Wij vergeten snel
Chamberlain's pogingen tot
Europeesche pacificatie
D
Russische steun aan China
naar wapenstilstand
IN SPANJE?
HET COMMUNISME
STERKER
Kerkelijk leven
WOENSDAG 8 JUNI 1938
fen
Z°olang de burgeroorlog voort
duurt, is geen verbetering in
den Europeeschen toestand
te verwachten
Londen wantrouwt
Duitschland
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Dank zij den driehoek
Tbkio-Rome-Berli j n
BEURS VAN KOOPHANDEL
TE ROTTERDAM
Nieuwe directeur benoemd
NOBEL 8 CT
HET F.W. 44 STIEGLITZ-
TOESTEL
Demonstratie te Soesterberg
VOOR DE JEUGDIGE
WERKLOOZEN
Nationale inzameling
ST. ADALBERTUS-VIERING
Plannen voor 25 en 26 Juni
MGR. P. GIOBBE OP DE
TERUGREIS
PATERS CAPUCIJNEN
SCHITTERENDE PRESTATIE
VAN ZWEEFVLIEGER
H. H. Sachs maakt vlucht van
Twente naar Eelde na lierstart
Wij leven snel en wij vergeten snel.
Wat vandaag ons nog uitermate
belangrijk leek, blijkt morgen reeds
weinig importantie meer om overmorgen
Seheel uit ons geheugen en uit de ons dan
*'€er in beslag nemende werkelijkheid te zijn
verdwenen. Van één kant is dat gelukkig,
Vrant hoe zou de moderne bewustlevende
hiensch het kunnen verdragen, wanneer de
snel opeenvolgende indrukken, gevoelens,
feiten, spanningen, schokken zich in zijn
Seest opstapelden en zich daar handhaafden
feét dezelfde intensiteit, waarmede zij op het
®erste oogenblik werden ondergaan of waar
genomen. De zenuwen zouden het afleggen
en de ziekenhuizen en sanatoria zouden een
aügstwekkende hoogconjunctuur beleven, ge
steld tenminste, dat er genoeg normale en
evenwichtige medici en verplegers met een
v°lkomen vuurvast zenuwstelsel beschikbaar
bleven om de in het tempo van onzen tijd
°ver hun psychisch maximale toerental ge
ogde menschheid te cureeren. Een nadeel
Vah het snelle vergeten is, dat wij telkens
Weer geneigd zijn de nieuw op ons aanstor-
iiiende gewaarwordingen en gebeurtenissen
111 hun beteekenis te overschatten en ze een
Wereldschokkend belang toe te kennen, ter
wijl zij straks niet meer dan van zeer voor-
b'Jgaanden aard zullen blijken te zijn, zoodat
Wij dan voor de zooveelste maal tot de ont
dekking zullen komen, dat wij ons al te zeer
h-bben opgewonden of bezorgd gemaakt,
herinnert gij u nog, hoe het uitbreken van
het Japansch-Chineesche conflict de wereld
1(1 rep en roer bracht, hoe het oorlogsspook
®Uropa overschaduwde bij de remilitarisatie
Van het Rijnland, tijdens het toepassen van
te
slappe sancties tegen Italië, bij den
AUschluss van Oostenrijk bij Duitschland, en
kortelings, toen de Sudeten-Duitsche kwes-
'fe een politieke hoogspanning verwekte,
Welke bijna onvermijdelijk tot een Wereld-
kevaarlijke kortsluiting scheen te zullen lei
den? Hog vaab scheen de Spaansche burger-
°°rlog niet te zullen uitslaan tot een Euro-
d^schen brand? Wat beteekent de eenmaal
°ver Degrelle triomfeerende van Zeeland en
dfens van Zeelandisme en wat beteekent de
'feWeging van Degrelle thans nog? „De
Nieuwe Staat", het Vlaamsche dagblad van
*fe Rexistische beweging, is van dagblad
dekblad geworden evenals het weekblad van
de K.D.P. hier te lande tot op de helft moest
borden ingekrompen. Hoe verging het de
N-S.B. vóór en na de verkiezingen? Wat is
er van den Britschen dictator uit den groo-
Wereldoorlog Lloyd George nog anders
overgebleven dan de curieuze „toovenaar van
^ales". die nauwelijks nog eenigen invloed
heeft op het tooneel, waar hij eens een der
hoofdrollen vervulde? Heeft Hitler in de voor
de nationaal-socialisten eenmaal zoo urgente
kwestie van den Poolschen Corridor niet
v°°r tien jaar bakzeil moeten halen en heeft
de veroveraar van Abessinië niet door den
Abschluss een zoo groot échec geleden, dat
ife-liaansche oorlogsverminkten uit den groo-
feh wereldoorlog thans in het openbaar dur
ven verklaren, dat zij indertijd hun bloed
vergeefs vergoten hebben? De as Rome
^rlijn
is blank gepoetst als de felle kling
VaU een dreigend Damocles-zwaard, maar is
het meer dan een politiek instrument, dat
evengoed eens ongebruikt in het tuighuis der
urstorie kan opgeborgen worden als dat het
251 Worden aangewend voor het guillotinee-
fe'1 van, ja van wie: de democratieën of de
aut°ritaire staten zelf? Duitschers en Latij-
den
bei
mogen momenteel gemeenschappelijke
der
«ge
angen hebben, innerlijk blijven zij elkan-
vreemd evenals hun opzichtig wederkee-
vriendschap vertoonende leiders. De as
RomeBerlijn is een momenteele realiteit,
waarmee rekening moet worden gehouden,
maar hoelang zal zij dat blijven?
