Kruisvaart gast der Vlaamsche
Jong Studenten
|R\S sHAG
Het „Volksthing" te Karlsbad
EEN HAARD VAN
ANTI-PAPISME
OP DEN JUBELGOUWDAG
TE ROESSELAERE
PASSAGIER VIEL UIT
DIES EL TREIN
EISCHEN VAN KUNDT
EN HENLEIN
Kerkelijk leven
MAANDAG 25 APRIL 1938
*1.1 Wf fMÊÊ
Zang, dans en spreekkoren voor
de K.S.A. en haar leiders
ged emonstreerd
Volendammers voerden
klompendansen uit
Dame ernstig gewond
bij auto-botsing
Zij was op weg naar een stervende
VAN BRANDSTICHTING
VERDACHT
Schuur met vijf auto's
in asch gelegd
Slachtoffer op slag gedood
De trein was niet overbezet
Een drukke Bollen-
zondag
Dank zij Noordwijks bloemenfeest
BOSCHBRAND SNEL
BEDWONGEN
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Duitsche hegemonie in,
't Donaubekken
Vrachtauto door trein
gegrepen
Chauffeur ernstig gewond naar
het ziekenhuis
Dancing te Alkmaar
afgebrand
Groot aantal postduiven in de
vlammen omgekomen
JONGEN UIT ZWEEFMOLEN
GEVALLEN
Omstanders werden gewond
GEEN GARNIZOEN TE BAARN
BENOEMINGEN
In het bisdom Haarlem
Naar de missie
f
H
121
(Van onzen specialen verslaggever)
De Kruisvaart treedt aan! Als een
der laatste groepen van het grootsche
jeugddefilé, dat Zondagmiddag door
de feestelijke straten van Roesselaere
langs Brugge's Bisschop trok, betre
den zij het meetingsveld: 150 Kruis
vaart-jongens achter hun bonte vlag
gen, voorop de vaderlandsche drie
kleur en het Pauselijk geel-wit, door
jonge Volendammers in hun natio
nale dracht fier geheven. En hun
klinkt tegen hartelijk applaus van alle
tribunes, hun golft tegemoet het brui
send welkom uit vier duizend jonge
Vlaamsche kelen. De K. S. A. van
West-Vlaand eren begroet haar
Noord-Nederlandsche gasten op den
jubel-gouwdag te Roesselaere.
De Katholieke Jong-Studenten Actie in
West-Vlaanderen vierde Zondag haar 10-jarig
bestaan en te dezer gelegenheid had men de
Kruisvaart uitgenoodigd een afvaardiging te
zenden naar dit feest, waarbij in de sectie
vergaderingen en op de groote openlucht bij
eenkomst iets van het cultureele werk der
Kruisvaart zou worden getoond. De Vlaamsche
Jong-Studenten Beweging, welke tot dusver
zich bijna uitsluitend tot zuiver katholieke
actie bepaalde, wilde van de Kruisvaart zien
en leeren hoe haar systeem van opvoeding en
vorming der mannelijke jeugd functionneeit en
door cultureel jeugdwerk tot katholieke actie
leidt. En voor de Kruisvaart zou op haar beurt
het contact met de uitstekend gedisciplineerde
Vlaamsche jeugdorganisatie nuttig kunnen zijn
Zoo trok Zaterdagmiddag een 150-tal Kruis
vaartleden uit Amsterdam, Volendam, Haarlem,
Den Haag en Rotterdam, begeleid door direc
teur H. van Spanje, kapelaan W. Haring uit
Rotterdam, kapelaan J. v. d. BPogerd uit Vo
lendam, verschillende leiders, alsmede de heer
Anton Sweers in groote bussen naar het
Vlaamsche stadje Roesselaere.
Heel den feestelijken Zondag zijn de
Jonge Kruisvaarders opgenomen geweest in
de wel zeer aantrekkelijke sfeer van den
echten Vlaamschen Jubelgouwdag. Een der
hoogtepunten voor hen was natuurlijk
het eigen optreden, des morgens in de sec
tie-vergaderingen met zang en dans, wat
door de Vlamingen met groote geestdrift
werd begroet, terwijl aan de jeugdige Vo
lendammers, die voor een duizendtal jonge
„Hernieuwers" der K. S. A. Anton van
Duinkerken's gedicht „Voor Volendam" in
spreekkoor uitvoerden, een warè ovatie werd
gebracht. „Zoo schoon gezelschap hebben
wij hier in Roesselaere nog nooit gezien"
kwam een Vlaamsch nonnetje na afloop
spontaan den jongens zeggen. En ten slotte
werden het défilé en het optreden op de
groote openluchtbijeenkomst onvergetelijke m
cogenblikken.
