Kruisvaart gast der Vlaamsche Jong Studenten |R\S sHAG Het „Volksthing" te Karlsbad EEN HAARD VAN ANTI-PAPISME OP DEN JUBELGOUWDAG TE ROESSELAERE PASSAGIER VIEL UIT DIES EL TREIN EISCHEN VAN KUNDT EN HENLEIN Kerkelijk leven MAANDAG 25 APRIL 1938 *1.1 Wf fMÊÊ Zang, dans en spreekkoren voor de K.S.A. en haar leiders ged emonstreerd Volendammers voerden klompendansen uit Dame ernstig gewond bij auto-botsing Zij was op weg naar een stervende VAN BRANDSTICHTING VERDACHT Schuur met vijf auto's in asch gelegd Slachtoffer op slag gedood De trein was niet overbezet Een drukke Bollen- zondag Dank zij Noordwijks bloemenfeest BOSCHBRAND SNEL BEDWONGEN BUITENLANDSCH OVERZICHT Duitsche hegemonie in, 't Donaubekken Vrachtauto door trein gegrepen Chauffeur ernstig gewond naar het ziekenhuis Dancing te Alkmaar afgebrand Groot aantal postduiven in de vlammen omgekomen JONGEN UIT ZWEEFMOLEN GEVALLEN Omstanders werden gewond GEEN GARNIZOEN TE BAARN BENOEMINGEN In het bisdom Haarlem Naar de missie f H 121 (Van onzen specialen verslaggever) De Kruisvaart treedt aan! Als een der laatste groepen van het grootsche jeugddefilé, dat Zondagmiddag door de feestelijke straten van Roesselaere langs Brugge's Bisschop trok, betre den zij het meetingsveld: 150 Kruis vaart-jongens achter hun bonte vlag gen, voorop de vaderlandsche drie kleur en het Pauselijk geel-wit, door jonge Volendammers in hun natio nale dracht fier geheven. En hun klinkt tegen hartelijk applaus van alle tribunes, hun golft tegemoet het brui send welkom uit vier duizend jonge Vlaamsche kelen. De K. S. A. van West-Vlaand eren begroet haar Noord-Nederlandsche gasten op den jubel-gouwdag te Roesselaere. De Katholieke Jong-Studenten Actie in West-Vlaanderen vierde Zondag haar 10-jarig bestaan en te dezer gelegenheid had men de Kruisvaart uitgenoodigd een afvaardiging te zenden naar dit feest, waarbij in de sectie vergaderingen en op de groote openlucht bij eenkomst iets van het cultureele werk der Kruisvaart zou worden getoond. De Vlaamsche Jong-Studenten Beweging, welke tot dusver zich bijna uitsluitend tot zuiver katholieke actie bepaalde, wilde van de Kruisvaart zien en leeren hoe haar systeem van opvoeding en vorming der mannelijke jeugd functionneeit en door cultureel jeugdwerk tot katholieke actie leidt. En voor de Kruisvaart zou op haar beurt het contact met de uitstekend gedisciplineerde Vlaamsche jeugdorganisatie nuttig kunnen zijn Zoo trok Zaterdagmiddag een 150-tal Kruis vaartleden uit Amsterdam, Volendam, Haarlem, Den Haag en Rotterdam, begeleid door direc teur H. van Spanje, kapelaan W. Haring uit Rotterdam, kapelaan J. v. d. BPogerd uit Vo lendam, verschillende leiders, alsmede de heer Anton Sweers in groote bussen naar het Vlaamsche stadje Roesselaere. Heel den feestelijken Zondag zijn de Jonge Kruisvaarders opgenomen geweest in de wel zeer aantrekkelijke sfeer van den echten Vlaamschen Jubelgouwdag. Een der hoogtepunten voor hen was natuurlijk het eigen optreden, des morgens in de sec tie-vergaderingen met zang en dans, wat door de Vlamingen met groote geestdrift werd begroet, terwijl aan de jeugdige Vo lendammers, die voor een duizendtal jonge „Hernieuwers" der K. S. A. Anton van Duinkerken's gedicht „Voor Volendam" in spreekkoor uitvoerden, een warè ovatie werd gebracht. „Zoo schoon gezelschap hebben wij hier in Roesselaere nog nooit gezien" kwam een Vlaamsch nonnetje na afloop spontaan den jongens zeggen. En ten slotte werden het défilé en het optreden op de groote openluchtbijeenkomst onvergetelijke m