Bijzonder interessant in dit verband is,
wat Henri Massis in de „Petit Parisien"
schreef over de indrukken, die hij op
deed tijdens het grandioos opgemaakte sta-
tiebezoek van Adolf Hitler aan Italië. De
schrijver werd gewaar, dat zoodra de Führer
verscheen de volksvreugde voor een stomme
verbazing plaats maakte. De menigte keek
hem ontzet aan, niet begrijpend, wat van
hem een meester maakte. Tevergeefs onder
vroeg ze den ledigen, afwezigen blik, dien
de Duitsche Caesar op haar richtte zonder
haar te zien. Voor deze Latijnen moet de lei
der een brein, een wil zijn, Welke het volk
tot grootheid brengt. Zij begrepen den Duit-
schen chef niet, opgestuwd door de myste
rieuze krachten van heel een ras, die zich
volgens zijn eigen zeggen met de zekerheid
van een slaapwandelaar een weg baande
naar een tot volkssouvereiniteit geprocla
meerde alleenheerschappij. En zooals de
menigte door den Führer van de wijs werd
gebracht, zoo scheen hij niet bij machte haar
te bereiken. Men zag aan de onbewogenheid
van zijn trekken, dat er van deze Italiaan-
sche menigte geen invloed op hem uitging,
juist omdat zij geen massa is. De mystische
intuïtie, die de visionnair heeft van mede te
werken aan de harmonie van de krachten
der wereld door de elementaire kwaliteiten
van Duitschland tot nieuw leven te wekken,
deze Messiaansche droom steunde hem
geenszins in de Romeinsche betoogingen.
En Massis komt tot de conclusie, dat de
tegenstellingen tusschen beide stelsels scherp
aan den dag zijn getreden en de leiders geen
zielsverwantschap bezitten.
Wij willen deze intelligente, maar
uiteraard subjectieve psychologische
diagnose niet meer waarde toeken
nen dan haar toekomt, doch indien zij juist
zou zijn, zou zij mede een verklaring
ervan geven, hoe Mussolini door den
Anschluss overrompeld en onaangenaam
verrast kon worden. Duitschland en Italië
hebben vroeger ook al eens een bondgenoot
schap gehad, en men zal goed doen zich voor
oogen te houden, hoe het met dat bondge
nootschap gegaan is, toen het niet meer op
schoone woorden maar op harde daden aan
kwam. Succes en mislukking wisselen elkan
der af in dit leven, ook in dat van lien, die
zich de allergrootsten wanen. Wat werd er
van een Napoleon, wat zal er van een
Führer, een Duce worden? Waarom zal het
met Tsjecho-Slow'akije als met Oostenrijk
gaan en waarom zou het niet kunnen gaan
als met Polen en zijn Corridor? Zeker, de
kruik gaat zoo lang te water, tot zij breekt,
en de kruik van den vrede in de felle bran
ding van onzen tijd is deerlijk gebarsten,
maar niettemin is het heilzaam zich dingen
te herinneren, welke al te ras vergeten wor
den, en zich er nuchter op te bezinnen dat
gelijk de Grieksche wijsgeer Heraclites het for
muleerde: „Alles stroomt" d.w.z, alles in den
tijd voorbijgaat. Alleen de eeuwigheid blijft
onveranderlijk en onwrikbaar en aangezien
daar onze eindbestemming ligt, behoeven wij
ons niet uit ons innerlijk evenwicht te laten
stooten door welke gebeurtenissen en schok
ken, door welke kwellingen en spanningen in
de wereld om ons heen dan ook. Alleen met
dit diepe inzicht zullen wij in staat zijn het
snelle leven op de precieze Waarde te schat
ten en snel mede te leven zonder over ons
innerlijk maximaal toerental en dientenge
volge defect te geraken.
(Van
weegt, welke leiden kunnen tot een
aPahstilstand in Spanje.
zelf zou haar bemiddeling aanbieden.
