Vuurproef van ons bestel
w
T
At
-«A
Adolf Hitler en het Vaticaan
V.o£k. "ZqjmJu&i i)ih&eicL
Z- dïatui Jn N-o o cL
^UcRÉME
- T#i
p.
L ONDEN EN PARIJS
Kerkelijk leven
ZATERDAG 30 APRIL 1938
een weldaad
voor Uw huid
Werkloosheidnummer
,De Tijd"
van
Keur van bevoegde schrijvers
geeft voorlichting over dit
brandende vraagstuk
Onderscheidingen van
het Roode Kruis
Verleend ter gelegenheid van den
verjaardag van Prinses Juliana
STEUN IN BIJZONDEREN
NOOD
Examen adspirant-inspecteur
van politie
Het edele natuurproduct
verleent KING pepermunt
die kenmerkende, heerlijke
geur en smaak.
Elke dag KING. Elke dag EIT!
£IRMA T.OhINEMA. Cie. EABRIKANTEN VAN KING PEPERMUNT SNEEK
BUITENLANDSCH OVERZICHT
is de titel van het extra-nummer dat het
JU dagblad „DE TIJD" op 29 April j.l. aan de
Hm werkloosheid in Nederland heeft gewijd.
Dit extra-nummer wil een bijdrage vormen
tot de verdieping en verlevendiging van
het medegevoel met dien nood, waaronder
een groot deel onzer medeburgers gedrukt
gaah lot de kennis van zijn omvang en
karakter en van de wegen tot zijn be-
strijding.
Toezending kan geschieden na ontvangst
U van 15 cents aan postzegels.
JU Afgehaald aan ons bureau 10 cents.
j|j DE ADMINISTRATIE VAN DE TIJD
MM N.Z. VOORBURCWAL 65-73, AMSTERDAM
Sudeten en Praag
BLOESEMENDE
OVER-BETUWE
Zondag een wandelsportdag
LANDBOUWER DOOR KOE
GEDOOD
BRAND IN STOOMZUIVEL-
FABRIEK
Ketelhuis werd gedeeltelijk
verwoest
DOOR EEN ZOLDERLUIK
GEVALLEN
Slachtoffer kort daarop overleden
DE „NIEUW AMSTERDAM"
Kunstenaars huldigen directielid
van de H. A. L.
JONGE WERKMAN KADERDAG
TE EINDHOVEN
VOOR DE KOLONIALE MISSIE
Het is merkwaardig, dat het een
gebeurtenis op het veld der in
ternationale politiek geweest is,
nl. de verdwijning van Oostenrijk als
zelfstandigen staat omstreeks de 'den
van Maart 1938, welke in ons land het
bewustzijn heeft wakker geschokt voor
de urgente noodzakelijkheid, de werk
loosheid met een totnutoe niet gekende
grondigheid te gaan bestrijden.
Langs twee wegen, meenen wij, heeft
die gebeurtenis tot deze erkentenis ge
voerd.
Op de eerste plaats heeft het spoor
loos verdwijnen van dien kleinen staat
al raakte dat feit ons niet recht
streeks en al waren de omstandigheden
meerendeels op ons niet toepasselijk
het nationale bewustzijn in ons land
plotseling op scherp gezet door het be
sef van de hachelijkheid van het huidige
leven der staten. En een levendig natio
naal bewustzijn, d.w.z. een bewustzijn
van eigenwaarde en saamhoorigheid,
kan zich niet neerleggen bij een toestand,
zooals die heden in ons land bestaat, dat
nl. meer dan een millioen onzer landge-
nooten, dus iedere zesde of zevende bur
ger, feitelijk uit de actieve samenleving
is afgeschreven, als werkloos of behoo-
rend tot het gezin van een werklooze.