cogenblikken. De Jubelgouwdag werd ingezet met een H. Mis op het Marktplein van Roesselaere, opgedragen door pastoor-deken de Saeghere met pontificale assistentie van Z. H. Exc. Mgr. H. Lamiroy, bis schap van Brugge. De geheele markt was ge vuld met de 4000 jonge studenten uit alle deelen van West Vlaanderen, afgevaardigden van zus- ter-organisaties en ouders der jongens, die mede op het feest waren uitgenoodigd. De vlaggen dragers der Noord-Nederlandsche deputatie, welke behalve uit de Kruisvaart werd gevormd door een kleine groep Jong Studenten uit het Bisdom Breda, kregen een plaats rechts naast het altaar, dat op een fraai gestoffeerd podium was opgesteld. De H. Mis werd gezongen door het koor van het Groot-Seminarie van Brugge onder leiding van den heer P. Frangois. In dit koor zongen twee geboren Volendammers mee: de Eerw. Hee- ren P. Molenaar en F. Schokker. Na het H. Evangelie las de Proost der K.S.A., Kanunnik K. Dubois, een zeer uitvoerig schrijven voor van Kardinaal Pizzardo met de gelukwenschen van Z. H. den Paus. Na de hoogmis werden verschillende drukbe zochte sectievergaderingen gehouden. Wij woon den nog de bijeenkomst der ouders bij, welke zich in de hooge belangstelling mocht verheu gen van Z. H. Exc. den Bischop van Brugge en den apostolisch vicaris uit Belgisch Congo Mgr. Leijs. Daar hoorden wij 17- en 18-jarige „Her nieuwers" met welsprekendheid en vuur van hun idealen getuigen. Als de wereld van morgen zal zijn zooals de jeugd van vandaag dit wil, kan De vlaggen der Kruisvaart, opgesteld ter zijde van het altaar tijdens de hoog mis op het Marktplein te Roesselaere, waarmede de jubelgouwdag der Katho lieke Studenten Actie (K. S. A.) van West-Vlaander en werd geopend reldlijke autoriteiten het défilé gadesloegen, viel hun een geestdriftige begroeting ten deel. Tot slot van den dag hebben onze jongens op de openluchtbijeenkomst, nadat de Vlaamsche jongstudenten weer hun discipline hadden ge toond, door de snelle en volmaakt ordelijke wij ze, waarop hun korenblauwe duizendtallen het veld vulden en een indrukwekkend massaal spreekkoor uitvoerden, de vastgestelde demon stratie gegeven. Voorts bracht Anton Sweers, onder wiens leiding werd gedanst en gezongen, voor de microfoon de gelukwenschen over der Noord-Nederlandsche broeders aan „De blijde Ridders van het Godsrijk", zooals de jubileeren- de K.S.A.-ers zich noemen. En toen trad de Kruisvaart aan, om „met St. Michiels vurigheid en met St. Jans bal sturigheid te toonen wat zij kon. De stoere 16e eeuwsche Mannendans oogstte onmid dellijk groot succes en niet minder viel de genoeglijke Boevendans in den smaak van de Vlaamsche toeschouwers. De door Ma- rius Monnikendam getoonzette reidans leed helaas iets door gebrek aan onderlinge ge oefendheid der deelnemende groepen, maar het sloteffect werd weer volkomen bereikt toen de jonge Volendammers hun fraai ge- figureerden klompendans vertoonden. Met het lied van den Arbeid en een treffende Mariahulde werd de demonstratie beëindigd, waarmee de Kruisvaart op de Vlaamsche jeugd en haar leiders ongetwijfeld een uitstekenden indruk heeft gemaakt. het katholieke Vlaanderen gerust zijn. Op deze indrukwekkende bijeenkomst spraken ook Ka nunnik Dubois en de Bisschop van Brugge, ter wijl de jongste leden der K.S.A. de Jonge Kla- roeners enkele nummers van muizek, dans en zang ten beste gaven, welke opmerkelijk waren om de groote geoefendheid en discipline, welke bij den dans vooral een techniek verkregen, welke de Noord-Nederlandsche leiders zeer ver raste. Er