De Jubelgouwdag werd ingezet met een H. Mis
op het Marktplein van Roesselaere, opgedragen
door pastoor-deken de Saeghere met pontificale
assistentie van Z. H. Exc. Mgr. H. Lamiroy, bis
schap van Brugge. De geheele markt was ge
vuld met de 4000 jonge studenten uit alle deelen
van West Vlaanderen, afgevaardigden van zus-
ter-organisaties en ouders der jongens, die mede
op het feest waren uitgenoodigd. De vlaggen
dragers der Noord-Nederlandsche deputatie,
welke behalve uit de Kruisvaart werd gevormd
door een kleine groep Jong Studenten uit het
Bisdom Breda, kregen een plaats rechts naast
het altaar, dat op een fraai gestoffeerd podium
was opgesteld.
De H. Mis werd gezongen door het koor van
het Groot-Seminarie van Brugge onder leiding
van den heer P. Frangois. In dit koor zongen
twee geboren Volendammers mee: de Eerw. Hee-
ren P. Molenaar en F. Schokker. Na het H.
Evangelie las de Proost der K.S.A., Kanunnik
K. Dubois, een zeer uitvoerig schrijven voor van
Kardinaal Pizzardo met de gelukwenschen van
Z. H. den Paus.
Na de hoogmis werden verschillende drukbe
zochte sectievergaderingen gehouden. Wij woon
den nog de bijeenkomst der ouders bij, welke
zich in de hooge belangstelling mocht verheu
gen van Z. H. Exc. den Bischop van Brugge en
den apostolisch vicaris uit Belgisch Congo Mgr.
Leijs. Daar hoorden wij 17- en 18-jarige „Her
nieuwers" met welsprekendheid en vuur van hun
idealen getuigen. Als de wereld van morgen zal
zijn zooals de jeugd van vandaag dit wil, kan
De vlaggen der Kruisvaart, opgesteld
ter zijde van het altaar tijdens de hoog
mis op het Marktplein te Roesselaere,
waarmede de jubelgouwdag der Katho
lieke Studenten Actie (K. S. A.) van
West-Vlaander en werd geopend
reldlijke autoriteiten het défilé gadesloegen,
viel hun een geestdriftige begroeting ten
deel.
Tot slot van den dag hebben onze jongens op
de openluchtbijeenkomst, nadat de Vlaamsche
jongstudenten weer hun discipline hadden ge
toond, door de snelle en volmaakt ordelijke wij
ze, waarop hun korenblauwe duizendtallen het
veld vulden en een indrukwekkend massaal
spreekkoor uitvoerden, de vastgestelde demon
stratie gegeven. Voorts bracht Anton Sweers,
onder wiens leiding werd gedanst en gezongen,
voor de microfoon de gelukwenschen over der
Noord-Nederlandsche broeders aan „De blijde
Ridders van het Godsrijk", zooals de jubileeren-
de K.S.A.-ers zich noemen.
En toen trad de Kruisvaart aan, om „met
St. Michiels vurigheid en met St. Jans bal
sturigheid te toonen wat zij kon. De stoere
16e eeuwsche Mannendans oogstte onmid
dellijk groot succes en niet minder viel de
genoeglijke Boevendans in den smaak van
de Vlaamsche toeschouwers. De door Ma-
rius Monnikendam getoonzette reidans leed
helaas iets door gebrek aan onderlinge ge
oefendheid der deelnemende groepen, maar
het sloteffect werd weer volkomen bereikt
toen de jonge Volendammers hun fraai ge-
figureerden klompendans vertoonden.
