Nederlands laatste trekschuit ligt te koop Sir John Reith, de Mussolini van de B.B.C. Laatste Schokkers overleven hun eiland SLOT TE EDAM IS ER 60 JAAR SCHIPPER OP yp ^WmÊm wÉmmmm BENOEMD TOT HOOFD VAN DE IMPERIAL AIRWAYS EEN RAS, GETEEKEND DOOR STORM EN ZEE Sr ZONDAG 19 JUNI 1938 Twintig jaar had de Postduifop het traject EdamVolendam het monopolie Jubilaris vertelt zijn herinneringen Vreemdelingen de laatste klanten WÊÊ®IÈÊÊm - fmsT" 4 De „Karimata" haalt klei op Oponthoud heeft het werk niet bemoeilijkt REGEERINGSJUBILEUM VAN DE KONINGIN WEER EEN DUITSCHE VLIE GER GEDAALD Beslag gelegd op zijn toestel Huldiging te Apeldoorn Dr. A. PHILIPS UIT INDIË TERUG Hij zou in Broadcasting House een waar schrikbewind hebben uitgeoefend Kunstoogen Imperial Airways heeft 'n krachtmensch noodig Te Kampen en Vollenhove, op Urk en Volendam woont hun nageslacht Het „Schokker geld" de eerste Zuiderzeesteun asoBBBBBBBBOBBBBBBBBBBBBBBBB Hagespraak-bezoekers gefouilleerd N.S.B.-critiek op den Vreemde lingendienst BOERDERIJBRAND TE LONNEKER i' 5 Een zeldzaam jubileum wordt op 20 Juni a.s. te Edam gevierd, of beter: herdacht. Dien dag is het zestig jaar geleden, dat de thans 75-jarige C. Slot met zijn vader den trekschuitdienst EdamVolendam opende. En den dag, voordat hij zijn twintigjarig ju bileum als schipper van de trekschuit zou herdenken, trad hij in het huwelijk, zoodat schipper Slot en zijn vrouw Zondag a.s. te vens hun veertigjarig huwelijksfeest vieren, temidden van hun in de Zaanstreek wonen de kinderen en kleinkinderen. De trekschuit zelf, „Postduif" genaamd zal aan het feest niet actief meedoen, want zij ligt al sedert eenige jaren voor liefhebbers te koop in de Volendammer trekvaart. En de oude Slot trekt het zich niet al te zeer aan, want hij geeft het toe: de trekschuit is uit den tijd, al heeft hij er vroeger een goed stuk brood mee ver diend. Hoe goed dat evenwel ook was, hij heeft er niet zooveel aan kunnen overhouden, dat hij thans zonder zorg van een rustigen ouden dag mag genieten. Nog steeds vervoert hij de pak jes, die men hem wil toevertrouwen, tusschen Edam en Volendam en in de naaste omgeving, zij het ook met een handkar, en hoewel hij eigen lijk blij is, nog wat om handen te hebben, toch is hij objectief van meening, dat iemand op zijn leeftijd en met zijn dienstjaren het welbeschouwd niet meer noodig zou moeten hebben, nog steeds aan het werk te zijn. Door min of meer toevallige omstandig heden is Slot trekschuit-schipper geworden. Hij was voor iets beters bestemd, want tot zijn vijftiende jaar volgde hij de voorberei dende klassen voor de normaalschool, waar hij tot onderwijzer opgeleid zou worden. En al is daar nooit iets van gekomen, spijt van zijn vooral voor die dagen goede schooloplei ding heeft hij nooit gehad, en ook in het ge sprek, dat wij met hem hebben, toont de oude heer zich een man van ontwikkeling en ruimen blik, die volkomen op de hoogte is van alles, wat zich in de wereld om ons heen afspeelt. Hoe Slot aan de trekschuit kwam? Zijn va der was werkloos scheepstimmerman. De zaken gingen slecht, zestig jaar geleden in 1878 en toen Slot's vader eindelijk weer eens opdracht had voor den bouw van een schuit, ging de opdracht gever er van door toen de schuit voor drie kwart gereed was. Slot Sr. kwam toen op het idee, de schuit zelf'te gaan exploiteeren, want in het zelfde jaar kwam te Edam een bijzondere R.K. school gereed, die