Strijd in en om Palestina
Uitvoering landbouwcrisis
maatregelen
D
DE TERREUR DUURT
VOORT
Zus is
„geslaagd"
UITEENZETTING VAN MR.
DR. A. A. VAN RHIJN
Kerkelijk leven
DINSDAG 5 JULI 1938
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Pan-Arabïë en Empire-
politiek
Jeugdig biljartwonder
geëxploiteerd
Vader en de impresario staan
terecht wegens overtreding
der Arbeidswet
Totaal geen last gehad van
d'r „zenuwljes". Pa's raad:
neem'n "AKKERTJE" was
toch maar best geweest!
Stadhuisbouw in de
residentie
Het ontwerp-Luthmann door den
Raad aanvaard
VAN 18 METER HOOGTE
NEERGESTORT
Arbeider zeer ernstig gewond
TREKKING VAN LOTISICO
De dure aardappelen
Afschaffing monopolie-heffing
zou geen verandering heb
ben gebracht
Om de dooie dood niet
Een kostelijke openluchtvertooning
Maandagavond op de Markt
te Delft
De naaste toekomst zal wellicht
opnieuw offers eischen ten
bate van den landbouw
Decentralisatie in voor
bereiding
TORENBEKRONING VOOR
LEIDSCH STADHUIS
Gesmeed koperwerk van de
Utrechtsche edelsmeden
J. en L. Brom
NOG 32 OUD-ZOUAVEN IN
LEVEN
Vergadering Algemeene
Ned. Zouavenbond
HET NIEUWE SCHOOLSCHIP
WEGGESLEEPT
SLOOPERS OP SCHOKLAND
PATER J. SCHEER O.F.M.
OVERLEDEN
In Palestina schijnt geen plaats voor half'
heid of compromissen. In dit kleine land
zullen maar weinigen gevonden worden
wier leven niet gevuld wordt door een vurig
geloof of een grooten hartstocht.
De Christenen, die zich zooveel opofferingen
getroost en zooveel bloed geofferd hebben voor
dit Heilige Land, bewaken er met groote zorg
en liefde de plaatsen, die getuige geweest zijn
van het grootste drama aller tijden.
De JOodsche Zionisten droomen er van een
geheel Joodschen staat, die twintig eeuwen ge
schiedenis uit zou wisschen. De Mohammeda
nen, de Arabieren, klampen zich koppig vast
aan het land, waarvan zij den eigendom voor zich
alleen opeischen en waaruit sinds den roemrij
ken tijd van Kalief Omar geen enkele macht
hen kon verdrijven. En naast deze idealen en
hartstochten staat het belang van het Brit-
sche Empire, dat hier een van zijn vele pied-
è.-terres gevonden heeft, waaraan het te meer
hecht, nu andere steunpunten in de gevoelige
Middellandsche Zee hun waarde voor een deel
hebben verloren.
Te midden van dezen strijd van hartstoch
ten en belangen is het de taak van den Brit-
schen Hoogen Commissaris den vrede te be
waren.
Het scherpste gevaar voor het En-gelsche be
wind komt van de zijde der Arabieren. Dezen
zouden, als zij er maar de kans toe kregen,
niets liever doen dan dezen bewaker van den
vrede uit het land te verdrijven. Zij kunnen
het den Engelschen niet vergeven dat zij de
Joden hebben geholpen. De Arabier stond de
Engelschen bij in hun strijd tegen de Turken,
omdat zij daarvan vrijheid verwachtten. In
plaats daarvan, zoo oordeelt de Arabier, itwam
de Engelschman terug met een mandaat in de
ééne hand en het Zionisme in de andere.
Het is niet noodig uit te weiden over de grie
ven van de Arabieren tegen het Zionisme. Zij
liggen voor de hand. Uitbreiding van de Jood-
sche immigratie in Palestina beteekent een
evenredige verdrijving binnen korteren of lan-
geren tijd van het Arabische volksdeel. Op den
duur is er voor beiden in dit betrekkelijk kleine
land geen plaats.
Sinds de bloedige onlusten van Apri', 1936
wordt onder leiding van den Moefti van Jeru
salem een onbedwingbare" terreur uitgeoefend
van de zijde der Arabische extremisten. Groote
benden trekken door het land en brandschatten
en dooden de bewoners. Het Arabische verzet,
dat zich oorspronkelijk richtte tegen de Jood-
sche immigratie, heeft thans ook meer speciaal
ten doel de Eritsche regeering ertoe te brengen,
af te zien van haar plan sedert een jaar als
oplossing van de Palestijnsche problemen voor
gesteld Palestina in een JOodschen en een
Arabischen staat te verdeelen. De regeerir.g zet
niettemin haar plan door en een commissie is
naar Palestina gekomen met het doel het ver-
deelingsplan, opgesteld door de commissie Peel.
nader uit te werken. Zij zal zich wel niet door
intimidaties en bedreigingen van Arabische zij
de van haar opzet laten afbrengen.
