ARBEID IN DE FILM AKKERTJE tfidimfml vonden dag De avonturen vaneen verkeersagent je «In K Mogelijkheden ook hier oogstaande vrouw VRIJDAG 13 MEI 1938 Uit de Pers Schoolmeester in 1669 De A.N.E.F. gaat door Erïe.S't i De zwerver Neem dadelijk 'n bij hoofdpijn of migraine. Nieuwe maatschappij in oprichting DURFDE DE TRAP NIET OP UIT ANGST VOOR HAAR RHEUMATISCHE PIJNEN Eindelijk een middel dat uitkomst bracht Meer dan eens hebben wij er op ge wezen, dat het voor onze Neder- landsche filmers, technici, spelers ehz. enz. van het grootste nut zou zijn, Wanneer men komen kon tot een perma nente filmproductie in ons land. Tegen aulk een productie kunnen niet zóóveel ezwaren worden aangevoerd, of er blij - Jen nog motieven genoeg over om haar te bePleiten of te verdedigen. Onder een Nederlandsche filmproductie Verstaan wij allerminst een snel en op niets <htn winstbejag gericht industrieel proces, ö°ch een rustige, gezonde, naar alle kan ten verantwoorde productie, die trouwens aUeen bestaan kan als het resultaat van ®en werkelijke behoefte. Nog onlangs we- <-en wij op de vraag naar cultureele films, hfopaganda- of reclamefilms of hoe men ze noemen, maar men behoeft ook de sPeelfiims niet over te slaan, mits zij hechts in de orde van „Pygmalion" blij- Ven en niet afzakken naar „De Familie van mijn vrouw" en dergelijke. Door den aanmaak van Nederlandsche 'tois zou men ook op dit gebied iets kun- jjeh doen ter bestrijding van de werkloos- J^td en hiermede wordt aan de vele objec- .eh, die reeds in ons blad werden genoemd, ®eh toegevoegd, dat vraagt om behande- thig. °ok „Het Volk" heeft van tijd tot tijd de Jhidacht gevestigd op deze materie en °Pit thans nogmaals daarop terug in ver- and met het jongste jaarverslag van den scoopbond, waaraan ook wij reeds een &io: ander hebben ontleend. Het sociaai-de- IïlQcratische blad heeft voornamelijk het op de groote plaats welke door de uitenlandsche en vooral de Amerikaan se film in ons land wordt ingenomen. et blad verwijt den bioscoopbond, dat eze geen maatregelen heeft weten te feffen, om den buitenlandschen import ^elke volgens het oordeel van den bond S over de schreef ging tegen te gaan. eze mislukking zou dan verband houden het feit, dat de houders van buiten- ahdsche films, speciaal de Amerikaan se importeurs, te gcooten invloed in de alcen van den bond uitoefenen. Hiermede worden dan uitsluitend be- °eld de Nederlandsche filialen van Ame- Saansche ondernemingen. Hierdoor vloeit Jeel geld weg uit Nederland, dat er gedeel- el«k had kunnen blijven. Er zit ongetwijfeld iets waars in het be- van „Het Volk", dat echter, naar we JiPen, zijn bezwaren toch alleen maar zal 'hen beperken tot de onbeduidende film- Pr°ductie. Het zou immers te betreuren Jtl> wanneer een onbelemmerde invoer atl goede, waardevolle films niet gega- aPdeerd kon worden. j Afgezien van dit alles is er nog volop ge- Senheid om permanente arbeidsmogelijk- j6c}en te exploiteeren. Er zijn in Neder- ahd twee filmfabrieken, te weten Filmstad, aar momenteel de nationale film gemaakt s.°rht, en Cinetone, waar een doodsche llte heerscht. Men kent de trieste ge- cPiedenis: Filmstad heeft de heele natio- a'e film opgeslokt, Cinetone kreeg niets. Filmstad worden de vijftig copieën ver loardigd, die van de nationale film in om- ^°P Worden gebracht, in Cinetone niet één. 11 behoeven we ons niet te beperken tot S naam van Cinetone alleen. Ook de stu- VJ° Van Willy Mullens in Den Haag schijni, ortreffelijk genoeg ingericht te zijn om S'fecte copieën te kunnen garandeeren. ah deze studio kan men echter niet zeg- 8en «ij hat zij om werk verlegen zit. Daarom he nadruk gelegd op Cinetone, waar Edy-braadpan is 2eer bijzonders, - als staal - aai van lijn en °ch niet duur!