TDe Mei=
Bruid
'i
Paaschklokken
van heinde en ver
r
n Spannend Concours-hippique
RADOX
V
Opa „verliest*z'n Bles
erf
J'
'Wj
VETPUISTJES
ZONDAG 8 MEI 1938
ONS PRIJSRAADSEL
nVoorloopig nog maar geen wijzi
ging van ons systeem"
Maandelijksche kruis-
woordpuzzle
Oplossing vorig raadsel
Prijswinnaars
as
Het nieuwe raadsel
BRABANTSCHE BRIEVEN
tin*
L A
Huishoud
en Industriescholen
Een eisch van onzen tijd
Nog iets over de dubbel!
w.
In grooten getale kwamen de Paasch-herin-
Heringen binnen. „Wat laat u van heinde en
Ver de Paaschklokken luiden, mijnheer!" zei
onze oolijke „post" van Dinsdagmorgen „kijk
eens, hier hebt u weer een pakketje van 146
stuks...."
Het raadsel was dus niet moeilijk, zelfs nog al
Sfimakkelijk. Ook te gemakkelijk, volgens een
'nzender, die ons „in vrede en vriendschap
^oorstelt, de opgaven minstens 90 pCt. zwaar-
öer te maken, zoodat ze wat meer tijd en in
spanning vragen"! Men kent wel ons antwoord
tazake bevrediging van alle partijen.
We zullen ons systeem voorloopig nog maar
biet wijzigen.
Volgens de opgegeven beteekenissen krijgen
V® voor:
I. zuivel n. kachel III. Londen
!V. cement V. kennis VI. specht
junior VIII. najaar IX. klucht
X. solist XI. herder XII. Leuven
Brengen we de letters dezer woorden op
juiste plaatsen, dan komt als de Paasch-
Bedachte te voorschijn:
Paaschklokken luiden,
en menschen juichen:
Christus verrezen!
Alleluja!
De uitgeloofde prijzen vielen na loting ten
^eel aan: W. Driessen, Vermeerlaan 46 I, Hil-
Vefsum; mej. A. Lansen, Laat 150, Alkmaar;
Puls. Minister van Sonstraat 21, Tilburg;
iy 1T
ijn de grenzen van de mode op het oogen-
blik'zéér wijd en is er een ruime variatie
van modellen toegestaan mits het „na
tuurlijke" silhouet 1938 gehandhaafd blijft, dan
wordt deze vrijheid zeker door degene die nu
haar bruidstoilet moet kiezen zeer geappreci
eerd. Keuze te over om een flatteus bruidsge
heel te kiezen naar eigen persoonlijkheid en
volgens de nu gangbare mode, welk laatste al
ternatief niet onbelangrijk is, omdat dat de
mogelijkheid kan verwezenlijken de bruidsjapon
later tot avondjapon te verwerken; wat voor
degene, die uit bescheiden beurs moet putten
een kostbare aanschaffing in haar garderobe
ondervangt.
Laat men aan de bruidsjapon den sleep zoo
knippen, dat déze als een lange, driehoekige
punt in een midden-achternaad is ingezet, dan
kan dit sleepgedeelte later uitgenomen worden
zonder aan de snit der japon iets te bederven.
Mogelijk zijn er bruiden, die het een soort
sacrilège vinden om hun tulen bruidssluier later
voor andere doeleinden te gebruiken. Hoewe)
het bijzonder aardig was om eens bij een jonge
moeder, die over den kinderwagen, die buiten
in den tuin stond, ter bescherming tegen insec
ten ijl gaas over den wagen gelegd had, te hoo-
ren: ja, dat is een stuk van mijn bruidssluier.
Waarom de dingen, die ons dierbaar zijn en
die we graag nog eens in handen hebben, weg
gesloten te houden in lade of kast; waarom zou
den we ze niet gebruiken, om er de herinnering
aan te beleven.
Zoo is het een alleraardigst idee om de linten,
die de bloemstukken sieren, die men bij receptie
of trouwen krijgt, te verzamelen, boven den
stoom kreukvrij te maken en deze meestal
breede linten aan elkaar te zetten tot een kus
sen. Kleine dingen, die ons groote oogenblikken
in het geheugen te
rugroepen, blijven
°m dierbaar. Zeker
zoo'n kleurig kus-
'n (lig sen, dat ons aan
V de fleurige bruids-
k" dagen doet terug-
denken.
Bn tot slot nog dit:
uit het huis, waar
de bruid woont,
ziet men veelal de
vlag waaien. Om
deze het feestelijk
allooi van „bruids
dag" te geven, com
pleteert men de na
tionale driekleur
met een breeden,
witten wimpel. Een
oud-Hollandsch ge
bruik. dat de enkele
maal, toen we het
weer zagen, reeds
onverdeeld navol
ging vond.
mej. A. van Steenderen, Beukstraat 11,
Utrecht; J. Verburgt, Hugo de Grootkade 9 II.
