Chamberlain over de zending van Lord Runciman y y y DE MOSKOUSCHE KLAAS VAAK Luc! fit Verdedigrogs fond Is EEN DELICATE TAAK Ook Uw steun! Kerkelijk leven WOENSDAG 27 JULI 1938 BUITENLANDSCH OVERZICHT Meeningen in Frankrijk en Duitschland DE STRIJD TEGEN DE TUBERCULOSE Prachtig werk der vereeniging „Santos" Prof. mr. B. Hermesdorf Benoemd tot gewoon hoogleeraar aan de R. K. Universiteit te Nijmegen MINISTER BALTHASAR In den Haag aangekomen HetLuchtverdedigings- fonds stelt jongelui financieel in staat tot vlieger opgeleid te worden. Een versterking van de vlieger-reserve is ver sterking van onze Neu traliteit. Zendt Uw aan het bijdrage f/J Tram of autobus? Personenvervoer in het Noord- Oosten des lands Katholieken en radio Het Internationaal congres van 710 Augustus te Hilversum PROTESTANTEN BEZOEKEN EEN KLOOSTER PASTOOR A. SUIDGEEST VRAAGT EMERITAAT Sinds 1917 was hij pastoor te Venhuizen BEDEVAART NAAR SITTARD 9, 10 en 11 Augustus DERDE ORDE VAN DE CAPUCIJNEN Belangstelling voor de Augustijnen in Friesland HET NIEUWE MATERIAAL DER SPOORWEGEN Voor welke lijnen zijn de nieuwe D. E.-treinen bestemd? 40 ARBEIDERS LEGGEN HET WERK NEER Staking aan de gemeentelijke werkverschaffing te Venlo TWEE ARBEIDERS ONDER VALLENDEN MUUR GOEDERENVERVOER N. B. M. WORDT OPGEHEVEN NED. R.K. BLINDENBOND „ST. ODILIA" GOEDE PROPAGANDA VOOR ONS LAND De communisten hier te lande zijn toch grappenmakers. Zoo heeft het partijbestuur van de C.P.N. onlangs een resolutie aangenomen over den poli- tieken toestand in Nederland, die volko men past in het politieke Jan Klaassen- spel, dat de Moskousche poppenkast hier sinds geruimen tijd laat opvoeren en dat om den dooien dood niet onver makelijk, ofschoon voor domooren uiter mate gevaarlijk is. In deze resolutie heet het „dat een volhardende ophelderings- arbeid noodzakelijk is om de breede lagen van de Nederlandsche bevolking te overtuigen van den omvang van het groeiende fascistische gevaar in het land en in het bijzonder de bedreiging van de Nederlandsche onafhankelijkheid van de zijde van Duitschland, dat zich ge reed maakt tot een overval op Tsjecho- Slowakije en o.a. ook op Nederland". Dat Duitschland wel eens gedacht heeft aan een overval op Tsjecho-Slowakije is niet geheel onmogelijk, maar zeker is, dat het, indien het daartoe ooit lust mocht gevoeld hebben, die lust vergaan is, sinds het met absolute zekerheid weet, dat Engeland en Frankrijk een dergelijken overval niet over hun kant zuilen laten gaan. Dat Duitschland op een overval o.a. op ons land zou zinnen, is een boosaardig communistisch verzin sel, dat volkomen in strijd is met het herhaalde aanbod van Duitschland om onze integriteit en neutraliteit zonder eenig voorbehoud officieel in een ver drag te eerbiedigen. Onze regeering is op dit aanbod nooit ingegaan, omdat zij terecht deze integriteit en neutraliteit boven elke discussie verheven en geen verdragsobject acht, maar dit doet niets af aan de eerlijkheid van de bedoeling van Duitschlands aanbod. Het partijbe stuur der C.P.N. acht het noodzakelijk, dat het Nederlandsche volk, in overeen stemming met zijn diepgewortelde, vol komen gerechtvaardigde vredelievend heid, er alles op zet, dat Nederland van den oorlog verschoond blijft. Indien dit ernst was, zou het geen overvalssprook- jes verzinnen, die de goede nabuurschap en dus ook den vrede in gevaar kunnen brengen. Niet zoozeer vanuit Duitsch land dreigt voor ons land het „fascis tisch gevaar", als wel van binnenuit en tegen dit gevaar kunnen wij de Mos kousche hulptroepen missen. Wij zullen het voorbeeld van het linksche Spanje niet volgen en geen misdadigers wape nen om ons goed recht en onze ideolo gische en practische onafhankelijkheid te verdedigen. Terwille van deze ideologische en practische onafhankelijkheid is het noodzakelijk „een volhardenden ophelderingsarbeid" te verrichten „om de breede lagen van de