werd o.m. een kabouterdans vertoond, die een beroepsballet met eere kon hebben ge bracht. De groote discipline dezer Vlaamsche Ka tholieke jeugdorganisatie bleek niet minder bij den optocht en het défilé, gevolgd door de openluchtbijeenkomst in het middaguur. Het was een lust, die lange rijen blauwge kielde jongens te zien marcheeren met hun wuivende vlaggen en wemelende chiro- vaantjes. Heel deze optocht had een bijzon dere sfeer vol heldere en mannelijke fees telijkheid, waar iets van den ouden Gilden- tiia in leefde, met die kruidige Vlaamsche weerbaarheid, welke dit als na eeuwen her boren, jonge geslacht eigen is. Zooals zij daar optrokken onder de veelvuldig uitge hangen Leeuwenvlaggen (de Belgische moest men even wegdenken) werd het een beeld waarin een grootsch verleden in den dag van vandaag met kleur en klaarte was herleefd. Nog hooren wij de welluidende melodieën van hun helderen zang, die onophoudelijk het fees telijk stadje vulde. Hun: Kerels der Noordzee, Wikingsbloed, Schaart u vereend rond de vlag, 't Gaat om uw kerstene vlaamsche diet Reedt u ten koenen slag! Harop! 't is strijd! Gij nieuwe jeugd! Ten kamp voor God! Trots vervulde ons hart om in die wakkere gelederen de Kruisvaart jongens in hun keurige uniform, onze jonge Volendammers in hun fiere mannelijke dracht mee te zien optrekken. Overal waar zij kwamen en niet in het minst bij de officieele tribune, waar mgr. Lamiroy en tal van geestelijke en we- Vermoedelijk door het springen van een band is Zondagavond te Harmeien een personenauto, bestuurd door den heer van Winsen en waarin verder gezeten waren diens echtgenoote en het echtpaar Meuwessen, allen uit Amsterdam, te gen den hoek van een vooruitstekend huis ge reden. De auto werd aan de rechterzijde geheel opengereten. Mevr. van W. kreeg een ernstige hersenschudding. In een nabijgelegen woning verleenden twee toevallig passeerende genees- heeren en dokter Buitenhuis uit Harmeien haai de eerste hulp. Zij mag voorloopig niet ver voerd worden. De heer M. liep snijwonden in het gelaat op. Hij kon na verbonden te zijn, de reis voortzetten. De auto is weggesleept. Een tragische bijzonderheid is nog, dat de families op weg waren naar de moeder van beide vrouwen, die stervende was. Onlangs brandde onder Ambt Delden een schuur van den landbouwer L. tot den grond toe af. In deze schuur die zekere H. en de W. uit Almeloo gehuurd hadden waren vijf tweede- handsch auto's, gekocht op de automarkt te Apeldoorn ondergebracht. De W. die op den dag van den brand repara ties aan de wagen zou hebben verricht, zag plot seling uit een dier auto's een vlam opschieten, en kon volgens zijn zeggen den brand niet meer blusschen, mede door aanwezigheid van een grooten voorraad benzine, met 't gevolg dat zoo wel de schuuur als de auto's totaal verbrandden. Een dezer dagen werd de W. gearresteerd en in gesloten in het Huis van Bewaring te Almeloo, verdacht van den brand opzettelijk te hebben gesticht, teneinde in het bezit te komen van de verzekeringspenningen. Zaterdag stelde de rechter-commissaris een onderzcek ter plaatse in en hoorde aldaar ver schillende getuigen in tegenwoordigheid van yerdachte de W., die geboeid in een tweeden auto daarheen was vervoerd. Zondagavond te half acht vertrok uit Gro ningen een extra-diesel-trein met talrijke sup porters uit Rotterdam, die den wedstrijd Feyen- oordBe Quick hadden bijgewoond. De trein was zoo vol, dat velen een plaats op de balcons moesten innemen. Op een van de achterbalcons stonden de reizigers dicht opeen en