HEEREN-SLIPOVER
SPORT
vx
m
m
f.3 x.é>.s&.5y
RADOX
Een spannende strijd staat Ulvenhout
te wachten
Gevaarlijke films
FIGUUR- EN LETTER-
PUZZLE
1
X
XL
XL
V
VI
So.3/ .32.i/S.^é>.Sj
3f.23.22.to.2l .1/1
12.13LU] .fO. Lf
I/, f .X/.33.31/.//2
30.S$.36./6.J .iff
2Cj. 2 .5y.éo.S3.3g
10 Jt/JÏ.&.Zf.ifl.
2X. C) .52/. 32. Ljlf.yiL
S* i/fj. .52
TL
X
XI
Waarheden als palen-hoven-water
GEEN VETPUISTJES MEER
ZONDAG 24 APRIL 1938
-12
&ULII\\\\VS&
Van oorlog en ongelukken
Kleine misères
ONS PRIJSRAADSEL
Keulen en Aken zijn niet in één
dag gebouwd"
Lastige exemplaren
Oplossing vorig raadsel
Prijswinnaars
Het nieuwe raadsel
Uit Dichters en Denkers
Een interessante en succesvolle bied-
conventie uit het Cuibertson-systeem
Verzorging van de
wasch
BRABANTSCHE BRIEVEN
Voor dezen, wij zouden bijna zeggen gekleeden slipover, wordt
250 gr. vierdraadswol gebruikt in een kleur, die het beste past
bij de overige kleeding. Teneinde hem goed passend te krijgen
maken wij, volgens bijgaande teekening, een patroon op ware grootte;
de maat is berekend voor een middelmatig figuur. Wij gebruiken
naalden No. 3, beginnen met het voorpand en breien den boord
dezen keer 2 r. 1 av. 10 c.M. hoog, daarna wordt verder gewerkt in
het patroon: 5 r. 1 av. Geleidelijk aan moeten wij nu aan beide
zijden 1 st. meerderen tot het armsgat, waar wij 8 a 10 st. ineens
afkanten, vervolgens nog 5 x iederen 3en toer 1 st., dus in het geheel
13 a 15 st.
Ter hoogte van den hals kanten wij in het midden 12 st. af en
breien verder tot aan den schouder, terwijl wij den hals volgens
patroon uitronden. Zijn wij aan den schouder beland, dan wordt
deze afgeschuind, waarvoor wij het aantal steken in drieën deelen.
De rug wordt op dezelfde manier gebreid, doch de halsronding
is niet zoo diep. (Zie patroon).
Hebben wij voorpand en rug klaar, dan worden zij over een
vochtigen doek voorzichtig opgeperst en aan elkaar genaaid. Daarna
moeten wij langs armsgaten en hals een rand breien. Wij nemen
daarvoor de steken of lussen zorgvuldig op en breien dezen rand
op vier naalden 2'r. 1 av. Wanneer wij de steken breien terwijl wij
ze opnemen, is de overgang bijna niet te zien.
Het is mijn bescheiden meening, dat bios
coopbezoek voor kinderen zoo dient te
worden beperkt, dat deze alleen daarheen
gaan, wanneer er werkelijk een mooie, geschik
te film wordt geboden. Men voorkomt aldus een
bedorven smaak en een overprikkelde fantasie
en tevens dat gevoel van geblaseerdheid wat
hiet zeldzaam is bij de stadsjeugd, die tot de
Vaste cinema-bezoekers behoort. Want ook al
zouden onze jongens en meisjes alleen maar
goede films zien, zij zouden toch op den duur
een vroegtijdige rijpheid, om niet te zeggen
..ouderdom" gaan vertoonen, die het heerlijk
haïeve, frissche en spontane der jonge jaren
Verdrongen had. Wanneer Mulo-leerlingen zich
al beginnen te vervelen bij een overigens heel
mooie film over natuur of techniek, zijn ze
evenzeer te beklagen als die ongelukkige rijke
luiskinderen, die na een overvloed van buiten-
landsche reizen onze vaderlandsehe bosschen
en heiden, velden en plassen „stom vervelend"
Vinden.
