M Ha ndschoenen Het kameraden-comité bijeen 't Spande er weer geducht ZONDAG 29 MEI 1938 De nieuwe haring is er! Gebakken haring Aardappelen in de schil en haring DE VROUW VAN DEN ROO KENDEN MAN MAN EN VROUW ONS PRIJSRAADSEL Een figuur-puzzle „De vier vierkanten Oplossing vorig raadsel Prijswinnaars Het nieuwe raadsel Baan - beurs - bord - el - geld - heer - huis - in - keer - kring - lende - loop - man - na - nacht - nest - papier - school - storm - tuig - vak - vogel - vorst - weer - wervel - zin - zomer HET ONE-OVER-ONE-SYSTEEM z. De vrouw die veel breit VAN ONZE ADVERTEERDERS De Sonnaville Rusthuis Huize Bijdorp te Voorschoten - BRABANTSCHE BRIEVEN Hoewel herhaaldelijk beweerd is, dat de mode niet meer zoo streng is op de unanimiteit van hand-, voet- en hoofdbe dekking en hier met afwijkende kleuren mag ge- 'werkt worden, wordt er toch echter voor de (combinatie tasch en schoen gaarne gestreefd (niet slechts naar één tint, maar liefst naar teenzelfde materiaal, waaruit beide vervaardigd (zijn. De mode is veeleischend en zet op het pad Ider veeleischendheid elk seizoen een schrede verder. Wat de handbedekking aangaat is de tijd voorbij, dat we konden volstaan met eenige paren ongerepte witte waschleeren handschoe nen, die geen andere pretentie hadden, dan •dat ze, in al him eenvoud, onberispelijk waren. iDe tendenz „bont" of beter veelkleurig, die •onze voetbedekking vrij spel geeft om zich aan de meest voyante kleuren en kleurcombinaties te buiten te gaan, laat ook wat den handschoen betreft niet alleen drukke kleurengamma's, maar ook even drukke omamenteering toe. Of het altijd gedistingueerd is? Dat hangt rvoor een groot deel van de draagster af en van de wijze, waarop de handschoen als onderdeel van de overige kleeding de aandacht vraagt. Maar dat het de keuze vergemakkelijkt willen we niet onverdeeld toegeven. Hoewel we in het kiezen van onze handbedekking dit seizen ove rigens al even vrij zijn als wat den hoed en den schoen betreft. Lange kappen zijn op het oogenblik minder en vogue. Op den korten handschoen wordt ech ter rijkelijk gewerkt met versieringen, waarbij de perforatie zeer geliefkoosd is. De fantasie der handschoenenmakers heeft zich bij het or namenteeren overvloedig kunnen laten gaan, zooals de afbeelding ook toont, waar een blauw- leeren handschoen met witte kruisjes werd be werkt en de zwartleeren slipon versierd werd met één witte middenstreep, geflankeerd door golvende stikseltjes. Bewerking tot zelfs op de vingertoppen zien wij bij de nieuwste creaties en eveneens gaatjesversiering, die geen plekje nóch op de hand, nóch op de vingers vrij laat. Op zich dwingt de druk-versierde handschoen mogelijk onze bewondering af, maar zooals reeds gezegd, het bemoeilijkt de keuze van een onderdeel, dat, gezien onze overige kleeding, niet méér pretentie mag hebben dan het als bedekking der hand verdient. Niet alleen zal dit de vischliefhebbers ver heugen, maar ook de huismoeder, die nu reden heeft om af en toe als welkome va riatie in het dagelijksch menu eens een haring gerecht in te lasschen. Want 't is 'n heele toer, door geen der huisgenooten buitenstaanders- buiten-het-huishouden genoegzaam naar waar de geschat om voor al de drie honderd vijf en zestig dagen van het jaar drie honderd vijf en zestig verschillende maaltijden te bedenken, die aan ieders smaak voldoen, voedzaam genoeg zijn en óók nog gelijken tred houden met de toevloeiing in de huishoudkas. Haring is geen kostbaar voedsel en ten twee de is haring zeer voedzaam door het hooge vet gehalte 17 pCt. dat deze visch bevat; ha ringsla, dat we zoo gewend zijn als „voorafje" te