Amsterdam-West; mej. R. Wllders, Jan Ha
ringstraat 58, Haarlem.
Als Mei-nummer volgt thans het maandelijk
sche kruiswoord-raadsel.
De omschrijvingen zijn:
HORIZONTAAL:
2. leger. 6. bijwoord van tijd. 7. huurcontract.
8. heldendicht. 10. visch. 11. rechtbank. 12.
vrouwelijk paard. 14. vrouwennaam. 16. ruw,
onvruchtbaar. 18. kostschool. 23. Zuiderzee-
eiland. 26. vlootdeel. 28. schotschrift. 30. étage
(afk.) 31. loofboom. 32. maand (afk.) 33. voor
zetsel. 34. leerwijze. 38. uitgever. 41. spoedig.
42. verhaler. 45. afk. van 26 horiz. 46. lofdicht.
47. auto-stalling. 48. wetenschap, ook bekende.
49. hoogste punt van een dak. 50. Engelsche ti
tel. 52. bewijsstuk. 54. storm. 56. stad in Zwit
serland.
VERTIKAAL:
1. stad in Italië. 2. vlaktemaat. 3. handelsbe
trekking. 4. man van adel. 5. loofboom. 7.
wordt gebruikt in fietslantaarns. 9. komt van
den confiseur. 11. omranding in tuinen. 13.
groote tijdruimte. 15. wetenschappelijke titel.
16. weiland. 17. bloem. 19. dorp in Gelderland.
20. stad in Duitschland (Rijnprovincie). 21.
boomvrucht. 22. onze planeet. 24. kerkelijke re
geling. 25. kantoorbediende. 27. uitroep van
medelijden. 29. huisdier. 35. rivier in Spanje en
Portugal. 36. alom. 37. rustplaats. 39. bijtende
scherts. 40. één keer. 43. mossteppe. 44. water
doorlatend 51. zeehond. 53. gevangeniskamer.
55. werelddeel.
Onder de inzenders van een goede oplossing
worden weer zes fraaie prijzen verloot.
Oplossingen worden tot Vrijdagmiddag 12 uur
ingewacht bij den heer G. M. A. Jansen, Ruys-
daelstraat 60, Utrecht.
>y«'
imlIIIIIIMimilllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIMMIillllMIIIIIIIIIIIMIII
ULVENHOUT,
o^\
ste*.
•t»
SmJ'
;0
i :f'
f' «e
u
5 Mei 1938
Amico.
den winterjas, mee den kraag op, hebben
l,.e Zondag, den eersten dag van Mei, langs de
Jben gestaan bij ons Concours-Hippique. Sode-
n at, wa 'n zuur weer. Den Noordooster snéé
veUr oewen dikken duffel! Den Pielp, nogal
^tbaar 80 graden is veur hum in z'n bak-
£fij, zoo de normale temperatuur! den
<J61P had 'nen wollen das om zijnen nek ge-
1. aid tot boven z'n ooren. Daarover zijnen
H^raag hoog opgezet en daar boven uit traan-
6,1 twee rooie oogskes en 'n drupneus.
(*Bielp, als ik jou aankijk, krijg ik winter-
^Pen," zee ik.
v "Hekt dan den haanderen kaant huit," raaide-
me aan: „dan krijgde misschient wel
^ersproeten!"
"Qe zit er goed werm in."
K,"Wa g' aan hoew heigen doet, doedc haan
3hen rotten happel, Dré!" En toen trok ie
schouwers nog wat hooger op en schurkte
eigen 'ns lekker binnen z'nen jas. „Maar
q zai toch blij zijn has da peerdenspul ier gc-
J^h is waant ehwe gaan toch z-z-z—
h'fers nog 'n p-p-pr-propke leggen," bibberde-
„a-ha-has ik de prijzen eb huitgereikt."
nie gaan, Pielp! Tenminste wa mij-n-
hgaat. Onzen Dré en z'n Wieske zijn over,
w daar gunder staan ze, bij Trui en nou
m'nen huis nie in den steek laten."
Blaauwe was er natuurlijk ook bij. Da's
heggen: bij de kijkers! Nouja da 's heele-
h *r gin schande: 99 7» van de Sport bestaét
yl eenmaal uit er-naar-kijken! Maar den
|3est was op z'n Zomersch. Ze motten 't Hier-
kVeh trouwens toch nog al heet-aan-de-teenen
k®8en, eer den Tiest 't gewaar wordt. Als 't
erg koud is trekt ie hoogstens z'n klak 'n
';ye dieper over den kop en als 't 90 graden
1®n schaduw is, hangt ie ze aan z'n achter-
V5 fd. Neeë, den Blaauwe maakt nie veul werk
i.'i 2'n eigen en de jaargetijen loopen langs z'n
%i, effen af.
