UIT DEN OMTREK <?£ef vcdaal van den da§ H De avonturen van een verkeersazentje s*dr "V 411 J WOENSDAG 27 JULI 1938 SCHAEFERS Li LLI PUTTER-TROUPE KOMT VRIJDAG IN REMBRANDT. BENNEBROEK BEVERWIJK VERBETERING VELSERWEG NADERT HAAR VOLTOOIING VACANTIE-TOCHT R.K. VOLKSBOND KOE NAM EEN BAD IN DE HAVEN Kennemer Zwemclub BLOEMENDAAL HEEMSTEDE HILLEGOM Monument vernield Het was opgericht ter nagedach tenis van Schuschnigg's echtgenoote Narcotica-smokkelarij in Frankrijk Een wijdvertakte bende op het spoor gekomen Hoofdakte-examen Geen bedreiging van Gibraltar gevreesd Journalist uit Italië gewezen Bevolking ■jzq Tien jaar opsluiting HOOG BEZOEK AAN LEERDAM CRICKET IN ENGELAND DOOR CHARLES GARVICE hoofdstuk vxii Bevolking: De bevolking bedroeg op 31 De cember 1936: 2644 zielen. Er werden 26 jongens en 22 meisjes geboren, er overleden 16 mannen en 27 vrouwen, er vestigden zich 137 mannen en 194 vrouwen, er vertrokken 141 mannen en 187 vrouwen, zoodat de bevolking op 31 Decem ber 1937 bedroeg: 1215 mannen en 1437 vrouwen, 'totaal 2652. De verbreeding en moderniseering van den Velserweg is thans zoover gevorderd, dat bin nenkort aan het werk, de laatste hand kan wor den gelegd. Doordat dit belangrijke werk juist in het drukke seizoen tot stand moest worden ge bracht, heeft het verkeer wel eenige belemme ring ondervonden, doch met des te meer vol doening wordt thans het mooie en breede wegdek bereden, dat de oude smalle keien bestrating heeft vervangen. Op het oogenblik wordt druk gewerkt aan de voltooiing van de betegelde rijwielpaden en trottoirs, die aan beide zijden zijn aangelegd. Een verbetering, die wielrijders en wandelaars eveneens naar waarde zullen schatten, want bij de oude situatie was er voor hen practisch geen plaats. Het gemeentebestuur en de Rijksarchitect hebben hier in samenwerking een verbetering tot stand gebracht, die, gelet op de groote be- teekenis van dezen snelverkeersweg, van groot belang is, ook voor de toekomst. Want ook na de totstandkoming van den pri- mairen weg zal de Velserweg een voorname functie hebben als verbindingsweg tusschen Beverwijk en den tunnel, Velsen-Noord en de pontveren. Naar het bestuur van den R.K. Volksbond ons mededeelt zal de vacantie-tocht voor de kinderen der leden, op Dinsdag 2 Augustus a.s., niet met autobussen, doch per boot ge maakt worden. Kaarten kunnen heden- en morgenavond tot half negen in het K. S. A.-gebouw worden af gehaald. Nadere bijzonderheden, omtrent plaats van samenkomst enz. zullen in ons blad van a.s. Zaterdag worden medegedeeld. Gistermorgen in de vroegte, ontdekte een voorbijganger tot zijn verbazing, dat een koe in het water van de buitenhaven zwom. Onder hevig gesnuif trachtte het dier het gehoornde hoofd boven water te houden, maar het was duidelijk, dat het deze sport niet lang kon uit houden. Eenige hulpvaardige lieden slaagden erin een touw om den hals van de koe te bevesti gen en hem op deze manier alvast van den verdrinkingsdood te redden. Moeilijker was het, om het beest op den wal te krijgen. De hooge kademuren vormden daar voor een beletsel. Intusschen was de politie ter plaatse ver schenen. Zij requireerde een motorboot, waar op men erin slaagde de koe met behulp van een lier weer op den vasten bodem te bren gen. De gisteravond in het zwembad „Adrichem" gespeelde wedstrijd tusschen K. Z. I en M V. G. S. uit Haarlem, is door de Beverwijkers met 7—0 gewonnen. gens en 199 meisjes geboren, er vestigden zich 615 mannen en 768 vrouwen, er vertrokken 694 mannen en 845 vrouwen, zoodat de bevolking op 31 December 1937 bedroeg: 10310 mannen en 9953 vrouwen, totaal 20263 zielen. Bevolking De bevolking bedroeg op 31 December 1936 15907 zielen, er vestigden zich 757 mannen en 1928 vrouwen, er vertrokken 623 mannen en 1665 vrouwen, er werden 68 meisjes en 68 jongens geboren, zoodat