Koning Leopold een vriend
van Nederland
Antoon Coolen
Dr.P.H.Ritter Jr.
De avonturen van een verkeersagent je
1
Md modaal mn dm
"f
I
een
Een nabetrachting
hoogstaande vrouw
WOENSDAG 18 MEI 1938
Wonderbare genezing
en
schreven
HOE VOORZIEN WIJ IN
JODIUM-TEKORT?
Rond de Gooische struma-
gevallen
WEET U, dat ook U 17 kilo gezinswas met Rinso prachtig
helder wit krijgt binnen anderhalf uur voor slechts 127» cent?
dat U het sop van de nieuwe, „overvette" Rinso vele malen achter
een kunt gebruiken en wel voor het witte, bonte en gekleurde goed?
dat zich op elk pak Rinso een bon voor fraaie en nuttige ge
schenken bevindt?
.OVERVETTE" RINSO, SPECIAAL VOOR DE WASMACHlN*
1
Ds doopplechtigheid van Prinses Bea
trix is voorbij, de plechtigheid, waar
bij Z. M. Koning Leopold als een der
Peetouders aanwezig was. Hierin mogen wij
aanleiding vinden eenige woorden te wijden
aan de in hooge mate sympathieke per
soonlijkheid van dezen vorst.
De Koning der Belgen was de éénige
regeerende vorst onder de koninklijke en
doorluchtige gasten van H. M. de Koningin.
Als verwant aan ons Prinselijk Paar, mede
door wijlen H. M. Koningin Astrid, daarbij
de jonge koning van 'n stamverwant buur-
volk en persoonlijk 'n kenner en vriend
van Nederland en ons Overzeesch gebied,
heeft Z. M. destijds aan het verzoek, om
peter over Prinses Beatrix te willen
staan, ook onmiddellijk gehoor gegeven.
Daarom was zijn komst naar 's-Graven-
hage, zijn persoonlijke deelneming aan de
plechtigheid, waarbij de Koning onze Ko
ningin aan den arm begeleidde, bij het
ceremonieel van den doop voorop gaande,
een uiterst sympathiek gebaar, dat voor
ons volk zéér zeker niet onopgemerkt ge
bleven is. Het zoo welkom bericht van
heden, dat Z. M. de Koning der Belgen nog
in den loop van dit jaar dat is het jubi
leumsjaar van H. M. de Koningin Wilhel-
mina een officieel bezoek aan onze
Vorstin en aan ons land zal brengen, brengt
ongetwijfeld dan ook een climax in de
vriendschap tusschen de Nederlandsche en
Belgische koninklijke families. En het kan
wel niet anders, of dit zal de pogingen aan
beide zijden onzer grenzen tot betere
samenwerking tusschen Nederland en Bel
gië te komen, ten zeerste in de hand wer
ken.
Prins Leopold was bemind onder de
Eton-boys van zijn klas, toen hij in
Engeland werd opgevoed. Toen na den
oorlog een kentering kwam in de nationa
listische Vlaamsche jeugd van België, die
nu strijdlustig naar leiders (die ontbraken)
begon uit te zien, liet Prins Leopold den
Vlamingen bij alle voorkomende gelegen
heden blijken dat hij behoorlijk Neder-
landsch kende. In een tijd, toen de strijd
voor het Vlaamsch nog niet zoover gewon
nen was als op dit oogenblik, heeft men
het beleefd, dat Prins Leopold den burge
meester van een groote Vlaamsche stad op
z'n plaats zette, waar deze hem in het
Fransch had begroet, doorin het
Vlaamsch te antwoorden. En dit óók
dient gezegd in goed Vlaamsch, zonder
dialecten-bijsmaak.