//, V TE dieren hoegenaamd niets omgaat (waarom??) en die bovendien in het voornaamste filmcen trum van Nederland, in de hoofdstad, ge legen is. Wanneer zoowel in Filmstad als in Ci netone een voorzichtige doch regelmatige productie kon gaande gehouden worden; wanneer bovendien de copieeringen uit sluitend in eigen land geschieden het geen bij de zeer goede inrichtingen in ons land gemakkelijk kan geschieden; wan neer, in éen woord, alle werkzaamheden, welke in Nederland kunnen verricht wor den, hier ook hun beslag krijgen, dan zal daarmede een respectabele arbeidsverrui ming geschapen zijn, die men in het be lang van de Nederlandsche film en van de werkloosheidsbestrijding beide niet zal mogen verwaarloozen. Dat de z.g. nasynchronisatie van films met succes in ons land kan geschieden, wordt, om slechts één voorbeeld te noemen, voldoende bewezen door de film „Een lied van de Aarde", die door de Multi-film (J. C. Mol) te Haarlem in het Nederlandsch werd overgebracht zoowel op smal- als op normaalfilm met een resultaat waarvan de kwaliteit onbetwistbaar is. Er is dus geen enkele reden om te twij felen aan de mogelijkheden, die op het gebied van de filmproductie open liggen. Het is waar: de film-industrie bestrijkt bij ons geen geweldige terreinen zooals in Amerika, Engeland, Frankrijk en Duitsch- iand en in het kader der algemeene werk loosheidsbestrijding zal zij geen redding brengen, doch op zijn minst zal men kun nen bereiken, dat een aantal werklooze intellectueelen, technici, arbeiders enz. voor zichzelf een debiet open ziet liggen en voor de gemeenschap waardevol cul tuurwerk kan verrichten. Of men in deze initiatieven zal mogen verwachten van den Ned. Bioscoopbond, weten wij niet, maar wat niet is, kan ko men en wanneer de deskundigen op dit stuk eenmaal met helder geformuleerde en verdedigbare voorstellen voor den dag zullen komen, zullen zij allicht bij de regee ring een willig oor vinden. De bekwaamheden, bevoegdheden en de wed de van den onderwijzer worden heden ten dage geregeld bij de wet dat heeft een langen en moeizamen strijd gekost, waaraan èn de on derwijzers èn de exponenten van de verschil lende levensrichtingen hartig meededen. In vroeger eeuwen bestonden óók verordeningen op den onderwijzer. Het maandblad „Valcooch" haalt een „Ordonnantie ende Reglement" voor den schoolmeester „des Dorps Huijsen" uit het jaar 1669 op: „Ende wat aengaet de schole, sal hij des- gelijcks gehouden sijn deselve personelijk ende niet door een ander waer te nemen. Ende to dien eijnde alle werekdaghen des morgens ten negen uijren sich in het school te laten vinden, ende 't selve te houden tot twaelff uijren ende des namiddaeghs van een uijren tot vier uijren, uijtgesondert donderdaeghs s'namiddaeghs, als wanneer het oorloffdagh sal wesen. De bestemde uijren tot het schoolhouden sal hij nergens anders toe mogen besteden, als om de kinderen die bij hem besteedt sijn, soo wel d'eene als d'andere, sonder onderscheijdt, wel te onderwijsen in 't geen waertoe sij besteedt sijn, sonder d'een meer over te hooren als d'ander, en sonder eeni- ge kinderen van d'ingesetenen deses dorps, in sijn gemeene school te mogen aennemen om deselve eenige boecken te leeren voor eenige somme gelts waerdoor hij in 't on derwijsen van de anderen verhindert soude mogen worden. Indien ijemant van de kinderen sijne boecken, papier ofte pennen self mede- brenght sonder deselve van hem te coopen, sal hij niet vermogen deselve ofte haer ouders daer oyer qualijk te bejegenen ofte sich daer over qualijk te houden, ende de pennen moeten versnijden sonder ij ets daervoor te genieten. Als de kloek geslagen is om de kinderen uijt de school te laten gaen naer huijs toe, sal hij sorge moeten dragen, dat sulx ge schiedt met goede order, ende dat niemandt van haer eenige ongebondenheijt, dartel- heijt. pijpestelderije of diergelijcke onder wegen