B
iJjjii=Li=^
e!e|e|e!e1e?e^eL
MEIMAAND - BRUILOFTSMAAND
SCHORT-SWAGGER
BREI-ONTWERP
=*=*=*i*=*=f=f=v
3ï!E|EïEf5|ï|E|ï|
ZONDAG 22 MEI 1938
V]
Maria Tesselschade
Een onwaerdeerlijcke vrouw
Kleertjes voor baby
ONS PRIJSRAADSEL
Verborgen spreekwoord
Het kruiswoordraadsel
Oplossing vorig raadsel
Prijswinnaars
Het nieuwe raadsel
Wielrijder
Vetweider
Ingenieur
Slotklank
Onderdaan
Bouwgrond
Niemendal
Roomboter
Sneltrein
Machinist
Competent
Pertinent
xxx
.xxx.
xxx
.xxx.
.xxx.
.xxx
xxx
Het One over One-
systeem
v-v
l —2 —V - V
Toevallig
BRABANTSCHE BRIEVEN
31 Juli is er groot feest in Ulvenhout
Caesar kwam, Caesar zag, Caesar overwon.
Het „veni-vidi-vici" is het gevleugelde woord
van zijn macht geworden.
Evenzoo kwam de swagger; de swagger zag
niet, maar werd gezien de swagger overwon!
De swagger heeft onze harten veroverd, com
pleet veroverd. We dragen swaggers van alle
materiaal, in alle seizoenen en dit zal de derde
zomer worden, dat de swagger hoogtij viert.
Misschien is dit voor een overgroot deel hier
aan toe te schrijven, dat de swagger een klee-
dingstuk is, dat bij uitstek makkelijk draagt.
En als we heel eerlijk zijn, moeten we heime
lijk toegeven, dat het „dragen" van onze klee-
ren, 'n kunst, die de Fransche en ook de Scan
dinavische vrouwen zeer goed verstaan, en die
zeer zeker psychologisch te verklaren is met het
sterke individualisme van den volksaard bij
de Hollandsche vrouwen een zwak punt is
Hoe het ook zij, de vlotte, ietwat nonchalante,
losse swagger hebben we hier voetstoots ge
adopteerd en we aarzelen ook niet Amerika te
volgen, dat de swagger-overall tot werkdracht
promoveerde.
Waarom moet de vrouw, die in de keuken
bezig is, zich in de meest onflatteuze van alle
drachten hullen, een niet-meer-kraakheldere,
verwasschen witte jas. Waarom niet evengoed
een vroolijk gebloemde, wijde schort-swagger,
die de japon tot hoog aan den hals dekt en
met knoopjes op den rug gesloten wordt of, nog
practischer, van voren dichtgeritst wordt en die
alleraardigst staat!
Onlangs in een buitenlandsche hoofdstad
viel het ons op, hoe aardig en vlot al de atelier
meisjes er uit zagen, die zich, zóó van hun werk,
in de lunchpauze op straat wat gingen vertre
den. Ze droegen, zonder uitzondering gebloem
de of effen gekleurde swagger-schorten.
Een vrouw in haar werk hoeft er, ondanks den
vereischten eenvoud in kleeding, allerminst
charmloos uit te zien. En de vrouw, die zich be
wust is van haar duren plicht, er onder alle om
standigheden „goed" uit te zien zal, ook al is
ze in de keuken bezig of aan het bedden op
maken, deze uit Amerika overgewaaide tip voor
een coquette en tegelijk practische overall,
gaarne aanvaarden.
edenk in uren van beproeving en
smart, dat ied're mensch wel iets
te boeten heeft en het leed zal
lichter te dragen worden.
De Vondel-herdenkingen zijn voor ons
aanleiding om iets te vertellen over een
geheel bijzondere vrouw uit den tijd van
dezen grooten dichter. Dr. J. Worp noemt Maria
Tesselschade „de meest aantrekkelijke vrouwen-,
figuur uit de 17de eeuw" en aldus luidde ook
het oordeel van vele harer tijdgenooten, die
instemden met Bredero's lof:
„O Pari en Puyck der Vrouwen!
En bloem van onse tijd,"
Alles werkte er aan mee om de jonge Maria,
die in 1594 werd geboren op den 25sten Maart,
te maken tot een vrouw van zeldzame bescha
ving. Haar vader was een rijk Amsterdamsen
koopman, die tevens zeer ontwikkeld was en zelf
vele gedichten schreef. Bovendien hield Roemer
Visscher er van om in zijn huis op de Gelder-
sche Kade geleerden en kunstenaars om zich
heen te verzamelen. Zoo was Joost van den Von
del een graag geziene gast in „het Saligh Roe
mers huis". Ook Hooft en Bredero waren daar
vaak te vinden, evenals Goltzius, die in 1612 de
jonge Marie portretteerde. Op die bijeen
komsten ging het ongedwongen en vroolijk toe:
„Ten minsten moet elck een Liedeken quelen"
zoo dichtte de gastheer. Maar deze zorgde er
ook voor, dat zijn dochters door haar opvoeding
in dezen kring van de geestesélite der Gouden
Eeuw een waardige plaats konden innemen.
