de gemiste aansluiting R.K. Werklieden verbond Onze Premiereis Optimisme over het non-interventie- accoord begint te verdwijnen - •- PARIJS ONTSTEMD OVER MUSSOLINI'S HOUDING WOENSDAG 13 JULI 1938 Algemeene Missiekalender hij verschijnt 15 Juli Hoofdpijn - Kiespijn - Gevatte koude Afscheid van drie veteranen Driejarenplan voor propaganda Overmorgen sluit de termijn van aanmelding voor onze fabel achtig goedkoope reis door half Europa naar Boedapest „Uw vacantiedroom" KASTEEL RENSWOUDE Afgestaan aan de stichting „Nationaal Centrum" DAGBLAD VERBODEN Anti-Japansche gevoelens geuit Groeiend wantrouwen in Frankrijk ORANJE-TENTOONSTELLING TE ZEIST In het historische gerestaureerde Slot -- m - tv*. w pp mmmm R. K. POLITIEMANNEN Congres van „St. Michaël" te Nijmegen VERBINDENDVERKLARING In brei- en tricot-industrie en het steen- en houtgranietbedrijf Aardappelziekte Het missen van een treinaanslui- ting op reis kan zeer onaange naam zijn, maar doorgaans zal het daardoor ontstane ongerief slechts neerkomen op een betrekkelijk kort tijd verlies, vooral sinds in de nieuwe dienst regeling het aantal treinverbindingen °P vele belangrijke baanvakken werd opgevoerd. Wanneer een leerling ko mend van de lagere school de aanslui ting op het middelbaar onderwijs mist, komt hem dat op verlies van een geheel jaar te staan. Al zijn de huidige omstan digheden helaas van dien aard, dat het niet meer van zoo groot belang is of uw jongen of meisje een jaar vroeger of la ter, gewapend met de noodige kennis, op de benauwend enge arbeidsmarkten de eindelooze rij van sollicitanten gaat staan, toch kan een jaar tijdverlies in vele gevallen en om bepaalde en ver schillende redenen een groot nadeel zoo- Vel voor de ouders als voor de kinderen zen beteekenen. Denk slechts aan kinde ren, die wegens ziekte of andere om standigheden buiten hun schuld laat Van de lagere school komen, of aan ouders, voor wie het van groot gewicht is, dat de kosten, verbonden aan het onderwijs hunner kinderen, zoo spoedig mogelijk komen te vervallen. Al worden Qie kosten ook naar het inkomen bere kend, dit neemt niet weg, dat zij voor ve len een offer beteekenen zóó groot, dat men het liever niet langer dan strikt noodzakelijk is wenscht te dragen. Bo vendien brengt het missen van de aan sluiting van de lagere school naar het middelbaar onderwijs vaak de noodza kelijkheid mee van overgang naar een speciale voorbereidingsschool, hetgeen biet zelden met hoogere onkosten ge- Paard gaat. Terecht noemt J. H. in „Ons Eigen Blad" het probleem der aanslui ting tusschen lagere school en gymnasium, H.B.S., U.L.O. enz. dan ook een probleem, dat voor vele scholen, die niet speciaal voorbereidingsscholen zijn, heel wat moeilijkheden met zich mee brengt. De moeilijkheid zit volgens hem hierin, dat het gewone program van de volks school door verschillende inrichtingen van voortgezet onderwijs niet als vol doende erkend wordt en dit staat de zoo noodzakelijke hervorming van ons Volksonderwijs danig in den weg. Daar door kan de lagere school niet zich zelf zijn. De middelbare school legt haar een voudig eischen voor, waaraan ze zich Wel moet onderwerpen op straffe van haar leerlingen straks gedupeerd te zien. Bovendien zijn de eischen van het voortgezet onderwijs lang niet voor alle inrichtingen dezelfde. Een oplossing meent J. H. te kunnen vinden in het invoeren van een eindexamen lagere school, een echt. examen af te leggen voor een examencommissie van lagere- schoolmannen onder voorzitterschap van den inspecteur. Het slagen voor dit examen zou den leerling dan toegang moeten kunnen verleenen tot elke soort van voortgezet onderwijs. Tegen dit denkbeeld komt in hetzelf de nummer Fr. S. Rombouts echter met kracht op. Deze voelt niets voor een nieuw in te stellen examen, waar er zijns inziens al veel te veel examens zijn. Voor het aansluitingsprobleem ziet Fr. S. Rombouts maar één oplossing. Uit gaande van de stelling, dat het lager onderwijs een zelfstandig instituut en geen prepareer-inrichting voor eenigen vorm van voortgezet onderwijs