Vuurproef van ons bestel w T At -«A Adolf Hitler en het Vaticaan V.o£k. "ZqjmJu&i i)ih&eicL Z- dïatui Jn N-o o cL ^UcRÉME - T#i p. L ONDEN EN PARIJS Kerkelijk leven ZATERDAG 30 APRIL 1938 een weldaad voor Uw huid Werkloosheidnummer ,De Tijd" van Keur van bevoegde schrijvers geeft voorlichting over dit brandende vraagstuk Onderscheidingen van het Roode Kruis Verleend ter gelegenheid van den verjaardag van Prinses Juliana STEUN IN BIJZONDEREN NOOD Examen adspirant-inspecteur van politie Het edele natuurproduct verleent KING pepermunt die kenmerkende, heerlijke geur en smaak. Elke dag KING. Elke dag EIT! £IRMA T.OhINEMA. Cie. EABRIKANTEN VAN KING PEPERMUNT SNEEK BUITENLANDSCH OVERZICHT is de titel van het extra-nummer dat het JU dagblad „DE TIJD" op 29 April j.l. aan de Hm werkloosheid in Nederland heeft gewijd. Dit extra-nummer wil een bijdrage vormen tot de verdieping en verlevendiging van het medegevoel met dien nood, waaronder een groot deel onzer medeburgers gedrukt gaah lot de kennis van zijn omvang en karakter en van de wegen tot zijn be- strijding. Toezending kan geschieden na ontvangst U van 15 cents aan postzegels. JU Afgehaald aan ons bureau 10 cents. j|j DE ADMINISTRATIE VAN DE TIJD MM N.Z. VOORBURCWAL 65-73, AMSTERDAM Sudeten en Praag BLOESEMENDE OVER-BETUWE Zondag een wandelsportdag LANDBOUWER DOOR KOE GEDOOD BRAND IN STOOMZUIVEL- FABRIEK Ketelhuis werd gedeeltelijk verwoest DOOR EEN ZOLDERLUIK GEVALLEN Slachtoffer kort daarop overleden DE „NIEUW AMSTERDAM" Kunstenaars huldigen directielid van de H. A. L. JONGE WERKMAN KADERDAG TE EINDHOVEN VOOR DE KOLONIALE MISSIE Het is merkwaardig, dat het een gebeurtenis op het veld der in ternationale politiek geweest is, nl. de verdwijning van Oostenrijk als zelfstandigen staat omstreeks de 'den van Maart 1938, welke in ons land het bewustzijn heeft wakker geschokt voor de urgente noodzakelijkheid, de werk loosheid met een totnutoe niet gekende grondigheid te gaan bestrijden. Langs twee wegen, meenen wij, heeft die gebeurtenis tot deze erkentenis ge voerd. Op de eerste plaats heeft het spoor loos verdwijnen van dien kleinen staat al raakte dat feit ons niet recht streeks en al waren de omstandigheden meerendeels op ons niet toepasselijk het nationale bewustzijn in ons land plotseling op scherp gezet door het be sef van de hachelijkheid van het huidige leven der staten. En een levendig natio naal bewustzijn, d.w.z. een bewustzijn van eigenwaarde en saamhoorigheid, kan zich niet neerleggen bij een toestand, zooals die heden in ons land bestaat, dat nl. meer dan een millioen onzer landge- nooten, dus iedere zesde of zevende bur ger, feitelijk uit de actieve samenleving is afgeschreven, als werkloos of behoo- rend tot het gezin van een werklooze. Op de tweede plaats echter gaf de ondergang van de Oostenrijksche repu bliek aan allen, die aandeel hebben in de leiding van den staat, deze zeer ernstige les: dat alle vraagstukken vroeg of laat worden opgelost. Het Oostenrijk sche vraagstuk was door de mogend heden, die bij Oostenrijks zelfstandig heid belang hadden, zonder positieve oplossing gelaten, alsof de historie kon wachten. Toen kreeg het een oplossing, die een eind maakte aan Oostenrijk. Ook het vraagstuk der werkloos heid in ons land kan niet onopge lost blijven. Het zal vroeg of laat een oplossing vinden, al kan dat een fatale zijn, de schijnoplossing van een vernietiging. Ook deze kruik gaat slechts zóó lang te water, tot zij breekt. Wij hopen echter, dat dit vraagstuk vóór het te laat is wordt opgelost door deze christelijke regeering en in christelijken zin. Als er één regeering in staat is, de werkloosheid in ons land tót oplossing