HEEREN-SLIPOVER SPORT vx m m f.3 x.é>.s&.5y RADOX Een spannende strijd staat Ulvenhout te wachten Gevaarlijke films FIGUUR- EN LETTER- PUZZLE 1 X XL XL V VI So.3/ .32.i/S.^é>.Sj 3f.23.22.to.2l .1/1 12.13LU] .fO. Lf I/, f .X/.33.31/.//2 30.S$.36./6.J .iff 2Cj. 2 .5y.éo.S3.3g 10 Jt/JÏ.&.Zf.ifl. 2X. C) .52/. 32. Ljlf.yiL S* i/fj. .52 TL X XI Waarheden als palen-hoven-water GEEN VETPUISTJES MEER ZONDAG 24 APRIL 1938 -12 &ULII\\\\VS& Van oorlog en ongelukken Kleine misères ONS PRIJSRAADSEL Keulen en Aken zijn niet in één dag gebouwd" Lastige exemplaren Oplossing vorig raadsel Prijswinnaars Het nieuwe raadsel Uit Dichters en Denkers Een interessante en succesvolle bied- conventie uit het Cuibertson-systeem Verzorging van de wasch BRABANTSCHE BRIEVEN Voor dezen, wij zouden bijna zeggen gekleeden slipover, wordt 250 gr. vierdraadswol gebruikt in een kleur, die het beste past bij de overige kleeding. Teneinde hem goed passend te krijgen maken wij, volgens bijgaande teekening, een patroon op ware grootte; de maat is berekend voor een middelmatig figuur. Wij gebruiken naalden No. 3, beginnen met het voorpand en breien den boord dezen keer 2 r. 1 av. 10 c.M. hoog, daarna wordt verder gewerkt in het patroon: 5 r. 1 av. Geleidelijk aan moeten wij nu aan beide zijden 1 st. meerderen tot het armsgat, waar wij 8 a 10 st. ineens afkanten, vervolgens nog 5 x iederen 3en toer 1 st., dus in het geheel 13 a 15 st. Ter hoogte van den hals kanten wij in het midden 12 st. af en breien verder tot aan den schouder, terwijl wij den hals volgens patroon uitronden. Zijn wij aan den schouder beland, dan wordt deze afgeschuind, waarvoor wij het aantal steken in drieën deelen. De rug wordt op dezelfde manier gebreid, doch de halsronding is niet zoo diep. (Zie patroon). Hebben wij voorpand en rug klaar, dan worden zij over een vochtigen doek voorzichtig opgeperst en aan elkaar genaaid. Daarna moeten wij langs armsgaten en hals een rand breien. Wij nemen daarvoor de steken of lussen zorgvuldig op en breien dezen rand op vier naalden 2'r. 1 av. Wanneer wij de steken breien terwijl wij ze opnemen, is de overgang bijna niet te zien. Het is mijn bescheiden meening, dat bios coopbezoek voor kinderen zoo dient te worden beperkt, dat deze alleen daarheen gaan, wanneer er werkelijk een mooie, geschik te film wordt geboden. Men voorkomt aldus een bedorven smaak en een overprikkelde fantasie en tevens dat gevoel van geblaseerdheid wat hiet zeldzaam is bij de stadsjeugd, die tot de Vaste cinema-bezoekers behoort. Want ook al zouden onze jongens en meisjes alleen maar goede films zien, zij zouden toch op den duur een vroegtijdige rijpheid, om niet te zeggen ..ouderdom" gaan vertoonen, die het heerlijk haïeve, frissche en spontane der jonge jaren Verdrongen had. Wanneer Mulo-leerlingen zich al beginnen te vervelen bij een overigens heel mooie film over natuur of techniek, zijn ze evenzeer te beklagen als die ongelukkige rijke luiskinderen, die na een overvloed van buiten- landsche reizen onze vaderlandsehe bosschen en heiden, velden en plassen „stom vervelend" Vinden. Men mag dan ook terecht de plattelandsjeugd benijden, die misschien ééns in het jaar in een Patronaatsgebouw een oude film ziet afdraaien en dit gebeuren bijwoont met monden, die wijd openstaan van verbazing en