is, pleit hij voor een aansluiting van het voort gezet onderwijs bij de lagere school en niet omgekeerd. Wat de volksschool op haar programma nemen zal, heeft ze zelf uit te maken, vanuit haar eigen doelstelling. „Deze oplossing" aldus schrijft Fr. Rombouts „lijkt op het ei van Columbus of op den befaamden Gordiaanschen knoop, in elk geval wel erg simplistisch, na het eindeloos geharrewar dat velen onzer met meer of minder ergernis heb ben meegemaakt. Maar er bestaat geen andere. En ze is volkomen logisch! Wie een huis bouwt, prakkezeert geen eerste verdieping onder de tweede, maar zet de tweede op de eerste. De middelbare school heeft de leerlingen te aanvaar den, zooals de lagere ze aflevert, gelijk deze ze eenvoudig te nemen heeft uit gezin en kleuterschool, zónder eenig recht om eischen van kennis of vaardig heid te stellen". Wij voelen veel voor de oplossing, welke Frater Rombouts als de eenig mo gelijke aan de hand doet, al zijn de door hem gebruikte vergelijkingen meer pakkend dan juist. Immers om een tweede verdieping op de eerste te kun nen zetten, moet deze eerste zóó gecon strueerd zijn, dat zij zoo geen voorberei ding dan toch een deugdelijke basis voor verderen uit- of opbouw biedt. Dat de lagere school de kinderen heeft te ac cepteeren zooals zij ze krijgt, spreekt vanzelf, aangezien de wet de lagere school verplichtend heeft gesteld voor ieder kind en het lager onderwijs er op gericht is den kinderen het elementair noodzakelijke onderricht te geven. Maar even vanzelfsprekend is het o.i., dat het voortgezet onderwijs het recht heeft door het stellen van bepaalde eischen en criteria alleen de voor dat onderwijs geschikte leerlingen uit de massa vol tooide lagere-scholieren toe te laten Naar cnze meening zou de oplossing van het aansluitingsprobleem zeer wel gevonden kunnen worden door een tweezijdige aanpassing, waarbij het lager onderwijs niets van haar zelfstandigheid behoeft in te boeten en zelfs van die aanpassing zou kunnen profiteeren. Het lager on derwijs dient voor den gemiddelden leer ling als regel de mogelijkheid te schep pen desgewenscht over te gaan naar het voortgezet onderwijs, en het voortgezet onderwijs dient er zich op in te stellen, dat een gemiddelde leerling, die de la gere school behoorlijk heeft doorloopen, zijn aanvangslessen normaal kan vol gen. Mijnhardtjes (dit zijn hartvormige cachets) helpen snel en goed. Doos 50 ct. ProefdooslO ct. In de Dinsdag voortgezette vergadering van het R. K. Werkliedenverbond op de H. Land stichting bij Nijmegen werd o.m. meegedeeld, dat een commissie is samengesteld, die het vraagstuk der beroeps- of bedrijfsgewijze orga nisatie in studie heeft genomen, en ook, dat inmiddels te Utrecht grond is aangekocht van de gemeente tot stichting van een nieuw ge- houw voor de beweging. Verscheidene sprekers voerden hierna het Woord, waarbij o.m. een fel protest werd ge vraagd tegen de houding van een gedeelte der bers en anderen in de bekende kwestie Oss, Welke vraag met applaus werd beantwoord. Besproken werd verder het dwangsysteem Waarbij werklooze arbeiders gedwongen worden, hr Duitschland te gaan werken. Verder werd vanuit de vergadering met klem ingedrongen op de instelling van commissies Van cverleg in de werkverschaffingen, teneinde he vele en herhaalde plaatselijke moeilijkheden h? regelen. De heer De Bruyn, die de verschillende spre kers beantwoordde, deelde omtrent dit laatste bunt mede, dat de minister weliswaar in de Eerste Kamer had toegezegd, dit denkbeeld in overweging te willen nemen, doch dat het geen steun vond bij de andere organisaties, noch bij he betrokken departementsambtenaren. Hierna werd gepauzeerd, waarna een kleine tentoonstelling werd bezichtigd, gewijd aan nieuwe vormen van propaganda. In de middagvergadering sprak voorzitter De Eriiyn allereerst een woord van afscheid tot hvie leden, die het werk aan het Verbond heb ben te neergelegd om hun otium cum dignitate in gaan: de heeren Braam uit Gendt (O. Bet.) Mulders uit Nijmegen en Vollaerts uit Utrecht. resP- oud-voorvechters van den R. K. Steen- tabrieksarbeidersbond, van den R. K, Bond van Overheidspersoneel, en van den R. K. Bouw- Vakarbeidersbond. Aan alle drie „oud-gedienden" werd vervol- eens de bekende plaquette van den bond uit- V„rei'ct ter blijvende herinnering aan hun om- ei Agrijke verdiensten voor den bond, waarvoor K der onderscheidenen hartelijk dankte, j e geestelijke adviseur van het verbond, mgr tr .ffSchaik> sprak hierna nog een kort, maai Wantod afscheidswoord tot de „veteranen". 