voornamelijk bevolkt werd door kinderen uit het naburige, vrijwel geheel Ka tholieke Volendam. Zoo kreeg Slot, die zijn zoon van school moest nemen, opdat deze zich over de trekschuit zou kunnen ontfermen, een vast dagelijksch vervoer van tusschen de 25 en 40 kinderen, wat zijn bedrijfje een vaste basis gaf. terwijl weldra ook de overige bewoners uit de streek van de trekschuit gebruik maakten, want in die dagen was de trekschuit de eenige verbin ding tusschen Edam en Volendam. Meer dan twintig jaar heeft dat geduurd, totdat de stoom tram van de Noordhollandsche tram verscheen. Maar gedurende die twintig jaar heeft Slot dan ook het monopolie gehad. Soms maakte hij den tocht vijf of zes maal per dag, hij vervoerde schoolkinderen, ambachtslieden, visschers, leden van den gemeenteraad, soms de geheele plaatselijke brandweer, pastoors, dominees en dokters. Vooral voor den dokter werd Slot in die dagen dikwijls des nachts uit zijn bed ge klopt. Maar als* er hulp noodig was, was hij terstond uit bed, aangekleed en in de Üjn om zijn schuit langs het donkere jaag pad naar Volendam te zeulen. Want al die jaren, tot drie en vier jaar geleden toe, heeft hij zijn schuit zelf moe ten trekken. Het polderbestuur wilde paard noch motorkracht toestaan, uit angst voor lar.dafslag door de paardenhoeven of door den golfslag van een motor. Velen, vooral in de latere jaren, hebben de trekschuit niet willen gebruiken, omdat het hun tegen de borst stuitte, door een mensch getrok ken te worden, en ook Slot zelf is van mee ning: „Eigenlijk hoort het niet, dat een mensch zijn medemenschen voortsleept." Ruim tien jaar nadat Slot met zijn trek schuit was begonnen, ontstond in deze streek het vreemdelingenverkeer, dat zoo'n groote vlucht zou nemen. Volgens Slot is dat vooral te danken aan Leendert' Spaander, zeilemakers- en schippersknecht, die een kleine herberg te Volendam kocht en daarmede het wereldbe roemd geworden Hotel Spaander stichtte, dat zooveel belangrijke buitenlandsche gasten en artisten, voornamelijk kunstschilders, uit bin nen- en buitenland herbergde. Daardoor heeft ook Slot tal van vreemde lingen in den loop der jaren in rfjn trekschuit vervoerd, en tallooze Nederlandsche en bui tenlandsche kunstenaars en prominente per soonlijkheden, tot eens zelfs een president der Vereenigde Staten, die ons land bezocht en wiens naam hij vergeten is, maar die vermoe delijk de populaire „Teddy" Roosevelt is ge weest. Met de kunstschilders, die in de om geving kwamen werken, was Slot in het alge meen goed bevriend, en voor hun werk had hij meer dan gewone belangstelling, want in zijn Jeugd bezocht hij gedurende enkele jaren een teekenschool, waar hem de eerste beginselen der techniek werden bijgebracht, zoodat hij later de olieverf-techniek voldoende beheersch- te cm zich aan landschapjes en watergezichten te wagen, waarvan er een nog in zijn woon kamer hangt, een klein doekje, dilettantistisch, want van iemand, die zich op dit gebied nooit heeft kunnen ontwikkelen. Immers het leven en de zorg voor een gezin, eerst van zijn ouders, toen van zichzelf, lieten hem weldra geen tijd meer om zich aan zijn liefhebberijen te wijden, en men vraagt zich af. wat er van dezen ouden, opvallend intelligenten schipper met zijn op gewekt gevoel voor humor zou zijn geworden wanneer het lot hem eens in andere omstan digheden zou hebben geplaatst. Toen het eigenlijke passagiersvervoer