Strijd in en om Palestina Uitvoering landbouwcrisis maatregelen D DE TERREUR DUURT VOORT Zus is „geslaagd" UITEENZETTING VAN MR. DR. A. A. VAN RHIJN Kerkelijk leven DINSDAG 5 JULI 1938 BUITENLANDSCH OVERZICHT Pan-Arabïë en Empire- politiek Jeugdig biljartwonder geëxploiteerd Vader en de impresario staan terecht wegens overtreding der Arbeidswet Totaal geen last gehad van d'r „zenuwljes". Pa's raad: neem'n "AKKERTJE" was toch maar best geweest! Stadhuisbouw in de residentie Het ontwerp-Luthmann door den Raad aanvaard VAN 18 METER HOOGTE NEERGESTORT Arbeider zeer ernstig gewond TREKKING VAN LOTISICO De dure aardappelen Afschaffing monopolie-heffing zou geen verandering heb ben gebracht Om de dooie dood niet Een kostelijke openluchtvertooning Maandagavond op de Markt te Delft De naaste toekomst zal wellicht opnieuw offers eischen ten bate van den landbouw Decentralisatie in voor bereiding TORENBEKRONING VOOR LEIDSCH STADHUIS Gesmeed koperwerk van de Utrechtsche edelsmeden J. en L. Brom NOG 32 OUD-ZOUAVEN IN LEVEN Vergadering Algemeene Ned. Zouavenbond HET NIEUWE SCHOOLSCHIP WEGGESLEEPT SLOOPERS OP SCHOKLAND PATER J. SCHEER O.F.M. OVERLEDEN In Palestina schijnt geen plaats voor half' heid of compromissen. In dit kleine land zullen maar weinigen gevonden worden wier leven niet gevuld wordt door een vurig geloof of een grooten hartstocht. De Christenen, die zich zooveel opofferingen getroost en zooveel bloed geofferd hebben voor dit Heilige Land, bewaken er met groote zorg en liefde de plaatsen, die getuige geweest zijn van het grootste drama aller tijden. De JOodsche Zionisten droomen er van een geheel Joodschen staat, die twintig eeuwen ge schiedenis uit zou wisschen. De Mohammeda nen, de Arabieren, klampen zich koppig vast aan het land, waarvan zij den eigendom voor zich alleen opeischen en waaruit sinds den roemrij ken tijd van Kalief Omar geen enkele macht hen kon verdrijven. En naast deze idealen en hartstochten staat het belang van het Brit- sche Empire, dat hier een van zijn vele pied- è.-terres gevonden heeft, waaraan het te meer hecht, nu andere steunpunten in de gevoelige Middellandsche Zee hun waarde voor een deel hebben verloren. Te midden van dezen strijd van hartstoch ten en belangen is het de taak van den Brit- schen Hoogen Commissaris den vrede te be waren. Het scherpste gevaar voor het En-gelsche be wind komt van de zijde der Arabieren. Dezen zouden, als zij er maar de kans toe kregen, niets liever doen dan dezen bewaker van den vrede uit het land te verdrijven. Zij kunnen het den Engelschen niet vergeven dat zij de Joden hebben geholpen. De Arabier stond de Engelschen bij in hun strijd tegen de Turken, omdat zij daarvan vrijheid verwachtten. In plaats daarvan, zoo oordeelt de Arabier, itwam de Engelschman terug met een mandaat in de ééne hand en het Zionisme in de andere. Het is niet noodig uit te weiden over de grie ven van de Arabieren tegen het Zionisme. Zij liggen voor de hand. Uitbreiding van de Jood- sche immigratie in Palestina beteekent een evenredige verdrijving binnen korteren of lan- geren tijd van het Arabische volksdeel. Op den duur is er voor beiden in dit betrekkelijk kleine land geen plaats. Sinds de bloedige onlusten van Apri', 1936 wordt onder leiding van den Moefti van Jeru salem een onbedwingbare" terreur uitgeoefend van de zijde der Arabische extremisten. Groote benden trekken door het land en brandschatten en dooden de bewoners. Het Arabische verzet, dat zich oorspronkelijk richtte tegen de Jood- sche immigratie, heeft thans ook meer speciaal ten doel de Eritsche regeering ertoe te brengen, af te zien van haar plan sedert een jaar als oplossing van de Palestijnsche problemen voor gesteld Palestina in een JOodschen en een Arabischen staat te verdeelen. De regeerir.g zet niettemin haar plan door en een commissie is naar Palestina gekomen met het doel het ver- deelingsplan, opgesteld door de commissie