0]J higr. er op wees, dat de bezieling en de liefde van deze ouderen een voorbeeld moest zijn en blijven voor de jongeren. Vervolgens hield de heer J. Asberg een inlei ding over een ontworpen plan voor een gecen traliseerde propaganda-actie. Spr. wees er op, dat tot aan de twintigste eeuw' de beteekenis en de macht der reclame niet bewust werden gebruikt, doch dat hierin sindsdien verandering is gekomen. Met tal var. voorbeelden wees spr. er op, dat de wilsbeïn- vloeding van den mensch systematisch en met groote kracht wordt doorgevoerd. Naar aanleiding hiervan propageerde spr. met groote overtuiging de wenschelijkheid, dat het verbond evenzoo systematisch en met kracht er toe zou overgaan, een goed gecentraliseerde propaganda-actie te gaan voeren. De congressisten brachten na deze interes sante inleiding een bezoek aan de tentoonstel ling voor de propaganda in het bijzonder voor de affiches. Hier was een goede gelegenheid om vergelijkingen te maken tusschen Fransche, Engelsche, Zweedsche, Spaansche en Nederland- sche affiches voor de propaganda der vakbewe ging en sociale actie. Hier was voor onze Nederlandsche affiche kunst zooals die in onze vereenigingen toege past wordt wel wat te leeren. Meer spreken de platen zouden op de massa dieperen indruk maken. Ongetwijfeld zal Herwonnen Levenskracht wel den juisten toon "Weten te treffen. De heer A. C. de Bruyn verdedigde bij her vatting van de vergadering het propaganda- plan J. Asberg. Het plan is per jaar, en dat drie jaar lang, 50.000 voor de propaganda beschik baar te stellen. Principieel waren de meeste afgevaardigden voor dit plan, maar hadden financieele bezwaren, Geapprecieerd het groote doel van deze actie om heel het katholieke volk van Nederland de overtuiging bij te brengen, dat Wij moe ten opgaan naar de stichting van een nieu we gemeenschap in den geest en op de grond slagen van Quadragesimo Anno. De voorzitter, de heer A. C. de Bruyn, con cludeerde, dat alle afgevaardigden principieel het eens waren. Met dit plan moeten wij probeeren het Neder landsche volk voor onze plannen te winnen en dan zal het ledental ook vanzelf toenemen. De financieele lasten zijn onderling te dragen voor een groot wereldideaal. Na nadere verdediging van het plan door den heer J. Asberg werd gestemd over het Verbonds-propagandavoorstel, dat werd aangenomen met 30 tegen 7 stemmen. Het congres werd hierop verdaagd tot Woens dagmorgen half tien. De tijd uwer beslissing, of u óók genieten zult van het zeldzame aan bod eener reis door half Europa voor slechts f 122.van 1 tot en met 14 Augustus, nadert snel. Nog twee dagen en dan sluit de termijn van aanmelding. Wie zich na 1 5 Juli doet inschrijven, is niet meer ver zekerd mede te kunnen. Om teleur stellingen te voorkomen raden we onzen lezers dus aan zich onmiddel lijk nog op te geven. We vertrekken Maandag 1 Aug. om 10.16 van Nijmegen en gaan onmiddellijk langs den Rijn naar Bazel, waar overnacht wordt. Van Bazel naar Luzern, Om een boottocht over het Vier- woudstedenmeer te maken tot Flüelen. Van daar naar Lugano met een tocht over het sprookjesachtige meer. Door Zwitserland voert onze tocht naar Italië, waar Milaan, Padua en Venetië worden bezocht en mooie uitstapjes op het programma staan. Van Venetië gaat de reis naar Boedapest, waar nu het 9e eeuwfeest wordt gevierd van den eersten heiligen koning van Hongarije, St. Stephanus. OP onze terug reis doen we, alvorens naar het vaderland terug te keeren, nog even Keulen aan. Deze wondere „vacantiedroom" omvat treinen, booten, auto's, logies in voorname hotels, vol ledig pension van drie maaltijden daags. enz. enz. tegen den fabelachtig lagen prijs van f 122 (plus f3 administratiegeld) De reis is berekend op derde klasse trein en 2-persoonskamers. Wie tweede klasse wil reizen geeft een tbeslag van f 23 en wie in alle hotels zich een één-personoskamer wil verzekeren be taalt f 9 extra. Men geve zich op aan de „Vereenigde Ka tholieke Pers", N.Z. Voorburgwal 6573, Am sterdam, telef. 