Koning Albert had al vóór den oorlog de
teekenen des tijds vooruitgezien en zich
erop ingesteld een heropleving van de
Vlaamsch-Fransche tegenstelling die
weieens de Belgische volkseenheid kon be
dreigen te voorkomen. Z. M. belastte
Herman Teirlinck, den grooten Vlaamschen
letterkundige, met de opvoeding van de
prinsen Leopold en Karei. Maar koning
Leopold's leermeester behoorde tot de
(langzaam verdwijnende) generatie van
„gewestelijke" Vlamingen, die, hoezeer ook
meesters in het gebruik van onze taal, het
spreken van zuiver en beschaafd Neder-
landsch nog niet zoozeer tot een cultuur
hadden gemaakt, als het huidige geslacht
dat doet. Des te opmerkelijker is het daar
om, dat Koning Leopold een Nederlandsch
spreekt en schrijft, waaraan niets ont
breekt. Sedert zijn troonsbestijging aan
vaardt men aan het Hof te Brussel de
Noord-Nederlandsche uitspraak als maat
staf, hetgeen drie jaren geleden bleek,
toen de Koning zijn twee oudste kinderen,
prins Boudewijn en prinses Charlotte, een
maand naar Noordwij k stuurde, om daar,
in Noord-Nederlandsche omgeving en in
'n ècht-Hollandsch gezin, de taal te leeren
spreken van verreweg het grootste deel van
zijn volk. Uit de vroeger, nog als kroonprins,
in ons land gémaakte uitstapjes incog
nito en zélf den auto besturend, vaak in
gezelschap zijner onvergetelijke Gemalin
blijken 'skonings behagen-stellen in ons
Nederlandsch milieu, zijn vriendschappe
lijke gevoelens voor ons volk. Dat dit voor
beeld, om zijn kinderen een Nederlandsche
opvoeding te bezorgen, aanstekelijk heeft
gewerkt bij dë Waalsche en Fransch spre
kende aristocratie van België, is zeker niet
de geringste verdienste van 's konings sym
pathie voor Nederland. In dat sedert méér
dan een eeuw verfranschte eigen wereldje
van Grooter-Brussel treedt nu, als de
nieuwste mode, de Noord-Nederlandsche
gouvernante op. De kinderen der gefortu
neerde of hooggeplaatste Belgen moeten
nu ook Nederlandsch leeren spreken; ja,
goed Nederlandsch, zónder dialect en mét
distinctie. Men capituleert niet voor her
Vlaamsch, maar voor de taal, die men het
Vlaamsch tot voorbeeld stelde in den tijd,
toen men het nog bestreed. Ziedaar de ver
heugende gevolgen van het koninklijk voor
beeld, dat thans het Belgische Hof het ver
franschte burgermilieu van België voor
oogen houdt.
Aan Nederland en onze cultuur, aan
onze wereldpositie, wordt de laatste
jaren in België véél meer bekendheid
gegeven. De Fransche cultuur domineert er
niet meer. Was het niet op speciaal verzoek
van Z. M. Koning Leopold, dat er verleden
jaar in het gebouw van het Nederlandsche
gezantschap te Brussel 'n prachtig geslaagd
Indisch avondfeest werd gegeven, waarbij
Javaansche dansers en danseressen uit Bali
bij gamelang-muziek en tooverachtige
lichteffecten optraden? De groote verza
meling kunstschatten uit Ned. Oost-Indië
te Laeken en de vele albums vol eigen ge
maakte foto's van wijlen Koningin Astrid
zijn wel het beste bewijs van Koning Leo
pold's belangstelling voor het Nederland
sche streven in het overzeesch gebied en
elders.
Dat de nieuwe richting der Belgische
buitenlandsche politiek, enkele jaren gele
den door Koning Leopold zelf aangekon
digd, nu ook een véél betere kans geeft aan
de, niet langer louter theoretische, maar
nu ook practische toenaderingspogingen
tusSchen Nederland en België, schijnt ook
een gevolg van het persoonlijk initiatief
van Koning Leopold te zijn. Voor 'n grond
wettig vorst vereischt dit alles, natuurlijk,
oneindig veel tact en savoir-faire. Vooral in
'n land als België, waar tot voor kort let
terlijk alles nog onder de anti-Vlaamsche
psychose lag. De reeds zichtbare resultaten
eener kentering doen de zelfstandigheid
van Koning Leopold des te meer waardee-
ren.
Moge zijn officieele bezoek, later in dit
jaar, zoowel het materieel als het geestelijk
verkeer tusschen Nederland en België mede
bevorderen. Want „Belgen en Nederlanders
zijn stamverwante volken", heeft Koning
Leopold eens 'n groepje journalisten ver
zekerd.
De „Osservatore Romano" bevat het vol
gende relaas over een wonderbare gene
zing, die te Loreto is geschied en die van
blijvenden aard is gebleken.
„Wij zijn te weten gekomen, dat zich in Oc
tober van het vorig jaar ,een wonderbare ge
nezing van een vrouw heeft voorgedaan in het
Heiligdom van de H. Maagd van Loreto, welke
genezing nu na ongeveer zes maanden van blij
venden aard is gebleken, getuige de attesten
en verklaringen van de doktoren, die de zieke
behandeld hebben.
