EXTRA Chamberlain's standpunt en de bombardementen Zorg voor het werklooze meisje i O-BA Al f AUTO-PARASIETEN Uw VcKSidzef digi vooï Vovï, f2 S&UAïetiJz OVERWEGINGEN VAN POLITIEK OPLEIDINGSINTERNA TEN Uit de Pers Examentijd! VRIJDAG 24 JUNI 1938 VOOR ZWITSERLAND EEN AS NOODTG BUITENLANDSCH OVERZICHT Het Britsche prestige ORDENING IN DE GRIEND- CULTUUR Vrijheid geprefereerd boven overheidsmaatregelen De K.J.V. en de Graal bouwen met haar werk aan een nieuwe toekomst Bouvigne en Wassenaar NED. MIJ. VOOR NIJVERHEID EN HANDEL Algemeene vergadering in Twente Dienststukken van Gemeente besturen Dobbelmanr OFFICIEELE CRISIS PUBLICATIE Garantieprijs goedgekeurde pootaardappelen NED. PERIODIEKE PERS De toeneming van het auto-verkeer heeft niet alleen een aanzienlijke uitbreiding en verbetering van het wegennet tengevolge gehad, maar ook het aanvankelijk slechts sporadisch voorkomend slag der auto-parasieten in den letterlijken zin des woords uit den wegrand doen opschieten. Wij doelen met deze weinig vriendelijke benaming op de steeds rijker gevarieerde en zich vermenigvuldigende schare van wach tende, soms bescheiden en beleefd groe tende, maar soms ook met uitgestoken arm misleidend brutaal tot stoppen som- meerende individuen, die vooral bij de uitgangen van de groote steden, bij weg en spoorbaankruisingen, kortom bij voorkeur op punten, waar vaartminde- ren noodzakelijk is of aanbeveling ver dient, zich opstellen in de hoop het hart van den met een gedeeltelijk leegen wa gen rijdenden automobilist te vermur wen om gratis mee te mogen rijden. Zoowel particuliere personenwagens als vrachtwagens worden door deze klanten gepraaid, al verkiezen zij ook de zachte veering van een luxe-limousine boven de ietwat stuggere van een vrachtauto. In Amerika met zijn veel sneller en grooter ontwikkeld autoverkeer en zijn veel langere afstanden zijn de auto-pa rasieten reeds sinds vele jaren zoo ge heel ingeburgerd, dat men voor het vol doen aan hun verlangen een speciale uitdrukking heeft. De Amerikaan spreekt n.L van „to give a lift", hetgeen betee- kent: iemand toestaan een eind mede te rijden. Dit goedgunstig laten meerij den van onbekenden kan een nobel en onschuldig werk van barmhartigheid wezen, maar het kan ook buitengewoon gevaarlijk zijn. In Amerika heeft men reeds een rijke ervaring opgedaan op dit gebied, een ervaring, die wij hier te lande onzen auto-rijders liever zou den willen besparen. En daarom mee- nen wij goed te doen allen, die hetzij voor hun genoegen, hetzij voor zaken, hetzij beroepshalve veel autorijden, te waarschuwen aan de hand van enkele bedenkelijke verschijnselen, die er op wijzen, dat het auto-parasitisme ook hier te lande bepaald gevaarlijk dreigt te worden. In den beginne waren het nagenoeg uitsluitend arme, maar eerlijke lie den, die een bescheiden beroep op het goede hart van den automobilist en de ledige plaats in diens wagen langs den weg waagden, maar allengs heeft zich het gilde der autolustige wegkan- ters uitgebreid tot allerlei ongure ele menten en ook tot zekere categorieën van zuinigen, die zich best de kosten van een trein- of busreis kunnen ver- oorloven, maar liever op een particu lieren wagen en een gemoedelijken eige naar speculeeren. Iedere autorijder, die er toe besluit een wildvreemde in zijn wagen mee te nemen, denke er wel aan welk risico hij op zich neemt, ingeval hij een ongeluk maakt, waarbij de mede rijder wordt geblesseerd, verminkt of gedood. De aansprakelijkheid kan zeer groot worden, hoe groot wordt duide lijk, indien men b.v. een kostwinnaar van een groot gezin medevoert, een qua- liteit, welke men niet in den man met den hoed in de hand langs den weg op het eerste gezicht kan ontdekken. Maar afgezien van dit algemeen geldende ri sico loopt de gemoedelijke chauffeur, die iemand als het ware van den weg op raapt, nog andere mogelijke gevaren, vooral als hij alleen is. Het is voorge komen, dat meerijders den wagen niet meer dan tegen betaling wilden verla ten, zoodat er politie aan te pas moest