De roode haan kraaide op
vele plaatsen
De spelling-interpellatie
WE ZIJN NOG EVEN VER
BRANDWEREN HADDEN
MOEILIJKE TAAK
DONDERDAG 5 MEI 1938
HET GEHEIMZINNIGE
DOCUMENT
Boschbranden te Noord-
barge en Emmen
EERSTE KAMER
Verdediging tegen klachten
De minister acht het onmogelijk
een voor ieder bevredigende
oplossing te vinden
Over het algemeen kon uit bran
dende huizen, schuren en
loodsen slechts weinig
gered worden
Uitbreiding
PATER WITTE VAN EEN
TRAM GEVALLEN
Met gebroken knieschijf in het
Mariapaviljoen te Amster
dam opgenomen
Eiken dag een brand
PROF. VENING MEINESZ
TOCH WEER NAAR ZEE
Vrij onverwacht in een onderzeeër
uit Den Helder vertrokken
Te Bussum
Vonk in voorraad kapok
INVOER PRIJSVERSCHIL
VROEGE AARDAPPELEN
Verhooging zal eerst 1 Juni
ingaan
UIT DE STAATSCOURANT
Belastingen
KATHOLIEKE DAGBLADPERS
Mr. Teulings geen voorzitter der
Directeurenvereeniging meer
Onderscheidingen
Kapitale boerderij afgebrand
Economische Zaken
NOORDOOSTELIJKE POLDER
Felle brand in radio-fabriek
Landbouwhoogeschool
Brand op scheepswerf
72 jaar getrouwd
RECLASSEERINGSDAG
Titulaire rang verleend
van 10 bij 20 frieter. Binnen korten tijd stond
deze loods, die geheel gevuld was met hout en
waarin zich een nieuwe motorboot fcevond, in
lichter laaie. In een minimum van tijd is zij
geheel afgebrand.
Het vuur sloeg over naar een aangrenzende
loods, welke toebehoorde aan de firma J. Kos
ter Hzn., te Groningen, waarin eveneens een
groote hoeveelheid hout lag opgeslagen. Deze
loods kon gedeeltelijk behouden blijven. De
brandweer bestreed het vuur, onder leiding
van commandant P. Ploeg, met drie stralen.
De zeer omvangrijke schade wordt door ver
zekering gedekt.
tuigen dat recht en gerechtigheid onafwijsbaar
gehandhaafd dienen te worden en tevens om
dezen zelfden medemensch te leeren verstaan,
dat recht en gerechtigheid niet uitsluiten
door innerlijke ontferming bewogen te zijn.
Het reclasseeringswerk wil terugbrengen,
daadwerkelijke hulp verleenen, opdat 'n nieuwe
staat wordt verkregen, waarin de veroordeelde
weer het hoofd durft op te heffen.
De minister spoorde allen aan mee te helpen
tijdens de reclasseeringsweek en gehoor te geven
aan den gezamenlijken oproep van de samen
werkende reclasseeringsvereenigingen om hun
werk financieel te steunen.
Ondanks alles heeft de minister van Onder
wijs, de heer SLOTEMAKER, de verschillende
sprekers, ook in tweeden termijn, hoffelijk en
niet onvriendelijk beantwoord, en wel terstond
had hij schoon gelijk, toen hij verklaarde, dat
ieder beleid op het gebied van de netelige
spelling-kwestie aanvechtbare kanten moet ver-
toonen; een ieder moest willen constateeren,
dat de situatie uiterst moeilijk is en terecht
legde de miniser er den nadruk op, dat het
onmogelijk zal zijn en blijven, een 'n ieder be-
bevredigende oplossing te vinden.
Toen volgde de verdediging tegen een lange
serie van klachten over het ministerieel beieid:
De minister was geen taalgeleerde, maar
dat was mr. Marchant toch ook niet? Indien
alleen taalgeleerden mochten ingrijpen, zou er
niet veel kunnen gebeuren. De minister was
bovendien niet zeer onder den indruk van eens
gezindheid onder de taalgeleerden.
De verwijten ten aanzien van de beide door
den heer Van Embden genoemde échecs wees
de ministr terug. Aan de totstandkoming der
herziening van aardrijkskundige namen had
hij part noch deel gehad en het was niet zijn
schuld, dat hij geen lijst van kennelijk manne
lijke zelfstandigheden had kunnen krijgen.
Dat er thans (nieuwe) onzekerheid zou
bestaan, kon de minister niet toegeven;
practisch zal er in de toekomst geen ver
schil meer bestaan tusschen een examen-
en een regeeringsspelling.
aangepakt, waardoor de brand tot het inwen
dige van het gebouw beperkt bleef.
De arbeid in de fabriek was direct na het
brandalarm stopgezet en vele employé's werkten
mede, om boeken, machines, gereedschappen
en meubilair in veiligheid te brengen.
Tegen vier uur was de brand zoover ge-
bluscht, dat geen uitbreiding meer behoefde
gevreesd te worden. Verschillende brandgevaar
lijke voorwerpen werden naar buiten gegooid,
zoodat deze niet vlam zouden kunnen vatten.