De levensgeschiedenis van mej. Popolina
Ferrante, geboortig uit Frisa, is een lange lij
denshistorie. Zij is 37 jaar oud, en werd 23
jaar door de vreeselijkste pijnen gemarteld.
Reeds op 14-jarigen leeftijd was zij lijdende
aan tuberculose, die zich openbaarde door lu
pus in het gelaat en aan den hals; later kreeg
zij niertuberculose en verlamming van de blaas.
Op 9 October 1937 vertrok uit Ancona de
„Witte Trein" met zieken naar het Heiligdom
van Loreto. De zieke wilde absoluut aan deze
bedevaart deelnemen.
Ziehier wat zij zelf over haar genezing ver
telt:
„Ik vertrok op 9 October op een draagbaar
uit het Hospitaal van Ancona naar het H.
Huisje van Loreto. In den avond daar aange
komen, werd ik eerst naar de kerk gebracht,
en daarna naar het hospitaal, waar ik een
slapeloozen nacht doorbracht, terwijl ik door
pijnen en onbegrijpelijke gewaarwordingen
gekweld werd. Den morgen daarop, een Zon
dag, werd ik naar de Kerk van het H. Huisje
gedragen om daar de H. Mis bij te wonen,
evenals de andere zieken van den „Witten
Trein".
Ik kan niet precies zeggen, wat ik toen ge
voelde; ik herinner mij alleen, dat ik tijdens
de H. Mis een gevoel had van een lichte ver
betering, dat mijn pijnen verminderden, en tot
mijn verbazing merkte ik, dat ik enkele bewe
gingen kon maken, die mij tevoren onmogelijk
waren.
Ik dacht niet, dat ik na zooveel jaren van
ziekte nog kon genezen; ik vroeg de H. Maagd,
dat zij mij sterkte zou geven, om mijn smarten
geduldig te verdragen. Den geheelen dag voel
de ik, dat ik minder pijn had in mijn Wonden,
maar ik zeide er niets van, aan niemand. Op
Maandagmorgen werd ik teruggebracht naar
het hospitaal van Ancona, en toen men daar
het verband van de wonden afnam, om die
te behandelen, bleek dat de wonden duidelijk
symptomen van genezing vertoonden. Ik kan
niet zeggen, hoe verheugd ik was te vernemen,
dat ik op weg was naar beterschap. De H.
Maagd had een einde gemaakt aan mijn lij
den van twintig jaar lang. Twee maanden bleef
Hwuig in het Hospitaal ter observatie, en op
2rtjecember kon ik geheel genezen naar Lan-
ciano terugkeeren. Dat was wel de schoonste
En eindelijk naderden ze al meer en meer de maan, zoodat
het net leek alsof de maan een reusachtige pannekoek was.
„Zuuden ze hier ook landingsterreinen hebben?" vroeg de kabou
ter weer. „Ik weet het niet, we moeten maar onze beurt afwach
ten," antwoordde de agent.
Na een buitengewoon vermoeiende reis werd eindelijk de
maan bereikt en de professor was de eerste, die voet op de
maan zette. Ze keken nieuwsgierig rond, nu ze voor de eerste
maal de maan van zoo nabij zagen. Ze keken werkelijk hun
oogen uit.
i
I
Beter, zuiverder en vooral ge
zonder zout dan JOZO kunt U
ter wereld niet koopen Omdat
JOZO een wetenschappelijk
bepaalde hoeveelheid (voor U
niet te proeven !)Jodiumbevat...
beschermt het U tegen de zoo
veelvuldig voorkomende krop
(struma). Volwaardig zout! Per
pondspak 8 ct.
KROP IS EEN KRUIS.
NEEM JOZO IN HUIS.'
Aan tafel gebruike men uitsluitend
Boekelo's Tafelzout, bus a 340 gr.
20 ct. Gevulde glazen strooier 10 ct.
Kerstmis, die ik van mijn leven heb meege
maakt."
Tot zoover het relaas van de zieke zelf.
Het is zeker, dat haar genezing, die op zoo
wonderbare wijze is geschied, terwijl de ge-
neesheeren alle hoop hadden opgegeven, de le
vendige belangstelling van de doktoren gewekt
heeft. Prof. Cappelli heeft verklaard, dat de
verschijnselen van het ontstekingsproces bij de
zieke vrij plotseling verdwenen zijn.