geven of als hapje aan de koffietafel zou echter, mét den noodigen rauwkost en mét brood een volledig maal kunnen vormen. Neemt men geen zure, maar zoute haring, dan legt men die tevoren een nacht in water. Voor een HARINGSLA, waarbij men als hoe veelheid één groote ofwel twee kleine haringen neemt, heeft men verder noodig: 400 gram gekookte aardappelen, 100 gram biet en 100 gram appel, een kropsla sla, wat tomaten, uitjes en augurkjes, anderhalven lepel slaolie, 2 a 3 lepels azijn, peper en zout. Men snijdt de haring in stukjes, verwijdert de graat, snippert biet, appel en ui, snijdt de augurkjes in plakjes en maakt de aardappelen fijn met een vork, waarna men dit geheel ver mengt met de olie en azijn, de peper en het zout. Het schaaltje, waarin men de sla opdient, garneert men met de slabladeren en de schijf jes tomaat. Ook kan men de haringsla in kleine hoeveel heden verdeelen en op meerdere gave, groote slabladeren leggen. Geenszins zouden we willen pretendeeren, dat bovenstaand haringsla-recept het éénige is. Bij na zou men zelfs kunnen zeggen, met een va riant op het „zooveel hoofden, zooveel zinnen": „zooveel huisvrouwen, zooveel haringsla-moge lijkheden". In Noorwegen bijvoorbeeld wordt een haringslaatje zelfs afgemaakt metslag room. Als we daar eens gaan neuzen, in h e t vis- schersland, waar bij het dagelijksch menu van zelfsprekend een zeer groote plaats is ingeruimd aan de visch in allerlei mogelijke en ook onmo gelijke variaties, dan vinden we daar onder meer een origineel recept voor: Van twee eieren scheidt men dooier en wit en kookt de dooiers hard door deze in een pannetje warm water te laten glijden en ca. zeven minu ten te laten doorkoken. Op de eerste plaats zijn di op deze wijze gekookte dooiers spoediger hard en tweedens komt het wit rauw eerder in aan merking om gebruikt te worden can in gekook- ten vorm. Dan wrijft men het geel fijn met twee lepels water en wentelt de haringfilets hier in op twee eieren ongeveer zes haringen waarna ze met bloem gepaneerd worden en in bruine bo ter circa tien minuten gebakken tot ze een mooi goudbruin korstje vertoonen. Men serveert dit haringgerecht met gebruin de boter of met mayonnaise, waarin fijngehakte augurkjes en kapertjes. Het kan als lunch-schoteltje of op vastenda gen als schoteltje vooraf gegeven worden. Om haring als pièce de resistance in het menu te verwerken, schermt men in Noorsche huishou dens, waar het warme middagmaal zoo ongecom pliceerd mogelijk wordt gehouden, graag met een combinatie, die daarom zoo goed gekozen is, omdat aardappelen in de schil gekookt een geu rige, maar vrijwel zoutloozen smaak hebben om dat het zout, waarmee ze gekookt worden toch niet door de schil heendringt. Men geeft er gewone boter bij of wie er iets meer werk van wil maken, gewelde boter, waar fijngehakte peterselie doorheen geroerd is. Met een stevige groentesoep vooraf of een groenteschotel au gratin, en fruit toe is dit een volledig voedzaam maal. kan zich ergeren over alles en nog wat, dat met deze, van de Indianen afgeziene gewoonte, in verband staat. Bijvoorbeeld al over het rooken zelf en de uitgaven die dit vraagt. Of over asch op tafel ®f karpet, op de smoezelig gele kleur die plafond en gordijnen gaan vertoonen.... er zijn inderdaad grieven te over! Maar mogen we hier even een goeden raad aanbieden? Wij doen dit in den vorm van „vijf geboden voor de vrouw van den rookenden man", die ditmaal nu eens niet stammen van een professor uit Chicago, maar aan ons eigen journalistiek brein ontsproten, geïmponeerd als dit werd door het belang van deze in waarheid branden de kwestie. 