TDe Mei= Bruid 'i Paaschklokken van heinde en ver r n Spannend Concours-hippique RADOX V Opa „verliest*z'n Bles erf J' 'Wj VETPUISTJES ZONDAG 8 MEI 1938 ONS PRIJSRAADSEL nVoorloopig nog maar geen wijzi ging van ons systeem" Maandelijksche kruis- woordpuzzle Oplossing vorig raadsel Prijswinnaars as Het nieuwe raadsel BRABANTSCHE BRIEVEN tin* L A Huishoud en Industriescholen Een eisch van onzen tijd Nog iets over de dubbel! w. In grooten getale kwamen de Paasch-herin- Heringen binnen. „Wat laat u van heinde en Ver de Paaschklokken luiden, mijnheer!" zei onze oolijke „post" van Dinsdagmorgen „kijk eens, hier hebt u weer een pakketje van 146 stuks...." Het raadsel was dus niet moeilijk, zelfs nog al Sfimakkelijk. Ook te gemakkelijk, volgens een 'nzender, die ons „in vrede en vriendschap ^oorstelt, de opgaven minstens 90 pCt. zwaar- öer te maken, zoodat ze wat meer tijd en in spanning vragen"! Men kent wel ons antwoord tazake bevrediging van alle partijen. We zullen ons systeem voorloopig nog maar biet wijzigen. Volgens de opgegeven beteekenissen krijgen V® voor: I. zuivel n. kachel III. Londen !V. cement V. kennis VI. specht junior VIII. najaar IX. klucht X. solist XI. herder XII. Leuven Brengen we de letters dezer woorden op juiste plaatsen, dan komt als de Paasch- Bedachte te voorschijn: Paaschklokken luiden, en menschen juichen: Christus verrezen! Alleluja! De uitgeloofde prijzen vielen na loting ten ^eel aan: W. Driessen, Vermeerlaan 46 I, Hil- Vefsum; mej. A. Lansen, Laat 150, Alkmaar; Puls. Minister van Sonstraat 21, Tilburg; iy 1T ijn de grenzen van de mode op het oogen- blik'zéér wijd en is er een ruime variatie van modellen toegestaan mits het „na tuurlijke" silhouet 1938 gehandhaafd blijft, dan wordt deze vrijheid zeker door degene die nu haar bruidstoilet moet kiezen zeer geappreci eerd. Keuze te over om een flatteus bruidsge heel te kiezen naar eigen persoonlijkheid en volgens de nu gangbare mode, welk laatste al ternatief niet onbelangrijk is, omdat dat de mogelijkheid kan verwezenlijken de bruidsjapon later tot avondjapon te verwerken; wat voor degene, die uit bescheiden beurs moet putten een kostbare aanschaffing in haar garderobe ondervangt. Laat men aan de bruidsjapon den sleep zoo knippen, dat déze als een lange, driehoekige punt in een midden-achternaad is ingezet, dan kan dit sleepgedeelte later uitgenomen worden zonder aan de snit der japon iets te bederven. Mogelijk zijn er bruiden, die het een soort sacrilège vinden om hun tulen bruidssluier later voor andere doeleinden te gebruiken. Hoewe) het bijzonder aardig was om eens bij een jonge moeder, die over den kinderwagen, die buiten in den tuin stond, ter bescherming tegen insec ten ijl gaas over den wagen gelegd had, te hoo- ren: ja, dat is een stuk van mijn bruidssluier. Waarom de dingen, die ons dierbaar zijn en die we graag nog eens in handen hebben, weg gesloten te houden in lade of kast; waarom zou den we ze niet gebruiken, om er de herinnering aan te beleven. Zoo is het een alleraardigst idee om de linten, die de bloemstukken sieren, die men bij receptie of trouwen krijgt, te verzamelen, boven den stoom kreukvrij te maken en deze meestal breede linten aan elkaar te zetten tot een kus sen. Kleine dingen, die ons groote oogenblikken in het geheugen te rugroepen, blijven °m dierbaar. Zeker zoo'n kleurig kus- 'n (lig sen, dat ons aan V de fleurige bruids- k" dagen doet terug- denken. Bn tot slot nog dit: uit het huis, waar de bruid woont, ziet men veelal de vlag waaien. Om deze het feestelijk allooi van „bruids dag" te geven, com pleteert men de na tionale driekleur met een breeden, witten wimpel. Een oud-Hollandsch ge bruik. dat de enkele maal, toen we het weer zagen, reeds onverdeeld navol ging vond. mej. A. van Steenderen, Beukstraat 11, Utrecht; J. Verburgt, Hugo de Grootkade 9 II. Amsterdam-West; mej. R. Wllders, Jan Ha ringstraat 58, Haarlem. Als Mei-nummer volgt thans het maandelijk sche kruiswoord-raadsel. De omschrijvingen zijn: HORIZONTAAL: 2. leger. 