Met het lied van den Arbeid en een treffende
Mariahulde werd de demonstratie beëindigd,
waarmee de Kruisvaart op de Vlaamsche jeugd
en haar leiders ongetwijfeld een uitstekenden
indruk heeft gemaakt.
het katholieke Vlaanderen gerust zijn. Op deze
indrukwekkende bijeenkomst spraken ook Ka
nunnik Dubois en de Bisschop van Brugge, ter
wijl de jongste leden der K.S.A. de Jonge Kla-
roeners enkele nummers van muizek, dans en
zang ten beste gaven, welke opmerkelijk waren
om de groote geoefendheid en discipline, welke
bij den dans vooral een techniek verkregen,
welke de Noord-Nederlandsche leiders zeer ver
raste. Er werd o.m. een kabouterdans vertoond,
die een beroepsballet met eere kon hebben ge
bracht.
De groote discipline dezer Vlaamsche Ka
tholieke jeugdorganisatie bleek niet minder
bij den optocht en het défilé, gevolgd door
de openluchtbijeenkomst in het middaguur.
Het was een lust, die lange rijen blauwge
kielde jongens te zien marcheeren met hun
wuivende vlaggen en wemelende chiro-
vaantjes. Heel deze optocht had een bijzon
dere sfeer vol heldere en mannelijke fees
telijkheid, waar iets van den ouden Gilden-
tiia in leefde, met die kruidige Vlaamsche
weerbaarheid, welke dit als na eeuwen her
boren, jonge geslacht eigen is. Zooals zij
daar optrokken onder de veelvuldig uitge
hangen Leeuwenvlaggen (de Belgische
moest men even wegdenken) werd het een
beeld waarin een grootsch verleden in den
dag van vandaag met kleur en klaarte was
herleefd.
Nog hooren wij de welluidende melodieën van
hun helderen zang, die onophoudelijk het fees
telijk stadje vulde. Hun:
Kerels der Noordzee, Wikingsbloed,
Schaart u vereend rond de vlag,
't Gaat om uw kerstene vlaamsche diet
Reedt u ten koenen slag!
Harop! 't is strijd!
Gij nieuwe jeugd!
Ten kamp voor God!
Trots vervulde ons hart om in die wakkere
gelederen de Kruisvaart jongens in hun
keurige uniform, onze jonge Volendammers
in hun fiere mannelijke dracht mee te zien
optrekken. Overal waar zij kwamen en niet
in het minst bij de officieele tribune, waar
mgr. Lamiroy en tal van geestelijke en we-
Vermoedelijk door het springen van een band
is Zondagavond te Harmeien een personenauto,
bestuurd door den heer van Winsen en waarin
verder gezeten waren diens echtgenoote en het
echtpaar Meuwessen, allen uit Amsterdam, te
gen den hoek van een vooruitstekend huis ge
reden.
De auto werd aan de rechterzijde geheel
opengereten. Mevr. van W. kreeg een ernstige
hersenschudding. In een nabijgelegen woning
verleenden twee toevallig passeerende genees-
heeren en dokter Buitenhuis uit Harmeien haai
de eerste hulp. Zij mag voorloopig niet ver
voerd worden. De heer M. liep snijwonden in
het gelaat op. Hij kon na verbonden te zijn,
de reis voortzetten. De auto is weggesleept.
Een tragische bijzonderheid is nog, dat de
families op weg waren naar de moeder van
beide vrouwen, die stervende was.
Onlangs brandde onder Ambt Delden een
schuur van den landbouwer L. tot den grond toe
af. In deze schuur die zekere H. en de W. uit
Almeloo gehuurd hadden waren vijf tweede-
handsch auto's, gekocht op de automarkt te
Apeldoorn ondergebracht.
De W. die op den dag van den brand repara
ties aan de wagen zou hebben verricht, zag plot
seling uit een dier auto's een vlam opschieten,
en kon volgens zijn zeggen den brand niet meer
blusschen, mede door aanwezigheid van een
grooten voorraad benzine, met 't gevolg dat zoo
wel de schuuur als de auto's totaal verbrandden.
Een dezer dagen werd de W. gearresteerd en in
gesloten in het Huis van Bewaring te Almeloo,
verdacht van den brand opzettelijk te hebben
gesticht, teneinde in het bezit te komen van de
verzekeringspenningen.