Nederlandsche bevolking te overtuigen van den om vang" van het onder- en bovengrond- sche, anti-nationale, anti-monarchale, anti-democratische, anti-religieuze com munisme en in het bijzonder van de bedreiging van geloof en zeden, van onze staatsinstellingen en cultuur van de zijde van de verraderlijke trawanten van Moskou, die evenals kameraad Litwinoff nog jongleeren met een helaas tot een gevaarlijke fictie geworden Vol kenbondspact en de collectieve veilig heidsidee. Uit louter anti-fascistische overwegingen eischt de resulutie van het Partijbestuur der C.P.N. van de regee ring: verhooging van het weerstands vermogen der bevolking door verhooging van de loonen der arbeiders, door werk verruiming op groote schaal en opvoe ring van den werkloozensteun en het levenspeil der bevolking op het platte land, en zij besluit met een beroep op de S.D.A.P. en op alle democratisch gezinden om samen te werken, teneinde overwegingen eischt de resolutie van het wetsontwerp tot beperking van de ver- eenigingsvrijheid in zijn huidigen vorm en te bereiken, dat de hierin aangekon digde maatregelen uitsluitend 'tegen de fascisten worden gericht. Naar aanleiding van deze resolutie is het goed eraan te herinneren, dat de voorgewende liefde van het communisme voor de democratie een apenliefde is. Het wil de democratie omhelzen om haar dood te drukken aan de borst van een moorddadige tyran- nieke Sovjet-dictatuur. Ook wij wen- schen verhooging van het weerstands vermogen der bevolking en doelmatige bestrijding van de funeste werkloosheid, maar wij wenschen dat niet ter wille van één eenzijdig dreigend gevaar, maar terwille van alle volksvreemde gevaren, die ons bedreigen zoowel van uiterst linksch als van uiterst rechtsch, en bovenal terwille van de christelijke sociale rechtvaardigheid. Zoo niet met alle formuleeringen, dan toch wel met het beginsel van het wetsontwerp tot beperking van de vereenigingsvrijheid in zijn huidigen vorm zijn wij het hart roerend eens, omdat het juist ter ver dediging van een gezonde democratie maar al te dringend noodzakelijk is gebleken die onbeperkte vrijheid te ont nemen aan allen, die er schromelijk misbruik van maken tot schade en schande van ons land en ons volk, en daarbij denken wij óók aan het Klaas Vaak-gedoe der communisten, die met deze resolutie opnieuw een poging wagen ons volk democratisch zand in de oogen te strooien om het blind te maken voor de leugenachtigheid van Moskou en diens goddelooze dictatuur. De rede, welke de Engelsche premier minister Chamberlain als besluit dei- debatten over de buitenlandsche politiek van het Britsche imperium vóór het reces in het Lagerhuis heeft gehouden, was rijk van in houd.'Zij gaf een duidelijk exposé van de han gende vraagstukken zoowel binnen als buiten Europa, uitgaande van de geprononceerde these, dat hoezeer de politiek der Engelsche regeering ook gericht was op vrede en verzoening, daaraan nimmer de Britsche eer of de Britsche vitale belangen zouden worden opgeofferd. Hij be handelde de beteekenis van het bezoek van het Engelsche heerscherspaar aan Parijs, de Spaan- sche kwestie, het Britsch-Italiaansche accoord, het Chineesche vraagstuk, de positie van den Volkenbond en niet op de laatste plaats de Sudeten-Duitsche of Tsjecho-Slowaaksche kwes tie en de benoeming van Lord Runciman als „onderzoeker en rapporteur". Alle kwesties, die Chamberlain aanraakte, zijn van het grootste gewicht en ten volle diepgaande bespreking waardig. Wij moeten ons echter beperken en bepalen ons tot het meest brandende vraagstuk, dat der Sudeten-Duitschers. In het kort is het standpunt van Chamberlain het volgende: De Engelsche regeering zag met bezorgdheid, dat het méér dan twijfelachtig was of de Sudeten- Duitschers en de Tsjechische regeering tot een overeenstemming zouden komen. In overeen stemming met een verzoek der Tsjechische re geering stelde