komen om hen te verwijderen. Het is ook voorgekomen, dat chauffeurs door meerijders eenvoudig werden gemoles teerd en beroofd. Maar het komt tegen woordig óók meer en meer voor, zoo als de „Tel." onlangs signaleerde, dat Vrouwen langs de wegen met het meest onschuldige gezicht van de wereld zich als gewone „mederijdsters" voordoen, terwijl zij allerminst eerzame bedoelin gen blijken te hebben, wanneer zij een maal binnen zijn gelaten. Zoowel op de Gooische wegen als op de groote wegen °m en nabij Utrecht, Amersfoort, Arn hem en Ede treft men dit slag aan met een groeiende frequentie. Dit nieuwe Weggevaar heeft reeds zulke afmetin gen aangenomen, dat in verschillende gemeenten speciale politie-maatregelen moesten worden getroffen. Hoezeer Wij ook een voortdurend politioneel toe zicht op alle wegen, waar dit gevaar Wordt geconstateerd, zullen toejuichen, öp beste tegenmaatregel lijkt ons te ne llen door de autorijders en chauffeurs Zelf, n.l. geen wildvreemden, van welk soort dan ook, nog in hun wagen als hiederijdende toe te laten. Zoodra het gilde der mederijdenden geen kans bieer krijgt, is het spoedig met hun lief hebberij gedaan. De goeden en eerlijken 'hoeten dan wel met de kwaadwillenden hjden, maar daaraan valt nu eenmaal hiet te ontkomen. Ge MinVoer van ijunemanoscne Zaken heeft ter kennis van de burgemeesters doen brengen, ^at bij circulaire van 17 Augustus 1937 is me degedeeld, dat een bewijs van Nederlander schap voldoende werd geacht als legitimatie bewijs voor toelating in Zwitserland Teneinde hdsverstand en teleurstelling te voorkomen, ves tigt de Minister er de aandacht op, dat deze he- baling haar praktisch nut heeft verloren, daar dien voor doorreis door Frankrijk anders dan gedurende de wereldtentoonstelling te Pa- een geldig paspoort noodig heeft. Bij het r«izen door Duitschland wordt dat eveneens ge- ®techt. 13 "AKKERTJES" is tegenwoordig de inhoud van 'n koker van 12 stuivers. Uw voordeel ligt dus voor de hand. Neemt daarom een glazen buis "AKKERTJES" in voorraad, dan heeft U er één extra. Bovendien heeft U ze dan altijd in huis, bij nacht en ontij, als U wordt overvallen door een plotseling opkomende Pijn, Kou, Koorts of Griep 1 "AKKERTJES", worden machinaal verpakt in den glazen buis, geen menschenhand raakt ze aan, dus uiterst hygiënisch en zindelijk. Ze bederven niet. "AKKERTJES", recept van Apotheker Dumont, bevatten een bijzondere samenstelling van 4 geneeskrachtige stoffen, welke elkanders werking onderling onder- jt «aaan steunen en versterken. Ze verdrijven daardoor snel Til Hoofdpijnen, Migraine, Kiespijn, Rheumatische pijn, Spier- J pijnen, Zenuwpijnen, Lendenpijn, Kou, Griep en Koorts. B Verkrijgbaar bij apothekers en drogisten. Per doos van I 2 stuks - 2 stuivers. Een koker met glazen buis van 13 AKKERTJES Toen de koopvaardijvloot in de Spaansche vjateren en in de Middellandsche Zee ernstig door duikbooten werd bedreigd, liet de Britsche Leeuw op de conferentie van Nyon zijn klauwen zien, ten teeken, dat het ernst werd en de duikbootaanvallen hielden op. Toen Tsjeeho-Slowakije door geweld en oorlogsgevaar werd bedreigd, liet Engeland weten, dat het, in geval van een gewapend conflict, niet afzijdig zou blijven en het hielp direct. Heel de wereld vraagt zich af, waarom Cham berlain niet het Britsche machtswoord doet weerklinken inzake de bombardementen van Engelsche schepen in de Spaansche havens en wateren. De oppositie in het Hoogerhuis moge nog zoo te keer gaan, de Engelsche eerste mi nister blijft onverstoorbaar en antwoordt met uitgebreide colleges over het nut der niet-in- menging. En ondertusschen ondervinden de Engelsche schepen steeds meer overlast. In de laatste maand alleen zijn tien Engelsche schepen tot zinken gebracht en in de laatste drie maan den twee en dertig beschadigd. Chamberlain blijft onverstoorbaar. Hij verklaart nuchter, dat men tegenover dit alles machteloos staat, dat er niets aan te doen is, dat ieder middel er tegen erger is dan de kwaal en dat ieder actief optreden inmenging zou