Chamberlain over de zending
van Lord Runciman
y
y
y
DE MOSKOUSCHE
KLAAS VAAK
Luc!
fit Verdedigrogs
fond
Is
EEN DELICATE TAAK
Ook Uw steun!
Kerkelijk leven
WOENSDAG 27 JULI 1938
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Meeningen in Frankrijk
en Duitschland
DE STRIJD TEGEN DE
TUBERCULOSE
Prachtig werk der vereeniging
„Santos"
Prof. mr. B. Hermesdorf
Benoemd tot gewoon hoogleeraar
aan de R. K. Universiteit
te Nijmegen
MINISTER BALTHASAR
In den Haag aangekomen
HetLuchtverdedigings-
fonds stelt jongelui
financieel in staat tot
vlieger opgeleid te
worden.
Een versterking van de
vlieger-reserve is ver
sterking van onze Neu
traliteit.
Zendt Uw
aan het
bijdrage
f/J
Tram of autobus?
Personenvervoer in het Noord-
Oosten des lands
Katholieken en radio
Het Internationaal congres van
710 Augustus te Hilversum
PROTESTANTEN BEZOEKEN
EEN KLOOSTER
PASTOOR A. SUIDGEEST
VRAAGT EMERITAAT
Sinds 1917 was hij pastoor
te Venhuizen
BEDEVAART NAAR SITTARD
9, 10 en 11 Augustus
DERDE ORDE VAN DE
CAPUCIJNEN
Belangstelling voor de Augustijnen
in Friesland
HET NIEUWE MATERIAAL
DER SPOORWEGEN
Voor welke lijnen zijn de nieuwe
D. E.-treinen bestemd?
40 ARBEIDERS LEGGEN HET
WERK NEER
Staking aan de gemeentelijke
werkverschaffing te Venlo
TWEE ARBEIDERS ONDER
VALLENDEN MUUR
GOEDERENVERVOER N. B. M.
WORDT OPGEHEVEN
NED. R.K. BLINDENBOND
„ST. ODILIA"
GOEDE PROPAGANDA VOOR
ONS LAND
De communisten hier te lande zijn
toch grappenmakers. Zoo heeft het
partijbestuur van de C.P.N. onlangs
een resolutie aangenomen over den poli-
tieken toestand in Nederland, die volko
men past in het politieke Jan Klaassen-
spel, dat de Moskousche poppenkast
hier sinds geruimen tijd laat opvoeren
en dat om den dooien dood niet onver
makelijk, ofschoon voor domooren uiter
mate gevaarlijk is. In deze resolutie heet
het „dat een volhardende ophelderings-
arbeid noodzakelijk is om de breede
lagen van de Nederlandsche bevolking
te overtuigen van den omvang van het
groeiende fascistische gevaar in het land
en in het bijzonder de bedreiging van
de Nederlandsche onafhankelijkheid van
de zijde van Duitschland, dat zich ge
reed maakt tot een overval op Tsjecho-
Slowakije en o.a. ook op Nederland".
Dat Duitschland wel eens gedacht heeft
aan een overval op Tsjecho-Slowakije
is niet geheel onmogelijk, maar zeker is,
dat het, indien het daartoe ooit lust
mocht gevoeld hebben, die lust vergaan
is, sinds het met absolute zekerheid
weet, dat Engeland en Frankrijk een
dergelijken overval niet over hun kant
zuilen laten gaan. Dat Duitschland op
een overval o.a. op ons land zou zinnen,
is een boosaardig communistisch verzin
sel, dat volkomen in strijd is met het
herhaalde aanbod van Duitschland om
onze integriteit en neutraliteit zonder
eenig voorbehoud officieel in een ver
drag te eerbiedigen. Onze regeering is
op dit aanbod nooit ingegaan, omdat zij
terecht deze integriteit en neutraliteit
boven elke discussie verheven en geen
verdragsobject acht, maar dit doet niets
af aan de eerlijkheid van de bedoeling
van Duitschlands aanbod. Het partijbe
stuur der C.P.N. acht het noodzakelijk,
dat het Nederlandsche volk, in overeen
stemming met zijn diepgewortelde, vol
komen gerechtvaardigde vredelievend
heid, er alles op zet, dat Nederland van
den oorlog verschoond blijft. Indien dit
ernst was, zou het geen overvalssprook-
jes verzinnen, die de goede nabuurschap
en dus ook den vrede in gevaar kunnen
brengen. Niet zoozeer vanuit Duitsch
land dreigt voor ons land het „fascis
tisch gevaar", als wel van binnenuit en
tegen dit gevaar kunnen wij de Mos
kousche hulptroepen missen. Wij zullen
het voorbeeld van het linksche Spanje
niet volgen en geen misdadigers wape
nen om ons goed recht en onze ideolo
gische en practische onafhankelijkheid
te verdedigen.