De jonge Tesselschade zoo werd MÜria ge
noemd naar aanleiding van het feit, dat kort
vóór haar geboorte een storm vele schepen op
Texel's reede had vernield leerde veel meer
dan de meisjes uit haar tijd, wier cultureele
vorming door een beetje Fransch en muziek ai
als voltooid werd beschouwd. Zij beheerschte
volkomen Fransch en Italiaansch, zong en
maakte muziek, graveerde op glas en was be
dreven in artistiek naaldwerk. Dichten en
schoonschrijven ontbraken niet op het pro
gram en zelfs zwemmen in Vaders tuin wordt
daarop vermeld. Daarbij kwam nog, dat Tessel
schade heel mooi was, wat haar dan ook een
grooten kring van bewonderaars bezorgde. De
dichter Bredero maakte haar uitgesproken het
hof, maar ondervond hoe Maria zich niet licht
door een man liet winnen.
In de jaren 16191620 verloor zij haar beide
ouders, zoodat de kinderen alleen in het groote
huis achterbleven. De bijeenkomsten van kun
stenaars en geleerden bleven bestaan, maar
toch kwamen deze in het vervolg vaker samen
op het slot te Muiden. Daar ontving Hooft, de
baljuw van Gooiland, de schitterendste geesten
van zijn tüd en deze rekenden allen het zich
tot een eer om ook Tesselschade, samen met
haar zuster, de dichteres Anna Roemer Vis
scher, te mogen begroeten.
Deze beroemde bijeenkomsten van den Mui-
derkring waren geheel gewijd aan gezelligheid,
muziek en poëzie. Allerlei voorvallen werden
voor de gasten aanleiding, om de pijlen van
scherp en geestig vernuft op elkaar los te laten.
Zoo was daar de goede Caspar van Baerle, die
sinds 1631 te Amsterdam de wijsbegeerte do
ceerde. Deze maakte aan Tesselschade lang het
hof en de onbeantwoorde gemoedsuitingen van
den reeds bejaarden professor deden vaak een
trommelvuur van geestigheden losbarsten. Zelfs
liet de beroemde Constantijn Huyghens, om de
algemeene vroolijkheid te verhoogen, het een
tijdje voorkomen alsof ook hij een oogje op
Maria had. De brieven en verzen der vrienden
leggen duidelijk getuigenis af van den opge-
wekten en geestigen toon die hier heerschte en
ook van aller bewondering voor de nobele Tes
selschade, in wier figuur eenvoud en fijne be
schaving vereenigd waren.
Deze was intusschen in het huwelijk getre
den. In 1623 trok zij naar Alkmaar als vrouw
van den zee-officier Crombach, die overigens
een vrij onbeduidende figuur schijnt geweest te
zijn. Toch was het wel degelijk liefde, die Maria
aan hem heeft verbonden. Haar geluk als vrouw
en moeder was echter van vrij korten duur. In
1634 stierf haar dochter Teetje; den dag daarop
kreeg haar man een bloedspuwing en overleed
eveneens. Onder deze zware slagen gedroeg
Maria zich, naar Huyghens' woord met „onge
looflijke manhaftigheit". En de volgende jaren
zagen haar met evenveel vrouwelijke gratie als
vroeger schitteren temidden van haar vrienden,
die door haar optreden telkens opnieuw als
betooverd werden. Maar ook rijpte thans in
haar een ongedwongen ernst, welke zijn bekro
ning vond in haar bekeering tot het Katholieke
Geloof.
Van Baerle schreef reeds in 1636: „Er zijn
vele dingen, die ik in haar vereer en bewonder.
Er is iets, dat mij mishaagt en daarvan is het
teeken t". Het schijnt dat vooral de Jezuiet
Petrus Plemp te Alkmaar er toe heeft bijge
dragen, dat Tesselschade zich in het begin van
1642 Katholiek mocht noemen. Kort vóór haar
had Vondel het voorvaderlijk geloof weer leeren
belijden en dit schijnt voor sommigen aanlei
ding te zijn geweest om te vertellen, dat de
dichter eigenlijk door zijn gevoelens voor de
schoone weduwe tot dezen stap was gekomen.
Er is echter niets wat dit praatje van spijtige
monden rechtvaardigt; de vriendschap tusschen
deze twee groote bekeerlingen is zeker van het
zuiverste gehalte geweest.
Hooft was ruim genoeg van opvattingen om
Tesselschade ook nè, 1642 voor de bijeenkomsten
te Muiden te blijven uitnoodigen. Constantijn
Huyghens echter liet er zich toe verleiden, om
tegenover haar zijn protestantsche gevoelens te
uiten in enkele scherpe gedichten. Maar Maria
wist zijn ruwe verwijten geestig en tactvol te
beantwoorden, zooals door het aardige „Deun
tje", dat hier volgt:
„Klaes seyde tegen Trijn: wat doe je weer
te mis,
„Bij dit brodroncke volck, de schatters
van de vis?