1. Bedenk dat mannen vaak veel verdragen kunnen om der lieven vrede wille, maar niet dat men raakt aan hun rookgewoonten. Doe dus steeds of ge die zéér belangrijk vindt! 2. Zorg voor voldoende aschbakken en doe alsof het aan uw nonchalance te wijten is als er toevallig zulk een meubel ontbrak op de plaats, waar een aschzuiltje naar beneden viel.... 3. Streel de ijdelheid van den heer der schepping door hem te behandelen, als ware hij een groot expert op het gebied van fijne tabaks geuren. 4. Tracht hem dus nooit een merk op te dringen, maar richt u op dit terrein in alles naar zijn wenschen. 5. Zorg daarom er voor dat deze, als er be zoek komt, de beschikking heeft over door hem geprefereerde sigaren, sigaretten of tabak. Maar mochten er budget-zorgen zijn, sluit dit allez dan gauw weg zoodra het rookfestijn is afge- loopen.... God vormde Eva uit een rib van Adam. Dit was een heerlijk denkbeeld. Het was poëzie. God deed het lichaam eener vrouw voortkomen uit een been vlak boven het hart van den man. Adam's lieve vrouw kwam bijna uit zijn hart. Zij was reeds vleesch van zijn vleesch; en toen hij haar beminnen ging om haar eigen schoon heid en aantrekkelijkheid, kon hij nooit ver geten, dat eens dit geliefde wezen een kostbaar deel van eigen lichaam was geweest; en dat de lieve gezellin van zijn werk en zijn vreugden recht uit een wond in zijn zijde was voortge komen. DANIËL LORD (America) „Nu zal die meneer van de 90 percent ver zwaring der puzzle toch wel tevreden zijn ge weest: ik vind, dat ze meer dan honderd pet. moeilijker was dan de vorige." Dat was een der meerdere ontboezemingen inzake het lastige tooverzaakje. We kregen b.v ook te lezen, dat men „er urer> op had zitten blokken" dat het „heel wat zweetdroppels heeft gekost" dat het „een prachtopgave vanwege het lekker zware en variëerende was" dat „men een paar dagen later kwam dan anders, omdat deze puzzle lang niet gemakke lijk is" enz. Ja die „meneer van de 90 percent" was heel tevreden, en zijn „nog meer zoo" werd door velen in koor herhaald! We zouden waarlijk in de verleiding komen, onze map met zwaar kali ber maar eens leeg te maken, doch we moeter, weerstand bieden De oplossing van het vorig raadsel was: Het vierkant I wordt gevuld met de woorden: roet - over - eere en tres. Het vierkant II met de woorden: kano - adel - neus en Olst. Het vierkant III met de woorden: kilo - Tsar - land en orde. t Het vierkant IV met de woorden: reep - Ebro - erts en post. Terwijl we in het middelste vierkant krijgen: steno - talon - elite - notie en oneer. De volgende inzenders van een goede oplos sing werden door het lot met een prijs begun stigd: C. Berkhout, Bestevaerstraat 188 III, Amsterdam-West; H. Graansma, Vermeerstraat 27, Amersfoort; W. Kapeteyn, Middenstraat 50 Roosendaal (N.-Br.), mej. T. Rosier, Zomer- zorglaan 15, Bloemendaal; mej. W. Sanders, Rijksweg Zuid, Eist (Gld.); Jos. J. Schouten, Rijnlaan 218, Utrecht. Thans volgt een ketting-raadsel volgens het hierbij gepubliceerde schema: Met het woord baan te beginnen, rangschik- ke men de overige 26 in alphabetische volgorde gegeven woorden zoodanig, dat het eerste met het tweede, dit tweede weer met het derde woord, en zoo al maar verder, telkens een twee- of meerlettergrepig woord oplevert. Ook het laatste woord moet met het eerste woord baan zoo'n meerlettergrepig woord opleveren, zoodat men een ketting verkrijgt en dus met elk woord de sorteering zou kunnen aanvangen. Onze al phabetische volgorde bracht mee, dat er al een paar netjes naast elkaar kwamen, als in - keer - kring, wat in den schakelaar al oplevert: inkeer en keerkring. De rest moeten we