1 onderhoudt correcte betrekkingen met
onzen Londenschen correspondent)
ezer dagen werd bekend, dat
de Britsche regeering stappen over
bid,
de
le Partijen: officieel-dipiomatfeke met
regeering van Barcelona, en semi-diplo-
^adeke met de regeering van generaal
ahco, die wel niet formeel erkend is,
aar met welke zij het verkeer toch onder-
*feudt
bep(
door middel van „agenten", die een
'erkten diplomatieken status genie',en.
^ïerwiji het mogelijk zou zijn de beide partijen
feogcr°rl°gVoerenden" te erkennen, is het niet
fï'ern 'Jk ook de beide regeeringen te erkennen.
ziCtl 0or immers zou men diplomatiek het aan-
W^ven aan twee Spanjes, terwijl bovendien,
bleep de burgeroorlog voortduurt, de ge-
"liqiü^happelljke ganzen dier beide Spanjes
"ehten zouden zijn. Maar ondanks de inci-
Brit.in verband met herhaalde aanvallen op
&chen schepen, zijn de betrekkingen tus-
Sep bonden en Franco veel beter dan zij lan-
firits-! geweest zijn en men gelooft dat de
doeps regeering thans te Salamanca vol
tage-6 Prestige heeft om met eenige kans van
1 bemiddelend te kunnen optreden.
Het Spaansche vraagstuk en alle internatio
nale verwikkelingen, welke het met zich bracht,
namen een zeer belangrijke plaats in op de
Woensdag gehouden wekelijksche bijeenkomst
van het kabinet.
De Eerste Minister en diens collega's zijn er
van overtuigd dat niet-inmenging en terugroe
ping van vrijwilligers zeer nuttig zijn om oogen-
blikkelijke Europeesche conflicten, als gevolg
van den strijd in Spanje, te voorkomen, maar
dat een werkelijke verbetering in den Europee
schen toestand toch niet kan intreden, zoolang
de burgeroorlog voortduurt.
Het is geen geheim dat men weinige maan
den geleden in Londensche regeeringskringen
nog meende dat de strijd in Spanje ten einde
liep. Men was er toen vooral op bedacht te
voorkomen, dat Italië en Duitschland zich zou
den „vastzetten" in een door Franco geregeerd
Spanje, of zich daarvan voordeelen zouden ver
zekeren, welke niet in overeenstemming waren
met de belangen en de veiligheid van Groot-
Brittannië. Dit verklaart de sinds het begin
van het jaar door de Britsche regeering ge
volgde politiek, welke erop berekend was te
voorkomen dat Franco zich uitsluitend gebon
den zou achten aan Mussolini en Hitier en
Engeland als een „vijand" zou beschouwen.
Liberalen en socialisten beschuldigden de re
geering ervan dat zij, ofschoon onpartijdigheid
voorwendend, hoopte en speculeerde op een
overwinning van Franco. Dit is onjuist. Zij was
ervan overtuigd dat Franco zou zegevieren en
hoopte dus op een spoedige overwinning. Zelfs
diegenen, die sympathiseeren met de Spaan
sche regeering, zullen moeilijk kunnen ont
kennen dat een spoedige nederlaag gewensch-
ter is dan een, waaraan nog maanden van
strijd voorafgaan.
Den laatsten tijd is men te Londen tot
het inzicht gekomen dat, ofschoon de over
winning van Franco verzekerd schijnt, het
nog heel lang kan duren alvorens deze be
haald wordt. Men heeft zich nooit ont
veinsd dat die overwinning zelf aanleiding
kan geven tot langdurige en ernstige Euro
peesche verwikkelingen. Maar hoe langer
de strijd in Spanje duurt, des te scherper
zullen de tegenstellingen tusschen de be
langhebbende Europeesche landen worden,
en des te onverzoenlijker zullen die landen
tegenover elkaar staan als eenmaal het
pleit in Spanje beslecht is,
Meer en meer is de Britsche regeering
gaan overhellen tot de meening da* een
met-inmengingspolitiek, ofschoon nuttig op
zichzelf, slechts lapwerk is, en dat zoowei
in het belang van Spanje als in dat van
den algemeenen Europeeschen vrede, krach
tig ernaar gestreefd moet worden een ein
de te maken aan den burgeroorlog.
De hoop, dat deze binnenkort vanzelf zou
eindigen door een overwinning van Franco, is
in rook opgegaan.
De republikeinen schijnen sterk genoeg te
zijn, den strijd nog maanden, misschien wel
langer dan een jaar, te rekken, maar niet sterk
genoeg om hun tegenstanders definitief te ver
slaan.
Chamberlain denkt ongetwijfeld aan zijn
,,pact" met Italië', het eenige groote succes, dat
hij in de twaalf maanden van zijn Eerste Mi
nisterschap behaald heeft en den grondslag van
zijn Europeesche bevredigings-politiek.
Dit pact zal niet in werking treden alvorens
er een einde gekomen is aan de inmenging in
Spanje. De betrekkingen tusschen Londen en
Rome zijn zeer aanmerkelijk verbeterd, maar
voorloopig blijft het pact toch slechts een stuk
papier.