Op de tweede plaats echter gaf de
ondergang van de Oostenrijksche repu
bliek aan allen, die aandeel hebben in
de leiding van den staat, deze zeer
ernstige les: dat alle vraagstukken vroeg
of laat worden opgelost. Het Oostenrijk
sche vraagstuk was door de mogend
heden, die bij Oostenrijks zelfstandig
heid belang hadden, zonder positieve
oplossing gelaten, alsof de historie kon
wachten. Toen kreeg het een oplossing,
die een eind maakte aan Oostenrijk.
Ook het vraagstuk der werkloos
heid in ons land kan niet onopge
lost blijven. Het zal vroeg of laat
een oplossing vinden, al kan dat een
fatale zijn, de schijnoplossing van een
vernietiging. Ook deze kruik gaat slechts
zóó lang te water, tot zij breekt.
Wij hopen echter, dat dit vraagstuk
vóór het te laat is wordt opgelost
door deze christelijke regeering en in
christelijken zin.
Als er één regeering in staat is, de
werkloosheid in ons land tót oplossing
te brengen, dan is het waarschijnlijk
deze, die door christelijke beginselen van
menschelijkheid wordt geleide die een
hechten grondslag heeft in het volk en
daarin nog sterker zal staan, zoodra zij
onder deze reddende" taak'haar schou
ders zet; die tenslottegeleid wordt door
een staatsman, die, meer dan eenig
ander, een exponent van het nationaal
gevoel is.
Doch zoo deze regeering wellicht de
éénige is, die het vraagstuk vermag op
te lossen, wil dat niet zeggen, dat zij het
ook onopgelost kan laten. De tijd wacht
niet.
door een zeer onbureaucratische voort
varendheid en souplesse wordt geleid,
zal de overheid de werkloosheid langs
alle wegen tegelijk, in het groot en ii
het klein, moeten aantasten.
Maar dat is ni?t genoeg; ook een mo
reel offensief is noodig.
Zoowel de individueele burger in zijn
dagelijksch gedrag als de maatschappij
in elk van haar stappen en richtlijnen,
zullen zich moeten doordringen van deze
gedachte: dat werkgeven, werk-latert
en werk-maken, dat het vinden of schep
pen van werkgelegenheid, dat in één
woord de practische erkenning van den
arbeid als een levensnoodzaak van den
medemensch een daad van nationalen
zin, van maatschappelijken plicht en van
christelijke naastenliefde is.
erkloosheid is rijkdom, ideeën-
loosheid is armoede, heeft een
katholiek socioloog geschreven.
En inderdaad, wanneer men bedenkt,
wat al die handen, die heden moedeloos
rusten, zouden kunnen maken, wat al
die hoofden, die heden het nadenken
schuwen, zouden kunnen scheppen, bo
ven den huidigen welstand van onze
samenleving uit, krijgt men eerst een
idee van de vermogens, die onze tijd zou
kunnen ontplooien, indien zijn geest zijn
krachten wist te gebruiken voor die
groote cultuurwerken, waarin ons tijd
perk, naar verhouding van technisch
kunnen en menschental, bij vroegere
tijden eigenlijk verre achterstaat.
Dit positieve perspectief van de werk
loosheid, dat wijst naar groote cultureele
mogelijkheden, is even reëel als de hui
dige werkelijkheid, waarin die beschik
bare arbeidskracht, als in een socialen
destructor, wordt vernietigd.
wee omstandigheden zijn op dit
oogenblik gunstig.
De eerste is van geestelijken aard:
zij bestaat in het sterke nationale besef,
dat heden alle rangen van ons volk door
stroomt en dat - wij zeiden het reeds
het ook voor den grooten volksnood
der werkloosheid meer dan vroeger ge
voelig heeft gemaakt.
De tweede is daarentegen geheel stof
felijk: zij bestaat in de goedkoopte van
het geld en den betrekkelijken overvloed
van emplooi-zoekend kapitaal, waar
door het voor deze regeering mogelijk
is heden tot aanmerkelijk geringeren prijs
de groote kapitalen tot haar gebruik te
krijgen, die voor de schepping van nieu
we arbeidsgelegenheid vereischt en
daarvoor beschikbaar zijn, maar die uit
eigen initiatief wegens gebrek aan
vertrouwen of om andere redenen den
weg naar den arbeid niet kunnen vinden.