6. bijwoord van tijd. 7. huurcontract. 8. heldendicht. 10. visch. 11. rechtbank. 12. vrouwelijk paard. 14. vrouwennaam. 16. ruw, onvruchtbaar. 18. kostschool. 23. Zuiderzee- eiland. 26. vlootdeel. 28. schotschrift. 30. étage (afk.) 31. loofboom. 32. maand (afk.) 33. voor zetsel. 34. leerwijze. 38. uitgever. 41. spoedig. 42. verhaler. 45. afk. van 26 horiz. 46. lofdicht. 47. auto-stalling. 48. wetenschap, ook bekende. 49. hoogste punt van een dak. 50. Engelsche ti tel. 52. bewijsstuk. 54. storm. 56. stad in Zwit serland. VERTIKAAL: 1. stad in Italië. 2. vlaktemaat. 3. handelsbe trekking. 4. man van adel. 5. loofboom. 7. wordt gebruikt in fietslantaarns. 9. komt van den confiseur. 11. omranding in tuinen. 13. groote tijdruimte. 15. wetenschappelijke titel. 16. weiland. 17. bloem. 19. dorp in Gelderland. 20. stad in Duitschland (Rijnprovincie). 21. boomvrucht. 22. onze planeet. 24. kerkelijke re geling. 25. kantoorbediende. 27. uitroep van medelijden. 29. huisdier. 35. rivier in Spanje en Portugal. 36. alom. 37. rustplaats. 39. bijtende scherts. 40. één keer. 43. mossteppe. 44. water doorlatend 51. zeehond. 53. gevangeniskamer. 55. werelddeel. Onder de inzenders van een goede oplossing worden weer zes fraaie prijzen verloot. Oplossingen worden tot Vrijdagmiddag 12 uur ingewacht bij den heer G. M. A. Jansen, Ruys- daelstraat 60, Utrecht. >y«' imlIIIIIIMimilllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIMMIillllMIIIIIIIIIIIMIII ULVENHOUT, o^\ ste*. •t» SmJ' ;0 i :f' f' «e u 5 Mei 1938 Amico. den winterjas, mee den kraag op, hebben l,.e Zondag, den eersten dag van Mei, langs de Jben gestaan bij ons Concours-Hippique. Sode- n at, wa 'n zuur weer. Den Noordooster snéé veUr oewen dikken duffel! Den Pielp, nogal ^tbaar 80 graden is veur hum in z'n bak- £fij, zoo de normale temperatuur! den <J61P had 'nen wollen das om zijnen nek ge- 1. aid tot boven z'n ooren. Daarover zijnen H^raag hoog opgezet en daar boven uit traan- 6,1 twee rooie oogskes en 'n drupneus. (*Bielp, als ik jou aankijk, krijg ik winter- ^Pen," zee ik. v "Hekt dan den haanderen kaant huit," raaide- me aan: „dan krijgde misschient wel ^ersproeten!" "Qe zit er goed werm in." K,"Wa g' aan hoew heigen doet, doedc haan 3hen rotten happel, Dré!" En toen trok ie schouwers nog wat hooger op en schurkte eigen 'ns lekker binnen z'nen jas. „Maar q zai toch blij zijn has da peerdenspul ier gc- J^h is waant ehwe gaan toch z-z-z— h'fers nog 'n p-p-pr-propke leggen," bibberde- „a-ha-has ik de prijzen eb huitgereikt." nie gaan, Pielp! Tenminste wa mij-n- hgaat. Onzen Dré en z'n Wieske zijn over, w daar gunder staan ze, bij Trui en nou m'nen huis nie in den steek laten." Blaauwe was er natuurlijk ook bij. Da's heggen: bij de kijkers! Nouja da 's heele- h *r gin schande: 99 7» van de Sport bestaét yl eenmaal uit er-naar-kijken! Maar den |3est was op z'n Zomersch. Ze motten 't Hier- kVeh trouwens toch nog al heet-aan-de-teenen k®8en, eer den Tiest 't gewaar wordt. Als 't erg koud is