Peel. nader uit te werken. Zij zal zich wel niet door intimidaties en bedreigingen van Arabische zij de van haar opzet laten afbrengen. Intusschen is sinds de aankomst van deze commissie in Palestina de terreur weer opge leefd. Ondanks het zeer strenge verbod op den invoer van wapens iedere Arabier, op wien wapens gevonden worden, kan met den dood gestraft worden weten de terroristen zich steeds van nieuwe wapenen te voorzien. Het is vooral Syrië, dat deze Arabische beweging steunt. Daarheen ook nam de Moefti, toen hem in Palestina de grond te heet onder de voeten werd, de wijk en onttrok zich zoo- aan een ar restatie. Van daaruit beraamt hij nu nieuwe intriges tegen het Engelsche bestuur en leidt hij de campagnes der Syrische benden, die ge regeld de grens oversteken om hun Arabische volksgenooten in Palestina bij te staan en te helpen. De Fransche Regeering, die een mandaat Over Syrië heeft, kan hier weinig tegen doen. Zij zelf heeft haar handen vol, o.a. met de moeilijkheden over den Sands jak Alexandrette; een ingrijpen van haar kant zou er toe kun nen leiden, de politieke spanning in haar eigen mandaatsgebied te verscherpen. Hoe belangrijk het Britsche bewind in Palestina echter de on dersteuning acht, die de Arabieren uit Syrië ontvangen, blijkt wel hieruit, dat het besloten heeft langs de geheele Noordgrens een prikkel draadversperring aan te leggen. De laatste dagen is de wrijving tusschen Jo den en Arabieren het sterkst tot uiting geko- J men tusschen Jaffa en Tel Aviv, d.w.z. tusschen de oude Arabische stad en het nieuwe moderne centrum, dat de Joden dicht ten Noorden daarvan in de woestijn hebben gebouwd, en dat met den aan het boek Ezechiël ontleenden naam van „lente-heuvel" hoewel er tot ver in den om trek geen heuvel valt te ontdekken in ruim dertig jaren tijds tot de grootste stad van Pa lestina is geworden. Aan de grens van Tel Aviv nu hebben zich heftige onlusten voorgedaan. Bom-aanslagen ivaren aan de orde van den dag; zoowel Joden als Arabieren werden getroffen. Er heerscht thans dezelfde spanning als in April 1936. De Veroordeeling en executie van een Joodschen Jongeman, Selomoh Ben Jozef, die te Akka Is opgehangen, omdat hij op een autobus had ge schoten. heeft de gemoederen nog meer verhit. Het was de eerste maal dat een Jood door de Britsche regeering werd terechtgesteld. Een stroom van protesten uit heel de wereld bereik te de regeering en menige ruit van Britsche consulaten beeft het moeten ontgelden. Te Tel Aviv hielden de Joden voor het stadhuis een hfotestbetooging, waarbij de politie moest in grijpen en verscheidene Joden ernstig gewond Verden. Voor het eerst sinds de troebelen van 1936 werd een beperkte staat van beleg afge kondigd, Intusschen blijft de Britsche regeering blijkbear vastbesloten de deeling van Palestina te doen dcolrgaan. Zal dit een volledige oplossing geven en de rust in deze streken doen terugkeeren? Wij gelooven het niet. Er zijn echter reeds zoovee! plannen besproken en zooveel andere oplossin gen gezocht, die alle ondeugdelijk bleken, dat tenslotte alleen nog deze oplossing (hoewel verre van ideaal) eenige kans op slagen schijnt te bieden. Alle andere stuiten af op den eisch der Arabieren, dat de immigratie van Joden in het onverdeelde Palestina wordt stop gezet en gestabiliseerd op het aantal, dat zich thans daar bevindt. Hiermede kunnen de Joden zich natuurlijk niet vereenigen, daar dit een prijsgeven zou beteekenen van het doel van het Zionisme: Palestina te maken tot het vaderland van de Joden. Bij de huidige Jodenvervolging in een deel van Europa is de behoefte aan immigratie in Palestina heden juist bijzonder groot. Zoo blijft het deelingsplan alleen nog over als oplossing van dit zoo ingewikkelde probleem. Het is vooral de krachtige hulp van Engeland die het Zionisme ondersteunt. Daarbij gaan, als zoo dikwijls, idealisme en imperiaal belang hand in hand. Engeland ziet in