de bevolking op 31 December 1937 bedroeg: 9693 vrouwen en 6568 mannen, totaal 16261 zielen. GEBAKKEN VISCH VOOR DE WERKLOOZEN Het gemeentebestuur van Heemstede stelt, in samenwerking met den Rijksdienst voor de le vensmiddelenvoorziening voor, als proef gebakken visch tegen een matigen prijs beschikbaar te stellen voor de leden der diverse werkloozen- kassen en niet-verzekerde werkloozen, iederen Vrijdag van 10 tot 10.30 af te halen aan het lokaal voor de werkloozen achter het politie bureau. Wanneer er voldoende animo is, zullen nadere regelingen getroffen worden. De vorige week echter was de animo niet groot, vermoedelijk door de onbekendheid. Vrijdag a.s. zal alsnog een proef genomen worden. Bevolking De bevolking bedroeg op 31 December 1936: 18660 zielen. Er werdij 153 jon gens en 166 meisjes geboren, er vestigden zich 1037 mannen en 1589 vrouwen, er vertrokken 855 mannen en 1344 vrouwen, zoodat de bevolking op 31 December 1937 bedroeg 9125 mannen en 10134 vrouwen, totaal 19259 zielen. De R.I.V.I.B. Maandagavond hield de Rei zigers- en Inkoopersvereeniging in het Bloem- bollenbedrijf een zeer belangrijke vergadering in „De Nagtegaal" te Lisse. Te ruim 8 uur opende de voorzitter, de heer H. G. Hoogervorst, de vergadering met een woord van hartelijk welkom, bijzonder gericht tot dr. A. J. Verhage, den spreker van dezen avond. Al is het vrij lang geleden, dat werd vergaderd, het bestuur heeft niet stil gezeten, zooals straks uit de mededeelingen wel zal blij ken. Dr. A. J. Verhage, voorzitter van Bloembollen cultuur, hield een causerie over de Faillissement- wet. Spr. wijst er op, dat deze wet gebaseerd is op art. 1177 van het Burgerlijk Wetboek. De wet gaat niet tegen den persoon, die failliet gaat, doch beoogt indien de schulden grooter zijn dan de bezittingen, dat alle crediteuren op ge lijke wijze en pondspondsgewijze het gedeelte hunner vorderingen ontvangen, waarop zij recht hebben, zoodat geen willekeurige bevoorrechting van enkelen mogelijk is. Daarvoor waakt de wet, die dateert van 1896. Spr. gaat dan na, en illustreert met voorbeelden, den gang van zaken bij een faillissement, bespreekt de taak van den Curator en van den Rechter-Commissaris en gaat na de vaststelling van het vermogen van den gefailleerde, de vastlegging daarvan en de verdeeling. De gevolgen voor den handel, huur contracten etc. in dezen toestand worden nader belicht, alsmede hoe gewaakt wordt, dat geen misbruik van den toestand door „handigheidjes" kan worden gemaakt door enkelen ten koste van allen. Verder wordt nagegaan, wat preferent is en wat niet, wat betwiste vorderingen zijn, ho mologatie etc. Dat alles in een zoo duidelijke be toogtrant, dat de lezing uitermate leerzaam is. Na de causerie werden vele vragen gesteld en beantwoord, waarna de voorzitter dr. Verhage hartelijk dank brengt voor zijn duidelijke uiteen zetting. Hierna een korte pauze. Vervolgens z.et de voorzitter uiteen, hoever men nu gevorderd is inzake het te stichten Pen sioenfonds. De heeren, die plaats genomen heb ben in het voorloopig bestuur der Stichting, ver dienen volledig het vertrouwen van ons allen, terwijl een groote categorie van andere men- schen tot de Pensioenstichting zullen kunnen toetreden. Het in de medewerking der Patroons gesteld vertrouwen zal niet worden beschaamd; de moeilijkheden worden onder de oogen gezien en na den paktijd zullen we een groote gecom bineerde vergadering krijgen, die ons zal bren gen tot het beoogde doel. Nadat nog verschil lende vragen werden beantwoord, bleek de ver gadering zeer voldaan. Met klem werd vastgelegd, dat de Pensioenstichting geheel los zal staan van de RIVIB, die er slechts den stoot toe heeft gegeven. Bovendien zal deze Stichting even neu traal zijn als b.v. Bloembollencultuur, zoodat geen religieuze bezwaren tot toetreding