trekt ie hoogstens z'n klak 'n ';ye dieper over den kop en als 't 90 graden 1®n schaduw is, hangt ie ze aan z'n achter- V5 fd. Neeë, den Blaauwe maakt nie veul werk i.'i 2'n eigen en de jaargetijen loopen langs z'n %i, effen af. V'Qade gij na hafloop nog 'n bietje proppen, 'est?» bedelde den bakker. k,''Dch, man," foeterde den Blaauwe: „ik snap tk Waar g'over saauwelt? Kek naar de peer- "b|" '■Daar is 't veuls te koud veur!" jj'Houd???" vroeg den Tiest. „Koud?? In H?» jjy beende weg, in de richting van den bouw, waar de peerden zoo lang stonden gesteld. Den Jaan was er ook! Vaneigens! Die heeft verstand van peerden, sindsden lesten Sin terklaas! Hü was natuurlijk „streng incognito," want theoretisch zat ie op wacht, in den Vic z'n boschhuis, mee Herman en 'n leeg hand kanon (waarvan ie nog nie weet!) Streng in cognito, ik bedoel daarmee: hij bleef bij mij uit de buurt! Daar was nog al veul volk! Maar dat witte, amico! Als er op UI venhout iets gaande is, weet ge nie waar de menschen allemaal van daan komen! En toen ik zo 'ns rond was geweest, ging ik nog efkens naar de stalling. Hah! Daar stond mijnen ruiter! Letterlijk gespord-en-gelèèrsd! Hij had z'n jockeycostu- meke al aan, stond parmantig in de leerzen, maar toch had ie zoolang z'n jas maar los over z'n schouwers gegooid. „Ha opa!" zee-t-ie heesch. Ochèrm,wat was 't jonk zenuwachtig! Geren had ie 'ns ef kens om m'nen nek gaan hangen, dat zag ik wel, maarewij waren hier nie alleen! 't Was lekker werm in den stal. 't Rook er straf naar de peerden, die allemaal in prima conditie, afgetraind tot den lesten spier vezel, te stampen stonden van ongeduld. De beesten schenen te voelen, dat 't 'nen bijzon deren dag was. Dré III stond teugen Bles aan. Klopte 'm nou en dan 'ns op den neus, op den nek, ver telde 'm iets „Wat denkt ge 'r van, Dréke?" fluisterde- n-ik. Hij gaf gin antwoord. Kneep alleen z'n oogen 'n beetje toe en z'n lippen wierden efkens dun ner. Zóó keek ie me lang en straf aan. Ik wist 't nou! „Winnen!" zat in z'n ziele- ment, dat éenen zenuwknoedel gelijk was! „Hebt g'oew nommer al?" Toen dee ie zijnen overjas open en op borst en rug hing 'n kolossale13. „Opa?" Dréke?" ".Vermoeden ze al iets, Vader enWieske?" „Niks!" Weer keken we malkaar 'ns aan en 'nen boek vol woorden vlogen heen en weer, terwijl we... zwegen. Dan nam ie Bles bij den kop, fluister de iets in d'ooren van de goeien beest en Dré z'nen zenuwachtigen asem scheen erg heet te zijn, want Bles z'n oor snukte op en neer. Dan neeg Bles z'n groote hoofd opzij, naar m'n baaske en de dikke spierenbussels in den peer- dennek trilden, als Dré ze streelde. Man en peerd waren één, nog veur Dré III Het blijkt wel hoe langer hoe meer, dat in de toekomstige maatschappij de vrouw vooral haar aandacht zal moeten wijden aan de echt vrouwelijke beroepen en bezig heden. Wat eens „ouderwetsch" heette, wordt weer modem! En gelukkig maar. Want het be ginsel van „de juiste persoon op de juiste plaats" dient zeker ook in de vrouwenwereld te worden toegepast. Het zal ten slotte geheel en al in het belang van onze meisjes zelf blijken te zijn, wanneer dezen een bezigheid kiezen die met haar aard overeenkomt. Maar wel dienen wij daarbij te bedenken, hoe de tijd voorbij is waarin het gezin vrijwel de eenige leerschool voor huishoudelijke en verwante bezigheden vormde. Ook hier blijkt het vaak noodig, dat in 't zadel zat! Van de training was ik zeker..., dus efkens sloeg er 'nen golf van groot geluk deur m'n bloed. Efkens maar! Want ochèrme, ik kénde die rennen. Daar hoefde zoo weinig te gebeuren, 'nen ongelukkigen start,'nen schrik van 't peerd, 'n kuiltje of boebeltje in de baan, hinder van 'nen anderen ruiter en 't spel was verloren De muziek op 't veld klonk van verweg in den stal. 