Intusschen is sinds de aankomst van deze
commissie in Palestina de terreur weer opge
leefd. Ondanks het zeer strenge verbod op den
invoer van wapens iedere Arabier, op wien
wapens gevonden worden, kan met den dood
gestraft worden weten de terroristen zich
steeds van nieuwe wapenen te voorzien. Het is
vooral Syrië, dat deze Arabische beweging
steunt. Daarheen ook nam de Moefti, toen hem
in Palestina de grond te heet onder de voeten
werd, de wijk en onttrok zich zoo- aan een ar
restatie. Van daaruit beraamt hij nu nieuwe
intriges tegen het Engelsche bestuur en leidt
hij de campagnes der Syrische benden, die ge
regeld de grens oversteken om hun Arabische
volksgenooten in Palestina bij te staan en te
helpen.
De Fransche Regeering, die een mandaat
Over Syrië heeft, kan hier weinig tegen doen.
Zij zelf heeft haar handen vol, o.a. met de
moeilijkheden over den Sands jak Alexandrette;
een ingrijpen van haar kant zou er toe kun
nen leiden, de politieke spanning in haar eigen
mandaatsgebied te verscherpen. Hoe belangrijk
het Britsche bewind in Palestina echter de on
dersteuning acht, die de Arabieren uit Syrië
ontvangen, blijkt wel hieruit, dat het besloten
heeft langs de geheele Noordgrens een prikkel
draadversperring aan te leggen.
De laatste dagen is de wrijving tusschen Jo
den en Arabieren het sterkst tot uiting geko- J
men tusschen Jaffa en Tel Aviv, d.w.z. tusschen
de oude Arabische stad en het nieuwe moderne
centrum, dat de Joden dicht ten Noorden daarvan
in de woestijn hebben gebouwd, en dat met den
aan het boek Ezechiël ontleenden naam van
„lente-heuvel" hoewel er tot ver in den om
trek geen heuvel valt te ontdekken in ruim
dertig jaren tijds tot de grootste stad van Pa
lestina is geworden.
Aan de grens van Tel Aviv nu hebben zich
heftige onlusten voorgedaan. Bom-aanslagen
ivaren aan de orde van den dag; zoowel Joden
als Arabieren werden getroffen. Er heerscht
thans dezelfde spanning als in April 1936. De
Veroordeeling en executie van een Joodschen
Jongeman, Selomoh Ben Jozef, die te Akka Is
opgehangen, omdat hij op een autobus had ge
schoten. heeft de gemoederen nog meer verhit.
Het was de eerste maal dat een Jood door de
Britsche regeering werd terechtgesteld. Een
stroom van protesten uit heel de wereld bereik
te de regeering en menige ruit van Britsche
consulaten beeft het moeten ontgelden. Te Tel
Aviv hielden de Joden voor het stadhuis een
hfotestbetooging, waarbij de politie moest in
grijpen en verscheidene Joden ernstig gewond
Verden. Voor het eerst sinds de troebelen van
1936 werd een beperkte staat van beleg afge
kondigd,
Intusschen blijft de Britsche regeering blijkbear
vastbesloten de deeling van Palestina te doen
dcolrgaan. Zal dit een volledige oplossing geven en
de rust in deze streken doen terugkeeren? Wij
gelooven het niet. Er zijn echter reeds zoovee!
plannen besproken en zooveel andere oplossin
gen gezocht, die alle ondeugdelijk bleken, dat
tenslotte alleen nog deze oplossing (hoewel
verre van ideaal) eenige kans op slagen schijnt
te bieden. Alle andere stuiten af op den
eisch der Arabieren, dat de immigratie van
Joden in het onverdeelde Palestina wordt stop
gezet en gestabiliseerd op het aantal, dat zich
thans daar bevindt. Hiermede kunnen de Joden
zich natuurlijk niet vereenigen, daar dit een
prijsgeven zou beteekenen van het doel van het
Zionisme: Palestina te maken tot het vaderland
van de Joden.
Bij de huidige Jodenvervolging in een deel
van Europa is de behoefte aan immigratie in
Palestina heden juist bijzonder groot. Zoo blijft
het deelingsplan alleen nog over als oplossing
van dit zoo ingewikkelde probleem.