Terwille van deze ideologische en
practische onafhankelijkheid is
het noodzakelijk „een volhardenden
ophelderingsarbeid" te verrichten „om
de breede lagen van de Nederlandsche
bevolking te overtuigen van den om
vang" van het onder- en bovengrond-
sche, anti-nationale, anti-monarchale,
anti-democratische, anti-religieuze com
munisme en in het bijzonder van de
bedreiging van geloof en zeden, van
onze staatsinstellingen en cultuur van
de zijde van de verraderlijke trawanten
van Moskou, die evenals kameraad
Litwinoff nog jongleeren met een helaas
tot een gevaarlijke fictie geworden Vol
kenbondspact en de collectieve veilig
heidsidee. Uit louter anti-fascistische
overwegingen eischt de resulutie van het
Partijbestuur der C.P.N. van de regee
ring: verhooging van het weerstands
vermogen der bevolking door verhooging
van de loonen der arbeiders, door werk
verruiming op groote schaal en opvoe
ring van den werkloozensteun en het
levenspeil der bevolking op het platte
land, en zij besluit met een beroep op
de S.D.A.P. en op alle democratisch
gezinden om samen te werken, teneinde
overwegingen eischt de resolutie van het
wetsontwerp tot beperking van de ver-
eenigingsvrijheid in zijn huidigen vorm
en te bereiken, dat de hierin aangekon
digde maatregelen uitsluitend 'tegen de
fascisten worden gericht.
Naar aanleiding van deze resolutie
is het goed eraan te herinneren,
dat de voorgewende liefde van
het communisme voor de democratie een
apenliefde is. Het wil de democratie
omhelzen om haar dood te drukken aan
de borst van een moorddadige tyran-
nieke Sovjet-dictatuur. Ook wij wen-
schen verhooging van het weerstands
vermogen der bevolking en doelmatige
bestrijding van de funeste werkloosheid,
maar wij wenschen dat niet ter wille
van één eenzijdig dreigend gevaar, maar
terwille van alle volksvreemde gevaren,
die ons bedreigen zoowel van uiterst
linksch als van uiterst rechtsch, en
bovenal terwille van de christelijke
sociale rechtvaardigheid. Zoo niet met
alle formuleeringen, dan toch wel met
het beginsel van het wetsontwerp tot
beperking van de vereenigingsvrijheid
in zijn huidigen vorm zijn wij het hart
roerend eens, omdat het juist ter ver
dediging van een gezonde democratie
maar al te dringend noodzakelijk is
gebleken die onbeperkte vrijheid te ont
nemen aan allen, die er schromelijk
misbruik van maken tot schade en
schande van ons land en ons volk, en
daarbij denken wij óók aan het Klaas
Vaak-gedoe der communisten, die met
deze resolutie opnieuw een poging wagen
ons volk democratisch zand in de oogen
te strooien om het blind te maken voor
de leugenachtigheid van Moskou en
diens goddelooze dictatuur.