V'Qade gij na hafloop nog 'n bietje proppen,
'est?» bedelde den bakker.
k,''Dch, man," foeterde den Blaauwe: „ik snap
tk Waar g'over saauwelt? Kek naar de peer-
"b|"
'■Daar is 't veuls te koud veur!"
jj'Houd???" vroeg den Tiest. „Koud?? In
H?» jjy beende weg, in de richting van
den bouw, waar de peerden zoo lang stonden
gesteld.
Den Jaan was er ook! Vaneigens! Die heeft
verstand van peerden, sindsden lesten Sin
terklaas! Hü was natuurlijk „streng incognito,"
want theoretisch zat ie op wacht, in den Vic
z'n boschhuis, mee Herman en 'n leeg hand
kanon (waarvan ie nog nie weet!) Streng in
cognito, ik bedoel daarmee: hij bleef bij mij
uit de buurt!
Daar was nog al veul volk! Maar dat witte,
amico! Als er op UI venhout iets gaande is,
weet ge nie waar de menschen allemaal van
daan komen!
En toen ik zo 'ns rond was geweest, ging ik
nog efkens naar de stalling.
Hah! Daar stond mijnen ruiter! Letterlijk
gespord-en-gelèèrsd! Hij had z'n jockeycostu-
meke al aan, stond parmantig in de leerzen,
maar toch had ie zoolang z'n jas maar los over
z'n schouwers gegooid.
„Ha opa!" zee-t-ie heesch. Ochèrm,wat
was 't jonk zenuwachtig! Geren had ie 'ns ef
kens om m'nen nek gaan hangen, dat zag ik
wel, maarewij waren hier nie alleen!
't Was lekker werm in den stal. 't Rook er
straf naar de peerden, die allemaal in prima
conditie, afgetraind tot den lesten spier
vezel, te stampen stonden van ongeduld. De
beesten schenen te voelen, dat 't 'nen bijzon
deren dag was.
Dré III stond teugen Bles aan. Klopte 'm
nou en dan 'ns op den neus, op den nek, ver
telde 'm iets
„Wat denkt ge 'r van, Dréke?" fluisterde-
n-ik.
Hij gaf gin antwoord. Kneep alleen z'n oogen
'n beetje toe en z'n lippen wierden efkens dun
ner. Zóó keek ie me lang en straf aan.
Ik wist 't nou! „Winnen!" zat in z'n ziele-
ment, dat éenen zenuwknoedel gelijk was!
„Hebt g'oew nommer al?"
Toen dee ie zijnen overjas open en op borst
en rug hing 'n kolossale13.
„Opa?"
Dréke?"
".Vermoeden ze al iets, Vader enWieske?"
„Niks!"
Weer keken we malkaar 'ns aan en 'nen boek
vol woorden vlogen heen en weer, terwijl we...
zwegen. Dan nam ie Bles bij den kop, fluister
de iets in d'ooren van de goeien beest en Dré
z'nen zenuwachtigen asem scheen erg heet te
zijn, want Bles z'n oor snukte op en neer.
Dan neeg Bles z'n groote hoofd opzij, naar m'n
baaske en de dikke spierenbussels in den peer-
dennek trilden, als Dré ze streelde.
Man en peerd waren één, nog veur Dré III
Het blijkt wel hoe langer hoe meer, dat in
de toekomstige maatschappij de vrouw
vooral haar aandacht zal moeten wijden
aan de echt vrouwelijke beroepen en bezig
heden. Wat eens „ouderwetsch" heette, wordt
weer modem! En gelukkig maar. Want het be
ginsel van „de juiste persoon op de juiste
plaats" dient zeker ook in de vrouwenwereld te
worden toegepast. Het zal ten slotte geheel en
al in het belang van onze meisjes zelf blijken
te zijn, wanneer dezen een bezigheid kiezen die
met haar aard overeenkomt. Maar wel dienen
wij daarbij te bedenken, hoe de tijd voorbij is
waarin het gezin vrijwel de eenige leerschool
voor huishoudelijke en verwante bezigheden
vormde. Ook hier blijkt het vaak noodig, dat
in 't zadel zat! Van de training was ik zeker...,
dus efkens sloeg er 'nen golf van groot geluk
deur m'n bloed. Efkens maar! Want ochèrme,
ik kénde die rennen. Daar hoefde zoo weinig
te gebeuren, 'nen ongelukkigen start,'nen schrik
van 't peerd, 'n kuiltje of boebeltje in de baan,
hinder van 'nen anderen ruiter en 't spel was
verloren
De muziek op 't veld klonk van verweg in
den stal. 't Geroezemoes van 't publiek, 'nroep,
nen lach, waarachter allemaal 'n bietje span
ning, kost ge gewaar worden, hier in de betrek
kelijke stilte van den stal, die 't razend-klop-
pend hart was van de spanning, die over 't
wije veld hong.