Het is vooral de krachtige hulp van Engeland
die het Zionisme ondersteunt. Daarbij gaan,
als zoo dikwijls, idealisme en imperiaal belang
hand in hand. Engeland ziet in de Joodsche
vostiging een gunstig middel om zijn positie
in het oosten der Middellandsche Zee te con-
solideeren.
Tegelijkertijd echter en dat is één der in
wendige problemen van het Empire blijft
Engeland vasthouden aan zijn pan-Arabische
politiek. Zijn streven blijft het de Emirs en
Koningen, die heerschen van Yemen tot Bag
dad, samen te brengen. De Arabier zou hier
een gezegde der Britsch-Indiërs kunnen her
halen: „De Hindoe eet geen koeien, de Mo
hammedaan eet geen zwijnen, de Engelschman
eet ze alle twee."
Voor het kantongerecht te 's-Hertogenbosch
hebben zich wegens overtreding van de Ar
beidswet te verantwoorden gehad H. C. de R.
en L. V., resp. vader en impresario van het
z.g. Waalwijksche biljartwonder Keesje de
Ruiter.
Aan den impresario was ten laste gelegd,
dat hij den 13-jarigen jongen 5 Februari van
dit jaar te Vught arbeid heeft doen verrich
ten, door hem op een biljart te laten spelen.
Aan den vader was ten laste gelegd, dat hij
niet gezorgd had, dat zijn dertienjarige zoon
dien dag geen arbeid verrichtte.
Als getuige in deze zaak werd gehoord de
controleur van de Arbeidswet, J .M. Thorn,
uit Den Bosch.
Deze zette uiteen, dat de biljartséances,
door Keesje de Ruiter -gegeven, wel degelijk
onder de Arbeidswet vallen. Immers, men
heeft hier te doen met een onderneming tot
exploitatie van een kind teneinde geld te ver
dienen.
De ambtenaar van het O. M. vroeg aan de
beide verdachten: „Is het exploiteeren van dat
kind nu afgeloopen? Dat kind wordt gewoon
afgebeuld. Men heeft mij van zeer bevoegde
zijde verteld, dat het een echte zenuwknobbel
is geworden."
De vader protesteerde heftig tegen de uit
lating van den ambtenaar van 'het O. M. en
zeide: „Ik heb de biljartséances van mijn zoon
altijd beschouwd als sport en niet als arbeid".
De heer Thorn merkte op, dat men hier
meer te doen heeft met arbeid dan met sport
en Keesje de Ruiter geeft ook les in kunst-
stooten en wordt daarvoor betaald. Reeds
meermalen heeft de Arbeidsinspectie den va
der gewaarschuwd, zijn zoontje niet langer te
doen optreden. Hij heeft daaraan echter geen
gehoor gegeven, doch liet integendeel zijn kind
optreden en verbond aan de séances zelfs
een loterij, zonder toestemming daarvoor te
hebben van den burgemeester van de plaats
waar Keesje speelde. Voorgegeven werd, dat
deze loterij werd gehouden tot stichting van
een studiebeurs voor den jongen, doch het
geld is in de zakken van de twee verdachten
terecht gekomen. Nog werd vastgesteld, dat
de séances meermalen tot middernacht duur
den en den volgenden morgen moest Keesje
weer op tijd op school zijn.
De ambtenaar van het O. M. achtte bewe
zen, dat zoowel de vader als de impresario
zich aan overtreuing van de Arbeidswet neb
ben schuldig gemaakt. Hij eischte tegen ieder
van hen een geldboete van f 50 subs 50 dagen
hechtenis en hij vroeg aan den kantonrechter
schriftelijk vonnis te wijzen in deze zaak.
Over acht dagen zal de kantonrechter zulks
doen.
Het 60-jarig bestaan van de St. Gregorius-vereeniging in Nederland. Burgemeester
Ter Pelkwijk van Utrecht spreekt het bestuur der jubileerende vereeniging op de
receptie toe. Van links naar rechts burgemeester Ter Pelkwijk, rector Vullings,
deken Van de Wiel, dr. Vroom, pastoor V an Genk en pastoor Charles de Meulder
De gemeenteraad van 's Gravenhage heeft
Maandag na langdurige gedachtenwisseling het
voorstel van B. en W. inzake den stadhuisbouw
(plan-Luthmann) met 29 tegen 12 stemmen aan
genomen.
Het eerste geschenk voor het nieuwe raadhuis
is reeds binnengekomen. Dr. Hendrik P. M.
Muller, Harer Majesteits gezant ter beschikking,
heeft medegedeeld aan de gemeente Den Haag
te schenken een borstbeeld van H. M. de Ko
ningin, afkomstig uit de nalatenschap van wijlen
Toon Dupuis.