de Joodsche vostiging een gunstig middel om zijn positie in het oosten der Middellandsche Zee te con- solideeren. Tegelijkertijd echter en dat is één der in wendige problemen van het Empire blijft Engeland vasthouden aan zijn pan-Arabische politiek. Zijn streven blijft het de Emirs en Koningen, die heerschen van Yemen tot Bag dad, samen te brengen. De Arabier zou hier een gezegde der Britsch-Indiërs kunnen her halen: „De Hindoe eet geen koeien, de Mo hammedaan eet geen zwijnen, de Engelschman eet ze alle twee." Voor het kantongerecht te 's-Hertogenbosch hebben zich wegens overtreding van de Ar beidswet te verantwoorden gehad H. C. de R. en L. V., resp. vader en impresario van het z.g. Waalwijksche biljartwonder Keesje de Ruiter. Aan den impresario was ten laste gelegd, dat hij den 13-jarigen jongen 5 Februari van dit jaar te Vught arbeid heeft doen verrich ten, door hem op een biljart te laten spelen. Aan den vader was ten laste gelegd, dat hij niet gezorgd had, dat zijn dertienjarige zoon dien dag geen arbeid verrichtte. Als getuige in deze zaak werd gehoord de controleur van de Arbeidswet, J .M. Thorn, uit Den Bosch. Deze zette uiteen, dat de biljartséances, door Keesje de Ruiter -gegeven, wel degelijk onder de Arbeidswet vallen. Immers, men heeft hier te doen met een onderneming tot exploitatie van een kind teneinde geld te ver dienen. De ambtenaar van het O. M. vroeg aan de beide verdachten: „Is het exploiteeren van dat kind nu afgeloopen? Dat kind wordt gewoon afgebeuld. Men heeft mij van zeer bevoegde zijde verteld, dat het een echte zenuwknobbel is geworden." De vader protesteerde heftig tegen de uit lating van den ambtenaar van 'het O. M. en zeide: „Ik heb de biljartséances van mijn zoon altijd beschouwd als sport en niet als arbeid". De heer Thorn merkte op, dat men hier meer te doen heeft met arbeid dan met sport en Keesje de Ruiter geeft ook les in kunst- stooten en wordt daarvoor betaald. Reeds meermalen heeft de Arbeidsinspectie den va der gewaarschuwd, zijn zoontje niet langer te doen optreden. Hij heeft daaraan echter geen gehoor gegeven, doch liet integendeel zijn kind optreden en verbond aan de séances zelfs een loterij, zonder toestemming daarvoor te hebben van den burgemeester van de plaats waar Keesje speelde. Voorgegeven werd, dat deze loterij werd gehouden tot stichting van een studiebeurs voor den jongen, doch het geld is in de zakken van de twee verdachten terecht gekomen. Nog werd vastgesteld, dat de séances meermalen tot middernacht duur den en den volgenden morgen moest Keesje weer op tijd op school zijn. De ambtenaar van het O. M. achtte bewe zen, dat zoowel de vader als de impresario zich aan overtreuing van de Arbeidswet neb ben schuldig gemaakt. Hij eischte tegen ieder van hen een geldboete van f 50 subs 50 dagen hechtenis en hij vroeg aan den kantonrechter schriftelijk vonnis te wijzen in deze zaak. Over acht dagen zal de kantonrechter zulks doen. Het 60-jarig bestaan van de St. Gregorius-vereeniging in Nederland. Burgemeester Ter Pelkwijk van Utrecht spreekt het bestuur der jubileerende vereeniging op de receptie toe. Van links naar rechts burgemeester Ter Pelkwijk, rector Vullings, deken Van de Wiel, dr. Vroom, pastoor V an Genk en pastoor Charles de Meulder De gemeenteraad van 's Gravenhage heeft Maandag na langdurige gedachtenwisseling het voorstel van B. en W. inzake den stadhuisbouw (plan-Luthmann) met 29 tegen 12 stemmen aan genomen. Het eerste geschenk voor het nieuwe raadhuis is reeds binnengekomen. Dr. Hendrik P. M. Muller, Harer Majesteits gezant ter beschikking, heeft medegedeeld aan de gemeente Den Haag te schenken een borstbeeld van H. M. de Ko ningin, afkomstig uit de nalatenschap van wijlen Toon Dupuis. Maandagmiddag is te Tiel een ernstig onge luk gebeurd. De 30-jarige M. Smulders uit Til burg, in dienst bij de firma Mertens en Jansen, verrichtte werkzaamheden aan het Gerechts