Londen toen voor een waarne mer, een onderzoeker, een rapporteur, een raadsman (een volkomen juisten titel kon men blijkbaar niet vinden) te zenden, die onafhan kelijk zou zijn van het Engelsche gouvernement en van alle andere regeeringen en geen „ar biter" in den strikten zin van het woord zou zijn. Men hoopt daardoor te bereiken, dat de Sudeten-Duitsche kwestie, die tot nu toe in het geheel niet uit den weg te ruimen schijnt, min der „ongenaakbaar" wordt, al wordt er dan ook geen volledige oplossing bereikt. Lord Runciman werd bereid gevonden deze uiterst delicate taak op zich te nemen. Op een vraag van Winston Churchill, of beide partijen er mede accoord waren gegaan, antwoordde Cham berlain, dat er nog geen antwoord ontvangen was van Sudeten-Duitsche zijde. Uit dien hoek is inmiddels een verklaring verschenen. De voorzitter van de parlementaire club der Su deten-Duitsche partij, de afgevaardigde Kundt, die de onderhandelingen met minister-president Hodza voert, heeft aan de Essener National - zeitung (het blad van maarschalk Goering) een verklaring gezonden omtrent het standpunt zijner partij ten aanzien van de aan Lord Run ciman toevertrouwde taak. Deze verklaring luidt: „Wij begroeten iedere persoonlijkheid, die op objectieve wijze den toestand bestudeert om tot een positieve oplossing bij te dragen. Belangrijk is voor de Sudeten-Duitschers de vaststelling, dat de betreffende voornemens is, niet slechts van de Britsche regeering, doch van iedere andere regeering volkomen onafhankelijk te handelen. Wij zijn bereid om zooals tot dusver ieder, die zich met objectieve oogmerken voor de toestanden in Tsjecho-Slowakije interesseert, ons standpunt openhartig en eerlijk mede te deelen en hem in elk opzicht er bij behulpzaam te zijn, de toestanden in Tsjecho-Slowakije overeenkomstig de waarheid te bestudeeren, om zich een oordeel als objectief waarnemer en rapporteur te vormen." Uit deze verklaring blijkt, dat de medewer king der Sudeten-Duitschers is te vervrachten. Lord Runciman kan dus zijn taak beginnen, want, zooals men weet, heeft Praag hem reeds welkom geheeten. Chamberlain en Halifax hopen, dat de raad van een hoogstaand En- gelschman van waarde zal worden geacht, niet alleen wegens de positie, die Engeland in Euro pa bekleedt, maar ook omdat het zooveel er varing heeft met allerlei soorten van zelfbe stuur. Het valt niet te loochenen, dat*Engeland door de missie van Lord Runciman als „waarnemer en adviseur" (Praag heeft zich verzet tegen „bemiddeling" van derden, omdat het daardoor de Sudeten-Duitschers als souverein orgaan zou erkennen) zich sterker vastlegt op het continent dan tot dusver. Som mige Engelsche conservatieve kringen vreezen, dat Engeland meer dan tot dusver bij de zaak betrokken zpu kunnen worden, wanneer men toch in een impasse zou geraken. Uit de debatten in het Lagerhuis blijkt, dat over het algemeen de leden hadden gewenscht, dat de taak van Run ciman nauwkeuriger zou worden omschreven, maar dat het woord „bemiddelaar" absoluut moet worden vermeden, omdat Duitschland daardoor aangemoedigd zou worden, zich on verzoenbaar te toonen. De Duitsche pers geeft in haar commentaren over Chamberlain's rede blijk van een zekere terughoudendheid en van een zeker scepticisme. Zij wijst vooral op het moeilijke karakter van de opdracht van Lord Runciman. De Essener Nationalzeitwng trekt een verge lijking tusschen den strijd van de nationali teiten in Palestina en de gevolgen, welke een dergelijke strijd in Tsjecho-Slowakije zou kun nen hebben. Runciman aanvaardt een moeilijke taak. De Sudeten-Duitschers zullen hem erken nen als objectief deskundige, doch hij mag er niet op rekenen, dat men hem reeds voor het begin van zijn werk met lauweren omkranst. Hetzelfde kan men zeggen van de politiek van Chamberlain, die zonder twijfel al zijn persoon lijken invloed en het prestige van het Britsche rijk