bewondering. Maar tevens dient erkend te worden, dat in de groote steden een ruimer bioscoopbezoek niet behoeft te worden afgekeurd. De stadsjeugd mist nu eenmaal vele mogelijkheden tot andere ontspan ning, terwijl juist zij vaak ten prooi kan wor den aan allerlei, door verveling bevorderde, Psychische ziekerigheden, welke de medische Wetenschap met den naam „neurosen"" pleegt aan te duiden. En daartegen kan een matig bioscoopbezoek een geneesmiddel vormen, als men er dan maar voor zorgt, dat de zoo ont vankelijke oogen en ooren inderdaad iets goeds ontvangen. Maar hier ligt juist de moeilijkheid! Want Wanneer het over ongeschikte films gaat, moet men volstrekt niet alléén denken aan het zesde of negende der Tien Geboden. Een goede op- Voeding stelt nog andere eischen dan alleen maar deze, dat op dit punt de zuiverheid van gedachte en daad bewaard blijft. De geheele sfeer waarin onze kinderen opgroeien moet zon nig zijn in den besten zin des woords, vol van oen sterke, reine levensvreugde. En men kan nu hiet bepaald zeggen dat deze sfeer voldoende aanwezig is in de vele bioscoopzalen van ons lieve vaderland. Juist de overdreven nadruk, Waarmee affiches en advertenties trachten te bewijzen dat dit wél het geval is, bewijst, dat zelfs theater-exploitanten voelen, hoe er op dit punt vaak veel ontbreekt. Waaraan het dan wel hapert? Een tweetal ge varen werd onlangs gesignaleerd op een verga dering van den Nationalen Vrouwenraad. Daar werden twee voorstellen ingediend, waarin ge noemden Raad verzocht werd er voor te waken, dat filmjournaals met oorlogsreportages niet voor kinderen onder de veertien jaar toeganke lijk zijn en dat deze journaals voor kindervoor stellingen worden verboden. Inderdaad uitste kende voorstellen, die er tenminste iets aan bij dragen kunnen om ónze jeugd een betere op voeding te geven dan die uit naburige landen, waar ze al vroeg in den oorlogswaanzin wordt ingewijd en deze moet leeren bewonderen. Een derde voorstel werd eveneens aangenomen. Dit hield in dat films van sensationeele ongelukken zouden moeten worden verboden. Het is juist gezien, dat ook deze beter aan onze kinderen kunnen onthouden worden. Niet, omdat het ver keerd zou zijn dat deze leeren begrijpen hoe er veel ellende ih de wereld heerschen kan. Maar omdat het een ongezond, vaak minderwaardig genoegen genoemd moet worden om zich te ver gapen aan de sensatie van verbrijzelde auto's en ontzielde lichamen. Als de groente verzouten is of de soep, iets wat nog al eens het geval pleegt te zijn, wan neer men soep maakt van groentewater of het overgeblevene van den vorigen dag, dan is een redmiddel en niet alleen voor den smaak maar ook voor de gezondheid, daar teveel zout voor den huidigen mensch-van-hoogen-bloed- druk schadelijk is en een mensch in normalen doen reeds ongeveer acht maal meer zout tot zich neemt dan noodig is om er een rauwen aardappel in te laten meekoken. Als de bruine boonen of de griesmeelpap aan brandt, roer dan niet in de pan, maar neem deze van het vuur en schudt zoo behoedzaam mogelijk het bovenste, waar de gebrande smaak misschien nog niet in doorgedrongen is in een schoone pan over, reddende wat er te redden valt, om het onderste uit de pan onherroe pelijk weg te doen. Zou men gaan roeren dan is er kans, dat de aangebrande smaak den