plege, sal oock deselve soecken in t'prenten ende belasten alle behoorlijcke respect ende eerbiedichheijt met het afne men van haere hoeden en groeten van alle binnen 'n kwartier zijl ge er van af, dank zij de bijzondere samenstelling. Weiger namaak, lel op AKKER-merk. Per koker van 12 stuks - 12 stuivers. Per doos van 2 stuks - 2 stuivers. eerlicke luijden, regenten deses dorps en van de kerek, soo op de wegen als anders- sins te be'wijsen ende die nalatich daer inne sijn, daer over bestraffen. Van ijeder kint dat besteedt is om te leeren lesen sal hij voor ijeder weeck ge nieten een stuijver en van die geene die benevens dien oock leeren schrijven een braspenningh. Sal oock de kinderen des woensdaeghs mitschaeders des saterdaeghs nae de mid- dach, sonder onderscheijt kleijn ende groot, meijsies of knechties (echter na ijders capaciteijt) de vief hooftstucken der chris- telijcke gereformeerde religie, mitsgaeders de morgen, avont en taeffelgebeden, leeren ende wel inprenten om alsoo den eersten gront van het gereformeerde christelick ge loof wel te leggen waerdoor de jeugt te eer ende meer tot de beginselen van de cate- chisatien aengeleijdt ende opgeqweekekt mach werden. Oock sommige kinderen, doch vrijwilligh daer toe sijnde en bij manniere van aen- maeninge, in 't begin van de weeck, een ofte twee vraegen van buijtende te leeren, instellen: om deselve sondaeghs na de middaeghs voor de predicatie in de kereke op te laeten seggen, en sulks op de afvrae- ginge van de Predicant, aen wien de Coster de naemen der kinderen, neffens de vrae gen uijt de Sondach welcke verklaert sal worden, en die de kinderen geleert hebben, op een brief sal overgeven en op de plaets van den Predicant daer hij sit in het doop- huijsie neerleggen. Edoch dat de kinderen noeijt boven het getal, maer wel minder als achte sullen sijn, tot verkortinge des tijds. Sal oock de kinderen wel ernstlick ver- maenen neerstelick ter kereke te gaen,_ ende insonderheijt beveelen alle saterdaegen. De Coster sal oock des woensdaeghs ende saterdaeghs, sonder foute, de schooldienst, na verrichtinge van de ordinarische school plichten, gehouden sijn te sluijten, met het singen van een twee verssen uijt de Psalmen Davids, ende wel voornaem van de lichste weijsen om van de kinderen te beeter nagesongen te konnen werden, ende alsoo de jeught het singen van tijdt tot tijdt te gewennen. Op bovenstaande condities is in 1669 tot Koster, voorzanger en Schoolmeester aan genomen Meester Lourens de Roo voor de som van ƒ75.— per jaar, verschijnende den lsten Februari. 5 November 1677 werd hij als zoodanig opgevolgd door Comelis de Graaf. Omdat de belooning van den Schoolmees ter afhing van het aantal kinderen dat bij hem ter school ging, was het in zijn finan cieel belang dat aantal zoo groot mogelijk te doen zijn. Toen dan ook iemand van el ders regelmatig in het dorp kwam om kin deren ten huize van hun ouders onderwijs te geven, was het begrijpelijk dat de dorps schoolmeester, die daardoor in zijn inko men werd getroffen, zich daartegen ver zette. Het moet hem dan ook groote vol doening geschonken hebben dat „Schout. Schepenen ende Gerechten van den dorpe Huijsen" bij strafverordening verboden aan de huizen der ingezetenen onderwijs te ge ven zonder vergunning van den Schout, die deze alleen gaf aan den eigen dorpsschool meester." Met het Indië-vliegtuig de Valk is de direc teur van Radio-Holland, N.V. Nederlandsche Telegraaf-maatschappij, de heer Th. P. van den Bergh, van een ruim tweemaandelijksch erblijf in Nederlandsch-Indië in de hoofd stad teruggekeerd. De heer van den Bergh heeft een verslag gever van het A. N. P. enkele indrukken van zijn reis medegedeeld. Hij vertelde o.m., dat Radio-Holland in sa menwerking met de Escomptobank een syn dicaat heeft gevormd, dat zich heeft