Toen kwam den Blaauwe binnen. Mee z'n
goeie raadgevings. „Dréke, denk er om," zee-t-ie
seerjeus: „ge pakt den kortsten weg, horre!"
„Komt 'm nou nie afleiën, Tiest," zee ik.
„Als ie om zo'nen gekken zet van jou toevallig
denkt, midden in de race, dan is 't verloren
spul!"
„Maar da's de bedoeling, nie," schrok den
braven Blaauwe! „Ik kom 'm alleen maar 'n
bietje op z'n gemak stellen! Want denk er om,
Dré III, ik ben eigens al jaren Keizer op den
boog, ik weet wa wedstrijden zijn: gin zenuwen,
manneke!"
„Maar schieten is gin peerd rijen, Tiest,"
zee ik.
„Maar 'nen wedstrijd is 'n wedstrijd," zee
den Blaauwe: „of 't nou gaat om 't langste over
'n sigaar te doen, dan wel om 't eerste aan den
anderen kant van de weareld te zijn mee 'n
vliegmachien 't is allemaal kwestié van
kalmte."
„Veur jou, ja! Maar alle menschen zijn ver
schillend, Tiest. Hier, onzen Dré, mot rijen op
de zenuwen van 't peerd en van z'n eigen! Ik
ken dat kunstje."
Den Tiest prakkizeerde efkens, keek Dré III
'ns scherp aan, gaf 'm toen 'n hand en zee:
„geluk, Dré III.'" Steuvig en lang kneep ie 'm
in den knuist en dan sprak ie: „kek 'ns, Dré,
als 't startschot gevallen is, dan dan bestaat
er veur jou niks anders meer dan de eindstreep!
Da's „den kortsten weg," dien 'k bedoelde. Ge
spaart oew eigen nie, oew peerd nie, oew con
currenten nie ge bijt oew tanden in oew
lippen en ge hou-d-één dink in oewen kop!
Winnen!! Winnen!! Dat motte onder den cours
'n paar keer hardop teugen oew eigen zeggen:
winnen! Da's den kortsten weg, jonk: Winnen!"
En telkens als den Blaauwe zee „winnen," dan
keek ie den Dré fel aan en kneep nog 'ns in
zijnen knuist. „Dus....?" vroeg ie.
Winnen," zee den kleine verbeten!
Zoo is 't goed, Dré!" Toen verdween ie, dieën
goeien kearel, die 't hart altij op de goeie plek
heeft zitten.
Dréke, ik ga nou naar de familie, zoo gaauw
als ge aan de start komt, dan zeg ik pas teugen
oew Vader en Moeder: „let goed op nommer 13."
Ge ziet dus nie onzen kant uit, ge ziet alleen
maar naar de eindstreep, ee? En als ge als
nommer éen aankomt...." toen pakte-n-ik z'n
kopke tusschen m'n handen: „dan.... dan is
Bles jouw eigen peerd! Maar ge mot 'm in 't
bedrijf houwen, tot we samen 'n goei werkbeest
gekocht hebben."
't Manneke stond stijf! Tranen sprongen in
z'n oogen. Toen toen vloog ie om m'nen nek,
net als vroeger, als ik 'm onverwachts op kost
school bezocht, schroefde m'nen kop tusschen
z'n steuvige armen en heesch fluisterde-n-ie:
„Opa, opa, goeieft lieven opa van me!" Ik voel-
een opleiding wordt genoten op een school, die
door bijzondere outillage en deskundig onder
wijs inderdaad de beste resultaten waarborgt.
De huishoud- en industriescholen verdienen
dan ook de aandacht van elke moeder, die zich
afvraagt wat haar dochter wel worden moet,
of van elk meisje dat zichzelf voor deze be
langrijke vraag geplaatst ziet. Het is daarom
nuttig hier iets te vertellen over de opleiding,
die daar wordt geboden, en de mogelijkheden
welke deze aan haar leerlingen bieden. Voor
eerst dan staat voor het meisje, dat de Mulo,
H. B. S. of Gymnasium doorloopen heeft, de
2-jarige opleiding tot huishoudkundige open.