gebouw, alhier. Toen hij aan den rechtervleugel van het gebouw op een hoogte van 18 M. werk te, verloor hij plotseling zijn evenwicht met het gevolg dat hij naar beneden stortte en op het graspark, dat rondom het gebouw is ge legen terecht kwam. Eenige leden van de E.H.B.O., in het gebouw werkzaam, snelden toe en verleenden de eerste hulp. Ook de heer Dr. J. G. ter Braak was spoedig ter plaatse en gelastte overbrenging naar het St. Andreasziekenhuis. Bq onderzoek bleek dat het slachtoffer een gecompliceerde bovenbeenbreuk, hersenschudding en vele in wendige kneuzingen had bekomen. Wederom heeft Lotisico in het gebouw „De Vereeniging" te Den Haag haar eigen trekking gehouden onder leiding en toezicht van notaris mr. H. A. Broers. De 100.000 viel dezen keer op no. 7224, terwijl aan den houder van no. 18684 de 50.000 ten deel viel. De volgende trekking is bepaald op 7 No vember. 15 September zal het veertig jaar ge leden zijn, dat Lotisico haar bedrijf in Neder land begon. Op de dezer dagen gehouden persconfe rentie nopens de uitvoering der landbouw crisismaatregelen werd door velen de vraag gesteld, waarom bij de hooge aardappel prijzen de monopolieheffing nog is gehand haafd. Hierop werd geantwoord, dat de aardappelprijzen de geheele maand Juni hoog zijn geweest, waarvoor verschillende oorzaken zijn te noemen, o.a. dat de voor raad oude aardappelen gering was, dat de oogst van nieuwe aardappelen vrij laat was en klein; dat door export de markt nog werd opgevoerd, en voorts, dat de import deze moeilijkheid niet kon overbruggen. De geringe voorraad oude aardappelen was niet door den handel voorzien, anders zou deze vroeger de noodige hoeveelheden hebben inge slagen. Onder de oorzaken, die daartoe hebben bij gedragen, kan zeker genoemd worden het feit, dat de oogstverwachting omtrent de nieuwe aardappelen niet in vervulling is gegaan. Het mooie voorjaarsweer beloofde een vroegen oogst, die zich zeer gunstig liet aanzien. Door de bij zonder strenge nachtvorsten in Mei vroor een gedeelte der vroege aardappelen echter af, waar door zij in hun ontwikkeling zijn blijven steken, de oogst verlaat werd en het beschot van alle eerst uitgeplante aardappelen, die begin Juni worden geoogst, klein is gebleven. Hierdoor bleven de eerste dagelijksche aan voeren beneden normaal, doch desondanks zou den de prijzen hier vrij spoedig gezakt zijn, in dien niet in België een nog veel grooter gebrek aan aardappelen heerschte dan in ons land. België was tot voor kort aan onze markt tot prijzen van 14 en zelfs hooger en kocht hier in een groote week meer dan 2 millioen kg. aard appelen. Ook naar Engeland (waar een invoerrecht van 4.— per 100 kg. in Juni geldt) vond en vindt nog export plaats. Het is duidelijk, dat onder dergelijke omstandigheden ook de import geen uitkomst kon brengen. Daarbij komt, dat importeurs, die Malta-aard appelen in koop hadden, waarvoor zij in ons land een prijs van 16.— konden bedingen, niet hebben geïmporteerd, maar deze aardappelen naar andere landen hebben verkocht, waar de prijzen nog hooger waren. Verlaging of afschaffing der heffing zou dus geen beteekenenden invloed op de prij zen gehad hebben, doch zou alleen tot resul taat hebben gehad, dat de importeurs nog grootere winsten zouden hebben gemaakt Dat neemt niet weg, dat het laten vallen van de ƒ3.— heffing wel degelijk is over wogen, doch de conclusies was, dat een lagere heffing de positie op de aardappelmarkt in Nederland niet zou hebben veranderd. Nooit heb ik een lustrumspel zóó naar vele kanten zien slagen als Jan Engelmans fijnzinnige humor „Om de dooie dood niet" of „Jan Klaassen komt naar huis", Maan dagavond op de Markt te Delft opgevoerd. Want dat was een spel dat de menigte pakte en boeide, dat den geletterden toeschouwer bevredigde door geest en diepen zin, dat bovendien de breede massa nastond door de potsenmakerijen van Jan Klaassen en de oolijke wijze waarop Paul