nu aan den vemuftigen puzzelaar overlaten. Onder de inzenders van een goede oplossing worden weer zes fraaie prijzen verloot. Oplossingen worden tot Vrijdagmiddag 12 uur ingewacht bij den heer G. M. A. Jansen, Ruysdaelstraat 60, Utrecht. De vorige week heb ik mijn systeem sche matisch weergegeven en ongetwijfeld is niet al les u even duidelijk geweest. Ik zal daarom beginnen met de algemeene principes van dit systeem uiteen te zetten, zoodat u daardoor de verschillende biedingen beter zult begrijpen. Zooals u ziet, is er een groot verschil tus- schen de eischen voor een opening op de 1ste of 2e hand en die voor een opening op de 3e of 4e hand! De reden hiervan is drie-ledig: le. Wordt de kans op rondpassen, terwijl een deelscore of zelfs een manche gemaakt had kunnen worden geringer. 2e. Is na het passen door twee handen de kans grooter, dat de partner geen waardelooze kaart heeft. 3e. Is de kans geringer, dat de tegenpartij met een zware kaart tegen zit. Deze lichte 3e en 4e hands-opening vervult de taak van een zwakke 1 klaveren-opening en kan eventueel door de zwakke 1 klaveren worden vervangen. De beteekenis van de marges (34% en 2%4%) is, dat bij een opening op het mini mum compensatie in de verdeeling aanwezig moet zijn en dat bij opening op het maximum, dit surplus in de latere biedingen moet wor den aangegeven: Bijv.: De gever (1ste hand) zal moeten pas sen op de volgende kaart: Sch.: x x x x H.: A. x x R.: A. x x KI.: A. x x terwijl daarentegen op Sch.: A. B. 10 9 x H.: A. B. 10 9 x R.: xxx KI.: ongetwijfeld geopend moet worden (1 Sch.). Wanneer echter Noord (gever) 1 Schoppen opent op: Sch.: A. H. B. x H.: V. B. x x R.: A. V. x KI.: x x en Zuid antwoordt met 2 Harten, dan is het juiste bod voor Noord 4 Harten, waarin dan tevens het surplus boven de vereischte topsla- gen voor een opening wordt uitgedrukt. Zuid moet immers ongeveer een kaart heb ben als onderstaand: Sch.; x x H.: A. 10 x x x R.: H. B. x of KI.: xxx Sch.: xxx H.: H. 10 x x x R.: xx of KI.: A. V. x Sch.: xxx H.: A. 10 x x x R.: x x of KL: H. V. x Sch.: x H.: A. H. x x R.: B. x x x KL: x x x x en zooals u ziet wordt in al deze gevallen 4 Harten hoogstwaarschijnlijk gemaakt. In het antwoord op een één-opening komt een zeer belangrijk principe van mijn systeem tot uiting. Reeds direct in de eerste biedronde moet de partner n.l. aangeven of er een kans op een manche bestaat, ja dan neen. Een antwoord als: Pas, 1 S. A., of 2 in de zelfde kleur beteekent neen; elk ander ant woord ja. Aangezien de opening echter zelfs 4% top- slag kan bevatten is het gewenscht, dat de partner het bieden zooveel mogelijk open houdt. Zelfs op: Sch.: H. x x x H.: xxx R.: V. 10 x x KL: x x of Sch.: V. x x x H.: x x R.: V. x x x KI.: V. x x moet na een 1 Harten-opening 1 S. A. gebo den worden. Immers wanneer de partner op Sch.: B. 10 9 x H.: A. B. 10 x R.: A. H. KL: H. B. 10 of zou geopend hebben is 3 S. A. of Sch.: A. B. 10 x H.: A. H. B. x x R.: H. x x KL: x 4 Schoppen het juiste eindbod. We zullen nu echter overgaan tot ons spel van de week en de bestudeering van het systeem inmiddels in uw belangstelling aan bevelen. Sch.: 7 6 4 H.: A. H. 10 R.: 8 6 5 KL: H. 7 5 2 Sch.: V. B. 9 H.: B. 9 7 5 4 2 R.: 7 4 3 2 KL: Sch.: H. 10 3 2 H.: 8 6 3 R.: H. B. 9 KL: A. 9 4 N. W. O. Sch.: A. 8 5 H.: V. R.: A. V. 10 KL: V. B. 10 8 6 3 Zuid moest op dit spel 5 klaveren spelen en West kwam uit met Harten heer en trok Har ten aas na, welke door Zuid getroefd werd. Zuid speelde thans troef vrouw, West dook, uit Noord werd de 4 bijgespeeld en Zuid zag tot zijn schrik, dat Oost renonceerde. Aangezien nog een slag in Schoppen