de gemiste aansluiting
R.K. Werklieden
verbond
Onze Premiereis
Optimisme over het non-interventie-
accoord begint te verdwijnen
- •-
PARIJS ONTSTEMD OVER
MUSSOLINI'S HOUDING
WOENSDAG 13 JULI 1938
Algemeene Missiekalender
hij verschijnt 15 Juli
Hoofdpijn - Kiespijn - Gevatte koude
Afscheid van drie veteranen
Driejarenplan voor propaganda
Overmorgen sluit de termijn van
aanmelding voor onze fabel
achtig goedkoope reis door
half Europa naar
Boedapest
„Uw vacantiedroom"
KASTEEL RENSWOUDE
Afgestaan aan de stichting
„Nationaal Centrum"
DAGBLAD VERBODEN
Anti-Japansche gevoelens geuit
Groeiend wantrouwen
in Frankrijk
ORANJE-TENTOONSTELLING
TE ZEIST
In het historische gerestaureerde
Slot
-- m - tv*. w pp
mmmm
R. K. POLITIEMANNEN
Congres van „St. Michaël"
te Nijmegen
VERBINDENDVERKLARING
In brei- en tricot-industrie en het
steen- en houtgranietbedrijf
Aardappelziekte
Het missen van een treinaanslui-
ting op reis kan zeer onaange
naam zijn, maar doorgaans zal het
daardoor ontstane ongerief slechts
neerkomen op een betrekkelijk kort tijd
verlies, vooral sinds in de nieuwe dienst
regeling het aantal treinverbindingen
°P vele belangrijke baanvakken werd
opgevoerd. Wanneer een leerling ko
mend van de lagere school de aanslui
ting op het middelbaar onderwijs mist,
komt hem dat op verlies van een geheel
jaar te staan. Al zijn de huidige omstan
digheden helaas van dien aard, dat het
niet meer van zoo groot belang is of uw
jongen of meisje een jaar vroeger of la
ter, gewapend met de noodige kennis, op
de benauwend enge arbeidsmarkten de
eindelooze rij van sollicitanten gaat
staan, toch kan een jaar tijdverlies in
vele gevallen en om bepaalde en ver
schillende redenen een groot nadeel zoo-
Vel voor de ouders als voor de kinderen
zen beteekenen. Denk slechts aan kinde
ren, die wegens ziekte of andere om
standigheden buiten hun schuld laat
Van de lagere school komen, of aan
ouders, voor wie het van groot gewicht
is, dat de kosten, verbonden aan het
onderwijs hunner kinderen, zoo spoedig
mogelijk komen te vervallen. Al worden
Qie kosten ook naar het inkomen bere
kend, dit neemt niet weg, dat zij voor ve
len een offer beteekenen zóó groot, dat
men het liever niet langer dan strikt
noodzakelijk is wenscht te dragen. Bo
vendien brengt het missen van de aan
sluiting van de lagere school naar het
middelbaar onderwijs vaak de noodza
kelijkheid mee van overgang naar een
speciale voorbereidingsschool, hetgeen
biet zelden met hoogere onkosten ge-
Paard gaat.
Terecht noemt J. H. in „Ons Eigen
Blad" het probleem der aanslui
ting tusschen lagere school en
gymnasium, H.B.S., U.L.O. enz. dan ook
een probleem, dat voor vele scholen, die
niet speciaal voorbereidingsscholen zijn,
heel wat moeilijkheden met zich mee
brengt.
De moeilijkheid zit volgens hem hierin,
dat het gewone program van de volks
school door verschillende inrichtingen
van voortgezet onderwijs niet als vol
doende erkend wordt en dit staat de zoo
noodzakelijke hervorming van ons
Volksonderwijs danig in den weg. Daar
door kan de lagere school niet zich zelf
zijn. De middelbare school legt haar een
voudig eischen voor, waaraan ze zich
Wel moet onderwerpen op straffe van
haar leerlingen straks gedupeerd te zien.
Bovendien zijn de eischen van het
voortgezet onderwijs lang niet voor alle
inrichtingen dezelfde. Een oplossing
meent J. H. te kunnen vinden in het
invoeren van een eindexamen lagere
school, een echt. examen af te leggen
voor een examencommissie van lagere-
schoolmannen onder voorzitterschap van
den inspecteur. Het slagen voor dit
examen zou den leerling dan toegang
moeten kunnen verleenen tot elke soort
van voortgezet onderwijs.
Tegen dit denkbeeld komt in hetzelf
de nummer Fr. S. Rombouts echter met
kracht op. Deze voelt niets voor een
nieuw in te stellen examen, waar er zijns
inziens al veel te veel examens zijn.
Voor het aansluitingsprobleem ziet Fr.