Deze beide omstandigheden, waarvan
men, vooral wat de tweede betreft, de
duurzaamheid niet kan voorzien, drin
gen mede tot spoed. Maar méér dan alle
toevallige omstandigheden dringt daartoe
de nood zelf, de stoffelijke en zedelijke
nood van meer dan een millioen „over
bodig" gemerkte landgenooten, en de
voortdurende slooping van onze volks
kracht.
Eenige teekenen wijzen erop, dat de
regeering het vraagstuk heden opnieuw
onder de oogen ziet. Moge zij het aan
grijpen in zijn vollen omvang en met den
grootsten spoed. Wij noemen geen ter
mijn: iedere termijn is te lang. Want
iedere dag slaat een wonde.
„De Tijd" heeft Vrijdagavond een extra
nummer gewijd aan de werkloosheid in
Nederland, dat een bijdrage wil vormen tot
de verdieping en verlevendiging van het
medegevoel met dien nood, waaronder een
groot deel onzer medeburgers gedrukt gaat,
tot kennis van zijn omvang en karakter en
van de wegen tot zijn bestrijding.
Een keur van bevoegde schrijvers geeft in
dit nummer voorlichting over dit brandende
vraagstuk. Wij noemen Prof. dr. J. B. Kors
O.P., ir. P. H. E. Guljé, Dikaios, H. J. Kuiper,
W. J. Andriessen, prof. dr. J. E. de Quay, G. P.
J. Bannenberg pr„ mr. N. van den Heuvel, mr.
F. J. H. Bach, Henri Hermans, H. Ruyter, dr.
L. G. Kortenhorst en Mr. G. C. J. D. Kropman.
Wij hopen, dat dit initiatief van „de Tijd" de
oplossing van het alles beheerschende werkloos
heidsprobleem nader mag brengen.
Naar het hoofdbestuur van het Nederland
sche Roode Kruis ons mededeelt zijn ter ge
legenheid van de verjaring van H. K. H. Prinses
Juliana de volgende Roode Kruis onderschei
dingen verleend:
Het kruis van verdienste aan: mr. B. H
Everts te Arnhem, D. Taal te Bergen op Zoom,
Ph. van der Most te Amsterdam, J. L. van
Klaveren te Weesp, kapitein H. A. J. Schouw
man te 's-Gravenhage, dr. E. H. Hermans, arts
te Rotterdam, mevrouw A. M. Metelerkamp van
Bronkhorst-den Tex te Brummen. W. Rosingh
te Hengelo (Ov.), luit-generaal b. d. C. A. Prins
te Ginneken, mevrouw M. G. A. Russel-Koolen
te Maastricht, Jhr. J. H. A. P. von Schmidt
auf Altenstadt te 's-Gravenhage, mevrouw B.
van Straten-Polak te Gorinchem, J. K. Sie
mens te Groningen, H. W. Sonnega te Leeu
warden, G. A. Kalverkamp, arts te Assen, dr.
P. A. de Wilde te Amsterdam, J. H. Smeets te
Kerkrade, J. N. J. Boom te Bussum, gen.-ma
joor b. d. H. Zeeman te Voorburg, A. A. C.
Linck te Magelang, A. K. Dijkhuizen te Alk
maar, A. M. Schoevers te Batavia, mr. A. H. M.
H. Receveur te Maastricht.
De medaille van verdienste in zilver aan: J
Kraaikamp te Zeist, G. Gussekloo te Zeist, A.
Kortland te Delft, P. Hommen te Oisterwijk.
G. J. Sengers te Eindhoven, J. J. Piet te Eind
hoven, M. J. A. M. Verheyen te Eindhoven, G.
Davelaar te Veenendaal, L. E. Gompers te Am
sterdam, H. K. Lubsen te Amsterdam, J. H. van
der Heijden te Amsterdam, mej. A. van de
Craats te Ede.