Storm de regisseur zoowel het poppenkastspel "van levende men- schen als de belevenissen van Jan Klaassen in de gewone maatschappij, tot een koste lijke eenheid deed worden met tafereelen die soms elk voor zich 'n storm van applaus wekten. Tien uur 's avonds begon het spel op de Markt, want eerst moest de duisternis zijn neer gedaald over de feestende stad om met de mo derne lichttechniek naar believen gedeelten in het licht of in het donker te kunnen zetten. Wat beoogde het spel? De dichter antwoordde zelf daarop: „den deelnemer aan de lustrumvie ring en den braven burger een divertissement te verschaffen, niet topzwaar van bedoelingen, niet verloopend in attracties, alleen, maar Neder- landsch van atmosfeer en stijl". Het eenige wat ik tegen de reusachtige pop penkast in 't midden en het kermisgedoe rondom had, dat ze juist de Nederlandsche atmosfeer in de schildering van Lambert Simon miste. Maar zoodra het spel in gang was, zorgde het spel zelf van Engelman er wel voor dat volop het Nederlandsch van atmosfeer en van stijl verkregen werd. En zoo kregen we op de Markt „den grooten vaderlandschen positivist, den uit- deeler en ontvanger van reëele klappen, den klassieken waaghals, die toch altijd weer op zijn onmaatschappelijke voetjes terecht komt." We kijken allereerst naar en in de poppen kast, die in 't midden tegen den toren stond opgesteld en waarin de tientallen groote men- schenfiguren tot houterige poppen werden die ons deden smullen aan de historie der begra fenis van een dooien boer, welke tot groote ontstentenis van de kraaien aan het deksel van zijn doodkist begint te kloppen en weer levend wordt. De dood van Potlood bemoeit zich met het geval en zoo staat Jan van aangezicht tot aangezicht tegenover dezen vertegenwoordiger der eeuwigheid. Paul Storm heeft dezen dood als een reusachtige pop ontworpen, die ver buiten de poppenkast in de hoogte steekt. Me neer de Dood zal aan het ongebonden leventje van den zatlap een einde maken, maar op Jans geweeklaag permitteert Pierlala zich een gril en stuurt Jan de werkelijke wereld in, met de bedoeling als kat en muis met hem te spelen. Een dominee en een diende^ gaan mee. (Om deze doodonschuldige dichtergrap bij een pop penkast voor groote menschen heeft zich alreeds rumoer doen hooren: nadat Zondag j.l. in en kele protestantsche kerken te Delft 'n afkeuring was uitgesproken over het spel en ds. Zandt (Staatk. Geref.) aan B. en W. vragen heeft ge steld over het spel, heeft thans ook de Kerke- raad der Ned. Hervorm. Gemeente te Delft een protest tegen den inhoud laten hooren. Wie het spel zelf heeft bijgewoond zal niets van dit protest begrepen hebben!). Wat doet Jan Klaassen in de wereld? „Niets anders dan wat de menschen er doen: n.l. de zeven hoofdzonden bedrijven. Engelman heeft dit grappig en humoristisch maar fijnzinnig en zonder eenige aanstootelijkheid verzinnebeeld. Paul Storm deed de tafereelen van Jan met dril- soldaten die hij door zijn tooverfluit tot wal sende gelukkige menschen omtoovert; voorts van Jan in het cachot, Jan op de beurs, Jan bij Carnavalpret enz. enz. worden tot schilderach tige verbeeldingen die het oog vast hielden en den geest vermaakten. Eindelijk zal Jan Klaas sen door zijn luiheid ten gronde gaan. En zwaar gewond hij doet ten minste „alsof" wordt hij weer in de poppenkast gedragen waar hij de bruiloft komt verstoren van zijn aan den kroegbaas verkwanselde Katrijn. Als de Dood hem dan werkelijk komt opeischen en hem voor doet hoe hij z'n hoofd in den strop moet steken haalt Jan gauw zelf het koord aan ende Dood zelf bengelt in de lucht. Dreigde even dit slot door de lengte van den Dood die scheef moest gaan liggen, op een fiasco uit te loopen, té succesvoller werd het werkelijke einde toen de Dood door het touw de lucht werd ingetrok ken, uit de poppenkast den toren langs omhoog! Zoo speelde de oude toren evenals destijds bij het „Torenspel" ook nu