beteekenen, waarvan de gevolgen niet zijn te overzien. „Ik neem geen risico", zegt hij. Hij wil vredestichter zijn en blijven, ook ten koste van de grootste vernede ring, welke Brftttannlë, dat toch is het niet? de golven beheerscht, dag in dag uit worden aangedaan. Hij zet er zich zelf over heen, dat het onrecht, dat Engeland tot nu toe zoo lijdelijk over zijn kant laat gaan, gevaarlijke konsekwenties kan hebben, dat dit lijdelijk toe zien bij de onrechtmatige aanvallen op de neu trale scheepvaart een precedent zal kunnen scheppen dat voor Engeland ingeval van oorlog buitengewoon gevaarlijk kan worden. Cham berlain blijft onverstoorbaar en is zelfs optimist. „Wij gaan geen wijzigingen brengen", verklaarde hij gisteren in het Lagerhuis, „in onze politiek ten aanzien van Spanje. Wij gaan voort niet-inmengings-politiek te voeren, die op het oogenblik een betere kans schijnt te bieden tot een succes te worden dan wellicht op eenig voorafgaand oogenblik in haar ge schiedenis." De oppositie in het Lagerhuis is buiten gewoon ontevreden over deze houding van Chamberlain. Wel wenscht zij even eens de niet-inmengings-politiek voort te zet ten, maar niet zonder verweer. Maar hoe? De sanguinistische Lloyd George noemde dezer da gen de regeering een „troep oude vrijsters". Als hij thans premier was, dan zou hij bevel geven, alle vliegvelden van Franco te vernielen. Ge steld dat de Engelsche regeering zoo iets zou doen, dan zou het finaal uit zijn met de niet- inmenging. Attlee was wel te vinden voor dit middel, maar gaf ook een ander aan. Hij wees erop, dat het geen geheim was, dat de aanval len van de Balearen komen en wenschte, dat de Britsche vloot deze eilanden althans Ma jorca zou blokkeeren. Chamberlain bleef on verstoorbaar. Hij verwierp de aangegeven mid delen, die Engeland zouden brengen dicht bij een gevaarlijke scheidingslijn tusschen vrede en oorlog. De blokkade van Majorca zou de manier zijn om een nieuwen Europeeschen oor log te ontketenen. „Ik neem geen risico", her haalde de premier. Het eenige wat hij positief wilde doen was nog eens bij de autoriteiten te Burgos aan te vragen, welke verklaring zij kon den geven voor de aanvallen op de Britsche schepen. De Engelsche agent te Burgos had op dracht gekregen, zcodra hij antwoord had, naar Londen te komen, Dan zal de regeering met hem den toestand bestudeeren. Ten aanzien van wat er dan in de toekomst zal geschieden, moet het Lagerhuis geduld hebben. De oppositie be toonde luide haar ontevredenheid over den gang van zaken. De liberale afgevaardigde Sin clair sprak woedend over „zeeschuimerij" en wilde „als represaille een rechtsch oorlogsschip tot zinken brengen voor iederen aanval dien Franco onderneemt." Natuurlijk meende deze afgevaardigde dit niet woordelijk, maar deze uitlating teekent toch de stemming, die tot kookhitte stijgt bij de oppositie. Churchill ver klaarde met „pijnlijke gevoelens", dat hij ge loofde, dat geen andere groote mogendheid zich zulk een behandeling zou laten welgevallen, Ook de publieke tribune leefde hartstochtelijk mede. Er was geroep: „Chamberlain moedigt Franco aan Britsche zeelieden te vermoorden." Ook dit teekent de stemming. Chamberlain blijft onverstoorbaar. Voor het behoud van den vrede is dit on verstoorbaar standpunt van Chamberlain van doorslag gevende beteekènis. Men heeft wel geen groote verbeeldingskracht noo dig, om zich voor te stellen, dat het ook in Chamberlain's binnenste kookt. Hij is geen lafaard. Dat heeft hij bewezen, toen hij ten op zichte van Tsjeeho-Slowakije wèl risico nam. Maar waarom niet ten opzichte der Spaansche kwestie? De redenen daarvoor zijn zonder twij fel van politieken aard. De Britsche premier wil onder alle omstandigheden het accoord met Italië, dat voor het Britsche wereldimperium in verband met de Middellandsche Zee van zoo groot belang is, tot stand brengen. Een actie tegen de aanvallende vliegtuigen en derzelver bases zou bij Mussolini de allergrootste ont stemming wekken en ook de kwestie van het terugtrekken der