toen de trein ter hoogte van Nijkerk reed Wilden zij voor luchtverversching een raampje openschui ven. Dit gelukte evenwel niet goed en daarom stelde een van de reizigers, die zich bij een deur bevond, voor, deze te openen. Hij hield evenwel geen rekening met den sterken wind, want nauwelijks had hij het por tier los of met een ruk vloog dit open en slin gerde den man naar buiten, die vermoedelijk tegen een langs de spoorbaan staanden paai botste. Onmiddellijk werd de trein tot stilstand gebracht. Men vond den ongelukkige medepas sagier langs de spoorbaan met verbrijzelc höofd liggen.^ Hij was op slag gedood, zooals door den inmiddels ontboden geneesheer dr. F. H. van Lent uit Nijkerk geconstateerd werd. Het stoffelijk overschot is naar het lijkenhuis te Nijkerk overgebracht. De trein had door dit ongeval een half uur vertraging. De verongelukte passagier is de 34-jarige H. G. Nijs. Hij was gehuwd en directeur van een fotobureau aan de Boompjes te Rotterdam. Van de zijde der Nederlandsche Spoorwegen vestigt men de aandacht er op, dat de extra- dieseltrein, welke de Feyenoord-supporters naar en van Groningen vervoerde in het ge heel niet overbezet was. Er waren in dezen trein 224 zitplaatsen 3e klasse, met op de heenheis 184 en op de terugreis 150 reizigers. Enkele reizigers gaven er blijkbaar de voor keur aan op de balcons te verblijven. Het on geluk is slechts een gevolg van de onnaden kendheid van het slachtoffer. l?5r o""1" Zoo is er dit jaar dan toch nog een Zondag geweest, die zonder overdrijving een echte bol- lenzondag genoemd kan worden. Het was Zon dag in de bollenstreek druk, een drukte, die niet alleen werd gevormd door fietsen en auto's van binnen onze grenzen. Daar waren vele, zeer vele touringcars uit België, een enkele uit Frankrijk en particuliere auto's uit omliggende landen waren geen zeldzaamheden. Het weer was ideaal voor fietsers, maar meer nog dan het weer aan het welslagen van dezen dag heeft meegewerkt, zorgde het bloemen feest te Noordwijk voor een druk bezoek aan de bollenvelden. Tientallen malen gleed de trekschuit van den uitkijktoren naar de „Nachtegaal"; de bloemen- venters wreven zich evenals verleden week voortdurend in de handen, maar nu niet van de kou; de café's zaten dikwijls vol. De nering doenden hebben Zondag eenigszins hun schade kunnen inhalen. Zondagmiddag tegen twee uur is door nog niet bekende oorzaak brand ontstaan in de ge- meentebosschen te Wanroy, hoofdzakelijk be staande uit twintigjarig hout. Door den krach- tigen wind stond binnen korten tijd een opper vlakte van een halve hectare bosch in brand, waarbij het vuur zich echter beperkte tot den ondergrond en het opgaande hout slechts weinig werd aangetast. Inmiddels is de mogelijkheid toch groot, dat Het is noodzakelijk wederom een over zicht te wijden aan de Tsjecho-Slowaak- sche kwestie. De Sudeten-Duitschers hebben Zaterdag en Zondag te Karlsbad een congres gehouden, waarop hun eischen bekend werden gemaakt. In het middelpunt van het congres stond natuurlijk de rede van den lei der Henlein, waarin deze eischen geformuleerd werden. Onder onze buitenlandsche berichten kan men de opsomming dezer eischen lezen. Zij zijn niet mis. Des te wonderbaarlijker lijkt het dus, dat uit Praag wordt geseind, dat de rede van Henlein als „vrij-gematigd" wordt be schouwd, omdat het woord „autonomie" er niet in voorkomt en omdat Henlein in zijn vierden eisch; „Organisatie van Duitsch zelfbestuur voor het geheele openbare leven in® het Duit sche vestigingsgebied" iets vraagt, wat