Maandagmiddag is te Tiel een ernstig onge
luk gebeurd. De 30-jarige M. Smulders uit Til
burg, in dienst bij de firma Mertens en Jansen,
verrichtte werkzaamheden aan het Gerechts
gebouw, alhier. Toen hij aan den rechtervleugel
van het gebouw op een hoogte van 18 M. werk
te, verloor hij plotseling zijn evenwicht met
het gevolg dat hij naar beneden stortte en op
het graspark, dat rondom het gebouw is ge
legen terecht kwam.
Eenige leden van de E.H.B.O., in het gebouw
werkzaam, snelden toe en verleenden de eerste
hulp. Ook de heer Dr. J. G. ter Braak was
spoedig ter plaatse en gelastte overbrenging
naar het St. Andreasziekenhuis. Bq onderzoek
bleek dat het slachtoffer een gecompliceerde
bovenbeenbreuk, hersenschudding en vele in
wendige kneuzingen had bekomen.
Wederom heeft Lotisico in het gebouw „De
Vereeniging" te Den Haag haar eigen trekking
gehouden onder leiding en toezicht van notaris
mr. H. A. Broers.
De 100.000 viel dezen keer op no. 7224, terwijl
aan den houder van no. 18684 de 50.000 ten
deel viel.
De volgende trekking is bepaald op 7 No
vember. 15 September zal het veertig jaar ge
leden zijn, dat Lotisico haar bedrijf in Neder
land begon.
Op de dezer dagen gehouden persconfe
rentie nopens de uitvoering der landbouw
crisismaatregelen werd door velen de vraag
gesteld, waarom bij de hooge aardappel
prijzen de monopolieheffing nog is gehand
haafd. Hierop werd geantwoord, dat de
aardappelprijzen de geheele maand Juni
hoog zijn geweest, waarvoor verschillende
oorzaken zijn te noemen, o.a. dat de voor
raad oude aardappelen gering was, dat de
oogst van nieuwe aardappelen vrij laat was
en klein; dat door export de markt nog
werd opgevoerd, en voorts, dat de import
deze moeilijkheid niet kon overbruggen.
De geringe voorraad oude aardappelen was
niet door den handel voorzien, anders zou deze
vroeger de noodige hoeveelheden hebben inge
slagen.
Onder de oorzaken, die daartoe hebben bij
gedragen, kan zeker genoemd worden het feit,
dat de oogstverwachting omtrent de nieuwe
aardappelen niet in vervulling is gegaan. Het
mooie voorjaarsweer beloofde een vroegen oogst,
die zich zeer gunstig liet aanzien. Door de bij
zonder strenge nachtvorsten in Mei vroor een
gedeelte der vroege aardappelen echter af, waar
door zij in hun ontwikkeling zijn blijven steken,
de oogst verlaat werd en het beschot van alle
eerst uitgeplante aardappelen, die begin Juni
worden geoogst, klein is gebleven.
Hierdoor bleven de eerste dagelijksche aan
voeren beneden normaal, doch desondanks zou
den de prijzen hier vrij spoedig gezakt zijn, in
dien niet in België een nog veel grooter gebrek
aan aardappelen heerschte dan in ons land.
België was tot voor kort aan onze markt tot
prijzen van 14 en zelfs hooger en kocht hier in
een groote week meer dan 2 millioen kg. aard
appelen.
Ook naar Engeland (waar een invoerrecht
van 4.— per 100 kg. in Juni geldt) vond en
vindt nog export plaats. Het is duidelijk, dat
onder dergelijke omstandigheden ook de import
geen uitkomst kon brengen.
Daarbij komt, dat importeurs, die Malta-aard
appelen in koop hadden, waarvoor zij in ons
land een prijs van 16.— konden bedingen, niet
hebben geïmporteerd, maar deze aardappelen
naar andere landen hebben verkocht, waar de
prijzen nog hooger waren.
Verlaging of afschaffing der heffing zou
dus geen beteekenenden invloed op de prij
zen gehad hebben, doch zou alleen tot resul
taat hebben gehad, dat de importeurs nog
grootere winsten zouden hebben gemaakt
Dat neemt niet weg, dat het laten vallen
van de ƒ3.— heffing wel degelijk is over
wogen, doch de conclusies was, dat een lagere
heffing de positie op de aardappelmarkt in
Nederland niet zou hebben veranderd.
Nooit heb ik een lustrumspel zóó naar
vele kanten zien slagen als Jan Engelmans
fijnzinnige humor „Om de dooie dood niet"
of „Jan Klaassen komt naar huis", Maan
dagavond op de Markt te Delft opgevoerd.