S. Rombouts maar één oplossing. Uit
gaande van de stelling, dat het lager
onderwijs een zelfstandig instituut en
geen prepareer-inrichting voor eenigen
vorm van voortgezet onderwijs is, pleit
hij voor een aansluiting van het voort
gezet onderwijs bij de lagere school
en niet omgekeerd. Wat de volksschool
op haar programma nemen zal, heeft ze
zelf uit te maken, vanuit haar eigen
doelstelling.
„Deze oplossing" aldus schrijft Fr.
Rombouts „lijkt op het ei van Columbus
of op den befaamden Gordiaanschen
knoop, in elk geval wel erg simplistisch,
na het eindeloos geharrewar dat velen
onzer met meer of minder ergernis heb
ben meegemaakt. Maar er bestaat geen
andere. En ze is volkomen logisch! Wie
een huis bouwt, prakkezeert geen eerste
verdieping onder de tweede, maar zet de
tweede op de eerste. De middelbare
school heeft de leerlingen te aanvaar
den, zooals de lagere ze aflevert, gelijk
deze ze eenvoudig te nemen heeft uit
gezin en kleuterschool, zónder eenig
recht om eischen van kennis of vaardig
heid te stellen".
Wij voelen veel voor de oplossing,
welke Frater Rombouts als de eenig mo
gelijke aan de hand doet, al zijn de
door hem gebruikte vergelijkingen meer
pakkend dan juist. Immers om een
tweede verdieping op de eerste te kun
nen zetten, moet deze eerste zóó gecon
strueerd zijn, dat zij zoo geen voorberei
ding dan toch een deugdelijke basis
voor verderen uit- of opbouw biedt. Dat
de lagere school de kinderen heeft te ac
cepteeren zooals zij ze krijgt, spreekt
vanzelf, aangezien de wet de lagere
school verplichtend heeft gesteld voor
ieder kind en het lager onderwijs er op
gericht is den kinderen het elementair
noodzakelijke onderricht te geven. Maar
even vanzelfsprekend is het o.i., dat het
voortgezet onderwijs het recht heeft
door het stellen van bepaalde eischen
en criteria alleen de voor dat onderwijs
geschikte leerlingen uit de massa vol
tooide lagere-scholieren toe te laten Naar
cnze meening zou de oplossing van het
aansluitingsprobleem zeer wel gevonden
kunnen worden door een tweezijdige
aanpassing, waarbij het lager onderwijs
niets van haar zelfstandigheid behoeft
in te boeten en zelfs van die aanpassing
zou kunnen profiteeren. Het lager on
derwijs dient voor den gemiddelden leer
ling als regel de mogelijkheid te schep
pen desgewenscht over te gaan naar het
voortgezet onderwijs, en het voortgezet
onderwijs dient er zich op in te stellen,
dat een gemiddelde leerling, die de la
gere school behoorlijk heeft doorloopen,
zijn aanvangslessen normaal kan vol
gen.
Mijnhardtjes (dit zijn hartvormige cachets) helpen snel en goed. Doos 50 ct. ProefdooslO ct.
In de Dinsdag voortgezette vergadering van
het R. K. Werkliedenverbond op de H. Land
stichting bij Nijmegen werd o.m. meegedeeld,
dat een commissie is samengesteld, die het
vraagstuk der beroeps- of bedrijfsgewijze orga
nisatie in studie heeft genomen, en ook, dat
inmiddels te Utrecht grond is aangekocht van
de gemeente tot stichting van een nieuw ge-
houw voor de beweging.
Verscheidene sprekers voerden hierna het
Woord, waarbij o.m. een fel protest werd ge
vraagd tegen de houding van een gedeelte der
bers en anderen in de bekende kwestie Oss,
Welke vraag met applaus werd beantwoord.
Besproken werd verder het dwangsysteem
Waarbij werklooze arbeiders gedwongen worden,
hr Duitschland te gaan werken.
Verder werd vanuit de vergadering met klem
ingedrongen op de instelling van commissies
Van cverleg in de werkverschaffingen, teneinde
he vele en herhaalde plaatselijke moeilijkheden
h? regelen.
De heer De Bruyn, die de verschillende spre
kers beantwoordde, deelde omtrent dit laatste
bunt mede, dat de minister weliswaar in de
Eerste Kamer had toegezegd, dit denkbeeld in
overweging te willen nemen, doch dat het geen
steun vond bij de andere organisaties, noch bij
he betrokken departementsambtenaren.
Hierna werd gepauzeerd, waarna een kleine
tentoonstelling werd bezichtigd, gewijd aan
nieuwe vormen van propaganda.
In de middagvergadering sprak voorzitter De
Eriiyn allereerst een woord van afscheid tot
hvie leden, die het werk aan het Verbond heb
ben
te
neergelegd om hun otium cum dignitate in
gaan: de heeren Braam uit Gendt (O. Bet.)