te brengen, dan is het waarschijnlijk deze, die door christelijke beginselen van menschelijkheid wordt geleide die een hechten grondslag heeft in het volk en daarin nog sterker zal staan, zoodra zij onder deze reddende" taak'haar schou ders zet; die tenslottegeleid wordt door een staatsman, die, meer dan eenig ander, een exponent van het nationaal gevoel is. Doch zoo deze regeering wellicht de éénige is, die het vraagstuk vermag op te lossen, wil dat niet zeggen, dat zij het ook onopgelost kan laten. De tijd wacht niet. door een zeer onbureaucratische voort varendheid en souplesse wordt geleid, zal de overheid de werkloosheid langs alle wegen tegelijk, in het groot en ii het klein, moeten aantasten. Maar dat is ni?t genoeg; ook een mo reel offensief is noodig. Zoowel de individueele burger in zijn dagelijksch gedrag als de maatschappij in elk van haar stappen en richtlijnen, zullen zich moeten doordringen van deze gedachte: dat werkgeven, werk-latert en werk-maken, dat het vinden of schep pen van werkgelegenheid, dat in één woord de practische erkenning van den arbeid als een levensnoodzaak van den medemensch een daad van nationalen zin, van maatschappelijken plicht en van christelijke naastenliefde is. erkloosheid is rijkdom, ideeën- loosheid is armoede, heeft een katholiek socioloog geschreven. En inderdaad, wanneer men bedenkt, wat al die handen, die heden moedeloos rusten, zouden kunnen maken, wat al die hoofden, die heden het nadenken schuwen, zouden kunnen scheppen, bo ven den huidigen welstand van onze samenleving uit, krijgt men eerst een idee van de vermogens, die onze tijd zou kunnen ontplooien, indien zijn geest zijn krachten wist te gebruiken voor die groote cultuurwerken, waarin ons tijd perk, naar verhouding van technisch kunnen en menschental, bij vroegere tijden eigenlijk verre achterstaat. Dit positieve perspectief van de werk loosheid, dat wijst naar groote cultureele mogelijkheden, is even reëel als de hui dige werkelijkheid, waarin die beschik bare arbeidskracht, als in een socialen destructor, wordt vernietigd. wee omstandigheden zijn op dit oogenblik gunstig. De eerste is van geestelijken aard: zij bestaat in het sterke nationale besef, dat heden alle rangen van ons volk door stroomt en dat - wij zeiden het reeds het ook voor den grooten volksnood der werkloosheid meer dan vroeger ge voelig heeft gemaakt. De tweede is daarentegen geheel stof felijk: zij bestaat in de goedkoopte van het geld en den betrekkelijken overvloed van emplooi-zoekend kapitaal, waar door het voor deze regeering mogelijk is heden tot aanmerkelijk geringeren prijs de groote kapitalen tot haar gebruik te krijgen, die voor de schepping van nieu we arbeidsgelegenheid vereischt en daarvoor beschikbaar zijn, maar die uit eigen initiatief wegens gebrek aan vertrouwen of om andere redenen den weg naar den arbeid niet kunnen vinden. Deze beide omstandigheden, waarvan men, vooral wat de tweede betreft, de duurzaamheid niet kan voorzien, drin gen mede tot spoed. Maar méér dan alle toevallige omstandigheden dringt daartoe de nood zelf, de stoffelijke en zedelijke nood van meer dan een millioen „over bodig" gemerkte landgenooten, en de voortdurende slooping van onze volks kracht. Eenige teekenen wijzen erop, dat de regeering het vraagstuk heden opnieuw onder de oogen ziet. Moge zij het aan grijpen in zijn vollen omvang en met den grootsten spoed. Wij noemen geen ter mijn: iedere termijn is te lang. Want iedere dag slaat een wonde. „De Tijd" heeft Vrijdagavond een extra nummer gewijd aan de werkloosheid in Nederland, dat een bijdrage wil vormen tot de verdieping en verlevendiging van het medegevoel met