De medaille van verdienste in brons aan: J.
F. M. Bovet te 's-Gravenhage, H. A. J. A. M.
Schoenmaker te Oisterwijk, J. van Casteren te
Eindhoven, W. van Zon te Eindhoven, A. G.
Veldkamp te Hilversum, A. D. Baas te Hilver
sum,, W. Knecht te Gouda.
De Landsteiner-penning in zilver aan: dr. J.
W. Th. Lichtenbelt te Utrecht, Ch. A. Coche-
ret te Rotterdam.
Het bestuur van het Nationaal Fonds voor
Bijzondere nooden heeft zich tot tal van voor
aanstaande personen in den lande gewend met
het verzoek in gevallen van bijzonderen nood,
hulp te verleenen, b. v. met een gift in eens of
geregeld, ten einde verval tot armlastigheid te
voorkomen. Deze hulpverleening strekt ten bate
van behoeftigen uit alle lagen van ons volk, in
het bijzonder van de kleine zelfstandigen, de
nieuwe en de stille armen, juist die groepen,
welke niet in de maatregelen van overheidswege
worden betrokken. De verstrekking van deze
giften gaat gepaard met een in vele gevallen
veel omvattenden, bemiddelenden en moreelen
steun: toezicht op bedrijfsvoering, arbeidsbe
middeling, hulp bij het tot stand brengen van
crediteuren-accoord of het verkrijgen van ver
laging van huren en renten.
Bij het dezer dagen te Amsterdam gehouden
examen ter verkrijging van het diploma voor
adspirant-inspecteur van politie, uitgeschreven.
Wij hebben hierboven steeds ge
sproken van een „vraagstuk",
alsof het ging over een theore
tische puzzle. En in economisch en socio
logisch opzicht mag dat inderdaad min
of meer het geval zijn en is de werk
loosheid een probleem, over welks op
lossing en oplosbaarheid theorieën el
kander bestrijden.
Maar de werkloosheid is op de eerste
plaats een menschelijke nood en een
maatschappelijke ramp. Het zou zeker
niet misstaan, indien wij haar, onze
litanieën een weinig moderniseerend,
heden op de plaats stelden van pest en
hongersnood: „van de ramp der werk
loosheid, verlos ons Heer!"
Omdat de werkloosheid een mensche
lijke ramp is, kan haar bestrijding niet
wachten op het eind van theoretische
discussies. Een dokter dient ook medi
cijnen toe, waarvan hij het practisch
effect kent, ook al heeft de farmaceu
tische wetenschap nog niet het laatste
woord gezegd over het hoe en waarom;
en een chirurg repareert organen, ook al
heeft de physiologie hun geheimen
nog niet doorgrond.
Indien de stoffelijke, maar evenzeer
geestelijke nood van de werkloos
heid, waaronder ons volksbestaan
gebukt gaat en die het dreigt te breken,
moet worden afgewend, zal dat slechts
mogelijk zijn, wanneer een wijdvertakt
complex van economische en sociale
maatregelen wordt gedragen door een
sterken zedelijken wil en een levendig
sociaal bewustzijn.
Volgens een al-omvattend en geco
ördineerd plan, dat in zijn bestek niet
met kalender- maar met economische
perioden rekent en dat in zijn uitvoering
De Paus van Rome vertrekt hedenmiddag
naar Castel Gandolfo. Adolf Hitler komt
Maandagavond in Rome aan. Mochten
er al onderhandelingen gevoerd zijn wij we
ten het niet over een bezoek van den Führei
van het Derde Rijk aan het Opperhoofd dei
wereldomspannende, Katholieke Moederkerk,
dan staat nu wel vast, dat het resultaat nega
tief is geweest. Wij moeten thans wel als vast
staande aannemen, dat Hitier den Paus zal ne-
geeren. Hoe men dit feit ook draait en wendt,
men kan er niets anders in zien dan een opzet
telijk voorbijgaan van den souvereinen Pontifex.