Mulders uit Nijmegen en Vollaerts uit Utrecht.
resP- oud-voorvechters van den R. K. Steen-
tabrieksarbeidersbond, van den R. K, Bond van
Overheidspersoneel, en van den R. K. Bouw-
Vakarbeidersbond.
Aan alle drie „oud-gedienden" werd vervol-
eens de bekende plaquette van den bond uit-
V„rei'ct ter blijvende herinnering aan hun om-
ei Agrijke verdiensten voor den bond, waarvoor
K der onderscheidenen hartelijk dankte,
j e geestelijke adviseur van het verbond, mgr
tr .ffSchaik> sprak hierna nog een kort, maai
Wantod afscheidswoord tot de „veteranen".
0]J higr. er op wees, dat de bezieling en de
liefde van deze ouderen een voorbeeld moest
zijn en blijven voor de jongeren.
Vervolgens hield de heer J. Asberg een inlei
ding over een ontworpen plan voor een gecen
traliseerde propaganda-actie.
Spr. wees er op, dat tot aan de twintigste
eeuw' de beteekenis en de macht der reclame
niet bewust werden gebruikt, doch dat hierin
sindsdien verandering is gekomen. Met tal var.
voorbeelden wees spr. er op, dat de wilsbeïn-
vloeding van den mensch systematisch en met
groote kracht wordt doorgevoerd.
Naar aanleiding hiervan propageerde spr.
met groote overtuiging de wenschelijkheid, dat
het verbond evenzoo systematisch en met kracht
er toe zou overgaan, een goed gecentraliseerde
propaganda-actie te gaan voeren.
De congressisten brachten na deze interes
sante inleiding een bezoek aan de tentoonstel
ling voor de propaganda in het bijzonder voor
de affiches. Hier was een goede gelegenheid
om vergelijkingen te maken tusschen Fransche,
Engelsche, Zweedsche, Spaansche en Nederland-
sche affiches voor de propaganda der vakbewe
ging en sociale actie.
Hier was voor onze Nederlandsche affiche
kunst zooals die in onze vereenigingen toege
past wordt wel wat te leeren. Meer spreken
de platen zouden op de massa dieperen indruk
maken.
Ongetwijfeld zal Herwonnen Levenskracht
wel den juisten toon "Weten te treffen.
De heer A. C. de Bruyn verdedigde bij her
vatting van de vergadering het propaganda-
plan J. Asberg. Het plan is per jaar, en dat drie
jaar lang, 50.000 voor de propaganda beschik
baar te stellen.
Principieel waren de meeste afgevaardigden
voor dit plan, maar hadden financieele bezwaren,
Geapprecieerd het groote doel van deze actie
om heel het katholieke volk van Nederland
de overtuiging bij te brengen, dat Wij moe
ten opgaan naar de stichting van een nieu
we gemeenschap in den geest en op de grond
slagen van Quadragesimo Anno.
De voorzitter, de heer A. C. de Bruyn, con
cludeerde, dat alle afgevaardigden principieel
het eens waren.
Met dit plan moeten wij probeeren het Neder
landsche volk voor onze plannen te winnen
en dan zal het ledental ook vanzelf toenemen.
De financieele lasten zijn onderling te dragen
voor een groot wereldideaal.
Na nadere verdediging van het plan door
den heer J. Asberg werd gestemd over het
Verbonds-propagandavoorstel, dat werd
aangenomen met 30 tegen 7 stemmen.
Het congres werd hierop verdaagd tot Woens
dagmorgen half tien.
De tijd uwer beslissing, of u óók
genieten zult van het zeldzame aan
bod eener reis door half Europa
voor slechts f 122.van 1 tot en
met 14 Augustus, nadert snel. Nog
twee dagen en dan sluit de termijn
van aanmelding. Wie zich na 1 5 Juli
doet inschrijven, is niet meer ver
zekerd mede te kunnen. Om teleur
stellingen te voorkomen raden we
onzen lezers dus aan zich onmiddel
lijk nog op te geven.
We vertrekken Maandag 1 Aug. om 10.16 van
Nijmegen en gaan onmiddellijk langs den Rijn
naar Bazel, waar overnacht wordt. Van Bazel
naar Luzern, Om een boottocht over het Vier-
woudstedenmeer te maken tot Flüelen. Van
daar naar Lugano met een tocht over het
sprookjesachtige meer. Door Zwitserland voert
onze tocht naar Italië, waar Milaan, Padua en
Venetië worden bezocht en mooie uitstapjes op
het programma staan. Van Venetië gaat de
reis naar Boedapest, waar nu het 9e eeuwfeest
wordt gevierd van den eersten heiligen koning
van Hongarije, St. Stephanus. OP onze terug
reis doen we, alvorens naar het vaderland terug
te keeren, nog even Keulen aan.