vrijwilligers weer op het dcode punt brengen. Zooals van zelf spreekt is de oppositie met deze houding weinig ingenomen. Ook de oppositie wenscht geen oorlog, maar wenscht evenmin steeds geringeloord te wor den met het dreigement van Mussolini's moge lijke ontstemming. Het is hoogst vleiend vöor den Italiaanschen regeeringschef, dat Chamber lain hem zoo als kruidje-roer-me-niet behandelt ën hem als mimosa ontziet, maar het lijkt toch niet de juiste methode voor den premier van een wereldrijk om op deze wijze voortdurend te speculeeren op de Vredelievendheid der opposi tie en van het Engelsche publiek. De algemeene vereeniging voor de Griendcul- tuur in Nederland hield haar jaarvergadering te Utrecht, onder voorzitterschap van den heer A. de Goeij uit Montfoort. In zijn openingswoord zeide hij, dat in het af- geloopen jaar te hooge prijzen werden verkre gen, welke geen gezonden indruk gaven van den stand van zaken. Spr. noemde dit geen geluk kigen toestand en sprak de hoop uit, dat een normaler toestand met normale prijzen zou worden verkregen, waarbij een loonend bestaan niet onmogelijk zou blijken te zijn. Na verschillende aangelegenheden waren» be sproken, hield de voorziter een breedvoerig be toog over de ordeningsgedachte in de griend- cultuur. Spr. stelde daarbij het streven van de regeering in het licht om zooveel mogelijk de gedwongen maatregelen in de verschillende be drijven op te heffen. Dit zal evenwel zeer slechte gevolgen hebben voor de griendcultuur. Spr. achtte het noodza kelijk, dat in verband hiermede de verschillen de groepen zich organiseeren tot één geheel. Een zekere vrijheid is in ieder geval te pre- fereeren boven een stel overheidsmaatregelen. Spr. deelde mede, een en ander met den regee- ringscommissaris te hebben besproken, die ge negen is zijn medewerking te verleenen, wan neer alle groepen met elkaar zich in één li chaam vereenigend, accoord verklaren een drachtig samen te werken om te komen tot een gezonde zelfuitvoering. Een gezonde handel zon der eenige regeling is volgens spr. heden nog niet mogelijk. Spr. herinnerde in verband hier mede aan de hoepelexport. Met algemeene stemmen sprak de vergadering zich voor de ordening uit, waarbij het initiatief zal uitgaan van de vereeniging. (Van onzen specialen verslaggever) Heel anders dan van den man, is de taak der vrouw in de maatschappij. Al zijn er dan, die dit willen bestrij den op grond van sentimentsoverwegingen, zij hebben het nog niet kunnen ontkennen op grond van redelijke argumenten. Heel anders dan van den jongen moet de op voeding van het meisje zijn; anders ook haar voorbereiding tot het leven. Het werk van de meisjes in de kampen is anders dan van de jongens. De meisjes moeten worden voorbereid op haar toekomstige taak van huisvrouw en moeder. Er zijn thans vier kampen voor meisjes, twee in het bisdom Haarlem, onder Ifeiding van de Graal en wel te Haarlem en te Wassenaar; en twee in het bisdom Breda, een op het land goed Bouvigne en een in Oosterhout, welke laatste meer dienst doet als kort kamp; deze twee staan onder leiding van de K. J. V. Als men de K. J. V. noemt, denkt men aan Mgr. Frencken, den man, aan wien de eer toe komt begonnen te zijn met de moderne jeugd beweging. Hij heeft daarom het recht de ge schiedenis dezer beweging te verhalen en de plannen voor haar toekomst, zooals hij deze heeft verhaald op den eersten avond van onzen tocht langs de werkkampen, toen we moe en verreisd in Bouvigne aankwamen, doch waar Mgr. Frencken ons deze vermoeidheid deed vergeten, omdat hij sprak met dat Brabantsch enthousiasme, dat spontaan is en warm, en dat alle opgeschroefdheid mist. Bij het werk van de K. J. V. is de zorg voor de werklooze jeugd en de gewone jeugdbeweging niet goed uit elkaar te houden. Zij zijn zoo met elkaar verbonden, zij grijpen zoo in elkaar, dat zij een geheel vormen, en dat het een een uitvloeisel is van het andere. In het eerste is de gedachte vooral uitgegaan naar de armsten. Het fabrieksmeisje was gedisillusio- neerd door