„Trijn zey, mijn lieve man, zij hebben
't rechte Noort,
„Van Sinte Pieters schip, daer raeckt
niet buy ten boort:
„Zij hebben 't roer en stuur; u volck
zeylt bij de gis;
„lek hoor de waerheyt, Klaes, en ghij
hoort altijd mis.
Huyghens bewaarde intusschen nog zooveel
bewondering voor de „beroemde, maer, eilaes!
be Roomde Tesselscha", dat hij getuigde: „All
wat men van de sonn kan seggen gaet haer af".
En nog lang herinnert hij zich, met welk een
fijngevoelig inzicht Maria, die zelf zoo zwaar
getroffen was, hem in 1637, na den dood zijner
vrouw, den raad gaf:
„Heer, stelt Uw leed te boeck, soo hoeft ghy
't niet 't onthouwen."
In 1646 zagen de vrienden van den Muider-
kring elkaar voor de laatste maal bijeen en bij
deze gelegenheid was het dat Tesseltje aan
de pruimeboomen schudde, dat al dezen be
roemdheden eener wereldstad de vruchten om
de ooren vlogen! Het volgend jaar stierf de
gulle gastheer en ook Tesselschade's dochter
Marie, de eenige die nog in leven was. De moe
der bracht haar laatste jaren in eenzaamheid
door en werd in 1649 in de Oude Kerk te Am
sterdam begraven.
Haar letterkundige productie was vrij be
perkt, maar wat zij schreef getuigt van veel
talent. Bekqnd is vooral haar lied op den wed
strijd van Nachtegaal en Tamme Zanghster. Zij
maakte ook minnedichten en leverde een ver
taling van Tasso's „Jeruzalem bevrijd". Van
haar graveerkunst getuigt een fraaie, voor
Hooft gemaakte beker, met het opschrift „A
demain les affaires". En de litteratuur dier
dagen bevat nog vele herinneringen aan de
schoone figuur dezer bekeerlinge, die met recht
,een onwaerdeerlijckc vrouw" werd genoemd.
Kleine witte, of zacht gekleurde kleeding-
stukjes, helder-witte luiers, lakens en sloopjes,
met hoeveel liefde en zorg worden ze gemaakt
hoeveel droomen worden er omheen ge
sponnen.
Voor den kleinen wereldburger is het beste
maar nauwelijks goed genoeg!
Neem óók voor het wasschen van babygoed
een goed waschmiddel, b.v. Persil.
Luiers moeten worden uitgespoeld; veel vuil
wordt daardoor reeds verwijderd. Daarna kookt
U de luiers volgens de waschmethode, die op
ieder pakje nauwkeurig staat aangegeven en
spoelt ze eerst in heet water, vervolgens zoo
dikwijls in koud, tot alle zeepdeeltjes verdwe
nen zijn. Dit is van het grootste belang, want
zeepdeeltjes die in het goed achterblijven wor
den hard en zouden schrijnen en een rood
huidje kunnen veroorzaken. Spoelt U dus voor
al tot het water volkomen helder blijft.
Een belangrijk punt is, dat Persil bij een
temperatuur van 44 a 46 gr., dus in een lauw
warm sop, desinfecteerend werkt, wat bij jonge
kinderen, die veel vatbaarder zijn voor be
smetting dan ouderen, al héél belangrijk is.
Bovendien blijft wollen goed in een koud sop
zacht en soepel een eerste vereischte voor
het teere babyhuidje.
Het aanwenden van deze waschmethode zal
U doen ondervinden hoe hagelwit het goed
wordt, hoe frisch het ruikt en hoe heerlijk
zacht het aanvoelt.
Over de ontvangst bij onze puzzelaars van
het kruiswoordraadsel behoeven wij natuurlijk
niets te zeggen: het enthousiasme was zooals
gewoonlijk. Zeer vele geestdriftige inzenders
getuigden hiervan zoowel in prozaïsche als
poëtische ontboezemingen.
De oplossing van het vorig raadsel was:
HORIZONTAAL:
2. armee, 6. reeds, 7. ceel, 8. epos, 10. aal, 11.
parket, 12. merrie, 14. Ida, 16. bar, 18. inter
naat, 23. Urk, 26. eskader, 28. paskwil, 30. et,
31. eik, 32. Apr., 33. te, 34. methode, 38. edi-
teur, 41. dra, 42. verteller, 45. esk., 46. ode, 47.
garage, 48. kennis, 49. nok, 50. Lord, 52. acte,
54. orage, 56. Bazel.
VERTIKAAL:
1. Rome, 2. Are, 3. relatie, 4. edelman, 5. esp, 7.
carbid, 9. sprits, 11. perk, 13. eeuw, 15. Drs., 16.
beemd, 17. aster, 19. Neede, 20. Trier, 21. appel,
22. Aarde, 24. ritus, 25. klerk, 27. ach! 29. kat,
35. Taag, 36. overal, 37. bed, 39. ironie, 40. eens,
43. toendra, 44. lekkage, 51. rob, 53. cel, 55. Azië.