Men mag dan ook terecht de plattelandsjeugd
benijden, die misschien ééns in het jaar in een
Patronaatsgebouw een oude film ziet afdraaien
en dit gebeuren bijwoont met monden, die wijd
openstaan van verbazing en bewondering. Maar
tevens dient erkend te worden, dat in de groote
steden een ruimer bioscoopbezoek niet behoeft
te worden afgekeurd. De stadsjeugd mist nu
eenmaal vele mogelijkheden tot andere ontspan
ning, terwijl juist zij vaak ten prooi kan wor
den aan allerlei, door verveling bevorderde,
Psychische ziekerigheden, welke de medische
Wetenschap met den naam „neurosen"" pleegt
aan te duiden. En daartegen kan een matig
bioscoopbezoek een geneesmiddel vormen, als
men er dan maar voor zorgt, dat de zoo ont
vankelijke oogen en ooren inderdaad iets goeds
ontvangen.
Maar hier ligt juist de moeilijkheid! Want
Wanneer het over ongeschikte films gaat, moet
men volstrekt niet alléén denken aan het zesde
of negende der Tien Geboden. Een goede op-
Voeding stelt nog andere eischen dan alleen
maar deze, dat op dit punt de zuiverheid van
gedachte en daad bewaard blijft. De geheele
sfeer waarin onze kinderen opgroeien moet zon
nig zijn in den besten zin des woords, vol van
oen sterke, reine levensvreugde. En men kan nu
hiet bepaald zeggen dat deze sfeer voldoende
aanwezig is in de vele bioscoopzalen van ons
lieve vaderland. Juist de overdreven nadruk,
Waarmee affiches en advertenties trachten te
bewijzen dat dit wél het geval is, bewijst, dat
zelfs theater-exploitanten voelen, hoe er op dit
punt vaak veel ontbreekt.
Waaraan het dan wel hapert? Een tweetal ge
varen werd onlangs gesignaleerd op een verga
dering van den Nationalen Vrouwenraad. Daar
werden twee voorstellen ingediend, waarin ge
noemden Raad verzocht werd er voor te waken,
dat filmjournaals met oorlogsreportages niet
voor kinderen onder de veertien jaar toeganke
lijk zijn en dat deze journaals voor kindervoor
stellingen worden verboden. Inderdaad uitste
kende voorstellen, die er tenminste iets aan bij
dragen kunnen om ónze jeugd een betere op
voeding te geven dan die uit naburige landen,
waar ze al vroeg in den oorlogswaanzin wordt
ingewijd en deze moet leeren bewonderen. Een
derde voorstel werd eveneens aangenomen. Dit
hield in dat films van sensationeele ongelukken
zouden moeten worden verboden. Het is juist
gezien, dat ook deze beter aan onze kinderen
kunnen onthouden worden. Niet, omdat het ver
keerd zou zijn dat deze leeren begrijpen hoe er
veel ellende ih de wereld heerschen kan. Maar
omdat het een ongezond, vaak minderwaardig
genoegen genoemd moet worden om zich te ver
gapen aan de sensatie van verbrijzelde auto's en
ontzielde lichamen.
Als de groente verzouten is of de soep, iets
wat nog al eens het geval pleegt te zijn, wan
neer men soep maakt van groentewater of het
overgeblevene van den vorigen dag, dan is een
redmiddel en niet alleen voor den smaak
maar ook voor de gezondheid, daar teveel zout
voor den huidigen mensch-van-hoogen-bloed-
druk schadelijk is en een mensch in normalen
doen reeds ongeveer acht maal meer zout tot
zich neemt dan noodig is om er een rauwen
aardappel in te laten meekoken.
Als de bruine boonen of de griesmeelpap aan
brandt, roer dan niet in de pan, maar neem
deze van het vuur en schudt zoo behoedzaam
mogelijk het bovenste, waar de gebrande smaak
misschien nog niet in doorgedrongen is in een
schoone pan over, reddende wat er te redden
valt, om het onderste uit de pan onherroe
pelijk weg te doen. Zou men gaan roeren dan
is er kans, dat de aangebrande smaak den ge-
heelen paninhoud oneetbaar maakt.