De rede, welke de Engelsche premier
minister Chamberlain als besluit dei-
debatten over de buitenlandsche politiek
van het Britsche imperium vóór het reces in
het Lagerhuis heeft gehouden, was rijk van in
houd.'Zij gaf een duidelijk exposé van de han
gende vraagstukken zoowel binnen als buiten
Europa, uitgaande van de geprononceerde these,
dat hoezeer de politiek der Engelsche regeering
ook gericht was op vrede en verzoening, daaraan
nimmer de Britsche eer of de Britsche vitale
belangen zouden worden opgeofferd. Hij be
handelde de beteekenis van het bezoek van het
Engelsche heerscherspaar aan Parijs, de Spaan-
sche kwestie, het Britsch-Italiaansche accoord,
het Chineesche vraagstuk, de positie van den
Volkenbond en niet op de laatste plaats de
Sudeten-Duitsche of Tsjecho-Slowaaksche kwes
tie en de benoeming van Lord Runciman als
„onderzoeker en rapporteur". Alle kwesties, die
Chamberlain aanraakte, zijn van het grootste
gewicht en ten volle diepgaande bespreking
waardig. Wij moeten ons echter beperken en
bepalen ons tot het meest brandende vraagstuk,
dat der Sudeten-Duitschers. In het kort is het
standpunt van Chamberlain het volgende: De
Engelsche regeering zag met bezorgdheid, dat
het méér dan twijfelachtig was of de Sudeten-
Duitschers en de Tsjechische regeering tot een
overeenstemming zouden komen. In overeen
stemming met een verzoek der Tsjechische re
geering stelde Londen toen voor een waarne
mer, een onderzoeker, een rapporteur, een
raadsman (een volkomen juisten titel kon men
blijkbaar niet vinden) te zenden, die onafhan
kelijk zou zijn van het Engelsche gouvernement
en van alle andere regeeringen en geen „ar
biter" in den strikten zin van het woord zou
zijn. Men hoopt daardoor te bereiken, dat de
Sudeten-Duitsche kwestie, die tot nu toe in het
geheel niet uit den weg te ruimen schijnt, min
der „ongenaakbaar" wordt, al wordt er dan
ook geen volledige oplossing bereikt. Lord
Runciman werd bereid gevonden deze uiterst
delicate taak op zich te nemen. Op een vraag
van Winston Churchill, of beide partijen er
mede accoord waren gegaan, antwoordde Cham
berlain, dat er nog geen antwoord ontvangen
was van Sudeten-Duitsche zijde. Uit dien hoek
is inmiddels een verklaring verschenen. De
voorzitter van de parlementaire club der Su
deten-Duitsche partij, de afgevaardigde Kundt,
die de onderhandelingen met minister-president
Hodza voert, heeft aan de Essener National -
zeitung (het blad van maarschalk Goering)
een verklaring gezonden omtrent het standpunt
zijner partij ten aanzien van de aan Lord Run
ciman toevertrouwde taak. Deze verklaring
luidt:
„Wij begroeten iedere persoonlijkheid, die op
objectieve wijze den toestand bestudeert om tot
een positieve oplossing bij te dragen. Belangrijk
is voor de Sudeten-Duitschers de vaststelling,
dat de betreffende voornemens is, niet slechts
van de Britsche regeering, doch van iedere
andere regeering volkomen onafhankelijk te
handelen. Wij zijn bereid om zooals tot dusver
ieder, die zich met objectieve oogmerken voor
de toestanden in Tsjecho-Slowakije interesseert,
ons standpunt openhartig en eerlijk mede te
deelen en hem in elk opzicht er bij behulpzaam
te zijn, de toestanden in Tsjecho-Slowakije
overeenkomstig de waarheid te bestudeeren, om
zich een oordeel als objectief waarnemer en
rapporteur te vormen."
Uit deze verklaring blijkt, dat de medewer
king der Sudeten-Duitschers is te vervrachten.
Lord Runciman kan dus zijn taak beginnen,
want, zooals men weet, heeft Praag hem reeds
welkom geheeten. Chamberlain en Halifax
hopen, dat de raad van een hoogstaand En-
gelschman van waarde zal worden geacht, niet
alleen wegens de positie, die Engeland in Euro
pa bekleedt, maar ook omdat het zooveel er
varing heeft met allerlei soorten van zelfbe
stuur.