belast met de vervaardiging van de kolonisatie-films, welke een opdracht is van het departement van Economische Zaken in Nederlandsch-Indië. Deze opdracht was zooals men zich herin nert oorspronkelijk gegeven aan de ANEF, welke maatschappij in verband met finan- cieele moeilijkheden haar bedrijf stopzette, zoodat de opdracht niet kon worden uitgevoerd. Radio-Holland zoo zeide de heer van den Bergh heeft met de ANEF voorloopig een contract gesloten, waarbij de bezittingen van de ANEF voor bepaalden tijd zijn gehuurd. Een nieuwe maatschappij is in oprichting, die zal voortgaan met de vervaardiging van Indi sche films. Uiteraard zal een commercieele basis worden gesteld, doch op den voorgrond zal staan een grootere en betere bekendheid te geven aan Nederlandsch Indië, waartoe de maatschappij zich vooral zal toeleggen op de vervaardiging van documentaire films. Of de nieuwe maatschappij ook journaal films zal gaan vervaardigen, is nog niet met zekerheid te zeggen. Voorloopig zal hier geen sprake van zijn. Afgewacht moet worden of voor dergelijke films voldoende belangstelling bestaat. In dit verband wees de heer van den Bergh op de hooge kosten, welke aan de ver vaardiging van journaalfilms in ons uitge strekte Indië zijn verbonden. Over het bedrijf van de Nederlandsch-Indi- sche Radio Omroep Maatschappij was de heer van den Bergh zeer tevreden. Vooral wanneer in aanmerking wordt genomen, dat de N. I. R. O. M. nog maar slechts vier jaar bestaat. Ook hierbij vormde de uitgestrektheid van onzen Indischen archipel een groote moeilijk heid, want er diende voor gezorgd te worden, dat 'de uitzendingen overal goed hoorbaar wa ren. Dit is gelukt, maar er zijn ook 25 stations voor noodig geweest. Daar komt bovendien nog de moeilijkheid bij, dat niet alleen pro gramma's gegeven moeten worden voor Euro peanen, doch ook voor de oosterlingen. Dat vraagt allemaal groote uitgaven. Dat de programma's van de N. I. R. O. M. ook buiten Indië worden gewaardeerd, moge blijken uit het feit, dat Ceylon gevraagd heeft of het de programma's der N. I. R. O. M. mag heruitzenden. Uiteraard zoo besloot de heer van den Bergh is gaarne toestemming ver leend. De regen viel bij stroomen neer. Nu en dan joeg de heftige wind weliswaar de wolken uiteen, zöodat de sterren weer zichtbaar werden maar dan kwamen weer andere wolken opzetten en begon het gekletter van den regen opnieuw, nu en dan afgewisseld door donderslagen. Op den hoek van de straat, onder een boom, die hem zoo goed mogelijk beschutte, verloor de zwerver de deur van de groote huurkazerne niet uit het oog. Op zijn zwerverstochten in deze buurt had hij opgemerkt, dat de voordeur menigmaal 's avonds half aanstond hetzij door nalatigheid, hetzij omdat de een of ander was uitgegaan, die weer spoedig dacht terug te zijn. En zoo was hij op een avond voor den eersten keer vlug naar boven geloopen, alle vier trappen op, naar het bovenste portaal. Een paar uurtjes sliep hij daar, zooveel de koude en de honger het toelieten, om dan 's morgens vroeg weer voorzichtig weg te sluipen. Zoo nam hij ook dezen avond zijn kans waar. Er was- geen licht, daarboven alleen het zwakke schijnsel van de portalen beneden. Van onder de deur van de aangrenzende zolderka mer kwam een scherpe tocht. Alles te zamen genomen, een ongemakkelijke slaapplaats, maar altijd nog te verkiezen boven de openbare te huizen, waar ze je lastig vie'.en met reglemen ten. De zwerver nam het matje, dat voor de deur van de zolderkamer lag, spreidde het uit in een hoek en legde zich zoo goed mogelijk te rusten. Doch ditmaal slaagde hij er niet in den slaap te vatten. Ook in huis heerschte een zekere on rust, evenals in de natuur. Deuren gingen open en weer dicht nu eens zachtjes, dan weer met geweld. Eén keer hield de lift stil bij het portaal onder