't Geroezemoes van 't publiek, 'nroep, nen lach, waarachter allemaal 'n bietje span ning, kost ge gewaar worden, hier in de betrek kelijke stilte van den stal, die 't razend-klop- pend hart was van de spanning, die over 't wije veld hong. Toen kwam den Blaauwe binnen. Mee z'n goeie raadgevings. „Dréke, denk er om," zee-t-ie seerjeus: „ge pakt den kortsten weg, horre!" „Komt 'm nou nie afleiën, Tiest," zee ik. „Als ie om zo'nen gekken zet van jou toevallig denkt, midden in de race, dan is 't verloren spul!" „Maar da's de bedoeling, nie," schrok den braven Blaauwe! „Ik kom 'm alleen maar 'n bietje op z'n gemak stellen! Want denk er om, Dré III, ik ben eigens al jaren Keizer op den boog, ik weet wa wedstrijden zijn: gin zenuwen, manneke!" „Maar schieten is gin peerd rijen, Tiest," zee ik. „Maar 'nen wedstrijd is 'n wedstrijd," zee den Blaauwe: „of 't nou gaat om 't langste over 'n sigaar te doen, dan wel om 't eerste aan den anderen kant van de weareld te zijn mee 'n vliegmachien 't is allemaal kwestié van kalmte." „Veur jou, ja! Maar alle menschen zijn ver schillend, Tiest. Hier, onzen Dré, mot rijen op de zenuwen van 't peerd en van z'n eigen! Ik ken dat kunstje." Den Tiest prakkizeerde efkens, keek Dré III 'ns scherp aan, gaf 'm toen 'n hand en zee: „geluk, Dré III.'" Steuvig en lang kneep ie 'm in den knuist en dan sprak ie: „kek 'ns, Dré, als 't startschot gevallen is, dan dan bestaat er veur jou niks anders meer dan de eindstreep! Da's „den kortsten weg," dien 'k bedoelde. Ge spaart oew eigen nie, oew peerd nie, oew con currenten nie ge bijt oew tanden in oew lippen en ge hou-d-één dink in oewen kop! Winnen!! Winnen!! Dat motte onder den cours 'n paar keer hardop teugen oew eigen zeggen: winnen! Da's den kortsten weg, jonk: Winnen!" En telkens als den Blaauwe zee „winnen," dan keek ie den Dré fel aan en kneep nog 'ns in zijnen knuist. „Dus....?" vroeg ie. Winnen," zee den kleine verbeten! Zoo is 't goed, Dré!" Toen verdween ie, dieën goeien kearel, die 't hart altij op de goeie plek heeft zitten. Dréke, ik ga nou naar de familie, zoo gaauw als ge aan de start komt, dan zeg ik pas teugen oew Vader en Moeder: „let goed op nommer 13." Ge ziet dus nie onzen kant uit, ge ziet alleen maar naar de eindstreep, ee? En als ge als nommer éen aankomt...." toen pakte-n-ik z'n kopke tusschen m'n handen: „dan.... dan is Bles jouw eigen peerd! Maar ge mot 'm in 't bedrijf houwen, tot we samen 'n goei werkbeest gekocht hebben." 't Manneke stond stijf! Tranen sprongen in z'n oogen. Toen toen vloog ie om m'nen nek, net als vroeger, als ik 'm onverwachts op kost school bezocht, schroefde m'nen kop tusschen z'n steuvige armen en heesch fluisterde-n-ie: „Opa, opa, goeieft lieven opa van me!" Ik voel- een opleiding wordt genoten op een school, die door bijzondere outillage en deskundig onder wijs inderdaad de beste resultaten waarborgt. De huishoud- en industriescholen verdienen dan ook de aandacht van elke moeder, die zich afvraagt wat haar dochter wel worden moet, of van elk meisje dat zichzelf voor deze be langrijke vraag geplaatst ziet. Het is daarom nuttig hier iets te vertellen over de opleiding, die daar wordt geboden, en de mogelijkheden welke deze aan haar leerlingen bieden. Voor eerst dan