Jodeering van voedingsmiddelen, als bijvoor
beeld keukenzout geeft beter rendement en
laat den medicus meer vrijheid.
De toeneming van struma, voornamelijk on
der de bevolking in het Gooi, heeft zooals
wij eerder schreven ten onrechte hier en
daar zekere onrust gewekt. Meer in het bij
zonder voor wat Hilversum betreft, had dr. A.
Th. Planten, directeur van den Gemeentelijken
geneeskundigen- en gezondheidsdienst, ons
reeds verzekerd, dat de struma- of krop-ver-
schijnselen niet van ernstigen aard zijn. Een
voorloopig onderzoek wees uit, dat het aantal
gevallen van struma in lichten graad hier
weliswaar meer dan normaal is, doch reeds
beduidend minder dan enkele jaren geleden.
Vermoedelijk doet de gunstige invloed van het
sedert eenige jaren in den handel zijnde
jodiumhoudend keukenzout zich reeds gevoe
len. Intusschen is te Hilversum een driejarig
onderzoek onder ongeveer 11.000 kinderen
gaande, waarbij nauwkeurig de oorzaken der
vergrooting van de schildklier bij ongeveer
één-derde van de totale schooljeugd wordt na
gegaan.
In Bussum, gedeeltelijk ook in Naarden en
Weesp, waren de geruchten van struma hard
nekkiger, en men heeft het leidingwater als
oorzaak genoemd. Ginds wordt een onderzoek
geleid door ir. J. G. Koldewijn, den directeur
van de Waterleiding-maatschappij. Of echter
alleen de oplossing moet worden gezocht in
sterkere jodeering van het drinkwater dat
zal nog moeten blijken. Men neemt intusschen
aan, dat ook de bodemgesteldheid, lucht en
leefwijze kunnen leiden tot het voorkomen van
struma.
Hangende het wetenschapplijk onderzoek op
verschillend gebied, waarbij nader contact
wordt gehouden met den bekenden struma-
specialist prof. R. Josselin de Jong uit Utrecht,
heeft men bijvoorbeeld in Weesp al reeds van
wege de bekende „Hofstede Oud-Bussum" ge-
jodeerde melk onder de schooljeugd verstrekt.
En het succes schijnt niet uit te blijven.
Dit experiment leidt tot de vraag, of zeker
jodium-tekort wellicht beter op andere wijze
kan worden aangevuld, dan door toevoeging
aan drinkwater.
Dr. P. Meerburg te Bussum, oud-directeur
van het Centraal laboratorium voor de volks
gezondheid en lid van de voormalige struma-
commissie uit den gezondheidsraad, gaf reeds
We waren zoo wat een maand getrouwd,
toen Dina en ik, op een mooien zomer
dag, een lange wandeling in de vrije
natuur maakten. We liepen op ons gemak door
een schilderachtig, smal laantje, toen Dina
eensklaps verschrikt riep:
„Lieve hemel, een koe!"
De woorden waren nog niet uit haar mond,
of ze klom over een hek en sprong aan den
anderen kant in 't gras.
De koe, die ons in 'n laantje tegemoet liep,
bleef eensklaps staan en loeide.
Ik was gebleven waar ik was en trad het dier
kalm tegemoet.
Dina keek naar mij, van uit haar veilige
plaats, met bezorgdheid, maar ook met bewon
dering. Ze begreep dat een man, en zeker
haar man, voor een koe niet op den loop ging,
maar vroeg toch:
„Ben je er niet bang voor, Fred?"
„Bang voor een koe?" antwoordde ik ver
achtelijk, nam de houding van een toreador aan
en keek de koe in de oogen.
„Pas maar op, dat ze je niet in de lucht
gooit!" riep Dina weer.
Ik haalde m'n schouders op.
„Of dat ze je niet tegen den grond gooit en
fijn trapt."
„Ze is banger voor mij dan ik voor haar," zei
ik kranig. „Kijk maar!"
Ik sloeg m'n armen omhoog; de koe keerde
zich om en draafde de laan uit.
Ik keek naar Dina en zag, dat ze trotsch was
op haar man. Nu wilde ik nog even een blik
op de vluchtelinge werpen, toen ik eenige pas
sen voor me een jongen zag staan.
„Dat heb je 'm fijn gelapt," zei hij, en keek
ook de koe na, die nog steeds liep.
„Ja, hè?" zei ik lier.