Het valt niet te loochenen, dat*Engeland
door de missie van Lord Runciman als
„waarnemer en adviseur" (Praag heeft
zich verzet tegen „bemiddeling" van derden,
omdat het daardoor de Sudeten-Duitschers als
souverein orgaan zou erkennen) zich sterker
vastlegt op het continent dan tot dusver. Som
mige Engelsche conservatieve kringen vreezen,
dat Engeland meer dan tot dusver bij de zaak
betrokken zpu kunnen worden, wanneer men toch
in een impasse zou geraken. Uit de debatten in
het Lagerhuis blijkt, dat over het algemeen de
leden hadden gewenscht, dat de taak van Run
ciman nauwkeuriger zou worden omschreven,
maar dat het woord „bemiddelaar" absoluut
moet worden vermeden, omdat Duitschland
daardoor aangemoedigd zou worden, zich on
verzoenbaar te toonen. De Duitsche pers geeft
in haar commentaren over Chamberlain's rede
blijk van een zekere terughoudendheid en van
een zeker scepticisme. Zij wijst vooral op het
moeilijke karakter van de opdracht van Lord
Runciman.
De Essener Nationalzeitwng trekt een verge
lijking tusschen den strijd van de nationali
teiten in Palestina en de gevolgen, welke een
dergelijke strijd in Tsjecho-Slowakije zou kun
nen hebben. Runciman aanvaardt een moeilijke
taak. De Sudeten-Duitschers zullen hem erken
nen als objectief deskundige, doch hij mag er
niet op rekenen, dat men hem reeds voor het
begin van zijn werk met lauweren omkranst.
Hetzelfde kan men zeggen van de politiek van
Chamberlain, die zonder twijfel al zijn persoon
lijken invloed en het prestige van het Britsche
rijk wil inzetten om te komen tot een regeling
van het Tsjechische vraagstuk. En de Lokal
Anzeiger schrijft, dat de Britsche minister-pre
sident zeer voorzichtig is geweest. Runciman zal,
onafhankelijk van de Britsche regeering, optre
den. Engeland heeft onder invloed van de Duit
sche houding het vraagstuk van de minderhe
den in Tsjecho-Slowakije niet op het doode
punt willen laten staan.
Officieel wordt er nog geen commentaar ge
leverd op de benoeming van Lord Runciman.
Door deze benoeming, zoo zegt men te Ber
lijn, is er geen wijziging gebracht in de houding
van de Duitsche regeering. Duitschland wil de
ontwikkeling der gebeurtenissen te Praag af
wachten.
De openbare meening in Duitschland hecht
daarentegen groote beteekenis aan het besluit
der Britsche regeering. In politieke kringen
verklaart men, dat Engeland, in overleg met
Parijs, een grcote verantwoordelijkheid op zich
neemt.
De Fransehe commentaren zijn natuurlijk van
geheel anderen aard. De Figaro meent, dat de
Engelschen besloten hebben op tijd in te grij
pen en daardoor Europa een goeden dienst heb
ben bewezen. Andere organen verklaren, dat
Chamberlain en Halifax eerst met Bonnet tot
overeenstemming zijn gekomen, wat door
Chamberlain's rede wordt bevestigd. Een ern
stig woord laat Léon Blum in de Populaire
hooren: „Men mag zich niet ontveinzen, dat
door het aanvaarden van een raadsman, zoo
als de Tsjechische regeering zoo wijs heeft ge
daan, de regeering het voor zichzelf moeilijk
heeft gemaakt, zijn raad in den wind te slaan.
Het lot van Tsjecho-Slowakije en in zekeren
zin het lot van Europa, ligt thans in handen
van één man. Dit is ernstig. Frankrijk heeft
evenwel geen reden om aan te nemen, dat
Runciman partijdig zou zijn. Frankrijk wil geen
gevolgtrekkingen maken. De voogdij, door En
geland op zich genomen, is een garantie en de
kans op een overeenstemming is vergroot."
Laat ons hopen, dat dit waarheid zal blijken.
In ieder geval is thans tijd gewonnen. Lord
Runciman moet zich nu in de geheele kwestie
inwerken, wat veel studie en tijd zal kosten. In
deze periode valt er niets gevaarlijks te duch
ten.