staat voor het meisje, dat de Mulo, H. B. S. of Gymnasium doorloopen heeft, de 2-jarige opleiding tot huishoudkundige open. Deze is er geheel op gericht om dat mee te ge ven, wat een assistente der huishouding of een huisvrouw later noodig heeft. Wie deze oplei ding doorliep kan zich daarna specialiseeren in een bepaald vak, en na afgelegd examen een diploma ontvangen, dat het recht geeft om onderwijs in éen der huishoudelijke vakken te geven. Ook bestaat er gelegenheid om zich te bekwa men tot het ambt van leerares aan een nijver heidsschool. Een zeer nuttige en aantrekkelijke opleiding is ook die tot kinderverzorgster. Verder zij er op gewezen, dat vele ziekenhuizen voor de a.s. verpleegsters een huishoudkundige vooroplei ding vereischen. Maar ook meisjes, die alleen lager onderwijs genoten, worden op de huishoud- en industrie scholen niet vergeten. Zij kunnen het voorbe reidend nijverheidsonderwijs volgen, dat twee jaar duurt, en waar behalve onderwijs, dat op de huishoudelijke practijk is gericht, ook nog algemeen vormend onderricht geboden wordt. En daarna kunnen zü zich dan desgewenscht nog verder bekwamen tot hulp in de huishou ding, costuumnaaister, kinderjuffrouw e.d. de z'n leerzen in m'n middel knellen. En ik docht: nou, Bles zal dalijk wéten, dat ie berejen wordt! „Nou mot ik gaan, Dré IH, denk er om, win nen! Sjuust zooals den Blaauwe zee! Winnen! De race en't peerd!" „Winnen," zee-t-ie terug: „winnen" en ik zég 'm bleek worden. Ziezoo, docht ik. Die boontjes staan in den week. En nou naar Trui en de kinders. „Zeg, vader," zee Wieske zenuwachtig 't leek wel of vandaag alle menschen over d'r zenuwen waren „weet u ook waar Dréke is. Ik heb 'm van heel den middag nog niet ge zienEn heur blaauwe moederoogskes ver doften efkens van 'n bietje teleurstelling. „Sjuust heb ik 'm nog gesproken, Wieske, in den stal. Ge zult 'm dalijk wel zien verschij nen, horre!" Toen stootte Trui me 'ns stiekum aan. Sodemearel, wat genoot die ouwe-van-me stillekens in 't vooruitzicht van de groote din gen, die te gebeuren stonden! Onderwijl liepen de andere nommers af. Den spring-en-racecours was 't beste geplaatst, van- weuge dat dieën cours 't hoofdnommer op 't programma was! Eindelijk was 't zoowijd. De muziek blaasde 'nen pittigen marsch: „Intocht der gladiatoren"! En statig, langzaam, kwamen de 20 renners te peerd aan den start. Den asem brokte in m'n keel. M'n Truike pakte me onder den arm. En ik voelde hoe ze me knelde in den bocht van heuren arm. „Welk nommer hee-t-ie," fluisterde ze heesch. „Dertien." „Ik zie 'm. Ik zie 'm. God, Dré, wat zit ie daar kranig en fier tusschen al da peerden- volk." „Waar hébben jullie 't toch zoo druk over? vroeg Wieske. „Dré, Wies," zee ik, m'n stem was 'n bietje van streek, amico: „Kinders, nou zal ik oc zeg gen, waarom ik juilie uitgenoodigd heb. Let op nommer dertien van deuzen troep ruiters Toen gaf ik Wieske m'nen kijkerd. Of ze al iets begreepIk weet 't nie. Ze draaide, prun- nikte aan 't ding, stampvoette omdat ze 't nie baas kost. Toen, ja! Ze tuurde en dan riep mijnen zoon ineens: „Vader, de de de da-d-is.. i-i-i-is onzen jongen!" „Sjuust," zee ik. Wit als 'nen doek wierd Wieske. Toen nam ik ze tusschen Trui en my in. Ze kost niks zeggen. Eindelijk: „Is.... dat.... mijn.... jongske.... vader?" De ruiters stonden op 'n ry. Dré zat in den midden, gunstige plek! Wij zwegen. Alles zweeg. Dit was 't hoofdnommer. Hiervoor was bekaans iedereen gekomen! Den race mee hindernissen! 