ge- heelen paninhoud oneetbaar maakt. Zooals bij figuurpuzzles meestal het geval is, bracht ook hier de invulling voorloopig van eenige niet zoo moeilijke nummers tot het „in de gaten krijgen", welk spreekwoord daar op de plaats der kruisjes moest komen en die krachtige „hulp in den nood" voerde verder tot het vinden van de lastiger exemplaren, en de volledige invulling van het 17-tal bedeelde woorden. Deze herinnering en mogelijk nuttige aan wijzing voor puzzelaars, die nog niet zoo veel aan deze mooie geheugensport hebben gedaan, is tevens aanleiding voor ons om nog eens op te merken, dat men met alleen het verlangde spreekwoord op te zenden niet kan volstaan! Immers, het kan al present zijn, als men met de bovengenoemde lastiger exemplaren geen raad weet, en hiervoor ook geen raad weet te vinden. De 17 verlangde woorden zijn de volgende: K w a a D m E r W e lUpüs LottO w E b B e N a t i E E e n i G o N e G a A r o m A K o o r D s E i N e s N o E k Z o n d E IJ s m a N s N u I t N o o i T c I t 'E r Op de plaats der kruisjes leest men dan in de aangegeven richtingen het spreekwoord: Keulen en Aken zijn niet in één dag gebouwd. De uitgeloofde prijzen werden door het lot toegewezen aan: mej. E. van Buuren, le Hel- mersstraat 177 hs, Amsterdam-West; mej. Tonny Eeken, Zevenhuizen 8, Alkmaar; G. Huiskes, Julianastraat 71, Eindhoven; A. van Leest, Pieter Breughelstraat 13, Utrecht; L. van Leeuwen, Isaak Evertslaan 6, Arnhem; W. Robat, Prins Hendrikstichting, Egmond aan Zee. Deze week volgt een letterraadsel volgens on derstaand model. Bij juiste vervanging der getallen 160 door de letters der 12 woorden, elk van 6 letters, welke uit de volgende opgave der beteeker.issen worden verkregen, zal men een herinnering aan het groote Paasch-gebeuren te lezen krijgen. I: 50.31.32.45.46.57 boter, melk en kaas. II: 7. 3. 5. 6.56.55 verwarmings-object III: 8. 9.52.17.18.19 Engelsche stad. IV: 37.23.22.20.21.42 bouwspecie. V: 11.12.13.24.40.41 wetenschap. VI: 4. 1.51.33.34.42 vogel. VII: 30.58.36.16. 9.47 de jongere. VIII: 29. 2.59.60.53.39 herfsttijd. IX: 10.14.15.26.27.42 boertige vertooning. X: 25. 9.54.32.44.42 solozanger. XI: 38.28.48.17.35.39 dierenbewaker. XII; 8.49.43.45.51.52 Belgische stad. Onder de inzenders van een goede oplossing worden weer zes fraaie prijzen verloot. Oplossingen worden tot Vrijdagmiddag 12 uur ingewacht bij den heer G. M. A. Jansen, Ruys- daelstraat 60, Utrecht. Fiat lux! De zonne, ontembaar. Zegepraalt; de nevel zwicht: Onverwinlijk is de Waarheid, Onverheerbaar is het Licht! GUIDO GEZELLE. Of wij willen of niet, wij blijven pelgrims op aarde: Homo viator Het koor der pelgrims trekt zingend door het hart van de werkelijkheid, de menschheid. FRANqOIS MAURIAC. Als besluit der bespreking van het Cuibertson- systeem zal ik vandaag een betrekkelijk weinig toegepast onderdeel er van bespreken, n.l. het dubbelsprongbod (3 Harten na 1-Ruiten-ope- ning of 4 Klaveren na 1-Schoppen-opening). Het antwoord-bod in een andere kleur betee- kent een positief antwoord en geeft manche mogelijkheid aan (één malig-forcing) Het sprongbod in een andere kleur beteekent manche-zekerheid en slam-mogelijkheid (abso luut manche-forcing). Het dubbel-sprongbod in een andere kleur is een conventie-bod en beteekent: le. Renonce in de geboden kleur. 