Deze wondere „vacantiedroom" omvat treinen,
booten, auto's, logies in voorname hotels, vol
ledig pension van drie maaltijden daags. enz.
enz. tegen den fabelachtig lagen prijs van f 122
(plus f3 administratiegeld)
De reis is berekend op derde klasse trein en
2-persoonskamers. Wie tweede klasse wil reizen
geeft een tbeslag van f 23 en wie in alle hotels
zich een één-personoskamer wil verzekeren be
taalt f 9 extra.
Men geve zich op aan de „Vereenigde Ka
tholieke Pers", N.Z. Voorburgwal 6573, Am
sterdam, telef. 46878, met storting der reissom
op gironummer 22884.
Naar we vernemen, heeft de familie Taets
van Amerongen het historisch kasteel Rens-
woude te Renswoude aan den weg Utrecht—
Zeist—Woudenberg—Ede—Arnhem als tweede
steunpunt afgestaan aan de Stichting „Natio
naal Centrum".
BATAVIA, 13 Juli (Aneta) Bij gouveme-
ments-besluit is het drukken, uitgeven en ver
spreiden van het dagblad „Sin tit povoor den
duur van acht dagen verboden, op grond van
een voortgezette actie (uiting geven aan anti-
Japansche gevoelens), welke schadelijk geacht
moet worden voor de openbare rust en orde.
(Van onzen Parijschen correspondent)
Het optimisme, dat na de totstand
koming van het accoord in de non
interventie-commissie scheen te
zullen gaan heerschen, heeft zich niet we
ten te handhaven. Niet alleen wordt scep
ticisme aan den dag gelegd, of het wel tot
uitvoering van dit ongetwijfeld zeer om
slachtig accoord van de internationale
commissie tot „mystifioatie-met-de-beste-
bedoelingen" kan komen, maar ook of de
fameuze, onlangs te Rome gesloten overeen
komst tusschen Groot-Brittannië en Italië
al niet bezig is te overlijden, vóór nog in
werking te zijn getreden. Men hoort serieus
de vraag stellen, of zich de geschiedenis zal
gaan herhalen, die zich voordeed in den
aanvang van 1937, toen Groot-Brittannië
en Italië het Middellandsche-Zee Gentle-
mens-agreement sloten en kort daarop in
hun onderlinge verhoudingen een spanning
brachten, zooals zich zelfs tijdens het Abes-
sinische conflict niet had voorgedaan.
De Romeinsche correspondenten der Parij-
sche bladen van alle richting constateeren in
ieder geval reeds een, zij het nog lichten graad
van hernieuwde animositeit tegen Engeland,
waarbij Chamberlain persoonlijk wel ontzien zou
w'orden, maar toch te verstaan wordt gegeven,
dat hij met al zijn goeden wil wel eens niet
Opgewassen zou kunnen blijken te zijn tegen de
samenspanning van „alle duistere machten"
die zijn politiek van verzoening en vredelievend
heid schaakmat zoeken te zetten. Deze „duistere
machten" zijn natuurlijk aan het werk in de
oppositie van Chamberlain's eigen land, maar
de voornaamste bondgenooten zouden zij, mogen
wij genoemde correspondenten gelooven, toch
vinden in Frankrijk.
Mussolini houdt Frankrijk nog altijd op het
Europeesche zondaarsbankje, de Fransche open
bare meening constateert het tot dusverre met
gelatenheid en met uitzondering van de linksch-
extremistische partijpers, zonder, laten we zeg
gen, onhoffelijke woorden met onhoffelijke
woorden te vergelden.
Niet zoolang geleden heeft een Fransche re
porter met zeer rechtsche sympathieën een
buitengewoon vleiende biographie aan den Ita-
liaanschen dictator gewijd, waarin hij beschrijft,
noe hij bij zijn eerst ontmoeting met den gewelde
naar zoozeer onder den indruk geraakte, dat hij
er bijna flauw van viel: ongevraagd moest hij
op een stoel gaan zitten, omdat zijn beenen zich
onder hem begaven. In het gesprek, dat volgde,
toen hij de spraak weer had terug gekregen,
verzekerde Mussolini den reporter, „dat hij
tegenover Frankrijk geduldig was geweest".
Het zal echter den nuchteren Franschman voor
komen, dat Frankrijk veel meer redenen heeft
om het zich tot een verdienste te rekenen, dat
het tegenover Mussolini zijn geduld heeft Weten
te bewaren.
Om den omvang dezer verdienste af te me
ten, behoeft men zich slechts rekenschap te
geven van de enormiteit, gelegen in de Italiaan
sche beschuldiging, als zou het aan Frankrijk
te wijten zijn, dat het Britsch-Italiaansch ac
coord nog niet in werking is getreden.