Want dat was een spel dat de menigte pakte
en boeide, dat den geletterden toeschouwer
bevredigde door geest en diepen zin, dat
bovendien de breede massa nastond door de
potsenmakerijen van Jan Klaassen en de
oolijke wijze waarop Paul Storm de regisseur
zoowel het poppenkastspel "van levende men-
schen als de belevenissen van Jan Klaassen
in de gewone maatschappij, tot een koste
lijke eenheid deed worden met tafereelen
die soms elk voor zich 'n storm van applaus
wekten.
Tien uur 's avonds begon het spel op de
Markt, want eerst moest de duisternis zijn neer
gedaald over de feestende stad om met de mo
derne lichttechniek naar believen gedeelten in
het licht of in het donker te kunnen zetten.
Wat beoogde het spel? De dichter antwoordde
zelf daarop: „den deelnemer aan de lustrumvie
ring en den braven burger een divertissement te
verschaffen, niet topzwaar van bedoelingen, niet
verloopend in attracties, alleen, maar Neder-
landsch van atmosfeer en stijl".
Het eenige wat ik tegen de reusachtige pop
penkast in 't midden en het kermisgedoe rondom
had, dat ze juist de Nederlandsche atmosfeer
in de schildering van Lambert Simon miste.
Maar zoodra het spel in gang was, zorgde het
spel zelf van Engelman er wel voor dat volop
het Nederlandsch van atmosfeer en van stijl
verkregen werd. En zoo kregen we op de Markt
„den grooten vaderlandschen positivist, den uit-
deeler en ontvanger van reëele klappen, den
klassieken waaghals, die toch altijd weer op zijn
onmaatschappelijke voetjes terecht komt."
We kijken allereerst naar en in de poppen
kast, die in 't midden tegen den toren stond
opgesteld en waarin de tientallen groote men-
schenfiguren tot houterige poppen werden die
ons deden smullen aan de historie der begra
fenis van een dooien boer, welke tot groote
ontstentenis van de kraaien aan het deksel van
zijn doodkist begint te kloppen en weer levend
wordt. De dood van Potlood bemoeit zich met
het geval en zoo staat Jan van aangezicht tot
aangezicht tegenover dezen vertegenwoordiger
der eeuwigheid. Paul Storm heeft dezen dood
als een reusachtige pop ontworpen, die ver
buiten de poppenkast in de hoogte steekt. Me
neer de Dood zal aan het ongebonden leventje
van den zatlap een einde maken, maar op Jans
geweeklaag permitteert Pierlala zich een gril
en stuurt Jan de werkelijke wereld in, met de
bedoeling als kat en muis met hem te spelen.
Een dominee en een diende^ gaan mee. (Om
deze doodonschuldige dichtergrap bij een pop
penkast voor groote menschen heeft zich alreeds
rumoer doen hooren: nadat Zondag j.l. in en
kele protestantsche kerken te Delft 'n afkeuring
was uitgesproken over het spel en ds. Zandt
(Staatk. Geref.) aan B. en W. vragen heeft ge
steld over het spel, heeft thans ook de Kerke-
raad der Ned. Hervorm. Gemeente te Delft een
protest tegen den inhoud laten hooren. Wie het
spel zelf heeft bijgewoond zal niets van dit
protest begrepen hebben!).
Wat doet Jan Klaassen in de wereld? „Niets
anders dan wat de menschen er doen: n.l. de
zeven hoofdzonden bedrijven. Engelman heeft
dit grappig en humoristisch maar fijnzinnig
en zonder eenige aanstootelijkheid verzinnebeeld.
Paul Storm deed de tafereelen van Jan met dril-
soldaten die hij door zijn tooverfluit tot wal
sende gelukkige menschen omtoovert; voorts van
Jan in het cachot, Jan op de beurs, Jan bij
Carnavalpret enz. enz. worden tot schilderach
tige verbeeldingen die het oog vast hielden en
den geest vermaakten. Eindelijk zal Jan Klaas
sen door zijn luiheid ten gronde gaan. En zwaar
gewond hij doet ten minste „alsof" wordt
hij weer in de poppenkast gedragen waar hij de
bruiloft komt verstoren van zijn aan den
kroegbaas verkwanselde Katrijn. Als de Dood
hem dan werkelijk komt opeischen en hem voor
doet hoe hij z'n hoofd in den strop moet steken
haalt Jan gauw zelf het koord aan ende
Dood zelf bengelt in de lucht. Dreigde even dit
slot door de lengte van den Dood die scheef
moest gaan liggen, op een fiasco uit te loopen,
té succesvoller werd het werkelijke einde toen
de Dood door het touw de lucht werd ingetrok
ken, uit de poppenkast den toren langs omhoog!