,,'t is schande," hernam de jongen. „Ik moest
op 'm passen, en nou heb je 'm aan 't schrik
ken gemaakt en nou loopt ie den verkeerden
kant uit. Nou komt ie op den grooten weg en
wordt natuurlijk door 'n auto overreden, en
da's jouw schuld en moet jij betalen."
„Nu," adviseerde ik, „ga d'r dan maar gauw
achteraan."
„Zóó hard kan ik niet loopen; ik krijg 'm
toch niet meer."
„Weet je wat?" opperde Dina, „ga jij e:
maar achter aan; „je hebt langere beenen dan
hij en je kunt reusachtig loopen."
„Je hebt 'm aan 't schrikken gemaakt; 'k
zal 't aan boer Jens vertellen," dreigde de
jongen.
„Ga nu maar gauw," spoorde Dina aim,
„koeien zijn vreeselijk duur," geloof ik.
Ik liep zoo hard als ik kon achter de koe
aan en stelde mezelf allerlei vragen. Hoeveel
kostte een koe? Was het strafbaar bij de wet,
zoo'n beest den grooten weg op te jagen? Als
een auto zwenkte om een koe te ontwijken en
tegen een boom reed, zou ik dan de herstel-
kosten moeten betalen? En als de koe nooit
meer gepakt werd, wat dan?
Het duurde toch een tijdje eer ik haar in
gehaald had; zij had den grooten weg bereikt.
Een groote man in een vrachtauto moest gauV
en hard remmen. Toen ik zoowat in z'n nabij*
heid gekomen was, stapte hij van z'n wagen ®D
stond vlak voor mij. Hij keek me kwaad aaD
en vroeg:
„Drijf jij die bl.. koe?"
„Alleen in zekeren zin," antwoordde ik.
„Naar den drommel met je zekeren zin!" foe
terde hij. „D'r had een ongeluk van kunnen
komen. Ik had wel dood kunnen zijn."
„Excuseer me."
„Niks excuseer. Als ik niet opgelet had, was
ik er geweest. En waar bleef jij dan? Voor 't
gerecht, zou ik denken."
Ik vond het tafereel dat die man me daal
voorhield, echt griezelig. Inmiddels wandelde de
koe maar voort over den weg. Ik stopte d«°
chauffeur wat
klinkende munt i
in de hand en j J
rende weer de w-m-/ cj
koe achterna. Het 7.
duurde niet lang, I Wtt7lO£lW&
bf ik werd aan- j
geklampt door
een wandelaar in sportcostuum.
„Bent u aansprakelijk voor die koe?" vroeg hit
„Alleen tot op zekere hoogte."
„Nu, dan wordt 't tijd, dat ze je opsluiten-
„Geen tijd" zei ik en holde verder.
Ik zag, dat de koe kalm een paar happen g?35
terzijde van den weg nam. Maar zoodra ze n™
in 't vizier kreeg, sloeg ze d'r achterpooten de
lucht in en galoppeerde weer verder.
Een landlöoper hield haar voor me staande-
Ik bedankte hem met een handjevol zilverstuk'
ken en begon het dier terug te drijven. Einde*
lijk kreeg ik het op den grooten weg. Toen lK
het met schreeuwen en duwen bijna een kwar*
tier ver in een laantje had gekregen, zag
dat het 't verkeerde laantje was.
Weer gingen we naar den grooten weg. Da*a
stond een tuinhekje open en de koe kreeg
in d'r kop daar binnen te stappen. Een oud®
dame en een tuinmansknecht hadden vee
moeite om ze er weer uit te krijgen en wee»
moest ik in m'n zak tasten om de aangericht-
schade te vergoeden.
In een tweeden tuin waar geen hekje was
waar de koe ongehinderd binnen liep, werd i*
door een hond in m'n arm gebeten. Daar echt®»
werd de beet beschouwd als een tegenprestatie
voor de schade door de koe aangericht, zooda
ik er ditmaal zonder betalen afkwam.
Weer op den grooten weg gekomen vond 111
het goede laantje.
Daar ..tond Dina met den jongen op me te
wachten. Het jog zei grienend, dat boer Jeh®
hem zou wegjagen wegens het ongeval.
gulden deed hem ophouden met grienen en hi)
vertrok met de koe.