Bij deze werkzaamheden werd een der brand
weerlieden aan zijn hand gewond, een blessure
overigens van weinig beteekenis, welke hem
niet ervan weerhield nog verder aan de blus-
schingswerkzaamheden deel te nemen. Nog twee
kleine ongevallen gebeurden er. Een der em
ployé's stootte, toen hij door het brandende ge
bouw liep. zijn hoofd aan een balk en mede door
den schrik viel hij flauw. Dit gebeurde even
eens met een anderen employé, die veel rook
had binnengekregen. Beiden werden in de bui
tenlucht onmiddellijk weer bijgebracht.
Van de zijde van het publiek bestond voor
dezen brand veel belangstelling.
De oorzaak van den brand is gelegen in het
feit. dat een der lakspuiters zeer onvoorzichtig
is geweest. Hij schijnt een lucifer te hebben
aangestoken in de nabijheid van de vele hoogst
brandbare lakstoffen (cellulose e. d.)Onmid
dellijk vatten al deze stoffen vlam en in een
ommezien stond de lakspuiterij in lichter laaie.
De branddeuren werden dadelijk gesloten en zij
hebben uitstekend voldaan. De brand is tot de
lakspuiterij beperkt gebleven.
Het personeel was onmiddellijk gewaarschuwd.
In de fabriek is een soort omroep-systeem.
voornamelijk om menschen voor de telefoon
te waarschuwen. Toen de brand uitbrak, ver
zocht de directeur voor de microfoon iedereen
zoo spoedig mogelijk naar buiten te gaan en in
een minimum van tijd was de fabriek ontruimd.
Het personeel heeft tal van papieren, kasboe
ken, kantoormachines, enz. uit de nabijheid
van den brandhaard kunnen weghalen. De
brandschade is niet zeer groot, wel echter de
waterschade, daar al het water naar beneden
is geloopen en daar veel heeft bedorven. De fa
briek is verzekerd. Hoeveel de schade bedraagt
is nog niet te schatten. Het bedrijf zal geen
stagnatie ondervinden.
Woensdagmiddag omstreeks drie uur is brand
uitgebroken in de staatsbosschen onder Noord-
barge nabij Emmen. Personeel van het staats-
boschbedrijf, de brandweer uit Emmen en een
groot aantal omwonenden konden het vuur
door krachtig ingrijpen bedwingen, waardoor
de omvang van den brand in dit eenige hon
derden H.A. groote boschcomplex beperkt bleef
tot vijf HA. jong bosch met gemengde beplan
ting
Des avonds tegen zeven uur werd opnieuw
brand gemeld, nu in de bekende Emmer den
nen, een der meest gezochte uitspanningsoor
den van het Noorden. Opnieuw was de brand
weer met boschpersoneel en een zeer groot
aantal bewoners ter plaatse, om het vuur te
bestrijden.
Dank zij het feit, dat de sterke oostenwind
tegen den avond was gaan liggen, kon men
hier het vuur spoedig meester worden. Een
halve H.A. vijftienjarig dennenbosch is ver
brand
De' spoorwegontvangsten over de maand
Maart bedroegen in totaal f 7.398.200.
De totale ontvangsten van 1 Januari af wa
ren dit jaar f 22.080.664 tegen f 23.704.664
in 1937.
Zelfs de onvervaardste optimist
Zal het niet wagen, te beweren, dat
de debatten over de interpellatie van
prof. Woltjer betreffende het spel
ling-probleem eenige opheldering
hebben gebracht.
Alleen is gebleken (waartoe ove
rigens geen uitspraak der Kamer noo-
dig was geweest) dat de Senaats
meerderheid niet terug wil naar de
spelling De Vries en Te Winkel, ook
niet als tijdelijken maatregel, en dat
de Eerste Kamer met alleen de
N. S. B.-ers als dissidenten geen
schadevergoeding wenscht te geven
aan de uitgevers, noch ook eenigen
minister financieel verantwoordelijk
wil stellen voor eventueel geleden
schade.
Het anders zoo rustige dorp
Avenhorn verkeerde Woensdagmid
dag in paniekstemming. Om half één
ging van huis tot huis de mare: het
café van Kwadijk staat in brand, en
oogenblikkelijk begaven velen zich
naar de plek des onheils. Behalve het
café van den heer Kwadijk, dat tot
den grond toe afgebrand is, is ook de
boerderij met aangrenzende schuur
van den heer J. Doets geheel in de
asch gelegd.
Het was ongeveer half één, toen eenige kin
deren naast den stal van den heer Kwadijk
bezig waren een vuurtje te stoken. Tot grooten
schrik der kinderen nam het vuur een groo
ten omvang aan en tastte het aanliggende
kippenhok aan. In een oogwenk was dit een
prooi der vlammen, die eveneens gretig voed
sel vonden in de aangrenzende schuur, waar
duizenden zakken aardappelen van de veiling
Avenhorn en Omstreken opgeslagen waren. In
jninder dan geen tijd stond ook deze stal in
lichter laaie. Vele kratten en een oude auto,
toebehoorend aan den heer H. Beemster, ston
den eveneens in den stal, waarvan niets is
overgebleven.