Of deze verblijf houdt te Oastel Gandolfo en
niet te Rome op het tijdstip, dat Hitler in de
Eeuwige Stad vertoeft, doet niets ter zake. Naar
La Croix seint, voelt het Italiaansche volk het
negeeren van den Paus als een beleediging. Wij
zijn er zeker van, dat alle katholieken ter We
reld dit als een beleediging zullen voelen. Zeker,
de toestand is anders dan vroeger. De Paus is
niet meer de gevangene van het Vaticaan, maar
de souverein van den onafhankelijken staat
Vaticaanstad. De Duitsche regeering kan dus
redeneeren: Hitier bezoekt alleen het koninkrijk
Italië en niet den Vaticaanschen staat. Formeel
is daar niets tegen in te brengen. Maar moreel
voelt men, dat de zaak toch niet in orde is.
Zeker is in ieder geval en het staat als een paal
boven water, dat, mocht bijvoorbeeld de heer-
scher van het Britsche wereldimperium, mocht
de president der Fransche republiek, ja mocht
zelfs de president der machtige Vereenigde Sta
ten thans naar Rome komen, geen enkele dezer
grooten der aarde het Vaticaan zou negeeren. j
Het moet voor het zoo groote gedeelte van het
Duitsche volk, dat katholiek is, innerlijk
uiterlijk zal men er niets van merken onder de
huidige omstandigheden diep-grievend zijn,
dat hun Staatshoofd, zelf katholiek, den Vader
der Christenheid hooghartig voorbijgaat. Niet
dat deze houding het Vaticaan iets kan aandoen,
het Pausdom behoeft niet te rekenen met toe
vallig aan de macht zijnde gouvernementen,
ook al schenken deze zich zelf duizend jaar of
zelfs eeuwigen duur, maar het feit zelf blijft
grievend. Welk een verandering van zaken
overigens! De ijzeren kanselier Bismarck had
na den „Kulturkampf" zijn vrede met den Paus
gesloten. Hij koos den Paus zelfs als scheids
rechter in het geschil over de Carolinen-eilan-
den, hem daardoor erkennend als gelijke met
souvereinen. Duitschland werd met den dag
machtiger. De jonge keizer Wilhelm II trad in
heel Europa op als een soort „primus inter pa
res", als de schitterende Imperator-Rex. Hij
vatte het plan op, naar Rome te reizen, om zijn
bondgenoot, den Italiaanschen koning, te be
zoeken. Héél de wereld hield den adem in. Wat
zou deze machtige Evangelische vorst doen?
Zou hij den grijzen Paus Leo XIII bezoeken? Hij
deed het. Met keizerlijke pracht en praal. Hij
hield zich stipt aan de toen geldende voorschrif
ten, die bepaalden, dat de Paus geen staats
hoofd ontving, dat rechtstreeks uit het Quirinaal
kwam. De keizer bracht zijn eigen galarijtuigen
en begeleiding mede en vertrok van zijn exter
ritoriaal gezantschap uit naar het Vaticaan. In
latere jaren herhaalde hij dit bezoek, op dezelf
de wijze. Hitler had nu van het Quirinaal direct
naar het Vaticaan of naar Castel Gandolfo
kunnen gaan. Hij heeft het niet gewild. De
Paus zou hem trots alles, trots „brennende Sor-
ge" liefdevol hebben ontvangen. Hitier heeft
het niet gewild. Voor hem schijnt de Paus niet
veel te tellen. Trouwens, eerbied voor den Paus
Iis in het Derde Rijk iets onbekends. Het orgaan
van Hitler's lijfwacht „Das schwarze Korps"
schrijft op zulke wijze over den souverein van
het Vaticaan, dat de Apostolische Nuntius te
Berlijn herhaaldelijk, doch vergeefs, heeft
moeten protesteeren. Wij, katholieken, kunnen,
hoewel gegriefd, de houding van het Duitsche
gouvernement gelaten opvatten. Het Pauselijk
Rome heeft erger doorstaan, het Pauselijk Rome
blijft. Alles om dit Rome komt op en verdwijnt
weer. Ook het Rijk van Hitier.