inzake de Stichting behoeven te gelden. Hierna een korte rondvraag en sluiting met een passend dank woord en een opwekking tot ijverige propa ganda, alsmede om de zaak met eigen patroon ce bespreken. Zilveren bruiloft Op "Dijzonder treffende wijze werd gisteren het zilveren huwelijksfeest gevierd van het echtpaar C. SeijsenerH. F. de Mooy, wonende Brouwerlaan alhier. Nadat een H. Mis in de St. Josephkerk was opgedragen voor de overleden familie van net bruidspaar, was de hoogmis uit dankbaarheid bij een 25-jarige echtvereeniging. Na de hoogmis werd ter eere van het feestpaar (de heer Seijse ner is sinds jaren lid van dat Zangkoor) uit den Gregoriusbundel een 4-stemmig „Panis An- gelicus" gezongen. Hierna werd door het zilveren paar een aangeboden autotochtje gemaakt, waarna men naar de echtelijke woning toog. In dien tijd was 't geheele huis in 'n bloemen hof herschapen: men kon het aantal bloemstuk ken niet allemaal plaatsen. Alhoewel geen re ceptie was aangekondigd, kwamen velen per soonlijk hun gelukwenschen aanbieden, zoowel van verschillende organisaties als van andere zijde. Bijzonder toonde de Volksbond bij deze ge legenheid, hoezeer zijn leden hun voorzitter hoogachten. Ook de zeereerw. heeren pastoors van beide parochies toonden hun belangstelling door persoonlijk hun gelukwenschen te komen aanbieden. De post deed het overige, niet het minst door het groot aantal telegrammen. On- noodig te zeggen, dat ook vele stoffelijke blij ken van waardeering werden ontvangen, verge zeld gaahde van waardeerende toespraken. Of schoon het geen gewoonte is, dat bij een zilve ren huwelijksfeest een serenade gebracht wordt, meende de R.K. muziekvereeniging „Crescendo" ditmaal van den gewonen regel te moeten afwij ken, en zoo werd er lustig ter eere van het bruidspaar gespeeld. Dit geschiedde voor „Zo- merzorg" waar de avond met het gezin en de talrijke familie werd doorgebracht. 24 Juli is voor deze eenvoudige menschen, die zooveel voor anderen doen en nog wel belangeloos, een ver- dinde hulde en een onvergetelijk schoone dag geworden. Mogen zij na het zilver nog het goud beleven! WEENEN, 26 Juli. (Havas). Nazi's hebben het aan den weg van Linz naar Salzburg staar de monument ter nagedachtenis aan Herma Schuschnigg, de overleden vrouw van den oud bondskanselier, met dynamiet opgeblazen Het monument stond op de plek, waar mevrouw Schuschnigg in 1935 bij een auto-ongeluk om het leven is gekomen. PARIJS, 26 Juli (Havas). Terwijl de rab bijn Isaac Leifer door den Parjjschen rechter van instructie in verband met de smokkelarij van narcotica werd verhoord, zette de politie het onderzoek voort naar de leveranciers van den rabbijn. Zooals al dergelijke zaken zijn de ver takkingen zeer talrijk en leiden naar de Ver- eenigde Staten, Londen en andere hoofdsteden van Europa. Het is mogelijk, dat in deze steden arrestaties zullen worden verricht, doch het is een lange weg, welken de narcotica afleggen van den producent naar den verbruiker. Er is veel gesproken over het ambt van Isaac Leifer en men heeft zich afgevraagd of hij wel degelijk rabbijn te Brooklyn was. In politiekrin gen is men evenwel van meening, dat volgens de eerste gegevens geen twijfel bestaat. UTRECHT. Geslaagd mej. G. C. Verhoeff te Werkhoven. LONDEN, 26 Juli (Reuter-A.N.P.) In het Lagerhuis heeft de Labour-afgevaardigde Hen derson de kwestie ter sprake gebracht van de kanonnen, die opgesteld zijn in de nabijheid van Gibraltar en te Ceuta, en die een bedreiging van Gibraltar en de Straat van Gibraltar zou den kunnen vormen. Minister Hore Belisha gaf ten antwoord, dat de batterijen aan den kant van Gibraltar, indien zij krachtig genoeg zijn, Gibraltar zouden kun nen beschieten, doch het vuur dezer kanonnen zou ook met succes beantwoord kunnen worden en, zoo zeide de minister, wij maken