weer mede in het lustrum spel. Even over twaalf was het spel geëindigd dat zonder onderbreking werd gespeeld en een groot succes werd voor spelenden en ontwerpers. Misschien had men de vertooning soms wat Hol- landscher van atmosfeer gewenscht, maar ze was prachtig van poppenkarakteristiek, fijn van humor, dichterlijk van geest, boeiend óók door uiterlijk schoon en kostelijk van jolijt. L. v. d. B. nederigste arbeid wordt van eeuwige waarde, mits hij metzuivere intentie wordt verricht. I.n verband met de zich voortdurend wij zigende economische omstandigheden, die haar invloed uitoefenen op de landbouw- crisispolitiek, heeft de minister van Econo mische Zaken een persconferentie belegd, welke stond onder leiding van mr. dr. A. A. van Rhijn, voorzitter van het college van regeéringscomtnissarissen en waaraan voorts dit geheele college deelnam. In zijn ope ningswoord herinnerde mr. dr. Van Rhijn eraan, dat gedurende de laatste jaren de problemen van de landbouwcrisispolitiek een geheel ander aspect hebben verkregen, waarbij vooral drie onderwerpen de aan dacht verdienen; en wel de opgaande con junctuur in de periode 1936-1937, de neer gaande conjunctuur in de daarop volgende periode 19371938 en ten derde datgene dat men zou kunnen noemen de decentralisatie van de uitvoering der landbouwcrisismaat regelen. De periode 19361—1937 heeft niets gekenmerkt dan een betere conjunctuur in den landbouw. De richtprijzen bestaan uit twee factoren: wereldprijs en toeslag. Waar de wereldprijzen stegen, konden allerlei steunmaatregelen wor den ingekrompen of zelfs afgeschaft. In den akkerbouw vervielen de steunmaatregelen voor schokkererwten, bruine boonen en vlas. De denaturatietoeslag respectievelijk dorschtoeslag ad f 3.50 op rogge en gerst kon eveneens worden opgeheven. De monopolieheffing op de granen werd van f 2.op f 1.teruggebracht. De V.I.T.A.-prijs der tarwe werd verlaagd van f 15.70 tot f 14.70. In de veehouderij konden de teeltbeperkingen worden verruimd: die van de kalveren met 7 pCt., die van de biggen met 6'A pCt. en die van de kippen met 10 pCt. De verbeterde clearingpositie met Duitschlanö wekte de verwachting, dat de steun aan den tuinbouw met twee millioen gulden zou kunnen worden verminderd. Daar de uitgaven van het Landbouw-Crisisfonds inkrompen, konden tal van heffingen worden afgeschaft of verlaagd. Het gezamenlijke bedrag der verlaging bedroeg in deze periode niet minder dan bijna f 50 mil lioen. Het aantal crisis-ambtenaren verminder de in den loop der jaren eveneens geleidelijk. Van een maximum van ongeveer 6500 personen liep dit getal terug tot ongeveer 3700 personen. Het scheen alsof de liquidatie der crisismaat regelen krachtig zou kunnen worden voortgezet. In deze verwachting heeft het jaar 1937/38 een belangrijken keer gebracht. De prijsstijgin gen kwamen tot staan en maakten zelfs plaats voor aanzienlijke prijsdalingen. De wereldprijs van tarwe daalde van f 10.32 tot f 6.97, die van rogge van f 9.65 tot f 5,60, die van suiker van f 6.50 tot f 4.75 en die van vlas van 77 ets. tot 61 ets. Ook in de prijzen van de producten der veehouderij was een wijziging ten ongunste waar te nemen. De boterprijs daalde van f 1.13 op ongeveer 80 ets., de prijs der vette varkens van 64 ets. tot 49 ets. Alleen de prijzen van eieren en rundvee hielden zich redelijk goed. De tuin bouw heeft het weer buitengewoon moeilijk, mede door de verslechterde clearingpositie met Duitschland. Verschillende heffingen moesten weer worden verhoogd. De monopolieheffing op granen werd van f 1.op f 1.50 gebracht, evenwel zonder dat de roggeprijs er voldoende door werd gesteund. De zetmeelheffing werd met f 1.verhoogd. Als voorzorgsmaatregel werd weder tot inventarisatie van het vlas over gegaan. Zoo zijn de vooruitzichten voor den land bouw niet rooskleurig. Uiteraard zal de re geering den landbouw niet in den steek laten. Ons volk heeft zich er daarom re