46878, met storting der reissom op gironummer 22884. Naar we vernemen, heeft de familie Taets van Amerongen het historisch kasteel Rens- woude te Renswoude aan den weg Utrecht— Zeist—Woudenberg—Ede—Arnhem als tweede steunpunt afgestaan aan de Stichting „Natio naal Centrum". BATAVIA, 13 Juli (Aneta) Bij gouveme- ments-besluit is het drukken, uitgeven en ver spreiden van het dagblad „Sin tit povoor den duur van acht dagen verboden, op grond van een voortgezette actie (uiting geven aan anti- Japansche gevoelens), welke schadelijk geacht moet worden voor de openbare rust en orde. (Van onzen Parijschen correspondent) Het optimisme, dat na de totstand koming van het accoord in de non interventie-commissie scheen te zullen gaan heerschen, heeft zich niet we ten te handhaven. Niet alleen wordt scep ticisme aan den dag gelegd, of het wel tot uitvoering van dit ongetwijfeld zeer om slachtig accoord van de internationale commissie tot „mystifioatie-met-de-beste- bedoelingen" kan komen, maar ook of de fameuze, onlangs te Rome gesloten overeen komst tusschen Groot-Brittannië en Italië al niet bezig is te overlijden, vóór nog in werking te zijn getreden. Men hoort serieus de vraag stellen, of zich de geschiedenis zal gaan herhalen, die zich voordeed in den aanvang van 1937, toen Groot-Brittannië en Italië het Middellandsche-Zee Gentle- mens-agreement sloten en kort daarop in hun onderlinge verhoudingen een spanning brachten, zooals zich zelfs tijdens het Abes- sinische conflict niet had voorgedaan. De Romeinsche correspondenten der Parij- sche bladen van alle richting constateeren in ieder geval reeds een, zij het nog lichten graad van hernieuwde animositeit tegen Engeland, waarbij Chamberlain persoonlijk wel ontzien zou w'orden, maar toch te verstaan wordt gegeven, dat hij met al zijn goeden wil wel eens niet Opgewassen zou kunnen blijken te zijn tegen de samenspanning van „alle duistere machten" die zijn politiek van verzoening en vredelievend heid schaakmat zoeken te zetten. Deze „duistere machten" zijn natuurlijk aan het werk in de oppositie van Chamberlain's eigen land, maar de voornaamste bondgenooten zouden zij, mogen wij genoemde correspondenten gelooven, toch vinden in Frankrijk. Mussolini houdt Frankrijk nog altijd op het Europeesche zondaarsbankje, de Fransche open bare meening constateert het tot dusverre met gelatenheid en met uitzondering van de linksch- extremistische partijpers, zonder, laten we zeg gen, onhoffelijke woorden met onhoffelijke woorden te vergelden. Niet zoolang geleden heeft een Fransche re porter met zeer rechtsche sympathieën een buitengewoon vleiende biographie aan den Ita- liaanschen dictator gewijd, waarin hij beschrijft, noe hij bij zijn eerst ontmoeting met den gewelde naar zoozeer onder den indruk geraakte, dat hij er bijna flauw van viel: ongevraagd moest hij op een stoel gaan zitten, omdat zijn beenen zich onder hem begaven. In het gesprek, dat volgde, toen hij de spraak weer had terug gekregen, verzekerde Mussolini den reporter, „dat hij tegenover Frankrijk geduldig was geweest". Het zal echter den nuchteren Franschman voor komen, dat Frankrijk veel meer redenen heeft om het zich tot een verdienste te rekenen, dat het tegenover Mussolini zijn geduld heeft Weten te bewaren. Om den omvang dezer verdienste af te me ten, behoeft men zich slechts rekenschap te geven van de enormiteit, gelegen in de Italiaan sche beschuldiging, als zou het aan Frankrijk te wijten zijn, dat het Britsch-Italiaansch ac coord nog niet in werking is getreden. De inwerkingstelling van genoemd accoord is, zooals iedereen weet, uitdrukkelijk