ons er niet in het minst bezorgd over. ROME, 26 Juli. (Havas). Paul Cremona, correspondent van de Christian Science Mo nitor en het Wallstreet journal, heeft aanzeg ging gekregen, dat hij in verband met zijn „algemeene houding" binnen acht dagen Italië moet verlaten. Cremona, die reeds twintig Jaar in Italië woont, is'vice-voorzitter van de tui tenlandsche persvereeniging. Hij is afkomstig uit Malta. De Britsche ambassade heeft te zijnen gunste stappen ondernomen, doch het is nog niet bekend of deze stappen succes zullen hebben. De bevolking alhier bedroeg op 31 cember 1936 20148 zielen. Er werden 250 De- jon- 'OUDSÏTfABRlLK HILVERSUM 15 MODELLEN Langen tijd bleven de wielrijders dan ook met elkaar gelijk, maar in de bocht liep de kikvorsch uit, onder het geroep van vrienden en kennissen, die den wielrijder toeschreeuwden hem van katoen te geven. Langen tijd bleef de veldmuis zonder gangmaker, want de professor, niet aan de inspanning gewoon, had kramp in zijn been gekregen en moest het opgeven, waardoor de muis eenige ronden achterbleef. et regende al sedert 's middags en zooals dat zoo dikwijls gebeurt, men staart naar 't troostelooze weer, naar de grijze symphonie van wolken en water, daar buiten achter de ra men en hoopt ondanks alles op een bevredigende wending. En wanneer dan plotseling de af- deelingschef roept en een nadrukkelijk koele stem zegt: „Mijnheer Hofman, zulke vergissin gen mogen eigenlijk niet voorkomen," wan neer dan een foutje tot het middelpunt van een uitvoerige gedachtenwisseling verheven wordt, dan komt je persoonlijke stemming spoedig overeen met die van den naargeestigen regen dag. Toen Herbert Hofman thuiskwam, lag voor zijn kamerdeur een brief. Hij nam hem op. Af zender: Albert Reeser, radiohandel. De rekening dus voor de reparatie, hopelijk niet te hoog, dacht Herbert en scheurde de enveloppe open. Tot zijn verbazing ontdekte hij behalve de re kening ook een briefje. Toen hij dit gelezen had, drong het pas tot hem door, dat het schrijven niet voor hem bestemd was. Maar met dit al had hij kennis genomen van een kleine liefdes tragedie. Een jongeman had de verloving ver broken en diens meisje antwoordde hem nu. Zij herinnerde hem aan al het moois en liefs, dat zij samen beleefd hadden en dat, naar zij eens gehoopt hadden, zijn bekroning zou vinden in een gelukkig huwelijk. Herbert moest het slot van den brief her lezen. Daar schreef het meisje: „Zóó groot staat dat alles in mijn leven, dat ik het maar niet eenvoudig van mij kan afzet ten. En het wil er ook niet bij me in, dat jij het wel zou kunnen. En zouden we daarover nu niet spreken? Je vraagt me, mijn meening in een brief te kennen te geven, omdat het voor ons beiden beter is. Neen. Wanneer het woord tot nu toe veel waarde voor je gehad heeft, dan krijgt het dat nu pas goed! Ik wil hooren, wat je denkt, hooren wil ik het. Misschien kan ik dan eerder gelooven, dat het goed is, als wij van elkaar gaan. Je zult mij ook rustiger vinden dan ik nu ben. Susanne. Herbert Hofman legde den brief op zijn schrijftafel. Er was iets in den toon, dat hem had aangegrepen. Een diepe angst sprak uit de vlug neergeschreven regels. Hij las den ge- heelen brief nog eens door. Een post scriptum noemde tijd en plaats van samenkomst; het was een standbeeld in de buurt van het station. Wat zou hij doen? Door een vergissing was de brief in zijn enveloppe geraakt en bij hem terecht gekomen. Er viel niet uit op te maken, wie de afzender en wie de geadresseerde was. Terugzenden? Aan wie(n)? Bij de firma zou de brief door vreemde handen geopend worden. Herbert probeerde zich te rechtvaardigen: ten slotte ging het hem niets aan, maar daarmede was hij niet tevreden. Over twee uur zou juf frouw Susanne bij dat standbeeld wachten en niemand zou dit bange, angstvolle wachten ver