Zoo speelde de oude toren evenals destijds bij het
„Torenspel" ook nu weer mede in het lustrum
spel.
Even over twaalf was het spel geëindigd dat
zonder onderbreking werd gespeeld en een
groot succes werd voor spelenden en ontwerpers.
Misschien had men de vertooning soms wat Hol-
landscher van atmosfeer gewenscht, maar ze
was prachtig van poppenkarakteristiek, fijn van
humor, dichterlijk van geest, boeiend óók door
uiterlijk schoon en kostelijk van jolijt.
L. v. d. B.
nederigste arbeid wordt van
eeuwige waarde, mits hij metzuivere
intentie wordt verricht.
I.n verband met de zich voortdurend wij
zigende economische omstandigheden, die
haar invloed uitoefenen op de landbouw-
crisispolitiek, heeft de minister van Econo
mische Zaken een persconferentie belegd,
welke stond onder leiding van mr. dr. A. A.
van Rhijn, voorzitter van het college van
regeéringscomtnissarissen en waaraan voorts
dit geheele college deelnam. In zijn ope
ningswoord herinnerde mr. dr. Van Rhijn
eraan, dat gedurende de laatste jaren de
problemen van de landbouwcrisispolitiek een
geheel ander aspect hebben verkregen,
waarbij vooral drie onderwerpen de aan
dacht verdienen; en wel de opgaande con
junctuur in de periode 1936-1937, de neer
gaande conjunctuur in de daarop volgende
periode 19371938 en ten derde datgene dat
men zou kunnen noemen de decentralisatie
van de uitvoering der landbouwcrisismaat
regelen.
De periode 19361—1937 heeft niets gekenmerkt
dan een betere conjunctuur in den landbouw.
De richtprijzen bestaan uit twee factoren:
wereldprijs en toeslag. Waar de wereldprijzen
stegen, konden allerlei steunmaatregelen wor
den ingekrompen of zelfs afgeschaft. In den
akkerbouw vervielen de steunmaatregelen voor
schokkererwten, bruine boonen en vlas. De
denaturatietoeslag respectievelijk dorschtoeslag
ad f 3.50 op rogge en gerst kon eveneens worden
opgeheven. De monopolieheffing op de granen
werd van f 2.op f 1.teruggebracht. De
V.I.T.A.-prijs der tarwe werd verlaagd van
f 15.70 tot f 14.70. In de veehouderij konden de
teeltbeperkingen worden verruimd: die van de
kalveren met 7 pCt., die van de biggen met
6'A pCt. en die van de kippen met 10 pCt. De
verbeterde clearingpositie met Duitschlanö
wekte de verwachting, dat de steun aan den
tuinbouw met twee millioen gulden zou kunnen
worden verminderd. Daar de uitgaven van het
Landbouw-Crisisfonds inkrompen, konden tal
van heffingen worden afgeschaft of verlaagd.
Het gezamenlijke bedrag der verlaging bedroeg
in deze periode niet minder dan bijna f 50 mil
lioen. Het aantal crisis-ambtenaren verminder
de in den loop der jaren eveneens geleidelijk.
Van een maximum van ongeveer 6500 personen
liep dit getal terug tot ongeveer 3700 personen.
Het scheen alsof de liquidatie der crisismaat
regelen krachtig zou kunnen worden voortgezet.
In deze verwachting heeft het jaar 1937/38
een belangrijken keer gebracht. De prijsstijgin
gen kwamen tot staan en maakten zelfs plaats
voor aanzienlijke prijsdalingen. De wereldprijs
van tarwe daalde van f 10.32 tot f 6.97, die van
rogge van f 9.65 tot f 5,60, die van suiker van
f 6.50 tot f 4.75 en die van vlas van 77 ets. tot
61 ets. Ook in de prijzen van de producten der
veehouderij was een wijziging ten ongunste waar
te nemen. De boterprijs daalde van f 1.13 op
ongeveer 80 ets., de prijs der vette varkens van
64 ets. tot 49 ets. Alleen de prijzen van eieren
en rundvee hielden zich redelijk goed. De tuin
bouw heeft het weer buitengewoon moeilijk, mede
door de verslechterde clearingpositie met
Duitschland. Verschillende heffingen moesten
weer worden verhoogd. De monopolieheffing
op granen werd van f 1.op f 1.50 gebracht,
evenwel zonder dat de roggeprijs er voldoende
door werd gesteund. De zetmeelheffing werd
met f 1.verhoogd. Als voorzorgsmaatregel
werd weder tot inventarisatie van het vlas over
gegaan.