Inmiddels was in allerijl de brandweer van
Avenhorn gerequireerd en werden de brand
weren van de omliggende dorpen gewaar
schuwd. Binnen een kwartier waren er motor
spuiten van Berkhut, van Avenhorn en van
Oudendijk ter plaatse aanwezig. Met vele stra
len werd gepoogd het vuur te dooven, doch de
brandweer stond voor een zware taak, daar de
naast den stal liggende tooneelzaal en het
daaraan grenzende café obk reeds in lichter
laaie stonden.
Ijlings was de heer Kwadijk met zijn ge
zin uit het huis gevlucht. Hij kon slechts zijn
geld meenemen.
Zooals gezegd, vermocht de brandweer
tegen den sterk uitslaanden brand weinig
uit te richten. Overal greep het vuur snel
om zich heen en om twee uur waren van
stal en tooneelzaal, waarin kort geleden
nog kermis gevierd was, slechts rookende
én smeulende puinhoopen over.
Met veel materiaal werd alles nat gehouden,
doch de brandweer kon niet voorkomen, dat
het café met het uitgestrekte woonhuis even
eens een prooi der vlammen werd.
Woensdagavond om half negen is pater Witte
O.P., uit Nijmegen, die te Amsterdam Th de
pastorie van de St. Dominicuskerk in de Rijn
straat logeerde, in de P. C. Hooftstraat van een
tramwagen van lijn 3 gevallen, waarbij hij zijn
knieschijf heeft gebroken. Sater Witte is naar
het Mariapaviljoen overgebracht.
Voor de vierde maal van deze maand is
brand uitgebroken te Den Helder. Na den
brand in een drogisterij op Zondag, een brand
in een boerderij op Maandag en een brand in een
leegstaande woning op Dinsdag, is Woensdag
avond omstreeks half acht brand ontstaan in
een houten loods op de Rijkswerf.
In de loods, Hfet z.g. mothok, was houtafval
opgeslagen. Ten gevolge van broei heeft de
voorraad houtafval vlaïn gevat en spoedig was
de loods gelijk een brandende fakkel.
In de onmiddellijke nabijheid stond eeS
brandspuithuisje van de werf en terstond heeft
dan ook de werfbrandweer met assistentie van
matrozen van de „Van Speyk", het opleidings
schip, dat op de werf ligt, met drie stralen
water gegeven. Het vuur was weldra bedwon
gen, zoodat het gevaar voor uitbreiding er
bevond zich een groot aantal houten sloepen-
loodsen in de nabijheid was geweken. De
houten loods brandde geheel af.
Ook de Heldersche politiebrandweer arri
veerde met een motorspuit, doch zü behoefde
niet handelend op te treden.
Het is der Kamer toch ook nooit goed! moet
de minister wel verzucht hebben: geef ik aan
De Vries en Te Winkel het laatste woord, dar
wordt ik van „verstarring" beschuldigd en wil
ik de ontwikkeling der dingen leiden, dan heet
het, dat ik alles op losse schroeven zet.
Inderdaad verkeert deze minister in de pb-
sitie, dat hij tegenstanders hebben en maken
moet, wélk standpunt hij ook inneemt.
Het kan overigens vreemd loopen in een
Kamerdebat: niet één der sprekers in den Se-
haat heeft het beleid van minister Slotemaker
tie Bruine goedgekeurd, integendeel; er zijn
Uitsluitend harde noten gekraagt, nu en dan
zelfs met heel groote onbarmhartigheid, maar
tben de N. S. B. een motie indiende, uitspre
kend afkeuring van het ministerieele spelling-
keleid, verwierf deze uitsluitend de stemmer
tier voorstellers.
Van den anderen kant is deze gang van za
ken echter ook weer niet zoo wonderlijk: de
•notie droeg een te sterk politiek en anti-gou
vernementeel karakter. Bovendien waren de
bezwaren tegen dezen minister van zeer uit
eenloopenden aard en liggen deze grootendeels
*h het verleden.
Krachtig heeft de heer DE JONG (R. K.) d?
spelling-Marchant en het door dezen minister
gevoerde beleid verdedigd.
De resultaten van mr. Marchant's ingrijpen
Zijn volgens spr. boven alle verwachting ge
weest en als er nu nog verwarring heerscht,
tian is dit niet in de school, maar in de maat
schappij tiaar buiten.
Deze minister houdt de gewenschte eenheid
echter tegen. Nu wil hij de strekking van den
Algemeenen Maatregel van Bestuur van 1934
Weer wijzigen, door de bepalingen omtrent het
geslacht en de voornaamwoordlijke aanduiding
terug te nemen ten pleiziere van de voorstan
ders der spelling-De Vries en Te Winkel; psy
chologisch en paedagogisch zou zulks in het
onderwijs tot onmogelijke toestanden voeren.