dien nood, waaronder een groot deel onzer medeburgers gedrukt gaat, tot kennis van zijn omvang en karakter en van de wegen tot zijn bestrijding. Een keur van bevoegde schrijvers geeft in dit nummer voorlichting over dit brandende vraagstuk. Wij noemen Prof. dr. J. B. Kors O.P., ir. P. H. E. Guljé, Dikaios, H. J. Kuiper, W. J. Andriessen, prof. dr. J. E. de Quay, G. P. J. Bannenberg pr„ mr. N. van den Heuvel, mr. F. J. H. Bach, Henri Hermans, H. Ruyter, dr. L. G. Kortenhorst en Mr. G. C. J. D. Kropman. Wij hopen, dat dit initiatief van „de Tijd" de oplossing van het alles beheerschende werkloos heidsprobleem nader mag brengen. Naar het hoofdbestuur van het Nederland sche Roode Kruis ons mededeelt zijn ter ge legenheid van de verjaring van H. K. H. Prinses Juliana de volgende Roode Kruis onderschei dingen verleend: Het kruis van verdienste aan: mr. B. H Everts te Arnhem, D. Taal te Bergen op Zoom, Ph. van der Most te Amsterdam, J. L. van Klaveren te Weesp, kapitein H. A. J. Schouw man te 's-Gravenhage, dr. E. H. Hermans, arts te Rotterdam, mevrouw A. M. Metelerkamp van Bronkhorst-den Tex te Brummen. W. Rosingh te Hengelo (Ov.), luit-generaal b. d. C. A. Prins te Ginneken, mevrouw M. G. A. Russel-Koolen te Maastricht, Jhr. J. H. A. P. von Schmidt auf Altenstadt te 's-Gravenhage, mevrouw B. van Straten-Polak te Gorinchem, J. K. Sie mens te Groningen, H. W. Sonnega te Leeu warden, G. A. Kalverkamp, arts te Assen, dr. P. A. de Wilde te Amsterdam, J. H. Smeets te Kerkrade, J. N. J. Boom te Bussum, gen.-ma joor b. d. H. Zeeman te Voorburg, A. A. C. Linck te Magelang, A. K. Dijkhuizen te Alk maar, A. M. Schoevers te Batavia, mr. A. H. M. H. Receveur te Maastricht. De medaille van verdienste in zilver aan: J Kraaikamp te Zeist, G. Gussekloo te Zeist, A. Kortland te Delft, P. Hommen te Oisterwijk. G. J. Sengers te Eindhoven, J. J. Piet te Eind hoven, M. J. A. M. Verheyen te Eindhoven, G. Davelaar te Veenendaal, L. E. Gompers te Am sterdam, H. K. Lubsen te Amsterdam, J. H. van der Heijden te Amsterdam, mej. A. van de Craats te Ede. De medaille van verdienste in brons aan: J. F. M. Bovet te 's-Gravenhage, H. A. J. A. M. Schoenmaker te Oisterwijk, J. van Casteren te Eindhoven, W. van Zon te Eindhoven, A. G. Veldkamp te Hilversum, A. D. Baas te Hilver sum,, W. Knecht te Gouda. De Landsteiner-penning in zilver aan: dr. J. W. Th. Lichtenbelt te Utrecht, Ch. A. Coche- ret te Rotterdam. Het bestuur van het Nationaal Fonds voor Bijzondere nooden heeft zich tot tal van voor aanstaande personen in den lande gewend met het verzoek in gevallen van bijzonderen nood, hulp te verleenen, b. v. met een gift in eens of geregeld, ten einde verval tot armlastigheid te voorkomen. Deze hulpverleening strekt ten bate van behoeftigen uit alle lagen van ons volk, in het bijzonder van de kleine zelfstandigen, de nieuwe en de stille armen, juist die groepen, welke niet in de maatregelen van overheidswege worden betrokken. De verstrekking van deze giften gaat gepaard met een in vele gevallen veel omvattenden, bemiddelenden en moreelen steun: toezicht op bedrijfsvoering, arbeidsbe middeling, hulp bij het tot stand brengen van crediteuren-accoord of het verkrijgen van ver laging van huren en renten. Bij het dezer dagen te Amsterdam gehouden examen ter verkrijging van het diploma voor adspirant-inspecteur van politie, uitgeschreven. Wij hebben hierboven steeds ge sproken van een „vraagstuk", alsof het ging over een theore tische puzzle. En in economisch en socio logisch opzicht mag dat inderdaad min of meer het geval zijn en is de werk loosheid een probleem, over welks op lossing en oplosbaarheid theorieën el kander bestrijden. Maar