De volgende inzenders van een goede oplos
sing werden door het lot met een prijs begun
stigd: mej. L. P. M. Absil, Vondellaan 103,
Arnhem; J. van Leeuwen, Dorpstraat A 63,
Hoogkarspel (Noordh.); E. Siebel, Molenstraat
44, Boxtel; mevr. J. SpekschoorHabets, Am-
stelveensche weg 152, Amsterdam-Zuid; H.
Wesseling, Nieuwe Meerdijk 97, Badhoevedorp
(Noordh.) en mevr. Zomerdijk, Vredenhofstraat
19, Haarlem.
Thans kan de puzzle-schare gaan
naar „Het verborgen spreekwoord".
zoeken
.XXX.
XXX.
XXX
..XXX....
...XXX...
Men wordt verzocht de 12 gegeven woorden,
alle van 9 letters, zoodanig op de plaats der
punten en kruisjes over te brengen, dat de let
ters op de plaats der kruisjes van boven naar
beneden het bedoelde spreekwoord voor den
dag brengen.
Slechts één van het 12-tal blijft op zijn eigen
plaats.
We brengen even in herinnering, dat ons
lidwoord het zeer vaak in schrijf- en spreek
taal wordt afgekort tot 't.
Onder de inzenders van een goede oplossing
worden weer zes fraaie prijzen verloot.
Oplossingen worden tot Vrijdagmiddag "12
uur ingewacht bij den heer G. M. A. Jansen,
Ruysdaelstraat 60, Utrecht.
Na het Culbertson-systeem schematisch te
hebben behandeld én daarna eenige nuttige
conventies te hebben besproken, is het nu ge-
wenscht als tegenhanger een ander systeem te
behandelen. Immers slechts uit de vergelijking
kan de waardeering geboren worden. De vraag
is echter, welk systeem nu direct tegenover het
Culbertsonsysteem te plaatsen. Het systeem-
Goudsmit, dat hier te lande nog al veelvuldig
betracht wordt, kwam er niet voor in aanmer
king, aangezien dit systeem een rechtlijnige af
stammeling is van Culbertsons systeem.
Het Weensche systeem en het Amerikaan-
sche 4-azen-systeem zouden voor dit doel heel
geschikt geweest zijn, maar zijn vrij moeilijk
en worden in Nederland dan ook zeer weinig
gebruikt. Hoewel ik ze dus in de toekomst ze
ker behandelen zal, kwamen ze op het oogen-
blik niet in aanmerking.
In deze „embarras du choix" kruipt het
bloed, waar het niet gaan kan en besloot ik
dus mijn eigen systeem als tegenhanger van
het Culbertson-systeem te nemen.
Deze week zal ik dan zonder eenigen commen
taar het volledige schema van mijn systeem
weergeven, terwijl ik dan de volgende week de
verschillende punten nader zal toelichten.
De grondslag is het lijstje met primaire
(P. T. S.) en secundaire (S. T. S.) topslagen.
Kaarten
P.T.S.
S.T.S.
A
1
0
A. H.
2
0
A. H. V.
2
1
A. V.
1%
0
A. V. B.
1%
1
A. B. 10
1
H. x
0
H. V. x
1
H. V. B.
1
1
H. B. 10
V. B. x
0
1
B. x x
V. x >-
0
H. J
waarde
Bij puntentelling wordt een
Aas is 4,
Heer is
3, Vrouw is 2, Boer is 1 gerekend.
Opening op één in een kleur:
34% topslagen met minimum v. 2% P.T.S.
(Ie en 2e hand).
2V24li topslagen met minimum v. 11/2
P.T.S. (3e' en 4e hand).
In geval van minimum aantal topslagen moet
er compensatie zijn in den vorm van een gun
stige distributie.
Waar we tegenwoordig zooveel averecht ge
breide truitjes en truiblouses zien, geven we
hier een eenvoudig ontwerp, waarbij enkel een
variatie in steek een motief vormt, dat het effen
vlak breekt. Na den boord één recht één ave
recht gebreid te hebben waarbij we den
rechten steek in de achterste lus ingestoken
hebben om de elasticiteit te verhoogen be
ginnen we, als de boord hoog genoeg is, niet
meteen averecht te breien, maar houden, op een
bepaalden afstand van het midden, het één
recht één averecht aan, met eiken toer een
steek naar het midden verspringend, waardoor
een ingebreide driehoek, waar de boord mid
denvoor in uitloopt, ontstaat.
We sluiten dezen driehoek niet af van boven,
maar zetten de middelste één recht één ave
recht voort tot boven aan toe, wat een aardige
breking middenvoor geeft.
