M
Ha ndschoenen
Het kameraden-comité bijeen
't Spande er weer geducht
ZONDAG 29 MEI 1938
De nieuwe haring is er!
Gebakken haring
Aardappelen in de schil
en haring
DE VROUW VAN DEN ROO
KENDEN MAN
MAN EN VROUW
ONS PRIJSRAADSEL
Een figuur-puzzle
„De vier vierkanten
Oplossing vorig raadsel
Prijswinnaars
Het nieuwe raadsel
Baan - beurs - bord -
el - geld - heer - huis -
in - keer - kring - lende -
loop - man - na - nacht -
nest - papier - school -
storm - tuig - vak - vogel -
vorst - weer - wervel -
zin - zomer
HET ONE-OVER-ONE-SYSTEEM
z.
De vrouw die veel breit
VAN ONZE ADVERTEERDERS
De Sonnaville Rusthuis
Huize Bijdorp te Voorschoten
-
BRABANTSCHE BRIEVEN
Hoewel herhaaldelijk beweerd is, dat de
mode niet meer zoo streng is op de
unanimiteit van hand-, voet- en hoofdbe
dekking en hier met afwijkende kleuren mag ge-
'werkt worden, wordt er toch echter voor de
(combinatie tasch en schoen gaarne gestreefd
(niet slechts naar één tint, maar liefst naar
teenzelfde materiaal, waaruit beide vervaardigd
(zijn.
De mode is veeleischend en zet op het pad
Ider veeleischendheid elk seizoen een schrede
verder. Wat de handbedekking aangaat is de
tijd voorbij, dat we konden volstaan met eenige
paren ongerepte witte waschleeren handschoe
nen, die geen andere pretentie hadden, dan
•dat ze, in al him eenvoud, onberispelijk waren.
iDe tendenz „bont" of beter veelkleurig, die
•onze voetbedekking vrij spel geeft om zich aan
de meest voyante kleuren en kleurcombinaties
te buiten te gaan, laat ook wat den handschoen
betreft niet alleen drukke kleurengamma's,
maar ook even drukke omamenteering toe.
Of het altijd gedistingueerd is? Dat hangt
rvoor een groot deel van de draagster af en van
de wijze, waarop de handschoen als onderdeel
van de overige kleeding de aandacht vraagt.
Maar dat het de keuze vergemakkelijkt willen
we niet onverdeeld toegeven. Hoewel we in het
kiezen van onze handbedekking dit seizen ove
rigens al even vrij zijn als wat den hoed en den
schoen betreft.
Lange kappen zijn op het oogenblik minder
en vogue. Op den korten handschoen wordt ech
ter rijkelijk gewerkt met versieringen, waarbij
de perforatie zeer geliefkoosd is. De fantasie
der handschoenenmakers heeft zich bij het or
namenteeren overvloedig kunnen laten gaan,
zooals de afbeelding ook toont, waar een blauw-
leeren handschoen met witte kruisjes werd be
werkt en de zwartleeren slipon versierd werd
met één witte middenstreep, geflankeerd door
golvende stikseltjes. Bewerking tot zelfs op de
vingertoppen zien wij bij de nieuwste creaties
en eveneens gaatjesversiering, die geen plekje
nóch op de hand, nóch op de vingers vrij laat.
Op zich dwingt de druk-versierde handschoen
mogelijk onze bewondering af, maar zooals
reeds gezegd, het bemoeilijkt de keuze van een
onderdeel, dat, gezien onze overige kleeding,
niet méér pretentie mag hebben dan het als
bedekking der hand verdient.
Niet alleen zal dit de vischliefhebbers ver
heugen, maar ook de huismoeder, die nu
reden heeft om af en toe als welkome va
riatie in het dagelijksch menu eens een haring
gerecht in te lasschen. Want 't is 'n heele toer,
door geen der huisgenooten buitenstaanders-
buiten-het-huishouden genoegzaam naar waar
de geschat om voor al de drie honderd vijf en
zestig dagen van het jaar drie honderd vijf en
zestig verschillende maaltijden te bedenken, die
aan ieders smaak voldoen, voedzaam genoeg
zijn en óók nog gelijken tred houden met de
toevloeiing in de huishoudkas.
Haring is geen kostbaar voedsel en ten twee
de is haring zeer voedzaam door het hooge vet
gehalte 17 pCt. dat deze visch bevat; ha
ringsla, dat we zoo gewend zijn als „voorafje"
te geven of als hapje aan de koffietafel zou
echter, mét den noodigen rauwkost en mét
brood een volledig maal kunnen vormen. Neemt
men geen zure, maar zoute haring, dan legt
men die tevoren een nacht in water.