Zoo zijn de vooruitzichten voor den land
bouw niet rooskleurig. Uiteraard zal de re
geering den landbouw niet in den steek
laten. Ons volk heeft zich er daarom re
kenschap van te geven, aldus verklaarde
mr. dr. A. van Rhijn, dat in de naaste toe
komst wellicht opnieuw offers voor de in
standhouding van het Nederlandsche land
bouwbedrijf zullen moeten worden gebracht.
Algemeen werd destijds gedacht, dat de land
bouwcrisismaatregelen slechts korten tijd zou
den gelden. Nu die periode veel langer duurt,
meent de regeering, dat deze maatregelen beter
door den landbouw zelf ter hand genomen
kunnen worden. De bezwaren der huidige re
geling zijn op den duur, dat zij vooreerst te
jnbtelijk is, vervolgens te centralistisch en ten
slotte te verstarrend voor het bedrijf. Het over
nemen der landbouwcrisismaatregelen door de
belanghebbenden zal hierin verbetering bren
gen. Er is dus geen sprake van, dat de regee
ring de verantwoordelijkheid voor de huidige
regeling ontvlucht. De overname wordt geacht
te zijn in het waarachtig belang van de toe
komst van het geheele Nederlandsche landbouw
bedrijf. Dit is de eenige drijfveer. Intusschen kan
niet worden ontkend, dat èn de regeering èn
de landbouworganisaties bij de overname een
groot aantal vraagstukken moeten bezien en
beslissen. De voorzitter noemde eenige proble
men, zooals: of de landbouw op bepaalde richt
prijzen moet kunnen blijven rekenen en zoo ja,
hoe hoog deze moeten zijn; in welken vorm
financieele steun moet worden toegekend zoo
lang deze noodig is; hoe het zal gaan met de
teeltbeperkfngen; welke de samenstelling en de
bevoegdheid der nieuwe organisatie zal zijn, e.d.
Voorts zal erop moeten worden gelet, dat de
belangen van handel en industrie voldoende tot
hun recht komen. Op verzoek van den minister
voeren het college van regeeringscommissaris-
sen en de landbouworganisaties omtrent de
overname overleg, ten einde hun meening in
een rapport aan den minister toe te lichten.
Hoewel bij deze besprekingen nog meerdere
moeilijkheden zijn te overwinnen, kon mr. dr.
Van Rhijn de verwachting uitspreken, dat
overeenstemming zal worden verkregen.
Een voorname factor is hierbij ook, dat de
belangen van de consumenten worden behar
tigd; dat er dus voor gewaakt wordt, dat de
prijzen der landbouwproducten niet te hoog
worden, en de eerste levensbehoeften niet te
duur worden. Het zal dus noodig blijven, ook
na de overname der landbouwcrisismaatregelen,
dat de regeering toezicht blijft uitoefenen. Dit
toezicht heeft men zich gedacht in den vorm
van een veto-recht, dat aan de regeering wordt
toegekend. Hiervoor zal men de beschikking
moeten houden over een klein ambtelijk appa
raat, dat in een sfeer van vertrouwen zal moe
ten kunnen werken. Een vertrouwensman van
den minister zal het contact vormen tusschen
de regeering en de landbouworganisaties. Als
dit contact goed is, zal het recht van veto een
sterk preventieve werking uitoefenen. Wanneer
de landbouworganisaties een bepaalden maat
regel willen treffen, waarvan de regeering ech
ter vindt, dat deze tegen het algemeen belang
is, zal zij deze kunnen tegenhouden. Indien de
vertrouwensman der regeering bij de bespreking
over een zoodanigen maatregel aanwezig is, en
de bezwaren kenbaar maakt, zal de landbouw
organisatie haar standpunt zoodanig verande
ren, dat de in te voeren maatregel niet meer
tegen het algemeen belang ingaat
Het algemeen belang eischt, dat de landbouw
producten een zoodanigen prijs bereiken, dat de
productiekosten kunnen worden gedekt. Dit is
trouwens de geheele strekking van de crisis
maatregelen; zij vormen alleen een compensa
tie tegen de te groote prijsinzinkfngen, die wel-
is-waar in het eerste begin voordeelen kunnen
opleveren voor de consumenten, maar op den
duur nadeelig zijn voor het geheele volk, om
dat de landbouw van Nederland daardoor ont
wricht zou worden. Daarom mogen van het ge
heele volk offers worden gevraagd, mits deze
binnen redelijke grenzen blijven en mits er een
goede verhouding blijft bestaan tusschen de al
gemeen geldende loonnormen en de kosten voor
het levensonderhoud. Wanneer de uitvoering der
landbouwcrisismaatregelen fn handen der or
ganisaties komt, zal dat dan ook een punt zijn,
dat zeer veel aandacht verdient.