De besprekingen te Londen en het re
sultaat er van hebben in Duitschland
een zeer ongunstigen indruk gemaakt.
De Duitsche per,s geeft uitdrukking aan groote
bitterheid over het nauwer aanhalen der
Fransch-Britsche Entente en geeft vooral vrije
lucht aan haar ergernis over de voorstellen tot
grootere aankoopen door Engeland in Tsjecho-
Slowakije („Krieg mit goldenen Kugeln" noemt
dit het Berl. Tagebl.) en in andere landen van
Zuid-Oost-Europa. De Börsen Zeitung gaat
zelfs zoo ver dit economisch voornemen „chan
tage" te noemen en voegt er op dreigenden toon
aan toe, dat Duitschland de pogingen zal we
ten te beletten, om de kleine nabuurstaten van
Duitschland er toe te brengen, druk op
Duitschland uit te oefenen. Ook de officieuze
politische en diplomatische Korrespondenz
protesteert tegen het Engelsche voornemen en
tracht de kansen van dit plan als gering voor
te stellen, vooral is men te Berlijn buitenge
woon slecht te spreken over de zeer openlijke
bevestiging van den wil van Frankrijk, al zijn
verplichtingen (tegenover Tsjecho-Slowakije)
te eerbiedigen. De inlijving van Oostenrijk heeft
wel ernstige gevolgen voor Duitschland. De
New York Times noemt de te Londen genomen
besluiten daarom zoo gewichtig, omdat het re
sultaat feitelijk méér is dan een militair bond
genootschap tusschen 'Engeland en Frankrijk,
dat het resultaat in werkelijkheid letterlijk
een vereeniging der miliaire krachten is. „De
Britsche regeering heeft de leiding der Euro-
peesche situatie op zich genomen, zij heeft er
krachtig aan herinnerd, dat er ook nog een
democratische as bestaat in de wereld." Men
kan begrijpen, dat men in Praag verheugd is
en er den nadruk op legt, dat de militaire sa
menwerking der beide groote mogendheden
door den bond van hoogere politie-ambtenaren
in Nederland, slaagden in alphabetische volg
orde:
B. v. d. Berg, Scheveningen, H. F. Berghuis,
Enkhuizen, J. C. Boomsluiter, Den Helder, P.
C. Breedveld, Meppet, J. W. F. Dorleyn, Gouda,
F. H. A. Greive, Leiden, B. J. Groenevelt, Rot
terdam, P. Huizenga, Warffum, P. A. Jong, Am
sterdam, W. D. de Jong, Leeuwarden, G. J.
Kesteloo, Ede, N. P. Kremer, Franeker, F. L.
Kroesen, Utrecht, C. S. van Kuik, Hilversum,
H. C. Maat, Zeist, G. D. van Manen, Leiden, J.
Th. Mekers, Eefde, J. W. Middelink, Haarlem,
G. J. Motshagen, Den Haag, C. Mouwen, Am
sterdam, A. W. Offers, Schiedam, A. B. J.
Proot, Arnhem, W. M. Rehorst, Delft, N. G.
Schild, den Haag, M. C. Straver, Deventer, Mr.
L. v. d. Veen, Utrecht, D. J. Verzijden, Rotter
dam, E. Wassenburg, Den Haag, H. W. Wie-
ringa, Den Haag.
De afgeloopen week bracht vele bezoekers
naar het land tusschen de twee bruggen; de
Over-Betuwe. Vooral het mooie weer der laat
ste paar dagen heeft velen er toe gebracht, eens
kennis te gaan maken met deze streek, die voor
vele bloesembezoekers nog een ongekend ge
bied was.