door de concurrentie van tram en bussen verdween, bleef nog gedurende verschei dene jaren het vervoer van vracht en van toeristen, die terwille van de curiositeit de reis tusschen Edam en Volendam per trekschuit wilden maken. Maar ook dit werd minder, want de vracht wordt sneller en anders vervoerd, en de moderne toerist vindt er gelukkig geen plezier meer m, zich door een 75-jarigen schipper te laten voort zeulen. En zoo ligt de „Postduif" te koop. Misschien zal eens een Museum op het gebied van het verkeerswezen zich erover ontfermen als her innering aan een typisch Nederlandseh stukje cultuurhistorie. Slot en zijn vtouw hebben zich kunnen inkoopen in een der oude, knusse huis jes van het stille Proveniershofje te Edam, dat nog de rust ademt van de zestiende eeuw, toen het door Jan Klaasz Brouwer werd gesticht ten behoeve van ouden van dagen, die hier zelfstandig hun eigen huishoudentje kunnen blijven voeren, en zelfs nog een kleine bijdrage krijgen in de kosten ervan. De versiering die familie en buren bin nen en buiten de woning van het echtpaar Slot hebben aangebracht bewijst, dat de twee ko mende jubileumdagen niet onopgemerkt zullen voorbijgaan. mWP"' TJB fc«iSr Schipper C. Slot met de „Postduif', zooals zij onafscheidelijk varen op het traject EdamVolendam 'v.v. De „Karlmata", die Zaterdagnacht haar werkzaamheden heeft hervat, heeft deze gedu rende den geheelen Zaterdag onder de gunstigste omstandigheden kunnen voortzetten en de weersvooruitzichten wijzen er op, dat het weer voorloopig bestendig fraai zal zijn. De deining, die er nog stond, als gevolg van den storm der afgeloopen dagen, werd in den loop van den dag geleidelijk minder en tegen den avond werkte de geweldige baggermolen weer in het water, dat vooral tegen het keereft van het tij vrijwel vlak was. Door de onderbreking van het werk, heeft het resultaat er weinig van te lijden gehad. De vrees, die bij de Terschellingers bestond, dat bij het staken van het baggerwerk de ge maakte geul binnen zeer korten tijd zou dicht Slibben, bleek niet gewettigd te zijn. Toen de „Karimata" in het begin van de week het werk bij het „Lutine"-wrak moest stop zetten baggerde men op een diepte van ruim twaalf meter. Toen men in dien nacht van Vrij dag op Zaterdag het baggeren kon hervatten, zat men onmiddellijk weer op dezelfde diepte en in den loop van den Zaterdag schoot men zoo goed op, dat men tegen den avond tusschen 15 en 16 meter diepte zat 'oij ebtij. Voor het eerst heeft men Zaterdag in den loop van den dag den kleibodem bereikt en brachten de bakken, behalve zand en zeer veel schelpen, ook klei mee naar boven. Men hoopt, dat men voorloo pig ongestoord verder zal kunnen werken. vliegtuig, een tweedekker-jachttoestel, gemerkt DEEGA gedaald. Het vliegtuig was bemand met één militair. De burgemeester van Geldermalsen heeft be slag gelegd op het toestel en heeft zich voo: nadere orders in verbinding gesteld met de militaire autoriteiten. De vliegtuigbestuurder is naar het gemeente huis geleid voor nader onderzoek. Een der laatste geboren Schokkers is Louwe Botter, te Kampen. Als 11-jarige jongen diende hij de laatste H. Mis, die op zijn eiland, voor de ontruiming in 1859, werd opgedragen Zaterdagmiddag is in een weide nabij het station Geldermalsen een Duitsch militair Naar wij vernemen heeft H. KT. de Koningin goedgevonden, dat de Apeldoomsche burgerij Haar op Zaterdag 24 September a.s. in verband met het regeeringsjubiltum, hulde zal brengen. Voor dien dag is een uitgebreid programma entworpen, dat echter nog niet definitief vastgesteld. De heer en mevrouw A. F. Philips, die een reis van vijf maanden gemaakt hebben door Ned.