De inwerkingstelling van genoemd accoord is,
zooals iedereen weet, uitdrukkelijk afhankelijk
gesteld van wat men de „nationalisatie" var
den Spaanschen burgeroorlog zou kunnen noe
men, met name van het terugtrekken der in
de nationalistische gelederen strijdende Ita-
liaansche zwarthemden, soldaten en officieren.
Een feit is, dat de Italiaansche vrijwilligers
nog niet uit Spanje zijn teruggetrokken, zelfs
is er met die terugtrekking nog geen „substan
tieel" begin gemaakt. Het al of niet vervullen
van deze „conditio sine qua non" is echter
uiteraard iets, dat geheel bij Mussolini berust.
Het is tenslotte niet Frankrijks schuld, dat de
Britsche en Italiaansche onderhandelaars zich
in April j.l. waarschijnlijk vergist hebben bij
het schatten van hetgeen de regeeringsstrijd-
krachten in Spanje aan weerstandsvermogen
hog in reserve hadden, en dat Mussolini nu
vcor de keus staat óf zonder de tenuitvoer
legging van het jongste accoord in de non-in-
terventie-commissie af te wachten eenzijdig
reeds onmiddellijk een substantieel gedeelte der
Italiaansche vrijwilligers uit Spanje terug te
trekken en zoo het met Groot-Brittannië geslo
ten overeenkomst in veiligheid te brengen, ech
ter op groot gevaar af de uiteindelijke over
winning van de Spaansche nationalisten te
vertragen, zooal niet in gevaar te brengen, óf
zijn vrijwilligers voorloopig nog maar te laten,
waar zij zijn en zoo de vankracht wording van
de overeenkomst met Groot-Brittannië onbe
perkt uit te stellen, met het risico, dat dit ui-
stel op den duur afstel w'ordt.
Misschien nog meer dan op deze uitdrukke
lijk gestipuleerde voorwaarde voor de in wer
king treding van het Britsch-Italiaansche ver
drag, legt men in Fransche politieke kringen
den nadruk op een andere voorwaarde, welke
wel niet uitdrukkelijk is gestipuleerd, maar
waarvan de Engelsche onderhandelaars toch op
ondubbelzinnige wijze te kennen zouden hebben
gegeven, dat zij haar als even essentieel be
schouwen. En deze voorwaarde is, dat het
Britsch-Italiaansche accoord zou worden aan
gevuld met een soortgelijke Fransch-Italiaan-
sche overeenkomst.
In Fransche politieke kringen leeft waar
schijnlijk nog meer dan in Engelsche kringen
het oprechte verlangen om met Italië tot een
voor beide partijen aanvaardbare regeling van
de hangende geschillen te komen, maar dan ook
een voor beide partijen aanvaardbare. En dat is
begrijpelijk, omdat voor Frankrijk, dat een di
recte nabuur van Italië is en welks Noord-
Afrikaansche bezittingen in de eerste zóne lig
gen van het gebied, waarop eventueel Musso
lini's imperialistische expansiedrang zich zou
kunnen richten, zulk een regeling van vitaal be
lang zou zijn. Zooals men zich herinnert, werd
dan ook, zoodra het Britsch-Italiaansch accoord
onderteekend was, door Frankrijk het initiatief
genomen tot het openen van onderhandelingen
met de Italiaansche regeering. Men had reden
zich af te vragen, of Frankrijk dit initiatief
spontaan nam, overtuigd, dat het gunstige
oogenblik was aangebroken, dan wel of het zulks
deed onder druk van Engeland cn om de bui-
tenlandsche politiek van Chamberlain alle kan
sen te geven, maar met sterken innerlijken twij
fel aangaande de mogelijkheden van succes.
Indeni de Fransche regeering dien innerlijken
twijfel heeft gehad, is zij al spoedig door de
feiten in het gelijk gesteld.
De nog maar ternauwernood geopende preli
minaire besprekingen werden al spoedig door de
Italiaansche regeering praktisch afgebroken,
waarvoor Mussolini in zijn rede te Genua als
reden gaf, dat Frankrijk in de Spaansche aan
gelegenheid aan den anderen kant van de barri
cade stond.
Men vraagt zich af, of Mussolini's ongeduld
het Britsch-Italiaansche accoord van kracht te
zien worden aan den eenen kant, en zijn wei
gering, zooal niet geuit in woorden dan toch
sprekend uit zijn daden, om een soortgelijk ac
coord met Frankrijk af te sluiten aan den an
deren kant, niet een manoeuvre is met het doel
de twee groote Westersche mogendheden van
elkaar te verwijderen, manoeuvre, welke aldus
de Temps in zijn officeiuze „Bulletins", bij voor
baat tot een zekere mislukking gedoemd zou
zijn.