reeds is opgenomen in het door minister-president Hodza ontworpen minderheidsstatuut. Nu is het inderdaad waar, dat Henlein het woord „autonomie" in de formuleering van zijn eischen niet heeft opgenomen. Maar dit was wel gebeurd (zelfs tweemaal) door den afge vaardigde Kundt. Het schijnt, dat Praag van de rede van Kundt erg is geschrokken en op het laatste moment Henlein nog een krachti- gen wenk heeft gegeven zich te matigen, wat deze in zijn geformuleerde eischen wèl, in den inhoud van zijn rede minder gedaan heeft. Ter vergelijking met de elders afgedrukte eischen van Henlein, zooals ztf ten slotte aan het con gres werden voorgelegd, moge hier de lijst der eischen van Kundt volgen, die trouwens gedekt worden door de rede van Henlein. 1. Uitgebreide autonomie. 2. De Duitsche minderheid moet als een zelf standige rechtspersoon worden erkend en haar gebied moet als haar onvervreemdbaar eigen dom worden beschouwd. 3. De Duitsche kolonies, die zich op het ge bied van andere nationaliteiten bevinden, moe ten als enclaves worden beschouwd. 4. De autonomie moet zoowel op den per soonlijken als op den materieelen status der minderheid betrekking hebben. 5. De staat moet worden gereorganiseerd op den grondslag van de erkenning van de na tionaliteiten en van de grenzen, die de natio nale groepen scheiden. 6. De Sudeten-Duitsche minderheid moet een aandeel krijgen in de regeering van den ge- heelen staat, welk aandeel even belangrijk moet zijn als dat van de andere groepen. 7. De Duitsche taal moet als staatstaal de zelfde positie innemen als het Tsjechisch. 8. De buitenlandsche politiek van Tsjecho- Slowakije mag niet leiden tot conflicten met de moederlanden der minderheden, maar moet de samenwerking met die moederlanden be vorderen. 9. Het beginsel der buitenlandsche poütiek moet zijn: vriendschap met de naburen. Buiten den eisch van autonomie, tweemaal gesteld, valt het meeste op punt acht, waar door de buitenlandsche politiek van Tsjecho- Slowakije, tot dusver gevolgd, ten doode ge doemd zou zijn, mocht dit punt ooit in de werkelijkheid worden omgezet. Frankrijk is van alle landen het nauwste verbonden met het Tsjecho-Slowaaksche probleem in Europa. Op grond van welke accoorden hebben wij de vorige week uitvoerig uiteengezet. Het is dus begrijpelijk, dat men in Frankrijk de grootste belangstelling heeft voor de rede van Henlein. Men heeft te Parijs der. indruk, dat Duitschland den staat Tsjecho-Slo- wakije voorloopig wel in zijn onafhankelijkheid wil laten voortbestaan, doch op voorwaarde, dat het een soort voogdij verkrijgt en dat er te Praag zoo goed als niets gebeurt zonder toe stemming van Berlijn. Na de annexatie van Oostenrijk staat Praag Duitschland hinderlijk in den weg bij zijn organisatie van Midden- Europa. Het gevaarlijke daarbij is, dat ten aan zien van Tsjecho-Slowakije voortdurend wordt gesproken over „oorlog en vrede". Deze sugges tie bergt enorme gevaren m zich. De kracht der Europeesche diplomatie w<ordt er door aan een beproeving blootgesteld, die wel de groot ste is sedert twintig jaren. In dit verband wijst men in Frankrijk op de houding van Mussolini. Nu Italië bijna „brusquement" terugkeert tot de vriendschap met Engeland en zich zoo buiten gewoon gedisponeerd toont, om onmiddellijk met Frankrijk de oude vriendschappelijke be trekkingen te hervatten, kan dit moeilijk anders verklaard worden dan op grond der alarmeerende indrukken, die veroorzaakt zijn door de dreigende hegemonie van Duitschland in Europa. De vrijwel algemeene conclusie is, dat