de werkloosheid is op de eerste plaats een menschelijke nood en een maatschappelijke ramp. Het zou zeker niet misstaan, indien wij haar, onze litanieën een weinig moderniseerend, heden op de plaats stelden van pest en hongersnood: „van de ramp der werk loosheid, verlos ons Heer!" Omdat de werkloosheid een mensche lijke ramp is, kan haar bestrijding niet wachten op het eind van theoretische discussies. Een dokter dient ook medi cijnen toe, waarvan hij het practisch effect kent, ook al heeft de farmaceu tische wetenschap nog niet het laatste woord gezegd over het hoe en waarom; en een chirurg repareert organen, ook al heeft de physiologie hun geheimen nog niet doorgrond. Indien de stoffelijke, maar evenzeer geestelijke nood van de werkloos heid, waaronder ons volksbestaan gebukt gaat en die het dreigt te breken, moet worden afgewend, zal dat slechts mogelijk zijn, wanneer een wijdvertakt complex van economische en sociale maatregelen wordt gedragen door een sterken zedelijken wil en een levendig sociaal bewustzijn. Volgens een al-omvattend en geco ördineerd plan, dat in zijn bestek niet met kalender- maar met economische perioden rekent en dat in zijn uitvoering De Paus van Rome vertrekt hedenmiddag naar Castel Gandolfo. Adolf Hitler komt Maandagavond in Rome aan. Mochten er al onderhandelingen gevoerd zijn wij we ten het niet over een bezoek van den Führei van het Derde Rijk aan het Opperhoofd dei wereldomspannende, Katholieke Moederkerk, dan staat nu wel vast, dat het resultaat nega tief is geweest. Wij moeten thans wel als vast staande aannemen, dat Hitier den Paus zal ne- geeren. Hoe men dit feit ook draait en wendt, men kan er niets anders in zien dan een opzet telijk voorbijgaan van den souvereinen Pontifex. Of deze verblijf houdt te Oastel Gandolfo en niet te Rome op het tijdstip, dat Hitler in de Eeuwige Stad vertoeft, doet niets ter zake. Naar La Croix seint, voelt het Italiaansche volk het negeeren van den Paus als een beleediging. Wij zijn er zeker van, dat alle katholieken ter We reld dit als een beleediging zullen voelen. Zeker, de toestand is anders dan vroeger. De Paus is niet meer de gevangene van het Vaticaan, maar de souverein van den onafhankelijken staat Vaticaanstad. De Duitsche regeering kan dus redeneeren: Hitier bezoekt alleen het koninkrijk Italië en niet den Vaticaanschen staat. Formeel is daar niets tegen in te brengen. Maar moreel voelt men, dat de zaak toch niet in orde is. Zeker is in ieder geval en het staat als een paal boven water, dat, mocht bijvoorbeeld de heer- scher van het Britsche wereldimperium, mocht de president der Fransche republiek, ja mocht zelfs de president der machtige Vereenigde Sta ten thans naar Rome komen, geen enkele dezer grooten der aarde het Vaticaan zou negeeren. j Het moet voor het zoo groote gedeelte van het Duitsche volk, dat katholiek is, innerlijk uiterlijk zal men er niets van merken onder de huidige omstandigheden diep-grievend zijn, dat hun Staatshoofd, zelf katholiek, den Vader der Christenheid hooghartig voorbijgaat. Niet dat deze houding het Vaticaan iets kan aandoen, het Pausdom behoeft niet te rekenen met toe vallig aan de macht zijnde gouvernementen, ook al schenken deze zich zelf duizend jaar of zelfs eeuwigen duur, maar het feit zelf blijft grievend. Welk een verandering van zaken overigens! De ijzeren kanselier Bismarck had na den „Kulturkampf" zijn vrede met den Paus gesloten. Hij koos den Paus zelfs als scheids rechter in het geschil over de Carolinen-eilan- den, hem daardoor erkennend als gelijke met souvereinen. Duitschland werd met den dag machtiger. De jonge keizer Wilhelm II trad in heel Europa op