Er zijn er hier velen, die geen oogenblik ge
twijfeld hebben aan wat zij niet aarzelden te
noemen Mussolinis volledige kwade trouw in
zijn behandeling van de democratische mogend
heden en in het bijzonder van Frankrijk. Wij
zouden ons niet gaarne onvoorwaardelijk aan
hun zijde scharen. Het valt echter niet te mis
kennen; sinds eenigen tijd neemt het getal der
genen, die tot dusverre aan Mussolini's volko
men goede trouw geloofden, althans deden als
of, zienderoogen af.
Een blad als de rechtsche „Epoque" schrijft,
dat de houding', welke Mussolini de laatste da
gen weer heeft aangenomen niets anders is dan
ruziezoekerij.
Men ia hier ook allerwegen verbolgen be
halve natuurlijk in communistische kringen
over de gelijkstelling van Sovjet-Rusland en
Frankrijk, welke Mussolini in zijn inleiding tot
de pas gepubliceerde handelingen de fascistische
partij over een kam scheert.
Zeer scherp dient de rechtsche „Epoque" den
Duce als volgt van antwoord;
„Zoo de Italiaansche troepen al inderdaad
overwinningen op de troepen van de tegenpartij
hebben behaald van de nederlagen willen wij
niet spreken dan blijft het toch onjuist te
spreken van een historische overwinning op de
Fransch-Russische krachten. Er zijn wel Fran
schen, die in Spanje vechten, maar het zijn niet
de besten. En als er zich niet meer bevinden, is
zulks, omdat wij het hebben afgewezen van het
buurland een manoeuvregebied te maken, om
onze troepen in het handwerk van den dood te
oefenen. Want wij waren van oordeel, dat
Spanje aan de Spanjaarden behoorde te worden
Worden in tal van gemeenten in den lande
voorbereidingen getroffen voor een min of meer
grootsch opgezet programma van feestelijkheden
ter gelegenheid van het Regeeringsjubileum van
H. M. de Koningin, in Zeist zal naast de orga
nisatie van een feestweek door de plaatselijke
Oranje Centrale, een Oranje-Nassau Tentoon
stelling in het historische Slot worden gehou
den, waarvoor belangstelling uit heel den lande
wordt verwacht.
Het aan natuurschoon zoo bevoorrechte Zeist
toch bezit in het aloude Slot als stichting van
Willem van Nassau-Odijk een voortreffelijke
gelegenheid voor een nationale tentoonstelling
van merkwaardige schilderijen, prenten, beeld
jes, penningen etc. betreffende" de historie van
het Huis van Oranje Nassau, vanaf den stam
vader Prins Willem van Oranje tot heden, nu
H. M. de Koningin haar 40-jarig regeerings
jubileum gaat herdenken.
In 1924 door de gemeente Zeist aangekocht,
werd het Slot de laatste jaren geleidelijk ge
restaureerd, waardoor het zich met zijn prach-
tigen nieuw aangeiegden slottuin en de schit
terende uitzichten op de fraaie omgeving in
steeds toenemende belangstelling van ingeze
tenen en vreemdelingen mag verheugen.
Dank zij een actief comité van vooraanstaan
de Zeistenaren onder eere-voorzitterschap van
den burgemeester, jhr. mr. M. L. van Holthe
tot Echten, wordt in dit Slot een Oranje
tentoonstelling voorbereid, welke 13 Augus
tus zal worden geopend om tot 15 September
intact te blijven.
Voor deze nationale expositie zal een uitge
breide collectie hoogst belangrijke artistieke
merkwaardigheden bijeenkomen, verzameld uit
heel het vaderland, dank zij de medewerking
van vele zijden.
Ook heeft H. M. de Koningin goedgekeurd,
dat verschillende stukken uit Hare verzamelin
gen voor het aangegeven doel kunnen worden
.gebruikt.
Tal van families uit Zeist en omgeving en
ver daarbuiten hebben dit voorbeeld van Hare
Majesteit gevolgd en evenzoo vele gemeente
besturen en musea, waardoor het comité vooraf
al de vreugde kent, het aloude Zeister Slot ge
durende een maand dienstbaar te kunnen ma
ken aan een doel, dat blijkens een inschrift in
de Willem III-zaal zeker de instemming zou
hebben van den stichter. De commissie slaagde
er in voor een tiental zalen belangwekkend ma
teriaal bijeen te kunnen brengen, waaronder dat
betreffende den Koning-Stadhouder bestemd
wordt voor de statige voormalige eetzaal, waar
van de wand nog versierd is met een buste van
dezen merkwaardigen Oranjevorst.