Frankrijk niet onverschillig kan blijven bij de huidige ontwikkeling in het Donaubekken en dat het geen zin heeft te wachten op Genève. Nu nog wachten op de chinoiseries (ingewikkeld gedoe, tot niets dienende vormendienst) van Geneefsche procedures, merkt een blad scherp en èeestig op, zou gelijk staan met te discutee- ren over de natuur der engelen als de kerk irn brand staat. Duitschland is het tweede land, dat het nauwste verbonden is met de Tsjecho- Slowaaksche problemen. Berlijn is enthousiast over Henlein's eischen en is van meening, dat deze den grondslag moeten vormen voor de be sprekingen, die de Engelsche en Fransche staatslieden deze week in Londen zullen hou den, als zij tenminste den vrede willen dienen. Het hoofdblad der nationaal-socialistisehe partij Völk. Beobachter schrijft: „De Sudeten-Duit schers hebben bij gelegenheid van hun „Volk sthing" te Karlsbad klaarheid in de verhoudin gen gebracht. Zij hebben hun eischen gesteld. De eene pijler van de brug der overeenkomst is ge bouwd. Het is de zaak der Tsjechen nu den an deren te bouwen en de brug te voltooien." Er. de Duitsche conclusie is: „Nichts wahrt den Frieden in Europa starker als die Freiheit der völkischen Krafte". „Zooals wij haar opvatten", kan men met wijlen Michaelis wel zeggen! de door de vlammen aangerichte schade zoo be langrijk zal blijken, dat het opgaande hout niet zou kunnen worden behouden. Snel en krachtig optreden van den gemeenteveldwachter en eeni- ge assistenten was oorzaak dat de boschbrand zich niet verder uitbreidde en tegen half vier onderdrukt was. Hedenmorgen te half acht is op den onbe- waakten overweg halte Koesteeg, gelegen aan de lijn Ermelo-Harderwijk, een vrachtauto van de firma G. Doppenberg, uit Ermelo, door een locomotief gegrepen. De vrachtauto kwam uit de richting 's Hee- renloo aanrijden op het oogenblik, dat de snel trein Amersfoort-Zwolle den overweg passeer de. De autobestuurder liet den trein voorbij rijden en stak daarna den overweg over. Hij had evenwel niet bemerkt dat van de richting Ermelo een losse locomotief naderde. De vracht auto werd door deze locomotief gegrepen en totaal vernield. De chauffeur, een knecht van den ijzerhan delaar Doppenberg, bekwam zeer ernstige ver. wondingen. Hij is in het ziekenhuis „Salem' te Ermelo opgenomen. De locomotief kreeg slechts onbelangrijke schade. Zondagnacht heeft te Alkmaar een felle uit slaande brand de groote danszaal en de daar naast gelegen garage van het café „Het Wapen van Heemskerk", aan de Breedstraat, eigendom van den heer T. van Gijzen, geheel in asch gelegd. Tegen twaalf uur werden de bewoners van het café, die in de benedenzaal vertoefden, door voorbijgangers gewaarschuwd, dat de danszaal in brand stond. Terstond waarschuwde men de brandweer, terwijl het personeel zich naar boven spoedde om te trachten den brand met emmers water te blusschen. Dit leek mogelijk, omdat het boven den ingang der zaak slechts matig brandde. Toen evenwel een gedeelte van het plafond instortte, vatte plotseling de ge heele zoldering vlam en moest het personeel zich ijlings uit de voeten maken, zonder ge legenheid te hebben zijn bovenkleeren te kun nen redden. Op dat oogenblik arriveerde de brandweer, die met grooten spoed moest optreden, daar het perceel geheel is ingebouwd en de belendende perceelen, waaronder een tweede dancing, on middellijk bedreigd werden. De brandweer tastte het vuur van drie kanten aan, maar hoewel zij met groot materiaal op volle kracht werkte, kon zij niet verhinderen, dat alles tot