EXTRA
Chamberlain's standpunt en
de bombardementen
Zorg voor het werklooze meisje
i
O-BA Al f
AUTO-PARASIETEN
Uw VcKSidzef digi vooï
Vovï, f2 S&UAïetiJz
OVERWEGINGEN VAN
POLITIEK
OPLEIDINGSINTERNA TEN
Uit de Pers
Examentijd!
VRIJDAG 24 JUNI 1938
VOOR ZWITSERLAND EEN
AS NOODTG
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Het Britsche prestige
ORDENING IN DE GRIEND-
CULTUUR
Vrijheid geprefereerd boven
overheidsmaatregelen
De K.J.V. en de Graal bouwen
met haar werk aan een
nieuwe toekomst
Bouvigne en Wassenaar
NED.
MIJ. VOOR NIJVERHEID
EN HANDEL
Algemeene vergadering in Twente
Dienststukken van Gemeente
besturen
Dobbelmanr
OFFICIEELE CRISIS
PUBLICATIE
Garantieprijs goedgekeurde
pootaardappelen
NED. PERIODIEKE PERS
De toeneming van het auto-verkeer
heeft niet alleen een aanzienlijke
uitbreiding en verbetering van
het wegennet tengevolge gehad, maar
ook het aanvankelijk slechts sporadisch
voorkomend slag der auto-parasieten in
den letterlijken zin des woords uit den
wegrand doen opschieten. Wij doelen
met deze weinig vriendelijke benaming
op de steeds rijker gevarieerde en zich
vermenigvuldigende schare van wach
tende, soms bescheiden en beleefd groe
tende, maar soms ook met uitgestoken
arm misleidend brutaal tot stoppen som-
meerende individuen, die vooral bij de
uitgangen van de groote steden, bij weg
en spoorbaankruisingen, kortom bij
voorkeur op punten, waar vaartminde-
ren noodzakelijk is of aanbeveling ver
dient, zich opstellen in de hoop het hart
van den met een gedeeltelijk leegen wa
gen rijdenden automobilist te vermur
wen om gratis mee te mogen rijden.
Zoowel particuliere personenwagens als
vrachtwagens worden door deze klanten
gepraaid, al verkiezen zij ook de zachte
veering van een luxe-limousine boven
de ietwat stuggere van een vrachtauto.
In Amerika met zijn veel sneller en
grooter ontwikkeld autoverkeer en zijn
veel langere afstanden zijn de auto-pa
rasieten reeds sinds vele jaren zoo ge
heel ingeburgerd, dat men voor het vol
doen aan hun verlangen een speciale
uitdrukking heeft. De Amerikaan spreekt
n.L van „to give a lift", hetgeen betee-
kent: iemand toestaan een eind mede
te rijden. Dit goedgunstig laten meerij
den van onbekenden kan een nobel en
onschuldig werk van barmhartigheid
wezen, maar het kan ook buitengewoon
gevaarlijk zijn. In Amerika heeft men
reeds een rijke ervaring opgedaan op
dit gebied, een ervaring, die wij hier
te lande onzen auto-rijders liever zou
den willen besparen. En daarom mee-
nen wij goed te doen allen, die hetzij
voor hun genoegen, hetzij voor zaken,
hetzij beroepshalve veel autorijden, te
waarschuwen aan de hand van enkele
bedenkelijke verschijnselen, die er op
wijzen, dat het auto-parasitisme ook
hier te lande bepaald gevaarlijk dreigt
te worden.