Voor een HARINGSLA, waarbij men als hoe
veelheid één groote ofwel twee kleine haringen
neemt, heeft men verder noodig:
400 gram gekookte aardappelen,
100 gram biet en 100 gram appel,
een kropsla sla, wat tomaten, uitjes en
augurkjes,
anderhalven lepel slaolie,
2 a 3 lepels azijn,
peper en zout.
Men snijdt de haring in stukjes, verwijdert
de graat, snippert biet, appel en ui, snijdt de
augurkjes in plakjes en maakt de aardappelen
fijn met een vork, waarna men dit geheel ver
mengt met de olie en azijn, de peper en het
zout. Het schaaltje, waarin men de sla opdient,
garneert men met de slabladeren en de schijf
jes tomaat.
Ook kan men de haringsla in kleine hoeveel
heden verdeelen en op meerdere gave, groote
slabladeren leggen.
Geenszins zouden we willen pretendeeren, dat
bovenstaand haringsla-recept het éénige is. Bij
na zou men zelfs kunnen zeggen, met een va
riant op het „zooveel hoofden, zooveel zinnen":
„zooveel huisvrouwen, zooveel haringsla-moge
lijkheden". In Noorwegen bijvoorbeeld wordt
een haringslaatje zelfs afgemaakt metslag
room.
Als we daar eens gaan neuzen, in h e t vis-
schersland, waar bij het dagelijksch menu van
zelfsprekend een zeer groote plaats is ingeruimd
aan de visch in allerlei mogelijke en ook onmo
gelijke variaties, dan vinden we daar onder meer
een origineel recept voor:
Van twee eieren scheidt men dooier en wit en
kookt de dooiers hard door deze in een pannetje
warm water te laten glijden en ca. zeven minu
ten te laten doorkoken. Op de eerste plaats zijn
di op deze wijze gekookte dooiers spoediger hard
en tweedens komt het wit rauw eerder in aan
merking om gebruikt te worden can in gekook-
ten vorm.
Dan wrijft men het geel fijn met twee lepels
water en wentelt de haringfilets hier in op
twee eieren ongeveer zes haringen waarna ze
met bloem gepaneerd worden en in bruine bo
ter circa tien minuten gebakken tot ze een mooi
goudbruin korstje vertoonen.
Men serveert dit haringgerecht met gebruin
de boter of met mayonnaise, waarin fijngehakte
augurkjes en kapertjes.
Het kan als lunch-schoteltje of op vastenda
gen als schoteltje vooraf gegeven worden.
Om haring als pièce de resistance in het menu
te verwerken, schermt men in Noorsche huishou
dens, waar het warme middagmaal zoo ongecom
pliceerd mogelijk wordt gehouden, graag met
een combinatie, die daarom zoo goed gekozen is,
omdat aardappelen in de schil gekookt een geu
rige, maar vrijwel zoutloozen smaak hebben om
dat het zout, waarmee ze gekookt worden toch
niet door de schil heendringt.
Men geeft er gewone boter bij of wie er iets
meer werk van wil maken, gewelde boter, waar
fijngehakte peterselie doorheen geroerd is.
Met een stevige groentesoep vooraf of een
groenteschotel au gratin, en fruit toe is dit een
volledig voedzaam maal.
kan zich ergeren over alles en nog wat, dat met
deze, van de Indianen afgeziene gewoonte, in
verband staat. Bijvoorbeeld al over het rooken
zelf en de uitgaven die dit vraagt. Of over asch
op tafel ®f karpet, op de smoezelig gele kleur
die plafond en gordijnen gaan vertoonen.... er
zijn inderdaad grieven te over! Maar mogen
we hier even een goeden raad aanbieden? Wij
doen dit in den vorm van „vijf geboden voor
de vrouw van den rookenden man", die ditmaal
nu eens niet stammen van een professor uit
Chicago, maar aan ons eigen journalistiek
brein ontsproten, geïmponeerd als dit werd
door het belang van deze in waarheid branden
de kwestie.
1. Bedenk dat mannen vaak veel verdragen
kunnen om der lieven vrede wille, maar niet
dat men raakt aan hun rookgewoonten. Doe
dus steeds of ge die zéér belangrijk vindt!
2. Zorg voor voldoende aschbakken en doe
alsof het aan uw nonchalance te wijten is als
er toevallig zulk een meubel ontbrak op de
plaats, waar een aschzuiltje naar beneden viel....
3. Streel de ijdelheid van den heer der
schepping door hem te behandelen, als ware hij
een groot expert op het gebied van fijne tabaks
geuren.