Had de Regeering aan den wensch der Twee
de Kamer, die per motie-Moller volledige door-
Voering der spelling-Marchant vroeg, voldaan,
dan ware de chaos weggenomen.
En wat België betreft: reeds in 1913 vond
de nieuwe spellingsgedachte daar een goede
ontvangst.
In geheel gelijken geest sprak ook de heer
WIKKES (S. D. A. P.), die geen Onwettigheid
zag in de door mr. Marchant genomen maat
delen.
Zeer onvriendelijk bejegende de heer VAN
®MBDEN (V. D.) den minister, door dezen te
lijzen op de twee échecs van jongeren datum
het geval met de kennelijk mannelijke zelf
standigheden en dat met de herziening de."
Uardrijkskundige namen alsook door den mi-
bister te verwijten, dat deze, ofschoon geen
taalgeleerde zijnde, toch maatregelen op het
Gebied der spelling neemt.
Voor eenige, meer tastbare attractie zorgde
bamens de N. S. B.-fractie, de heer DE RIJKE;
bij kwam met maar liefst drie moties, waarin,
1- Het beleid der Regeering ten deze onjuist
genoemd;
2. De intrekking werd gevraagd van alle
biaatregelen van bestuur, welke verandering
Cebracht hebben in de schrijfwijze bij examen-
afleggen
3. Voor schadevergoeding aan uitgevers werd
Bepleit en schadeverhaling op degenen, die
verantwoordelijk zijn voor de genomen maat
delen.
Vooral de laatste wensch was begrijpelijk:
Cud-minister Marchant is geen groot bewon-
tieraar der N. S. B. en hij heeft daarvan nog
^'el eens ondubbelzinnig blijk gegeven. Deze
Vrijmoedigheid moest hij nu maar eens boeten
biet het neertellen van de noodige millioentjes,
Voor zoover de voorraad strekt! Niet onaardig
Bevonden: het zweemt naar zekere Duitsche
Voorbeelden.
Een actie tot schadevergoeding zou „niet
kansloos" zijn, verzekerde mr. De Rijke, die
Z'ch echter, ook als jurist, nog wel eens ver-
Rist.
Wanneer de Regeering de nieuwe spel
ling zal overnemen? Als de nog bestaande
dubia weggenomen zijn en ook de aard
rijkskundige namen opnieuw bekeken zijn.
Met dit alles kan intusschen nog heel wat
tijd gemoeid zijn (ook uit Oost en West-
moeten b.v. adviezen binnenkomen).
Hoewel prof. dr. Vening Meinesz onlangs zijn
taak in dienst der wetenschap officieel heeft
neergelegd, is hij toch Dinsdag onverwacht, in
gezelschap van zijn opvolger, dr. Nieuwenkamp,
met Hr. Ms. O. 15 uit Den Helder vertrokken.
Doel van dezen tocht is de Atlantische
Oceaan, waar een toestel voor het verrichten
van metingen, zal worden beproefd en even
tueel zal worden verbeterd.
Gerekend wordt, dat de tocht niet langer
dan een week zal duren.
Woensdagmiddag omstreeks kwart over vijf
ontstond te Bussum brand in een opslagplaats,
welke gelegen is aan de Raadhuisstraat en de
dr. Fockstraat. Dit pand is gelegen in een zeer
dichtgebouwde omgeving.
Omwonenden waarschuwden onmiddellijk de
brandweer, doch voor deze water kon geven,
sloegen de vlammen reeds aan alle zijden uft
de opslagplaats en had het vuur de drogisterij
en het woonhuis reeds aangetast.
De brandweer tastte met 5 stralen op de
motorspuit het vuur aan. Allereerst werden
in een naast het brandende pand gelegen dro
gisterij de meest gevaarlijke stoffen uit de om
geving van het vuur gehaald en werden de
vlammen, die aan den gevel van de drogisterij
lekten, bestreden. Ook op het woonhuis "werd
onmiddellijk water gegeven. Door den sterken
wind kwamen de brandende houtdeelen tot
ver in het centrum der gemeente terecht, ter
wijl dikke rookwolken door de winkeistrat-t*
joegen. Van alle zijden kwamen dan ook
nieuwsgierigen toestroomen, doch deze werden
door de politie, die de omliggende straten naff
afgezet, op behoorlijken afstand gehouden.
Hoewel de brandweer groote watermassa's op
het vuur wierp, kon zij niet voorkomen, dat
binnen een half uur de groote opslagplaats in
een rookenden puinhoop veranderd was.
Een paard is in den rook gestikt.
Alles wat zich tn de opslagplaats bevond
ging verloren.
De groentenboer, de heer V„ die de opslag
plaats in gebruik had, was niet verzekerd.
De eigenaar van de opslagplaats, de heer J.,
was wel verzekerd.
Een viertal perceelen kreeg aan de achter
zijde waterschade.
Omtrent de oorzaak tast men in het duister.
Als bijzonderheid valt nog te melden, dat,
nadat het vuur geheel gebluscht was, drie ko
nijnen ongedeerd uit de puinhoopen te voor
schijn kwamen.