In den beginne waren het nagenoeg
uitsluitend arme, maar eerlijke lie
den, die een bescheiden beroep op
het goede hart van den automobilist en
de ledige plaats in diens wagen langs
den weg waagden, maar allengs heeft
zich het gilde der autolustige wegkan-
ters uitgebreid tot allerlei ongure ele
menten en ook tot zekere categorieën
van zuinigen, die zich best de kosten
van een trein- of busreis kunnen ver-
oorloven, maar liever op een particu
lieren wagen en een gemoedelijken eige
naar speculeeren. Iedere autorijder, die
er toe besluit een wildvreemde in zijn
wagen mee te nemen, denke er wel aan
welk risico hij op zich neemt, ingeval hij
een ongeluk maakt, waarbij de mede
rijder wordt geblesseerd, verminkt of
gedood. De aansprakelijkheid kan zeer
groot worden, hoe groot wordt duide
lijk, indien men b.v. een kostwinnaar
van een groot gezin medevoert, een qua-
liteit, welke men niet in den man met
den hoed in de hand langs den weg op
het eerste gezicht kan ontdekken. Maar
afgezien van dit algemeen geldende ri
sico loopt de gemoedelijke chauffeur, die
iemand als het ware van den weg op
raapt, nog andere mogelijke gevaren,
vooral als hij alleen is. Het is voorge
komen, dat meerijders den wagen niet
meer dan tegen betaling wilden verla
ten, zoodat er politie aan te pas moest
komen om hen te verwijderen. Het is
ook voorgekomen, dat chauffeurs door
meerijders eenvoudig werden gemoles
teerd en beroofd. Maar het komt tegen
woordig óók meer en meer voor, zoo
als de „Tel." onlangs signaleerde, dat
Vrouwen langs de wegen met het meest
onschuldige gezicht van de wereld zich
als gewone „mederijdsters" voordoen,
terwijl zij allerminst eerzame bedoelin
gen blijken te hebben, wanneer zij een
maal binnen zijn gelaten. Zoowel op de
Gooische wegen als op de groote wegen
°m en nabij Utrecht, Amersfoort, Arn
hem en Ede treft men dit slag aan met
een groeiende frequentie. Dit nieuwe
Weggevaar heeft reeds zulke afmetin
gen aangenomen, dat in verschillende
gemeenten speciale politie-maatregelen
moesten worden getroffen. Hoezeer
Wij ook een voortdurend politioneel toe
zicht op alle wegen, waar dit gevaar
Wordt geconstateerd, zullen toejuichen,
öp beste tegenmaatregel lijkt ons te ne
llen door de autorijders en chauffeurs
Zelf, n.l. geen wildvreemden, van welk
soort dan ook, nog in hun wagen als
hiederijdende toe te laten. Zoodra het
gilde der mederijdenden geen kans
bieer krijgt, is het spoedig met hun lief
hebberij gedaan. De goeden en eerlijken
'hoeten dan wel met de kwaadwillenden
hjden, maar daaraan valt nu eenmaal
hiet te ontkomen.
Ge MinVoer van ijunemanoscne Zaken heeft
ter kennis van de burgemeesters doen brengen,
^at bij circulaire van 17 Augustus 1937 is me
degedeeld, dat een bewijs van Nederlander
schap voldoende werd geacht als legitimatie
bewijs voor toelating in Zwitserland Teneinde
hdsverstand en teleurstelling te voorkomen, ves
tigt de Minister er de aandacht op, dat deze he-
baling haar praktisch nut heeft verloren, daar
dien voor doorreis door Frankrijk anders
dan gedurende de wereldtentoonstelling te Pa-
een geldig paspoort noodig heeft. Bij het
r«izen door Duitschland wordt dat eveneens ge-
®techt.
13 "AKKERTJES" is tegenwoordig de inhoud van 'n koker van
12 stuivers. Uw voordeel ligt dus voor de hand. Neemt
daarom een glazen buis "AKKERTJES" in voorraad, dan
heeft U er één extra. Bovendien heeft U ze dan altijd
in huis, bij nacht en ontij, als U wordt overvallen door
een plotseling opkomende Pijn, Kou, Koorts of Griep 1
"AKKERTJES", worden machinaal verpakt in den
glazen buis, geen menschenhand raakt ze aan, dus
uiterst hygiënisch en zindelijk. Ze bederven niet.
"AKKERTJES", recept van Apotheker Dumont, bevatten
een bijzondere samenstelling van 4 geneeskrachtige
stoffen, welke elkanders werking onderling onder-
jt «aaan steunen en versterken. Ze verdrijven daardoor snel
Til Hoofdpijnen, Migraine, Kiespijn, Rheumatische pijn, Spier-
J pijnen, Zenuwpijnen, Lendenpijn, Kou, Griep en Koorts.
B Verkrijgbaar bij apothekers en drogisten. Per doos van
I 2 stuks - 2 stuivers. Een koker met glazen buis van 13
AKKERTJES
Toen de koopvaardijvloot in de Spaansche
vjateren en in de Middellandsche Zee
ernstig door duikbooten werd bedreigd,
liet de Britsche Leeuw op de conferentie van
Nyon zijn klauwen zien, ten teeken, dat het
ernst werd en de duikbootaanvallen hielden
op. Toen Tsjeeho-Slowakije door geweld en
oorlogsgevaar werd bedreigd, liet Engeland
weten, dat het, in geval van een gewapend conflict,
niet afzijdig zou blijven en het hielp direct.