verlo ren moest worden, leek down onvermijdelijk, maar de goede speltechniek van den Zuidspe ler leverde een mooi succes op. Hij trok Kla ver 6 na en sneed in den blinde met de 9. Daarna speelde hij 3 maal ruiten en zorgde de derde maal in den blinde aan slag te ko men, zoodat het derde Hartentje door Zuid af getroefd kon worden. Vervolgens werden aas en heer van Schoppen gespeeld in de hoop, dat Oost aan slag kwam. Dit gebeurde en de si tuatie was als volgt: Sch.: 10 H.: R.: KL: A. Sch.: H.: R.: KL: H. 7 Sch.: H.: B. 9 R.: Kl. N. W. O. Z. Sch.: H.: KL: B. 10 Oost speelde dus Harten na en Zuid troefde met de 10, waardoor West in een moeilijk parket kwam. Immers, als hij den Heer in zou zetten, werd in den blinde het Aas ge speeld en zou Zuid den volgenden slag met den Boer maken, terwijl wanneer hij den Heer niet speelt in den blinde, Sch. 10 wordt geëcarteerd en de volgende slag eveneens voor N.—Z. is. Werkelijk een fijn staaltje van speltechniek. P. H. A. TUIN L moet weten, dat uitgehaalde, kronkelende wol, die niet prettig breit en waarmee het moeilijk is, een regelmatig geheel te bereiken, weer glad te krijgen is als volgt. Men doopt het kluwen in lauw boorwater, die de wol weer zacht en „wol lig" maakt en daarna windt men het garen, zonder dit te wringen, om een flesch of ronde doos. Pas als het door en door droog is windt men het opnieuw tot een kluwen en onthouden, dat kromgebogen celluloid breinaalden weer recht te maken zijn, door ze boven den wasem van kokend water te hou den, ze onderwijl met de hand recht strijkend na Welke behandeling men de naalden ter ver steviging even in koud water legt. Bedenken, dat celluloid zeer brandbaar is, dus oppassen bij het vuur. In het jachtende leven gaat het verlangen eener werkende vrouw vaak uit naar een rustig plekje in een prettige, opgewekte sfeer. Het zoo gunstig bekend staande Sonnaville Rusthuis te Hees bij Nijmegen is een dier plekjes, waar zij de noodige rust en herstel van krachten en levenslust kan vinden. De verbouwing van het Instituut O.L.V. van Lourdes der Zusters Dominicanessen irr Huize Bijdorp te Voorschoten, nadert haar voltooiing. Het geheel nieuwgebouwde internaat is sinds eenige maanden in gebruik; in het oude ge bouw zijn geleidelijk nieuwe klaslokalen inge richt en de oude gemoderniseerd; nog enkele zijn onder bouwershanden. Na de vacantie zal, na een bijna tweejarige verbouwing, een geheel modem ingerichte school met pensionaat ge reed zijn, die aan alle eischen voldoet, welke redelijkerwijze gesteld kunnen worden. Het onderwijs omvat een Middelbare Meisjes school met voorbereidende L.O.klassen; daar naast is een tweejarig huishoudonderwijs inge richt. Het instituut neemt zoowel externe als interne leerlingen op. ULVENHOUT, I 26 Mei 1938 Amico. Verlejen week mocht ik oe zoo 'nen „veugel- vhicht" geven over de zomerplannen, die in knop staan over heel ons Brabantsche land, deus week mot ik oe toch op de hoogte gaan brengen van alles waar ge 't nuuwsgierigst naar zijt, van Ulvenhouts voorbereidings. Ge verstaat, den Fielp en den Blaauwe, den Jaan, den Joep ze hebben de koppen weer bij malkaar gestoken! En laat ik 't veuraf dan maar 'ns zeggen, om er niemeer op terug te komen zoo meuge- lijk en al is er dan 'nen deftigen comité van voorname en geleerde mannen, die mij tot feest- verken hebben gemerkt, ons eigen ouwe kame raden-comité gaat zijnen eigen gang, werkt z'n eigen feestplannen uit, is de linkerhand die nie wit, wat de rechter doet! Ja onzen commiteit wit van 'nen jubilaris bekanst niks af, want ik vergader eigens mee. Da's zoo den wensch van den Fielp. Hij zee: „Dré, wij