den grond toe afbrandde. Het gelukte slechts een auto uit de garage te redden. De geheele inventaris ging in vlammen op, waaronder een compleet stel tooneel-requisieten, muziekinstrumenten van de band, al het mate riaal van een tafeltennisclub en verder de prij- zenkasten van den B. Vè L. en de burgerwavcht, welke beide hier hun clublokaal hadden. Een postzegelverzameling kon nog bijna ongeschon den naar buiten worden gedragen. Boven de danszaal, op een zolder, zaten een paar honderd postduiven, welke Maandag voor een concours verzonden zouden worden. Slechts een 50-tal van deze dieren kon gered worden. Vermoedelijk is de oorzaak kortsluiting in een z.g. electrische zon. De schade, welke op meer dan tien mille geraamd wordt, is door verzekering gedekt. De belendende perceelen bekwamen veel waterschade. Zondagmiddag is te Bergen op Zoom een zes tienjarige jongen uit een zweefmolen gevallen en op enkele omstanders gevallen. Door den schok werden ze met hun vieren tegen den grond ge worpen en werden min of meer -mstig gewond. De jongen zelf was er vrij goed afgekomen, doch een zestigjarige dame moest naar het zie kenhuis worden overgebracht. De twee andere gewonden konden, na verbonden te zijn, huis waarts keeren. Bij het Baarnsche gemeentebestuur is bericht ingekomen, dat de legerautoriteiten er van af zien, een detachement van het 21ste regiment infanterie gedurende tien maanden te Baarn te vestigen. De reden van dit besluit moet ge zocht worden in het gebrek aan voldoende en behoorlijke huisvesting. Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft be noemd: tot leeraar aan het Seminarie Hageveld te Heemstede: den weleerw. heer J. J. M. A. M. van Rek, thans kapelaan te Santpoort, en den weleerw. heer G. v. d. Poel, thans kapelaan te Lutjebroek; tot kapelaan te Lutjebroek den weleerw. heer u. G. van Dijk; en tot kapelaan te Muiden den weleerw. heer B. G. H. Keyer thans kapelaan te Boskoop. De berucht anti-papistische Evangeli sche Maatschappij heeft onder leiding van haar in katholieke kringen niet minder berucht anti-papistischen voorzitter, ds. van Hoogenhuyze uit Amsterdam, in Utrecht weer haar jaarlijksche vergadering gehouden. De vergadering werd dit keer niet voorafgegaan door een wijdingsavond en dat was goed gezien, want wat de voorzitter in zijn openingswoord te vertellen had, was zoo wteinig wijdingsvol en stichtelijk, dat het contrast met een wijdingsavond te schril zou zijn geweest. Dominé van Hoogenhuyze, die de stoker is van den anti-papistischen haard der Evangelische Maatschappij en als „pa* penvreter" weinig of niets voor den meer politieken ds. Kersten onderdoet, richtte zijn protesteerenae protestantsche aandacht hoofdzakelijk weer op het door hem veraf schuwde en gehate Rome. „De tijd, waarin wij leven" aldus sprak hij, „is van het aller grootste belang ook wat betreft de Roomsche Kerk in de wereld. In de landen, die de bol werken van het Roomsch Katholicisme wa ren, zien wij den Roomsehen invloed tanen. Maar daartegenover tracht Rome in andere landen haar positie krampachtig vast te houden, zoo niet uit te breiden. Zoo is het in Nederland gesteld, in ons van ouds Protes tantsche Vaderland. Zienderoogen zien wij in ons vaderland Rome vooruitgaan in macht, in invloed, in aanzien. De reeds jaren lang geuite klacht moet ook nu weer herhaald worden dat over het algemeen de oogen der Protestanten daarvoor blind zijn, ja mee* dan dat, dat vele Protestanten om allerlei redenen meehelpen den Roomschen invloed te vergrooten." Indien ds. van