Heel de wereld vraagt zich af, waarom Cham
berlain niet het Britsche machtswoord doet
weerklinken inzake de bombardementen van
Engelsche schepen in de Spaansche havens en
wateren. De oppositie in het Hoogerhuis moge
nog zoo te keer gaan, de Engelsche eerste mi
nister blijft onverstoorbaar en antwoordt met
uitgebreide colleges over het nut der niet-in-
menging. En ondertusschen ondervinden de
Engelsche schepen steeds meer overlast. In de
laatste maand alleen zijn tien Engelsche schepen
tot zinken gebracht en in de laatste drie maan
den twee en dertig beschadigd. Chamberlain
blijft onverstoorbaar. Hij verklaart nuchter, dat
men tegenover dit alles machteloos staat, dat
er niets aan te doen is, dat ieder middel er
tegen erger is dan de kwaal en dat ieder actief
optreden inmenging zou beteekenen, waarvan de
gevolgen niet zijn te overzien. „Ik neem geen
risico", zegt hij. Hij wil vredestichter zijn en
blijven, ook ten koste van de grootste vernede
ring, welke Brftttannlë, dat toch is het
niet? de golven beheerscht, dag in dag uit
worden aangedaan. Hij zet er zich zelf over
heen, dat het onrecht, dat Engeland tot nu toe
zoo lijdelijk over zijn kant laat gaan, gevaarlijke
konsekwenties kan hebben, dat dit lijdelijk toe
zien bij de onrechtmatige aanvallen op de neu
trale scheepvaart een precedent zal kunnen
scheppen dat voor Engeland ingeval van oorlog
buitengewoon gevaarlijk kan worden. Cham
berlain blijft onverstoorbaar en is zelfs
optimist. „Wij gaan geen wijzigingen brengen",
verklaarde hij gisteren in het Lagerhuis, „in
onze politiek ten aanzien van Spanje. Wij gaan
voort niet-inmengings-politiek te voeren, die
op het oogenblik een betere kans schijnt te
bieden tot een succes te worden dan wellicht
op eenig voorafgaand oogenblik in haar ge
schiedenis."
De oppositie in het Lagerhuis is buiten
gewoon ontevreden over deze houding
van Chamberlain. Wel wenscht zij even
eens de niet-inmengings-politiek voort te zet
ten, maar niet zonder verweer. Maar hoe? De
sanguinistische Lloyd George noemde dezer da
gen de regeering een „troep oude vrijsters". Als
hij thans premier was, dan zou hij bevel geven,
alle vliegvelden van Franco te vernielen. Ge
steld dat de Engelsche regeering zoo iets zou
doen, dan zou het finaal uit zijn met de niet-
inmenging. Attlee was wel te vinden voor dit
middel, maar gaf ook een ander aan. Hij wees
erop, dat het geen geheim was, dat de aanval
len van de Balearen komen en wenschte, dat
de Britsche vloot deze eilanden althans Ma
jorca zou blokkeeren. Chamberlain bleef on
verstoorbaar. Hij verwierp de aangegeven mid
delen, die Engeland zouden brengen dicht bij
een gevaarlijke scheidingslijn tusschen vrede
en oorlog. De blokkade van Majorca zou de
manier zijn om een nieuwen Europeeschen oor
log te ontketenen. „Ik neem geen risico", her
haalde de premier. Het eenige wat hij positief
wilde doen was nog eens bij de autoriteiten te
Burgos aan te vragen, welke verklaring zij kon
den geven voor de aanvallen op de Britsche
schepen. De Engelsche agent te Burgos had op
dracht gekregen, zcodra hij antwoord had, naar
Londen te komen, Dan zal de regeering met
hem den toestand bestudeeren. Ten aanzien van
wat er dan in de toekomst zal geschieden, moet
het Lagerhuis geduld hebben. De oppositie be
toonde luide haar ontevredenheid over den
gang van zaken. De liberale afgevaardigde Sin
clair sprak woedend over „zeeschuimerij" en
wilde „als represaille een rechtsch oorlogsschip
tot zinken brengen voor iederen aanval dien
Franco onderneemt." Natuurlijk meende deze
afgevaardigde dit niet woordelijk, maar deze
uitlating teekent toch de stemming, die tot
kookhitte stijgt bij de oppositie. Churchill ver
klaarde met „pijnlijke gevoelens", dat hij ge
loofde, dat geen andere groote mogendheid zich
zulk een behandeling zou laten welgevallen,
Ook de publieke tribune leefde hartstochtelijk
mede. Er was geroep: „Chamberlain moedigt
Franco aan Britsche zeelieden te vermoorden."
Ook dit teekent de stemming. Chamberlain
blijft onverstoorbaar.
Voor het behoud van den vrede is dit on
verstoorbaar standpunt van Chamberlain
van doorslag gevende beteekènis. Men
heeft wel geen groote verbeeldingskracht noo
dig, om zich voor te stellen, dat het ook in
Chamberlain's binnenste kookt. Hij is geen
lafaard. Dat heeft hij bewezen, toen hij ten op
zichte van Tsjeeho-Slowakije wèl risico nam.