Zooals bij figuurpuzzles meestal het geval is,
bracht ook hier de invulling voorloopig van
eenige niet zoo moeilijke nummers tot het „in
de gaten krijgen", welk spreekwoord daar op
de plaats der kruisjes moest komen en die
krachtige „hulp in den nood" voerde verder
tot het vinden van de lastiger exemplaren, en
de volledige invulling van het 17-tal bedeelde
woorden.
Deze herinnering en mogelijk nuttige aan
wijzing voor puzzelaars, die nog niet zoo veel
aan deze mooie geheugensport hebben gedaan,
is tevens aanleiding voor ons om nog eens op
te merken, dat men met alleen het verlangde
spreekwoord op te zenden niet kan volstaan!
Immers, het kan al present zijn, als men met
de bovengenoemde lastiger exemplaren geen
raad weet, en hiervoor ook geen raad weet te
vinden.
De 17 verlangde woorden zijn de volgende:
K w a a D
m E r W e
lUpüs
LottO
w E b B e
N a t i E
E e n i G
o N e G a
A r o m A
K o o r D
s E i N e
s N o E k
Z o n d E
IJ s m a N
s N u I t
N o o i T
c I t 'E r
Op de plaats der kruisjes leest men dan in
de aangegeven richtingen het spreekwoord:
Keulen en Aken zijn niet in één dag gebouwd.
De uitgeloofde prijzen werden door het lot
toegewezen aan: mej. E. van Buuren, le Hel-
mersstraat 177 hs, Amsterdam-West; mej.
Tonny Eeken, Zevenhuizen 8, Alkmaar; G.
Huiskes, Julianastraat 71, Eindhoven; A. van
Leest, Pieter Breughelstraat 13, Utrecht; L.
van Leeuwen, Isaak Evertslaan 6, Arnhem; W.
Robat, Prins Hendrikstichting, Egmond aan
Zee.
Deze week volgt een letterraadsel volgens on
derstaand model.
Bij juiste vervanging der getallen 160 door
de letters der 12 woorden, elk van 6 letters,
welke uit de volgende opgave der beteeker.issen
worden verkregen, zal men een herinnering aan
het groote Paasch-gebeuren te lezen krijgen.
I:
50.31.32.45.46.57
boter, melk en kaas.
II:
7. 3. 5. 6.56.55
verwarmings-object
III:
8. 9.52.17.18.19
Engelsche stad.
IV:
37.23.22.20.21.42
bouwspecie.
V:
11.12.13.24.40.41
wetenschap.
VI:
4. 1.51.33.34.42
vogel.
VII:
30.58.36.16. 9.47
de jongere.
VIII:
29. 2.59.60.53.39
herfsttijd.
IX:
10.14.15.26.27.42
boertige vertooning.
X:
25. 9.54.32.44.42
solozanger.
XI:
38.28.48.17.35.39
dierenbewaker.
XII;
8.49.43.45.51.52
Belgische stad.
Onder de inzenders van een goede oplossing
worden weer zes fraaie prijzen verloot.
Oplossingen worden tot Vrijdagmiddag 12 uur
ingewacht bij den heer G. M. A. Jansen, Ruys-
daelstraat 60, Utrecht.
Fiat lux! De zonne, ontembaar.
Zegepraalt; de nevel zwicht:
Onverwinlijk is de Waarheid,
Onverheerbaar is het Licht!
GUIDO GEZELLE.
Of wij willen of niet, wij blijven pelgrims op
aarde: Homo viator
Het koor der pelgrims trekt zingend door het
hart van de werkelijkheid, de menschheid.
FRANqOIS MAURIAC.
Als besluit der bespreking van het Cuibertson-
systeem zal ik vandaag een betrekkelijk weinig
toegepast onderdeel er van bespreken, n.l. het
dubbelsprongbod (3 Harten na 1-Ruiten-ope-
ning of 4 Klaveren na 1-Schoppen-opening).
Het antwoord-bod in een andere kleur betee-
kent een positief antwoord en geeft manche
mogelijkheid aan (één malig-forcing)
Het sprongbod in een andere kleur beteekent
manche-zekerheid en slam-mogelijkheid (abso
luut manche-forcing).
Het dubbel-sprongbod in een andere kleur is
een conventie-bod en beteekent:
le. Renonce in de geboden kleur.
2e. Sterke troefsteun in de kleur van den
partner.
(V B x x, A x x x, of x x x x x)
3e. Niet minder dan 2 H T.