Dit overzicht moge eindigen met de optimis
tische woorden, waarmede Chamberlain zijn
rede besloot:
„Wij hebben allen het gevoel, dat de atmos
feer lichter geworden is en over het geheele
vasteland is er een vermindering ingetreden
in het gevoel van spanning, dat zes maanden
geleden drukkend was. Wij gelooven, dat de
regeering haar bijdrage heeft geleverd aan dat
lichter worden van de atmosfeer en de vermin
dering der spanning. Wij zijn voornemens daar
mede voort te gaan en wij gelooven, dat wij er
tenslotte in zullen slagen de veiligheid en het
vertrouwen terug te brengen aan Europa".
Het zij zoo!
Dezer dagen hield de vereeniging voor tuber
culosebestrijding „Santos", instelling van den
Ned. R. K. Middenstandsbond, haar jaarver
gadering te 's-Gravenhage, in welke bijeen
komst kapelaan W. M. Bekkers werd geïnstal
leerd als diocesaan propagandist voor het bis
dom 's-Hertogenbosch, en de heer C. Kloppen-
borg als bestuurslid, aangewezen door het
Nationaal Verbond van Kath. Jonge Midden-
standsvereefiigingen
Uit het jaarverslag over 1937 bleek, dat 101
tuberculoseleider uit den middenstand door
Santos was geholpen met financieele bijdra
gen voor tezamen 21158 verpleegdagen, het
hoogste aantal dat sinds de oprichting van
Santos in één jaar is bereikt.
De kosten hiervan bedroegen niet minder
dan f 25115.—.
De gemiddelde duur der verplegingen ver
toont stijging; met instemming werd echter ge
constateerd, dat in ruim 75 pet. der gevallen
genezing of beduidende verbetering werd be
reikt.
De inkomsten waren over 1937 weder iets
hooger dan het voorgaande jaar, en laten voor
1938 de beschikbaarstelling toe van een ver-
pleegfonds, groot f 28812.Aan de hand der
reeds loopende gevallen en gedane toezeggin
gen werd berekend, dat ongeveer dit geheele be
drag voor de verplegingen in 1938 noodig zal
blijken te zijn.
In drie van de vijf bisdommen werden de be
schikbare verpleeggelden zoowel in 1937 als in
de eerste helft van 1938 beduidend overtroffen
door de noodzakelijke verpleeguitgaven. Voor
1937 werd het gezamenlijk tekort van deze drie
diocesen a f 3136.door overschrijving uit de
fondsen der beide andere diocesen gedekt.
Plannen werden besproken, om tegenover de
verhoudingsgewijs dalende opbrengst van tal
van bloemendagen meer uitbreiding te geven
aan de propaganda voor vaste vrijwillige bijdra
gen van de bondsleden. In dit verband werd
aan het bureau opdracht verleend om o.a. de
in het bisdom Breda reeds eenige jaren be
staande „zegelactie" landelijk uit te werken.
Voorts werd de grondslag gelegd voor een
bijzondere actie om de oprichting te bevorderen
van werkzame Santoscommissies in die afdee-
lingen van den Ned. R. K. Middenstandsbond,
waar tot dusver nog niets voor Santos wordt
gedaan.
Het bestuur der St. Radbout Stichting-
heeft benoemd tot gewoon hoogleeraar in
de faculteit der rechtsgeleerdheid aan de
R.K. Universiteit te Nijmegen voor het ge
ven van onderwijs in het Romeinsch en
oud-vaderlandsch recht den heer mr. B. H.
D. Hermesdorf, thans lector in het Ro
meinsch recht aan genoemde Universiteit.
Mr. Bemardus
Hubertus Domini-
cus Hermesdorf
werd 3 Nov. 1894 te
Kerkrade geboren.
Na zijn gymna
siumtijd te Rolduc
studeerde hij aan
de Universiteit te
Utrecht in de
rechtswetenschap
pen. In 1919 be
haalde hij daar
den doctorsgraad.