Maar waarom niet ten opzichte der Spaansche
kwestie? De redenen daarvoor zijn zonder twij
fel van politieken aard. De Britsche premier
wil onder alle omstandigheden het accoord met
Italië, dat voor het Britsche wereldimperium in
verband met de Middellandsche Zee van zoo
groot belang is, tot stand brengen. Een actie
tegen de aanvallende vliegtuigen en derzelver
bases zou bij Mussolini de allergrootste ont
stemming wekken en ook de kwestie van het
terugtrekken der vrijwilligers weer op het dcode
punt brengen. Zooals van zelf spreekt is de
oppositie met deze houding weinig ingenomen.
Ook de oppositie wenscht geen oorlog, maar
wenscht evenmin steeds geringeloord te wor
den met het dreigement van Mussolini's moge
lijke ontstemming. Het is hoogst vleiend vöor
den Italiaanschen regeeringschef, dat Chamber
lain hem zoo als kruidje-roer-me-niet behandelt
ën hem als mimosa ontziet, maar het lijkt toch
niet de juiste methode voor den premier van
een wereldrijk om op deze wijze voortdurend te
speculeeren op de Vredelievendheid der opposi
tie en van het Engelsche publiek.
De algemeene vereeniging voor de Griendcul-
tuur in Nederland hield haar jaarvergadering
te Utrecht, onder voorzitterschap van den heer
A. de Goeij uit Montfoort.
In zijn openingswoord zeide hij, dat in het af-
geloopen jaar te hooge prijzen werden verkre
gen, welke geen gezonden indruk gaven van den
stand van zaken. Spr. noemde dit geen geluk
kigen toestand en sprak de hoop uit, dat een
normaler toestand met normale prijzen zou
worden verkregen, waarbij een loonend bestaan
niet onmogelijk zou blijken te zijn.
Na verschillende aangelegenheden waren» be
sproken, hield de voorziter een breedvoerig be
toog over de ordeningsgedachte in de griend-
cultuur. Spr. stelde daarbij het streven van de
regeering in het licht om zooveel mogelijk de
gedwongen maatregelen in de verschillende be
drijven op te heffen.
Dit zal evenwel zeer slechte gevolgen hebben
voor de griendcultuur. Spr. achtte het noodza
kelijk, dat in verband hiermede de verschillen
de groepen zich organiseeren tot één geheel.
Een zekere vrijheid is in ieder geval te pre-
fereeren boven een stel overheidsmaatregelen.
Spr. deelde mede, een en ander met den regee-
ringscommissaris te hebben besproken, die ge
negen is zijn medewerking te verleenen, wan
neer alle groepen met elkaar zich in één li
chaam vereenigend, accoord verklaren een
drachtig samen te werken om te komen tot een
gezonde zelfuitvoering. Een gezonde handel zon
der eenige regeling is volgens spr. heden nog
niet mogelijk. Spr. herinnerde in verband hier
mede aan de hoepelexport.
Met algemeene stemmen sprak de vergadering
zich voor de ordening uit, waarbij het initiatief
zal uitgaan van de vereeniging.
(Van onzen specialen verslaggever)
Heel anders dan van den man, is de
taak der vrouw in de maatschappij.
Al zijn er dan, die dit willen bestrij
den op grond van sentimentsoverwegingen,
zij hebben het nog niet kunnen ontkennen
op grond van redelijke argumenten. Heel
anders dan van den jongen moet de op
voeding van het meisje zijn; anders ook
haar voorbereiding tot het leven. Het werk
van de meisjes in de kampen is anders dan
van de jongens. De meisjes moeten worden
voorbereid op haar toekomstige taak van
huisvrouw en moeder.
Er zijn thans vier kampen voor meisjes, twee
in het bisdom Haarlem, onder Ifeiding van
de Graal en wel te Haarlem en te Wassenaar;
en twee in het bisdom Breda, een op het land
goed Bouvigne en een in Oosterhout, welke
laatste meer dienst doet als kort kamp; deze
twee staan onder leiding van de K. J. V.
Als men de K. J. V. noemt, denkt men aan
Mgr. Frencken, den man, aan wien de eer toe
komt begonnen te zijn met de moderne jeugd
beweging. Hij heeft daarom het recht de ge
schiedenis dezer beweging te verhalen en de
plannen voor haar toekomst, zooals hij deze
heeft verhaald op den eersten avond van onzen
tocht langs de werkkampen, toen we moe en
verreisd in Bouvigne aankwamen, doch waar
Mgr. Frencken ons deze vermoeidheid deed
vergeten, omdat hij sprak met dat Brabantsch
enthousiasme, dat spontaan is en warm, en dat
alle opgeschroefdheid mist.