2e. Sterke troefsteun in de kleur van den partner. (V B x x, A x x x, of x x x x x) 3e. Niet minder dan 2 H T. Zooals u ziet, geeft dit bod eveneens manche zekerheid en slam-mogelijkheid. Het nut van deze conventie-bieding is, dat hier op gemakkelijke wijze een inlichting wordt gegeven die overigens moeilijk verstrekt kan worden. Alvorens we echter het verdere verloop na deze biedingen gaan bekijken, een voorbeeld ter verduidelijking. A Sch. xxx H. A. H. B. x x R. A. x x KI. H. x zou hebben gehad, aangezien de Schoppen aas niet noodig was voor het openings-bod. Het verdere biedsverloop is nu echter niet moeilijk! En nu dan wederom ons spel uit de practijk! Sch. xxx H. A. x R. H. B. x x KI. H. V. x x Sch. A. H. V. x H. H. B. x x R. x x KI. x x x Sch. B. x x x H. V. x x x x R. x x KI. x x Sch. H. XXX XX R. H. V. xx KI. A.xxx Noord opent met 1 Harten en Zuid biedt 3 Schoppen! Zooals u ziet is 7-Harten het juiste eindbod en ik betwijfel of dit zonder deze conventie zoo gemakkelijk bereikt zal worden! B 3ch. H. V. x x x H. B. x R. A. B. x x KI. H. x Sch. A. x x x H. R. H. V. x x x KI. x x x x Noord opent met 1 Schoppen en Zuid biedt 4 Harten! Evenals in geval A weet Noord dus, dat zijn partner renonce in de geboden kleur heeft. Bovendien is het voor Noord een groot gemak te weten, dat zijn partner in de 3 overige kleuren tenminste 2 H. T. heeft! Hij kan deze immers in verband met zijn eigen H. T. vrij nauwkeurig plaatsen. Uit bovenstaande voorbeelden heeft u al kunnen zien, waardoor het antwoord van den opener bepaald wordt. In beide gevallen im mers bezat de opener géén kracht in de kleur, waarin zijn partner de renonce had. De partner mag dus slechts op de slam-uit- noodiging ingaan, wanneer zijn openingsbod niet gebaseerd was op eenige kracht in de kleur, waarin zijn partner blijkt renonce te hebben! Wanneer dus bijv. op de volgende kaart met 1 Harten is geopend Sch. A. x x H. H. V. B. x x R. H. x x KI. x x en de partner biedt 3 schoppen, mag de opener niet naar Slam doorgaan, maar wel als hij bijv.: Sch. A. x x H. H. V. B. x x R. H. x x KI. A. x doch een frissche gave huid door geregeld gebruik van Radox in Uw waschwater Bij apothekers en erkende drogisten a f0.90 per pak en f 0.15 per klein pakje. Sch. x x H. x x R. A. V. x x x KI. A. B. x x Z. 1 Ruiten 4 Klaveren Pas W. Pas Pas Pas N. 3 Ruiten 5 Klaveren O. Pas Pas De bieding is hier het moeilijkst! 5 Ruiten is nooit te maken, terwijl 5 Klaveren bij 23 troef verdeeling altijd gemaakt wordt! Na 3 x troefslaan en Harten aas gespeeld te hebben, speelt Zuid n.l. 5 x Ruiten en in Noord wordt op de 5de Ruiten een kleine Harten geëcarteerd! Het aftroeven van een Harten door Noord en de laatste troefslag van Zuid leveren dan res pectievelijk den lOden en llden slag op! CORRESPONDENTIE. A. G. te A. In het bridge-spel is ondertroeven altijd geoorloofd. Er blijkt mij meermalen hier omtrent een misverstand te bestaan en ik schrijf dit toe aan de herinnering aan andere kaartspelen, waar dit niet geoorloofd is. P. H. A. TUIN. In den tegenwoordigen tijd bespeurt men in alle klassen der bevolking een groote neiging tot bezuiniging en als gevolg hiervan schenkt men meer aandacht aan een goede be handeling der wasch. De goed verzorgde linnen kast is de trotst van iedere huisvrouw en haar denken en werken is