haar werk, dat niet geschikt was om haar voor te bereiden op haar toekomstige taak van huisvrouw. Daarom heeft men een proef genomen met de opleiding in het internaat Bouvigne. Men had de ervaring, dat het meisje het best reageerde op huishoudelijke dingen en daarom begon men met de opleiding tot dienstbode. De eerste groep, die kwam, gaf echter een negatief resultaat; het mislukte, omdat men heelemaal onderaan begonnen was en zoo een aantal asociale elementen bij deze groep kreeg. De volgende malen zorgde men er voor, dat men de meisjes koos uit een ander milieu en van toen af ging het beter. Men richtte Bouvigne in als lang kamp voor de meisjes, die opgeleid werden tot dienstbode, onder leiding der katholieken, terwijl men in Oosterhout een kort kamp heeft, waar men eenige selectie kon toepassen; niet echter in dien zin, dat men alleen de allerbesten uit kiest, maar zoo, dat men de slechte elementen kan weren, die een kamp zouden kunnen laten mislukken. De meisjes werden in Bouvigne opgeleid tot dienstbode, maar men mag dit niet beschouwen als doel. Het is meer een middel om het eigen lijke doel te bereiken; het voornaamste is de persoonlijkheidsvorming. In Bouvigne maakte het meisje de periode mee, waarin haar persoon lijkheid gevormd wordt zoodanig, dat de over gang van het leven door en op school naar het leven in de maatschappij voor haar geen plotselinge verandering meer beteekent. Het is het einde van de school en het begin van het leven, waar zij de eerste passen zet met be hulp van goede leiding; waar haar gewezen wordt op de gevaren niet alleen, doch ook op het schoone en het goede, dat het leven brengt, doch dat een gevaar kan zijn, als de meisjes er onkundig van zijn. Een van de voornaamste middelen behalve de godsdienstige voor deze persoonlijkheidsvorming is de opleiding tot dienstboden, de opleiding tot het huishou delijk werk. De ervaring is, dat de meisjes zich gaarne geven aan het huishoudelijk werk, liever dan aan het werk in de fabriek. Het is een vol komen verkeerde meening, dat de meisjes liever naar de fabriek zouden gaan, of dat zij daar meer zouden verdienen. Toch zal men niet geheel en al kunnen voor komen, dat meisjes gaan werken op andere wijze dan als dienstbode en hoewel dit minder wenschelijk is, kan men het niet zonder meer afkeuren. Nu is het bekend, dat de meisjes vaak, reeds vrij vlug, als ze naar de fabriek gaan bedorven worden. Daarom zou Mgr. Frencken zoo gaag zien, dat alle meisjes als zij van school komen eerst een tijd verblijven in een kamp en dan pas een werkkring aanne men. Als het zoover zou komen, dat de patroons geen meisjes meer aannemen, tenzij na' het doormaken van eei^ kamp, zou men niet meer zoo bevreesd behoeven te zijn voor de onschuld van het meisje. Dat zou daarenboven ook economisch zeer nuttig zijn, want als de meis jes een kamp hebben doorgemaakt, werken zij beter, omdat zij meer plichtsbetrachting heb ben. Zou deze wensch in vervulling gaan, dan is het wellicht noodig, dat er ook kampen komen met een andere opleiding, bijv. tot ateliersmeisje, of een kamp, waar een textiel school is gevestigd. Dat gaat veel verder dan werkloozenzorg: dit noemde Mgr. Frencken het bouwen aan een nieuwe toekomst, waarin het zoo kan zijn, dat een moeder niet meer bevreesd behoeft te zijn voor de reinheid van haar kind, zoodra dat kind in het volle leven wordt geplaatst. De moeilijkheid is thans nog, dat men in de kampen alleen meisjes kan aannemen van 16 jaar en ouder, terwijl de meeste meisjes reeds met haar 14e jaar van de school komen. Daarom zoekt men naar een middel om ook de meisjes tusschen 14 en 16 jaar te bereiken. In Maastricht is men reeds met een proef bezig, waar men tracht voor deze meisjes huishoudelijk werk te vinden en haar daarbij onder goede leiding houdt. Dit werk en deze zorg voor het meisje, dat ingeleid moet worden in het leven, strekt zich niet alleen uit tot de arbeiders, maar ook zij, die meer gestudeerd hebben en die meer intellectueele beroepen kiezen, zouden een der