kenschap van te geven, aldus verklaarde mr. dr. A. van Rhijn, dat in de naaste toe komst wellicht opnieuw offers voor de in standhouding van het Nederlandsche land bouwbedrijf zullen moeten worden gebracht. Algemeen werd destijds gedacht, dat de land bouwcrisismaatregelen slechts korten tijd zou den gelden. Nu die periode veel langer duurt, meent de regeering, dat deze maatregelen beter door den landbouw zelf ter hand genomen kunnen worden. De bezwaren der huidige re geling zijn op den duur, dat zij vooreerst te jnbtelijk is, vervolgens te centralistisch en ten slotte te verstarrend voor het bedrijf. Het over nemen der landbouwcrisismaatregelen door de belanghebbenden zal hierin verbetering bren gen. Er is dus geen sprake van, dat de regee ring de verantwoordelijkheid voor de huidige regeling ontvlucht. De overname wordt geacht te zijn in het waarachtig belang van de toe komst van het geheele Nederlandsche landbouw bedrijf. Dit is de eenige drijfveer. Intusschen kan niet worden ontkend, dat èn de regeering èn de landbouworganisaties bij de overname een groot aantal vraagstukken moeten bezien en beslissen. De voorzitter noemde eenige proble men, zooals: of de landbouw op bepaalde richt prijzen moet kunnen blijven rekenen en zoo ja, hoe hoog deze moeten zijn; in welken vorm financieele steun moet worden toegekend zoo lang deze noodig is; hoe het zal gaan met de teeltbeperkfngen; welke de samenstelling en de bevoegdheid der nieuwe organisatie zal zijn, e.d. Voorts zal erop moeten worden gelet, dat de belangen van handel en industrie voldoende tot hun recht komen. Op verzoek van den minister voeren het college van regeeringscommissaris- sen en de landbouworganisaties omtrent de overname overleg, ten einde hun meening in een rapport aan den minister toe te lichten. Hoewel bij deze besprekingen nog meerdere moeilijkheden zijn te overwinnen, kon mr. dr. Van Rhijn de verwachting uitspreken, dat overeenstemming zal worden verkregen. Een voorname factor is hierbij ook, dat de belangen van de consumenten worden behar tigd; dat er dus voor gewaakt wordt, dat de prijzen der landbouwproducten niet te hoog worden, en de eerste levensbehoeften niet te duur worden. Het zal dus noodig blijven, ook na de overname der landbouwcrisismaatregelen, dat de regeering toezicht blijft uitoefenen. Dit toezicht heeft men zich gedacht in den vorm van een veto-recht, dat aan de regeering wordt toegekend. Hiervoor zal men de beschikking moeten houden over een klein ambtelijk appa raat, dat in een sfeer van vertrouwen zal moe ten kunnen werken. Een vertrouwensman van den minister zal het contact vormen tusschen de regeering en de landbouworganisaties. Als dit contact goed is, zal het recht van veto een sterk preventieve werking uitoefenen. Wanneer de landbouworganisaties een bepaalden maat regel willen treffen, waarvan de regeering ech ter vindt, dat deze tegen het algemeen belang is, zal zij deze kunnen tegenhouden. Indien de vertrouwensman der regeering bij de bespreking over een zoodanigen maatregel aanwezig is, en de bezwaren kenbaar maakt, zal de landbouw organisatie haar standpunt zoodanig verande ren, dat de in te voeren maatregel niet meer tegen het algemeen belang ingaat Het algemeen belang eischt, dat de landbouw producten een zoodanigen prijs bereiken, dat de productiekosten kunnen worden gedekt. Dit is trouwens de geheele strekking van de crisis maatregelen; zij vormen alleen een compensa tie tegen de te groote prijsinzinkfngen, die wel- is-waar in het eerste begin voordeelen kunnen opleveren voor de consumenten, maar op den duur nadeelig zijn voor het geheele volk, om dat de landbouw van Nederland daardoor ont wricht zou worden. Daarom mogen van het ge heele volk offers worden gevraagd, mits deze binnen redelijke grenzen blijven en mits er een goede verhouding blijft bestaan tusschen de al gemeen geldende loonnormen en de kosten voor het levensonderhoud. Wanneer