-Indië, Japan en Noord-Amerika, zijn Za terdagmiddag met de „Nieuw Amsterdam" te Rotterdam aangekomen, waar zij door vele be langstellenden zijn begroet. maken wij natuur getrouw voor onzs patiënten. F. Ad. Miiller Söline. Wiesbaden. In Amsterdam: Centraal Gebouw der A. M. V. J., Leid- sche Boschje, van 24 tot en met 27 Juni 1938. (Van onzen Londenschen correspondent) Niet geringe verrassing veroorzaakte de minister voor Luchtvaart, Sir Kingsiey Wood, Dinsdag in het Lagerhuis door de niededeeling, dat Sir John Reith benoemd is tot „Chairman" van de Imperial Airways, hétgeen wil zeggen, dat Sir John aan het hoofd zal staan van de grootste luchtvaart onderneming ter wereld. Twee weken geleden werd in het Lagerhuis zeer scherpe kritiek uitgebracht op den Raad van Beheer van de Imperial Airways, en Sir John zal, op verzoek van den Raad, een onder zoek instellen naar de gegrondheid van be schuldigingen, door verschillende afgevaardig den tegen dit lichaam gericht. Niet alleen Sir John's benoeming baarde opzien, maar ook zijn hieraan gepaard aftreden als directeur-generaal der B.B.C. Zijn opvolger zal benoemd worden door den Raad van Bestuurders. Wordt langs hierarchi- schen weg in de vacature voorzien, dan zal Mr. C. G. Graves aan het hoofd der BB.C. ko men te staan. Hij is thans de onderbevelhebber van deze reusachtige organisatie, maar aange zien hij Katholiek is, acht men het hoogst on waarschijnlijk, dat hij den post, waaraan een salaris van £7000 per jaar verbonden is, zal krijgen. De 49-jarige Sir John Reith is een van de bekendste en meest besproken persoonlijk heden van onzen tijd, ofschoon hij nooit eenige jacht op openbaarheid gemaakt heeft. Van het begin af heeft hij de hoogste posten aan de B.B.C. bekleed; sinds 1927 is hij haar directeur-generaal. Onder zijn opperleiding is deze corporatie uitgegroeid tot een lichaam, dat een budget van millioenen ponden per jaar heeft, en waaraan meer dan 10.000.000 Britten jaarlijks hun verplichte bijdrage offeren. De B.B.C. houdt een monopolie; zij is een staat in den staat geworden, maar is dan ook niet vrij van staatscontrole. Haar macht en haar invloed op bijna elk gebied zijn onmete lijk. Zij heeft daarvan in menig opzicht voor treffelijk gebruik gemaakt. In veelzijdigheid slaat zij alle radio-ondernemingen van het vasteland. Zij heeft het grootste orkest van Engeland in vasten dienst. Dank zij den prach- tigen honoraria, die zij betaalt, kan zij haar medewerkers en medewerksters recruteeren onder de beroemdsten van binnen- en buiten land. Radio-tooneelstukken voert zij op veel grooter schaal op dan eenige andere Omroep organisatie. Haar ontelbare „features" genie ten een Europeesche vermaardheid en zijn i® tal van landen nagevolgd. De B.B.C. dankt dit voor een groot deel aan haar reusachtige inkomsten, welke het over bodig maken ooit iets op een koopje te doen. Wat Engelschen, die buitenlandsche stations aanzetten, steeds opvalt, is dat men daar hoe voortreffelijk soms ook de hoedanigheid der vertolkte kunst zijn moge de dingen zo® oneindig veel goedkooper moet aanleggen da®1 te Londen, en dit geldt niet alleen voor de kleinere landen, die uit den aard