Op de teekening is een rechte steek aange
geven door v, een averechte door en onder
aan beginnend hebben we dus een gedeelte van
den boord middenvoor, waarbij we, toén de
boord hoog genoeg was, begonnen zijn averecht
te breien.... en bij den eersten toer, op zeven
tien steken vanaf het midden, het één recht
één averecht patroontje zijn gaan inbreien.
Naar gelang van het aantal steken, dat we
opgezet hebben, kan de grootte van dezen drie
hoek varieeren.
Op de middenstreep, die ontstaat, zetten we
naderhand, ter versiering kleine knoopjes, die
we van dezelfde wol haken. Aan een zomer-
truitje breien we allicht korte mouwtjes, waar
van we den boord in hetzelfde driehoekpatroon
laten uitloopen.
v-v
V-V
V-V
v-v
v-v
v-v
v-v
v-v
v-v
v-v
v-v
v-v
v-v
v-v
v-v
v-v
_v-v-v-v-v-v-v-y-j
Antwoord op een één in een kleur opening:
le pas: met minder dan a 1 topslag.
2e. Zwaktebod:
1. S. A.2 topslagen zonder troefsteun 1)
Of 2 in dezelfde kleur: 2 topslagen met
troefsteun.
3e. 2 S. A.: 2% topslag zonder biedbare kleur
en zonder sterken steun in partners kleur.
4e. Enkel sprongbod in partners kleur:
2% topslag zonder biedbare kleur, met ster
ken troefsteun.
5e. Antwoordbod in andere kleur:
a) zonder verhooging van biedniveau: mini
maal 1% topslag biedbare kleur.
b) met verhooging van biedniveau: minimaal
2 topslagen biedbare kleur.
6e. Enkelvoudig sprongbod in een andere
kleur: sterke 6-kaart met tenminste 1 primairen
topslag. in de bijkaart.
7e. Dubbel sprongbod in een andere kleur:
sterke troefsteun, minstens 3 topslagen en re
nonce in de te bieden kleur.
Opening op 1 S. A.:
Ongeveer 5 topslagen (1924 punten), zon
der waardelooze singleton of doubleton.
Antwoord op 1 S. A.-opening:
37 punten:
Met 5-kaart 2 in een kleur.
Zonder 5-kaart 2 S. A.
8 of meer punten:
3 in een kleur.
3 in S. A.
12 punten of meer: 4 S. A. of hooger.
Opening op 2 in een kleur:
4% topslag (minstens 3 P.T.S.) met ster
ke 6-kaart.
Antwoord op 2 in een kleur-opening:
le. Met één aas biede men de kleur van het
Aas.
2e. Met 2 azen biede men 3 S. A
3e. Zonder aas:
Met minder dan 1 a 1!4 topslag: Pas.
Met 1 a 1% topslag of meer 2 S. A.
Eerst moet volgens le, 2e of 3e geboden wor
den en daarna mag de partner pas zijn eigen
kleur bieden, mits deze ook zeer sterk is.
Opening op 2 S. A.:
6V2 topslag (25 of meer punten)
waardelooze singleton of doubleton en
sterke 5-kaart.
Antwoord op 2 S. A-opening:
a) Zonder biedbare kleur met 1-
3 S. A.
b) Zonder biedbare kleur met 6 of meer pun
ten: 4 S. A. of hooger.
c) Met lange (liefst hooge kleur) zonder top-
slagen-kracht: manche in die kleur.
d) Met biedbare kleur met topslagen-kracht:
3 in die kleur.
Opening op 3 in een kleur:
6% topslag met sterke 5-kaart.
Antwoord op 3 in een kleur-opening:
a) Met poplooze 3-3-3-4-verdeeling: Pas.
b) Met minder dan 1 topslag:
Zonder troefsteun: 3 S. A.
Met troefsteun: 4 in partners kleur.
c) Met 1 of meer topslagen:
le Zonder biedbare kleur en zonder troef
steun: 3 of meer S. A bieden.
Zonder biedbare kleur met troefsteun: 4 of
meer in partners kleur bieden.
2e. Met biedbare kleur:
I. Zonder troefsteun met hoogere kleur: 3 i®
die kleur bieden.
Zonder troefsteun met lagere kleur: 3 S. A->
of als de kleur sterk is en met minimum twee
topslagen: 4 in die kleur,
n. Met troefsteun: Eigen kleur bieden.
zonder
zonder
-5 punten:
1) Troefsteun is iedere 4-kaart of een 3-kaart
met tenminste de vrouw.
P. H. A. TUIN.
zat in 1918 in Londen een vrouw te lezen i®
een Missietijdschrift en zag daarin een foto
van een Afrikaansch missionaris, die bij het
licht van een olielamp zijn sokken stopte. Zij
besloot hem nieuwe sokken te zenden, hoewel
zij zich afvroeg of de Pater daardoor niet be-
leedigd zou zijn. Deze eerste goede daad werd
door andere gevolgd en tevens ontspon zicil
een briefwisseling tusschen de weldoenster e®
de werkers en werksters in de Missiën. Voor
deze vrouw, een bekeerlinge van zwakke ge*
zondheid, werd dit apostolaat weldra een 16"
vensbehoefte.