Hoewel de nachtvorsten veel schade hebben
berokkend aan de boomen, is er toch nog veel
bloesemschoon te bewonderen en een tocht naar
den oostelijken driehoek der Betuwe is alles
zins aan te bevelen.
Vooral voor Zondag is dit aan te raden, wijl
de Over-Betuwe dan voor het grootste gedeelte
in het teeken van de wandelsport staat. Aan
den grooten K. A. M.-tocht doen zeer vele
clubs uit den lande mede en honderden deel
nemers hebben zich aangemeld, zoodat niet
alleen de bloesem, maar ook de talrijke tippe
laars een attractie zullen vormen.
In een weide bij het Buddenzand nabij den
Wilpschen Dijk te Deventer was de 75-jarige
landbouwer H. J. Lokin bezig de koeien naar
de weide te brengen. Vermoedelijk is hij ge
struikeld en komen te vallen. Een der koeien
trapte hem op de borstkas, welke werd inge
drukt. De man was vrijwel onmiddellijk dood.
voor de zaak van den vrede van grooten dienst
zal zijn. Praag zal nu echter iets positiefs moe
ten doen. Het Britsch-Fransche advies aan
Praag schijnt te luiden: volgt in Uw staatsbe
stel het Zwitsersche voorbeeld. Zooals men
weet, verlangen de Sudeten politieke autono
mie. En zij verstaan daaronder „zooiets wat de
verschillende stammen in Zwitserland hebben."
Nu leven in Zwitserland echter de verschillen
de nationaliteiten in hoofdzaak in afgesloten
enclaves, wat in Tsjecho-Slowakije niet of maar
heel beperkt het geval is. De Sudeten stellen
dezen eisch trots hun niet aaneengesloten en
zelfs zeer gemengd gebied. Zij willen in de dooi
hen bewoonde streken uitsluitend Duitsch mi
litair, Duitsche ambtenaren en Duitsch zelfbe
stuur hebben. „Een staat in den staat", zeggen
de Tsjechen. De verheffing der minderheid tot
„staatsvolk" zou echter voor de medezeggen
schap in den staat zulk een beteekenis krijgen,
dat het uitging boven de rechten, die den
Sudeten op grond van hun aantal toekomen.
De tegenstelling tusschen Duitschers en Tsje
chen wordt daardoor des te gecompliceerder,
omdat de eischen dit staat onbetwist vast
in Berlijn zijn geformuleerd. Berlijn zelf
heeft daarbij een buitenlandsch politiek be
lang. Het wil Tsjecho-Slowakije van Frankrijk
en vooral van Rusland losmaken. Dit hoopt
men daardoor te bereiken, dat de Sudeten, tot
„staatsvolk" verheven, als sterkste partij van
het land op de buitenlandsche politiek van
Tsjecho-Slowakije beslissenden invloed kun
nen uitoefenen. Voor de Tsjechen zijn deze
eischen onaannemelijk. Uit de omgeving var,
den president is bekend geworden, dat Benesj
en zijn regeering, om oorlog te vermijden, tot
de grenzen van het mogelijke willen gaan. om
tegemoet te komen aan de Duitschers. Henlein
kan veel, zeer veel vragen, maar een „staat
in den .staat" krijgt hij niet. Bénesj heeft ver
klaard, dat hij nooit een decreet over het schep
pen van een autonoom Sudeten-Duitsch gebied
zal onderteekenen. Nooit zal hij het levenswerk
van Masaryk vernietigen.
Het is te hopen, dat Praag een oplossing
vindt. Wanneer beide partijen van goeden wil
zijn, kan het lukken. Maar ach juist die
goede wil....
In den afgeloopen nacht om drie uur werd
brand ontdekt in de stoomzuivelfabriek te
Grijpskerk.
Het vuur woedde in het ketelhuis. Het perso
neel (er wordt dag en nacht gewerkt) trachtte
nog met eigen materiaal den brand te blusschen,
hetgeen niet gelukte, zoodat men de brandweer
alarmeerde, die zoo spoedig mogelijk ter plaatse
verscheen en het vuur met drie stralen be
streed. Na een uur was zij den brand meester.