Bij het werk van de K. J. V. is de zorg voor
de werklooze jeugd en de gewone jeugdbeweging
niet goed uit elkaar te houden. Zij zijn zoo
met elkaar verbonden, zij grijpen zoo in elkaar,
dat zij een geheel vormen, en dat het een
een uitvloeisel is van het andere. In het
eerste is de gedachte vooral uitgegaan naar de
armsten. Het fabrieksmeisje was gedisillusio-
neerd door haar werk, dat niet geschikt was om
haar voor te bereiden op haar toekomstige taak
van huisvrouw. Daarom heeft men een proef
genomen met de opleiding in het internaat
Bouvigne. Men had de ervaring, dat het meisje
het best reageerde op huishoudelijke dingen
en daarom begon men met de opleiding tot
dienstbode. De eerste groep, die kwam, gaf
echter een negatief resultaat; het mislukte,
omdat men heelemaal onderaan begonnen was
en zoo een aantal asociale elementen bij deze
groep kreeg. De volgende malen zorgde men er
voor, dat men de meisjes koos uit een ander
milieu en van toen af ging het beter. Men
richtte Bouvigne in als lang kamp voor de
meisjes, die opgeleid werden tot dienstbode,
onder leiding der katholieken, terwijl men in
Oosterhout een kort kamp heeft, waar men
eenige selectie kon toepassen; niet echter
in dien zin, dat men alleen de allerbesten uit
kiest, maar zoo, dat men de slechte elementen
kan weren, die een kamp zouden kunnen laten
mislukken.
De meisjes werden in Bouvigne opgeleid tot
dienstbode, maar men mag dit niet beschouwen
als doel. Het is meer een middel om het eigen
lijke doel te bereiken; het voornaamste is de
persoonlijkheidsvorming. In Bouvigne maakte het
meisje de periode mee, waarin haar persoon
lijkheid gevormd wordt zoodanig, dat de over
gang van het leven door en op school naar
het leven in de maatschappij voor haar geen
plotselinge verandering meer beteekent. Het is
het einde van de school en het begin van het
leven, waar zij de eerste passen zet met be
hulp van goede leiding; waar haar gewezen
wordt op de gevaren niet alleen, doch ook op
het schoone en het goede, dat het leven brengt,
doch dat een gevaar kan zijn, als de meisjes er
onkundig van zijn. Een van de voornaamste
middelen behalve de godsdienstige voor
deze persoonlijkheidsvorming is de opleiding
tot dienstboden, de opleiding tot het huishou
delijk werk.
De ervaring is, dat de meisjes zich gaarne
geven aan het huishoudelijk werk, liever dan
aan het werk in de fabriek. Het is een vol
komen verkeerde meening, dat de meisjes liever
naar de fabriek zouden gaan, of dat zij daar
meer zouden verdienen.
Toch zal men niet geheel en al kunnen voor
komen, dat meisjes gaan werken op andere
wijze dan als dienstbode en hoewel dit minder
wenschelijk is, kan men het niet zonder meer
afkeuren. Nu is het bekend, dat de meisjes
vaak, reeds vrij vlug, als ze naar de fabriek
gaan bedorven worden. Daarom zou Mgr.
Frencken zoo gaag zien, dat alle meisjes als
zij van school komen eerst een tijd verblijven
in een kamp en dan pas een werkkring aanne
men. Als het zoover zou komen, dat de patroons
geen meisjes meer aannemen, tenzij na' het
doormaken van eei^ kamp, zou men niet meer
zoo bevreesd behoeven te zijn voor de onschuld
van het meisje. Dat zou daarenboven ook
economisch zeer nuttig zijn, want als de meis
jes een kamp hebben doorgemaakt, werken zij
beter, omdat zij meer plichtsbetrachting heb
ben. Zou deze wensch in vervulling gaan, dan
is het wellicht noodig, dat er ook kampen
komen met een andere opleiding, bijv. tot
ateliersmeisje, of een kamp, waar een textiel
school is gevestigd.
Dat gaat veel verder dan werkloozenzorg:
dit noemde Mgr. Frencken het bouwen aan
een nieuwe toekomst, waarin het zoo kan
zijn, dat een moeder niet meer bevreesd
behoeft te zijn voor de reinheid van haar
kind, zoodra dat kind in het volle leven
wordt geplaatst.
De moeilijkheid is thans nog, dat men in
de kampen alleen meisjes kan aannemen
van 16 jaar en ouder, terwijl de meeste
meisjes reeds met haar 14e jaar van de
school komen. Daarom zoekt men naar een
middel om ook de meisjes tusschen 14 en
16 jaar te bereiken. In Maastricht is men
reeds met een proef bezig, waar men tracht
voor deze meisjes huishoudelijk werk te
vinden en haar daarbij onder goede leiding
houdt.