Hierna stichtte zij met twaalf vriendinnen
en een kapitaal van 30 shilling een club om °P
deze wijze den Missie-arbeid te steunen. Al
spoedig werd dit werk goedgekeurd door Kardi
naal Bourne en thans zendt de O. L. M. L., die
duizenden leden telt, jaarlijks vele nuttige
zaken van allerlei vorm op naar de strijders op
de frontlinie van het Geloof. Dank zij dit éé®e
denkbeeld, dat in 1918 bij een onbekende vrouw
opkwam, die bij den haard zat te lezen.
Toevallig
1111111111111II111111111III111111111111111II1111111111II1111111 i 111 f 11111 li 11II1111111II11111111111111 i 11111111111111111111II111II11III
UL VENHOUT,
18 Mei 1938
Amico.
den
De Brabantsche Meimaand staat in
knop van de komende Zomerfeesten!
Ochja, 'k had 't oe al geschreven, da's waar
ook. Maar den blomknoppendracht is deus jaar
zóó overdadig aan schoonste beloften van
den kleurigsten bloei, da 'k er nie over uitge-
prakizeerd kom. Want hoe is dat, amico?
Ook 't Brabantsche hart staat bloeiens-
gereed! Staat vol in knop. En ge wit: waar
het hart van vol is, loopt den mond van over!
HahDen eersten bloei sprong al los. Gelijk
mee den kruinagel, den rhododendrum, den
meidoorn en den gouwen regen, blossemden
de bruiloften deur ons Brabantsche, Room-
che land, waar 't menschdom z'n eigen bij
voorkeur schijnt te houwen aan de veugeltjes-
ge woon te: „In Mei, dan legt elk veugeltje
'n ei".
't Is begrijpelijk, deuzen trek in ons men-
schen! Mei, de maand na Paschen, na den
Grooten vasten dus, is vaneigens wel de druk
ste bruiloftsmaand in de Roomsche contreiën.
En deus goeie, ouwe gewoonte, deus steen-ouwe
zede, schijnt zóó te hebben deurgebeten over
heel de samenleving, dat 1 Mei 'nen soortement
van Nieuwjaarsdatum is geworden in 't
Maatschappelijk Bestel.
1 Mei: 't bóerenvolk aanveerdt zijnen nuu-
wen dienst.
1 Mei: datum van den „overtrek", van den
verhuis naar 'n andere hofstee.
1 Mei: hoogseizoen veur den verhuizer en
den ambtenaar van den Burgerlijken Stand.
1 Mei: 't was vroeger toen den arbeid nog
veurnamer was, dan den vacantie den nuu-
wen schooldatum.
Duuzenden dingskes worden uitgesteld, be
paald of aangegaan per 1 Mei.
Mei! 't Is nuuw tij, nie alleen in de schep
ping.
En 't Roomsch geloof, dat z'n eigen zoo ge
ren houdt aan de wisselingen van de Natuur,
dat in alles op-en-neer gaat mee O. L. H. Zijn
Schepping, (kunt g' oew eigen b.v. 'nen Allerzie
len indenken op 'nen stralenden Meidag? 'Nen
Paasch, feest van Opstanding, anders dan in
't vroege veur jaar....?) Ik zeg, ons geloof, dat
z'n eigen zoo regeleerde aan den Schoonen Bui
ten, moést toch ook wel in Mei, als de
veugelen nestelen gaan, z'n navolgers 't zelf
de zien doen! Jonge, koperen, zuiveren, veer
tigjarige en gouwen bruiloften, ze zijn deus tij
nie van de locht. Tij van den Gouwen regen,
den schoonsten heester, die er bloeit nou!
Bloeit alsof er gestolten zonnegoud druipt uit
't donkere loof! Tij van de gouwen bruiloften
ook, waarvan onze dagblajen dagelijks volstaan
nou! Mee de prentekes van de gouwen paren.
Portretten van die oude, verrumpelde
koppen, zij onder den kanten poffer, hij
onder z'n zijen petje; temidden van 'n straal
kinders en.... minstens twaalf stralen klein
kinders, veur den versierden gevel van d'r hui-
zeke. Want dit is 'n feit, amico, gemeenlijk heb
ben die gouwen bruidsparen er nie bij stilge-
ze ten, horre! Ze presenteeren oe 'n nageslacht
van 'n klein durpke-grootte en als ge dan dat
heimelijk lachend kopke van den bruigom goed
beziet, mee z'n pepke tusschen de bruine lip
pen en ge let ook 'ns op z'n kromme beenen,
die zo'n zeuventig jaren deur den zwaren eerde
hebben gebaggerd als ge 'm daar dan zoo
ziet zitten, dieën aartsvader, dan schiette on
willekeurig in den lach! En 't vrouwmensch?
Van 't zelfde! Lijk melk en bloed nog dikkels
en vooral op 'r gouwen feest, waar ze mee d'r
gewasschen en gesteven muts, d'r gouwen bros
en bellen en horlogeketting van drie meters
lang, als 'n koningin tusschen d'r volk troont,
op den groen versierden feestverkensstoel!