ebben toch haïtij veul te veul plazier en leut g'ad mee den horgelisatie van hons feesten, hom 't nouw deuzen keer handers te doen. Ge doet mee en ge doet sjuust hof hoew neus bloeit! Mocht 'r ooit iets te verapzakken zijn, da jou nie haangaat homdat 't jouw te veul haangaat, dan sallemanderen wij oe wel den herf op van de „Gouwen Koei"! Nou, da was 'n degelijke afspraak, zeg zelf. Temeer, we hebben zooiets meer bij d'hand g'ad. Mee den Fielp eigens. Mee den Jaan ook, toen ie „altrad als hoofdcommissaris." Ik ben nou gewaarschouwd, maar den Jaan wist toen tertijd van heelegaar-niks. En toen wierd ie, deur den Blaauwe, op commando van onzen veurzitter, zoo ongezouten buiten gegooid, dat den jubilaris verbaal maakte teugen z'n eigen feestcommissie! We lieten 't gaan. Allicht. Daar zijn nou een maal dingskes, waar ge mee oew handen nie aan mot raken. Ge zou 't kunnen verknoeien, niewaar? En als de propclub gedagvaard was deur den rechter van onderzoek en we in de wachtkamer van de rechtbank den tijd dooiden mee 'n spulleke kaart, onzen aanklager dee natuurlijk mee, want wij stonden op 't stand punt dat ie z'n plicht gedaan had, al was "t dan teugen ons eigen, dan.... dan vielen er woor den over 'n stommen streek deur Janus in 't kaartspel éntoen rauschte 't er zóó, dat er 'nen meneer kwam kijken naar *t kabaal. Dieën meneer wierd deur den Fielp al gaauw in 't spul betrokken, hum wierd den Jaan z'n stommiteit in geuren en kleuren uitgelegd en meteen vertelde den Fielp er in gaauwigheid bij dat dieën Jaan eelegaar zo'nen stommen hezel- straal was, want dat ie z'n heigen feestcommi- teit gekallizjeerd ad!" Dieën meneer was toen haastig weggeloopen, mee den zakdoek veur z'n mond en den Fielp merkte toen nog op: „ziede nou, Janus, wat 'nen hellendeling gij zijt! Has 'n hander van jouw eldenstreken oort, be gint zo'nen mensch te kotsen." Maar "t was anders, amico. Gaar anders! Mis schien herindert 't g'oew eigen nog wel, want ik heb destijds, 't is alweer jaren gelejen, die affaire lang en breed uit malkaar gedaan in 'nen brief. Ja 't was veul anders, dan den Fielp docht. Want als dieën meneer goed en wel weg was, dan ging er 'n belleke en dan kwam 'nen mare chaussee den Jaan roepen. En dan hoorden wü, naastaan, hoe den Jaan daar uitgeveterd wierd. En dan herkenden wij in die stem den meneer van daarsjuust't Was den Rechter-Coin- missaris eigens! En dan kwam den Jaan na vijf minuten weerom, wit als 'nen doek en zee: „jongens, ge kunt verom naar Ulvenhout, ik- heb-de-zaak - ingetrokken." Dat geviel toen de derde week van October, de kermisweek in de stad. Sodepin, wat hebben we dieën dag den Kop van Jut 'n opsodeme- kajer gegeven, amico! Ja die feestvergaderingen hier, die zijn al- tij veul plazierig. En 't zou veul zonde zijn ze te missen, al zijde dan ok duuzend keer eigens 't feestmotief. Dat vergitte gaauw genogt. Ook den Fielp, die er destijds zenuwachtig van wierd, dat er vergaderingen gaande waren buiten hem om en op 't end, als ie 't niemeer verkroppen kost binnendrong, dien hebben we toen hij weegt 300 pond mee 'n kunstje van 'n „extra-radiobericht," meldende dat z'n bakkerij in lichterlaaie stond, buitengefriemeld. Ik voorzitterde toen, noodgedwongen, maar al rap kwam ik èn de vergadering tot de overtui ging, dat de leiding van den bakker nie te missen was! Ijskoud heeft ie toen z'n eigen ju bileumvergaderingen gepresideerd. Eigens heeft ie de commissie benoemd, die hem moest gaan polsen over z'n cadeau! Van dieën tijd af worden bij ons de feest- verkens toegelaten op de vergaderingen. Maar éen ding, nou 'k zelf aan de beurt ben, houw ik in 't oog: als 't onderwerp te persoonlijk wordt, smeer ik 'm. Daar zijn er 'n paar, den Fielp en den Jaan, die maar al te geren wraak zouwen nemen op ouwe ervarmgs! En me buitenwerken op "n manier, da 'k veur schandaal bij Trui aan zou komen..! Ennedie is tóch al zoo kri tiek aangelegd op 't punt van vergaderingen en dan mot ge 't spek nie vlak veur de kat leggen, waar of nie? De eerste vergaderingen zijn gewist. We had den er puik weer op. 