Zaterdag stelde de rechter-commissaris een
onderzcek ter plaatse in en hoorde aldaar ver
schillende getuigen in tegenwoordigheid van
yerdachte de W., die geboeid in een tweeden auto
daarheen was vervoerd.
Zondagavond te half acht vertrok uit Gro
ningen een extra-diesel-trein met talrijke sup
porters uit Rotterdam, die den wedstrijd Feyen-
oordBe Quick hadden bijgewoond. De trein
was zoo vol, dat velen een plaats op de balcons
moesten innemen. Op een van de achterbalcons
stonden de reizigers dicht opeen en toen de
trein ter hoogte van Nijkerk reed Wilden zij
voor luchtverversching een raampje openschui
ven. Dit gelukte evenwel niet goed en daarom
stelde een van de reizigers, die zich bij een
deur bevond, voor, deze te openen.
Hij hield evenwel geen rekening met den
sterken wind, want nauwelijks had hij het por
tier los of met een ruk vloog dit open en slin
gerde den man naar buiten, die vermoedelijk
tegen een langs de spoorbaan staanden paai
botste. Onmiddellijk werd de trein tot stilstand
gebracht. Men vond den ongelukkige medepas
sagier langs de spoorbaan met verbrijzelc
höofd liggen.^ Hij was op slag gedood, zooals
door den inmiddels ontboden geneesheer dr. F.
H. van Lent uit Nijkerk geconstateerd werd.
Het stoffelijk overschot is naar het lijkenhuis
te Nijkerk overgebracht. De trein had door dit
ongeval een half uur vertraging.
De verongelukte passagier is de 34-jarige H.
G. Nijs. Hij was gehuwd en directeur van een
fotobureau aan de Boompjes te Rotterdam.
Van de zijde der Nederlandsche Spoorwegen
vestigt men de aandacht er op, dat de extra-
dieseltrein, welke de Feyenoord-supporters
naar en van Groningen vervoerde in het ge
heel niet overbezet was. Er waren in dezen trein
224 zitplaatsen 3e klasse, met op de heenheis
184 en op de terugreis 150 reizigers.
Enkele reizigers gaven er blijkbaar de voor
keur aan op de balcons te verblijven. Het on
geluk is slechts een gevolg van de onnaden
kendheid van het slachtoffer.
l?5r o""1"
Zoo is er dit jaar dan toch nog een Zondag
geweest, die zonder overdrijving een echte bol-
lenzondag genoemd kan worden. Het was Zon
dag in de bollenstreek druk, een drukte, die
niet alleen werd gevormd door fietsen en auto's
van binnen onze grenzen. Daar waren vele,
zeer vele touringcars uit België, een enkele uit
Frankrijk en particuliere auto's uit omliggende
landen waren geen zeldzaamheden.
Het weer was ideaal voor fietsers, maar meer
nog dan het weer aan het welslagen van dezen
dag heeft meegewerkt, zorgde het bloemen
feest te Noordwijk voor een druk bezoek aan
de bollenvelden.
Tientallen malen gleed de trekschuit van den
uitkijktoren naar de „Nachtegaal"; de bloemen-
venters wreven zich evenals verleden week
voortdurend in de handen, maar nu niet van
de kou; de café's zaten dikwijls vol. De nering
doenden hebben Zondag eenigszins hun schade
kunnen inhalen.
Zondagmiddag tegen twee uur is door nog
niet bekende oorzaak brand ontstaan in de ge-
meentebosschen te Wanroy, hoofdzakelijk be
staande uit twintigjarig hout. Door den krach-
tigen wind stond binnen korten tijd een opper
vlakte van een halve hectare bosch in brand,
waarbij het vuur zich echter beperkte tot den
ondergrond en het opgaande hout slechts weinig
werd aangetast.