gelijke opleiding moeten doormaken. Binnen kort zal in Roosendaal een dergelijk kamp voor intellectueele meisjes worden geopend, die als zij deze voorbereiding hebben meegemaakt uitmuntend geschikt zullen zijn voor leidsters van de jeugdbeweging en voor sociaal werk, dat in deze maatschappij met haar grooten socialen nood nog zooveel te doen is. Wat de K. J. V. beoogt in Brabant, is het doel van de Graal in het Haarlemsche diocees. Hoe verschil lend deze beide jeugdbewegingen ook moge zijn van opzet en inslag; het doel van beide is hetzelfde. De jeugd, die in dezen tijd aan zoo zware aanvallen bloot staat, die zoo heftig getrokken wordt, omdat alles zich aandient en opdringt met een schoon en verleidelijk uiterlijk; deze jeugd moet behouden worden. Zij moet worden gered voor de maatschappij, opdat deze gezond en krachtig blijft; zij moet worden gered voor de kerk, opdat deze haar werk kan blijven vervullen en het godsrijk kan bren gen op aarde. Ook de Graal heeft zich het werklooze meisje aangetrokken en zij tracht het op te heffen en aan zich te binden door het voor te bereiden op de toekomst en door het werk te geven. In Huize Driekoningen heeft deze jeugd beweging een internaat voor meisjes geopend, waar zij onder leiding der Vrouwen van Nazareth huishoudonderwijs ontvangen. De meisjes vinden hier alles te doen wat in het gezin voorkomt. Hier evenals in Bouvigne wer ken zij onder leiding van bevoegde leeraressen; ook hier vormen zij een levensgemeenschap, waar zij een opleiding en persoonlijkheidsvor ming krijgen, die haar geschikt maken voor het verdere leven. Na het verlaten van het internaat blijft daarom ook het contact met de meisjes be staan. Bij de Graal gebeurt dat door het club systeem, waarin de meisjes ook een onderlingen band blijven bewaren. Daarnaast bestaat ook het contact door de rijksarbeidsbemiddelaarster. die rapporten uitbrengt, waarvan het afhangt of de meisjes al dan niet haar diploma krijgen. Een bezwaar, dat men vaak kan ervaren, tegen deze opleiding van de meisjes en het onderbrengen in een kamp, is, dat dit alles zoo weelderig is; dat de meisjes wennen aan een luxe, die zij nog niet kenden; dat zij groeien in een sfeer en in een mileu, dat niet het hare is, waardoor ziji vervreemden van haar eigen ouderlijk huis en van haar gewone omge ving. Dit bezwaar mist niet allen grond, want in het kamp zijn de meisjes gehuisvest in een omgeving en op een wijze, die zij thuis niet kenden. Maar dit behoeft toch niet verkeerd te zijn. De luxe en de weelde van het kamp be staat bijna uitsluitend uit het ruime, frissche en zonnige van de lokalen; met een aardige en prettige aankleeding van de kamers, die daarom echter nog niet duur behoeft te zijn Als de meisjes in het kamp wennen aan ruimte en frischheid, aan vroolijkheid en zonnigheid, aan netheid en orde, kan het zijn, dat zij thuis gebreken zien, die zij voorheen niet zagen. Maar daarnaast wordt dan de waarschijnlijk heid heel groot, dat zij later in eigen huis deze zelfde netheid en orde zullen betrachten, deze zelfde frischheid en zonnigheid zullen willen bereiken en haar huis op dezelfde wijze smaak vol en prettig zullen inrichten. Dit is een wel daad niet alleen voor het meisje zelf en haar toekomstig gezin, maar ook voor de heele ge meenschap. Het kan zijn, dat de meisjes zich in haar ouderlijke woning niet meer geheel en al thuis voelen, maar meestal zal het zoo zijn, dat zij ook daar meer blijheid kunnen brengen En daarbij nog: als de meisjes ontevreden zijn met bestaande misstanden, is dit toch geen verkeerde ontvredenheid. Het vervreemden van haar eigen thuis is niet noodig, maar al zou dit al eens gebeuren, dan is het nog verkeerd, als men deze meisjes, die over een tijd een eigen gezin gaan vormen, zou opofferen aan de afge stompte gewoonten van een ouder geslacht. Het doel immers is een toekomst te maken, waarin de kinderen gelukkiger, blijder zullen leven en met minder zorg dan de ouders, die de zware nooden van dezen tijd te verduren hebben gekregen, welhaast