korten. Wanneer de man nu werkelijk gekomen zou zijn? Misschien baande het lot van beiden toch nog een anderen weg dan welken de brief liet vermoeden. Zonderling, dat hij, een vreem de, daarin mede had te beslissen. Er zijn voor vallen in het leven, waarbij het toeval een vreemdeling naderbij brengt, hem een veel nau were relatie doet sluiten dan die van elkaar vreemde menschen. Daaruit spruiten dikwijls min of meer ernstige plichten voort. Herbert besloot naar het standbeeld te. gaan. Tijdens den rit erheen, trachtte hij zich een voorstelling te maken van het meisje, van juf frouw Susanne. Het duurde lang, eer op den achtergrond van den brief een bepaald beeld voor hem oprees. De geheele schrijfwijze ge tuigde -veinig voor een jong menschenkind, hoewel de vertrouwde klank van het aan spraakwoord „mijn liefste" weer deed ver moeden, dat het toch wel dat meisje kon zijn, dat daar voor het standbeeld heen en weer liep. Haar passen waren zeer rustig, alsof ze niets anders dan een totaal onbelangrijke ont moeting had afgesproken. Nu en dan keek zii naar de stationsklok. Toen hij naderbij kwam, zag Herbert in een jong gezicht. De heldere oogen namen zijn plot selinge verschijnen met weinig verwondering waar. Ze stonden slechts een heel klein beetje ernstiger, toen hij haar aansprak: Excuseert u, maar ik veronderstel dat u iemand verwacht?" Ze talmde met een antwoord. Voor Herbert werd de pauze pijnlijk. „Ik heb u al mijn excuus aangebodenvoegde hij er vlug nog aan toe. „U bent zeer beleefd, maar ik moet u niette min verzoeken mij alleen te laten wachten," zei ze, terwijl ze haar wandeling voortzette, „dat wil zeggen, ik word verwacht." „Ik weet het en zou u wat terug willen ge ven. Tevoren echter moet u mij uw naam noe men. Het mag u misschien een beetje vreemd lijkenHofman heet ik, Herbert Hofman." Het jonge slanke meisjes bleef verrast staan: „Mijn naam?" „Ja, uw familienaam! Uw voornaam ben ik.... Juffrouw Susanne, nietwaar?" „Susanne Komer." „AangenaamHij dwong zich tot een za- kelijken toon. „Ik zou het u niet hier willen teruggeven. Straks zult u het begrijpen. Mag ik u op een kop koffie uitnoodigen?" „U hoorde zoo juist toch, dat ik verwacht word. Wilt u mij niet zeggen, wat eigenlijk uw bedoeling is?" Herbert keek haar heel rustig aan: „Wat eigenlijk mijn bedoeling is?" herhaalde hij. „Ik zou u, zoo goed als het mij mogelijk is, een te leurstelling willen besparen en u juist daarom niet langer laten wachten." Kort en bondig verklaarde hij wat er ge beurd was. „Asjeblieft, hier is de brief." Zij hield den brief in haar leegenbhk I Dc UeVe' klei"e 1 onbekende zeker, ik schreef in alle haast uw rekening uit, mijnheer Hofmane en moet then wel beide „Kom, laten we daar verder praten. Susanne Korner ondervond het zelfs als een welkome opluchting, nu niet alleen te zijn. Het stationsrestaurant was maar matig bezet. Ze vonden een hoekje, waar Herbert haar in een zorgvuldig afgewogen mengeling van ernst en scherts zijn overwegingen uiteenzette, die hem tenslotte toch nog hierheen gevoerd hadden. „U heeft dus zijn brief gekregen, en hij heeft slechts de leege enveloppe ontvangen, vulde Herbert aan. „Het lot?" 2ij fronste haar wenkbrauwen. „Vannacht ver trekt hij," ging zij voort. „Daarom heb ik het gesprek gewild. De waarheid kan ik onder de oogen zien, maar niet den twijfel, zooals het de laatste tijd was." Toen Herbert de jonge Susanne Korner op hetzelfde oogenblik aankeek, weer haar heldere, goede oogen ontmoette, begreep hij haar eigen lijke smart, welke niet zoozeer hierin bestond, dat zij iemand verloor, als wel dat zij aan veel moois geloofd had, waarover hij haar had ge sproken. „U kunt hem niet terughouden, juffrouw Susanne. Hij is allang vertrokken. Dat hebt u vergeten." Toen de nachttrein naar Parijs het station verliet, zaten zij nog steeds