voor een groot gedeelte gericht op de beantwoording van de vraag: „Hoe behandel ik het eenvoudigst en goed koopst mijn wasch, zóó, dat deze niet alleen helder wordt, maar ook gespaard blijft?" Het antwoord op deze belangrijke vraag is: „De keuze van een goed waschmiddel." De een voudige hulpmiddelen van vroeger, zeep en zeeppoeder, voldoen niet meer aan de eischen van gemakkelijkheid, zuinigheid en hygiëne, die tegenwoordig aan een waschbehandeling gesteld worden. Daartegenover staat, dat de chemische industrie de laatste jaren groote vorderingen heeft gemaakt, getuige bijv. het zelfwerkend waschmiddel „Persil", dat door de zorgvuldige samenstelling uit de beste grondstoffen de drie voornaamste eigenschappen voor een goede waschbehandeling in zich vereenigt: volkomen reiniging, gepaard met behoud van de wasch, het overbodig worden van het tijdroovende bleeken en tenslotte het dooden van alle ziekte kiemen. Zooals de benaming zegt, reinigt dit middel zelfwerkend de wasch. Het verwijdert, door de wasch éénmaal gedurende korten tijd te koken al het vuile en geeft de wasch een helder wit aanzien. Hierin ligt het merkwaardige onder scheid tegenover de oude methode, waaraan behalve tweemaal koken, nog de bewerking van het waschgoed met waschbord en boender en tenslotte het afzonderlijke bleeken te pas kwam. Ook vlekken en onaangename reuk worden ver wijderd en de wasch krijgt een frisschen geur. Reeds bij het wasschen in een lauw Persilsop wordt het goed volkomen gedesinfecteerd. Aan de behandeling is geen enkel nadeel verbon den, daar het geen bestanddeelen bevat, welke het waschgoed zouden kunnen beschadigen. Voordeelig is het volgende gebruik: Meng de benoodigde hoeveelheid Persil (1 pakje op 2'/i a 3 emmers 25 a 30 L. water) met een beetje koud water aan tot een dun papje, waarin zich geen klontjes meer mogen bevinden en giet deze oplossing in den met koud water gevulden ketel. De wasch wordt losjes in dit koude sop gedaan en terwijl men nu en dan roert, wordt ze langzaam aan het koken gebracht. Na onge veer een kwartier gekookt te hebben, laat men ze afkoelen totdat ze handwarm is. Tenslotte spoelen, eerst in goed warm water, daarna zoo lang in koud water, totdat dit helder blijft. llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIII IIIIIMIIIIIill ULVENHOUT, 21 April 1938 Amico. Zaterdagmiddag, 'n week voor Paasch, als wij sjuust aan tafel zaten, nadat 'k thuisgerejen ^'as mee den groentenwagel, kwam den Fielp bog efkens 'nen krentenmik-veur-den-Zondag aanreiken. Ja hoe is dat? Den krentenmik is bestemd veur den Zondag, dus „gooit den Fielp 'm 's Zaterdags in z'n tweede baksel," lijk ie dat hoemt, „dan ebben de klanten den Zondagschen hiik zoo vorsch meugelijk!" Aldus den Fielp, die z'n klantjes geren vasthoudt en wat veur ze overheeft! Wat dan toch altij nog 't groote ge heim is, amico, ook in deuze kwaje tijen, om Oew zaken loopende te houwen! Daar wordt ^eugenwoordig veul mee de pet naar gegooid, baar deus „geheim". Klanten zijn dikkels „veur- ^erpen-waaruit-geperst-mot-worden." Zooveul kan! En aangezien klanten gin veurwerpen zÜn, maar denkende wezens, loopen veul zaken •faiikant! En dat geldt zoowel veur den bakker, ais veur den boekenschrijven Veur den kleer maker als veur den componist. Veur den verver ais veur den