Dina verbond heel lief en behendig m'n Se'
beten arm. Daarna zetten we er een vaart)e
achter om zoo goed mogelijk thuis te kome0'
In 't vervolg vermeed ik op m'n wandeling®1
zorgvuldig het schilderachtige smalle laantj2.
aanwijzing in die richting. En wat hij zeide,
.correspondeert op hetgeen wij in Hilversum
hadden gehoord, namelijk, dat het te lage
j'odium-gehalte niet alleen voorkomt in het
leidingwater, maar in diverse voedingsmidde
len. Behalve gejodeerde melk in Weesp, be
staat nog ander voedsel, dat met jodium op
peil wordt gebracht.
In het leidingwater zoeke men volgens dr.
Meerburg de oplossing niet, omdat van even
tueel gejodeerd leidingwater practisch slechts
enkele glazen inhoud per dag in de magen van
de gebruikers terecht komen.
Enkele jodium-verbindingen
Méér bijvoorbeeld zal men bereiken met
jodeering van zout, waarmee veel spijzen nood
zakelijk moeten worden bereid.
Boekelo brengt onder den naam „Jozo" ge
jodeerd keukenzout in den handel, dat per k.g.
5 m.g. bevat. Bij een gemiddeld gebruik van
10 gram zout per dag, krijgt de consument
aldus 0.05 m.g. jodium binnen, hetgeen een
behoorlijk aanvullend kwantum is voor de
jodeering van 0.08 m.g., die men dagelijks noo-
dig heeft.
Grootere hoeveelheid echter kan evenzeer
schadelijk zijn dan tekort. Daarop moet f°e
wél bedacht zijn.
Hieruit spreekt ook een voordeel van he
jodeeren van zout boven het jodeeren v£l
drinkwater. Van zout gebruiken alle menscli®11
nagenoeg evenveel, er is geen gevaar, dat ifcd
er zooveel van gebruikt, dat men teveel jodiu11'
naar binnen krijgt. Het gebruik van drink'
water loopt echter zeer uiteen; het eene kin
drinkt nagenoeg geen water en het ander
zal ettelijke glazen water per dag drinken.
drinkwater bereikt men bovendien niet de be*
woners van het platteland, die van waterle1'
ding verstoken zijn. Voor hen zijn we aah?e'
wezen op de jodeering van keukenzout. De to®'
passing van twee verschillende methoden 1
op zichzelf reeds een bezwaar; er moet c'"^
een keuze gedaan worden tusschen beide ui®'
thoden. Indien men de voordeelen van beid
nauwkeurig tegen elkaar afweegt, zal
keuze vrij zeker ten gunste van het keuken'
zout moeten uitvallen. Bij de keukenzollt'
methode kan ook de medicus altijd nog e®!'
woordje meespreken; in die gevallen, waar";
hij juist een jodium-arm dieet noodzakeW
acht, zal hij den patiënt dan niet naar
andere streek behoeven over te brengen,
als bij drinkwaterjodeering noodig zou kunn®
zijn.
DAT KR'JG JE)
ALLEEN GEDAAN
IK BEGR'JP Klier HOE JE HET
TAFELLINNEN EN OOK. HET
BEODEGOED TOCH ZO MET DE OVERVEl™
PRACHTIG WIT KRVJGTJ_J/|T|NSO DAT 15 IDEW
VOOR DE WASMACHINE
dat Rinso even goed voor de tobbe als voorde wasmachineis?
Als U dat alles weet, dan gebruikt U zeker niet meer een
gewoon zeeppoeder, maar alleen de nieuwe, „overvette"
RINSO voor slechts 12} cent met geschenkenbon?
Bewerkt naar het Fransch
door CHRISTINE KAMP
28
Die woorden brachten Julia eenigszins tot
zichzelf. Zij richtte zich op en wendde haar
oogen vol angst op Madge. „Kind, je mag niets
van dit alles zeggenik smeek je er om,
ik verbied het je!" zei zij, terwijl zij de hand op
den schouder van het meisje legde.
Plotseling kwam er een uitdrukking van wan
trouwen in de oogen van het kind. Heftig zei zij:
„Waarom vraagt u mij dat? Misschien gaat u
niets opeischen, zult u die dieven laten genie
ten van hetgeen u toebehoort. O, daartoe is u
wel in staat!" riep zij opeens opgewonden. „Maar
neen, de wil van haar, die overleden is, moet
vervuld worden. Dat moet, Miss Julia!"