't Schot! Twintig peerden sturmden vooruit! Pracht start! Lijk 'nen aankomenden rukwind, zoo ruiscnte 't lichte hoevengeweld over 't veld. Wieske pakte m'nen arm. Drukte heur kopke teugen m'nen jas. Ze dorst nie te kijken. Maar zachtjes maakte ik m'n eigen van heur los. Fluisterde: „Kijken, kijken Wieske. „Oow...." zuchtte ze: „Als er toch maar niks gebeurt." Ocherm, ze trilde als 'n jong blaaike in den wind. „Wies, let op!" zee ik onverwachts en hara. Dat hielp. Ze begost den cours te volgen. Dré lag in de tweede groep. Derdens. Hij stónd in de beugels. Lag mee z'n hoofd op Bles. Helaas zijn er in het artikel van de vorige week eenige drukfouten geslopen, zoodat het geheel ongetwijfeld aan duidelijkheid moest in boeten. In de eerste plaats is een volgbod natuurlijk geen definitief bod, maar een defensief bod. Vervolgens is het biedverloop bij voorbeeld A onbegrijpelijk geworden door eenige verschui vingen. Ik zal dit voorbeeld dan ook nog eens in zijn geheel behandelen: Sch.: A. x x H.: x x R.: B. 9 x KI.: A. H. x x x Sch.: V. x H.: xxx R.: H. lOxxx KI.: B. x x Sch.B. x x x H.: A. H. xx R.: A.xxx KI.: x Sch.: H. 10 x x H.: V. B. 10 x R.: V. KI.: V. x x x Het bieden ging als volgt: N. O. Z. W. 1 Klaveren dubbel (1 Pas (2 1 Ruiten (3 Pas 1 Harten 2 Klav. (5 2 Ruiten (6 Pas Pas (7 3 Klav. (8 Pas Pas 3 Ruiten Pas Pas Pas 1) Informatie-dubbel (geeft pl.m. 3 H. T. aan). 2) Zuid wil eerst afwachten wat West ant woordt en voorziet de mogelijkheid de tegen partij af te straffen. 3) West heeft niet genoeg topslagen en geeft zwaktebod. 4) Oost noemt nu zijn eigen biedbare kleur. 5) Zuid geeft hierdoor zijn partner steun aan en tracht tevens OW op een hooger niveau te brengen. 6) West geeft thans zijn biedbare kleur aan en hij doet dit omdat de kaart niet geheel waardeloos is. 7) Oost past, want hü weet, dat de goede kleur gevonden is. 8) Zuid ziet het nuttelooze van zijn pogingen in en prefereert zelf 3 Klaveren te maken. 9) Oost risqueert 1 down om NZ te belet ten een deelscore te maken. Zooals u ziet gaan OW inderdaad 1 down, maar aangezien N—Z 3 Klaveren kunnen ma ken of 2 S. A., behalen O—W hiermee toch eenige winst. Ook in het volgende voorbeeld is een volgbod niet geoorloofd, maar een dubbel wél. Sch.: A. B. x x x H.: x x R.: A. H. x KI.: xxx Sch.H. V. x x H.: x R.: B. lOxxx KI.: H. 10 x Sch.: x H.A. B. 9 x x R.V. x x x KI.: A. V.B. Sch.: 10 x x H.: H.V.lOxx R.: x KI.: x x x x Ik begreep....! Hü sprak mee z'n peerd! En.. Bles verstond 'm. Eén, twee, driemee enkele passen vloog ie uit die tweede groep. Dré lag alleen tusschen hoofd- en tweede groep. Ik barstte van zenuwen. „Vooruit" riep ik „Drékenaar veuren Trui begost mee te roepen. Toen kwamen ze veur den eersten hindernis. 'nHoog hekwerk. Dat kóst ie! Dat eigenste hek hadden wü in ons eigen wei ook staan en daar zwééfde-n-ie altij over henen! De eerste groep raakte bü den hindernis uit malkaar. Nommer éen bleef efkens dralen. Nommer twee nam den sprong direct. Sodemaerel, dat wierd den Dré z'n zwaarsten concurrent, dat voelde-n-ik op den zelfden oogenblik. Hah! Dré nam den sprong. Wieske gilde zachtjes. Ik klopte op d'ren schouwer. „Da's koek-eten veur 'm, Wies," stelde-n-ik haar gerust. En als dieën hindernis genomen was, dan lag den troep verspreid, mee Dré als nommer vier. Nou moesten ze over 'n muurke. Wéér bleef een van de peerden staan. Bles pikte 't namaakmuurke of 't lucht was. Den Dré was nommer drie! Zenuwachtiger wierd 't ge schreeuw en gebleer. Veul hadden Dré III, wijd den jongsten renner, in de gaten en over de wei deinde 't: „Dré III, Dré III, Dré III," alle gaar op de maat van Bles zünen draf. „Heurt ge 't, Wieske?" En trotsch keken heur blaauwe, ongeruste oogskes omhoog, 'n zenuwentrekske spuide langs haren mond onder 't blanke vel en 'k kost nie nalaten deus blonde schoondochterke, dat mü m'nen Dré III gegeven heeft, 'ns efkens in de knie te knüpen. „Heurt ge? Da's veur jouwen jongen, Wies!" „Dré drie, Dré drie, Dré drie!" tot er weer'nen hindernis kwam. 