Zooals u ziet, geeft dit bod eveneens manche
zekerheid en slam-mogelijkheid.
Het nut van deze conventie-bieding is, dat
hier op gemakkelijke wijze een inlichting wordt
gegeven die overigens moeilijk verstrekt kan
worden. Alvorens we echter het verdere verloop
na deze biedingen gaan bekijken, een voorbeeld
ter verduidelijking.
A Sch. xxx
H. A. H. B. x x
R. A. x x
KI. H. x
zou hebben gehad, aangezien de Schoppen aas
niet noodig was voor het openings-bod. Het
verdere biedsverloop is nu echter niet moeilijk!
En nu dan wederom ons spel uit de practijk!
Sch. xxx
H. A. x
R. H. B. x x
KI. H. V. x x
Sch. A. H. V. x
H. H. B. x x
R. x x
KI. x x x
Sch. B. x x x
H. V. x x x x
R. x x
KI. x x
Sch.
H. XXX XX
R. H. V. xx
KI. A.xxx
Noord opent met 1 Harten en Zuid biedt
3 Schoppen! Zooals u ziet is 7-Harten het
juiste eindbod en ik betwijfel of dit zonder deze
conventie zoo gemakkelijk bereikt zal worden!
B 3ch. H. V. x x x
H. B. x
R. A. B. x x
KI. H. x
Sch. A. x x x
H.
R. H. V. x x x
KI. x x x x
Noord opent met 1 Schoppen en Zuid biedt
4 Harten! Evenals in geval A weet Noord dus,
dat zijn partner renonce in de geboden kleur
heeft. Bovendien is het voor Noord een groot
gemak te weten, dat zijn partner in de 3
overige kleuren tenminste 2 H. T. heeft! Hij
kan deze immers in verband met zijn eigen
H. T. vrij nauwkeurig plaatsen.
Uit bovenstaande voorbeelden heeft u al
kunnen zien, waardoor het antwoord van den
opener bepaald wordt. In beide gevallen im
mers bezat de opener géén kracht in de kleur,
waarin zijn partner de renonce had.
De partner mag dus slechts op de slam-uit-
noodiging ingaan, wanneer zijn openingsbod
niet gebaseerd was op eenige kracht in de kleur,
waarin zijn partner blijkt renonce te hebben!
Wanneer dus bijv. op de volgende kaart met
1 Harten is geopend
Sch. A. x x
H. H. V. B. x x
R. H. x x
KI. x x
en de partner biedt 3 schoppen, mag de opener
niet naar Slam doorgaan, maar wel als hij bijv.:
Sch. A. x x
H. H. V. B. x x
R. H. x x
KI. A. x
doch een frissche gave huid door geregeld
gebruik van Radox in Uw waschwater
Bij apothekers en erkende drogisten a f0.90
per pak en f 0.15 per klein pakje.
Sch. x x
H. x x
R. A. V. x x x
KI. A. B. x x
Z.
1 Ruiten
4 Klaveren
Pas
W.
Pas
Pas
Pas
N.
3 Ruiten
5 Klaveren
O.
Pas
Pas
De bieding is hier het moeilijkst! 5 Ruiten is
nooit te maken, terwijl 5 Klaveren bij 23
troef verdeeling altijd gemaakt wordt! Na 3 x
troefslaan en Harten aas gespeeld te hebben,
speelt Zuid n.l. 5 x Ruiten en in Noord wordt op
de 5de Ruiten een kleine Harten geëcarteerd!
Het aftroeven van een Harten door Noord en
de laatste troefslag van Zuid leveren dan res
pectievelijk den lOden en llden slag op!
CORRESPONDENTIE.
A. G. te A. In het bridge-spel is ondertroeven
altijd geoorloofd. Er blijkt mij meermalen hier
omtrent een misverstand te bestaan en ik
schrijf dit toe aan de herinnering aan andere
kaartspelen, waar dit niet geoorloofd is.
P. H. A. TUIN.
In den tegenwoordigen tijd bespeurt men in
alle klassen der bevolking een groote neiging
tot bezuiniging en als gevolg hiervan
schenkt men meer aandacht aan een goede be
handeling der wasch. De goed verzorgde linnen
kast is de trotst van iedere huisvrouw en haar
denken en werken is voor een groot gedeelte
gericht op de beantwoording van de vraag:
„Hoe behandel ik het eenvoudigst en goed
koopst mijn wasch, zóó, dat deze niet alleen
helder wordt, maar ook gespaard blijft?"