Inmiddels is de mogelijkheid toch groot, dat
Het is noodzakelijk wederom een over
zicht te wijden aan de Tsjecho-Slowaak-
sche kwestie. De Sudeten-Duitschers
hebben Zaterdag en Zondag te Karlsbad een
congres gehouden, waarop hun eischen bekend
werden gemaakt. In het middelpunt van het
congres stond natuurlijk de rede van den lei
der Henlein, waarin deze eischen geformuleerd
werden. Onder onze buitenlandsche berichten
kan men de opsomming dezer eischen lezen. Zij
zijn niet mis. Des te wonderbaarlijker lijkt het
dus, dat uit Praag wordt geseind, dat de rede
van Henlein als „vrij-gematigd" wordt be
schouwd, omdat het woord „autonomie" er niet
in voorkomt en omdat Henlein in zijn vierden
eisch; „Organisatie van Duitsch zelfbestuur
voor het geheele openbare leven in® het Duit
sche vestigingsgebied" iets vraagt, wat reeds
is opgenomen in het door minister-president
Hodza ontworpen minderheidsstatuut. Nu is
het inderdaad waar, dat Henlein het woord
„autonomie" in de formuleering van zijn
eischen niet heeft opgenomen. Maar dit was
wel gebeurd (zelfs tweemaal) door den afge
vaardigde Kundt. Het schijnt, dat Praag van
de rede van Kundt erg is geschrokken en op
het laatste moment Henlein nog een krachti-
gen wenk heeft gegeven zich te matigen, wat
deze in zijn geformuleerde eischen wèl, in den
inhoud van zijn rede minder gedaan heeft. Ter
vergelijking met de elders afgedrukte eischen
van Henlein, zooals ztf ten slotte aan het con
gres werden voorgelegd, moge hier de lijst der
eischen van Kundt volgen, die trouwens gedekt
worden door de rede van Henlein.
1. Uitgebreide autonomie.
2. De Duitsche minderheid moet als een zelf
standige rechtspersoon worden erkend en haar
gebied moet als haar onvervreemdbaar eigen
dom worden beschouwd.
3. De Duitsche kolonies, die zich op het ge
bied van andere nationaliteiten bevinden, moe
ten als enclaves worden beschouwd.
4. De autonomie moet zoowel op den per
soonlijken als op den materieelen status der
minderheid betrekking hebben.
5. De staat moet worden gereorganiseerd op
den grondslag van de erkenning van de na
tionaliteiten en van de grenzen, die de natio
nale groepen scheiden.
6. De Sudeten-Duitsche minderheid moet een
aandeel krijgen in de regeering van den ge-
heelen staat, welk aandeel even belangrijk moet
zijn als dat van de andere groepen.
7. De Duitsche taal moet als staatstaal de
zelfde positie innemen als het Tsjechisch.
8. De buitenlandsche politiek van Tsjecho-
Slowakije mag niet leiden tot conflicten met
de moederlanden der minderheden, maar moet
de samenwerking met die moederlanden be
vorderen.
9. Het beginsel der buitenlandsche poütiek
moet zijn: vriendschap met de naburen.
Buiten den eisch van autonomie, tweemaal
gesteld, valt het meeste op punt acht, waar
door de buitenlandsche politiek van Tsjecho-
Slowakije, tot dusver gevolgd, ten doode ge
doemd zou zijn, mocht dit punt ooit in de
werkelijkheid worden omgezet.
Frankrijk is van alle landen het nauwste
verbonden met het Tsjecho-Slowaaksche
probleem in Europa. Op grond van welke
accoorden hebben wij de vorige week uitvoerig
uiteengezet. Het is dus begrijpelijk, dat men in
Frankrijk de grootste belangstelling heeft voor
de rede van Henlein. Men heeft te Parijs der.
indruk, dat Duitschland den staat Tsjecho-Slo-
wakije voorloopig wel in zijn onafhankelijkheid
wil laten voortbestaan, doch op voorwaarde, dat
het een soort voogdij verkrijgt en dat er te
Praag zoo goed als niets gebeurt zonder toe
stemming van Berlijn. Na de annexatie van
Oostenrijk staat Praag Duitschland hinderlijk
in den weg bij zijn organisatie van Midden-
Europa. Het gevaarlijke daarbij is, dat ten aan
zien van Tsjecho-Slowakije voortdurend wordt
gesproken over „oorlog en vrede". Deze sugges
tie bergt enorme gevaren m zich. De kracht
der Europeesche diplomatie w<ordt er door aan
een beproeving blootgesteld, die wel de groot
ste is sedert twintig jaren. In dit verband wijst
men in Frankrijk op de houding van Mussolini.