Hierbij komt dat men te Londen zeer teleur
gesteld is doordat de Fransch-Italiaansche be
sprekingen nog niet tot eenig resultaat gevoerd
hebben. Terecht of ten onrechte meent men
dat Hitier. bij zijn bezoek aan Rome, bij Musso
lini er op aangedrongen heeft de besprekingen
met Frankrijk te doen mislukken, in de hoop
hierdoor een bres te kunnen schieten in de
nieuwbakken „Entente Cordiale".
Opdat het Engelsch-Italiaansche pact prak
tische beteekenis zal krijgen, is het noodig dat
er een einde komt aan de verwarring in Spanje.
Toen het pact onderteekend werd op den
grondslag van terugzending der Italiaansche
troepen uit Spanje, ging de Britsche regeerng
nog niet om met plannen betreffende een wa
penstilstand. Dit blijkt trouwens vrij duidelijk
uit de strekking van het pact, voor zoover het
op Spanje betrekking heeft.
In den loop dezer maand evenwel is men
gaan erkennen dat werkelijke pacificatie van
Europa onmogelijk is, zoolang de strijd in
Spanje voortduurt.
Waarschijnlijk gaan Britsche staatslieden
verder dan dat. Velen hunner stellen zich op
het standpunt dat Italië zijn positie door zijn
bemoeiingen in Spanje aanmerkelijk verzwakt
heeft; dat het hierdoor gedwongen wordt tot-
een samengaan met Duitschland, waaroij hei
de rol van een ondergeschikt bondgenoot moet
spelen, en dat het, zoo er een einde komt
aan den Spaanschen burgeroorlog, in staat
zal zijn een onafhankelijker positie te herne
men, waardoor ook de overeenkomsten met
Engeland werkelijke waarde zullen krijgen.
Men neemt aan dat de Britsche regeering
Rome gepolst heeft over bemiddelingspogingen
in Spanje. Zonder principieels instcmm.-ng van
Mussolini zouden zulke pogingen waarschijnlijk
nutteloos zijn.
Italië heeft zekere goede redenen om met
Engeland samen te werken. Wij willen niet te
zeer den nadruk leggen op hetgeen beweerd
wordt omtrent innerlijke Italiaansche ontstem-
ming tegen Duitschland. Wij kunnen ons voor
stellen dat een groot en trotsch volk, en een
zelfbewust dictator zooals Mussoliiri, zich diep
beleedigd voelden toen Hitier te Rome zijn
mond voorbij praatte, en bezwoer dat hij de
onverletbaarheid der Duitsch (Oostenrijksch)
Italiaansche grens waarborgde. Een dergelijke
uit de hoogte toegezegde bescherming stelt
geen groot volk op prijs. Bovendien kunnen
wij niet ontkennen te hopen dat Italiaansche
katholieken in hun hart vijandig staan tegen
over het Nazïisme en tegenover het swastika-
kruis, dat het kruis van Christus te Rome ver
drong. Maar toch kunnen wij niet al te veci
waarde hechten aan hetgeen anti-Duitschers
aanvoeren omtrent vijandschap tegen Duitsch
land in Italië.
Wel daarentegen hechten wij groote
waarde aan hetgeen hier bekend is omtrent
Italië's dringende behoefte aan buitenland-
sche betaalmiddelen; wel weten wij dat de
anti-Britsche periode in dat land tot het
verleden behoort en dat men er niet alleen
prijs stelt op de diplomatieke Vrindschap
van Engeland, maar ook op economische
samenwerking. En dit laatste wil rn hoofd
zaak zeggen: economische steun en
meer dan dat financieele steun. Ge
ruchten omtrent Italiaansche pogingen tot
het verkrijgen eener Britsche leening zijn
herhaaldelijk tegengesproken en waarschijn
lijk ongegrond. Officieel althans zijn zulke
pogingen niet aangewend. Maar in de City
weet men dat Italië hoogen prijs zou stel
len op financieelen steun, en dat het aan
dien steun zelfs dringend behoefte heeft.
Buitenlanósche leeningen kunnen niet ver
strekt worden zonder goedkeuring en medewer
king der schatkist; wanneer men bedenkt dat
op het oogenblik zelfs Frankrijk op zulk een
leening ter nauwernood eenige kans zou heb
ben zal men begrijpen dat van Italië, indien
het financieelen steun kreeg, een zeer belang
rijk „quid pro quo" verlangd wordt.
Men gelooft dus dat Mussolini voorstellen tot
bemiddeling in Spanje niet ongunstig ontvan
gen heeft en dat de gelegenheid, de heele
Spaansche kwestie te likwideeren, hem alles
behalve onwelkom is.
De bedoeling der Britsche regeering schijnt
te zijn een wapenstilstand aan te moedigen, orn
vervolgens een oplossing te vinden, welke niet
berust op verovering van het land door een
der partijen, doch op een compromis.