4. Tracht hem dus nooit een merk op te
dringen, maar richt u op dit terrein in alles
naar zijn wenschen.
5. Zorg daarom er voor dat deze, als er be
zoek komt, de beschikking heeft over door hem
geprefereerde sigaren, sigaretten of tabak. Maar
mochten er budget-zorgen zijn, sluit dit allez
dan gauw weg zoodra het rookfestijn is afge-
loopen....
God vormde Eva uit een rib van Adam. Dit
was een heerlijk denkbeeld. Het was poëzie. God
deed het lichaam eener vrouw voortkomen
uit een been vlak boven het hart van den man.
Adam's lieve vrouw kwam bijna uit zijn hart.
Zij was reeds vleesch van zijn vleesch; en toen
hij haar beminnen ging om haar eigen schoon
heid en aantrekkelijkheid, kon hij nooit ver
geten, dat eens dit geliefde wezen een kostbaar
deel van eigen lichaam was geweest; en dat
de lieve gezellin van zijn werk en zijn vreugden
recht uit een wond in zijn zijde was voortge
komen. DANIËL LORD (America)
„Nu zal die meneer van de 90 percent ver
zwaring der puzzle toch wel tevreden zijn ge
weest: ik vind, dat ze meer dan honderd pet.
moeilijker was dan de vorige."
Dat was een der meerdere ontboezemingen
inzake het lastige tooverzaakje. We kregen b.v
ook te lezen, dat men „er urer> op had zitten
blokken" dat het „heel wat zweetdroppels
heeft gekost" dat het „een prachtopgave
vanwege het lekker zware en variëerende was"
dat „men een paar dagen later kwam dan
anders, omdat deze puzzle lang niet gemakke
lijk is" enz.
Ja die „meneer van de 90 percent" was
heel tevreden, en zijn „nog meer zoo" werd door
velen in koor herhaald! We zouden waarlijk in
de verleiding komen, onze map met zwaar kali
ber maar eens leeg te maken, doch we moeter,
weerstand bieden
De oplossing van het vorig raadsel was:
Het vierkant I wordt gevuld met de woorden:
roet - over - eere en tres.
Het vierkant II met de woorden:
kano - adel - neus en Olst.
Het vierkant III met de woorden:
kilo - Tsar - land en orde.
t
Het vierkant IV met de woorden:
reep - Ebro - erts en post.
Terwijl we in het middelste vierkant krijgen:
steno - talon - elite - notie en oneer.
De volgende inzenders van een goede oplos
sing werden door het lot met een prijs begun
stigd: C. Berkhout, Bestevaerstraat 188 III,
Amsterdam-West; H. Graansma, Vermeerstraat
27, Amersfoort; W. Kapeteyn, Middenstraat 50
Roosendaal (N.-Br.), mej. T. Rosier, Zomer-
zorglaan 15, Bloemendaal; mej. W. Sanders,
Rijksweg Zuid, Eist (Gld.); Jos. J. Schouten,
Rijnlaan 218, Utrecht.
Thans volgt een ketting-raadsel volgens het
hierbij gepubliceerde schema:
Met het woord baan te beginnen, rangschik-
ke men de overige 26 in alphabetische volgorde
gegeven woorden zoodanig, dat het eerste met
het tweede, dit tweede weer met het derde
woord, en zoo al maar verder, telkens een twee-
of meerlettergrepig woord oplevert. Ook het
laatste woord moet met het eerste woord baan
zoo'n meerlettergrepig woord opleveren, zoodat
men een ketting verkrijgt en dus met elk woord
de sorteering zou kunnen aanvangen. Onze al
phabetische volgorde bracht mee, dat er al een
paar netjes naast elkaar kwamen, als in - keer
- kring, wat in den schakelaar al oplevert:
inkeer en keerkring. De rest moeten we nu aan
den vemuftigen puzzelaar overlaten.
Onder de inzenders van een goede oplossing
worden weer zes fraaie prijzen verloot.
Oplossingen worden tot Vrijdagmiddag 12
uur ingewacht bij den heer G. M. A. Jansen,
Ruysdaelstraat 60, Utrecht.
De vorige week heb ik mijn systeem sche
matisch weergegeven en ongetwijfeld is niet al
les u even duidelijk geweest. Ik zal daarom
beginnen met de algemeene principes van dit
systeem uiteen te zetten, zoodat u daardoor de
verschillende biedingen beter zult begrijpen.
Zooals u ziet, is er een groot verschil tus-
schen de eischen voor een opening op de 1ste
of 2e hand en die voor een opening op de
3e of 4e hand!