als een soort „primus inter pa res", als de schitterende Imperator-Rex. Hij vatte het plan op, naar Rome te reizen, om zijn bondgenoot, den Italiaanschen koning, te be zoeken. Héél de wereld hield den adem in. Wat zou deze machtige Evangelische vorst doen? Zou hij den grijzen Paus Leo XIII bezoeken? Hij deed het. Met keizerlijke pracht en praal. Hij hield zich stipt aan de toen geldende voorschrif ten, die bepaalden, dat de Paus geen staats hoofd ontving, dat rechtstreeks uit het Quirinaal kwam. De keizer bracht zijn eigen galarijtuigen en begeleiding mede en vertrok van zijn exter ritoriaal gezantschap uit naar het Vaticaan. In latere jaren herhaalde hij dit bezoek, op dezelf de wijze. Hitler had nu van het Quirinaal direct naar het Vaticaan of naar Castel Gandolfo kunnen gaan. Hij heeft het niet gewild. De Paus zou hem trots alles, trots „brennende Sor- ge" liefdevol hebben ontvangen. Hitier heeft het niet gewild. Voor hem schijnt de Paus niet veel te tellen. Trouwens, eerbied voor den Paus Iis in het Derde Rijk iets onbekends. Het orgaan van Hitler's lijfwacht „Das schwarze Korps" schrijft op zulke wijze over den souverein van het Vaticaan, dat de Apostolische Nuntius te Berlijn herhaaldelijk, doch vergeefs, heeft moeten protesteeren. Wij, katholieken, kunnen, hoewel gegriefd, de houding van het Duitsche gouvernement gelaten opvatten. Het Pauselijk Rome heeft erger doorstaan, het Pauselijk Rome blijft. Alles om dit Rome komt op en verdwijnt weer. Ook het Rijk van Hitier. De besprekingen te Londen en het re sultaat er van hebben in Duitschland een zeer ongunstigen indruk gemaakt. De Duitsche per,s geeft uitdrukking aan groote bitterheid over het nauwer aanhalen der Fransch-Britsche Entente en geeft vooral vrije lucht aan haar ergernis over de voorstellen tot grootere aankoopen door Engeland in Tsjecho- Slowakije („Krieg mit goldenen Kugeln" noemt dit het Berl. Tagebl.) en in andere landen van Zuid-Oost-Europa. De Börsen Zeitung gaat zelfs zoo ver dit economisch voornemen „chan tage" te noemen en voegt er op dreigenden toon aan toe, dat Duitschland de pogingen zal we ten te beletten, om de kleine nabuurstaten van Duitschland er toe te brengen, druk op Duitschland uit te oefenen. Ook de officieuze politische en diplomatische Korrespondenz protesteert tegen het Engelsche voornemen en tracht de kansen van dit plan als gering voor te stellen, vooral is men te Berlijn buitenge woon slecht te spreken over de zeer openlijke bevestiging van den wil van Frankrijk, al zijn verplichtingen (tegenover Tsjecho-Slowakije) te eerbiedigen. De inlijving van Oostenrijk heeft wel ernstige gevolgen voor Duitschland. De New York Times noemt de te Londen genomen besluiten daarom zoo gewichtig, omdat het re sultaat feitelijk méér is dan een militair bond genootschap tusschen 'Engeland en Frankrijk, dat het resultaat in werkelijkheid letterlijk een vereeniging der miliaire krachten is. „De Britsche regeering heeft de leiding der Euro- peesche situatie op zich genomen, zij heeft er krachtig aan herinnerd, dat er ook nog een democratische as bestaat in de wereld." Men kan begrijpen, dat men in Praag verheugd is en er den nadruk op legt, dat de militaire sa menwerking der beide groote mogendheden door den bond van hoogere politie-ambtenaren in Nederland, slaagden in alphabetische volg orde: B. v. d. Berg, Scheveningen, H. F. Berghuis, Enkhuizen, J. C. Boomsluiter, Den Helder, P. C. Breedveld, Meppet, J. W. F. Dorleyn, Gouda, F. H. A. Greive, Leiden, B. J. Groenevelt, Rot terdam, P. Huizenga, Warffum, P. A. Jong, Am sterdam, W. D. de Jong, Leeuwarden, G. J. Kesteloo, Ede, N. P. Kremer, Franeker, F. L. Kroesen, Utrecht, C. S. van