Te Londen meent men dat nóch dft Spaan
sche regeering, noch Franco werkelijk
populair in Spanje is en dat hun aan
hangers veeleer bestaan uit tegenstanders van
de tegenpartij dan uit overtuigde volgelingen.
De republikeinen zijn slechts voor een klein
deel „rood", maar voor een groot deel anti
fascistisch; de Nationalisten zijn slechts Voor
een klein deel semi-fascistisch, maar voor een
groot deel anti-rood. Men gelooft, dat een ge
matigd régime den steun van de overgroote
massa van het Spaansche volk zou hebben.
In dit verband herinnert men aan zekere ten-
denzen in Britsche politieke kringen ten gun
ste van het herstel van het constitutioneele
koningschap, dat een waarborg zou zijn teger
overheersching, zoowel door uiterst-linksche
als door uiterst-recht-sche minderheden.
Een algeheele bijlegging van het Spaansche
conflict is (na den „vrede" met Italië) de
tweede groote stap, dien Chamberlain doen wil
in het belang van Europeesche pacificatie.
Eén vraag dringt zich hierbij onmiddellijk
op: wü zouden haar kunnen samenvatten in
het woord „Duitschland".
Men heeft veel redenen om te gelooven dat
Hitier Italië gaarne in Spanje bezighoudt, maar
niet veel Duitsche energie aan Franco wil spen-
deeren. Duitschlands inmenging in Spanje is
in het laatste jaar voortdurend in beteekenis
afgenomen, op tegenwerking van Berlijn re-
- en 26en November 1936 kwam er plot-
1 seling een verdrag uit de lucht vallen,
gesloten tusschen het Derde Rijk en het
Land van de Rijzende Zon. Een vreemd ver
drag. Het had den naam Anti-Kominternpact,
was dus gericht tegen het Russische communis
me, dat onder het mom van de niet-officieele
communistische internationale de wereld wil
doordringen. Het pact verplicht zijn leden tot
het uitwisselen van inlichtingen omtrent en
maatregelen tegen de bedrijvigheid der Ko
mintern in hun landen. Later sloot Mussolini
zich bij dit pact aan. Praktisch reikt het pact
wel verder: het is de bekrachtiging van de poli
tieke solidariteit tusschen de twee autoritaire
mogendheden van Europa en het half of liever
bijna geheel autoritaire Japan. Dit blijkt duide
lijk uit het feit, dat zoowel Berlijn als Rome
hun militaire adviseurs bij de Chineesche legers
hebben teruggeroepen. Het anti-Kominternpact
alléén zou daartoe geen aanleiding hebben kun
nen zijn. Ook niet op grond van den mythos,
dien Japan gestadig propageert, dat het op
historische gronden geroepen is, het bolsjewisme
in China uit te roeien. Deze mythos is niet
houdbaar en was slechts een voorwendsel van
Tokio om „zuster China" te overweldigen. Want
Tsjang-Kai-Sjek, de Chineesche maarschalk en
leider, was altijd een vurig nationalist en heeft
reeds in 1926 de Russische bolsjewisten verdre
ven en dan met groot resultaat het Chineesche
communisme bestreden. Maar nu doet zich een
feit voor, dat niet anders dan natuurlijk is.
Juist het optreden van Japan in China drijft dit
land in de armen van Moskou. De Chineezen
namelijk, door nood gedwongen, maken thans
gretig gebruik van hun goed recht, zich door
Rusland van het noodige oorlogsmaterieel te
laten voorzien en uit dit land piloten en vlieg
tuigen te betrekken. De politiek van Rome en
Berlijn voert dus tot twee verkeerde en gevaar
lijke dingen. Ten eerste versterkt zij het „gele
gevaar", waartegen eens Wilhelm II zoo nadruk
kelijk waarschuwde in teekening en woord en
waartegen Mussolini de volken van Europa op
riep, toen hij vreesde, dat zijn veroveringsplan
nen ten aanzien van Abessinië in gevaar wer
den gebracht door de Japanners, die in de ure
des gevaars bij den Negus vasten voet hadden
gekregen en ten tweede versterkt zij in hevige
mate den invloed der Sovjets op het Chineesche
Rijk, iets wat dus in contradictie staat met het
wezen van het eigenlijke anti-Komintern-pact.
De betrekkingen tusschen Nanking en Moskou,
die bij het begin van het Japansch geweld in
China („oorlog" is het immers niet volgens
Tokio!) zeer koel waren, worden steeds harte
lijker. Moskou's kansen stijgen onrustbarend
Soen Fo, de president van den Chineeschen wet-
gevenden „joean", is te Moskou met veel statie
ontvangen en heeft er druk onderhandeld. Dit
bezoek heeft Japan sterk verontrust. De Japan-
sche militairen vertrouwen Rusland niet. Het is
hun streven, Moskou niet tot vijand te maken,
zoolang zij hun handen vol hebben in en aan
China. Daarom heeft de nieuwe Japansche mi
nister van Buitenlandsche Zaken, generaal
Oegaki, ook een reeks van verzoenende woorden
aan het adres van de Sovjets gewijd.