Na in verschillende
functies werkzaam
te zijn geweest o.a.
was hij vanaf 1923
gevestigd als ad -
vocaat en procu
reur te Nijmegen,
werd hij in 1928
benoemd tot lector aan de R. K. Uni
versiteit aldaar om les te geven in het Romein™
sche recht. Sinds 1931 was hij tevens hoogleer
aar aan de Universiteit van Leuven.
Van zijn hand verschenen verschillende pu
blicaties in juridische tijdschriften zoowel in ons
land als in Duitschland.
De Belgische minister van Openbare Werken
en Werkverschaffing, de heer Balthasar, is
hedenochtend met den directeur-generaal van
bruggen en wegen, den heer De Heem en zijn
kabinetschef, den heer Kuypers te Den Haag-
aangekomen voor een kort verblijf in ons land,
waarvan het programma reeds gemeld is.
Ter begroeting van den minister waren op
het station Hollandsche Spoor aanwezig de
Belgische gezant, baron Herry met den ge-
zantschapsraad, Baron Ruzette en ir. Harm-
sen, hoofdingenieur-directeur van den Rijks
waterstaat.
De Belgische minster en de hem vergezellen
de heeren hebben in hotel Des Indes hun in
trek genomen.
Postgiro 287177 Den Haag, ten
name
van
de Vereeniging voor Nationale Veiligheid.
Dat het voornemen, om op den Noord-Ooster
Locaalspoorweg het personenvervoer stop te
zetten, aanvankelijk in de betrokken streek
eenig gevoel van onrust heeft doen ontstaan,
lijkt op het eerste gezicht niet zoo vreemd
aldus schrijft de Algemeene Nederlandsche Ver-
keersfederatie. Bij nadere beschouwing doen
zich echter overwegingen voor, welke om her
ziening van dergelijke voorloopige indrukken
vragen.
Aldus is het dan ook gegaan toen de kwij
nende Haarlemmermeerlijntjes werden inge
krompen, toen de stoomtram ZwolleBlokzijl
als autobus op den weg naar een beter leven
intrad, en in tal van overeenkomstige geval
len. Het is echter maar goed dat in vorige ge
vallen aan dergelijke protesten geen doorslaand
gewicht is toegekend, immers de ondervinding
heeft sindsdien geleerd dat het afgeschafte
vervoermiddel opmerkelijk snel vergeten is, en
thans door niemand meer wordt gemist. Het
wegverkeer toch heeft getoond veel intensiever
en tevens gemakkelijker en voordeeliger in de
betrokken vervoersbehoeften te kunnen voor
zien. Op treffende wijze is dit o.a. tot uiting
gebracht door de Geldersche Tramwegen, die de
rails bijtijds verlaten hebben om een krachtig
bloeiend autobusbedrijf te kunnen scheppen,
hetwtelk aan een uitgebreide streek een ver-
keersgelegenheid geeft waarvan de inwoners
tevoren nimmer hadden durven droomen.
Eveneens het Twentsche net, de Utrechtsche
stadstram en (weldra) de Gooische lijn hebben
de stem der tijden verstaan. Trouwens, ook
voorzoover de spoorwegen zelve betreft, is een
zeer sterke inkrimping van het net door op
heffing van oneconomische stations en lijnen
als een punt van urgentie door de regeering
op ons nationale programma van rationalisee
ring geplaatst, zoodat het wel nauwelijks aan
gaat om eenerzij ds de noodzaak tot bezuiniging
en saneering te erkennen, doch anderzijds met
protesten te verschijnen, telkens wanneer dit
loffelijke streven in daden zal worden omgezet
Men mag dan ook verwachten dat de onder
havige plannen, welke ongetwijfeld door de
Spoorwegdirectie en door de Overheidsinstan
ties niet zonder zorgvuldige voorstudie en pas
na rijp beraad voor uitvoering vatbaar zijn ver
klaard, wel nauwelijks zullen woorden beïnvloed
door de overigens stellig goed bedoelde actie.