der zaak ook over geringere middelen beschikken, maar ook voor Frankrijk en Duitschland. Haar reusachtige inkomsten dankt de B.B.C' aan haar monopolie, en ook hieraan, dat het aantal luisteraars in Engeland grooter is dan in eenig ander land, en dat men hier geen systemen van „radio-distributie" kent. Maat zulk een onderneming zou nooit zoo een om vang gekregen hebben, indien zij niet ondef de leiding gestaan had van een zeer bijzon der man. En die man is Sir John Reith. Hij is een reus van lichaamsbouw. Zijn kop is er een, dien men nimmer vergeet. Hi) heeft een machtig voorhoofd, dat zich welft over een paar gevoelvolle oogen, maar in scherpe tegenstelling hiermede zijn de harde mond en de zware kin, die hem het uiterlijk geven van een geweldigen kracht mensch. Een lang, diep litteeken van een oorlogswond misvormt heel zijn linker wang, en kan hem, wanneer hij vertoornd is, een waarlijk schrikwekkende uitdruk king geven. Hij heeft de allures van een dictator. SiJ overheerscht en imponeert, gelijk weinigen oo® gedaan hebben. In dit opzicht vergelijkt me® hem met Lord Northcliffe. Maar hij mist ve®* van de aantrekkelijke hoedanigheden van de® grooten krantenkoning, die, ofschoon ook hi] (Van onzen specialen verslaggever). Als de Westenwind het water in den Burgwal doet klotsen tegen den walkant, wanneer zijn stem somber door hooge schoorsteenen klinkt, wordt in het Proveniershuis te Kam pen de negentig-jarige Louwe Botter onrustig. Bij nacht en ontij verlaat hü zijn bed en tot de dienstdoende zus ter zegt hij: ,,De lucht staat droevig. Laat me eruit. Mijn schuit ligt los!" Louwe Botter te Kampen is de oud ste en een der laatste nog levende Schokkers. Hij is stil en in zichzelf gekeerd, maar als de Westenwind op steekt, begint het trage bloed in zjjn polsen te kloppen. Zijn oerinstinct zegt hem: Het stormt. De branding staat op het eiland. Schokker, wees op je hoede! In de goede stad Kampen zijn veel herin neringen aan het eiland, dat straks verdwijnen gaat, aan Schokland en zijn bewogen historie. De naamlijsten der godsdienstige vereenigmgen van de O. L. Vrouwe- of Buitenkerk merk waardig, zoo'n oude kerk in het Noorden, die weer katholiek is dragen de namen der oude Schokkers-geslachten: Diender en Toeter, Klap- pe, Goosen en Bien. Be ouders of grootouders dier ingeschrevenen kwamen van Emmeloord, het Katholieke Noorden van Schokland. In de kleine visschershaven van Brunnepe hebben enkele hunner zonen nog zoo'n oude Schokker schuit met den zwaren, scherp vooruitstekendeii boegbalk. En het is nog niet lang geleden, dat de Kp 1, een voormalige Schokker botter, meel dan 125 jaar oud en het oudste schip der Zui- Wij vervolgen hiermede onze ar tikelen-serie „Het oude land in den greep van het nieuwe".Hiervan verschenen reeds drie artikelen, o.m. over Urk en Schokland, welke eilanden door den Noord-Oostpol der geheel van karakter zullen ver anderen. Schokland houdt zelfs op te bestaan, zoodat wij aan ait landje, zijn oude bevolking en historie nog bijzondere aandacht willen besteden. 