelijkheid of uitkomst voor de SD.A.P. ziet, daardoor een welhaast deerniswekkend tragischen klank. Laten wij den op principieele gronden door ons stelselmatig afgewezen rooden minnaar rustig laten boudeeren en wrokken, en het positief Christelijk gedoopte politieke huwe lijk maken tot een zegen voor het naar wel vaart snakkende land en het om arbeid roe pende volk. Alleen als wij daarin slagen, zullen wij Nederland duurzaam kunnen vrijwaren van rechtsche en linksche extre- mismen, die in de practyk elkander plegen te raken. Vermeldden we onlangs de uitgave van een practisch propagandaboekje „Comment visiter la Hollande?", bestemd voor de Franschen, die zich aangetrokken gevoelen tot een korter of langer verblijf in ons land, thans heeft de A.N.V.V. een boekje het licht doen zien in de Engelsche taal. „How to see Holland" is op dezelfde wyze ingedeeld en fraai verlucht, Een Baedeker zakformaat,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 9