Dit werk en deze zorg voor het meisje, dat
ingeleid moet worden in het leven, strekt zich
niet alleen uit tot de arbeiders, maar ook zij,
die meer gestudeerd hebben en die meer
intellectueele beroepen kiezen, zouden een der
gelijke opleiding moeten doormaken. Binnen
kort zal in Roosendaal een dergelijk kamp voor
intellectueele meisjes worden geopend, die als
zij deze voorbereiding hebben meegemaakt
uitmuntend geschikt zullen zijn voor leidsters
van de jeugdbeweging en voor sociaal werk,
dat in deze maatschappij met haar grooten
socialen nood nog zooveel te doen is.
Wat de K. J. V. beoogt in Brabant,
is het doel van de Graal in het
Haarlemsche diocees. Hoe verschil
lend deze beide jeugdbewegingen ook moge
zijn van opzet en inslag; het doel van
beide is hetzelfde. De jeugd, die in dezen
tijd aan zoo zware aanvallen bloot staat,
die zoo heftig getrokken wordt, omdat alles
zich aandient en opdringt met een schoon
en verleidelijk uiterlijk; deze jeugd moet
behouden worden. Zij moet worden gered
voor de maatschappij, opdat deze gezond en
krachtig blijft; zij moet worden gered
voor de kerk, opdat deze haar werk kan
blijven vervullen en het godsrijk kan bren
gen op aarde.
Ook de Graal heeft zich het werklooze
meisje aangetrokken en zij tracht het op te
heffen en aan zich te binden door het voor te
bereiden op de toekomst en door het werk te
geven. In Huize Driekoningen heeft deze jeugd
beweging een internaat voor meisjes geopend,
waar zij onder leiding der Vrouwen van
Nazareth huishoudonderwijs ontvangen. De
meisjes vinden hier alles te doen wat in het
gezin voorkomt. Hier evenals in Bouvigne wer
ken zij onder leiding van bevoegde leeraressen;
ook hier vormen zij een levensgemeenschap,
waar zij een opleiding en persoonlijkheidsvor
ming krijgen, die haar geschikt maken voor
het verdere leven.
Na het verlaten van het internaat blijft
daarom ook het contact met de meisjes be
staan. Bij de Graal gebeurt dat door het club
systeem, waarin de meisjes ook een onderlingen
band blijven bewaren. Daarnaast bestaat ook
het contact door de rijksarbeidsbemiddelaarster.
die rapporten uitbrengt, waarvan het afhangt
of de meisjes al dan niet haar diploma krijgen.
Een bezwaar, dat men vaak kan ervaren,
tegen deze opleiding van de meisjes en
het onderbrengen in een kamp, is, dat dit
alles zoo weelderig is; dat de meisjes wennen
aan een luxe, die zij nog niet kenden; dat zij
groeien in een sfeer en in een mileu, dat niet
het hare is, waardoor ziji vervreemden van haar
eigen ouderlijk huis en van haar gewone omge
ving. Dit bezwaar mist niet allen grond, want in
het kamp zijn de meisjes gehuisvest in een
omgeving en op een wijze, die zij thuis niet
kenden. Maar dit behoeft toch niet verkeerd te
zijn. De luxe en de weelde van het kamp be
staat bijna uitsluitend uit het ruime, frissche
en zonnige van de lokalen; met een aardige
en prettige aankleeding van de kamers, die
daarom echter nog niet duur behoeft te zijn
Als de meisjes in het kamp wennen aan ruimte
en frischheid, aan vroolijkheid en zonnigheid,
aan netheid en orde, kan het zijn, dat zij thuis
gebreken zien, die zij voorheen niet zagen.
Maar daarnaast wordt dan de waarschijnlijk
heid heel groot, dat zij later in eigen huis deze
zelfde netheid en orde zullen betrachten, deze
zelfde frischheid en zonnigheid zullen willen
bereiken en haar huis op dezelfde wijze smaak
vol en prettig zullen inrichten. Dit is een wel
daad niet alleen voor het meisje zelf en haar
toekomstig gezin, maar ook voor de heele ge
meenschap. Het kan zijn, dat de meisjes zich
in haar ouderlijke woning niet meer geheel en
al thuis voelen, maar meestal zal het zoo zijn,
dat zij ook daar meer blijheid kunnen brengen
En daarbij nog: als de meisjes ontevreden zijn
met bestaande misstanden, is dit toch geen
verkeerde ontvredenheid. Het vervreemden van
haar eigen thuis is niet noodig, maar al zou dit
al eens gebeuren, dan is het nog verkeerd, als
men deze meisjes, die over een tijd een eigen
gezin gaan vormen, zou opofferen aan de afge
stompte gewoonten van een ouder geslacht.