3B0BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB derzee, uit Kampen is verdwenen, waarschijnlijk naar den slooper. Enkele der oude huisjes van de Schokker buurt te Brunnepe zijn nog door kinderen en klein kinderen der in 1859 naar hier overgebrachte Schokkers bewoond en voor de Kamper jeugd is iedere visscher, waar hij ook vandaan komt, nog een „Schokker", goed genoeg om te worden ge plaagd met het oude kinderdeuntje: „Schokker, Schokker, ga naar boord, Je hebt je vaar en moêr vermoord!" Maar Louwe Botter in het Proveniershuis te Kampen is nog echt op Schokland ge boren. Hij heeft, als elfjarige jongen, de laatste H. Mis in de kerk op Emmeloord gediend. Hij is ook, als de meeste oud- Schokkers en zelfs nog kinderen van 't ver dreven eiland-volk, de eigen Schokker dracht trouw gebleven. Hij heeft nooit kunnen droomen, dat hij zijn eiland over leven zal, als straks de Noörd-Oostpolder droog valt en hem dien luttel tijd nog wbrdt geschonken. Rustig slijt Botter zijn laatste dagen daar aan den Kamper Burgwal. Wij hebben weinig last van hem, zegt zuster Veldhuis, aan wier zorgen de oude is toevertrouwd. Alleen als het hard waait, wordt iets van vroeger in hem wakker. En op mooie voorjaarsdagen vraagt hij: „Van gen ze al herringk?" Hij weet gelukkig niet, dat de zoo fel begeerde voorjaarsharing nu al jaren den neus stoot tegen den afsluitdijk. Zoo goed als in dit seizoen de zilveren „ansopies". Alle nog levende geboren Schokkers op Urk en te Vollenhove zijn het er nog enkele en in Volendam nog één, de hoog bejaarde vrouw Teune van de Bel trek ken nog hun Schokker geld, een soort pen sioen, dat de Regeering den eilanders bij 't amoveeren in 1859 heeft toegekend, een soort Zuiderzeesteun dus. Opmerkelijk is het, hoe zij in hun herinneringen den geboorte grond, dat armzalig strookje gras en riet tusschen de eeuwig dreigende golven, nog koesteren. Praat met hen over Schokland en hun oude oogen beginnen te lichten. Er wordt iets warm in hen, een smeulend vuur, van geslacht op geslacht overgedragen, gloeit weer op. Zooals wij in een vorig artikel reeds schre ven er is wellicht geen plekje in Nederland, waar de bewoners de eeuwen door zoo hebben gevochten om zijn behoud als het bude Schok land, waar iedere stormtij opnieuw een strijd op leven en dood moest worden gevochten met de woedende kracht der elementen, met den wind en met de zee, die in haar barre meedoo- genloosheid de menschep, voortdurend nabij was. Van eeuw tot eeuw heeft zeegeruisch den Schokkers in de ooren geklonken. Zij werden geboren als het water waste, kloppend aan de wering, zij stierven met het uitgaand getij en het laatste wat zij herkenden was de zilte adem der zee. En zoo kon het zijn, dat het schier uitgebluschte leven van den stokouden Louwe Botter in instinctmatige weerbaarheid even op vlamt, als hij buiten den stormwind hoort, die zegt, dat hij waken moet voor have en gOed. Een sterk en weerbaar ras waren die oude Schokkers. Zij, die het geboorterecht bezit ten, zijn bijkans uitgestorven. Maar het Schokker bloed stroomt nog, jong en krach tig in hun geslachten, die wonen langs de Zuiderzee. In Kampen, Vollenhove, op Urk, maar vooral ook te Volendam kent men hun kinderen en kleinkinderen. Zij hebben trek ken en gebaren en die klaarte in de oOgen, welke alleen van de zee zijn. En de zee kent geen confectie. Het heldendicht van een armzalig eiland, noemden wij een vorige maal de geschiedenis van Schokland. Op den afsluitdijk staat een monument, dat dit werk verheerlijkt. Onge- De Schokkerbuurt te Brunnepe (Kampen). De oude, gedeeltelijk nog bewoonde huisjes loerden door de stad Kampen voor de ■Schokkers, die na de gedwongen ontruiming van hun eiland zich hier vestigden, gebouwd volgens het model der woningen, zooals men ze op