kunstschilder! Brood en boeken die hun „gewicht" nie heb ben, houwen gin klanten! Costuums en muziek stukken, die niemand passen, houwen gin klan- tan. Verf- en schilderwerk, dat mee 'nen heel groffen kwast wierd gedaan, houdt gin klanten! Allemaal waarheden als palen-boven-water, maar.... als den verver drie maanden weg is, komt de ouwen verf weer deur den nuuwen! Als oe 'n „nieuw" muziekstuk is aangekondigd, kunt ge 't na de drie eerste maten al mee- neuriënden ouwen verf schijnt er subiet deur! En de meeste nieuwe boeken en schilde rijen „doen" 't alleen maar af mee 'nen mooien kaft of lijst, lijk 'n kwaai krentenbrood, waar bij de krenten alleen maar aan den buitenkant zitten! Ik zeg: allemaal waarheden als paien- boven-water, maar die toch nie gezien worden. Da's óók.malaise". Malaise in: volwassen ernst! Den optimist zou kunnen zeggen: „hoog conjunctuur in oppervlakkigheid." Muzikaal ge redeneerd leven wij in 'n tij van potpourri's en arrangementenopveegsel, amico'Nen wals van Strauss ver-hotjazzen is nie veul meer dan 'nen gouwen horloge „bewerken" „arrangeeren" mee hamer en nijptang! 't Is rinnewatie. 't Is baldadigheid, 'tls kwajongensvermaak, kattekwaad! En mee zulken.... „arbeid" van inferieursten aard probeert men den kost te verdienen. Amico, dat gaat nie laang goed. De klanten zijn denkende wezens! Mee 't leveren van zul ke waar gaan de zaken op de flesch. De schil- derkunst-mee-den-groffen-kwast, dat moderne gesaus, is dan ook al failliet! Zóó failliet, dat de „beste klanten," de modern aangelegde cri tici, die vroeger pap lustten van dieën saus, 'm nou nie meer kunnen zien, lot staan: „in nemen." Ja 't menschdom gaat langzaamaan weer tot bezinning komen. En als we gespaard meu- gen blijven veur 'nen tweeden weareldoorlog 'tziet er vandaag iets gunstiger uit, nou den Vredesbond op apegapen ligt, dan zullen we over 25 jaar-vooruitgang misschien weer zoo wijd zijn als vóór 1914We hadden toen wel gin vliegmachines, radio en stofzuigers, maar evenmin hadden we stikgassen- en bommenkel- ders noodig. Evenmin hadden we de zangkunst van Popeye the Sailorman te deurstaan, even min hadden we dienstmeidentekort en onder- wijzersteveul. We hadden mee minder ketterij en godsdienstwaanzin van doen, we hadden meer evenwicht in 't leven. Allee, amico, wiste gü dat allemaal al?? Man, doe nie zoo eigenwijs! Iedereen weet t! Zelfsministers, die in teugenstelling mee die wetenschap regeeren. Zelfs klagende zaken lui, die mee de pet gooien naar de klanten. Zelfs.... potpourrifabrikanten en „arrangeurs", die zóó weinig respect hebben veur eigen arbeid, dat ze als muzikale clowns op de podiums staan! Aan 't publiek veurgesteld mee vuile dubbel- zinnighedens deurnouja, deur 'nen Jan Ongeluk, die duiten slaat uit z'n huwelijks misère. En daarmee zoo'n „succes" oogst bij Jan Boezeroen en Bet Baaienrok. Enbij de Boezeroenen en Baaienrokken naar den geest, natuurlijk! Maar, sodepetat; wat ben 'k wijd uit m'nen koers gesukkeld, mee dieën Fielp z'nen verschen krentenmik. Allee we zullen 'ns naar 'm veromkeeren! Hij kan daar nie tot Pinksteren blijven staan, mee z'n brooike en z'n goeie bedoelings! Lijk ik zee: Ik was goed-en-wel verom mee den zwaren, Zaterdagschen wagel en ik zat 'm, mee Trui en Dré III, 'n handje te geven aan den peestamp, 'tls altij nog