wil inzetten om te komen tot een regeling van het Tsjechische vraagstuk. En de Lokal Anzeiger schrijft, dat de Britsche minister-pre sident zeer voorzichtig is geweest. Runciman zal, onafhankelijk van de Britsche regeering, optre den. Engeland heeft onder invloed van de Duit sche houding het vraagstuk van de minderhe den in Tsjecho-Slowakije niet op het doode punt willen laten staan. Officieel wordt er nog geen commentaar ge leverd op de benoeming van Lord Runciman. Door deze benoeming, zoo zegt men te Ber lijn, is er geen wijziging gebracht in de houding van de Duitsche regeering. Duitschland wil de ontwikkeling der gebeurtenissen te Praag af wachten. De openbare meening in Duitschland hecht daarentegen groote beteekenis aan het besluit der Britsche regeering. In politieke kringen verklaart men, dat Engeland, in overleg met Parijs, een grcote verantwoordelijkheid op zich neemt. De Fransehe commentaren zijn natuurlijk van geheel anderen aard. De Figaro meent, dat de Engelschen besloten hebben op tijd in te grij pen en daardoor Europa een goeden dienst heb ben bewezen. Andere organen verklaren, dat Chamberlain en Halifax eerst met Bonnet tot overeenstemming zijn gekomen, wat door Chamberlain's rede wordt bevestigd. Een ern stig woord laat Léon Blum in de Populaire hooren: „Men mag zich niet ontveinzen, dat door het aanvaarden van een raadsman, zoo als de Tsjechische regeering zoo wijs heeft ge daan, de regeering het voor zichzelf moeilijk heeft gemaakt, zijn raad in den wind te slaan. Het lot van Tsjecho-Slowakije en in zekeren zin het lot van Europa, ligt thans in handen van één man. Dit is ernstig. Frankrijk heeft evenwel geen reden om aan te nemen, dat Runciman partijdig zou zijn. Frankrijk wil geen gevolgtrekkingen maken. De voogdij, door En geland op zich genomen, is een garantie en de kans op een overeenstemming is vergroot." Laat ons hopen, dat dit waarheid zal blijken. In ieder geval is thans tijd gewonnen. Lord Runciman moet zich nu in de geheele kwestie inwerken, wat veel studie en tijd zal kosten. In deze periode valt er niets gevaarlijks te duch ten. Dit overzicht moge eindigen met de optimis tische woorden, waarmede Chamberlain zijn rede besloot: „Wij hebben allen het gevoel, dat de atmos feer lichter geworden is en over het geheele vasteland is er een vermindering ingetreden in het gevoel van spanning, dat zes maanden geleden drukkend was. Wij gelooven, dat de regeering haar bijdrage heeft geleverd aan dat lichter worden van de atmosfeer en de vermin dering der spanning. Wij zijn voornemens daar mede voort te gaan en wij gelooven, dat wij er tenslotte in zullen slagen de veiligheid en het vertrouwen terug te brengen aan Europa". Het zij zoo! Dezer dagen hield de vereeniging voor tuber culosebestrijding „Santos", instelling van den Ned. R. K. Middenstandsbond, haar jaarver gadering te 's-Gravenhage, in welke bijeen komst kapelaan W. M. Bekkers werd geïnstal leerd als diocesaan propagandist voor het bis dom 's-Hertogenbosch, en de heer C. Kloppen- borg als bestuurslid, aangewezen door het Nationaal Verbond van Kath. Jonge Midden- standsvereefiigingen Uit het jaarverslag over 1937 bleek, dat 101 tuberculoseleider uit den middenstand door Santos was geholpen met financieele bijdra gen voor tezamen 21158 verpleegdagen, het hoogste aantal dat sinds de oprichting van Santos in één jaar is bereikt. De kosten hiervan bedroegen niet minder dan f 25115.