de uitvoering der landbouwcrisismaatregelen fn handen der or ganisaties komt, zal dat dan ook een punt zijn, dat zeer veel aandacht verdient. De Utrechtsche edelsmeden Jan Eloy Brom en Leo Brom ontvingen dezer dagen opdracht tot uitvoering der rijk bewerkte gesmeed koperen bekroning van den toren van het nieuwe, on der architectuur van architect C. J. Blaauw in aanbouw zijnde stadhuis te Leiden. De bekroning, welke in haar hoofdvorm aan sluiting zoekt bij een vroeg 17e-eeuwsche tradi tie, welke aan voorname torens veelal een fraai versierde a-jour bewerkte beëindiging gaf, zal in de detailbehandeling der ornamentiek een hedendaagsch karakter vertoonen. Op de spits wordt een roodkoperen windwijzer aangebracht met het wapen der stad Leiden, vervaardigd naar het voorbeeld, dat uit den grooten stadhuisbrand gespaard bleef en sinds dien in het museum Lakenhal bewaard wordt. De zeldzame aard van deze opdracht, de groo te afmetingen van de bekroning n.l. 12 M. hoog te en 4 M. diameter en de omstandigheid, dat dit edelsmeedwerk op meer den 50 meter boven den beganen grond zal worden aangebracht, verleenen aan deze opdracht ongetwijfeld bijzon dere beteekenis. De Algemeene Nederlandsche Zouavenbond vergaderde dezer dagen te Utrecht. Vertegen woordigd waren de afdeelingen Nijmegen, Den Bosch, Gouda, Amsterdam en Den Haag. Het geheele hoofdbestuur alsmede het volledig be stuur van het Ondersteuningsfonds was aan wezig met den geestelijken adviseur, pastoor B. van Leeuwen te Hillegom. Aan het jaarverslag van den secretaris ont- leenen wij, dat er momenteel nog 32 oud-Zou- aven in leven zijn, van wie er 25 ondersteuning genieten. Dank zij de milde jaarlijksche gift van Z. H. den Paus en de bijdragen van donateurs als mede den financieelen steun van het Invalie- denfonds was het mogelijk allen, die het noo dig hebben financieel te steunen. De* bond was vertegenwoordigd op de begrafe nis van alle Oud-Zouaven die in den loop van het jaar gestorven zijn. Op 3 November van het vorig jaar werd de 70-jarige herdenking van den slag van Mentana feestelijk in Den Haag herdacht. Het geheele bestuur, alsmede pastoor Wils uit Den Haag Oud-Zouavenzoon was hier bij tegenwoordig. In de huiskapel van de Nuntiatuur heeft Z. H. Exc. Mgr. P. Giobbe een H. Mis opgedragen voor de levende en gestorven oud-Zouaven. Voorts werd een telegram gezonden aan Z. H. den Paus, terwijl een krans werd gelegd op het graf der oud-Zouaven te Rome. De vergadering kenmerkte zich door vlotte en aangename bespreking. Het lot der nog levende oud-Strijders blijkt irr veilige handen. De voor zitter, de heer J. Harcs uit Vught, werd met al gemeene stemmen herkozen. Pastoor Van Leeuwen werd door den voorzit ter nog eens extra bedankt namens de oud- Zouaven voor alles wat hij voor hun belangen doet, hetgeen de vergadering met applaus on derstreepte. Vanmorgen vroeg is het sohoolschip „Konin gin Wilhelmina", dat voor het Onderwijsfonds voor de Scheepvaart bij de firma van Andei en Veth te Sliedrecht is gebouwd, van Sliedrecht vertrokken. Het 60 M. lange gevaarte, dat hoog boven de oevers der rivier uitsteekt voor het passeeren der bruggen moesten de beide mas ten en de schoorsteen worden gestreken Wordt gesleept door de sleepbooten „Zweden" en „Maas" van den Nederlandschen Stoomsleep- dienst voorheen van P. Smit Jr. De sleep, die onder leiding staat van den heer M. A. van der Lee, wordt vanavond te Nijmegen verwacht. Maandag heeft men een aanvang gemaakt met het sloopen van het basalt van de lage waterkeering, welke Schokland omringt. Het basalt wordt gebruikt voor de beschoeiing van den nieuwen dijk rond den N.O.-Polder. In het Minderbroedersklooster te Nieuwe Niedorp overleed, voorzien van de H.H. Sacra menten der Stervenden, Pater fr. Joannes Scheer O.F.M. in den ouderdom van 68 jaar, in het 44e jaar van zijn H. Priesterschap.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 9