zonder voorberei ding; die door het leven voor vraagstukken zijn geplaatst, waarvan zij tevoren het bestaan niet hebben vermoed. Uiterlijk en innerlijk de meisjes meer geschikt maken voor het leven is het doel der jeugdbeweging; hiervoor moet zij breken met bepaalde gewoonten, hoe pijnlek dit ook moge zijn voor een ouder geslacht. Vandaag en morgen, Zaterdag, wordt te Al- meloo en Hengeloo (O.) de algemeene verga dering gehouden van de Ned. Maatschappij voor Nijverheid en Handel. Donderdagavond werden de deelnemers in de groote Sociëteit „Tot Nut 'en Vermaak" wel kom geheeten door den heer Wicker Jansen, fabrikant te Almeloo, die sprak namens de departementen Almeloo en Hengeloo. De voorzitter der Maatschappij, dr. ir. A. Plate, dankte voor deze ontvangst. Vervolgens was in de raadzaal een officieele ontvangst. Wij merkten hier o.m. op de colleges van B. en W. van Almeloo en Hengeloo (O). De burgemeester van eerstgenoemde gemeen te, mr. M. Sichterman, sprak namens beide ge meentebesturen het welkomstwoord en hield een uitvoerige uiteenzetting over den toestand in Twente. Spr. hoopte, dat deze dagen vruchtbaar en prettig zouden mogen verloopen en men steeds de leuze „Je Maintiendrai" zal handhaven. Nadat dr. ir. A. Plate den burgemeester ge antwoord had werd de thee rondgediend. Nadat vanmorgen allereerst eenige huishou delijke aangelegenheden behandeld waren, sprak de voorzitter, dr. ir. A. Plate een rede uit over het vraagstuk der ordening. Vervolgens kwam in behandeling het rapport betreffende de saneering van de binnenstad, uitgebracht door een door het hoofdbestuur ingestelde Commissie, bestaande uit de hëeren mr. J. Wilkens, mr. J. Dutilh en mr. J. Bierens de Haan. Mr. J. Wilkens hield als voorzitter der com missie een inleiding over dit rapport, waaruit we onlangs een en ander meedeelden. Jhr. M. J. I. de Jonge van Ellemeet, voor zitter van het Nederlandsch Instituut voor Volkshuisvesting maakte naar aanleiding van dit rapport eenige opmerkingen. Dr. T. P. v. d. Hooy, chef van den economi- schen voorlichtingsdienst van het departement van Economische Zaken hield daarna een in leiding over: bedrijfsleven en economische voorlichting in Nederland. De minister van Binnenlandsche Zaken heeft een schrijven gericht aan de gemeentebesturen betreffende de verzending der dienststukken. Nog steeds wordt, aldus schrijft de minister, van verschillende zijden de aandacht er op ge vestigd, dat van de bevoegdheid tot het verzen den van dienststukken, waarvan de kosten ten laste van het departement van Binnenlandsche Zaken komen, misbruik, althans ten onrechte gebruik, wordt gemaakt. Zooals aan de gemeentebesturen bekend is, zijn b.v. de bedrijven van deze bevoegdheid volledig uitgesloten. In dit verband dringt de minister bij de ge meentebesturen aan op een juiste naleving der voorschriften. :R ttALF ONS •■Wij lezen in „Ons Eigen Blad" het volgende: „De angst voor de duizend en één Zweet kamertjes, waar in de eerstvolgende maanden de pijnbank wordt geopend, bestond reeds heel lang vóórdat Beets in de Camera Obscura het Zweetkamertje beschreef. Zelfs de oude Egyp- tenaren, wier eerwaarde mummies wij in musea zien, hebben ook eenmaal in hun pre-mummie- tijd gebeefd, toen zij in de astrologie of in de wonderheelkunde proeven van bekwaamheid moesten afleggen tegenover ouderen. Het is met de examens als met veel andere instellingen, iedereen vindt ze als bewijs van be kwaamheid niet betrouwbaar, iedereen vertelt u, dat ze sloopend zijn voor de zenuwen, maar niemand weet een betere oplossing. Geheel be trouwbaar zijn ze inderdaad niet. Vondel zou wel „onvoldoende" gekregen hebben voor Ne derlandsch bij een eindexamen H.B.S. en Des cartes zou wel nooit toegelaten zijn tot een universiteit niet omdat de examinatoren zoo wreed of zoo kortzichtig zijn, maar omdat exa mens nu eenmaal ingericht zijn voor mid densoort hersens; zij eischen een gemiddel de hoeveelheid parate kennis en kunnen geen rekening houden met genieën, wier geestelijke golven hoogtepunten