Het antwoord op deze belangrijke vraag is:
„De keuze van een goed waschmiddel." De een
voudige hulpmiddelen van vroeger, zeep en
zeeppoeder, voldoen niet meer aan de eischen
van gemakkelijkheid, zuinigheid en hygiëne, die
tegenwoordig aan een waschbehandeling gesteld
worden. Daartegenover staat, dat de chemische
industrie de laatste jaren groote vorderingen
heeft gemaakt, getuige bijv. het zelfwerkend
waschmiddel „Persil", dat door de zorgvuldige
samenstelling uit de beste grondstoffen de drie
voornaamste eigenschappen voor een goede
waschbehandeling in zich vereenigt: volkomen
reiniging, gepaard met behoud van de wasch,
het overbodig worden van het tijdroovende
bleeken en tenslotte het dooden van alle ziekte
kiemen.
Zooals de benaming zegt, reinigt dit middel
zelfwerkend de wasch. Het verwijdert, door de
wasch éénmaal gedurende korten tijd te koken
al het vuile en geeft de wasch een helder wit
aanzien. Hierin ligt het merkwaardige onder
scheid tegenover de oude methode, waaraan
behalve tweemaal koken, nog de bewerking van
het waschgoed met waschbord en boender en
tenslotte het afzonderlijke bleeken te pas kwam.
Ook vlekken en onaangename reuk worden ver
wijderd en de wasch krijgt een frisschen geur.
Reeds bij het wasschen in een lauw Persilsop
wordt het goed volkomen gedesinfecteerd. Aan
de behandeling is geen enkel nadeel verbon
den, daar het geen bestanddeelen bevat, welke
het waschgoed zouden kunnen beschadigen.
Voordeelig is het volgende gebruik: Meng de
benoodigde hoeveelheid Persil (1 pakje op 2'/i
a 3 emmers 25 a 30 L. water) met een beetje
koud water aan tot een dun papje, waarin zich
geen klontjes meer mogen bevinden en giet
deze oplossing in den met koud water gevulden
ketel. De wasch wordt losjes in dit koude sop
gedaan en terwijl men nu en dan roert, wordt
ze langzaam aan het koken gebracht. Na onge
veer een kwartier gekookt te hebben, laat men
ze afkoelen totdat ze handwarm is. Tenslotte
spoelen, eerst in goed warm water, daarna zoo
lang in koud water, totdat dit helder blijft.
llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIII IIIIIMIIIIIill
ULVENHOUT,
21 April 1938
Amico.
Zaterdagmiddag, 'n week voor Paasch, als wij
sjuust aan tafel zaten, nadat 'k thuisgerejen
^'as mee den groentenwagel, kwam den Fielp
bog efkens 'nen krentenmik-veur-den-Zondag
aanreiken. Ja hoe is dat? Den krentenmik is
bestemd veur den Zondag, dus „gooit den Fielp
'm 's Zaterdags in z'n tweede baksel," lijk ie dat
hoemt, „dan ebben de klanten den Zondagschen
hiik zoo vorsch meugelijk!" Aldus den Fielp, die
z'n klantjes geren vasthoudt en wat veur ze
overheeft! Wat dan toch altij nog 't groote ge
heim is, amico, ook in deuze kwaje tijen, om
Oew zaken loopende te houwen! Daar wordt
^eugenwoordig veul mee de pet naar gegooid,
baar deus „geheim". Klanten zijn dikkels „veur-
^erpen-waaruit-geperst-mot-worden." Zooveul
kan! En aangezien klanten gin veurwerpen
zÜn, maar denkende wezens, loopen veul zaken
•faiikant! En dat geldt zoowel veur den bakker,
ais veur den boekenschrijven Veur den kleer
maker als veur den componist. Veur den verver
ais veur den kunstschilder!
Brood en boeken die hun „gewicht" nie heb
ben, houwen gin klanten! Costuums en muziek
stukken, die niemand passen, houwen gin klan-
tan. Verf- en schilderwerk, dat mee 'nen heel
groffen kwast wierd gedaan, houdt gin klanten!