De reden hiervan is drie-ledig:
le. Wordt de kans op rondpassen, terwijl
een deelscore of zelfs een manche gemaakt had
kunnen worden geringer.
2e. Is na het passen door twee handen de
kans grooter, dat de partner geen waardelooze
kaart heeft.
3e. Is de kans geringer, dat de tegenpartij
met een zware kaart tegen zit.
Deze lichte 3e en 4e hands-opening vervult
de taak van een zwakke 1 klaveren-opening
en kan eventueel door de zwakke 1 klaveren
worden vervangen.
De beteekenis van de marges (34% en
2%4%) is, dat bij een opening op het mini
mum compensatie in de verdeeling aanwezig
moet zijn en dat bij opening op het maximum,
dit surplus in de latere biedingen moet wor
den aangegeven:
Bijv.: De gever (1ste hand) zal moeten pas
sen op de volgende kaart:
Sch.: x x x x
H.: A. x x
R.: A. x x
KI.: A. x x
terwijl daarentegen op
Sch.: A. B. 10 9 x
H.: A. B. 10 9 x
R.: xxx
KI.:
ongetwijfeld geopend moet worden (1 Sch.).
Wanneer echter Noord (gever) 1 Schoppen
opent op:
Sch.: A. H. B. x
H.: V. B. x x
R.: A. V. x
KI.: x x
en Zuid antwoordt met 2 Harten, dan is het
juiste bod voor Noord 4 Harten, waarin dan
tevens het surplus boven de vereischte topsla-
gen voor een opening wordt uitgedrukt.
Zuid moet immers ongeveer een kaart heb
ben als onderstaand:
Sch.; x x
H.: A. 10 x x x
R.: H. B. x of
KI.: xxx
Sch.: xxx
H.: H. 10 x x x
R.: xx of
KI.: A. V. x
Sch.: xxx
H.: A. 10 x x x
R.: x x of
KL: H. V. x
Sch.: x
H.: A. H. x x
R.: B. x x x
KL: x x x x
en zooals u ziet wordt in al deze gevallen 4
Harten hoogstwaarschijnlijk gemaakt.
In het antwoord op een één-opening komt
een zeer belangrijk principe van mijn systeem
tot uiting. Reeds direct in de eerste biedronde
moet de partner n.l. aangeven of er een kans
op een manche bestaat, ja dan neen.
Een antwoord als: Pas, 1 S. A., of 2 in de
zelfde kleur beteekent neen; elk ander ant
woord ja.
Aangezien de opening echter zelfs 4% top-
slag kan bevatten is het gewenscht, dat de
partner het bieden zooveel mogelijk open
houdt.
Zelfs op:
Sch.: H. x x x
H.: xxx
R.: V. 10 x x
KL: x x
of
Sch.: V. x x x
H.: x x
R.: V. x x x
KI.: V. x x
moet na een 1 Harten-opening 1 S. A. gebo
den worden. Immers wanneer de partner op
Sch.: B. 10 9 x
H.: A. B. 10 x
R.: A. H.
KL: H. B. 10
of
zou geopend hebben is
3 S. A. of
Sch.: A. B. 10 x
H.: A. H. B. x x
R.: H. x x
KL: x
4 Schoppen
het juiste eindbod.
We zullen nu echter overgaan tot ons spel
van de week en de bestudeering van het
systeem inmiddels in uw belangstelling aan
bevelen.
Sch.: 7 6 4
H.: A. H. 10
R.: 8 6 5
KL: H. 7 5 2
Sch.: V. B. 9
H.: B. 9 7 5 4 2
R.: 7 4 3 2
KL:
Sch.: H. 10 3 2
H.: 8 6 3
R.: H. B. 9
KL: A. 9 4
N.
W. O.
Sch.: A. 8 5
H.: V.
R.: A. V. 10
KL: V. B. 10 8 6 3
Zuid moest op dit spel 5 klaveren spelen en
West kwam uit met Harten heer en trok Har
ten aas na, welke door Zuid getroefd werd.
Zuid speelde thans troef vrouw, West dook, uit
Noord werd de 4 bijgespeeld en Zuid zag tot
zijn schrik, dat Oost renonceerde.
Aangezien nog een slag in Schoppen verlo
ren moest worden, leek down onvermijdelijk,
maar de goede speltechniek van den Zuidspe
ler leverde een mooi succes op. Hij trok Kla
ver 6 na en sneed in den blinde met de 9.