Nu Italië bijna „brusquement" terugkeert tot de
vriendschap met Engeland en zich zoo buiten
gewoon gedisponeerd toont, om onmiddellijk
met Frankrijk de oude vriendschappelijke be
trekkingen te hervatten, kan dit moeilijk
anders verklaard worden dan op grond der
alarmeerende indrukken, die veroorzaakt zijn
door de dreigende hegemonie van Duitschland
in Europa. De vrijwel algemeene conclusie is,
dat Frankrijk niet onverschillig kan blijven bij
de huidige ontwikkeling in het Donaubekken en
dat het geen zin heeft te wachten op Genève.
Nu nog wachten op de chinoiseries (ingewikkeld
gedoe, tot niets dienende vormendienst) van
Geneefsche procedures, merkt een blad scherp
en èeestig op, zou gelijk staan met te discutee-
ren over de natuur der engelen als de kerk irn
brand staat. Duitschland is het tweede land,
dat het nauwste verbonden is met de Tsjecho-
Slowaaksche problemen. Berlijn is enthousiast
over Henlein's eischen en is van meening, dat
deze den grondslag moeten vormen voor de be
sprekingen, die de Engelsche en Fransche
staatslieden deze week in Londen zullen hou
den, als zij tenminste den vrede willen dienen.
Het hoofdblad der nationaal-socialistisehe partij
Völk. Beobachter schrijft: „De Sudeten-Duit
schers hebben bij gelegenheid van hun „Volk
sthing" te Karlsbad klaarheid in de verhoudin
gen gebracht. Zij hebben hun eischen gesteld. De
eene pijler van de brug der overeenkomst is ge
bouwd. Het is de zaak der Tsjechen nu den an
deren te bouwen en de brug te voltooien." Er.
de Duitsche conclusie is: „Nichts wahrt den
Frieden in Europa starker als die Freiheit der
völkischen Krafte". „Zooals wij haar opvatten",
kan men met wijlen Michaelis wel zeggen!
de door de vlammen aangerichte schade zoo be
langrijk zal blijken, dat het opgaande hout niet
zou kunnen worden behouden. Snel en krachtig
optreden van den gemeenteveldwachter en eeni-
ge assistenten was oorzaak dat de boschbrand
zich niet verder uitbreidde en tegen half vier
onderdrukt was.
Hedenmorgen te half acht is op den onbe-
waakten overweg halte Koesteeg, gelegen aan
de lijn Ermelo-Harderwijk, een vrachtauto van
de firma G. Doppenberg, uit Ermelo, door een
locomotief gegrepen.
De vrachtauto kwam uit de richting 's Hee-
renloo aanrijden op het oogenblik, dat de snel
trein Amersfoort-Zwolle den overweg passeer
de. De autobestuurder liet den trein voorbij
rijden en stak daarna den overweg over. Hij
had evenwel niet bemerkt dat van de richting
Ermelo een losse locomotief naderde. De vracht
auto werd door deze locomotief gegrepen en
totaal vernield.
De chauffeur, een knecht van den ijzerhan
delaar Doppenberg, bekwam zeer ernstige ver.
wondingen. Hij is in het ziekenhuis „Salem'
te Ermelo opgenomen. De locomotief kreeg
slechts onbelangrijke schade.
Zondagnacht heeft te Alkmaar een felle uit
slaande brand de groote danszaal en de daar
naast gelegen garage van het café „Het Wapen
van Heemskerk", aan de Breedstraat, eigendom
van den heer T. van Gijzen, geheel in asch
gelegd.
Tegen twaalf uur werden de bewoners van het
café, die in de benedenzaal vertoefden, door
voorbijgangers gewaarschuwd, dat de danszaal
in brand stond. Terstond waarschuwde men de
brandweer, terwijl het personeel zich naar
boven spoedde om te trachten den brand met
emmers water te blusschen. Dit leek mogelijk,
omdat het boven den ingang der zaak slechts
matig brandde. Toen evenwel een gedeelte van
het plafond instortte, vatte plotseling de ge
heele zoldering vlam en moest het personeel
zich ijlings uit de voeten maken, zonder ge
legenheid te hebben zijn bovenkleeren te kun
nen redden.
Op dat oogenblik arriveerde de brandweer, die
met grooten spoed moest optreden, daar het
perceel geheel is ingebouwd en de belendende
perceelen, waaronder een tweede dancing, on
middellijk bedreigd werden.