De correspondent van de Times te Riga
heeft Zondag 1.1. eenige opmerkelijke be
richten verbreid over de verhouding van
Tsjang-Kai-Sjek tot de Russen en over de
wijze van toeneming der Russische ondersteu
ning. Deze ondersteuning zou bestaan in groo-
tere leveranties van vliegtuigen, op de eerste
plaats aan het achtste Chineesche legercorps, de
roode Chineesche troepen. De prijs, daarvoor te
betalen (en duur te betalen), zou zijn het toe
laten van Russische propaganda. De verander
de houding van Tsjang-Kai-Sjek tegenover de
communisten in China dateert van zijn gevan
genneming in Sianfoe, ongeveer anderhalf jaar
geleden. Het merkwaardigste feit bij dezen „roof"
van den maarschalk was wel, dat de opstande
lingen en hun communistische vrienden, die
verantwoordelijk waren voor deze „kidnapping
Tsjang niet hebben gedood of op andere wijze
onschadelijk hebben gemaakt.
De „roof" was het bewijs ervoor, dat de roo-
vers het niet zoozeer op den persoon van den
maarschalk hadden gemunt (ofschoon zij zeer
gebeten op hem waren, na de scherpe vervol
gingen, waaraan zij als communisten hadden
bloot gestaan) als wel tegen zijn, naar men
toen meende, al te groote lankmoedigheid
tegenover Japan. Deze lankmoedigheid
was op de eerste plaats te wijten aan het
inzicht van den maarschalk, dat China niet
gereed was, om in een groot conflict met
Japan te geraken. Hij meende, dat de
eenheid van China nog niet groot genoeg
was en was bang, dat de communisten
uit wraak voor de hun aangedane vervolging
van de gelegenheid zouden gebruik maken om
tijdens de vijandelijkheden met Japan hun in
vloed te vergrooten. Het incident van Sianfoe
opende den maarschalk de oogen. Hij had de
zekerheid gekregen, dat de communisten niets
liever wenschten dan een vereenigd front te
vormen tegen Japan. Hij wist toen al was
het Zuiden nog een onzekere factor dat, in
dien de oorlog zou uitbreken, hij op een zekere
eenheid van het land ken rekenen. De voorbe
reiding tot de samenwerking van de roode
troepen met de nationale troepen is toen be
gonnen. Tot zoover de correspondent van de
Times.
Welke concessies er over en weer zijn gedaan,
is niet bekend geworden. Het roode (achtste)
leger behield een aanzienlijken graad van auto
nomie. Doch van den anderen kant bleef ae
communistische partij verboden, de Kwomin-
tang bleef de eenige toegelaten partij. Dank zij
het geweld van Japan en thans ook dank zij
het ophouden van de Duitsche en Italiaansche
wapenleveranties en het terugtrekken der mili
taire adviseurs dezer landen bij de Chineesche
legers (op herhaald ernstig betoog van Tokio),
wordt Tjsang-Kai-Sjek noodgedwongen in de
armen van Moskou gedreven. Die omkluiste-
ring ka.n doodelijk worden. Sterkt Rusland het
achtste leger boven de andere, dan zou de tijd
kunnen komen, dat dit roode leger het heft in
handen kreeg. Moge de wereld deze vreemde
vrucht van het anti-Kominternpact bespaard
blijven.
Dinsdag is tot directeur der N.V. de Beurs
van Koophandel te Rotterdam benoemd de
heer N. J. Bekker, directeur der Centrale Aals-
meersche veiling te Aalsmeer.
De heer Bekker werd in 1928 aangezocht om
directeur te worden van de C.A.V. als hoedanig
hij op 21 Mei 1928 in functie is getreden. Be
halve directeur der C.A.V. bekleedde hij tal
van bestuursfuncties in vooraanstaande orga
nisaties op het gebied van den tuinbouw. On
der meer verzorgde hij vrijwel de geheele voor
bereiding van de groote Aalsmeersche jubi
leumtentoonstelling „Lente in Januari" in 1937
Dinsdagmiddag is op het terrein van de mi
litaire luchtvaartafdeeling te Soesterberg eeD
demonstratie gehouden met het F. W. 44 Stieg-
litz-toestel, een product van den Focke Wulf
Flugzeugbau te Bremen, waarmede Maandag
bij de Vliegdemonstraties op Eelde een eerste
prijs werd behaald. Het Stieglitz-toestel, dat
voorzien is van een 160 p.k. Siemens stermotor
is bestemd voor de opleiding van jachtvliegers,
Het vliegtuig werd bestuurd door den invheger
van den Focke Wulf Flugzeugbau, die enkele
zeer fraaie stunts met het toestel uitvoerde.