Schokland kende twijfeld is het verdiend, maar wij stellen ons de vraag, of straks, wanneer de Noord-Oost- polder droog valt en het eiland Schok land zal opgehouden hebben te bestaan, niet met veel grooter recht een monument kon worden opgericht, dat de herinnering levend houdt aan dat oude eilandvolk. Want niet met stoom en motor en machine en een volle schatkist, doch met de kracht van hun stoere knuisten alleen en de onverzettelijkheid van hun liefde tot der vaderen grond, streden zij den ongelijken strijd tegen de elementen, niet jaren, maar eeuwen lang. En tenslotte bleven zij overwinnaars, want altijd nog breken de golven op de palen en het basalt van Schokland's lage, wrakke kust. schrikwekkend zijn kon, toch de liefde bez® van hen, die met en onder hem werkten. S® John Reith heeft misschien steeds te zeer ver* trouwd op de uitwerking van gefronste wenk" brauwen en saamgeperste mondhoeken. heeft nooit de werkelijke persoonlijke toewj ding kunnen verkrijgen, waarvan politieke e_ andere dictators eerst dan zeker zijn wanne®* de vrees, die hun grimmigheid verwekte, pla&~ maakte voor waardeering voor hun vriendelijk' heid of edelmoedigheid. Er is veel gesproken en geschreven over ee® „schrikbewind" in Broadcasting House. N'®" mand, hoe hoog of nederig ook, zou zich da®1 ooit geheel zeker gevoeld hebben; een ie®ef zou steeds in angst verkeerd hebben over h®f' geen de dag van morgen brengen zou: acht®1" uitzetting? ontslag? Men vreesde de grillen en de buien van d®® geweldigen chef. Oogendienarjj, gekruip wer den hierdoor in de hand gewerkt. Een ie^eI dacht altijd aan Hem. Wie zich niet afvroef?' wat zou Hij er van denken, wat zou Hij W® len? liep gevaar. Er was een Raad van pe' Het Tweede Kamerlid De Marchant et d' Ansembourg heeft aan den minister van Justi tie de volgende vragen gesteld: Is het den minister bekend: a. dat 6 Juni omstreeks 7 uur verscheidene autobussen met bezoekers van de Hagespraak te Lunteren op den rijksweg HeerlenSittard door rechercheurs van den Vreemdelingendienst zijn aangehouden, waarna de inzittenden op den openbaren weg zijn gefouilleerd; b. dat de fotograaf van den Vreemdelingen dienst opnamen van deze bezoekers van de Ha- gespraak heeft gemaakt; c. dat de politie in Limburg op soortgelijke wijze ook reeds de laatste jaren telkens tegen bezoekers der N.S.B.-vergaderingen optreedt, waaruit de conclusie zou zijn te trekken, dat men eenerzijds het bezoek dezer vergaderingen tracht te bemoeilijken en anderzijds wil con- stateeren, wie aan deze vergaderingen deel neemt? Is de minister bereid; a. M'ede te deelen op wiens bevel de boven genoemde maatregelen op 6 Juni zijn genomen; b. ervoor te zorgen, dat de persoon of de personen, die het fouilleeren op den openbaren weg en het fotografeeren hebben bevolen, zul len. worden gestraft; c. maatregelen te treffen, dat de Nederland sche bezoekers van een Nederlandsche verga dering in de toekomst niet onnoodig worden gehinderd? stuurders, benoemd door den Eersten Minist®1' maar de leden van dezen Raad hadden meer in te brengen dan de Staten van Holla® onder Jan de Wit. Leden van het person®®^ konden zich tot deze „Governors" richten, voorstellen en zelfs met klachten. Zij wis1®11' dat het gevaarlijk was, en deden het nooit;' Er was één man, die telde: Sir John Reith- Toen enkele jaren geleden geruchten trent wanverhoudingen in Broadcasting Ho® hun hoogtepunt bereikten en in het