De Utrechtsche edelsmeden Jan Eloy Brom en
Leo Brom ontvingen dezer dagen opdracht tot
uitvoering der rijk bewerkte gesmeed koperen
bekroning van den toren van het nieuwe, on
der architectuur van architect C. J. Blaauw in
aanbouw zijnde stadhuis te Leiden.
De bekroning, welke in haar hoofdvorm aan
sluiting zoekt bij een vroeg 17e-eeuwsche tradi
tie, welke aan voorname torens veelal een fraai
versierde a-jour bewerkte beëindiging gaf, zal
in de detailbehandeling der ornamentiek een
hedendaagsch karakter vertoonen.
Op de spits wordt een roodkoperen windwijzer
aangebracht met het wapen der stad Leiden,
vervaardigd naar het voorbeeld, dat uit den
grooten stadhuisbrand gespaard bleef en sinds
dien in het museum Lakenhal bewaard wordt.
De zeldzame aard van deze opdracht, de groo
te afmetingen van de bekroning n.l. 12 M. hoog
te en 4 M. diameter en de omstandigheid, dat
dit edelsmeedwerk op meer den 50 meter boven
den beganen grond zal worden aangebracht,
verleenen aan deze opdracht ongetwijfeld bijzon
dere beteekenis.
De Algemeene Nederlandsche Zouavenbond
vergaderde dezer dagen te Utrecht. Vertegen
woordigd waren de afdeelingen Nijmegen, Den
Bosch, Gouda, Amsterdam en Den Haag. Het
geheele hoofdbestuur alsmede het volledig be
stuur van het Ondersteuningsfonds was aan
wezig met den geestelijken adviseur, pastoor B.
van Leeuwen te Hillegom.
Aan het jaarverslag van den secretaris ont-
leenen wij, dat er momenteel nog 32 oud-Zou-
aven in leven zijn, van wie er 25 ondersteuning
genieten.
Dank zij de milde jaarlijksche gift van Z. H.
den Paus en de bijdragen van donateurs als
mede den financieelen steun van het Invalie-
denfonds was het mogelijk allen, die het noo
dig hebben financieel te steunen.
De* bond was vertegenwoordigd op de begrafe
nis van alle Oud-Zouaven die in den loop van
het jaar gestorven zijn.
Op 3 November van het vorig jaar werd de
70-jarige herdenking van den slag van Mentana
feestelijk in Den Haag herdacht.
Het geheele bestuur, alsmede pastoor Wils
uit Den Haag Oud-Zouavenzoon was hier
bij tegenwoordig.
In de huiskapel van de Nuntiatuur heeft Z.
H. Exc. Mgr. P. Giobbe een H. Mis opgedragen
voor de levende en gestorven oud-Zouaven.
Voorts werd een telegram gezonden aan Z. H.
den Paus, terwijl een krans werd gelegd op het
graf der oud-Zouaven te Rome.
De vergadering kenmerkte zich door vlotte en
aangename bespreking. Het lot der nog levende
oud-Strijders blijkt irr veilige handen. De voor
zitter, de heer J. Harcs uit Vught, werd met al
gemeene stemmen herkozen.
Pastoor Van Leeuwen werd door den voorzit
ter nog eens extra bedankt namens de oud-
Zouaven voor alles wat hij voor hun belangen
doet, hetgeen de vergadering met applaus on
derstreepte.
Vanmorgen vroeg is het sohoolschip „Konin
gin Wilhelmina", dat voor het Onderwijsfonds
voor de Scheepvaart bij de firma van Andei
en Veth te Sliedrecht is gebouwd, van Sliedrecht
vertrokken. Het 60 M. lange gevaarte, dat hoog
boven de oevers der rivier uitsteekt voor het
passeeren der bruggen moesten de beide mas
ten en de schoorsteen worden gestreken
Wordt gesleept door de sleepbooten „Zweden"
en „Maas" van den Nederlandschen Stoomsleep-
dienst voorheen van P. Smit Jr. De sleep, die
onder leiding staat van den heer M. A. van
der Lee, wordt vanavond te Nijmegen verwacht.
Maandag heeft men een aanvang gemaakt
met het sloopen van het basalt van de lage
waterkeering, welke Schokland omringt. Het
basalt wordt gebruikt voor de beschoeiing van
den nieuwen dijk rond den N.O.-Polder.
In het Minderbroedersklooster te Nieuwe
Niedorp overleed, voorzien van de H.H. Sacra
menten der Stervenden, Pater fr. Joannes
Scheer O.F.M. in den ouderdom van 68 jaar, in
het 44e jaar van zijn H. Priesterschap.