hem. Denkelijk kwam de meneer van dat appartement thuis. Herirftieringen kwamen bij hem op, aan de goede dagen, die hij gekend had. Een leven zonder zorgen, in het begin. Toen waren de moeilijkheden gekomen door eigen schuld. Al zijn bezittingen had hij moeten verkoopen. Steeds meer berg-af was het gegaan, tot hij ten laatste geen behoorlijke slaapplaats meer had en geen kleeding en geen eten tot hij er tenslotte onverschillig voor was geworden. Thans was het overal stil in huis. De bewo ners lagen behaaglijk in hun bed. Hij alleen lag wakker in zijn hoek en de tocht van onder de deur blies in zijn ooren, als wilde hij zeg gen: „Je hebt het zelf gewild! Je hebt 't zelf gewild Eensklaps ging hij met een schok overeind zitten. Het kwam hem voor, dat ze op de ver dieping onder hem aan het twisten waren. Ver staan kon hij niets, maar hij hoorde duidelijk het geluid van opgewonden stemmen. Een oogenblik werden zij overstemd door het ge kletter van den regen. Dan meende hij beslist tusschen het gekraak van een donderslag door, een doordringenden kreet te hooren en daarna een doffen val. Hij sprong overeind en snelde naar de trap, in twijfel of hij niet beter de vlucht kon ne men. In zijn omstandigheden leek hem dat zeker het beste. Maar terwijl hij onhoorbaar de bovenste trap afsloop, ging de deur van bet bewuste appartement open en verscheen een doodelijk ontstelde man op den drempel, in het volle licht, dat uit de kamer viel. Een oogenblik stond de zwerver als verplet. Dan duwde hij den ander opzij, alsof 'tde ge woonste zaak van de wereld was, en ging de kamer binnen. Naast een omgevallen stoel lag een man onbeweeglijk op den grond en een zwaar ijzeren voorwerp niet ver van hem af. Toen de zwerver zich oprichtte, zag zijn ge laat zoo mogelijk nog bleeker als dat van aen ander. Jij, Julesheb jij dat gedaan? sta melde hij. Zóó groot was de verbazing van den ander, dat hij een oogenblik zijn ontsteltenis vergat en onderzoekend den bedelaar aanstaarde, die hem bij zijn naam had genoemd. Antoine! Is het mogelijk? riep hij uit. Hoe kon hij in dien haveloozen en ver wilderden zwerver den man herkennen, die hem eertijds slag op slag had toegebracht, zoo dat hij nagenoeg tot den bedelstaf was geraakt en jaren noodig had gehad, om zich er weer bovenop te werken? Sindsdien had het leven hen gescheiden. Ieder was zijn eigen weg gegaan. En nu ont moetten zij eikander wederom. Zij hoefden el kaar geen vragen te stellen. De bittere armoede van den een en de welgedaanheid van den an der spraken duidelijke taal. Thans had Jules zich van zijn verbazing her steld en keerde tot de vreeselijke werkelijkheid terug. Red me, als je kunt! riep hij uit. Help me, Antoine, in 's hemels naam! Antoine glimlachte bitter. Hij was wel in toestand om te helpen. Maar tegelijkertijd had hij diep medelijden met den ander. Het ver leden rees voor zijn oogen op de herinne ring aan de dagen, toen zij vrienden waren geweest Jules altijd edelmoedig en hij een bedrieger en verrader. Help me, als je kunt! riep Jules weer, in dit ontzettend uur. Het beteekent de galeien voor me de galeien, hoor je? Is hij dood? vroeg Antoine, op den ver- slagene wijzend. Neen, alleen bewusteloos. Hij is van de geheime politie. Hij kwam me arresteeren, om dat ze me van spionnage beschuldigen. De he mel is mijn ge- tir cuige, dat ik niet anders dan een de handen van een gewetenlooze bende. Hij liet me 1" niet uitspreken en toen toen heb ik hem neergeslagen, omdat hij me woedend maakte. Wat moet ik doen? Als je een weg ziet, zeg het me dan! Antoine voelde met zijn hand door zijn ver waarloosden baard. Hij kon nog met een zekere kalmte denken, aangezien hij in zijn zwervers bestaan heel wat kritieke uren had beleefd. We kunnen de zaak het best in alle stilte behandelen, zei hij dan. Wat bedoel je? vroeg