bü elkaar. „U weet nu zeer veel van mij. Maar het was goed, dat u gekomen bent, mijnheer Hofman." „Wanneer het in den stal brandt, loopen juist de goedmoedigste dieren in de verkeerde rich ting, namelijk terug in het vuur." Ze glimlachte afwezig. „De schapen, be doelt u?" Hfj hield even haar hand vast: „Wie zulke brieven schrijftmet het lot van zoo iemand moet men wel begaan zijn. Dat ter verontschul diging." „Voor mij of voor u?" „Voor beiden!" Herbert en Susanne ontmoetten elkaar nog dikwijls in het stationsrestaurant en na een lan gen winter nam de huwelijkstrein hen mee naar buiten, het groote leven tegemoet. RIO DE JANEIRO, 26 Juli. (Havas). De rechtbank heeft thans de voornaamste daders van den aanslag op het palels van den presi dent op 11 Mei veroordeeld. De luitenants Four- nier en Nascimiento werden tot tien jaar op sluiting veroordeeld. Dinsdagochtend bracht Z. H. M. Mohammed Djalaladdin, sultan van Boeloengan, vergezeld van zijn schoonzoon en neef, alsmede van den assistent-resident den heer Israels, een bezoek aan de N.V. Ned. Glasfabriek „Leerdam". De sultan bezichtigde het bedrijf met groote belangstelling en liet zich het productiepioces tot in alle onderdeden uitleggen. Nadien ver toefde hij zeer gerulmen tijd op de toonkamers, waar hij officieel door de directie ontvangen werd en eveneens blijk gaf van groote waardee ring voor de verschillende kunstproducten van Leerdam. Voor zijn vertrek teekenden de sultan en zijn gevolg het gouden boek voor hooge bezoekers, waarin ook de handteekeningen voorkomen van H. M. de Koningin, H. K. H. Prinses Juliana en wijlen Z. K. H. Prins Hendrik. De spanning in de hoogste regionen van de ranglijst neemt door de nederlaag die zoowel Yorkshire als Middlesex te incasseeren kreeg toe. Lancashire en Surrey wonnen beide hun wedstrijd. Lancashire volgt thans Yorkshire op den voet en Surrey is achter Middlesex een uitstekende vierde. Yorkshire miste Hutton, Ve rity, N. W. D. Yardley, Leyland, Bowes en P. A. Gibb, dus zes van de beste krachten en ook Middlesex moest Edrich, Compton en Price voor de 4de testmatch afstaan. Het verlies der pun ten is derhalve wel verklaarbaar. In alle ge speelde wedstrijden werd een beslissing verkre gen. Fagg (Kent) is de meest succesvolle bats man van de maand Juli en tegen Middlesex scoorde hij wederom 77 en 108, zijn achtste century van het seizoen. De uitslagen waren: Kent 215 en 333 tegen Middlesex 159 en 125. Watt nam voor Kent 755 en 735 en Gray voor Middlesex 859 en 3114. De Kent- amateur F. G. H. Chalk die het vorige jaar in ons land zulk fraai batten liet zien scoorde voor Kent 82. Lancashire 512—9 (Washbrook 115, Iddon 95) wint van Sussex 195 (H. T. Bartlett 72) en 212 (H. T. Bartlett 63) met innings. Derbyshire 340 en 2071 wint na een tie in de 1ste innings van Nottinghamshire 340 en 204 (Copson 7—59). Worthington, de oud-Engeland- speler scoorde voor Derby 103 en 110. Harris 115 en de fastbowler Voce 111, No. 8 ingaand, brachten hat aantal centuries in dezen wed strijd gescoord op 4, doch in de 2de innings innings faalden ook zij op Copson. Hampshire 352 (R. H. Moore 109) en 235—8 (Andrews 4— 59, Wellard 4—89) won van Somerset 247 en 243 (Boyes 6—118). Worcestershire 501—9 na 2 wickets voor 0 verloren te hebben en 180 won met 10 wickets van Leicestershire 269 en 243 (Armstrong 129). Hon. Lyttelton scoorde voor Worcester 162 not out en Cooper 104. Essex 376 (O'Connor 115) en 110—3 wint van Nort hamptonshire 199 en 284. Warwickshire 178 en 107—2 wint van Glamor gan 170 en 114. Hollies 3—51 en 6—44, Paine 3— 50 en 4—31. Tenslotte scoorde Surrey op den Oval 274 (Whitfield 74) en 383—3 (Withheld 174 not out) tegen Yorkshire 100 (Watts 420) en 285 (Berry 560). Yorkshire kreeg niet de follow-on want de Surrey-captain R. E. T. Hol mes ging voor de 2de maal batten en Yorkshire bleef in de 2de innings 262 runs onder het to taal noodig voor'de overwinning. 