'Nen breejen sloot. Alles zweeg. In spanning. Nommer één zeilde eroverTwee kwam nie goed op de beenen terecht, verloor z'n tweede plaats. Aan.. Dré III. Vijf waren al uit den cours. Gevallen, kans loos of gestaakt. Aan den kop gingen Dré III mee zünen felsten concurrent, dan effen niks, dan drie, die gelijk laggen, dan 'n stuk of vijf schuin achter malkaar, die allemaal om de derde plaats vochten, 't Was 'nen prachtrace Toen begost nommer één mee de rijzweep te werken. Daar kwam 'n heel stuk zonder hin dernissen. Dré III keek om! Sodepin, daar schrok ik van....! Maar wat deed ie? Hij smeet z'n zwipke weg, ging weer staan in de beugels en lag z'nen kop tusschen Bles z n ooren. Hü was gatsammen weer aan 't preve len mee zünen beest! Gin spoorke van zenu wen meer. Ik wist wat ie teugen Bles zee „Winnen! Winnen, Bleske!" En ondertusschen van die zachte klakskes mee z'n tong. „Win nen. Winnen." 't Wierd 'nen nek-aan-nekrace tusschen hem en den felsten teugenstander, die al van start af nommer één aan den kop lag. ^Oo0000.." kreunde Wieske. "wat is er, meid?" „Dat ie toch dien een niet kan inhalen, kreet ze zachtjes, bütende op heur knulsteke. Onzen Dré, m'nen zeun, had nog gin woord gezeed. Alleen veegde-n-ie, hier in die kou, t zweet van z'n veurhoofd. En ik hoorde m mom pelen: „God, wat 'nen Trui blèèrde, schreeuwde: „Dre III, Dre iiii Zü maakte telkens 't roepspulleke aan den gang, zonder dat ze 't wist. De bieding gaat aldus; N. O. Z. 1 Schoppen dubbel (1 Pas 2 Ruiten (3 Pas 2 Harten (3 dubbel (4 2 S. A. (5 Pas 3 Ruiten (6 Pas Pas Pas 1) Informatie-dubbel (geeft pl.m. 3 H. T. aan). 2) West heeft ruim topslag en mag dus een positief antwoord geven, n.l. zün langste kleur. 3) Oost gaat thans opbouwend bieden, om dat er kans is op een manche en de ruiten- kleur safe is. 4) Zuid ziet zün kans en wil tevens Noord een teeken geven in verband met het uitkomen tegen een eventueel S. A. contract. 5) West kan de Hartenkleur niet hebben en heeft voldoende dekking in schoppen. 6) Oost is eenigszins huiverig voor 3 S. A. wegens de dubbel op Harten door Zuid en de singleton in schoppen. 3 Ruiten is echter een safe contract! In verband met het tegenzitten van de Har ten is 3 S. A. inderdaad niet te maken, maar wordt 3 Ruiten precies gemaakt en is er zelfs een kans op een overslag als de tegenpartü niet driemaal troef speelt. Zooals u uit bovenstaand biedverloop kunt zien, kan een dubbel ook een zeer geschikt mid del zün om den partner te laten weten in wel ke kleur hü uit moet komen. Vooral wanneer een slamcontract van de tegenpartij in zicht is en zij bezig zijn hun azen te bieden, is een doublet zeer ongevaarlijk, aangezien de tegen partij in die kleur toch niet kan spelen en wordt de partner geholpen in de groote moel- lükheid, die het uitkomen tegen een slam-con- tract dikwijls oplevert. Zoo ook in het volgende voorbeeld: Sch.: A. V. x H.: H. B. x x x R.: V. x KI.: H. V. x Sch.: xxxxx H.: x x R.: B x KI.10 9 x x Sch.: H. B. x H.: x R.10 x x x x KI.: A. x x x Sch.: x x