Hah! Mei! De maand van Onslievrouwke. We
hadden Heur gin schoonder tij kunnen wijen.
't Is 'n prachtige, maar ook plazierige maand.
D'n buiten, de veugeltjes, de dieren, de mensch-
heid alles viert bruiloft! Gin durpke waar
ge deus tij komt, of daar wordt gevlagd. Daar
schetteren de serenades uit 't zonnepiekend ko
per van dorstige fanfares! Daar is den erf ver
sierd mee groene guirlandes en kleurige lam
pionnen. Daar staan de eerebogen mee twee
ver-uit-malkaar-liggende jaartallen, omlauwerd
mee blommen, veur de bruilofshuizekes, die we
melen achter 'nen werlenden confettie!
Daar trekken de witte maagdekens-stoeten
langs de groene Meiwegels, blommen strooiend
veur de kromme beenen van 't zielsgelukkige
Bruidspaar-in-'t-goud, onderweuge naar de
luiende kerk, waar O. L. V. in den schoonsten
bloei van Meimaand staat
Den Brabantschen Mei! Wat staat ie weer in
overdaad van bloei en knop! De Mariakapelle-
kes staan in nuuwen blommensier langs de stil
le buitenwegels, mee de diepe karresporen,
waardeur nou en dan 'nen zwaren boerenwa-
gel komt gebonkerd achter 't slapensmoeie
peerd, dat mee den baas, al van zonsopgang af,
in touw is. De wegkruisen, tragische monumen
ten van den Goeien Vrijdag, ze rij ren op uit den
bloeienden Meibojem, daar teugen den stillen
achtergrond van 't wije, golvende korenland.
En naar welken horizont ge ook ziet, achter
de wije landerijen, die zonovergoten velden mee
't grazende vee, ja ten ende van de onaf-
kijkbare hei en jong bosch, overal in alle ver
schiet, daar rijzen de kerketorentjes op en pie
ken huilie gouwe kruis in den stralenden Mei-
hemel.
Allee, onze stille landschappen alleen al,
mee de diepe kaxrevoren, en 't wije, wije ak
kerland, tierend op 't zweet van 't zwoegende
Brabantsche volk; de draaiende meulens, de
simpele Lievevrouwekapellekes mee de versche
blommen, de vergedragen klanken over hei en
bosch van luiende kerketorentjes, deuze
landschappen ze getuigen in de witte stilte van
den zonovergoten Meidag zóó al, van't
slechte" Brabant! 't Slechte Brabant, dat zoo
geren bidt, zoo geren werkt, zoo geren
feest viert!
Daar is de letste maanden .veul „Hollandsch
vuil" over onzen bpjem uitgegoten. Maar
éénen troost: uit den mest groeit 't schoonst en
sterkst gewas!
Onze stejen en dorpkes, ze bereiën zich tot
de zomerfeesten 1938.
Bergen-op-Zoom ploetert aan z'n „Marki
zaatsfeesten", al maanden lang, om 't zeuven-
eeuwenfeest deuzen zomer te gaan vieren in
'nen luister van Historie, in 'nen glorie van
plazier
Geertruidenberg gaat z'n eeuwenfeest vie
ren! Talloos zijn de dorpkes, die huilie paro
chie-eeuwen gedenken gaan! Onze pastoorkes,
ze staan in 'nen ouwen toog, of mee den voor
schoot veur, mee te werken aan de praalwa
gens die straks trekken zullen in de optochten
ter eere van 't Eeuwenfeest der parochie! On
ze burgemeesters liggen overhoop mee de
vrouw, want ginnen avond zijn ze meer thuis,
omdat ze vergaderen, spreken en propageeren
motten 't groote zomerfeest van huilie ge
meente!
't Volk repeteert, vergadert, verft, timmert
in den „vrijen" avond veur de komende zomer
feesten.
De uniformen van de Harmonieën, schutters
gilden en vendels zijn uit den kamfer of den
tabak gehaald en de witte broeken gaan in de
wasch, in den stijfsel en onder de heete ijzers.
Want straks, in den optocht..., allee, dan
mot vader, dan motten de jongens kranig veur
den dag komen. De koperen instrumenten,
trommen en groote trom, 't wordt alles ge
poetst en gewreven dat de zon er duuzend kee-
ren uit weerketsen kan!
En Ulvenhout
Hah ook wij zitten nie stil! Wij vieren
deus jaar „den" Brabantschen dag! Zondag,
31 Juli!
En wij verwachten oe! Gelijk verlejen jaar,
toen wij onze Eeuwenfeesten, ons 650-jarig
bestaan hebben gevierd! Allee, guilie wéét 't,
allemaal bekans! Want honderdduuzend vreem
delingen kwamen af op ons jubelende dorpke,
dat nooit te klein is!