—. De gemiddelde duur der verplegingen ver toont stijging; met instemming werd echter ge constateerd, dat in ruim 75 pet. der gevallen genezing of beduidende verbetering werd be reikt. De inkomsten waren over 1937 weder iets hooger dan het voorgaande jaar, en laten voor 1938 de beschikbaarstelling toe van een ver- pleegfonds, groot f 28812.Aan de hand der reeds loopende gevallen en gedane toezeggin gen werd berekend, dat ongeveer dit geheele be drag voor de verplegingen in 1938 noodig zal blijken te zijn. In drie van de vijf bisdommen werden de be schikbare verpleeggelden zoowel in 1937 als in de eerste helft van 1938 beduidend overtroffen door de noodzakelijke verpleeguitgaven. Voor 1937 werd het gezamenlijk tekort van deze drie diocesen a f 3136.door overschrijving uit de fondsen der beide andere diocesen gedekt. Plannen werden besproken, om tegenover de verhoudingsgewijs dalende opbrengst van tal van bloemendagen meer uitbreiding te geven aan de propaganda voor vaste vrijwillige bijdra gen van de bondsleden. In dit verband werd aan het bureau opdracht verleend om o.a. de in het bisdom Breda reeds eenige jaren be staande „zegelactie" landelijk uit te werken. Voorts werd de grondslag gelegd voor een bijzondere actie om de oprichting te bevorderen van werkzame Santoscommissies in die afdee- lingen van den Ned. R. K. Middenstandsbond, waar tot dusver nog niets voor Santos wordt gedaan. Het bestuur der St. Radbout Stichting- heeft benoemd tot gewoon hoogleeraar in de faculteit der rechtsgeleerdheid aan de R.K. Universiteit te Nijmegen voor het ge ven van onderwijs in het Romeinsch en oud-vaderlandsch recht den heer mr. B. H. D. Hermesdorf, thans lector in het Ro meinsch recht aan genoemde Universiteit. Mr. Bemardus Hubertus Domini- cus Hermesdorf werd 3 Nov. 1894 te Kerkrade geboren. Na zijn gymna siumtijd te Rolduc studeerde hij aan de Universiteit te Utrecht in de rechtswetenschap pen. In 1919 be haalde hij daar den doctorsgraad. Na in verschillende functies werkzaam te zijn geweest o.a. was hij vanaf 1923 gevestigd als ad - vocaat en procu reur te Nijmegen, werd hij in 1928 benoemd tot lector aan de R. K. Uni versiteit aldaar om les te geven in het Romein™ sche recht. Sinds 1931 was hij tevens hoogleer aar aan de Universiteit van Leuven. Van zijn hand verschenen verschillende pu blicaties in juridische tijdschriften zoowel in ons land als in Duitschland. De Belgische minister van Openbare Werken en Werkverschaffing, de heer Balthasar, is hedenochtend met den directeur-generaal van bruggen en wegen, den heer De Heem en zijn kabinetschef, den heer Kuypers te Den Haag- aangekomen voor een kort verblijf in ons land, waarvan het programma reeds gemeld is. Ter begroeting van den minister waren op het station Hollandsche Spoor aanwezig de Belgische gezant, baron Herry met den ge- zantschapsraad, Baron Ruzette en ir. Harm- sen, hoofdingenieur-directeur van den Rijks waterstaat. De Belgische minster en de hem vergezellen de heeren hebben in hotel Des Indes hun in trek genomen. Postgiro 287177 Den Haag, ten name van de Vereeniging voor Nationale Veiligheid. Dat het voornemen, om op den Noord-Ooster Locaalspoorweg het personenvervoer stop te zetten, aanvankelijk in de betrokken streek eenig gevoel van onrust heeft doen ontstaan, lijkt op het eerste gezicht niet zoo vreemd aldus schrijft de Algemeene Nederlandsche Ver- keersfederatie. Bij nadere beschouwing doen zich echter overwegingen voor, welke om her ziening van dergelijke voorloopige indrukken vragen. Aldus is het dan ook gegaan toen de kwij nende Haarlemmermeerlijntjes werden inge krompen, toen de stoomtram ZwolleBlokzijl als autobus op den weg naar een beter leven intrad, en in tal van overeenkomstige geval len. Het is echter maar goed dat in vorige ge vallen aan dergelijke protesten geen doorslaand gewicht is toegekend, immers de ondervinding heeft sindsdien geleerd dat het afgeschafte vervoermiddel opmerkelijk snel vergeten is, en thans door niemand meer wordt gemist. Het wegverkeer toch heeft getoond veel intensiever en tevens gemakkelijker en voordeeliger in de betrokken vervoersbehoeften te kunnen voor zien. Op treffende wijze is dit o.a. tot uiting gebracht door de Geldersche Tramwegen, die de rails bijtijds verlaten hebben om een krachtig bloeiend autobusbedrijf te kunnen scheppen, hetwtelk