Madge was beslist niet het half gekke kind,
dat door iedereen onbekwaam werd geacht iets te
ondernemen of na te denken. Zij had de grootte
begrepen van de zending, die haar beschermster
haar had toevertrouwd en haar lippen waren
gesloten gebleven, zij had niets laten vermoeden
van het geheim tot den dag, toen zij oordeelde,
dat het nuttig was het te openbaren. En nu zou
niets haar kunnen weerhouden om alles te be
proeven om den laatsten wil van lady Peel te
doen eerbiedigeneen wil, die dubbel ge
heiligd voor haar was.
„Maar ik moet nadenken, Madge," zei Julia
op gebroken toon. „Het is zoo onverwachts
Beloof mij, dat je er nooit van zult spreken
zonder mijn toestemming."
Maar Madge schudde heftig het hoofd. „Ik
kan niets belovenneen dat kan ik niet."
En glad als een aal onttrok zij zich aan de
handen van Julia en snelde naar buiten. Het
meisje, doordrongen van de ernstige verant
woordelijkheid, opgelegd door de wilsbeschik
king van haar beschermster, was weer het wilde
kind, door niets te weerhouden
HOOFDSTUK 14
Hoe lang stond Julia daar voor dat bureautje,
bleek als een doode en totaal verbijsterd?
Plotseling kwam zij tot bezinning en onwille
keurig keek zij op haar horloge. Vier uur!
De jagers zouden spoedig terugkeeren of waren
misschien al op het kasteel aangekomen. Zij
moest ook naar huis gaan.
Julia huiverde! Zij zou weer met hen samen
komen.... met dr. Mac-Rae, wiens schuld zij
niet meer kon ontkennen en met Marian
Marian! Was het mogelijk? Wat, ook zij was
een huichelaarster.... was een dievegge!
Daarom was het zeker, dat zij probeerde het
bezit van dat groote fortuin goed te maken
door Julia schadeloos te stellen, dat zij zoo
edelmoedig zich betoonde jegens haar broers
en zusters, een edelmoedigheid, die wel wat
verwonderlijk was bij zulk een egoïstische
vrouw. Zij dacht zeker zoo haar schuld te
verminderen en de misschien vlijmende ver
wijten van haar geweten te smoren. Vandaar
dan ook de verklaring van het feit, dat zij
plotseling en geheel haar godsdienstplichten
naliet, iets dat het godvruchtig gemoed van
Julia zoo'n verdriet had gedaan.
Nu welde de verontwaardiging op in haar
hart. Zij herinnerde zich allerlei omstandighe
den, zij herdacht de eerste jaren van haar ver
blijf bij haar oom, haar dagen, die zij door
bracht in onvermoeid werken in de huishou
ding, de onbeperkte macht, die dr. Mac-Rae
uitoefende, het ijzeren juk, dat gedrukt had
op de schouders van het opgroeiend meisje,
zelfs zonder dat zij zich daarvan rekenschap
gaf, zoozeer was die man meester in de kunst
van huichelen. Niet tevreden, dat hij haar be
roofd had van de liefde en het fortuin, dat
lady Peel haar had aangeboden bij den dood
harer lieve moeder, had hij haar geëxploiteerd,
er een dienstbode van gemaakt en de onder
wijzeres van zijn kinderen, terwijl hij boven
dien het grootste gedeelte van hetgeen zij met
les geven verdiende, in ontvangst nam. En on
danks dat alles, scheen hij nu nog haar te ver
pletteren onder zijn weldaden, was het hem ge
lukt haar te doordringen van het idee, dat zij
hem alles verschuldigd was en dat het werk van
heel haar leven die schuld zoowel stoffelijk als
moreel niet zou kunnen voldoen.
En Marian?Waarschijnlijk kende zij niet
de sluwheid van haar vader, zij was eerlijk en
oprecht gebleven tot op het uur, dat de be-
koorder haar een fortuin had aangeboden in
ruil voor een leugende leugen van heel
haar leven. Zij had de fortuin zien lonken, het
zoo begeerde goud, een huwelijk met James
Brice, het eenigste verlangen van haar egoïs
tisch hartEn haar vader had met duivel-
sche sluwheid al de bedenkingen, die zijn doch
ter ongetwijfeld had uitgesproken, weggerede
neerd en zij was gevallen, zij die door iedereen
werd aangezien als een model van rechtscha
penheid en hooge deugd. Julia ook, hoewel zij
altijd de neiging van Marian om de zuivere
katholieke leer van zich af te zetten, had be
treurd, had toch in haar die gestrengheid van
principes erkend en geprezenMaar het
fortuin had dat gebouw, dat oogenschijnlijk
niet omver te werpen was, vernietigd.