Weer, en schoonder nog dan verlejen jaar
zal den optocht trekken. En.... die was
schoon! Eénen antiek, éenen folklore, éenen
pracht uit de veurbije eeuwen was gezameld uit
de boerenhofstejen en -steekes, die daar lig
gen, uren van ons af, (want Ulvenhout is
groot!) uren van ons af, ten ende van die
mulle, witte wegels, mee de diepe karresporen,
slingerend langs de donkere bosschen, mid
den deur de peersbloeiende heiën, langs goud
gele graanakkers, onder den steenouwen eik of
beuk!
Uren, getrokken op zware ossenwagels soms,
kwamen ze af, die eenvoudige boerenmenschen,
dat brave, goeie volk, mee huiliën antiek, mee
in de stad vergeten spullen, mee 'nen pracht
waarveur ik 'nen millioennair bezwijken zag, die
biejen ging op deuze wagels vol van ouwen
pracht. Maar, hah! ge kunt gerust zijn.
Die lompeboeren uit 't binnenland van Brabant
verkoopen huilie erfgoed, huilie geluk nie! Ge
ren sleepen ze 't uren wijd weg, over zonne-
blakkende wegels, geren spendeeren ze dagen
arbeid aan 't optuigen van de wagels, om 't
't feest te doen slagen, om den vreemdeling ter-
wille te zijn, maar verkoopen....? Ze verkoo
pen geren, maar nooit huilie erfgoed en vrouw!
Nooit huilie geluk! Veur gin millioen!
Ge kunt gerust zijn! Schoonder nog dan
verlejen jaar en den Fielp staat er veur in,
zal den optocht trekken! En als ge, na 'n jaar
„stad" oew buikske weer vol hebt van alle mo
derne gemakken, als stalen en nikkelen prul
len, scheldende kranten, oorlogsnummers, be-
lastingzurgen, examenangst-om-niks, kapot-
gevallen geluk, „moderne cultuur", stadsche
overtroeverij, schijn, piek-en-pook, haat, poli
tiek gedonder, dikdoenerij, bioscoop en stad
sche feest, als ge boordevol zijt weer, van al
dat stadsche.... gerief, komt dan van den
zomer naar Ulvenhout! En verfrischt oewen
geest aan de schoone dingen van vergane
eeuwen. Drinkt 'nen teug geluk daarvan en
stilt even oewen dorst, van prangend heimwee
naar 't rustig geluk van ouwe tijen, 'nen dorst
waarvan 't moderne menschdom, mee zijnen
radio, z'n vlieg- en bommentuig, z'nen eeuwige®
onrust en mobilisaties, 'nen dorst waarvan de®
modernen menschdom snakt.
Allee, komt 'ns naar onzen buiten en bijt oew
tanden in 'nen sappigen perzik van geluk, a'°
ge kruist deur onze bosschen, over onze sti®
landwegen, waarlangs de welige korenakker»
zachtekens ruischen.
Allee dan wordt op oe gerekend! 13
vlaggen zijn in den wasch, de dorpelingen be^
spreken veur de deur in den avond huilie vfr'
sieringen al, de harmonie repeteert, de bedde
zijn gelucht, de kamers gedaan! De dreve®
staan al vol in blad, de boschbojem bloei
zoekt er 'nen zit in 'nen koelen bussel ®!f®j
mee 'nen ouwen eik tot steun in oewen rug-
bestelt er oewen schuimenden pint, die li)k,g
smolten goud in oew handen flonkert, als '®e
zonnepiek deur 't wiegend geblaart oew knui»'
ten streelt. ri
Allee, feestvieren in Ulvenhout is nie &n
Knapt er 'n paar rijksdaalders af en koopt
veur duuzend gouwen tientjes geluk, als
dorpsmuziek onder lampionnen concerteert
we samen onzen dans maken op deuze gel® ,t
kigen, jubelenden Brabantschen buiten me®
schoone, struische vrouwvolk, dat van gi®
houwen wit. „,e
Komt.... mee inwijen op 't Steeke, 't\me e~
hofsteeke van den Dré, dat we feestelijk ep
nen gaan en komt 'ns kijken hoe 'k daar
31 Juli. Schrijf 't op, anders doet g'oew eis
noodeloos tekort!
Nogeens: daar wordt op oe gerekend.
Ge
komt!
b®rr
Ge slaat 'nen kuitenflikker mee onzen
gemeester, mee mij, mee Trui, mee Dré. (°nden
die mot meeblazen in d'Harmonie) mee
Fielp, mee den Blaauwe en laten we ®°Sep
meeden Vic! En z'n Hanneke! Wat z® 1
ze gèren meedoen, die twee nieuwe vrinde
En nou schei 'k er af! 'k Mot naar de
gadering. Want zo'n feest, ge verstaat, f
over mot veul gesproken, vergaderd, veurpi»
gemaakt worden!
Dus: tot de naaste week.
Hebt ge genoteerd? 31 Juli!
Veel groeten van Trui, Dré en als al til
horke minder van oewen
t.A*-
pré-
gi®