Kuik, Hilversum, H. C. Maat, Zeist, G. D. van Manen, Leiden, J. Th. Mekers, Eefde, J. W. Middelink, Haarlem, G. J. Motshagen, Den Haag, C. Mouwen, Am sterdam, A. W. Offers, Schiedam, A. B. J. Proot, Arnhem, W. M. Rehorst, Delft, N. G. Schild, den Haag, M. C. Straver, Deventer, Mr. L. v. d. Veen, Utrecht, D. J. Verzijden, Rotter dam, E. Wassenburg, Den Haag, H. W. Wie- ringa, Den Haag. De afgeloopen week bracht vele bezoekers naar het land tusschen de twee bruggen; de Over-Betuwe. Vooral het mooie weer der laat ste paar dagen heeft velen er toe gebracht, eens kennis te gaan maken met deze streek, die voor vele bloesembezoekers nog een ongekend ge bied was. Hoewel de nachtvorsten veel schade hebben berokkend aan de boomen, is er toch nog veel bloesemschoon te bewonderen en een tocht naar den oostelijken driehoek der Betuwe is alles zins aan te bevelen. Vooral voor Zondag is dit aan te raden, wijl de Over-Betuwe dan voor het grootste gedeelte in het teeken van de wandelsport staat. Aan den grooten K. A. M.-tocht doen zeer vele clubs uit den lande mede en honderden deel nemers hebben zich aangemeld, zoodat niet alleen de bloesem, maar ook de talrijke tippe laars een attractie zullen vormen. In een weide bij het Buddenzand nabij den Wilpschen Dijk te Deventer was de 75-jarige landbouwer H. J. Lokin bezig de koeien naar de weide te brengen. Vermoedelijk is hij ge struikeld en komen te vallen. Een der koeien trapte hem op de borstkas, welke werd inge drukt. De man was vrijwel onmiddellijk dood. voor de zaak van den vrede van grooten dienst zal zijn. Praag zal nu echter iets positiefs moe ten doen. Het Britsch-Fransche advies aan Praag schijnt te luiden: volgt in Uw staatsbe stel het Zwitsersche voorbeeld. Zooals men weet, verlangen de Sudeten politieke autono mie. En zij verstaan daaronder „zooiets wat de verschillende stammen in Zwitserland hebben." Nu leven in Zwitserland echter de verschillen de nationaliteiten in hoofdzaak in afgesloten enclaves, wat in Tsjecho-Slowakije niet of maar heel beperkt het geval is. De Sudeten stellen dezen eisch trots hun niet aaneengesloten en zelfs zeer gemengd gebied. Zij willen in de dooi hen bewoonde streken uitsluitend Duitsch mi litair, Duitsche ambtenaren en Duitsch zelfbe stuur hebben. „Een staat in den staat", zeggen de Tsjechen. De verheffing der minderheid tot „staatsvolk" zou echter voor de medezeggen schap in den staat zulk een beteekenis krijgen, dat het uitging boven de rechten, die den Sudeten op grond van hun aantal toekomen. De tegenstelling tusschen Duitschers en Tsje chen wordt daardoor des te gecompliceerder, omdat de eischen dit staat onbetwist vast in Berlijn zijn geformuleerd. Berlijn zelf heeft daarbij een buitenlandsch politiek be lang. Het wil Tsjecho-Slowakije van Frankrijk en vooral van Rusland losmaken. Dit hoopt men daardoor te bereiken, dat de Sudeten, tot „staatsvolk" verheven, als sterkste partij van het land op de buitenlandsche politiek van Tsjecho-Slowakije beslissenden invloed kun nen uitoefenen. Voor de Tsjechen zijn deze eischen onaannemelijk. Uit de omgeving var, den president is bekend geworden, dat Benesj en zijn regeering, om oorlog te vermijden, tot de grenzen van het mogelijke willen gaan. om tegemoet te komen aan de Duitschers. Henlein kan veel, zeer veel vragen, maar een „staat in den .staat" krijgt hij niet. Bénesj heeft ver klaard, dat hij nooit een decreet over het schep pen van een autonoom Sudeten-Duitsch gebied zal onderteekenen. Nooit zal hij het levenswerk van Masaryk vernietigen. Het is te hopen, dat Praag een oplossing vindt. Wanneer beide partijen van goeden wil zijn, kan het lukken. Maar