De demonstratie werd bijgewoond door ver
schillende militaire autoriteiten, die de ver
richtingen van de machine met groote belang
stelling volgden.
Het vliegtuig zal nog eenige dagen te Soes
terberg gestationneerd blijven, teneinde de ver
schillende vliegersinstructeurs in de gelegenheid
te stellen met het toestel kennis te maken.
kent men dus niet. Maar zou Duitschland dan
ook werkelijk begrepen zijn in de pacificatie,
welke Chamberlain beoogt? Of is die pacificatie
veeleer gericht op hetisoleeren van
Duitschland?
Wij antwoorden hierop niet bevestigend, maar
erkennen toch dat het er eenigszins den schijn
van heeft. Chamberlain's streven is nu al
twaalf maanden lang gericht op toenadering
tot Italië en hieraan gaat gepaard een koorts
achtige bewapening, die zonder eenigen twijfel
ingegeven wordt door toenemend wantrouwen
tegen Duitschland.
De Nationale R. K. Commissie voor Jeugd-
werkloozenzorg te Den Bosch schrijft ons:
Met volledige goedkeuring van het Hoog
waardig Episcopaat zal de Nationale R. K,
Commissie voor Jeugdwerkloozenzorg opnieuw
een beroep doen op het katholieke volk ter
ondersteuning van onze katholieke werk
kampen.
Welk een groote uitbreiding het katholieke
kampwerk voor jeugdige werkloozen en dienst
boden-opleiding voor werklooze meisjes in de
laatste jaren heeft ondergaan moge blijken uit
de volgende cijfers: in 1933 14830 mankamp
dagen; in 1934 23912 mankampdagen; in 1935
43360 mankampdagen; in 1936 128272 man
kampdagen; in 1937 200127 mankampdagen.
Tot nu toe was de regeling, dat de Rijks
overheid op een bepaald bedrag 75 pet. sub
sidieerde, terwijl de particuliere organisaties
de resteerende 25 pet. en de verdere onkosten
der zielzorg moesten bijdragen. Zoo heeft de
Nationale R. K. Commissie voor Jeugdwerkloo
zenzorg in 1937 bijgepast het bedrag van
f 40.364.—.
En vanwege den omvang der jeugdwerkloos
heid èn vanwege het permanente karakter, dat
de jeugdwerkloosheid aanneemt, blijft een
bijzondere zorg voor onze jeugdige werkloozen
noodig.
Voor de jeugdigen brengt de werkloosheid
daarenboven dit groote gevaar mede, dat ze
dreigen godsdienstig, zedelijk en maatschappe
lijk verloren menschen te worden. Beroepsvaar
digheid gaat achteruit, vakontwikkeling staat
stil, energie verschrompelt, over hun geheele
leven ligt een loodzware druk, ook over hun
geestelijk en godsdienstig leven, en somber en
donker lijkt hun de toekomst. Geholpen kunnen
deze jongeren worden in Centrale Werkplaat
sen, door practischen arbeid, in werkkampen,
enz.
Er kan nogt veel meer gebeuren
Indien alle handen ineen worden geslagen
indien allen, die de jeugd, onze werklooze jeugd,
een goed hart toedragen, financieel willen hel
pen!
De Nationale R. K. Commissie voor Jeugd
werkloozenzorg moet daarom, wil zij hare
kampen en internaten kunnen doorzetten, op
nieuw een inzameling houden voor 1938.
Het doel dezer nationale inzameling is:
Onze Katholieke werkkampen in stand hou
den en nieuwe, waar noodig is, oprichten;
het tekort in de exploitatie van 25 pet. bij
passen, naast het Regeerings-subsidie; als
Nationale R. K. Commissie te doen wat moge
lijk is voor de jonge werkloozen, zoowel hand
en hoofdarbeiders als voor de academisch ge-
vormden.
Besloten werd deze inzameling over het ge
heele land te houden, zoo mogelijk in de week
van 1926 Juni en anders, wegens bijzondere
plaatselijke omstandigheden, op een ander vast
te stellen tijdvak.
Moge Katholiek Nederland deze inzameling
van harte steunen!
Nationale R. K. Commissie voor Jeugd
werkloozenzorg, Lange Putstraat 44,
'SrHertogenbosch. Giro: 185442.
De Bisschoppelijke Commissie voor den St.
Adalbertus-akker te Egmond binnen heeft haar
programma voor de viering van den Patroon
van Kennemerland in breede trekken gereed.
Zaterdag 25 Juni wordt te half elf een plech
tige H. Mis opgedragen door mgr. H. J. M. Tas-
kin, president van het Theologicum te Warmond,
die ook bereid gevonden is, onder deze H. Mis
een toespraak te houden. De wisselende gezan
gen zullen uitgevoerd worden door de leerlingen
der R.K. Kweekschool van Beverwijk, de vaste
gezangen door deze jongelieden in afwisseling
met de aanwezige pelgrims op den Akker. Op
deze wijze hoopt de Commissie ook nog mede
te werken aan de bevordering van den Grego-
riaanschen Volkszang.