Daarna speelde hij 3 maal ruiten en zorgde
de derde maal in den blinde aan slag te ko
men, zoodat het derde Hartentje door Zuid af
getroefd kon worden. Vervolgens werden aas
en heer van Schoppen gespeeld in de hoop, dat
Oost aan slag kwam. Dit gebeurde en de si
tuatie was als volgt:
Sch.: 10
H.:
R.:
KL: A.
Sch.:
H.:
R.:
KL: H. 7
Sch.:
H.: B. 9
R.:
Kl.
N.
W. O.
Z.
Sch.:
H.:
KL: B. 10
Oost speelde dus Harten na en Zuid troefde
met de 10, waardoor West in een moeilijk
parket kwam. Immers, als hij den Heer in
zou zetten, werd in den blinde het Aas ge
speeld en zou Zuid den volgenden slag met den
Boer maken, terwijl wanneer hij den Heer niet
speelt in den blinde, Sch. 10 wordt geëcarteerd
en de volgende slag eveneens voor N.—Z. is.
Werkelijk een fijn staaltje van speltechniek.
P. H. A. TUIN
L
moet weten, dat uitgehaalde, kronkelende wol,
die niet prettig breit en waarmee het moeilijk
is, een regelmatig geheel te bereiken, weer glad
te krijgen is als volgt. Men doopt het kluwen in
lauw boorwater, die de wol weer zacht en „wol
lig" maakt en daarna windt men het garen,
zonder dit te wringen, om een flesch of ronde
doos. Pas als het door en door droog is windt
men het opnieuw tot een kluwen
en onthouden, dat kromgebogen celluloid
breinaalden weer recht te maken zijn, door ze
boven den wasem van kokend water te hou
den, ze onderwijl met de hand recht strijkend
na Welke behandeling men de naalden ter ver
steviging even in koud water legt. Bedenken,
dat celluloid zeer brandbaar is, dus oppassen
bij het vuur.
In het jachtende leven gaat het verlangen
eener werkende vrouw vaak uit naar een rustig
plekje in een prettige, opgewekte sfeer.
Het zoo gunstig bekend staande Sonnaville
Rusthuis te Hees bij Nijmegen is een dier
plekjes, waar zij de noodige rust en herstel van
krachten en levenslust kan vinden.
De verbouwing van het Instituut O.L.V. van
Lourdes der Zusters Dominicanessen irr Huize
Bijdorp te Voorschoten, nadert haar voltooiing.
Het geheel nieuwgebouwde internaat is sinds
eenige maanden in gebruik; in het oude ge
bouw zijn geleidelijk nieuwe klaslokalen inge
richt en de oude gemoderniseerd; nog enkele
zijn onder bouwershanden. Na de vacantie zal,
na een bijna tweejarige verbouwing, een geheel
modem ingerichte school met pensionaat ge
reed zijn, die aan alle eischen voldoet, welke
redelijkerwijze gesteld kunnen worden.
Het onderwijs omvat een Middelbare Meisjes
school met voorbereidende L.O.klassen; daar
naast is een tweejarig huishoudonderwijs inge
richt. Het instituut neemt zoowel externe als
interne leerlingen op.
ULVENHOUT, I
26 Mei 1938
Amico.
Verlejen week mocht ik oe zoo 'nen „veugel-
vhicht" geven over de zomerplannen, die in
knop staan over heel ons Brabantsche land, deus
week mot ik oe toch op de hoogte gaan brengen
van alles waar ge 't nuuwsgierigst naar zijt, van
Ulvenhouts voorbereidings.
Ge verstaat, den Fielp en den Blaauwe, den
Jaan, den Joep ze hebben de koppen weer
bij malkaar gestoken!
En laat ik 't veuraf dan maar 'ns zeggen,
om er niemeer op terug te komen zoo meuge-
lijk en al is er dan 'nen deftigen comité van
voorname en geleerde mannen, die mij tot feest-
verken hebben gemerkt, ons eigen ouwe kame
raden-comité gaat zijnen eigen gang, werkt z'n
eigen feestplannen uit, is de linkerhand die nie
wit, wat de rechter doet!
Ja onzen commiteit wit van 'nen jubilaris
bekanst niks af, want ik vergader eigens mee.
Da's zoo den wensch van den Fielp. Hij zee:
„Dré, wij ebben toch haïtij veul te veul plazier
en leut g'ad mee den horgelisatie van hons
feesten, hom 't nouw deuzen keer handers te
doen. Ge doet mee en ge doet sjuust hof hoew
neus bloeit! Mocht 'r ooit iets te verapzakken
zijn, da jou nie haangaat homdat 't jouw te
veul haangaat, dan sallemanderen wij oe wel den
herf op van de „Gouwen Koei"!
Nou, da was 'n degelijke afspraak, zeg zelf.