43 Lord Kendale nam zijn hoed, sprong te paard en rende weg, waarheen wist hij niet en het kon hem ook niet schelen. Hij wilde weg van zijn gedachten, weg van dat' visioen van Lorrie, zooals ze dien avond in het laantje in zijn oogen had gekeken. Was dat alles een droom was het ooit gebeurd? Werd hij gek? Voor het eerst van zijn leven was hij niet goed voor zijn paard en toen hij hijgend terugkwam met schuim op de lippen, wijdgeopende neus gaten en zwaar op-en-neergaande borst, keken de stalknechten hem verbaasd aan. Ze dachten, dat hun jonge meester door den dood van Gypsy zijn verstand had verloren. Hij kleedde zich en ging naar beneden om te dineeren. Linnet, de butler, trachtte niet naar het witte, strakke gezicht te zien en betuigde zijn medegevoel door nog meer zorgen dan anders. Maar Guy wilde niet eten. „Breng me champagne," zei hij. Ze brachten hem champagne en Guy dronk het, of het water was. Toen ging hij voor het vuur zitten hij rookte niet, een bewijs, dat hy inderdaad niet in orde was. Uren lang bleef hij onbeweeglijk zitten met dien kouden, harden trek om zijn mond. De auto werd tweemaal voorgereden en weer weggestuurd en Griffiths meende reeds, dat zijn heer niet naar het bal zou gaan, toen het bevel kwam. „De auto voor den burggraaf onmiddel lijk!" Hij kwam laat op de Hall. Men dacht reeds, dat hij niet zou komen en de bedienden, die veel van hem hielden, haastten zich om hem te helpen. Het nieuws, dat hij was gekomen verspreidde zich van de hall naar de balzaal en men hoorde wat gemompel, zooals dat gebruikelijk is, wanneer iemand, wiens sociale gewichtig heid zoo groot is als die van lord Kendale, een weinig laat verschijnt. Men zweeg echter spoedig, toen hij binnen kwam, want zijn gewoonlijk zoo vroolijk ge zicht zag vaalbleek en er was een vreemde schit tering in zijn oogen. Lady Farnham voelde een schok toen hij haar kwam begroeten, maar ze glimlachte als altijd en keek hem begrijpend aan. „Wat ben je laat! Maar ik zal niet op je brommen, arme jongen! Het spijt me zoo voor je." Hij schrok. Wat het ai bekend? „Je arme .paard," ging ze voort. „O ja, ja," zei hij, terwijl hij verstrooid langs haar heen zag en trachtte te glimlachen. „Ellendeling, vindt u niet? Ja, ja!" en hij liep door. Lady Farnham zag hem na. „Hij heeft veel geld verloren," dacht ze. „Ik vraag me af of hij het aan zou nemen, als ik aanbied hem te helpen. Arme jongen!" Guy liep naar het midden van de zaal. Er was juist een dans afgeloopen en iedereen zocht zijn plaats weer op. Hij keek doelloos rond met zijn onnatuurlijk schitterende oogen. „Kijk je naar een danspartner uit, Kendale?" zei lord Bruce. Guy schrok op. „Hè? Ja, ja!" en hij wendde zich plotseling tot een meisje naast hem. „Wilt u met mij dansen?" vroeg hij. „O ja," antwoordde ze en terwijl ze nog sprak, begon de muziek. Guy, die bij intuïtie kon dansen deed dit zoo onstuimig, dat ze hijgend en lachend bleef staan. „Laat ons even wachten!" zei ze. „Ik dacht, dat ik vlug genoeg was, lord Kendale, maar dit dit is zelfs voor mij te snel. „Neem mij niet kwalijk," zei hij, terwijl hij langs haar heen in de verte staarde. „Zullen we gaan zitten?" „Neen. Ik wilde alleen even uitrusten. Maar u moet mij beloven, niet meer zoo wild te zijn. Wat zijn hier veel menschen en toch is de zaal niet overvol. Hebt u juffrouw Meiford al ge zien?" „Juffrouw Meiford? Neen." „Dan moet u zorgen, dat u haar gauw te zien krijgt. Ze heeft zichzelf overtroffen van daag. Haar japon zal voor de volgende zes maanden het gesprek van den dag uitmaken. Die is meer dan mooi, Lady Farnham zegt, dat ze in het volgende seizoen Londen stormender hand zal veroveren." „O," zei hij, „ik dacht, dat vrouwen elkaar nooit prezen!" „Dat