De brandweer tastte het vuur van drie kanten
aan, maar hoewel zij met groot materiaal op
volle kracht werkte, kon zij niet verhinderen,
dat alles tot den grond toe afbrandde. Het
gelukte slechts een auto uit de garage te redden.
De geheele inventaris ging in vlammen op,
waaronder een compleet stel tooneel-requisieten,
muziekinstrumenten van de band, al het mate
riaal van een tafeltennisclub en verder de prij-
zenkasten van den B. Vè L. en de burgerwavcht,
welke beide hier hun clublokaal hadden. Een
postzegelverzameling kon nog bijna ongeschon
den naar buiten worden gedragen.
Boven de danszaal, op een zolder, zaten een
paar honderd postduiven, welke Maandag voor
een concours verzonden zouden worden. Slechts
een 50-tal van deze dieren kon gered worden.
Vermoedelijk is de oorzaak kortsluiting in
een z.g. electrische zon. De schade, welke op
meer dan tien mille geraamd wordt, is door
verzekering gedekt. De belendende perceelen
bekwamen veel waterschade.
Zondagmiddag is te Bergen op Zoom een zes
tienjarige jongen uit een zweefmolen gevallen en
op enkele omstanders gevallen. Door den schok
werden ze met hun vieren tegen den grond ge
worpen en werden min of meer -mstig gewond.
De jongen zelf was er vrij goed afgekomen,
doch een zestigjarige dame moest naar het zie
kenhuis worden overgebracht. De twee andere
gewonden konden, na verbonden te zijn, huis
waarts keeren.
Bij het Baarnsche gemeentebestuur is bericht
ingekomen, dat de legerautoriteiten er van af
zien, een detachement van het 21ste regiment
infanterie gedurende tien maanden te Baarn
te vestigen. De reden van dit besluit moet ge
zocht worden in het gebrek aan voldoende en
behoorlijke huisvesting.
Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft be
noemd:
tot leeraar aan het Seminarie Hageveld te
Heemstede: den weleerw. heer J. J. M. A. M.
van Rek, thans kapelaan te Santpoort, en den
weleerw. heer G. v. d. Poel, thans kapelaan te
Lutjebroek;
tot kapelaan te Lutjebroek den weleerw. heer
u. G. van Dijk; en tot kapelaan te Muiden den
weleerw. heer B. G. H. Keyer thans kapelaan te
Boskoop.
De berucht anti-papistische Evangeli
sche Maatschappij heeft onder leiding
van haar in katholieke kringen niet
minder berucht anti-papistischen voorzitter,
ds. van Hoogenhuyze uit Amsterdam, in
Utrecht weer haar jaarlijksche vergadering
gehouden. De vergadering werd dit keer niet
voorafgegaan door een wijdingsavond en dat
was goed gezien, want wat de voorzitter in
zijn openingswoord te vertellen had, was zoo
wteinig wijdingsvol en stichtelijk, dat het
contrast met een wijdingsavond te schril zou
zijn geweest. Dominé van Hoogenhuyze, die
de stoker is van den anti-papistischen haard
der Evangelische Maatschappij en als „pa*
penvreter" weinig of niets voor den meer
politieken ds. Kersten onderdoet, richtte zijn
protesteerenae protestantsche aandacht
hoofdzakelijk weer op het door hem veraf
schuwde en gehate Rome. „De tijd, waarin
wij leven" aldus sprak hij, „is van het aller
grootste belang ook wat betreft de Roomsche
Kerk in de wereld. In de landen, die de bol
werken van het Roomsch Katholicisme wa
ren, zien wij den Roomsehen invloed tanen.
Maar daartegenover tracht Rome in andere
landen haar positie krampachtig vast te
houden, zoo niet uit te breiden. Zoo is het in
Nederland gesteld, in ons van ouds Protes
tantsche Vaderland. Zienderoogen zien wij
in ons vaderland Rome vooruitgaan in macht,
in invloed, in aanzien. De reeds jaren lang
geuite klacht moet ook nu weer herhaald
worden dat over het algemeen de oogen der
Protestanten daarvoor blind zijn, ja mee*
dan dat, dat vele Protestanten om allerlei
redenen meehelpen den Roomschen invloed
te vergrooten."