Temeer, we hebben zooiets meer bij d'hand
g'ad. Mee den Fielp eigens. Mee den Jaan ook,
toen ie „altrad als hoofdcommissaris." Ik ben
nou gewaarschouwd, maar den Jaan wist toen
tertijd van heelegaar-niks. En toen wierd ie,
deur den Blaauwe, op commando van onzen
veurzitter, zoo ongezouten buiten gegooid, dat
den jubilaris verbaal maakte teugen z'n eigen
feestcommissie!
We lieten 't gaan. Allicht. Daar zijn nou een
maal dingskes, waar ge mee oew handen nie
aan mot raken. Ge zou 't kunnen verknoeien,
niewaar? En als de propclub gedagvaard was
deur den rechter van onderzoek en we in de
wachtkamer van de rechtbank den tijd dooiden
mee 'n spulleke kaart, onzen aanklager dee
natuurlijk mee, want wij stonden op 't stand
punt dat ie z'n plicht gedaan had, al was "t dan
teugen ons eigen, dan.... dan vielen er woor
den over 'n stommen streek deur Janus in 't
kaartspel éntoen rauschte 't er zóó, dat er
'nen meneer kwam kijken naar *t kabaal.
Dieën meneer wierd deur den Fielp al gaauw
in 't spul betrokken, hum wierd den Jaan z'n
stommiteit in geuren en kleuren uitgelegd en
meteen vertelde den Fielp er in gaauwigheid bij
dat dieën Jaan eelegaar zo'nen stommen hezel-
straal was, want dat ie z'n heigen feestcommi-
teit gekallizjeerd ad!" Dieën meneer was toen
haastig weggeloopen, mee den zakdoek veur
z'n mond en den Fielp merkte toen nog op:
„ziede nou, Janus, wat 'nen hellendeling gij zijt!
Has 'n hander van jouw eldenstreken oort, be
gint zo'nen mensch te kotsen."
Maar "t was anders, amico. Gaar anders! Mis
schien herindert 't g'oew eigen nog wel, want
ik heb destijds, 't is alweer jaren gelejen, die
affaire lang en breed uit malkaar gedaan in
'nen brief.
Ja 't was veul anders, dan den Fielp docht.
Want als dieën meneer goed en wel weg was,
dan ging er 'n belleke en dan kwam 'nen mare
chaussee den Jaan roepen. En dan hoorden wü,
naastaan, hoe den Jaan daar uitgeveterd wierd.
En dan herkenden wij in die stem den meneer
van daarsjuust't Was den Rechter-Coin-
missaris eigens! En dan kwam den Jaan na
vijf minuten weerom, wit als 'nen doek en zee:
„jongens, ge kunt verom naar Ulvenhout, ik-
heb-de-zaak - ingetrokken."
Dat geviel toen de derde week van October,
de kermisweek in de stad. Sodepin, wat hebben
we dieën dag den Kop van Jut 'n opsodeme-
kajer gegeven, amico!
Ja die feestvergaderingen hier, die zijn al-
tij veul plazierig. En 't zou veul zonde zijn ze
te missen, al zijde dan ok duuzend keer eigens
't feestmotief. Dat vergitte gaauw genogt.
Ook den Fielp, die er destijds zenuwachtig
van wierd, dat er vergaderingen gaande waren
buiten hem om en op 't end, als ie 't niemeer
verkroppen kost binnendrong, dien hebben we
toen hij weegt 300 pond mee 'n kunstje
van 'n „extra-radiobericht," meldende dat z'n
bakkerij in lichterlaaie stond, buitengefriemeld.
Ik voorzitterde toen, noodgedwongen, maar al
rap kwam ik èn de vergadering tot de overtui
ging, dat de leiding van den bakker nie te
missen was! Ijskoud heeft ie toen z'n eigen ju
bileumvergaderingen gepresideerd. Eigens heeft
ie de commissie benoemd, die hem moest gaan
polsen over z'n cadeau!
Van dieën tijd af worden bij ons de feest-
verkens toegelaten op de vergaderingen. Maar
éen ding, nou 'k zelf aan de beurt ben, houw ik
in 't oog: als 't onderwerp te persoonlijk wordt,
smeer ik 'm. Daar zijn er 'n paar, den Fielp en
den Jaan, die maar al te geren wraak zouwen
nemen op ouwe ervarmgs! En me buitenwerken
op "n manier, da 'k veur schandaal bij Trui aan
zou komen..! Ennedie is tóch al zoo kri
tiek aangelegd op 't punt van vergaderingen en
dan mot ge 't spek nie vlak veur de kat leggen,
waar of nie?