doen we ook niet, tenzij wij ertoe ge noodzaakt zijn en in dit geval worden wij er wel toe genoodzaakt," antwoordde het meisje glimlachend. Iets in haar woorden en haar manier van spreken herinnerde hem aan Lorrie en hij kromp in elkaar. „Wat is er?" vroeg ze. „Niets, niets," antwoordde hij met een ge- forceerden lach. „Ik denk, dat u kou hebt gevat," zei het meisje; u ziet er precies uit als mijn broer ver leden winter, toen hij koorts had." „Dat is bemoedigend," zei hij. „Zal ik trach ten het er uit te dansen?" De muziek zweeg. Na eenige plichtplegingen ging Guy naar de kamer waar het buffet was. Een van de bedienden kwam met een glas wijn naar hem toe, maar Guy schudde het hoofd. „Geef me alsjeblieft wat champagne." De man schonk een groot glas in en Guy leegde het en hield het bij om het nogmaals te laten vullen. Toen schitterden zijn oogen nog meer, een roode kleur teekende zich op zijn wangen af. Hij ging naar de danszaal terug en stevende regelrecht op Diana af. Diana Meiford keek op toen ze hem zag aan komen en gaf hem een flauw knikje, terwijl ze haar gesprek met den heer naast zich ver volgde. Guy kende hem, het was een van de rijkste edellieden uit de provincie een oude man van zeventig jaar en in zijn oogen was zooveel bewondering voor het mooie meisje naast hem te lezen, als hij maar durfde te toonen. Guy lachte wild, zichzelf bespottend. „Misschien kom ik zelfs nog wel te laat om Latcham te redden!" mompelde hij. Alsof ze zijn woorden had verstaan, zag Diana Meiford op en keek hem met haar prachtige oogen plotseling aan. „Wat mompel je bij jezelf, lord Kendale?' De oude man naast haar begreep den wenk natuurlijk en terwijl hij buigend opstond, stond hij zijn plaats aan Guy af. „Wil je dat weten?" zei Guy, terwijl hij naast haar ging zitten. „Ik vroeg het toch? Maar ik ben nog met zoo nieuwsgierig naar het antwoord op deze vraag als op een andere," antwoordde ze. „Wat is die andere," vroeg hij. Zij sloeg haar oogen neer en plukte aan haar waaier; toen hief ze het hoofd op en zag hem verwijtend, half beschuldigend aan. „Waarom heb je me de laatste drie dagen ontloopen?" Guy keek haar glimlachend aan. Hij werd roe keloos, niets kon hem meer schelen. „Wist je niet, dat astronomen moeten oppas sen, niet al te dikwijls naar de zon te kijken? Het is gevaarlijk. Ze worden er blind van en soms zelfs krankzinnig." „Dus ik ben de zon. Da»k je! Het is, geloof ik, een groot compliment, hè?" „Niet te groot!" antwoordde hij. „Kijk eens hoevelen van ons zich koesteren in je stralen! Hij keek naar de jongelui, die om haar heen- draaiden en hoopten, dat hij maar spoedig zou vertrekken. Haar indolente, haast onbeschaamde bhk gleed langzaam over hen heen. „Wat zal het de zon vervelen om altijd te moeten schijnen!" zei ze. „Dat beteekent?" vroeg hij. „Ik zou me een poosje willen terugtrekken en achter een wolk verdwijnen." Hij stond plotseling op en bood haar zijn arm aan. Ze nam den sleep van haar prachtige japon en legde haar arm in den zijnen. Hij bracht haar naar een van de zijkamers en zocht een stoel voor haar, maar ze wou niet gaan zitten. „Ik ben moe van het zitten," zei ze, „laten we blijven staan. Het spijt me zoo van je paard „Spreek er toch alsjeblieft niet over! viel hij haar kortaf, bijna boos in de rede. „Ik wil het vanavond vergeten en iedereen herinnert mij er aan. Arme Gypsy!" Zij keek hem aan en sloeg haar oogen neer onder zijn vasten blik. „Wat moet ik dan zeggen," vroeg ze mok kend, met opgetrokken wenkbrauwen. „Je blijft drie heele dagen weg, alsof we alsof we een besmettelijke ziekte hebben en als je eindelijk komt twee uur te laat op een bal dat even goed voor jou wordt gegeven als voor andere menschen vlieg je me aan! Wat heb ik ge- menschen vlieg je me daan?" (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 7