De commissie mocht een keuze doen uit een
tweetal collecties Oranjeportretten, Waarvan
één afkomstig uit Friesch familiebezit; zij ver
kreeg de medewerking van een der grootste
verzamelaars van prenten, die tientallen merk
waardige exemplaren ter beschikking stelde
Voorts werd nog in de laatste dagen de beschik
king verkregen over een merkwaardige nog
nimmer tentoongestelde variant van het be
kende schilderij in het Mauritshuis, voorstel
lende de Prinsen van Oranje op het Buitenhof.
Toegezegd werden een pas uit het buitenland
gekomen ruiterportret van Frederik Hendrik bij
het veroveren van Maastricht, een beeltenis van
Willem III met zijn vriend Bentinck, een por
tret van Willem V, door dezen geschonken aan
een gastheer, die hem gehuisvest had na den
overval der Patriotten op Soestdijk, waarbij
Christoffel Pullmann het leven liet.
Uit lateren tijd een nog onbekend, zeer aan
trekkelijk schilderij van de aankomst van Wil
lem I te Scheveningen in 1813. Veel en velerlei
zal er zijn (e bewonderen in het Oude Slot, dat
óp zich zelf reeds een bezoek waard is, maar
waar eer. maand lang het nationaal herdenken
door aanschouwelijke kunstzinnige herinnering
zal teruggaan tot den Vader des Vaderlands en
zijn öoorluchte nazaten tot in dezen tijd toe.
Ongetwijfeld zal de tentoonstelling een hoogst
aantrekkelijk en mogelijk leerzaam beeld kun
nen geven van de betrekkingen van Oranje en
Nederland, terwijl voor het op goede gronden
verwachte Welslagen een gezellige Oud-Holland-
sche taveerne met een verrukkelijk terras den
bezoekers gelegenheid tot verpoozing zal bieden
Verschillende bekende persoonlijkheden ver
klaarden zich reeds bereid zitting te nemen in
een te vormen Eere-Comité onder presidium
van Jhr. Mr. Dr. L. H. N. Bosch Ridder van
Rosenthal. Commissaris der Koningin in het
Gewest Utrecht.
gelaten. Zoo zich echte: het ongeluk voordoet,
dat Frankrijk direct wordt aangevallen, dient
men er zich rekenschap van te geven, dat het
zich eensgezind zou oprichten in een uiterste
krachtsinspanning van verzet."
Men denkt hier bovendien het zijne van de
zuivere bedoelingen van een z.g. ideologisch
wereldconflict, met de mogelijkheid waarvan
Mussolini zoo gaarne schermt, en waarin men
Italië met Duitschland aan de zijde van Japan
tegenover de Westersche „plutodemocratieën
zou zien strijden.
Mussolini dreigt gaarne met de grenzen,
welke zelfs het Italiaansche geduld heet te
kunnen bereiken. Er beginnen zich echter
symptomen voor te doen, die erop wijzen, dat
het Fransche geduld, en zeker het Fransche
geduld niet alleen, inderdaad op het punt staat
uitgeput te raken. En men mag benieuwd zijn,
hoe daarop Mussolini zou reageeren.
In ieder geval is het verlangen om met Ita
lië tot een accoord te geraken van Fran
sche zijde sterk bekoeld, nu men de over
tuiging heeft, dat, zoolang Mussolini in zjjn
politiek geen belangrijke koerswijziging neemt,
dit accoord tcch niet een voor beide partijen
eervol accoord zou kunnen zijn.
Bovendien heeft het geen zin naar een
Fransch-Italiaansch accoord te streven, be
deeld als een aanvulling op het Britsch-Ita
liaansch, nu het juist weer twijfelachtig begint
te worden, of dat Britsch-Italiaansche wel
binnen afzienbaren tijd, zoo al ooit, in werking
zal treden.
Verder hebben de Sokol-feesten te Praag de
Tsjechische volkskracht getoond en wat meer
waard is: het weer ontwaken van de solidari
teit van de Kleine Entente, welke ingeslui
merd scheen. Dat verhoogt het algemeene weer
standsvermogen tegen eventueel» geweldda
digheden van de as Rome—Berlijn. Want,
daaraan is ondanks alle mooie woorden geen
twijfel mogelijk. In het logische Fransche den
ken heeft een Italiaansche toenadering slechts
zin, wanneer een losser worden van de as Ro
meBerlijn daarvan het gevolg is, zoodat
Frankrijk in geval van een conflict met
Duitschland tenminste van de Italiaansche
neutraliteit verzekerd zou zijn. En anders zou
Frankrijk slechts de dupe zijn van een Italiaan
sche toenadering.
Het bezoek, dat de chef van den Italiaan-
schen generalen staf dezer dagen aan Duitsch
land heeft gebracht, schijnt er juist op te wij
zen, dat Mussolini zijn politiek meer nog dan
voorheen om de as wil laten wentelen. Het zou
dan ook niet te verwonderen zijn, indien van
het toenemende verzet, hetwelk in de openbare
meening te constateeren valt tegen de Mus-
soliniaansche politiek, binnenkort de weerslag te
vinden zou zijn in de houding der regeering.