Het ketelhuis werd gedeeltelijk verwoest. De
oorzaak is niet bekend. Het bedrijf ondervindt
geen stagnatie.
Vrijdag is de veehouder A. P. te Bunschoten,
toen hij zijn vrouw behulpzaam was bij de
schoonmaak, door een zolderluik gevallen. Hij
kwam met zijn hoofd op den steenen rand van
een veevoederbak terecht en liep een schedel
breuk op. Een uur na het ongeval is P. aan
de bekomen verwondingen overleden.
Op de nieuwste aanwinst van onze Neder
landsche vloot, het imposante vlaggeschip der
Holland-Amerika-lijn, de „Nieuw Amsterdam",
heeft Vrijdagmiddag te Rotterdam een korte,
doch treffende plechtigheid plaats gehad. De
kunstenaars, die door hun werk aan dit trot-
sche zeekasteel zooveel relief hebben gegeven,
hebben de sympathieke gedachte gehad, uiting
te willen geven aan hun gevoelens van dank
baarheid jegens hem, aan wiens initiatief het
te danken is, dat zij in de gelegenheid zijn ge
steld hun gaven te ontplooien bij de schepping
van het kunstwerk, dat thans als Nederlands
grootste schip met zijn fraaie interieuren ieders
bewondering afdwingt.
Tot dit doel was door hen een thé georga
niseerd, waarbij ook de directie van de Holland-
Amerika-lijn was uitgenoodigd.
Nadat de kunstenaars, die vergezeld waren
van hun dames, nogmaals de resultaten van
hun arbeid in oogenschouw haddén genomen,
verzamelden allen zich te vier uur in de com
fortabele lounge van de eerste klasse.
Hier werd het woord gevoerd door den heer
H. Th: Wijdeveld, die wees op den gigantischen
aard, dien de bouw van de Nieuw Amsterdam
van de directie verlangd heeft en nog steeds
vergt.
Dat de directie heeft aangedurfd, wat thans
is geschied, is een gevolg van het feit, dat er
een persoon is geweest, die daartoe het initia
tief heeft genomen. Die persoon is lid van de
directie. Het is de heer W. H. de Monchy, die
zestig kunstenaars in harmonie heeft weten
te brengen. Daarvoor zijn die kunstenaars hem
in hooge mate dankbaar en als blijk van die
dankbaarheid hebben zij een aantal van hun
schetsen verzameld in een groot album, dat zij
den heer De Monchy aanbieden.
Onder luid applaus werd dit album daarop
binnengedragen en aan den heer De Monchy
overhandigd.
Zichtbaar verrast heeft de heer De Monchy
dit geschenk aanvaard.
Hierna bleef men nog eenigen tijd gezellig
bijeen.
Naar wij vernemen, zullen minister Romme
en de heer Meyer de Vries van het Departe
ment van Sociale Zaken den Nationalen Ka-
derdag van De Jonge Werkman, morgen te
Eindhoven bijwonen.
Deze actie ten gunste van de uitbreiding van
ons heilig Geloof in de Nederlandsche gebieden
van overzee, die verleden jaar zich in zulk een
groote deelneming van de Nederlandsche ka
tholieken mocht verheugen, zal ook dit jaar
weer worden georganiseerd. Het Doorluchtig
Episcopaat van Nederland, dat deze actie niet
alleen goedkeurde, maar ook krachtig aanbeval,
heeft daarom voor dit en de volgende jaren
vastgesteld de week, die aan het Pinksterfeest
voorafgaat. Dientengevolge zal deze K. M. W.
worden gehouden van 29 Mei tot 5 Juni. Het
Werkcomité (seer. Mgr. p. G. Groenen, Laan
Copes van Cattenburgh 76 te 's-Gravenhage)
durft vertrouwen op een nog grootere deelne
ming dan verleden jaar.