ach juist die goede wil.... In den afgeloopen nacht om drie uur werd brand ontdekt in de stoomzuivelfabriek te Grijpskerk. Het vuur woedde in het ketelhuis. Het perso neel (er wordt dag en nacht gewerkt) trachtte nog met eigen materiaal den brand te blusschen, hetgeen niet gelukte, zoodat men de brandweer alarmeerde, die zoo spoedig mogelijk ter plaatse verscheen en het vuur met drie stralen be streed. Na een uur was zij den brand meester. Het ketelhuis werd gedeeltelijk verwoest. De oorzaak is niet bekend. Het bedrijf ondervindt geen stagnatie. Vrijdag is de veehouder A. P. te Bunschoten, toen hij zijn vrouw behulpzaam was bij de schoonmaak, door een zolderluik gevallen. Hij kwam met zijn hoofd op den steenen rand van een veevoederbak terecht en liep een schedel breuk op. Een uur na het ongeval is P. aan de bekomen verwondingen overleden. Op de nieuwste aanwinst van onze Neder landsche vloot, het imposante vlaggeschip der Holland-Amerika-lijn, de „Nieuw Amsterdam", heeft Vrijdagmiddag te Rotterdam een korte, doch treffende plechtigheid plaats gehad. De kunstenaars, die door hun werk aan dit trot- sche zeekasteel zooveel relief hebben gegeven, hebben de sympathieke gedachte gehad, uiting te willen geven aan hun gevoelens van dank baarheid jegens hem, aan wiens initiatief het te danken is, dat zij in de gelegenheid zijn ge steld hun gaven te ontplooien bij de schepping van het kunstwerk, dat thans als Nederlands grootste schip met zijn fraaie interieuren ieders bewondering afdwingt. Tot dit doel was door hen een thé georga niseerd, waarbij ook de directie van de Holland- Amerika-lijn was uitgenoodigd. Nadat de kunstenaars, die vergezeld waren van hun dames, nogmaals de resultaten van hun arbeid in oogenschouw haddén genomen, verzamelden allen zich te vier uur in de com fortabele lounge van de eerste klasse. Hier werd het woord gevoerd door den heer H. Th: Wijdeveld, die wees op den gigantischen aard, dien de bouw van de Nieuw Amsterdam van de directie verlangd heeft en nog steeds vergt. Dat de directie heeft aangedurfd, wat thans is geschied, is een gevolg van het feit, dat er een persoon is geweest, die daartoe het initia tief heeft genomen. Die persoon is lid van de directie. Het is de heer W. H. de Monchy, die zestig kunstenaars in harmonie heeft weten te brengen. Daarvoor zijn die kunstenaars hem in hooge mate dankbaar en als blijk van die dankbaarheid hebben zij een aantal van hun schetsen verzameld in een groot album, dat zij den heer De Monchy aanbieden. Onder luid applaus werd dit album daarop binnengedragen en aan den heer De Monchy overhandigd. Zichtbaar verrast heeft de heer De Monchy dit geschenk aanvaard. Hierna bleef men nog eenigen tijd gezellig bijeen. Naar wij vernemen, zullen minister Romme en de heer Meyer de Vries van het Departe ment van Sociale Zaken den Nationalen Ka- derdag van De Jonge Werkman, morgen te Eindhoven bijwonen. Deze actie ten gunste van de uitbreiding van ons heilig Geloof in de Nederlandsche gebieden van overzee, die verleden jaar zich in zulk een groote deelneming van de Nederlandsche ka tholieken mocht verheugen, zal ook dit jaar weer worden georganiseerd. Het Doorluchtig Episcopaat van Nederland, dat deze actie niet alleen goedkeurde, maar ook krachtig aanbeval, heeft daarom voor dit en de volgende jaren vastgesteld de week, die aan het Pinksterfeest voorafgaat. Dientengevolge zal deze K. M. W. worden gehouden van 29 Mei tot 5 Juni. Het Werkcomité (seer. Mgr. p. G. Groenen, Laan Copes van Cattenburgh 76 te 's-Gravenhage) durft vertrouwen op een nog grootere deelne ming dan verleden jaar.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 9