H.: A. V. x x x R.: A. H. x x KI.: B. x De bieding ging aldus: O. Pas Pas dubbel Pas Pas Z. Harten Ruiten Harten W. 6 Harten Pas Pas Pas Pas N. 3 Harten 4 Schoppen 5 S. A. Pas Zooals u ziet gaan NZ inderdaad down bü uitkomst in Schoppen door West, die dit moet doen naar aanleiding van de dubbel door Oost Als Oost deze aanwüzing niet zou gegeven heb ben, was West vrü waarschijnlük met Klave ren, als niet geboden kleur, uitgekomen en zouden NZ aan het contract gemakkelijk hebben kunnen voldoen. P. H. A. TUIN. Een theelepel Radox in een glas warm water doet wonderen. Eén behandeling verwijdert it. Bij apothekers en erkende drogisten f 0.90 per pak en f 0.15 per klein pakje. Toen den lesten hindernis. Struikgewas mee 'nen sloot erachter! Nommer één vloog er over. Dré vloog er over! Nou den eindspurt. Allemachtig, amico, nou begost mü ook 't zweet uit te breken! Nog 'n telleke en 't was beslecht. En nóg hingen die twee aan malkaar vast, mee den andere 'n neus vóór Dré III. „Bles!" riep ik. „Bleske, Bleske!!" Men nam den roep over. Bles móest 't hoo- ren Hoorde-n-le 't? Ik zag 'm d'ooren spitsen. Zag 'm luisteren. Maarochermedat kostte 'm rijd! 'n Duuzendste seconde, maar 't kóstte tüd. Den tijd van 'n halve lengte! 'k Had de haren wel uit m'nen kop kunnen trekken! Mü'n schuld..! „Dré III, Dré III, Dré III," wierd er weer gebruld. Hè?? Nóg won Dré op nommer één. Nóg. Nog! Nóg!! En toenamicotoen zweepte den eerste z'n peerd in de flanken, spoorde 't en begost, op leven en dood, aan de leste vijftig meter! „Wat zou Dré nou doen?" vroeg ik m'n eigen radeloos af. Vijftig meters. En teugen 'n partij, die z'n peerd nie spoort.... Maar toen schoten Dré de leste woorden van den Blaauwe te bin nen, vertelde-n-ie me later! „Winnen! Niks sparen! Eén ding! De eind streep!" En wat Bles nog nóóit gebeurd was, gebeurde 'm nou, hij wierdfel gespoord! Dan wipte Dré omhoog, gaf de teugels totaal vrü, blies Bles woordekens in, won, won, won op nom mer één mee centimeters, centimetersgoeie genade, 't hart zat in m'n keel.... de span ning was zóó groot, dat ge den wind in 't jong geblaart kost hooren; nog enkele, enkele me ters.... wat gebeurde er? Wat voerde Dré daar uit? 'tWas of ie op gin peerd meer zat, locht gooide-n-ie z'n eigen van 't zadel. Efkens, 'n tiende seconde was Bles zonder ruiter! En in dat oogenblik sprong Bles 'nen meter vóór den concurrent. Over de eindstreep! Amico, ik heb nog nooit zo'n spanning mee gemaakt! 'n Uur later bonsde m'n hart nog! Wat 'n ingeving, om bü de drie leste passen zoo uit 't zaal te veeren, dat 't peerd efkens zonder gewicht is en dus! dus altü n hon- derdvüftig pond vóór op den teugenstander! Wat was 't goed gewist, dat den Blaauwe, ouwen wedstrüdenwinner, den Dré efkens was komen trainen, in de allerleste minuut! Ik ben m'n peerd kwüt! Zekers Maar veur gin duuzend guldens had ik t willen houwen! Die twee, Dré en Bles, die hoóren bü mal kaar! Wieske heeft staan simmen van plazier. M'nen zeun keek naar z'n jongske of ie 'm nog nooit gotd gezien had. En UI venhout? Ulvenhout nam Dré III op de schouwers en huldigde den besten ruiter, dien ze ooit be zeten heeft! Den spiets van den Fielp was er eenen mee armen-en-beenen! En gefuifd, amico, plazier g'adü Van den Fielp z'n propke is niks meer gekomen, dat verstade! Hü heeft er ook nie meer naar getaald! Maar nou schei ik er af. Veul groeten van Trui, van m'nen piqeur en als altü gin horke minder van oewen t. a v. DRE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 7