Jules gejaagd. Antoine keek hem aan, met een eigenaardi- gen glimlach. Het is niet beslist noodzakelijk, dat jij dien man hebt neergeslagen, zeide hij. Ik kan het evengoed gedaan hebben. Jij? Zeker. Ik zal het je uitleggen. Maar eerst zullen we dien knaap daar wat veiliger opber gen. Volgens de regels van de kunst bond hij den man, die nog altijd bewusteloos lag, stevig aan handen en voeten en zorgde er tevens voor dat hij niet kon roepen, als hij weer bijkwam. Dan trok hij Jules mee naar de andere kamer. Luister nu goed, zeide hij. De regen kletterde tegen het glazen dak van het trapportaal. Antoine sprak aan één stuk door en liet Jules niet aan het woord komen. Wat is er op tegen? Voor jou is 't hier niet meer te houden. Binnen twee uur kun je veilig en wel over de grens wezen op mijn papie ren. We ruilen. Eenvoudiger kan het al niet. En jij bent gered. En jij dan Antoine? O neen, dat kan ik niet doen Ik zeg je van wèl. Ik heb zoo het een en ander aan je goed te maken, Jules en nu betaal ik mijn schuld. Wat riskeer ik trouwens? Ik blijf niet hier! Daar de ander zich nog altijd verzette, zei Antoine ruw: Wees nu geen idioot en maak dat je weg komt. Werktuiglijk liep Jules naar de deur. Antoine ging met hem mee en draaide het licht uit. Spreek zoo weinig mogelijk, fluisterde hij den ander nog toe. Denk eraan: het zou de galeien beteekenen! En nu, vooruit! Antoine duwde hem zachtjes de deur uit. Zwijgend drukten zij elkaar de hand. Een oogenblik later waren beide mannen in de duis ternis verdwenen. (Nadruk verboden) (Ingezonden Mededeelingi Maar tot haar schrik had haar ring niet de minste uitwer king. De agent bleef agent en toen hij de heks naar beneden zag tuimelen terwijl de vogel op een vleugel van de machine had plaats genomen, lachte hij in zijn vuistje. En terwijl de vliegmachine verder vloog viel de heks met een luiden gil in het water, waarboven het vliegtuig zich bevond. De onechte tooverring volgde haar, aan den ketting vastgebonden. „Haar vlieger is nou dit keer eens niet opgegaan," zei de koning. Mevr. G. M. schrijft ons: „Ik had erge rheu- matische pijnen in mijn knieën en rug en ook had ik last van hoofdpijn. ïk durfde nooit goed de trap op te loopen int angst voor pijn. Nu neem ik echter eiken morgen een halve thee lepel Kruschen Salts in warm water en ik voel mij een ander mensch. De pijn is zoo goed als geheel verdwenen." De verschillende zouten in Kruschen Salts hebben ieder een eigen wer king bij de bestrijding van Uw1 rheumatische pijnen, hoofdpijn, enz. Zij verwijderen de opge hoopte afvalstoffen, welke de oorzaak zijn van Uw klachten uit Uw organisme en sporen Uw afvoerörganen aan tot betere werking Uw bloed wordt gezuiverd en binnen korten tijd zal er geen sprake meer zijn van rheumatische pij nen of andere klachten. Kruschen Salts is uit sluitend verkrijgbaar bij alle apothekers en erkende drogisten. A| T D/^!VT1VTt?*C op dit blad zijn ingevolge de verzekenngsvoorwaarden tegen w-i bij levenslange geheele ongeschiktheid tot werken door bij een ongeval met nfA /\ÖV/i tllJu l3 ongevallen verzekerd voor een der volgende ultkeeringen Ovo" verlies van beide armen, beide beenen of belde oogen JT i U\/«" doodelijken afloop X UUU AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL bi) verlies van een hand een voet of een oog. Bewerkt naar het Fransch door CHRISTINE KAMP ^^C"JV/ens, zelden kon hij ongestoord met 1iaqlesï'reken. De bezigheden, die haar in beslag ST zorg voor de kleinere kinderen, de Vt-Qipe ouderen gegeven lessen, die voortgezet Mjj:s n ondanks de vacantie, hielden haar dik- "6ei Verwijderd uit het salon, beletten haar Ni i nemen aan de spelen in de vrije natuur, e, wandelingen. Als het dan eens voor- "at zij Zjch vrij kon maken, dan werden Vaardi ?r8anisatietalent en onvermoeide bereid- door