Omtrent den fabrieksbrand bij de Njjko te
Nijmegen vernemen wij nader, dat de schade
vermoedelijk in de duizenden loopt. De machi
nes zijn zoodanig beschadigd, dat de fabriek,
volgens de mededeeling van de directie, pas
tegen het einde van de volgende week weer
in bedrijf zal kunnen worden gesteld. De ar
beiders worden echter niet ontslagen, doch
kunnen aan den opruimingsarbeid gezet worden.
De brand is vermoedelijk ontstaan door het
overspringen van een vonk van den motor op
de aanwezige voorraden kapok.
Onmogelijk is nog te zeggen, hoe de nieu
we wet er uit zal zien, maar de minister schijn;
goede hoop te hebben wij zijn zoo optimis
tisch niet met de Tweede Kamer wel tot
een ook hém bevredigend accoord te komen.
Inmiddels kan de wijziging van het be
staande Koninklijk Besluit niet daarop wachten.
Tot slot van zijn betoog heeft de minister
nog enkele opmerkingen over de spelling zelf
beantwoord. De school zou nu eenmaal aan de
nieuwe spelling gewend zijn en daarom zou
een nieuwe wijziging afgewezen worden. Maar
dót noemde de minister geen motief. Niet de
school heeft te beslissen maar het hoöger be
lang van de geheele maatschappij. Bovendien
zal en beetje meer geestesdiscipline geen kwaad
doen. Met klem kwam de bewindsman op te
gen de dwangvoorstelling, als zouden alle
leeraren en onderwijzers voorstanders zjjn van
de regeling 1934.
Men heeft spr. verweten, dat hij om redenen
van economischen aard tot zijn besluit zou ge
komen zijn en dat een nieuwe wijziging toch
evenzeer den boekhandel zou treffen. Maar deze
acht de nieuwe wijziging niet zoo bezwaarlijk
Financieel? verantwoordelijkheid der regec
ring bij wijziging van spelling is volgens den
minister niet te aanvaarden. Nu en dan moe
ten er wel veranderingen komen en deze ri
sico's moeten de uitgevers dragen.
De drie moties, allen afkomstig van de N.S.B.
moest de minister natuurlijk ontraden. Bij dt
behandeling der moties verklaarden echter de
heeren DE SAVORNIN LOHMAN en WOLTJER
mede namens hun fracties voor de tweede motie
die betreffende de intrekking van alle sinds
1934 op het gebied van de spelling genomen
maatregelen te zullen stemmen.
Deze verklaringen riepen den heer VAN LAN-
SCHOT (R. K.) in het geweer. De motie noem
de hij een ijdelen slag in de lucht en een tot
mislukking gedoemde poging der Kamer, om
dat men weet, dat de regeering haar, indien
ze aangenomen zou worden, toch niet uitvoert.
Bovendien zullen de stemmingen onzuiver zijn.
Bij de daarp volgende stemming (men zie
hierboven) werd de eerste, evenals de derde
verworpen met 32 tegen 4 stemmen. Alleen de
N.S.B.-ers stemden voor. De tweede motie werd
eveneens verworpen. De motie kelderde met 21
tegen 16 stemmen. Voor stemden de A. R„ C. H„
N. S. B. en de heer Van Rappard (lib.).
De minister van Economische Zaken heeft
ten einde de situatie op de consumptieaardappel-
markt te vergemakkelijken, besloten de verhoo
ging van het invoerprijsverschil op vroege aard
appelen van f 3 tot f 5 per 100 K.G. niet op 16
Mei as. te doen ingaan, doch op 1 Juni a.s.
De inspecteur der directe belastingen, enz.
W. E. Kremer, toegevoegd aan den directeur
van 's Rijks b'elastingen te Groningen, is ver
plaatst naar 's Gravenhage en werkzaam ge
steld aan het dep. van Financiën.
De straffe Oostenwind joeg het vuur nog
meer aan, en deze wind was tevens de oor
zaak, dat de vonken overal in het rond ver
spreid werden. Zbo kwamen er enkele vonken
terecht op het rieten dak van het huis van
den heer Bierman, dat aan de Dorpsstraat is
gelegen, en dat reeds spoedig begon te branden.
Gelukkig slaagde men er spoedig in, dezen
brand te blusschen. Veel waterschade heeft
het huis van den lieer Bierman intusschen op-
geloopen.
Kort hierna moest een deel van de brand
weer gedirigeerd worden naar den Walig,sdyk,
waar vonken op het dak van de boerderij van
den heer J. Doets waren terecht gekomen.
Spoedig stond de geheele boerderij met in
de buurt staande schuur en hooiberg in vlam
men.
De voorzitter van de vereeniging „De Katho
lieke Nederlandsche Dagbladpers", mr. Frans
Teulings, heeft zijn ontslag als zoodanig aan
geboden, omdat hij het directoraat heeft neer
gelegd van de N. V. Algemeene Uitgeversmij.
voor dag- en weekbladen, welke het Noord-
brabantsch Dagblad, Het Huisgezin te 's Herto
genbosch, uitgeeft.