toonen die op examens niet van pas komen, maar daarnaast ook leege diep ten, die spoediger opgemerkt worden. De gemid delde examinator heeft nu eenmaal zelden te doen met jongelieden die op de vraag: „Wat weet u van dit of van dat?" hun ondervragers verstommen als Socrates met: „Eén ding weet ik, namelijk, dat ik niets weet!" of als de Kerk vader met: „Niets, dat ik niet nog beter hoop te leeren". Intusschen is het dus gelukkig zoo, dat nog altijd de gemiddeld begaafde, die behoorlijk ge werkt heeft, 99 pet. kans vindt om te slagen en dat men bij elke verandering van systeem moet oppassen om niet aan bepaald onbegaaf- den of luilakken gelegenheid te geven, zich met lauweren te tooien die dan geen werkelijke waarde hebben. Hoewel ons menschelijk gevoel niet hardvoch tig denkt over de angsten van den dag en de angstdroomen van den nacht, welke thans een honderd duizend jonge landgenooten kwellen, zoo moet dit ons toch niet er toe verleiden met hen het lot van den examinator te benijden, want de aldus benijde is niet de gek uit het spreekwoord, die de bekende tien vragen stelt, hij moet niet alleen vakkundige, maar ook psycholoog zijn. De examinator moet het moei lijke feit bestaan uit een zenuwachtig half over werkt jongmensch van een leeftijd, waar het leven nog geen zelfvertrouwen heeft geleerd op te sporen, wat hij weet en datgene, wat hij vanzelve er wel bij leeren zal. De ondervrager moet geen parti pris hebben tegen schijn-arro- gantie, noch te veel medelijden met tranen en zweetdruppelen; daarbij moet hij alle last en alle vreugde vergeten, die hem gedurende de leerjaren door een bepaalden examinandus zijn berokkend Eigenlijk moest er aan examinatoren óók weer een examen afgenomen worden, vóór zij op hun zware taak worden losgelaten. Want een geniaal of een veelwetend mensch kan een even slecht examinandus zijn. Het eenige bezwaar is: wie zal dat examen afnemen? Moeten deze examina toren in het quadraat ook niet weer eerst een examen afleggen en zoo ad infinitum? Dui zelend ontwijken wij de vraag. En tot troost verwijzen wij .de bevers en beef- sters naar het onsterfelijk proza van de Camera Obscura over wie al zoo vóór hen gebeefd hebben." De Nederlandsche Groenten- en FrUitcen- trale maakt bekend, dat zij voor goedgekeurde pootaardappelen, geteeld op een tuinbouwteelt vergunning, niet zijnde een teeltvergunning uit sluitend voor plantaardappelen, een minimum prijs wenscht te garandeeren tot 1 November 1938, welke nader zal worden bekend gemaakt. De verdere voorwaarden om hiervoor in aan merking te komen zullen te zijner tijd aan de veilingen bekend gemaakt worden, alwaar als dan tevens de opgave dient te geschieden. Dezer dagen hield de vereeniging van uitge vers van nieuwsbladen en tijdschriften de Ne- derlandsche Periodieke Pers, vertegenwoordi gende 700 vooraanstaande nieuwsbladen en tijd schriften, haar jaarvergadering te Utrecht. Voor de vergadering in het Jaarbeurs gebouw werd het gezelschap in de Sint Michaels kapel door het gemeentebestuur een ontvangst bereid, waarbij burgemeester Ter Pelkwijk een hartelijke welkomstrede hield De voorzitter der vereeniging, de heer A. J. G. Strengholt, 's middags de jaarvergadering openende, kon een optimistisch geluid doen hooren, zoowel over het afgelóopen vereehïgings- jaar als voor de toekomst. Een belangrijke toeneming van het ledental droeg ertoe bij, aldus spreker, dat de N P. P. thans gezegd kan worden te zijn een organisa tie, vertegenwoordigende de uitgevers van nieuwsbladen en tijdschriften in Nederland. Met voldoening constateerde spreker, dat de vereeniging ook het oor der overheid heeft. Na de jaarvergadering, welke onder leiding van den heer Strengholt een geanimeerd en vlot verloop had, werd het gezelschap door de V. V. V. te Utrecht tot een boottocht op de Vecht genoodigd, waarna een bezoek aan Loos- drecht, gevolgd door een diner te Hilversum dezen, mede dank zij het bij uitstek fraaie weer, geslaagden dag besloot.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 9