de jonge lieden te hulp ge- cl in wier oogen Julia Löwenstein gold H Wi]VerPersoonlijking van verstand en goe- h?leSenveep John Bretland dan ook gretig de >Taar ?e'aan die zich voordeed na de korte, at®rke tirade van dr. Mac-Raeeen S5® door een gemompel van eerbiedige be- pileq 'n8 van alle aanwezigen werd gevolgd t at -„ den op en terwijl Marian zich naar °ha lale werkkamer begaf, besloot het ge- D in het park een wandeling te maken, Julia volgde het vroolijke groepje, waar ook de kinderen zich bij hadden aangesloten. Daar haar bezigheden geëindigd waren kon zij eens genieten, van dezen heerlijken namiddag. John had gezorgd in haar nabijheid te zijn en zij wandelde naast hem voort nadat hij zich be leefd bevrijd had van het gezelschap van Jenny Graham, die haar wensch om meesteres van Lieswill-Court, het landgoed van Bretland, te worden, heelemaal niet verborg. Dr. Mac-Rae liep vooraan tusschen mijnheer Graham en den professor uit Londen, mr. Wil liam Hollys. Tusschen die twee groote, krach tige mannen leek de dokter een dwerg en toch zoo groot waren zijn moreele invloed en over wicht op zijn begeleiders, dat hij leek ver boven hen uit te steken door zijn grootheid van ziel en diepte van verstand. „Dr. Mac-Rae is beslist een buitengewoon man," zei John, alsof hij hardop dacht. Tersluiks keek hij onderzoekend Julia aan. Hij bemerkte een lichte trilling van haar ge laatstrekken, toen zij antwoordde: „Ja, dat is de algemeene opinie." „De uwe natuurlijk ook?" Zij bloosde en antwoordde verlegen: „Ik heb in dat opzicht geen besliste meening. De dok ter is zoo'n ondoorgrondelijke man. En trou wens, kan men werkelijk ooit een menschelijk wezen geheel kennen?" „Wat een wanta-ouwen, miss Julia!" riep John verwonderd uit. „Als men u hoort, zou men denken, dat u een smartelijke teleurstelling is overkomen, dat u een wreede desillusie hebt ondervonden," Hij gaf voor schertsend te spreken, maar trachtte tegelijk te raden, wat die tot nu toe zog vertrouwende ziel had kunnen veranderen. Maar hij zag haar van terzijde en zij sloeg de oogen neer om beter haar geheim te bewaren, daar zij wist, dat John Bretland 'n scherpzinnig opmerker was. „Is het deze weelderige omgeving, dat ele gante wereldsche leven, dat u zoo veranderd heeft, miss Julia, u, die ik altijd gekend heb als zoo minzaam zoo argelooste argeloos, in sommige gevallen. Als dat het geval is, zou ik willen, dat u het leven van vroeger weer kon leiden." „Ja, ik zou willen, dat lady Peel nooit ge leefd had, dat dit fortuin vernietigd, verdwenen was.... dat wij arm waren zooals vroeger!" fluisterde zij zachtjes op bitteren toon. De verrassing, de angst van John waren grooter geworden, maar hij ging niet voort met zijn onderzoek. Hij hield zich terug tegenover den klaarblijkelijk vasten wil van Julia om haar geheim te verbergen. Zij wandelden een poos in stilte voort, toen Julia het gesprek op nam op een geheel ander onderwerp. Nu be merkte John in haar geen spoor van ont roering. Dien avond, toen de gasten van tafel opston den, zei Marian tot haar nicht: „Wil je even in mijn werkkamer komen, Julia? Ik heb iets met je te bespreken." Verwonderd volgde het jonge meisje de vrouw des huizes naar het vertrek waar zij gewoon was een groot gedeelte van den dag te werken. Die kamer was weidsch ingericht, maar toch in strengen stijl, zooals het best overeenkwam met het type van schoonheid der jonge vrouw. Marian wees haar nicht een fauteuil aan en zette zich voor het groote bureau, dat over laden was met papieren en boeken. Zij ver zette de brandende lamp, zoo, dat zijzelf in de schaduw bleef, maar het gelaat van Julia in het volle licht kwam. „Het is niet noodig om een lange inleiding te houden, Julia," begon zij op koelen toon. „Je bent niet meer zoo'n heel jong meisje en je gezond verstand is