Allemaal waarheden als palen-boven-water,
maar.... als den verver drie maanden weg is,
komt de ouwen verf weer deur den nuuwen!
Als oe 'n „nieuw" muziekstuk is aangekondigd,
kunt ge 't na de drie eerste maten al mee-
neuriënden ouwen verf schijnt er subiet
deur! En de meeste nieuwe boeken en schilde
rijen „doen" 't alleen maar af mee 'nen mooien
kaft of lijst, lijk 'n kwaai krentenbrood, waar
bij de krenten alleen maar aan den buitenkant
zitten! Ik zeg: allemaal waarheden als paien-
boven-water, maar die toch nie gezien worden.
Da's óók.malaise". Malaise in: volwassen
ernst! Den optimist zou kunnen zeggen: „hoog
conjunctuur in oppervlakkigheid." Muzikaal ge
redeneerd leven wij in 'n tij van potpourri's en
arrangementenopveegsel, amico'Nen
wals van Strauss ver-hotjazzen is nie veul
meer dan 'nen gouwen horloge „bewerken"
„arrangeeren" mee hamer en nijptang!
't Is rinnewatie. 't Is baldadigheid, 'tls
kwajongensvermaak, kattekwaad! En mee
zulken.... „arbeid" van inferieursten aard
probeert men den kost te verdienen.
Amico, dat gaat nie laang goed. De klanten
zijn denkende wezens! Mee 't leveren van zul
ke waar gaan de zaken op de flesch. De schil-
derkunst-mee-den-groffen-kwast, dat moderne
gesaus, is dan ook al failliet! Zóó failliet, dat
de „beste klanten," de modern aangelegde cri
tici, die vroeger pap lustten van dieën saus,
'm nou nie meer kunnen zien, lot staan: „in
nemen."
Ja 't menschdom gaat langzaamaan weer
tot bezinning komen. En als we gespaard meu-
gen blijven veur 'nen tweeden weareldoorlog
'tziet er vandaag iets gunstiger uit, nou den
Vredesbond op apegapen ligt, dan zullen we
over 25 jaar-vooruitgang misschien weer zoo
wijd zijn als vóór 1914We hadden toen wel
gin vliegmachines, radio en stofzuigers, maar
evenmin hadden we stikgassen- en bommenkel-
ders noodig. Evenmin hadden we de zangkunst
van Popeye the Sailorman te deurstaan, even
min hadden we dienstmeidentekort en onder-
wijzersteveul. We hadden mee minder ketterij
en godsdienstwaanzin van doen, we hadden
meer evenwicht in 't leven.
Allee, amico, wiste gü dat allemaal al??
Man, doe nie zoo eigenwijs! Iedereen weet t!
Zelfsministers, die in teugenstelling mee
die wetenschap regeeren. Zelfs klagende zaken
lui, die mee de pet gooien naar de klanten.
Zelfs.... potpourrifabrikanten en „arrangeurs",
die zóó weinig respect hebben veur eigen arbeid,
dat ze als muzikale clowns op de podiums staan!
Aan 't publiek veurgesteld mee vuile dubbel-
zinnighedens deurnouja, deur 'nen Jan
Ongeluk, die duiten slaat uit z'n huwelijks
misère. En daarmee zoo'n „succes" oogst bij Jan
Boezeroen en Bet Baaienrok. Enbij de
Boezeroenen en Baaienrokken naar den geest,
natuurlijk!
Maar, sodepetat; wat ben 'k wijd uit m'nen
koers gesukkeld, mee dieën Fielp z'nen verschen
krentenmik.
Allee we zullen 'ns naar 'm veromkeeren!
Hij kan daar nie tot Pinksteren blijven staan,
mee z'n brooike en z'n goeie bedoelings!
Lijk ik zee: Ik was goed-en-wel verom mee
den zwaren, Zaterdagschen wagel en ik zat 'm,
mee Trui en Dré III, 'n handje te geven aan
den peestamp, 'tls altij nog weer veur winter-
kost.
Als den Fielp daar zoo al 'n tijdje had ge
staan, zonder dat ie veul „asem" gekregen had,
m'n peestamp interesseerde me op dieën
oogenblik meer dan den Fielp dan vroeg ik
zoo, tusschen twee happen in: ,Druk?"