't Was koud weer, nattig op den buiten, 't was wintersch genogt om 's avonds gezellig bij malkaar te schuilen om de afgedekte biljert in de „Gouwen Koei". Den Fielp sprak: „Mijne eeren, ik bedoel kameraads" (want den Blaauwe knipte-n-al verdacht mee z'n oogen) „kameraads, we zijn ier bij malkaar veur de Hulvenhoutsche Zomerfeesten, die beginnen zullen op Zondag den 31sten Juli, van den jaar. Hover de motieven wordt ier nie gehouwe hum „Geneer-d-oew eigen maar nie," riep er eenen. Klop mee den hamer! Den Fielp ging wijer: „gin hinterupsies hasteblief, hover de motieven wordt ier nie gehouwe-bet, want d'n broerling his 'r heigens bü en den Hengelsch- man zeet: Hin 't uis van den ge-vangene sprik- te nooit hover den strop." Klop! Den Blaauwe riep: „we zijn hier anders in Huivenhout, veurzitter en Hengelschmannen zijn hier sehaarsch." Applaus! ,,'t Is den Dré verbojen hom hextra rondjes weg te geven," loog den veurzitter toen, mee 'n prachtig bakkes net-echt. Klap! „De verga dering is iermee gehopend." Klap! Den Fielp ging zitten, spuide mee z'n tong langs z'n valsch gebit dat doet ie alleen aan veur vergaderingen, gemeenteraad en zoo en daarom went ie er slecht aan overzag, al „pruimende" z'n vergadering en vroeg toen be leefd en zoetsappig of „de kevers van plan wa ren, halles weer hover te laten aan den veur zitter. Nie da 'k oe noodig eb," zee-t-ie: „zet da maar huit hoew testen, maar 'k zou toch geren ooren, oe guilie 'r hover denkt!" Klap! Daarna begost ie mee veul omslag 'n sigaar aan te steken, heeft ie natuurlijk afgekeken van ddd Burgemeester, in den Raad, en 't puntje blaasde-n-ie over den secretaris z'n kop, dat heeft den Fielp van z'n eigen. Toen presenteerde-n-ie den secretaris, Bultje de Bie, ge wit dat notarisklerkske, 'nen ge letterden mensch, ook 'n sigaar, 'n ding dat de Bie haast mee twee handjes vast moest hou wen. Van Eggermondt, 'n zwager van den Joep, Joep van Besouwen, vroeg 't woord. „Voorzitter," zee van Eggermondt: „mijn ge dacht is, we motiten hebben muziek, veul mu ziek! 'Nen optocht! 'Nen schóónen optocht. Vuurwerk! 'n Kolossaal vuurwerk. Versiering. Alle huizen versierd en eerepoorten. Lijk er nog nooit gestaan hebben. Lot nou 'n ander ook 'ns 'n ideeke naar veuren brengen!" Hij had 't heele feest van verlejen jaar, ons 650-jarig bestaansfeest, opgesomd mee 'n ge zicht of ie 't zwartgaren uitgevonden had. Alles zweeg. Den Fielp rookte en „pruimde". Keek toen den kant van v. Eggermondt 'ns uit en zee dan: „ge hebt den ballon van verlejen jaar nog vergeten, Toon." „Da's waar," zee den Toon. EP om 't goed te maken vulde-n-ie z'n veurstel aan: „twee ba- lonnen, veurzitter!" Waarop den Fielp vroeg: „Mag vijf hook, Toon?" „Hoe meer hoe liever," zee den Toon mee z'n uitvindersgezicht. „Mot da veurstel in de Notulen?" vroeg t Bieke. „Zijde bela laaitafeld," pruimde den Fielp hardop: ,,'t is ier ginnen eralingscursus veur gehoefenden." Toen had den Blaauwe 'n veurstel. „Lót maar 'ns ooren," vaderde den Fielp. „Ik stel veur," zee den Blaauwe: „om iets orizjeels te doen, iets wa nog nooit vertoond is, op 'n feest!" Daar kwam spanning. Den Fielp vergat te „pruimen" en luisterde. Knikte. Moedigde den Blaauwe