Het bloed bruiste op in de aderen van
Julia. De vurigheid van haar karakter, sedert
haar kindsjaren teruggehouden, ontwaakte
onder den invloed van verontwaardiging en
dreigde den dam, door den godsienst opgewor
pen te brekenHoe hadden zij haar bedro
gen! Met welke argeloosheid had zij aan hun
hoogstaande rechtschapenheid geloofd en aan
de edele gevoelens van hun ziel!
Maar zij had haar wraak daar voor zich! Dat
testament zou haar herstellen in haar rech
tenWat een val voor die hoogmoedigen,
voor die menschen, die beweerden hun even
naaste te kunnen verpletteren onder den schijn
van zedelijke grootheid. Zij zouden Alshem-
Park moeten verlaten, geruïneerd, geschand
vlekt, voor altijd beroofd van hun prestige!
Een rilling liep ever de leden van Julia. Zij
vouwde de handen en fluisterde: „Ik geloof,
dat ik het verstand verliesMij wreken?....
O, mijn God, vergeef mij!En die arme
kinderen.... die goede JamesO, wat een
vreeselijke gedachte, dat Lily, dat teere wezen
tje, dat Arthur, zoo doordrongen door edele
gevoelens, dat James, zoo eerlijk en waar
schijnlijk onwetend, dat allen, van de oudsten
tot de jongsten zouden te lijden hebben door
die vreeselijke onthullingen! Neen, nooit zou
het zoo zijn, alles zou blijven, zooals het was
en iederen dag zou zij bidden, opdat de onge
lukkige schuldigen berouw zou gevoelen.
Opeens kwam haar voor den geest, wat
Madge gezegd had: „U moet den uitersten wil
volbrengen van haar, die gestorven is." Dat was
een dringende plicht.... maar was de andere het
nog niet meer? Vanaf de hoogten, waar de ziel
van lady Peel zich nu bevond, zou zij begrijpen
en goedkeuren de denkwijze van haar achter
nicht om die onbetwistbare rechten prijs te
geven voor de rust en de eer van die onschul-
digen kinderen, die haar beminden, alsof zij
hun moeder was.
„Ja, tante," zei Julia, terwijl zij de oogen ves
tigde op het portret van lady Anna, „ja, ik doe
afstand van alles. Ik behoud slechts de be
scherming van Madge, ik zal trachten u bij
haar te vervangen. Eigenlijk is dat het eenig
noodigejuffrouw Nephton, de oude be
dienden hebben allen verkregen wat zij noodig
hadden om te leven, zij worden dus niet be
nadeeld. Slechts ik...."
Zij trok even de schouders op met een ge
baar van onverschillgheid. Trouwens wat gaf
zij om rijkdom? Behalve dan de zoete void
ning van weldaden te kunnen bewijzen, was p
niet aan geld gehecht, veel minder dan
jaar geleden. Toen koesterde zij een v
droom, een zeker verlangen naar aardsch
i_ti. LiwiiA, cvh «yivci. v ci ittiigcn iraur aiuunw-
luk. Maar zou dat fortuin den hinderpaal k3
non rfnnn TmvrlTiiNvinM J,'n
nen doen verdwijnen, die haar scheidde
toe
liet aangeboden geluk? Het is waar, haar 1
komst zou verzekerd zijn door onafhankelJJj(j,
heid, zij zou de rust kunnen genieten te f? j
den van een aangenaam tehuis, haar artis"
neigingen kunnen voldoen, die nu
boomd worden door de proza van het le
Maar dat alles, ten koste van welken PrlJ^at
„Neen, neen," zei zij vast besloten. jlt
hindert het, dat ik arm blijf en afhang®
heel mijn levenmaar zij, die arme kinde
zullen nooit het geheim kennen, dat p
schande en foltering zou uitmakenA,
Madge maar kan beletten te sprekeng*
Zij verliet het huis, waar zooveel illusies j,
nietigd waren en ging terug naar het kas
De jagers waren thuis gekomen. Julia.*
James die voor het huis heen en weer 1 ^et
delde met eenige van zijn gasten. Zij gin®
kasteel binnen door een zijdeur, daar zij eT
op gesteld was haar ontdaan gelaat te t0°
(Wordt vei
rvolg'
;d.l