Lager®® ter sprake gekomen waren, wist Sir John ertoe te leiden, dat hij het woord zou vt>eLjj voor een vergadering van Parlementsleden. kwam, zag en overwon. Men was er missel® niet zeker van, dat hij gelijk had, maar hij de sterkste en de machtigste en, gelijk ste® overheerschte hij. ep Zulk een „tuchtman", met alle poses van ®jj- dictator, moge niet in ieder opzicht een p genaam mensch zijn, maar toch was zulk persoonlijkheid noodig om de B.B.C., waar oneindig veel belangen in één organisatie eenigd zijn, met „ijzeren hand" te leiden. niets maakte hij haar tot de grootste °n® neming in haar soort en tot de invloedrijk nationale instelling van onzen tijd. Hij heeft te veel zijn kracht gezocht i® methodes van den „boeman"; hij heeft te f, gespeculeerd op de vreesachtigheid van oD e{t geschikten jegens hun broodheer; hij zeker veel fouten gemaakt, maar toch heeft tot stand gebracht wat zeer weinigen Daki e kunnen wrochten: een uit niets opgebom ontzagwekkende organisatie, waarin dag®1®^, duizend détails op de minuut af moeten k pen; waarin honderden en honderden be» ten artistiek, technisch, administratief moeten samenwerken in uiterlijke harmoni®'^, bovenal: waarin tien millioen critische schen, die elk 10 shilling per jaar betalen, doening moeten vinden. p- Deze geweldige gezagsman heeft een bur tep cratie opgebouwd, zoo omvangrijk als er de regeeringsdepartementen nooit een Se ej> is; een bureaucratie met alle voordeele®^, nadeelen, welke aan dit begrip verbonden {e maar niet minder doeltreffend dan de g,„ni9 bureaucratieën, waarop de regeering des Zaterdagmiddag te ruim zes uur brak door onbekende oorzaak een felle brand uit in dc boerderij van den heer G. ten Vergert te Lon- neker. In minder dan geen tijd stond de geheeie boerderij in vlammen. De brandweer stond we gens het ontbreken van water machteloos te genover het vuur. De boerderij en het grootste gedeelte van den inboedel werden een prooi der vlammen De schade wordt grootendeels door verzeke ring gedekt. steunt. Maar alle waardeering voor de pf achtige taak, welke Sir John Reith volbi.p heeft, belet niet dat velen zich zullen afv®^ of ook zijn aftredeh als leider der B.B.C- niet ten goede zal komen. De man, die opb g!{, de, is niet steeds de geschiktste persoon pt' het voltooide gebouw in stand te houd methodes, die noodzakelijk waren in de jp< van wording, hadden haar nadeelen, welk® .f vloed zich steeds meer deed gevoelen p® mate het werk zijn voltooiing naderde- e- vruchten van menige omwenteling en var\0ot" nige hervorming zijn verspild geworden, dat de revolutionnairen en de hervorm® je® niet toe konden komen hun taak aan a® over te geven. .pp®' Deze fout heeft Sir John Reith niet k™ Men wist, dat hij sinds eenigen tijd reed&füpc' deren toebereid had tot de groote leidende ties in de B.B.C., dat hij veel van het dat in zijn handen berustte, verdeeld kortom: dat hij begonnen was zichzelf bodig te maken, opdat de corporatie Jfit' der hem zou kunnen voortbestaan en En dit stempel^ hem wellicht, meer d®®^- anders, en ondanks al de „défauts de s®s_eJptf iités", tot een werkelijk groot man. groote mannén hebben het tot deze gebracht. Men zegt, dat Lenin in Rusla® zelfde deed, en dat Stalin het niet doet- ef men weet met, stelligheid, dat ook Mussd® voor gezorgd heeft, dat anderen in s de leiding van hem over te nemen. ita®t

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 6