Dat woordeke was best gevonden! Want nou
had den Fielp de kans 'n heel vertessel te doen,
waarbij ik 'm nie in de reden hoefde te vallen,
docht me.
„Druk? wa za'k zeggen, Dré? Daar is altij
van halles te schaften, man! Net as nou, nou
't Nationaal Concours weer veur de deur staat."
„Wanneer valt da van 't jaar?" vroeg Trui.
„Zondag 1 Mei," zee den Fielp: „Schoouen
datum, ee?"
„Wa's da veur 'n concours?" vroeg den klei
nen Dré.
„Iepiek," gaf den Fielp ten antwoord.
„So-de-mae-rel!" riep den kleine, die vergat
te eten. „Hier in Ulvenhout, Fielp?"
„Tuurlijk! Hulvenout hekselsior! Rijde gij nie
mee, Dréke? Hopa is toch ok lid van de Hul-
venoutsche Rijvereeniging!"
Nou, dat was nie teugen 'nen doove gezeed.
Stijf bleef ie zitten, mee z'nen vurk in d'
hoogte. En z'n zwart' oogskes vlogen overent-
weer van den Fielp naar mij.
„Daar komt niks van in, snotneus!" was Trui
me gaauw vóór. „Neeë, we zullen jou den nek
laten breken! Dat mot nog vijftien jaar wor
denGe zijt ten goeie uit oew hobbelpèèrd!"
„En ik zou nie weten wat er teugen was!"
viel ik Trui pootig in de rede. „Hij zat al mee
z'n drie jaren te peerd en 'tis 'nen ruiter als
ze 'r bij de Veld weinig hebben! Wat zegde gij
er van, Fielp?"
„Ja hoch, hoch, wa zèil ik er van zeg
gen, Dré? Teugen is er niks. Maare.... Tmi
is er ok nog, zegnouweigens!"
„Maar net zoo goed als Trui, kan ik oe óók
den bons geven als bakker," waarschuwde-n-
ik 'm.
„Dan mot ie maar meerijen ok," zuchtte den
Fielp. En toen smeet ie z'nen krentenmik 'n
beetje driftig op de tafel, bekans in den pot
mee peestamp. Nouja dan was ernogginnen
dooje gewist! Wie wit hoe lekker 't is, peestamp
mee krenten!
Maar toen is Trui efkens van leer getrokken,
amico! Ik was één stuk onverstand, dat losliep
op twee beenen. Den Fielp 'nen flapdrol, van
't soort zooals den wind waait, zoo waait m'n
jaske, terwijl den kleinen Dré óók nog efkens
'n veeg uit de pan meekreeg. Ge wit, als Trui
eenmaal aan den schoonmaak trekt, dan blijft
er niks overeind staan!
Afijn, daar zijn nóg 'n paar woorden gevallen
en toen nog 'n paar, mee zo'n bui druppelt 't
altij 'n bietje na, maar op den oogenblik is Trui
bezig om veur Dré III 'n manjefiek jockey-
costumeke te maken. Want ze staat nou op 't
standpunt: „Als 't dan mot, dan mot 't, maar
centen zal 't me nie meugen kosten!" Nouja,
amico, da's 'n soortement van eervol-terugtrek-
ken, want 't costumeke wordt nou natuurlijk
veul duurder en ten tweede: Trui heeft nou
stiekum plazier gekregen in 't meerijen van den
kleinen Dré! Och ja, ze moest efkens aan 't ge
dacht wennen, ee. 't Vrouwvolk wil de jong altij
geren kleinhouwen en 't mansvolk houdt van
opschieten! D.w.z. als 't goed is! 'kHeb 't ook
wel 'ns andersom meegemaakt, maar dan dugt
er niks van!
Moeders, die snotpieken van zestien jaren
aankleejen en behandelen lijk volwassenen, die
„moeders" vertrouw ik nie. Maar daarover mis
schien nog wel 'ns 'nen anderen keer.