Deze beslissing staat in verband met toene
mende werkzaamheden van mr. Teulings bp
staatkundig terrein en met de hem gegeven
opdracht, tot het ondernemen van een stu
diereis naar Nederlandsch-Indië als gedele
geerde van de R. K. Staatspartij.
Toegekend de aan de orde van Oranje-Nas-
sau verbonden eeremedaille, in brons, aan: J.
Kaiser, wijklooper by de N. V. 's Gravenhaag-
sche melkinrichting „De Sierkan" te 's Gra
venhage; in zilver, aan mej. J. E. Denys, huis
houdster in dienst van de familie W. Denys,
te Baarn
Vermoedeiyk door kortsluiting is brand uit
gebroken in de kapitale boerdery van den heer
H. H. Nyhof, gelegen te Wiederholthuis by
Heino.
De brandweer van Heino, die spoedig ter
plaatse was, kon niet verhinderen, dat de ge
heele boerdery tot den grond toe afbrandde.
Een in de nabijheid gelegen schuur, waar o.m.
de 'landbouwwerktuigen stonden, bleef behou
den.
De vrouw van den heer Nijhof, die ziek te
bed lag, kon tijdig uit het huis worden ge
bracht. Ook het vee, dat op stal stond, kon
worden gered.
De schade, die ongeveer f 10.000 bedraagt,
wordt door verzekering gedekt.
Te rekenen van 1 Januari 1938 zyn by het
departement van 'Economische Zaken bevor
derd tot referendaris mr. S. Th. J. Teppema,
thans hoofdcommies; benoemd tot referendaris
dr. P. P. van Berkum, thans werkzaam als ar-
beidscontractant; bevorderd tot hoofdcommies
J. van Vliet, thans commies; benoemd tot
hoofdcommies dr,s. F. Ph. Groeneveld, thans
werkzaam als tydeiyk ambtenaar en bevorderd
tot commies A. Ch. Grefe, thans adjunct-com
mies.
De dienst der Zuiderzeewerken heeft aanbe
steed het maken van een deel van den Meer-
dijk van den Noord-oostelyken polder, tusschen
het Zwolsche diep en het aansluitingspunt aan
de Overijsselsehe kust, alsmede van een om-
ringdam voor een fundeeringsput en geulen.
Laagste inschrijver was o. J. Bosker, te
Wieringen, voor f 186.400.
Gelukkig was het vee juist op het land ge
laten, zoodat dit geen last ondervond. De kip
pen werden uit de schuur gered.
Niets kon gered worden.
En zoo zyn wy na twee dagen stemmings
debat nog even ver van huis.
Woensdagmiddag is brand uitgebroken in de
N. V. Radiofabriek en Ingenieursbureau v/h.
Van der Heem en Bloemsma te Den Haag.
De brand ontstond in de lakspuitery. Het
brandbare materiaal gaf het vuur rykelijk voed
sel, zoodat de vlammen spoedig om zich heen
grepen en de brand zich vrij ernstig liet aan
zien, toen de brandweer weinige minuten na
de alarmeering met twee motorspuiten ter
plaatse verscheen.
Met ingang van den datum, waarop hy ter
aanvaarding van zyn ambt uit Nederlandsch-
Oost-Indië zal vertrekken, is tot 1 Juni 1939,
benbemd tot tydeiyk plantkundige aan de
landbouwhoogeschool te Wageningen, dr. ir. S
J. Wellensiek te Buitenzorg (N. O, I.).
Woensdagmiddag half vyf is een felle uit
slaande brand uitgebroken in een der groote
loodsen van de N.V. H. Th. Wilmink, scheeps
werven aan het Winschoterdiep te Groningen.
Zooals gewooniyk, waren de knechten in de
open lucht bezig met het verbranden van
spaanders hout en houtafval, hetgeen geschied
de op ongeveer tien meter van de loods. Door
den sterken wind sloegen de vlammen evenwel
over naar de loods, die een oppervlakte heeft
Het echtpaar Kieven te Wilhelminaoord her
denkt Vrydag 6 Mei zijn 72-jarig huweiyksfeest.
De heer Kieven telt 98 jaar, zyn vrouw is vier
jaar jonger. De oudjes genieten nog steeds een
goede gezondheid. Vader Kieven bezoekt nog
steeds de kerk, terwyi de vrouw, ofschoon den
laatsten tijd geplaagd door rheumatiek, nog
geregeld de breikous ter hand neemt.
Van de kinderen zyn er nog negen in leven,
van wie de oudste 71 jaar is.
Voor de radio heeft Z.Exc. H. van Boeyen,
minister van Binnenlandsche Zaken, het woord
gevoerd over den reclasseeringsarbeid in verband
met den Nationalen Reclasseeringsöag van
Zaterdag 7 Mei.
Reclasseeren, aldus de minister o.m., is her
stellen, terugbrengen, opvoeden tevens.
Reclasseeren wil zeggen een poging onderne
men om dengene, die zich misdroeg, te over-
De titulaire rang van generaal-majoor is ver
leend aan den gep. luitenant-kolonel der artil
lerie L. J. Kuyck, wien sedert de titulaire rang
van kolonel is toegekend.