Deze is er geheel op gericht om dat mee te ge
ven, wat een assistente der huishouding of een
huisvrouw later noodig heeft. Wie deze oplei
ding doorliep kan zich daarna specialiseeren in
een bepaald vak, en na afgelegd examen een
diploma ontvangen, dat het recht geeft om
onderwijs in éen der huishoudelijke vakken te
geven.
Ook bestaat er gelegenheid om zich te bekwa
men tot het ambt van leerares aan een nijver
heidsschool.
Een zeer nuttige en aantrekkelijke opleiding
is ook die tot kinderverzorgster. Verder zij er
op gewezen, dat vele ziekenhuizen voor de a.s.
verpleegsters een huishoudkundige vooroplei
ding vereischen.
Maar ook meisjes, die alleen lager onderwijs
genoten, worden op de huishoud- en industrie
scholen niet vergeten. Zij kunnen het voorbe
reidend nijverheidsonderwijs volgen, dat twee
jaar duurt, en waar behalve onderwijs, dat op
de huishoudelijke practijk is gericht, ook nog
algemeen vormend onderricht geboden wordt.
En daarna kunnen zü zich dan desgewenscht
nog verder bekwamen tot hulp in de huishou
ding, costuumnaaister, kinderjuffrouw e.d.
de z'n leerzen in m'n middel knellen. En ik
docht: nou, Bles zal dalijk wéten, dat ie berejen
wordt!
„Nou mot ik gaan, Dré IH, denk er om, win
nen! Sjuust zooals den Blaauwe zee! Winnen!
De race en't peerd!"
„Winnen," zee-t-ie terug: „winnen" en ik
zég 'm bleek worden.
Ziezoo, docht ik. Die boontjes staan in den
week. En nou naar Trui en de kinders.
„Zeg, vader," zee Wieske zenuwachtig 't
leek wel of vandaag alle menschen over d'r
zenuwen waren „weet u ook waar Dréke is.
Ik heb 'm van heel den middag nog niet ge
zienEn heur blaauwe moederoogskes ver
doften efkens van 'n bietje teleurstelling.
„Sjuust heb ik 'm nog gesproken, Wieske, in
den stal. Ge zult 'm dalijk wel zien verschij
nen, horre!" Toen stootte Trui me 'ns stiekum
aan. Sodemearel, wat genoot die ouwe-van-me
stillekens in 't vooruitzicht van de groote din
gen, die te gebeuren stonden!
Onderwijl liepen de andere nommers af. Den
spring-en-racecours was 't beste geplaatst, van-
weuge dat dieën cours 't hoofdnommer op 't
programma was!
Eindelijk was 't zoowijd.
De muziek blaasde 'nen pittigen marsch:
„Intocht der gladiatoren"! En statig, langzaam,
kwamen de 20 renners te peerd aan den start.
Den asem brokte in m'n keel. M'n Truike
pakte me onder den arm. En ik voelde hoe ze
me knelde in den bocht van heuren arm. „Welk
nommer hee-t-ie," fluisterde ze heesch.
„Dertien."
„Ik zie 'm. Ik zie 'm. God, Dré, wat zit ie
daar kranig en fier tusschen al da peerden-
volk."
„Waar hébben jullie 't toch zoo druk over?
vroeg Wieske.
„Dré, Wies," zee ik, m'n stem was 'n bietje
van streek, amico: „Kinders, nou zal ik oc zeg
gen, waarom ik juilie uitgenoodigd heb. Let op
nommer dertien van deuzen troep ruiters
Toen gaf ik Wieske m'nen kijkerd. Of ze al iets
begreepIk weet 't nie. Ze draaide, prun-
nikte aan 't ding, stampvoette omdat ze 't nie
baas kost. Toen, ja! Ze tuurde en dan riep
mijnen zoon ineens: „Vader, de de de da-d-is..
i-i-i-is onzen jongen!"
„Sjuust," zee ik.
Wit als 'nen doek wierd Wieske. Toen nam
ik ze tusschen Trui en my in. Ze kost niks
zeggen. Eindelijk: „Is.... dat.... mijn....
jongske.... vader?"
De ruiters stonden op 'n ry. Dré zat in den
midden, gunstige plek! Wij zwegen. Alles zweeg.
Dit was 't hoofdnommer. Hiervoor was bekaans
iedereen gekomen! Den race mee hindernissen!
't Schot!
Twintig peerden sturmden vooruit!
Pracht start!
Lijk 'nen aankomenden rukwind, zoo ruiscnte
't lichte hoevengeweld over 't veld. Wieske
pakte m'nen arm. Drukte heur kopke teugen
m'nen jas. Ze dorst nie te kijken.