afhankelijk gesteld van wat men de „nationalisatie" var den Spaanschen burgeroorlog zou kunnen noe men, met name van het terugtrekken der in de nationalistische gelederen strijdende Ita- liaansche zwarthemden, soldaten en officieren. Een feit is, dat de Italiaansche vrijwilligers nog niet uit Spanje zijn teruggetrokken, zelfs is er met die terugtrekking nog geen „substan tieel" begin gemaakt. Het al of niet vervullen van deze „conditio sine qua non" is echter uiteraard iets, dat geheel bij Mussolini berust. Het is tenslotte niet Frankrijks schuld, dat de Britsche en Italiaansche onderhandelaars zich in April j.l. waarschijnlijk vergist hebben bij het schatten van hetgeen de regeeringsstrijd- krachten in Spanje aan weerstandsvermogen hog in reserve hadden, en dat Mussolini nu vcor de keus staat óf zonder de tenuitvoer legging van het jongste accoord in de non-in- terventie-commissie af te wachten eenzijdig reeds onmiddellijk een substantieel gedeelte der Italiaansche vrijwilligers uit Spanje terug te trekken en zoo het met Groot-Brittannië geslo ten overeenkomst in veiligheid te brengen, ech ter op groot gevaar af de uiteindelijke over winning van de Spaansche nationalisten te vertragen, zooal niet in gevaar te brengen, óf zijn vrijwilligers voorloopig nog maar te laten, waar zij zijn en zoo de vankracht wording van de overeenkomst met Groot-Brittannië onbe perkt uit te stellen, met het risico, dat dit ui- stel op den duur afstel w'ordt. Misschien nog meer dan op deze uitdrukke lijk gestipuleerde voorwaarde voor de in wer king treding van het Britsch-Italiaansche ver drag, legt men in Fransche politieke kringen den nadruk op een andere voorwaarde, welke wel niet uitdrukkelijk is gestipuleerd, maar waarvan de Engelsche onderhandelaars toch op ondubbelzinnige wijze te kennen zouden hebben gegeven, dat zij haar als even essentieel be schouwen. En deze voorwaarde is, dat het Britsch-Italiaansche accoord zou worden aan gevuld met een soortgelijke Fransch-Italiaan- sche overeenkomst. In Fransche politieke kringen leeft waar schijnlijk nog meer dan in Engelsche kringen het oprechte verlangen om met Italië tot een voor beide partijen aanvaardbare regeling van de hangende geschillen te komen, maar dan ook een voor beide partijen aanvaardbare. En dat is begrijpelijk, omdat voor Frankrijk, dat een di recte nabuur van Italië is en welks Noord- Afrikaansche bezittingen in de eerste zóne lig gen van het gebied, waarop eventueel Musso lini's imperialistische expansiedrang zich zou kunnen richten, zulk een regeling van vitaal be lang zou zijn. Zooals men zich herinnert, werd dan ook, zoodra het Britsch-Italiaansch accoord onderteekend was, door Frankrijk het initiatief genomen tot het openen van onderhandelingen met de Italiaansche regeering. Men had reden zich af te vragen, of Frankrijk dit initiatief spontaan nam, overtuigd, dat het gunstige oogenblik was aangebroken, dan wel of het zulks deed onder druk van Engeland cn om de bui- tenlandsche politiek van Chamberlain alle kan sen te geven, maar met sterken innerlijken twij fel aangaande de mogelijkheden van succes. Indeni de Fransche regeering dien innerlijken twijfel heeft gehad, is zij al spoedig door de feiten in het gelijk gesteld. De nog maar ternauwernood geopende preli minaire besprekingen werden al spoedig door de Italiaansche regeering praktisch afgebroken, waarvoor Mussolini in zijn rede te Genua als reden gaf, dat Frankrijk in de Spaansche aan gelegenheid aan den anderen kant van de barri cade stond. Men vraagt zich af, of Mussolini's ongeduld het Britsch-Italiaansche accoord van kracht te zien worden aan den eenen kant, en zijn wei gering, zooal niet geuit in woorden dan toch sprekend uit zijn daden, om een soortgelijk ac coord met Frankrijk af te sluiten aan den an deren kant, niet een manoeuvre is met het doel de twee groote Westersche mogendheden van elkaar te verwijderen, manoeuvre, welke aldus de Temps in zijn officeiuze „Bulletins", bij voor baat tot een zekere mislukking gedoemd zou zijn. Er zijn er hier