Ook is er wel 'n bietje eigenbelang bij, bü
Trui! Ik heb heur gezeed: „Trui, als den brak
goei traint en 'n behoorlijke kans maakt op 'n
goeie plots aan den finnish, dan vraag ik on
zen Dré en Wieske om over te komen, den eer
sten Mei. Wijf, wat zal ons schoondochterke,
wat zal ons Wieske fier zijn, als heuren jongen,
in 'n kwiek ruitercostumeke aan den start ver
schijnt, mee 'n groot nommer op z'nen rug en
als ie één, twee of drie wordt in den cours! Me
dunkt, ik hoor d'r hartje al kloppen!"
Den gemeensten duvel uit de hel had gin
schoondere smoes in Trui d'r ooren kunnen
blazen, als ik mee die woorden dee, amico!
'kZag zooiets in heur donker' oogen blinken,
'kzag heur lippen 'n bietje droog worden, ik
zag afijn, ik zag van alles. Kleinighedens,
die me veertig jaar gelejen in lichterlaaie zet
ten!
„Maar ik gaai ok kijken!" zee ze, 'n bietje
heesch.
„Wat dochte dan, toeteloeris? Dat we jou
thuislieten? Gij zet oewen Zondagschen poffer
op. Ge trekt oew beste spullen aan en al oew
goud en wij gaan mee onzen Dré en ons Wieske
naar de renbaan op 't Hoogsteen, in de wei van
Bartels."
Nou, amico, ik kan oe nou al zeggen: man en
peerd trainen zooveul als 't kan. 'k Heb 'n goei,
'n prima beest, tis pas drie jaren oud en "kheb
'nen ruiter....! Sodejuu! Ik heb 'm nie veur
niks mee z'n drie jaren te peerd gezet! In ons
eigen wei hebben we enkele hindemissen ge
timmerd en gegraven, geregeld maken we ze
wat hooger, brejer en den Dré springt er nie
over.... hij zweeft er overhenent
's Nachts droomt ie van den cours, 's Mergens,
bij 't ontbijt, spreekt ie van den cours, 's Mid
dags traint ie veur den cours. Teugen den avond
traint ie Bles! Heel z'n leventje is gericht op
den cours! Allee da's ook training. Da's trai
ning van 't zielement.
Hij rijdt in de Ulvenhoutsche kleuren, groen
wit. En d'andere boeren zullen van goeie stal
len motten komen, willen ze Dré III partij
geven! Dat weet ik al! 'kHeb eigens die cour-
sen meegerejen in m'nen tijd, ik wéét wat 'm
te wachten staat
Vandaag hebben we Bles gewogen, daar mot
nog wat af, maar dat kan 'k Dré III wel over
laten.
Ook heb ik stiekum 'n paar sjieke rijleerzen
veur 'm gekocht in stad. Zwarten lak, sporen
als zuiver! Ja, stiekum. Die mag Trui pas zien
als ze langs de lijn staat den eersten Mei!
En z'n costumeke, daar zal ik den Guust, on
zen barbier, nog 'ns naar laten kijken. Hij is
wel nie veul kleermaker, maar hij brengt er
toch meer van terecht dan Trui. De broek gaat
toch in de leerzen en den bloes nou, als den
Guust 'n colbertjaske maakt, bloest t altij, dus
dat komt ook veur malkaar! 'nRijzwipke had
ik nog van m'n eigen en de jockeypet mot over
trokken worden in de groen-witte kleuren. En
hij rijdt onder den naam „Dré HF'. Allicht!
Wa gij?
Over veertien dagen, amico, dan is 't zoo wijd
en ik beloof oe 'n uitgebreid verslag, man! Van
't Nationaal Concours Hippique te Ulvenhout
op Zondag 1 Mei a.s. Als gij nog inschrijvers
kent, geef ze maar op, horre! 'kBen veur m'n
baaske nie bang!
Neeë, van den Vic nog niks gehoord, maar
dat kan natuurlijk nog nie! tEnnigste wat in
die zaak gebeurd is, ik heb stillekes de pa
tronen uit den Jaan z'n handkanon genomen,
zooda k ginnen angst hoef te hebben veur dieën
eenzamen Herman. Misschien schoot Janus
toch wel mis, maar.... ik heb t zekere veur t
onzekere genomen!
En nou schei k er af.
Veul groeten van Trui, Groen-Wit en gin
horke minder van oewen
t-a.v.
DR&