Maar zachtjes maakte ik m'n eigen van heur
los. Fluisterde: „Kijken, kijken Wieske.
„Oow...." zuchtte ze: „Als er toch maar
niks gebeurt." Ocherm, ze trilde als 'n jong
blaaike in den wind.
„Wies, let op!" zee ik onverwachts en hara.
Dat hielp. Ze begost den cours te volgen.
Dré lag in de tweede groep. Derdens. Hij
stónd in de beugels. Lag mee z'n hoofd op Bles.
Helaas zijn er in het artikel van de vorige
week eenige drukfouten geslopen, zoodat het
geheel ongetwijfeld aan duidelijkheid moest in
boeten.
In de eerste plaats is een volgbod natuurlijk
geen definitief bod, maar een defensief bod.
Vervolgens is het biedverloop bij voorbeeld A
onbegrijpelijk geworden door eenige verschui
vingen. Ik zal dit voorbeeld dan ook nog eens
in zijn geheel behandelen:
Sch.: A. x x
H.: x x
R.: B. 9 x
KI.: A. H. x x x
Sch.: V. x
H.: xxx
R.: H. lOxxx
KI.: B. x x
Sch.B. x x x
H.: A. H. xx
R.: A.xxx
KI.: x
Sch.: H. 10 x x
H.: V. B. 10 x
R.: V.
KI.: V. x x x
Het bieden ging als volgt:
N. O. Z. W.
1 Klaveren dubbel (1 Pas (2 1 Ruiten (3
Pas 1 Harten 2 Klav. (5 2 Ruiten (6
Pas Pas (7 3 Klav. (8 Pas
Pas 3 Ruiten Pas Pas
Pas
1) Informatie-dubbel (geeft pl.m. 3 H. T.
aan).
2) Zuid wil eerst afwachten wat West ant
woordt en voorziet de mogelijkheid de tegen
partij af te straffen.
3) West heeft niet genoeg topslagen en geeft
zwaktebod.
4) Oost noemt nu zijn eigen biedbare kleur.
5) Zuid geeft hierdoor zijn partner steun aan
en tracht tevens OW op een hooger niveau
te brengen.
6) West geeft thans zijn biedbare kleur aan
en hij doet dit omdat de kaart niet geheel
waardeloos is.
7) Oost past, want hü weet, dat de goede
kleur gevonden is.
8) Zuid ziet het nuttelooze van zijn pogingen
in en prefereert zelf 3 Klaveren te maken.
9) Oost risqueert 1 down om NZ te belet
ten een deelscore te maken.
Zooals u ziet gaan OW inderdaad 1 down,
maar aangezien N—Z 3 Klaveren kunnen ma
ken of 2 S. A., behalen O—W hiermee toch
eenige winst.
Ook in het volgende voorbeeld is een volgbod
niet geoorloofd, maar een dubbel wél.
Sch.: A. B. x x x
H.: x x
R.: A. H. x
KI.: xxx
Sch.H. V. x x
H.: x
R.: B. lOxxx
KI.: H. 10 x
Sch.: x
H.A. B. 9 x x
R.V. x x x
KI.: A. V.B.
Sch.: 10 x x
H.: H.V.lOxx
R.: x
KI.: x x x x
Ik begreep....! Hü sprak mee z'n peerd! En..
Bles verstond 'm. Eén, twee, driemee
enkele passen vloog ie uit die tweede groep.
Dré lag alleen tusschen hoofd- en tweede groep.
Ik barstte van zenuwen. „Vooruit" riep ik
„Drékenaar veuren
Trui begost mee te roepen. Toen kwamen ze
veur den eersten hindernis. 'nHoog hekwerk.
Dat kóst ie! Dat eigenste hek hadden wü in
ons eigen wei ook staan en daar zwééfde-n-ie
altij over henen! De eerste groep raakte bü
den hindernis uit malkaar. Nommer éen bleef
efkens dralen. Nommer twee nam den sprong
direct. Sodemaerel, dat wierd den Dré z'n
zwaarsten concurrent, dat voelde-n-ik op den
zelfden oogenblik.
Hah! Dré nam den sprong. Wieske gilde
zachtjes. Ik klopte op d'ren schouwer. „Da's
koek-eten veur 'm, Wies," stelde-n-ik haar
gerust.
En als dieën hindernis genomen was, dan
lag den troep verspreid, mee Dré als nommer
vier. Nou moesten ze over 'n muurke. Wéér
bleef een van de peerden staan. Bles pikte 't
namaakmuurke of 't lucht was. Den Dré was
nommer drie! Zenuwachtiger wierd 't ge
schreeuw en gebleer. Veul hadden Dré III, wijd
den jongsten renner, in de gaten en over de
wei deinde 't: „Dré III, Dré III, Dré III," alle
gaar op de maat van Bles zünen draf.