weer veur winter- kost. Als den Fielp daar zoo al 'n tijdje had ge staan, zonder dat ie veul „asem" gekregen had, m'n peestamp interesseerde me op dieën oogenblik meer dan den Fielp dan vroeg ik zoo, tusschen twee happen in: ,Druk?" Dat woordeke was best gevonden! Want nou had den Fielp de kans 'n heel vertessel te doen, waarbij ik 'm nie in de reden hoefde te vallen, docht me. „Druk? wa za'k zeggen, Dré? Daar is altij van halles te schaften, man! Net as nou, nou 't Nationaal Concours weer veur de deur staat." „Wanneer valt da van 't jaar?" vroeg Trui. „Zondag 1 Mei," zee den Fielp: „Schoouen datum, ee?" „Wa's da veur 'n concours?" vroeg den klei nen Dré. „Iepiek," gaf den Fielp ten antwoord. „So-de-mae-rel!" riep den kleine, die vergat te eten. „Hier in Ulvenhout, Fielp?" „Tuurlijk! Hulvenout hekselsior! Rijde gij nie mee, Dréke? Hopa is toch ok lid van de Hul- venoutsche Rijvereeniging!" Nou, dat was nie teugen 'nen doove gezeed. Stijf bleef ie zitten, mee z'nen vurk in d' hoogte. En z'n zwart' oogskes vlogen overent- weer van den Fielp naar mij. „Daar komt niks van in, snotneus!" was Trui me gaauw vóór. „Neeë, we zullen jou den nek laten breken! Dat mot nog vijftien jaar wor denGe zijt ten goeie uit oew hobbelpèèrd!" „En ik zou nie weten wat er teugen was!" viel ik Trui pootig in de rede. „Hij zat al mee z'n drie jaren te peerd en 'tis 'nen ruiter als ze 'r bij de Veld weinig hebben! Wat zegde gij er van, Fielp?" „Ja hoch, hoch, wa zèil ik er van zeg gen, Dré? Teugen is er niks. Maare.... Tmi is er ok nog, zegnouweigens!" „Maar net zoo goed als Trui, kan ik oe óók den bons geven als bakker," waarschuwde-n- ik 'm. „Dan mot ie maar meerijen ok," zuchtte den Fielp. En toen smeet ie z'nen krentenmik 'n beetje driftig op de tafel, bekans in den pot mee peestamp. Nouja dan was ernogginnen dooje gewist! Wie wit hoe lekker 't is, peestamp mee krenten! Maar toen is Trui efkens van leer getrokken, amico! Ik was één stuk onverstand, dat losliep op twee beenen. Den Fielp 'nen flapdrol, van 't soort zooals den wind waait, zoo waait m'n jaske, terwijl den kleinen Dré óók nog efkens 'n veeg uit de pan meekreeg. Ge wit, als Trui eenmaal aan den schoonmaak trekt, dan blijft er niks overeind staan! Afijn, daar zijn nóg 'n paar woorden gevallen en toen nog 'n paar, mee zo'n bui druppelt 't altij 'n bietje na, maar op den oogenblik is Trui bezig om veur Dré III 'n manjefiek jockey- costumeke te maken. Want ze staat nou op 't standpunt: „Als 't dan mot, dan mot 't, maar centen zal 't me nie meugen kosten!" Nouja, amico, da's 'n soortement van eervol-terugtrek- ken, want 't costumeke wordt nou natuurlijk veul duurder en ten tweede: Trui heeft nou stiekum plazier gekregen in 't meerijen van den kleinen Dré! Och ja, ze moest efkens aan 't ge dacht wennen, ee. 't Vrouwvolk wil de jong altij geren kleinhouwen en 't mansvolk houdt van opschieten! D.w.z. als 't goed is! 