De eerste vergaderingen zijn gewist. We had
den er puik weer op. 't Was koud weer, nattig
op den buiten, 't was wintersch genogt om
's avonds gezellig bij malkaar te schuilen om
de afgedekte biljert in de „Gouwen Koei".
Den Fielp sprak:
„Mijne eeren, ik bedoel kameraads" (want
den Blaauwe knipte-n-al verdacht mee z'n
oogen) „kameraads, we zijn ier bij malkaar veur
de Hulvenhoutsche Zomerfeesten, die beginnen
zullen op Zondag den 31sten Juli, van den jaar.
Hover de motieven wordt ier nie gehouwe
hum
„Geneer-d-oew eigen maar nie," riep er
eenen. Klop mee den hamer! Den Fielp ging
wijer: „gin hinterupsies hasteblief, hover de
motieven wordt ier nie gehouwe-bet, want d'n
broerling his 'r heigens bü en den Hengelsch-
man zeet: Hin 't uis van den ge-vangene sprik-
te nooit hover den strop." Klop!
Den Blaauwe riep: „we zijn hier anders in
Huivenhout, veurzitter en Hengelschmannen
zijn hier sehaarsch."
Applaus!
,,'t Is den Dré verbojen hom hextra rondjes
weg te geven," loog den veurzitter toen, mee
'n prachtig bakkes net-echt. Klap! „De verga
dering is iermee gehopend." Klap!
Den Fielp ging zitten, spuide mee z'n tong
langs z'n valsch gebit dat doet ie alleen aan
veur vergaderingen, gemeenteraad en zoo en
daarom went ie er slecht aan overzag, al
„pruimende" z'n vergadering en vroeg toen be
leefd en zoetsappig of „de kevers van plan wa
ren, halles weer hover te laten aan den veur
zitter. Nie da 'k oe noodig eb," zee-t-ie: „zet
da maar huit hoew testen, maar 'k zou toch
geren ooren, oe guilie 'r hover denkt!" Klap!
Daarna begost ie mee veul omslag 'n sigaar
aan te steken, heeft ie natuurlijk afgekeken van
ddd Burgemeester, in den Raad, en 't puntje
blaasde-n-ie over den secretaris z'n kop, dat
heeft den Fielp van z'n eigen.
Toen presenteerde-n-ie den secretaris, Bultje
de Bie, ge wit dat notarisklerkske, 'nen ge
letterden mensch, ook 'n sigaar, 'n ding dat
de Bie haast mee twee handjes vast moest hou
wen. Van Eggermondt, 'n zwager van den Joep,
Joep van Besouwen, vroeg 't woord.
„Voorzitter," zee van Eggermondt: „mijn ge
dacht is, we motiten hebben muziek, veul mu
ziek! 'Nen optocht! 'Nen schóónen optocht.
Vuurwerk! 'n Kolossaal vuurwerk. Versiering.
Alle huizen versierd en eerepoorten. Lijk er nog
nooit gestaan hebben. Lot nou 'n ander ook 'ns
'n ideeke naar veuren brengen!"
Hij had 't heele feest van verlejen jaar, ons
650-jarig bestaansfeest, opgesomd mee 'n ge
zicht of ie 't zwartgaren uitgevonden had.
Alles zweeg. Den Fielp rookte en „pruimde".
Keek toen den kant van v. Eggermondt 'ns uit
en zee dan: „ge hebt den ballon van verlejen
jaar nog vergeten, Toon."
„Da's waar," zee den Toon. EP om 't goed te
maken vulde-n-ie z'n veurstel aan: „twee ba-
lonnen, veurzitter!"
Waarop den Fielp vroeg: „Mag vijf hook,
Toon?"
„Hoe meer hoe liever," zee den Toon mee z'n
uitvindersgezicht.
„Mot da veurstel in de Notulen?" vroeg t
Bieke.
„Zijde bela laaitafeld," pruimde den Fielp
hardop: ,,'t is ier ginnen eralingscursus veur
gehoefenden."
Toen had den Blaauwe 'n veurstel.
„Lót maar 'ns ooren," vaderde den Fielp.
„Ik stel veur," zee den Blaauwe: „om iets
orizjeels te doen, iets wa nog nooit vertoond is,
op 'n feest!"
Daar kwam spanning. Den Fielp vergat te
„pruimen" en luisterde. Knikte. Moedigde den
Blaauwe sympathiek aan!
„Eel goei hidee," pinde den Fielp: „eel ham
part hidee, Blaauwe! En lot nou 'ns ooren, oe
ge da gedocht ad?"
„Watte?"
„Hoew horizjeneeliteit?"