velen, die geen oogenblik ge twijfeld hebben aan wat zij niet aarzelden te noemen Mussolinis volledige kwade trouw in zijn behandeling van de democratische mogend heden en in het bijzonder van Frankrijk. Wij zouden ons niet gaarne onvoorwaardelijk aan hun zijde scharen. Het valt echter niet te mis kennen; sinds eenigen tijd neemt het getal der genen, die tot dusverre aan Mussolini's volko men goede trouw geloofden, althans deden als of, zienderoogen af. Een blad als de rechtsche „Epoque" schrijft, dat de houding', welke Mussolini de laatste da gen weer heeft aangenomen niets anders is dan ruziezoekerij. Men ia hier ook allerwegen verbolgen be halve natuurlijk in communistische kringen over de gelijkstelling van Sovjet-Rusland en Frankrijk, welke Mussolini in zijn inleiding tot de pas gepubliceerde handelingen de fascistische partij over een kam scheert. Zeer scherp dient de rechtsche „Epoque" den Duce als volgt van antwoord; „Zoo de Italiaansche troepen al inderdaad overwinningen op de troepen van de tegenpartij hebben behaald van de nederlagen willen wij niet spreken dan blijft het toch onjuist te spreken van een historische overwinning op de Fransch-Russische krachten. Er zijn wel Fran schen, die in Spanje vechten, maar het zijn niet de besten. En als er zich niet meer bevinden, is zulks, omdat wij het hebben afgewezen van het buurland een manoeuvregebied te maken, om onze troepen in het handwerk van den dood te oefenen. Want wij waren van oordeel, dat Spanje aan de Spanjaarden behoorde te worden Worden in tal van gemeenten in den lande voorbereidingen getroffen voor een min of meer grootsch opgezet programma van feestelijkheden ter gelegenheid van het Regeeringsjubileum van H. M. de Koningin, in Zeist zal naast de orga nisatie van een feestweek door de plaatselijke Oranje Centrale, een Oranje-Nassau Tentoon stelling in het historische Slot worden gehou den, waarvoor belangstelling uit heel den lande wordt verwacht. Het aan natuurschoon zoo bevoorrechte Zeist toch bezit in het aloude Slot als stichting van Willem van Nassau-Odijk een voortreffelijke gelegenheid voor een nationale tentoonstelling van merkwaardige schilderijen, prenten, beeld jes, penningen etc. betreffende" de historie van het Huis van Oranje Nassau, vanaf den stam vader Prins Willem van Oranje tot heden, nu H. M. de Koningin haar 40-jarig regeerings jubileum gaat herdenken. In 1924 door de gemeente Zeist aangekocht, werd het Slot de laatste jaren geleidelijk ge restaureerd, waardoor het zich met zijn prach- tigen nieuw aangeiegden slottuin en de schit terende uitzichten op de fraaie omgeving in steeds toenemende belangstelling van ingeze tenen en vreemdelingen mag verheugen. Dank zij een actief comité van vooraanstaan de Zeistenaren onder eere-voorzitterschap van den burgemeester, jhr. mr. M. L. van Holthe tot Echten, wordt in dit Slot een Oranje tentoonstelling voorbereid, welke 13 Augus tus zal worden geopend om tot 15 September intact te blijven. Voor deze nationale expositie zal een uitge breide collectie hoogst belangrijke artistieke merkwaardigheden bijeenkomen, verzameld uit heel het vaderland, dank zij de medewerking van vele zijden. Ook heeft H. M. de Koningin goedgekeurd, dat verschillende stukken uit Hare verzamelin gen voor het aangegeven doel kunnen worden .gebruikt. Tal van families uit Zeist en omgeving en ver daarbuiten hebben dit voorbeeld van Hare Majesteit gevolgd en evenzoo vele gemeente besturen en musea, waardoor het comité vooraf al de vreugde kent, het aloude Zeister Slot ge durende een maand dienstbaar te kunnen ma ken aan een doel, dat blijkens een inschrift in de Willem III-zaal zeker de instemming zou hebben van den stichter. De commissie slaagde er in voor een tiental zalen belangwekkend ma teriaal bijeen te kunnen brengen, waaronder dat betreffende den Koning-Stadhouder bestemd wordt voor de statige voormalige eetzaal, waar van de wand nog versierd is met een buste van dezen merkwaardigen Oranjevorst. De commissie mocht een keuze doen uit een tweetal collecties