Het doel immers is een toekomst te maken,
waarin de kinderen gelukkiger, blijder zullen
leven en met minder zorg dan de ouders, die
de zware nooden van dezen tijd te verduren
hebben gekregen, welhaast zonder voorberei
ding; die door het leven voor vraagstukken
zijn geplaatst, waarvan zij tevoren het bestaan
niet hebben vermoed. Uiterlijk en innerlijk de
meisjes meer geschikt maken voor het leven
is het doel der jeugdbeweging; hiervoor moet
zij breken met bepaalde gewoonten, hoe pijnlek
dit ook moge zijn voor een ouder geslacht.
Vandaag en morgen, Zaterdag, wordt te Al-
meloo en Hengeloo (O.) de algemeene verga
dering gehouden van de Ned. Maatschappij
voor Nijverheid en Handel.
Donderdagavond werden de deelnemers in
de groote Sociëteit „Tot Nut 'en Vermaak" wel
kom geheeten door den heer Wicker Jansen,
fabrikant te Almeloo, die sprak namens de
departementen Almeloo en Hengeloo.
De voorzitter der Maatschappij, dr. ir. A.
Plate, dankte voor deze ontvangst.
Vervolgens was in de raadzaal een officieele
ontvangst. Wij merkten hier o.m. op de colleges
van B. en W. van Almeloo en Hengeloo (O).
De burgemeester van eerstgenoemde gemeen
te, mr. M. Sichterman, sprak namens beide ge
meentebesturen het welkomstwoord en hield een
uitvoerige uiteenzetting over den toestand in
Twente.
Spr. hoopte, dat deze dagen vruchtbaar en
prettig zouden mogen verloopen en men steeds
de leuze „Je Maintiendrai" zal handhaven.
Nadat dr. ir. A. Plate den burgemeester ge
antwoord had werd de thee rondgediend.
Nadat vanmorgen allereerst eenige huishou
delijke aangelegenheden behandeld waren,
sprak de voorzitter, dr. ir. A. Plate een rede
uit over het vraagstuk der ordening.
Vervolgens kwam in behandeling het rapport
betreffende de saneering van de binnenstad,
uitgebracht door een door het hoofdbestuur
ingestelde Commissie, bestaande uit de hëeren
mr. J. Wilkens, mr. J. Dutilh en mr. J. Bierens
de Haan.
Mr. J. Wilkens hield als voorzitter der com
missie een inleiding over dit rapport, waaruit
we onlangs een en ander meedeelden.
Jhr. M. J. I. de Jonge van Ellemeet, voor
zitter van het Nederlandsch Instituut voor
Volkshuisvesting maakte naar aanleiding van
dit rapport eenige opmerkingen.
Dr. T. P. v. d. Hooy, chef van den economi-
schen voorlichtingsdienst van het departement
van Economische Zaken hield daarna een in
leiding over: bedrijfsleven en economische
voorlichting in Nederland.
De minister van Binnenlandsche Zaken heeft
een schrijven gericht aan de gemeentebesturen
betreffende de verzending der dienststukken.
Nog steeds wordt, aldus schrijft de minister,
van verschillende zijden de aandacht er op ge
vestigd, dat van de bevoegdheid tot het verzen
den van dienststukken, waarvan de kosten ten
laste van het departement van Binnenlandsche
Zaken komen, misbruik, althans ten onrechte
gebruik, wordt gemaakt.
Zooals aan de gemeentebesturen bekend is, zijn
b.v. de bedrijven van deze bevoegdheid volledig
uitgesloten.
In dit verband dringt de minister bij de ge
meentebesturen aan op een juiste naleving der
voorschriften.
:R ttALF ONS
•■Wij lezen in „Ons Eigen Blad" het volgende:
„De angst voor de duizend en één Zweet
kamertjes, waar in de eerstvolgende maanden
de pijnbank wordt geopend, bestond reeds heel
lang vóórdat Beets in de Camera Obscura het
Zweetkamertje beschreef. Zelfs de oude Egyp-
tenaren, wier eerwaarde mummies wij in musea
zien, hebben ook eenmaal in hun pre-mummie-
tijd gebeefd, toen zij in de astrologie of in de
wonderheelkunde proeven van bekwaamheid
moesten afleggen tegenover ouderen.
Het is met de examens als met veel andere
instellingen, iedereen vindt ze als bewijs van be
kwaamheid niet betrouwbaar, iedereen vertelt
u, dat ze sloopend zijn voor de zenuwen, maar
niemand weet een betere oplossing. Geheel be
trouwbaar zijn ze inderdaad niet. Vondel zou
wel „onvoldoende" gekregen hebben voor Ne
derlandsch bij een eindexamen H.B.S. en Des
cartes zou wel nooit toegelaten zijn tot een
universiteit niet omdat de examinatoren zoo
wreed of zoo kortzichtig zijn, maar omdat exa
mens nu eenmaal ingericht zijn voor mid
densoort hersens; zij eischen een gemiddel
de hoeveelheid parate kennis en kunnen geen
rekening houden met genieën, wier geestelijke
golven hoogtepunten toonen die op examens niet
van pas komen, maar daarnaast ook leege diep
ten, die spoediger opgemerkt worden. De gemid
delde examinator heeft nu eenmaal zelden te
doen met jongelieden die op de vraag: „Wat
weet u van dit of van dat?" hun ondervragers
verstommen als Socrates met: „Eén ding weet
ik, namelijk, dat ik niets weet!" of als de Kerk
vader met: „Niets, dat ik niet nog beter hoop
te leeren".