„Ja," zee den Blaauwe: „da's ok 'nen bak! Ik
zeg: iets orizjeels! En nou is 't jouw beurt weer,
Fielp!"
„Mijn beurt??"
„Ja! Jouw beurt. Nou is 't wijers aan jouw,
om zoo iets orizjèels uit te prakizeeren. En ik
geef oe deus ideeke glad cadeau!" Hij dronk
'ns. Den bakker zat even mee stomheid ge
slagen. V
„Mot dit in de notulen?" vroeg 't Bieke.
„Jja!" zoo kwam den Fielp weer bij: „zet
er deus veurstel maar in. Zo 'nen reuzenwind ek
nog nooit gevangen hin 'n netje!"
„Motte patent op nemen," raaide den Blaau
we aan. En ik weet nóg nie, amico, of den
Blaauwe dat allegaar in z'n onschuld zee, dan
wel, of ie den Fielp perbeerde te vernikkelen,
maar ik heb gescheurd van 't lachen, man!
Toen kraffelde Nolleke Gommers, ge kent
'm nog wel? Dat kleine, 60-jarige, vrijgezellen
rentenierke mee 't veul te groote hoofd en dito
woorden? toen kraffelde Nolleke Gommers
boven op z'ner. stoel. Dat hebben wij 'm zoo ge
leerd. Ais 't Nolleke wat te zeggen heeft, mot
ie op z'nen stoel gaan staan. En daar houdt ie
z'n eigen trouw aan.
„Veurzitter," begon 't Nolleke en hij trok 'ns
aan z'n vestje: „veurzitter, we zijn nog sjuust
zoo wijd as voor we begonnen! We zitten in de
ruimte te ouwe
„Betten," was den Fielp 'm veur, want nog
eens: Nolleke praat geren als 'nen grooten
kearel!
„Ok goed," zee Nol. „Maar vertel me eerst
'ns, veurzitter, zijn er spijkers?" En hij maakte
mee z'n vingers 'n geldtellende beweging.
Den Fielp zee gin „nee" en gin „ja". Hij bekeek
Nolleke mee 'n gezicht of 't ieveraans in de buurt
nog al stonk en liet Nolleke daar staan zonder
ennig antwoord.
Nolleke blééf staan.
Bultje de Bie, gebeten op Nolleke, dat span-
neke is altij water-en-vuur, vroeg meelijdend:
„mot datte in de notulen, veurzitter? Neee,
zeker?"
En den Fielp trok 'n lip, schudde zijnen kop-
Nolleke liet dat nie zitten. Hij zette al eenen
voet op de biljert, in de richting van 't secre-
tariske, maar veur ie den tweeden voet omhoog
had, had Kee van „de Gouwen" Nolleke al te
grazen bij den bojem van z'n broek, trok Nol
omlaag, in z'nen stoel en zee: „kalmaan, turi-
M'n biljert is gin kinderkamer."
„Krijg den driedubbelen rambam", siste Nol
leke.
„As ik wist, wat da was," dreigde Kee: „dan
zette-n-ik oe onder 'n omgekeerd bierglas."
„De helft er van is genogt, om den Notaris en
den pastoor te roepen," zee Nel. „En om mij 'nen
plazierigen dag te verschaffen!"
Toen zee Kee iets dat mee den besten wh
van de weareld nie af te drukken is in 'n nette
krant en den Fielp verklaarde 't „hinciden»
veur gesloten."
De Bie formeerde rookgordijnen mee den
Fielp z'n groote sigaar en uit den mist van
smoorwolken piepte 'n verdacht gegiegel.
Van kwaaiigheid gaf Nolleke 'n rondje weg
„mee uitzondering van dieën inktlap," riep 1
giftig, in de richting van 't „binnenbrandje."
Toen nam den Fielp seerjeus het woord. „N
halle wijseid die 'k van den havond eb haan
geoord, ben ik dan zóó wijd," zee-t-ie: „da
wel zekereid eb, dat halles weer neerkomen za*
hop 't oofd van Hoome Fielp. 'k Zal dus hei
gens m'n veurstellen nou bekend maken, daa
over kunt guilie dan gaan debatteeren, has S
maar in de gaten ouwt, da ge ze mee halgeh1^
ne stemmen haan te nemen ebt!" n
En lijk altij, den Fielp vouwde de plann
veur "n volledig en prachtig feest sjecuur op
Maar daarover 'nen anderen keer. s
'k Mot er nou gaan afscheien. Dalijk beg1
devergadering.
Veul groeten van Trui, Dré HI en gin ho
minder van oewen
t.a.v.
pRjS.