Het vuur werd echter onmiddellijk krachtig
vlug in haar auto, onder voorwendsel, dat zy
moe was en naar haar hotel moest. Wie weet,
hoe ongerust haar vader al was.
Doch Algy vergat die woorden niet en met 'n
innig gevoel van vreugde herhaalde hij ze zacht
in zich zelf, toen hy den auto nakeek, die
spoedig uit 't gezicht verdwenen was. Lang
zaam keerde hij naar z'n hotel terug. Hy was
weer 'n gelukkig mensch en zelfs in z'n slaap
droomde hy nog van Cynthia en de laatste
woorden, die zy tot hem gesproken had. Het
was al over één, toen hy 't hotel binnenstapte
en tot z'n niet geringe verwondering was Miss
Franklin nog op, wat anders nimmer haar ge
woonte was. zy groette hem dan ook allerminst
vriendelijk.
„Zoo juist was een heer hier, die naar u
vroeg," zeide zy. „Hy kon niet wachten." Het
werd Algy weer angstig om 't hart: zou dat
misschien Hunter geweest zyn?
„Hoe heet hy?" vroeg hy ademloos.
„Dat kan ik u werkeiyk niet zeggen," ant-
woorde miss Franklin een weinig verlegen en te
vens gekrenkt. „Maar het moet 'n voornaam
persoon geweest zyn. Hy dorst me eenvoudig
te laten wekken, enkel en alleen om my te zeg
gen, dat hy voor u een brief zou achterlaten,
Hy beweerde, dat hy dien niet aan iemand van
het personeel dorst geven, wyi het een zaak van
buitengewoon belang was, en dat ik u den brief
direct moest overhandigen, zoodra u thuis
kwam. Ik hoop....
„Op die manier zullen wy hen bedotten. Ze zyn
dan meteen een heel eind uit de buurt. Als we
nu maar een betrouwbaar man kunnen vinden.
Misschien kent papa wel iemand. De poppen
kunnen we van stroo maken en 'n masker voor
doen. Als de chauffeur dan een flink vaartje
neemt en de groote steden mydt, zal de ver
momming zeker niet zoo heel gauw ontdekt
worden. U bent werkelijk vindingryk, Mr. Rod
ney. Ik wist wel, dat u ons zou helpen".
Algy merkte, dat hy om deze woorden van
lof begon te blozen, en was biy, dat 't donker
was. Hy zeide echter niets.
„Hoe staat 't echter met de kwestie van die
bankbiljetten?" vroeg Cynthia opeens.
Algy vertelde haar in 't kort van zyn tele
foongesprek met den detective Merdow, dien
hy dezen nacht nog verwachtte en die de zaak
misschien als spoedig tot een goede oplossing
zou brengen.
„Maar dat speelt eigeniyk heelemaal geen
rol meer", besloot hy, „daar we morgen alle
geheimen en alle raadsels ontvluchten".
„U hebt toch gelijk", antwoordde Cynthia,
terwijl zy opstond. „Doch ik meen my te her
inneren, dat ik de benaming „Dobrowitz" al
eens gehoord heb. Ook den detective Merdow
heb ik al eens hooren noemen en ik vermoed,
dat Stenton zich ook voor deze aangelegenheid
interesseert. Maar ik weet 't niet zeker. Ik ben
er trouwens heelemaal niet nieuwsgierig naar
en dolblij, dat ik van al dien naren rommel af
ben en met u te zamen kan gaan reizen."
De laatste woorden schenen haar tegen haar
zin ontsnapt te zün. In ieder geval stapte zy
trekken opnieuw den Oceaan over. Er zyn daar
zooveel van die heeriyke eilandjes".
Haar oogen glinsterden en zy lachte hem
hoopvol toe. Doch plotseling werd haar vreugde
weer getemperd.
„Als Stenton ons nu maar niet inhaalt vóór
we vertrokken zijn. We zullen moet oppassen".
„Ditmaal zullen we hem te vlug af zyn", ant
woordde Algy. „We kunnen morgen in den
voormiddag al aan boord gaan. John is zeker
om tien uur al hier; misschien nog wel vroeger.
Maar hoe zal ik u kunnen bereiken?"
Cynthia dacht 'n oogenblik na.
„Wij logeeren vannacht in hotel Exmouth, en
ryden morgen om zeven uur verder. Ik zal
iemand met een briefje sturen, waar u ons
ongeveer half tien kunt treffen. Schikt u dat?
„Ja".
„Ik denk, dat wij ons in het bosch van Moran
verbergen zullen. Papa heeft in die streek en
kele jaren gewoond en is er dus goed bekend".
Daar schoot Algy iets te binnen.