Intusschen is het dus gelukkig zoo, dat nog
altijd de gemiddeld begaafde, die behoorlijk ge
werkt heeft, 99 pet. kans vindt om te slagen
en dat men bij elke verandering van systeem
moet oppassen om niet aan bepaald onbegaaf-
den of luilakken gelegenheid te geven, zich met
lauweren te tooien die dan geen werkelijke
waarde hebben.
Hoewel ons menschelijk gevoel niet hardvoch
tig denkt over de angsten van den dag en de
angstdroomen van den nacht, welke thans een
honderd duizend jonge landgenooten kwellen,
zoo moet dit ons toch niet er toe verleiden met
hen het lot van den examinator te benijden,
want de aldus benijde is niet de gek uit het
spreekwoord, die de bekende tien vragen stelt,
hij moet niet alleen vakkundige, maar ook
psycholoog zijn. De examinator moet het moei
lijke feit bestaan uit een zenuwachtig half over
werkt jongmensch van een leeftijd, waar het
leven nog geen zelfvertrouwen heeft geleerd
op te sporen, wat hij weet en datgene, wat hij
vanzelve er wel bij leeren zal. De ondervrager
moet geen parti pris hebben tegen schijn-arro-
gantie, noch te veel medelijden met tranen en
zweetdruppelen; daarbij moet hij alle last en
alle vreugde vergeten, die hem gedurende de
leerjaren door een bepaalden examinandus zijn
berokkend
Eigenlijk moest er aan examinatoren óók weer
een examen afgenomen worden, vóór zij op hun
zware taak worden losgelaten. Want een geniaal
of een veelwetend mensch kan een even slecht
examinandus zijn. Het eenige bezwaar is: wie zal
dat examen afnemen? Moeten deze examina
toren in het quadraat ook niet weer eerst een
examen afleggen en zoo ad infinitum? Dui
zelend ontwijken wij de vraag.
En tot troost verwijzen wij .de bevers en beef-
sters naar het onsterfelijk proza van de Camera
Obscura over wie al zoo vóór hen gebeefd
hebben."
De Nederlandsche Groenten- en FrUitcen-
trale maakt bekend, dat zij voor goedgekeurde
pootaardappelen, geteeld op een tuinbouwteelt
vergunning, niet zijnde een teeltvergunning uit
sluitend voor plantaardappelen, een minimum
prijs wenscht te garandeeren tot 1 November
1938, welke nader zal worden bekend gemaakt.
De verdere voorwaarden om hiervoor in aan
merking te komen zullen te zijner tijd aan de
veilingen bekend gemaakt worden, alwaar als
dan tevens de opgave dient te geschieden.
Dezer dagen hield de vereeniging van uitge
vers van nieuwsbladen en tijdschriften de Ne-
derlandsche Periodieke Pers, vertegenwoordi
gende 700 vooraanstaande nieuwsbladen en tijd
schriften, haar jaarvergadering te Utrecht.
Voor de vergadering in het Jaarbeurs
gebouw werd het gezelschap in de Sint Michaels
kapel door het gemeentebestuur een ontvangst
bereid, waarbij burgemeester Ter Pelkwijk een
hartelijke welkomstrede hield
De voorzitter der vereeniging, de heer A. J.
G. Strengholt, 's middags de jaarvergadering
openende, kon een optimistisch geluid doen
hooren, zoowel over het afgelóopen vereehïgings-
jaar als voor de toekomst.
Een belangrijke toeneming van het ledental
droeg ertoe bij, aldus spreker, dat de N P. P.
thans gezegd kan worden te zijn een organisa
tie, vertegenwoordigende de uitgevers van
nieuwsbladen en tijdschriften in Nederland.
Met voldoening constateerde spreker, dat de
vereeniging ook het oor der overheid heeft.
Na de jaarvergadering, welke onder leiding
van den heer Strengholt een geanimeerd en
vlot verloop had, werd het gezelschap door de
V. V. V. te Utrecht tot een boottocht op de
Vecht genoodigd, waarna een bezoek aan Loos-
drecht, gevolgd door een diner te Hilversum
dezen, mede dank zij het bij uitstek fraaie weer,
geslaagden dag besloot.