Oranjeportretten, Waarvan één afkomstig uit Friesch familiebezit; zij ver kreeg de medewerking van een der grootste verzamelaars van prenten, die tientallen merk waardige exemplaren ter beschikking stelde Voorts werd nog in de laatste dagen de beschik king verkregen over een merkwaardige nog nimmer tentoongestelde variant van het be kende schilderij in het Mauritshuis, voorstel lende de Prinsen van Oranje op het Buitenhof. Toegezegd werden een pas uit het buitenland gekomen ruiterportret van Frederik Hendrik bij het veroveren van Maastricht, een beeltenis van Willem III met zijn vriend Bentinck, een por tret van Willem V, door dezen geschonken aan een gastheer, die hem gehuisvest had na den overval der Patriotten op Soestdijk, waarbij Christoffel Pullmann het leven liet. Uit lateren tijd een nog onbekend, zeer aan trekkelijk schilderij van de aankomst van Wil lem I te Scheveningen in 1813. Veel en velerlei zal er zijn (e bewonderen in het Oude Slot, dat óp zich zelf reeds een bezoek waard is, maar waar eer. maand lang het nationaal herdenken door aanschouwelijke kunstzinnige herinnering zal teruggaan tot den Vader des Vaderlands en zijn öoorluchte nazaten tot in dezen tijd toe. Ongetwijfeld zal de tentoonstelling een hoogst aantrekkelijk en mogelijk leerzaam beeld kun nen geven van de betrekkingen van Oranje en Nederland, terwijl voor het op goede gronden verwachte Welslagen een gezellige Oud-Holland- sche taveerne met een verrukkelijk terras den bezoekers gelegenheid tot verpoozing zal bieden Verschillende bekende persoonlijkheden ver klaarden zich reeds bereid zitting te nemen in een te vormen Eere-Comité onder presidium van Jhr. Mr. Dr. L. H. N. Bosch Ridder van Rosenthal. Commissaris der Koningin in het Gewest Utrecht. gelaten. Zoo zich echte: het ongeluk voordoet, dat Frankrijk direct wordt aangevallen, dient men er zich rekenschap van te geven, dat het zich eensgezind zou oprichten in een uiterste krachtsinspanning van verzet." Men denkt hier bovendien het zijne van de zuivere bedoelingen van een z.g. ideologisch wereldconflict, met de mogelijkheid waarvan Mussolini zoo gaarne schermt, en waarin men Italië met Duitschland aan de zijde van Japan tegenover de Westersche „plutodemocratieën zou zien strijden. Mussolini dreigt gaarne met de grenzen, welke zelfs het Italiaansche geduld heet te kunnen bereiken. Er beginnen zich echter symptomen voor te doen, die erop wijzen, dat het Fransche geduld, en zeker het Fransche geduld niet alleen, inderdaad op het punt staat uitgeput te raken. En men mag benieuwd zijn, hoe daarop Mussolini zou reageeren. In ieder geval is het verlangen om met Ita lië tot een accoord te geraken van Fran sche zijde sterk bekoeld, nu men de over tuiging heeft, dat, zoolang Mussolini in zjjn politiek geen belangrijke koerswijziging neemt, dit accoord tcch niet een voor beide partijen eervol accoord zou kunnen zijn. Bovendien heeft het geen zin naar een Fransch-Italiaansch accoord te streven, be deeld als een aanvulling op het Britsch-Ita liaansch, nu het juist weer twijfelachtig begint te worden, of dat Britsch-Italiaansche wel binnen afzienbaren tijd, zoo al ooit, in werking zal treden. Verder hebben de Sokol-feesten te Praag de Tsjechische volkskracht getoond en wat meer waard is: het weer ontwaken van de solidari teit van de Kleine Entente, welke ingeslui merd scheen. Dat verhoogt het algemeene weer standsvermogen tegen eventueel» geweldda digheden van de as Rome—Berlijn. Want, daaraan is ondanks alle mooie woorden geen twijfel mogelijk. In het logische Fransche den ken heeft een Italiaansche toenadering slechts zin, wanneer een losser worden van de as Ro meBerlijn daarvan het gevolg is, zoodat Frankrijk in geval van een conflict met Duitschland tenminste van de Italiaansche neutraliteit verzekerd zou zijn. En anders zou Frankrijk slechts de dupe zijn van een Italiaan sche toenadering. Het bezoek, dat de chef van den Italiaan- schen generalen staf dezer dagen aan Duitsch land heeft gebracht, schijnt er juist op te wij zen, dat Mussolini