„Heurt ge 't, Wieske?"
En trotsch keken heur blaauwe, ongeruste
oogskes omhoog, 'n zenuwentrekske spuide
langs haren mond onder 't blanke vel en 'k
kost nie nalaten deus blonde schoondochterke,
dat mü m'nen Dré III gegeven heeft, 'ns efkens
in de knie te knüpen.
„Heurt ge? Da's veur jouwen jongen, Wies!"
„Dré drie, Dré drie, Dré drie!" tot er weer'nen
hindernis kwam. 'Nen breejen sloot. Alles zweeg.
In spanning. Nommer één zeilde eroverTwee
kwam nie goed op de beenen terecht, verloor
z'n tweede plaats. Aan.. Dré III.
Vijf waren al uit den cours. Gevallen, kans
loos of gestaakt. Aan den kop gingen Dré III
mee zünen felsten concurrent, dan effen niks,
dan drie, die gelijk laggen, dan 'n stuk of vijf
schuin achter malkaar, die allemaal om de
derde plaats vochten, 't Was 'nen prachtrace
Toen begost nommer één mee de rijzweep
te werken. Daar kwam 'n heel stuk zonder hin
dernissen. Dré III keek om! Sodepin, daar
schrok ik van....! Maar wat deed ie? Hij
smeet z'n zwipke weg, ging weer staan in de
beugels en lag z'nen kop tusschen Bles z n
ooren. Hü was gatsammen weer aan 't preve
len mee zünen beest! Gin spoorke van zenu
wen meer. Ik wist wat ie teugen Bles zee
„Winnen! Winnen, Bleske!" En ondertusschen
van die zachte klakskes mee z'n tong. „Win
nen. Winnen."
't Wierd 'nen nek-aan-nekrace tusschen hem
en den felsten teugenstander, die al van start
af nommer één aan den kop lag.
^Oo0000.." kreunde Wieske.
"wat is er, meid?"
„Dat ie toch dien een niet kan inhalen,
kreet ze zachtjes, bütende op heur knulsteke.
Onzen Dré, m'nen zeun, had nog gin woord
gezeed. Alleen veegde-n-ie, hier in die kou, t
zweet van z'n veurhoofd. En ik hoorde m mom
pelen: „God, wat 'nen
Trui blèèrde, schreeuwde: „Dre III, Dre iiii
Zü maakte telkens 't roepspulleke aan den
gang, zonder dat ze 't wist.
De bieding gaat aldus;
N.
O.
Z.
1 Schoppen dubbel (1 Pas 2 Ruiten (3
Pas 2 Harten (3 dubbel (4 2 S. A. (5
Pas 3 Ruiten (6 Pas Pas
Pas
1) Informatie-dubbel (geeft pl.m. 3 H. T.
aan).
2) West heeft ruim topslag en mag dus
een positief antwoord geven, n.l. zün langste
kleur.
3) Oost gaat thans opbouwend bieden, om
dat er kans is op een manche en de ruiten-
kleur safe is.
4) Zuid ziet zün kans en wil tevens Noord
een teeken geven in verband met het uitkomen
tegen een eventueel S. A. contract.
5) West kan de Hartenkleur niet hebben en
heeft voldoende dekking in schoppen.
6) Oost is eenigszins huiverig voor 3 S. A.
wegens de dubbel op Harten door Zuid en de
singleton in schoppen. 3 Ruiten is echter een
safe contract!
In verband met het tegenzitten van de Har
ten is 3 S. A. inderdaad niet te maken, maar
wordt 3 Ruiten precies gemaakt en is er zelfs
een kans op een overslag als de tegenpartü niet
driemaal troef speelt.
Zooals u uit bovenstaand biedverloop kunt
zien, kan een dubbel ook een zeer geschikt mid
del zün om den partner te laten weten in wel
ke kleur hü uit moet komen. Vooral wanneer
een slamcontract van de tegenpartij in zicht is
en zij bezig zijn hun azen te bieden, is een
doublet zeer ongevaarlijk, aangezien de tegen
partij in die kleur toch niet kan spelen en
wordt de partner geholpen in de groote moel-
lükheid, die het uitkomen tegen een slam-con-
tract dikwijls oplevert. Zoo ook in het volgende
voorbeeld:
Sch.: A. V. x
H.: H. B. x x x
R.: V. x
KI.: H. V. x
Sch.: xxxxx
H.: x x
R.: B x
KI.10 9 x x
Sch.: H. B. x
H.: x
R.10 x x x x
KI.: A. x x x
Sch.: x x
H.: A. V. x x x
R.: A. H. x x
KI.: B. x
De bieding ging aldus:
O.