Deze heeft bovendien, meer nog dan de En
gelsche regeering, rekening te houden met het
verzet, dat door de extremisten van links
communistische partij, S. F. I. O. en C. G. T.
tegen een nuttelcoze politiek van concessies
aan den Duce, wordt gevoerd, omdat zij geen
deel uitmaken van de oppositie, maar van het
Volksfront, hetwelk officieel nog altijd de rr
geeringsmeerderheid is.
jf— -..A
iHnK wt. .issssf vk"^Tï!
Dinsdagnamiddag is te Nijmegen in Unitas
geopend het tweedaagsch congres van den Ned.
R. K. Politiebond St. Michael.
De nieuwe voorzitter, de heer P. J. Kruyk uit
Amsterdam kon wijzen op vooruitgang van den
bond, welke nu 2225 leden telt. Voor geestelijke
en stoffelijke belangen werd krachtig gewerkjt.
De materieele positie van den politieman leed
ook onder den druk der crisis. Er wordt bezui
nigd op de politie, de korpsen werden verkleind
en juist als men andersom handelde zou men
daardoor ook de werkloosheid onder de jonge
ren, die met diploma's rondloopen, verminderen.
De stichting politie-vakopleiding werkt goed.
Men hoopt weldra het politie-staatsexamen te
zien ingevoerd.
Uit het jaarverslag van den bondssecretaris.
den heer C. Leenders bleek, dat voor het onder
werp „Ordening bij de politie" veel adhaesie is
binnengekomen.
De stichting Politievakopleiding van den Ned.
R. K. Politiebond, gevestigd te 's-Bosch werkt
zeer goed. De Stichting Pastoor van Messelfonds,
tot steun voor opleiding van priesterstudenten
bezit nu f 19.908,88j* en gaf in 1937 uit
f 4.492,89 y, uit. De bondsfinanciën zijn gezond
De jaarverslagen werden goedgekeurd.
Het systeem van afvloeiing van politieper
soneel op 55-jarigen leeftijd, waardoor vooral
ook vaders van groote gezinnen worden gedu-
peert, werkt zeer onaangenaam. De Bond zal
tegen dit systeem de noodige stappen doen.
De periodiek aftredende bestuursleden Th.
Gerritsen uit Amsterdam, D. Mosse uit 's Bosch
en Th. Raaphorst uit Tliburg werden herkozen.
Tot regent-bestuurder van het Pastoor Messel
fonds werd herkozen de heer C. Leenders uit
Nijmegen.
Gehuldigd werd de oud-bondsvoorzitter, later
bondsambtenaar, de heer E. van Duin.
De bondsambtenaar, de heer M. L. A.
Klein uit Haarlem, nam ook afscheid. Zijn taak
werd overgedragen aan Drs. W. de Kort te Nij
megen. Het congres werd verdaagd.
De minister van Sociale Zaken deelt mede,
dat door een aantal werkgevers in de tricot
industrie, alsmede door den Alg. Ned. Bond
van Textielarbeiders „De Eendracht", den
Ned. R. K. Textielarbeidersbond „St. Lam-
bertus" en den Ned. Chr. Textielarbeidersbond
„Unitas" is ingediend een verzoek tot verbin
dendverklaring van bepalingen van de lande
lijke collectieve arbeidsovereenkomst voor de
brei- en tricotindustrie.
Voorts is door den Ned. Bond van patroons
in het steen-, houtgraniet- en kunststeenbe-
drijf, den Alg. Ned. Bouwarbeidersbond, den
R. K. Bouwvakarbeidersbond „St. Joseph" en
den Ned. Chr. Bouwarbeidersbond ingediend
een verzoek tot verbindendverklaring van be
palingen van de landelijke collectieve arbeids
overeenkomst in het steen- en houtgranietbe
drijf.
Bezwaren tegen inwilliging van bedoelde ver
zoeken kunnen schriftelijk worden ingebracht
bij den minister van Sociale Zaken vóór of op
1 Augustus.
De verzoeken en de desbetreffende collectieve
arbeidsovereenkomsten liggen tot en met 1
Augustus voor belanghebbenden ter inzage op
de bureelen van de districtshoofden der Ar
beidsinspectie te Amsterdam, Haarlem, 's Gra-
venhage, Rotterdam, Utrecht, Breda, Maas
tricht, Arnhem, Deventer en Groningen.
Mededeeling aan den Landbouw:
In het etmaal van des avonds 11 tot 's avonds
12 Juli is in Friesland en Groningen de weers
gesteldheid critiek geweest voor het optreden
van aardappelziekte.