Indien ds. van Hoogenhuyze zich zou kun
nen opwerken uit zijn benepen sectarische
mentaliteit tot een hoogte, van waaruit hij
een ruimen Christelijken blik zou kunnen
krijgen, zou hij spoedig inzien, dat hij het
op vele en belangrijke plaatsen in het nauW
gebrachte en ernstig bedreigde Christendom
met zijn beschaving geen slechteren dienst
kan bewijzen, dan door verdeeldheid te sto
ken, daar, w'aar principieele samenwerking
tusschen Christenen van verschillende g®
zindten, God dank, nog mogelijk is. Indien
dominee ons vaderland als „vanouds protes-
tantsch" wenscht te typeeren, zouden wij
het met meer en ouder recht als „van nog
ouder katholiek" kunnen heeten. De tijd
rekening begint voor ds. van Hoogenhuyze
echter eerst bij de Reformatie. De eeuwen,
die daaraan voorafgingen, vallen buiten de
randen van zijn sectarisch geslepen bril. In
dien het den dominee ernst was mét zijn
ijver voor het handhaven en naleven en ver
dedigen der Christelijke beginselen, zou hij
veeleer de Katholieken als bondgenooten moe
ten aanvaarden. Nu speelt hij de anti-Chris
telijke oppositie in de kaart. Hoe gevaarlijk
dat voor het Christendom kan worden, moet
hij toch weten uit de ervaringen opgedaan
in het buitenland, waarnaar hij zoo gaarne
ziet.
Andere sprekers op deze vergadering
lieten zich als trouwe geestverwanten
van den voorzitter niet onbetuigd. Zoo
verklaarde de heer van Eskert uit Haarlem:
„Het arrogante optreden van Rome geeft
ons wind in de zeilen. Wij zetten den strijd
tegen de verroomsching van Nederland voort'
Ds. H. J. Mulder zeide in zijn rede over
„Roomsche tactiek en onze repliek inzake
de lezingen voor niet-katholieken" o.m. het
volgende: „Het is een groot voorrecht, dat
w'ij hier in het centrum van Nederland nog
een vergadering als deze kunnen beleggen
en wij onze gedachten vrij mogen uitspreken
en ons standpunt kunnen bepalen inzake de
in diepste wezen geestelijke antithese, die
zich in ons volk openbaart in protestantism®
en roomsch-katholicisme. Ik ben althans
blijde niet tot zeker wapen te behooren,
waarbij de tucht van den zwijgplicht de
tucht der zuivere rechts-orde schijnt te ver
dringen."
In tegenstelling met de heeren van de
Evangelische Maatschappij mogen wij van
harte blij zijn, dat er nog vele ruimzichtig®
en weldenkende protestanten zijn, die niet
mede wenschen te doen met deze evangelis
ten van den anti-papistischen haat en b®"
seffend, dat alle principieele Christenen
moeten samenwerken om het Christendom te
behouden en te beschermen, niet de geeste
lijke antithese zoeken te verscherpen, man*
een practische werksynthese met de Katho
lieken nastreven. Was dat niet het gev»1'
dan zou Ds. Mulder spoedig het groote voor
recht verliezen, waarover hij zich thans zoo
zeer verheugt en waarvan hij misbruik
maakt op een wijze, die de felste Ossologe1*
vai? de hetzende N.S.B. moeilijk kunnen ver
beteren.
Intusschen zullen wij katholieken terwiU®
van onze Christelijk gefundeerde maat
schappij dezen haard van onchristelijk anti
papisme scherp in het oog moeten houden,
opdat er geen gevaarlijke vonken uitvall®n
en een brand veroorzaken, die in zijn Se'
volgen voor het Christendom in ons ian<*
niet minder dan noodlottig zou kunnen zijn-
Zaterdag gingen scheep te Boulogne s/Mer
naar de missie van Brazilië de paters Francis
canen Angelinas Steverink, uit Megen, oud-k®^
pelaan van Wychen en assistent te Woerden.
Trophimus v. testeren uit Sassenheim; Clemen^
tianus Liefrink uit Arnhem en Rodericus Ve*
koyen, uit 's-Gravenhage.