zijn politiek meer nog dan voorheen om de as wil laten wentelen. Het zou dan ook niet te verwonderen zijn, indien van het toenemende verzet, hetwelk in de openbare meening te constateeren valt tegen de Mus- soliniaansche politiek, binnenkort de weerslag te vinden zou zijn in de houding der regeering. Deze heeft bovendien, meer nog dan de En gelsche regeering, rekening te houden met het verzet, dat door de extremisten van links communistische partij, S. F. I. O. en C. G. T. tegen een nuttelcoze politiek van concessies aan den Duce, wordt gevoerd, omdat zij geen deel uitmaken van de oppositie, maar van het Volksfront, hetwelk officieel nog altijd de rr geeringsmeerderheid is. jf— -..A iHnK wt. .issssf vk"^Tï! Dinsdagnamiddag is te Nijmegen in Unitas geopend het tweedaagsch congres van den Ned. R. K. Politiebond St. Michael. De nieuwe voorzitter, de heer P. J. Kruyk uit Amsterdam kon wijzen op vooruitgang van den bond, welke nu 2225 leden telt. Voor geestelijke en stoffelijke belangen werd krachtig gewerkjt. De materieele positie van den politieman leed ook onder den druk der crisis. Er wordt bezui nigd op de politie, de korpsen werden verkleind en juist als men andersom handelde zou men daardoor ook de werkloosheid onder de jonge ren, die met diploma's rondloopen, verminderen. De stichting politie-vakopleiding werkt goed. Men hoopt weldra het politie-staatsexamen te zien ingevoerd. Uit het jaarverslag van den bondssecretaris. den heer C. Leenders bleek, dat voor het onder werp „Ordening bij de politie" veel adhaesie is binnengekomen. De stichting Politievakopleiding van den Ned. R. K. Politiebond, gevestigd te 's-Bosch werkt zeer goed. De Stichting Pastoor van Messelfonds, tot steun voor opleiding van priesterstudenten bezit nu f 19.908,88j* en gaf in 1937 uit f 4.492,89 y, uit. De bondsfinanciën zijn gezond De jaarverslagen werden goedgekeurd. Het systeem van afvloeiing van politieper soneel op 55-jarigen leeftijd, waardoor vooral ook vaders van groote gezinnen worden gedu- peert, werkt zeer onaangenaam. De Bond zal tegen dit systeem de noodige stappen doen. De periodiek aftredende bestuursleden Th. Gerritsen uit Amsterdam, D. Mosse uit 's Bosch en Th. Raaphorst uit Tliburg werden herkozen. Tot regent-bestuurder van het Pastoor Messel fonds werd herkozen de heer C. Leenders uit Nijmegen. Gehuldigd werd de oud-bondsvoorzitter, later bondsambtenaar, de heer E. van Duin. De bondsambtenaar, de heer M. L. A. Klein uit Haarlem, nam ook afscheid. Zijn taak werd overgedragen aan Drs. W. de Kort te Nij megen. Het congres werd verdaagd. De minister van Sociale Zaken deelt mede, dat door een aantal werkgevers in de tricot industrie, alsmede door den Alg. Ned. Bond van Textielarbeiders „De Eendracht", den Ned. R. K. Textielarbeidersbond „St. Lam- bertus" en den Ned. Chr. Textielarbeidersbond „Unitas" is ingediend een verzoek tot verbin dendverklaring van bepalingen van de lande lijke collectieve arbeidsovereenkomst voor de brei- en tricotindustrie. Voorts is door den Ned. Bond van patroons in het steen-, houtgraniet- en kunststeenbe- drijf, den Alg. Ned. Bouwarbeidersbond, den R. K. Bouwvakarbeidersbond „St. Joseph" en den Ned. Chr. Bouwarbeidersbond ingediend een verzoek tot verbindendverklaring van be palingen van de landelijke collectieve arbeids overeenkomst in het steen- en houtgranietbe drijf. Bezwaren tegen inwilliging van bedoelde ver zoeken kunnen schriftelijk worden ingebracht bij den minister van Sociale Zaken vóór of op 1 Augustus. De verzoeken en de desbetreffende collectieve arbeidsovereenkomsten liggen tot en met 1 Augustus voor belanghebbenden ter inzage op de bureelen van de districtshoofden der Ar beidsinspectie te Amsterdam, Haarlem, 's Gra- venhage, Rotterdam, Utrecht, Breda, Maas tricht, Arnhem, Deventer en Groningen. Mededeeling aan den Landbouw: In het etmaal van des avonds 11 tot 's avonds 12 Juli is in Friesland en Groningen de weers gesteldheid critiek geweest voor het optreden van aardappelziekte.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 9