Pas
Pas
dubbel
Pas
Pas
Z.
Harten
Ruiten
Harten
W.
6 Harten
Pas
Pas
Pas
Pas
N.
3 Harten
4 Schoppen
5 S. A.
Pas
Zooals u ziet gaan NZ inderdaad down bü
uitkomst in Schoppen door West, die dit moet
doen naar aanleiding van de dubbel door Oost
Als Oost deze aanwüzing niet zou gegeven heb
ben, was West vrü waarschijnlük met Klave
ren, als niet geboden kleur, uitgekomen en
zouden NZ aan het contract gemakkelijk
hebben kunnen voldoen.
P. H. A. TUIN.
Een theelepel Radox in een glas warm water
doet wonderen. Eén behandeling verwijdert it.
Bij apothekers en erkende drogisten f 0.90
per pak en f 0.15 per klein pakje.
Toen den lesten hindernis. Struikgewas mee
'nen sloot erachter! Nommer één vloog er over.
Dré vloog er over!
Nou den eindspurt.
Allemachtig, amico, nou begost mü ook 't
zweet uit te breken! Nog 'n telleke en 't was
beslecht. En nóg hingen die twee aan malkaar
vast, mee den andere 'n neus vóór Dré III.
„Bles!" riep ik. „Bleske, Bleske!!"
Men nam den roep over. Bles móest 't hoo-
ren
Hoorde-n-le 't?
Ik zag 'm d'ooren spitsen. Zag 'm luisteren.
Maarochermedat kostte 'm rijd! 'n
Duuzendste seconde, maar 't kóstte tüd. Den
tijd van 'n halve lengte! 'k Had de haren wel
uit m'nen kop kunnen trekken! Mü'n schuld..!
„Dré III, Dré III, Dré III," wierd er weer
gebruld. Hè?? Nóg won Dré op nommer één.
Nóg. Nog! Nóg!! En toenamicotoen
zweepte den eerste z'n peerd in de flanken,
spoorde 't en begost, op leven en dood, aan de
leste vijftig meter!
„Wat zou Dré nou doen?" vroeg ik m'n eigen
radeloos af. Vijftig meters. En teugen 'n partij,
die z'n peerd nie spoort.... Maar toen schoten
Dré de leste woorden van den Blaauwe te bin
nen, vertelde-n-ie me later!
„Winnen! Niks sparen! Eén ding! De eind
streep!"
En wat Bles nog nóóit gebeurd was, gebeurde
'm nou, hij wierdfel gespoord! Dan wipte
Dré omhoog, gaf de teugels totaal vrü, blies
Bles woordekens in, won, won, won op nom
mer één mee centimeters, centimetersgoeie
genade, 't hart zat in m'n keel.... de span
ning was zóó groot, dat ge den wind in 't jong
geblaart kost hooren; nog enkele, enkele me
ters.... wat gebeurde er? Wat voerde Dré daar
uit? 'tWas of ie op gin peerd meer zat, locht
gooide-n-ie z'n eigen van 't zadel. Efkens, 'n
tiende seconde was Bles zonder ruiter!
En in dat oogenblik sprong Bles 'nen meter
vóór den concurrent. Over de eindstreep!
Amico, ik heb nog nooit zo'n spanning mee
gemaakt! 'n Uur later bonsde m'n hart nog!
Wat 'n ingeving, om bü de drie leste passen
zoo uit 't zaal te veeren, dat 't peerd efkens
zonder gewicht is en dus! dus altü n hon-
derdvüftig pond vóór op den teugenstander!
Wat was 't goed gewist, dat den Blaauwe,
ouwen wedstrüdenwinner, den Dré efkens was
komen trainen, in de allerleste minuut!
Ik ben m'n peerd kwüt!
Zekers
Maar veur gin duuzend guldens had ik t
willen houwen!
Die twee, Dré en Bles, die hoóren bü mal
kaar!
Wieske heeft staan simmen van plazier.
M'nen zeun keek naar z'n jongske of ie 'm
nog nooit gotd gezien had. En UI venhout?
Ulvenhout nam Dré III op de schouwers en
huldigde den besten ruiter, dien ze ooit be
zeten heeft!
Den spiets van den Fielp was er eenen mee
armen-en-beenen! En gefuifd, amico, plazier
g'adü Van den Fielp z'n propke is niks meer
gekomen, dat verstade! Hü heeft er ook nie
meer naar getaald!
Maar nou schei ik er af.
Veul groeten van Trui, van m'nen piqeur en
als altü gin horke minder van oewen
t. a v.
DRE.