aan een uitgebreide streek een ver- keersgelegenheid geeft waarvan de inwoners tevoren nimmer hadden durven droomen. Eveneens het Twentsche net, de Utrechtsche stadstram en (weldra) de Gooische lijn hebben de stem der tijden verstaan. Trouwens, ook voorzoover de spoorwegen zelve betreft, is een zeer sterke inkrimping van het net door op heffing van oneconomische stations en lijnen als een punt van urgentie door de regeering op ons nationale programma van rationalisee ring geplaatst, zoodat het wel nauwelijks aan gaat om eenerzij ds de noodzaak tot bezuiniging en saneering te erkennen, doch anderzijds met protesten te verschijnen, telkens wanneer dit loffelijke streven in daden zal worden omgezet Men mag dan ook verwachten dat de onder havige plannen, welke ongetwijfeld door de Spoorwegdirectie en door de Overheidsinstan ties niet zonder zorgvuldige voorstudie en pas na rijp beraad voor uitvoering vatbaar zijn ver klaard, wel nauwelijks zullen woorden beïnvloed door de overigens stellig goed bedoelde actie. En indien deze laatste bepaaldelijk een waar dig onderwerp voor haar streven naar plaatse lijken vooruitgang begeert, lijkt het verstan diger indien de beschikbare energie kon wor den aangewend in de richting van verdere en snellere verbetering der wegen en bruggen in het betrokken gebied een gerechtvaardigd verlangen waarvoor de Overheid onder de ge geven omstandigheden stellig een meer dan gewone belangstelling zal willen toonen, te meei daar hierbij inderdaad wel eenige achterstand in te halen valt. Voorts zou de wensch onder streept kunnen worden naar het op ruime schaal verleenen van vergunningen tot het uit oefenen van busdiensten. Aldus zal dan even eens het Noord-Oosten van ons land ten volle kunnen deelen in de voordeelen, welke de nieu were ontwikkeling van het vervoerswazen brengt. Zooals reeds eerder bericht werd, zal het In ternationale Katholieke Radio Bureau van 7 tot en met 10 Augustus zijn jaarvergadering houden in Nederland. Na het groote Congres te Praag, waar op het gebied van Internationale Katholieke radio- samenwerking baanbrekend werk werd verricht, en na de daarop gevolgde vergaderingen te Rome, Poznan en Brussel, belooft de bijeen komst van het Bureau in Hilversum van groot practisch nut te worden. Den eersten dag komen verschillende interne organisatorische punten aan de orde, en ook zal een nieuwe voorzitter moeten worden gekozen, wegens aftreden van Mgr. Marschall, die destijds den eersten voorzitter en stichter van het bu reau pastoor L. H. Perquin, (nu eere-voorzitter) opvolgde. De gewijzigde omstandigheden in het vader land van Mgr. Marschall, die in Düsseldorf woonachtig is, maakten het de laatste jaren al moeilijk voor hem om zich zoo aan zijn be langrijke functie te kunnen geven, als toch noodig is. Daarom is ook de hoofdzetel van het bureau naar Amsterdam overgeplaatst, en wel naar den K.R.O., waar practisch het meeste werk onder leiding van den vice-voorzitter en den directeur van het bureau, pater lr. J. Dito geschiedt. Een voordeel was het bovendien, dat ook de redacteur van het bulletin, de heer P. Speet in dagelijksch contact is met den vice- voorzitter. Onder dit opzicht is de keuze van den nieu wen voorzitter van veel belang, vooral nu het I.K.R. in belangstelling groeit, waarop ook het toenemend ledenaantal wijst. Thans zijn 36 landen bij het bureau aangesloten. En van deze 36 landen hebben er reeds toegezegd zich te doen vertegenwoordigen: Belgie, Frankrijk, Portugal, Spanje, Denemarken, Hongarije, Tsje cho-Slowakije, Polen, Italië, De Ver. Staten, Mexico, Argentinië, Oost- en West-Indië en Zuid-Afrika. De directeur van Radio Vaticana, Pater Soccorsi S.J. heeft bericht van verhin dering gezonden, doch tegelijkertijd onder het uitspreken van zijn wenschen voor het wel slagen, zijn bewondering geuit voor het zoo practische programma. Het hoofdthema is