Hoogenhuyze zich zou kun nen opwerken uit zijn benepen sectarische mentaliteit tot een hoogte, van waaruit hij een ruimen Christelijken blik zou kunnen krijgen, zou hij spoedig inzien, dat hij het op vele en belangrijke plaatsen in het nauW gebrachte en ernstig bedreigde Christendom met zijn beschaving geen slechteren dienst kan bewijzen, dan door verdeeldheid te sto ken, daar, w'aar principieele samenwerking tusschen Christenen van verschillende g® zindten, God dank, nog mogelijk is. Indien dominee ons vaderland als „vanouds protes- tantsch" wenscht te typeeren, zouden wij het met meer en ouder recht als „van nog ouder katholiek" kunnen heeten. De tijd rekening begint voor ds. van Hoogenhuyze echter eerst bij de Reformatie. De eeuwen, die daaraan voorafgingen, vallen buiten de randen van zijn sectarisch geslepen bril. In dien het den dominee ernst was mét zijn ijver voor het handhaven en naleven en ver dedigen der Christelijke beginselen, zou hij veeleer de Katholieken als bondgenooten moe ten aanvaarden. Nu speelt hij de anti-Chris telijke oppositie in de kaart. Hoe gevaarlijk dat voor het Christendom kan worden, moet hij toch weten uit de ervaringen opgedaan in het buitenland, waarnaar hij zoo gaarne ziet. Andere sprekers op deze vergadering lieten zich als trouwe geestverwanten van den voorzitter niet onbetuigd. Zoo verklaarde de heer van Eskert uit Haarlem: „Het arrogante optreden van Rome geeft ons wind in de zeilen. Wij zetten den strijd tegen de verroomsching van Nederland voort' Ds. H. J. Mulder zeide in zijn rede over „Roomsche tactiek en onze repliek inzake de lezingen voor niet-katholieken" o.m. het volgende: „Het is een groot voorrecht, dat w'ij hier in het centrum van Nederland nog een vergadering als deze kunnen beleggen en wij onze gedachten vrij mogen uitspreken en ons standpunt kunnen bepalen inzake de in diepste wezen geestelijke antithese, die zich in ons volk openbaart in protestantism® en roomsch-katholicisme. Ik ben althans blijde niet tot zeker wapen te behooren, waarbij de tucht van den zwijgplicht de tucht der zuivere rechts-orde schijnt te ver dringen." In tegenstelling met de heeren van de Evangelische Maatschappij mogen wij van harte blij zijn, dat er nog vele ruimzichtig® en weldenkende protestanten zijn, die niet mede wenschen te doen met deze evangelis ten van den anti-papistischen haat en b®" seffend, dat alle principieele Christenen moeten samenwerken om het Christendom te behouden en te beschermen, niet de geeste lijke antithese zoeken te verscherpen, man* een practische werksynthese met de Katho lieken nastreven. Was dat niet het gev»1' dan zou Ds. Mulder spoedig het groote voor recht verliezen, waarover hij zich thans zoo zeer verheugt en waarvan hij misbruik maakt op een wijze, die de felste Ossologe1* vai? de hetzende N.S.B. moeilijk kunnen ver beteren. Intusschen zullen wij katholieken terwiU® van onze Christelijk gefundeerde maat schappij dezen haard van onchristelijk anti papisme scherp in het oog moeten houden, opdat er geen gevaarlijke vonken uitvall®n en een brand veroorzaken, die in zijn Se' volgen voor het Christendom in ons ian<* niet minder dan noodlottig zou kunnen zijn- Zaterdag gingen scheep te Boulogne s/Mer naar de missie van Brazilië de paters Francis canen Angelinas Steverink, uit Megen, oud-k®^ pelaan van Wychen en assistent te Woerden. Trophimus v. testeren uit Sassenheim; Clemen^ tianus Liefrink uit Arnhem en Rodericus Ve* koyen, uit 's-Gravenhage.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 12