ontwikkeld genoeg, dat ik rechtstreeks kan sprekenKortom, ik heb gedacht, dat je moest trouwen en dat John Bretland juist de geschikte echtgenoot voor je is." Julia' sidderde en werd bleek. „Wat een vreemd idee, Maria!" zei zjj een beetje ver bijsterd. „Waarom?Waarom zou het vreemd zijn voor je om aan een huwelijk te denken? Heb je daar nooit aan gedacht?" „Toch wel,"» antwoordde zij, terwijl zij een zucht onderdrukte. „Maar nu is dat voor bijgeheel voorbij!" „Kom, kom, dat geloof ik niet. Me dunkt, je hebt alle hoedanigheden, die noodig zijn om een volmaakte huismoeder te worden. Nu heb ik sedert lang gemerkt, hoezeer mijnheer Bretland Je waardeert, hoe zijn opinies en jouw smaak overeenkomen. Maar die beste John schijnt die soort van schroomvalligheid te hebben, waar mede toch in andere gevallen zoo dappere man nen het geluk laten voorbijgaan, zonder er de hand naar uit te steken. Daarom heb ik be sloten de tusschenpersoon te zijn en als je het aanneemt, zal ik met onzen vriend de noodige onderhandelingen beginnen." „Dat behoeft niet," zei Julia, haar best doende om haar stem vast te doen klinken. „Ik trouw noch met mijnheer John Bretland, noch met wien dan ook." „Maar waarom dan toch?" riep Marian onge duldig uit. „Zou het misschien zijn om het ver schil van godsdienst?" „Juist, daarom," antwoordde Julia beslist. Marian liet een spotlach hooren. „Maar dat is te erg! Daarom, alleen daarom zou je zoo'n prachtige partij weigeren?Want men kan het niet ontkennen, de positie van Bretland is prachtig. Hij is een der grootste landeigenaren van deze streek en zeer zeker zal hij eens ge rekend worden onder onze meest hoogstaande politieke leiders. Wat het zedelijke en het lichamelijke betreft is er hoegenaamd niets dat hem verweten kan worden." „Neen, niets," antwoordde het Jonge meisje, wier gelaat haar geheime smart verried. „Maar nooit zal k met een protestant trouwen." „Gelukkig heb ik zulke gewetensbezwaren niet gekoesterd," riep Marian met een spotlach uit. „Dus Je keurt mijn huwelijk af?" „Ja, op dat punt," antwoordde Julia oprecht. Marian bleef eenige oogenblikken zwijgend zitten: zij speelde met de ringen, die haar vin gers versierden. „Is dat besluit onherroepelijk?" „Absoluut onherroepelijk! Ik bedank je, Marian voor dat bewijs van je vriendschap; het spijt mij, dat ik er niet aan kan beantwoorden, maar mijn geweten verplicht mij daartoe." Julia was opgestaan en Marian volgde haar voorbeeld, terwijl zij hernam: „Het heeft dus geen zin, dat ik je een tweeden candiaat voor stel. Mijnheer Hollys verbergt niet zijn diepe vereering voor je. Ook hij heeft een mooie posi tie, hij is verstandig, geleerd, maar daar doet zich ook het verschil van godsdienst voor. Ik zou dus iemand moeten zoeken, die katholiek is, zooals jij en die al de hoedanigheden ver- eenigt, die ik voor je wensch. Ik zal wel zoo iemand vinden, je zult geen oude juffrouw worden, Julia. Je zult rijk en gelukkig worden, dat garandeer ik je." Julia keek haar nicht aan met een verwonde ring, die zij niet kon verbergen. Voor haar huwelijk had Marian haar niet gewend aan zooveel bezorgdheid en nooit had zij getracht den zwaren last van dagelijksche werkzaam heden, die op de schouders van het jonge meisje rustten, te verlichten. Het scheen wel, dat het geluk en de voldoening van al haar verlangens in dat zoo persoonlijke karakter een volmaakte verandering hadden teweeg gebracht. „Ik weet niet hoe ik je zal bedanken, lieve Marian." zei Julia met oprechte ontroering. „Maar ik verzoek je er om, geef je voor mij geen moeite, probeer niets van dien aard want dat zou nutteloos zijn. Ik heb het je zooeven al gezegd, ik zal nooit trouwen." „Komaan, Julia," riep Marian driftig uit, „dat meen je niet! Wat wil je dan doen?" (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 13