'kHeb 't ook wel 'ns andersom meegemaakt, maar dan dugt er niks van! Moeders, die snotpieken van zestien jaren aankleejen en behandelen lijk volwassenen, die „moeders" vertrouw ik nie. Maar daarover mis schien nog wel 'ns 'nen anderen keer. Ook is er wel 'n bietje eigenbelang bij, bü Trui! Ik heb heur gezeed: „Trui, als den brak goei traint en 'n behoorlijke kans maakt op 'n goeie plots aan den finnish, dan vraag ik on zen Dré en Wieske om over te komen, den eer sten Mei. Wijf, wat zal ons schoondochterke, wat zal ons Wieske fier zijn, als heuren jongen, in 'n kwiek ruitercostumeke aan den start ver schijnt, mee 'n groot nommer op z'nen rug en als ie één, twee of drie wordt in den cours! Me dunkt, ik hoor d'r hartje al kloppen!" Den gemeensten duvel uit de hel had gin schoondere smoes in Trui d'r ooren kunnen blazen, als ik mee die woorden dee, amico! 'kZag zooiets in heur donker' oogen blinken, 'kzag heur lippen 'n bietje droog worden, ik zag afijn, ik zag van alles. Kleinighedens, die me veertig jaar gelejen in lichterlaaie zet ten! „Maar ik gaai ok kijken!" zee ze, 'n bietje heesch. „Wat dochte dan, toeteloeris? Dat we jou thuislieten? Gij zet oewen Zondagschen poffer op. Ge trekt oew beste spullen aan en al oew goud en wij gaan mee onzen Dré en ons Wieske naar de renbaan op 't Hoogsteen, in de wei van Bartels." Nou, amico, ik kan oe nou al zeggen: man en peerd trainen zooveul als 't kan. 'k Heb 'n goei, 'n prima beest, tis pas drie jaren oud en "kheb 'nen ruiter....! Sodejuu! Ik heb 'm nie veur niks mee z'n drie jaren te peerd gezet! In ons eigen wei hebben we enkele hindemissen ge timmerd en gegraven, geregeld maken we ze wat hooger, brejer en den Dré springt er nie over.... hij zweeft er overhenent 's Nachts droomt ie van den cours, 's Mergens, bij 't ontbijt, spreekt ie van den cours, 's Mid dags traint ie veur den cours. Teugen den avond traint ie Bles! Heel z'n leventje is gericht op den cours! Allee da's ook training. Da's trai ning van 't zielement. Hij rijdt in de Ulvenhoutsche kleuren, groen wit. En d'andere boeren zullen van goeie stal len motten komen, willen ze Dré III partij geven! Dat weet ik al! 'kHeb eigens die cour- sen meegerejen in m'nen tijd, ik wéét wat 'm te wachten staat Vandaag hebben we Bles gewogen, daar mot nog wat af, maar dat kan 'k Dré III wel over laten. Ook heb ik stiekum 'n paar sjieke rijleerzen veur 'm gekocht in stad. Zwarten lak, sporen als zuiver! Ja, stiekum. Die mag Trui pas zien als ze langs de lijn staat den eersten Mei! En z'n costumeke, daar zal ik den Guust, on zen barbier, nog 'ns naar laten kijken. Hij is wel nie veul kleermaker, maar hij brengt er toch meer van terecht dan Trui. De broek gaat toch in de leerzen en den bloes nou, als den Guust 'n colbertjaske maakt, bloest t altij, dus dat komt ook veur malkaar! 'nRijzwipke had ik nog van m'n eigen en de jockeypet mot over trokken worden in de groen-witte kleuren. En hij rijdt onder den naam „Dré HF'. Allicht! Wa gij? Over veertien dagen, amico, dan is 't zoo wijd en ik beloof oe 'n uitgebreid verslag, man! Van 't Nationaal Concours Hippique te Ulvenhout op Zondag 1 Mei a.s. Als gij nog inschrijvers kent, geef ze maar op, horre! 'kBen veur m'n baaske nie bang! Neeë, van den Vic nog niks gehoord, maar dat kan natuurlijk nog nie! tEnnigste wat in die zaak gebeurd is, ik heb stillekes de pa tronen uit den Jaan z'n handkanon genomen, zooda k ginnen angst hoef te hebben veur dieën eenzamen Herman. Misschien schoot Janus toch wel mis, maar.... ik heb t zekere veur t onzekere genomen! En nou schei k er af. Veul groeten van Trui, Groen-Wit en gin horke minder van oewen t-a.v. DR&

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 7