n.l. „Hoe kunnen de katholieken invloed uitoefenen op de radio?" Eerst zal Pater Dito behandelen: „La pensée et la vie catholique dans la radio" (De katho lieke gedachte en het katholieke leven in de radio), een uiteenzetting welke de huidige si tuatie in de verschillende landen aangeeft. Vervolgens bespreekt de heer Speet het hoofd thema in algemeenen zin, waarna de heer Mau rice Hankard van Radio Catholique-Belge het thema behandelt uit iet oogpunt van beïn vloeding door middel van het gesproken woord en het luisterspel. De muziekadviseur van den K.R.O., Willy d'Ablaing bespreekt de beïnvloe ding in verband met de muziekprogramma's, terwijl de heer Jordan, de Europeesche verte genwoordiger van de National Broadcasting Company te New York de practische toepas sing van het behandelde in de verschillend-: landen aan de orde stelt. De jaarvergadering wordt gehouden in de ontvangzaal van de nieuwe K.R.O.-studio te Hilversum. De vertegenwoordigers der landen zullen onder deskundige leiding de nieuwe K.R.O.-studio bezichtigen, een bezoek brengen aan den zender te Hilversum en aanzitten aan een maaltijd bij Z. Exc. Mgr. p. Giobbe, Pau- selijken Internuntius in den Haag. GROOTE PRIJS VAN MEDERLAND DER K-N-M-V Kaarten by de bekende voorverkoopers Naar wij vernemen heeft pastoor A. F. Suid- geest, sedert 1917 te Hem-Venhuizen, het voor nemen aan den Bisschop van Haarlem tegen 30 September eervol ontslag uit zijn bediening te vragen. Het is de bedoeling van pastoor Suidgeest om na zijn emeritaat te Venhuizen woonachtig te blijven. Evenals verleden jaar zal de Processie-Broe derschap van O. L. Vrouw van het H. Hart van Jesus, gevestigd te Nederhorst den Berg, dit jaar weder een bedevaart organiseeren naar Sittard en wel 9, 10 en 11 Augustus. Dinsdag 9 Augustus vertrekken de pelgrims per autobus vanaf Amsterdam naar Utrecht om 8.30 en vanaf Weesp naar Utrecht om 8.15 uur. De Bedevaart vertrekt dan van Utrecht voor het C. St. om 9.30 uur. De pelgrims uit Nijmegen vertrekken om 9.03 en komen om 9.44 in Den Bosch aan, terwijl de Zeeuwen naar Goes komen en gezamenlijk per trein om 8.15 uur naar den Bosch vertrekken. Aankomst aldaar om 10.08. Na aankomst in den Bosch gaan alle pel grims terstond in de basiliek. Alle pelgrims vertrekken dan per autobus om half twee uit den Bosch. Aankomst te Sittard voor de basiliek om on geveer 6 uur. Gelegenheid om te biechten, daarna vrije tijd. De algemeene intentie der bedevaart is: De bekeering der ongeloovigen in ons vaderland e het welslagen der buitenlandsche missiën. Als commissaris-Provinciaal der Derde Orde in Nederland, in zoover deze staat onder de jurisdictie van de Minderbroeders-Capucijnen, is aangesteld pater Paschalis. Hij zal geves tigd zijn te Nijmegen-Hees, waar hij tevens directeur zal zijn van het Derde Orde-huis „Rivo Torto." Enkele dagen geleden bracht een 23-tal Friesche christelijke onderwijzers een bezoek aan het klooster der Paters Augustijnen te Wit- marsum. Doel van dit bezoek was iets meer te ieeren kennen van den katholieken godsdienst en zijn gebruiken. Prior L. H. Borst Pauwels, die het gezelschap ontving en rondleidde, had paramenten ge- exposeerd en alles wat bij de H. Mis gebruikt wordt, alsook eenige apologetische lectuur, Dat voor de vele verklaringen warme be langstelling bestond, getuigden de vele vragen die gesteld werden. Een rondgang werd gemaakt door kapel en klooster, waar de Kruiswegstaties en muur schilderingen van hun landgenoot Jacob Ydema groote bewondering wekten. Onze spoorwegcorrespondent schrijft ons: Als straks de 100 nieuwe Diesel-electrische rijtuigen, waarvan de aanschaffing onlangs werd aangekondigd, in gebruik genomen zijn, waarmede wel een goed jaar zal heengaan, zul len van de rond 2500 personenrijtuigen dan in totaal aanwezig, reeds 800 motorrijtuigen zijn (D. E., electrische en Diesel-mechanische), waaronder gerekend worden 