Zondag 26 Juni komt professor Henneman in
den vroegen ochtend te zes uur een H. Mis op
dragen. Dien dag is er 's middags te drie uur
Lof met feestpredikatie.
Evenals andere jaren wordt van alle deelen
des lands bezoek verwacht, om een van Neder
lands Heiligen op zijn feestdag te eeren.
Laten velen dan opkomen, St. Adalbert ter
eere!
Aan deze opwekking moge de Commissie nog
iets toevoegen. Bekend, is het, dat verleden jaar
het plan gevormd werd een afbeelding van St.
Adalbertus, in relief-mozaïk, op den Akker te
plaatsen. Ant. Molkenboer heeft een kunst
werk vervaardigd, dat men op verschillende ten
toonstellingen in het land heeft kunnen bewon
deren. Helaas, de financiën stellen de Commis
sie niet in staat tot den aankoop voer te gaan,
terwijl toch ieder erkent, dat een beeld van den
Heilige op zijn eigen Akker niet gemist mag
worden. Nog zou plaatsing vóór 25 Juni kun
nen geschieden, als ruime bijdragen kwamen
toevloeien. Vol vertrouwen wordt het giro-num
mer van den penningmeester der Commissie"
hier vermeld: 197483, Egmond-binnen.
Inlichtingen over de viering en wat verder
den Akker betreft, worden gaarne door den
secretaris, J. Verheggen, verstrekt.
Onze Romeinsche correspondent seint onsd.d.
7 Juni:
De Apostolische Internuntius te Den Haag,
Z.H. Exc. Mgr. Paolo Giobbe, is heden uit Rome
naar Nederland vertrokken.
In het Generale Kapittel der Minderbroeders-
Capucijnen zijn tot generale definitoren geko
zen: pater Leonardus van Mercato Saraceno,
van de provincie van Bologna; pater Carmelus
van Iturgoyen, van de provincie van Navarra;
deze beiden werden reeds bij het vorige gene
rale kapittel als definitor gekozen. Verder: pa
ter Robertus van Apprieu, van de provincie van
Savoie; pater Brendanus van Cork, ex-provin
ciaal van Engeland; pater Paulus van Frie-
drichssegen, provinciaal van de Rijn-Westfaal-
sche provincie en pater Dominicus van Isnello,
van de Romeinsche provincie.
Tot procurator generaal der Orde werd geko
zen P. Leonardus van Mercato Saraceno.
De heer H. H. Sachs, instructeur van de
Twentsche Zweefvliegclub, heeft Maandag met
succes zijn laatste proeven gedaan voor het
zilveren C-brevet, het hoogste voor de zweef
vliegerij. Hij heeft de drie daarvoor vereischte
vluchten alle volbracht na een lierstart.
Voor zoover kan worden nagegaan is zulk
een prestatie nog niet eerder verricht, ook niet
in het buitenland.
Voor de laatste proef, een vlucht van min
stens 50 K.M., steeg de heer Sachs om 12.40 uur
van het vliegveld Twente op. Ondanks den af-
drijvenden wind, die hem boven Duitschland
bracht, slaagde de vlieger er in het vliegveld
Eelde te bereiken, waar hij om vijf uur voor
de publieke tribune landde. De afstand Twente
Eelde bedraagt hemelsbreedte 98 K.M., doch
door den gedwongen omweg heeft de heer
Sachs eenige tientallen kilometers meer af
gelegd.
Tot dusver was er slechts één landgenoot,
die aan de eischen van het C-brevet heeft vol
daan, namelijk de heer J. Hoekstra. Deze liet
zich evenwel bij de drie proeven door een vlieg
tuig optrekken, terwijl de heer Sachs, zooals
gezegd, al zijn proeven deed na een start met
een lier en dus zelf moest probeeren hoogte
te krijgen.
Op het vliegveld Eelde is hij gehuldigd na
mens de directie, die hem een eereteeken aan
bood. Daarna is hij door het motorvliegtuig
van de Zweefvliegclub Twente naar het vlieg
veld Twente teruggesleept. Ook hier w-erd hem
een hartelijke huldiging bereid.
De heer Sachs verklaarde 'n moeilijke vlucht
te hebben gehad, hoewel de start prachtig was.
Door het af en toe ontbreken van stijgwinden
verloor hij veel hoogte en voor Coevorden en
even voor het vliegveld Eelde dacht hij ta
moeten dalen. Op het laatste oogenblik, toen
hy tot 20 meter gedaald was, bracht een styg-
wind hem weer op 1350 meter, zoodat hy een
prachtige landing kon verrichten, precies voor
.de tribunes.