„Ik geloof," zeide hy, „dat het 't beste zal
zyn, als u in alle stilte 'n chauffeur huurt en
hem den auto laat besturen. U laat hem b.v.
naar Exeter terug ryden en vandaar naar Ply
mouth. Mogelijk heeft Stenton omdat u in 'n
auto kwam, zonder eenige moeilijkheid uw spoor
kunnen volgen en zal uw wagen natuuriyk goed
in 't oog houden. Laten we twee poppen in den
auto zetten; een die uw kleeren en een die de
kleeren van uw papa draagt. Stenton's spionnen
weten dan niet beter, of ik ben de man, die aan
't stuur zit".
„Juist!" onderbrak Cynthia hem vol yuur.
„en ook vader is u dankbaar, dat u ons wilt
bijstaan. Hij is een oud man geworden, maar u
bent nog jong en sterk. Misschien lukt 't ons
toch nog om te ontvluchten.
Ofschoon Algy zich volkomen bewust was van
het gevaar, dat hy zich daardoor op den hals
haalde, doorstroomde hem toch 'n gevoel van
biydschap bij de gedachte, dat hij nu voort
durend in de nabyheid van dit bekoorlijk
schepseltje zou zyn en haar dagelijks zou kun
nen zien. Hij beminde haar boven alles en was
gaarne bereid z'n leven voor haar op te offeren.
Het door John ontworpen plan zou, naar hij
hoopte, de redding van hen allen beteekenen.
„We hebben een kans. Het zal ons gelukken",
stelde hy haar gerust.
zy zetten zich naast elkaar op de breede tree
plank van den auto, en hij vertelde haar van
z'n broeder John en de „E 94", die hen ver van
Engeland's kusten zou voeren en Stenton zoo
in de war zou brengen, dat hy elk spoor byster
bleef.
Opmerkzaam luisterde zy naar zyn woorden
en onbewust werd zy meegesleept door z'n hoop
en z'n enthousiasme. Dit verried haar stem,
toen zy zeide:
„Oh, maar dat Is reusachtig! Wat zal vader
blij zyn. We varen naar een eiland ergens in
den Stillen Oceaan, ofneen, 't beste is, dat
we tot Panama varen. Als Stenton dan soms
na den terugkeer van 't schip de bemanning
uitvraagt, houdt hij Panama voor ons einddoel,
en op die manier hebben wij een grooten voor
sprong. Papa kan 'n flink kapitaal meenemen,
daar koopen we dan daarginds 'n schip van en
NOGMAALS: MERDOW.
Cynthia doofde nu snel de beide lichten.
Doch, ondanks de duisternis viel 't Algy op,
hoe bleek zü was en las hy angst en onrust in
haar diepe, donkere oogen.
Zü stonden alleen, in de nachteiyke stilte,
temidden der eenzame verlatenheid. Slechts nu
en dan werd de diepe stilte even onderbroken
door 't geklots der golven aan 't strand.
Cynthia sprak nerveus, in korte, afgebroken
zinnen.
„Ik dachtdat u de signalen wel zou
zienen zou komen", zeide zij. „Aan 't hotel
naar u vragen, dorst ik niet. Vader en ik zyn
gevlucht. Stenton heeft ontdekt, dat ik met u
in relatie stond. Ik heb den geheelen nacht
doorgereden. Vader kan niet chauffeuren. Oh,
ik ben zoo moe, Algy, en ik ben zoo bang".
Opgewonden stond hij naast haar. Nog nim
mer was er 'n klacht over haar lippen geko
men. Het trillen van haar stem ontroerde hem
en een byna onweerstaanbaar verlangen kwam
in hem op, haar in z'n armen te nemen, om
haar te beschermen.
Doch hy bedwong zich en drukte een lan
gen, innigen kus op haar hand.
„Lieve, arme Cynthia", fluisterde hy, ,ik wil
u zoo graag helpen, en ik zal alles doen wat
ik kan".
Hij voelde een haast onmerkbaar drukje van
haar fijne slanke hand, eer zy deze terugtrok.
„Ik was zoo Wy met dat telegram", zeide zy,
Algy betrok dezelfde kamers, zette zich aan
het venster en staarde naar buiten, tot het
twaalf uur sloeg. Hij wilde juist z'n laatste siga-
dtenstompje in den aschbak werpen toen in de
duisternis buiten een lichtsignaal z'n aandacht
•tok. Drie kort op elkaar volgende lichtflitsen,
dan even 'n wat langer'en nog 'n kort signaal.
Ka 'n korte pauze herhaalde zich deze lichttee-
kens. Het was het oproep-teeken: systeem
Morse.
Algy nam z'n hoed en vertrok. Zoo goed als
2eker was dit signaal voor hem bestemd. Mo-
Reiyk was Merdow reeds gearriveerd. Doch z'n
®teeds toenemend wantrouwen zeide hem, dat
"et evengoed een hinderlaag kon zyn. Z'n hand
2°cht naar z'n revolver en hij hield z'n vinger
®an den trekker.
Maar hy zou dit wapen niet behoeven te ge-
buiken. Niemand anders dan Cynthia was 't
ie hem geroepen had.
R'Ü stond naast een bestoften, kleinen auto en
*\ad cie iantaarns als signaal gebruikt. Zy was
(Wordt vervolgd)