sympathiek aan! „Eel goei hidee," pinde den Fielp: „eel ham part hidee, Blaauwe! En lot nou 'ns ooren, oe ge da gedocht ad?" „Watte?" „Hoew horizjeneeliteit?" „Ja," zee den Blaauwe: „da's ok 'nen bak! Ik zeg: iets orizjeels! En nou is 't jouw beurt weer, Fielp!" „Mijn beurt??" „Ja! Jouw beurt. Nou is 't wijers aan jouw, om zoo iets orizjèels uit te prakizeeren. En ik geef oe deus ideeke glad cadeau!" Hij dronk 'ns. Den bakker zat even mee stomheid ge slagen. V „Mot dit in de notulen?" vroeg 't Bieke. „Jja!" zoo kwam den Fielp weer bij: „zet er deus veurstel maar in. Zo 'nen reuzenwind ek nog nooit gevangen hin 'n netje!" „Motte patent op nemen," raaide den Blaau we aan. En ik weet nóg nie, amico, of den Blaauwe dat allegaar in z'n onschuld zee, dan wel, of ie den Fielp perbeerde te vernikkelen, maar ik heb gescheurd van 't lachen, man! Toen kraffelde Nolleke Gommers, ge kent 'm nog wel? Dat kleine, 60-jarige, vrijgezellen rentenierke mee 't veul te groote hoofd en dito woorden? toen kraffelde Nolleke Gommers boven op z'ner. stoel. Dat hebben wij 'm zoo ge leerd. Ais 't Nolleke wat te zeggen heeft, mot ie op z'nen stoel gaan staan. En daar houdt ie z'n eigen trouw aan. „Veurzitter," begon 't Nolleke en hij trok 'ns aan z'n vestje: „veurzitter, we zijn nog sjuust zoo wijd as voor we begonnen! We zitten in de ruimte te ouwe „Betten," was den Fielp 'm veur, want nog eens: Nolleke praat geren als 'nen grooten kearel! „Ok goed," zee Nol. „Maar vertel me eerst 'ns, veurzitter, zijn er spijkers?" En hij maakte mee z'n vingers 'n geldtellende beweging. Den Fielp zee gin „nee" en gin „ja". Hij bekeek Nolleke mee 'n gezicht of 't ieveraans in de buurt nog al stonk en liet Nolleke daar staan zonder ennig antwoord. Nolleke blééf staan. Bultje de Bie, gebeten op Nolleke, dat span- neke is altij water-en-vuur, vroeg meelijdend: „mot datte in de notulen, veurzitter? Neee, zeker?" En den Fielp trok 'n lip, schudde zijnen kop- Nolleke liet dat nie zitten. Hij zette al eenen voet op de biljert, in de richting van 't secre- tariske, maar veur ie den tweeden voet omhoog had, had Kee van „de Gouwen" Nolleke al te grazen bij den bojem van z'n broek, trok Nol omlaag, in z'nen stoel en zee: „kalmaan, turi- M'n biljert is gin kinderkamer." „Krijg den driedubbelen rambam", siste Nol leke. „As ik wist, wat da was," dreigde Kee: „dan zette-n-ik oe onder 'n omgekeerd bierglas." „De helft er van is genogt, om den Notaris en den pastoor te roepen," zee Nel. „En om mij 'nen plazierigen dag te verschaffen!" Toen zee Kee iets dat mee den besten wh van de weareld nie af te drukken is in 'n nette krant en den Fielp verklaarde 't „hinciden» veur gesloten." De Bie formeerde rookgordijnen mee den Fielp z'n groote sigaar en uit den mist van smoorwolken piepte 'n verdacht gegiegel. Van kwaaiigheid gaf Nolleke 'n rondje weg „mee uitzondering van dieën inktlap," riep 1 giftig, in de richting van 't „binnenbrandje." Toen nam den Fielp seerjeus het woord. „N halle wijseid die 'k van den havond eb haan geoord, ben ik dan zóó wijd," zee-t-ie: „da wel zekereid eb, dat halles weer neerkomen za* hop 't oofd van Hoome Fielp. 'k Zal dus hei gens m'n veurstellen nou bekend maken, daa over kunt guilie dan gaan debatteeren, has S maar in de gaten ouwt, da ge ze mee halgeh1^ ne stemmen haan te nemen ebt!" n En lijk altij, den Fielp vouwde de plann veur "n volledig en prachtig feest sjecuur op Maar daarover 'nen anderen keer. s 'k Mot er nou gaan afscheien. Dalijk beg1 devergadering. Veul groeten van Trui, Dré HI en gin ho minder van oewen t.a.v. pRjS.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 8