155 electrische aanhangrijtuigen. De vraag rijst nu voor welke lijnen zal men die 20 D. E. vijf-wagentereinen bestemmen? Ofschoon daaromtrent nog geen zekerheid be staat, ligt het voor de hand, dat zij allereerst gebruikt zullen worden voor de verbindingen met het Noorden, Oosten en Zuiden. Immers naar Groningen, Twenthe en Maastricht rijden diesel- en stoomtreinen, welke laatste belang rijk meer tijd noodig hebben om hun bestem ming te bereiken dan de eerste. Het spreekt dus van zelf, dat men de voorkeur geeft aan het snelste boven het minder snelle vervoermiddel. Het zal dus wel de bedoeling zijn deze snel- stoomtreinen zoo spoedig mogelijk door D. E.- treinen te vervangen. Behalve sneller zijn deze treinen ook meer comfortabel, want onder meer is 't van belang, dat in deze treinen, die een paar uur onderweg zullen zijn, restauraties zullen komen, zelfs iets meer uitgebreid, dan die in de nieuwe electrische treinen, zoodat men er behoorlijk zal kunnen lunchen. Dit verkort de reis en wint voor den handelsman tijd uit. Daar voor deze lange afstanden een vijf- wagentrein niet altijd voldoende zal zijn, kan men deze treinen naar behoefte verlengen tot 8- en 10-wagentreinen en grooter zelfs, of schoon te groote treinen niet wenschelijk zijn met het oog op de bediening, het moeilijk voor verhoogde perrons komen, enz. Hoe grooter een trein is, hoe minder soepel wordt hij in de behandeling. Voor het rijtuigpark der N. S. is deze nieuwe bestelling een mooie aanwinst, ofschoon dit met deze honderd rijtuigen nog lang niet weer op zijn vroegere aantal is, aangezien in de laatste jaren veel rijtuigen buiten dienst zijn gesteld. Veertig arbeiders die te Venlo in werkver schaffing waren te werk gesteld bij den aanleg van rioleeringswerkzaamheden, hebben het werk neergelegd. Zij waren niet tevreden over het te geringe uurloon, dat zij de vorige week in accoordwerk konden behalen. In plaats van het basisloon 32 ets. konden zij nog niet ten volle 28 behalen. De arbeiders kregen een half uur bedenktijd. Toen zij hierna het werk nog niet hadden hervat, werden zij geschorst en bleven geschorst, ook toen verscheidene later het werk wilden hervatten. De directie van het werk moet thans eerst de beslissing Van den rijks inspecteur afwachten. De R. K. arbeidersorganisatie had reeds meermalen klachten over dit werk geuit. Bij werkzaamheden aan een te St. Oedenrode in aanbouw zijnde bioscoop zijn twee arbeiders ernstig gewond, doordat een tien meter hooge muur plotseling instortte, waarbij de twee mannen onder steen en puin werden bedolven. Zij werden spoedig bevrijd, doch bleken ern stig gewond. Een van hen moest naar het St. Odagesticht worden vervoerd. Over de oorzaak der instorting is nog niets bekend. Zooals reeds eerder medegedeeld, heeft de N.B.M. besloten het goederenvervoer langs haar lijnen op te heffen. Thans kan worden gemeld dat dit ingaande 1 Augustus a.s. zal geschieden en de A.T.O. zich van dien datum af met het vervoer zal be lasten. De vergadering van den Ned. R. K. Blinden- bond „St. Odilia" zal worden gehouden 8 en 9 Augustus te Maastricht in de zaal van de Eerewacht, Capucijnengang. Het is een genoegen telkens weer melding te mogen maken van de frissche foldertjes en brochures, welke de A.N.V.V. geregeld uitgeeft om in 't buitenland reclame te maken voor ons mooie Nederland. Dezer dagen verschenen weer drie vroolijk gekleurde folders, fraai, verlucht met foto's en bestemd resp. voor Engeland, Frankrijk en België. Werd ons onlangs toegezonden een in het Engelsch gesteld boekje, dat ons land roemde om zijn goede autowegen, thans ontvingen we een werkje: „Yachting in Holland, waarin ka pitein C. E. A. L. Rumbold wijst op onzen wa terrijkdom en op de vele mogelijkheden voor bezitters van zeil- en motorjachten, die in ons gebied hun hart kunnen ophalen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 9