En indien deze laatste bepaaldelijk een waar
dig onderwerp voor haar streven naar plaatse
lijken vooruitgang begeert, lijkt het verstan
diger indien de beschikbare energie kon wor
den aangewend in de richting van verdere en
snellere verbetering der wegen en bruggen in
het betrokken gebied een gerechtvaardigd
verlangen waarvoor de Overheid onder de ge
geven omstandigheden stellig een meer dan
gewone belangstelling zal willen toonen, te meei
daar hierbij inderdaad wel eenige achterstand
in te halen valt. Voorts zou de wensch onder
streept kunnen worden naar het op ruime
schaal verleenen van vergunningen tot het uit
oefenen van busdiensten. Aldus zal dan even
eens het Noord-Oosten van ons land ten volle
kunnen deelen in de voordeelen, welke de nieu
were ontwikkeling van het vervoerswazen
brengt.
Zooals reeds eerder bericht werd, zal het In
ternationale Katholieke Radio Bureau van 7
tot en met 10 Augustus zijn jaarvergadering
houden in Nederland.
Na het groote Congres te Praag, waar op het
gebied van Internationale Katholieke radio-
samenwerking baanbrekend werk werd verricht,
en na de daarop gevolgde vergaderingen te
Rome, Poznan en Brussel, belooft de bijeen
komst van het Bureau in Hilversum van groot
practisch nut te worden.
Den eersten dag komen verschillende interne
organisatorische punten aan de orde, en ook zal
een nieuwe voorzitter moeten worden gekozen,
wegens aftreden van Mgr. Marschall, die destijds
den eersten voorzitter en stichter van het bu
reau pastoor L. H. Perquin, (nu eere-voorzitter)
opvolgde.
De gewijzigde omstandigheden in het vader
land van Mgr. Marschall, die in Düsseldorf
woonachtig is, maakten het de laatste jaren al
moeilijk voor hem om zich zoo aan zijn be
langrijke functie te kunnen geven, als toch
noodig is. Daarom is ook de hoofdzetel van het
bureau naar Amsterdam overgeplaatst, en wel
naar den K.R.O., waar practisch het meeste
werk onder leiding van den vice-voorzitter en
den directeur van het bureau, pater lr. J. Dito
geschiedt. Een voordeel was het bovendien, dat
ook de redacteur van het bulletin, de heer
P. Speet in dagelijksch contact is met den vice-
voorzitter.
Onder dit opzicht is de keuze van den nieu
wen voorzitter van veel belang, vooral nu het
I.K.R. in belangstelling groeit, waarop ook het
toenemend ledenaantal wijst. Thans zijn 36
landen bij het bureau aangesloten. En van
deze 36 landen hebben er reeds toegezegd zich
te doen vertegenwoordigen: Belgie, Frankrijk,
Portugal, Spanje, Denemarken, Hongarije, Tsje
cho-Slowakije, Polen, Italië, De Ver. Staten,
Mexico, Argentinië, Oost- en West-Indië en
Zuid-Afrika. De directeur van Radio Vaticana,
Pater Soccorsi S.J. heeft bericht van verhin
dering gezonden, doch tegelijkertijd onder het
uitspreken van zijn wenschen voor het wel
slagen, zijn bewondering geuit voor het zoo
practische programma. Het hoofdthema is n.l.
„Hoe kunnen de katholieken invloed uitoefenen
op de radio?"
Eerst zal Pater Dito behandelen: „La pensée
et la vie catholique dans la radio" (De katho
lieke gedachte en het katholieke leven in de
radio), een uiteenzetting welke de huidige si
tuatie in de verschillende landen aangeeft.
Vervolgens bespreekt de heer Speet het hoofd
thema in algemeenen zin, waarna de heer Mau
rice Hankard van Radio Catholique-Belge het
thema behandelt uit iet oogpunt van beïn
vloeding door middel van het gesproken woord
en het luisterspel. De muziekadviseur van den
K.R.O., Willy d'Ablaing bespreekt de beïnvloe
ding in verband met de muziekprogramma's,
terwijl de heer Jordan, de Europeesche verte
genwoordiger van de National Broadcasting
Company te New York de practische toepas
sing van het behandelde in de verschillend-:
landen aan de orde stelt.
De jaarvergadering wordt gehouden in de
ontvangzaal van de nieuwe K.R.O.-studio te
Hilversum. De vertegenwoordigers der landen
zullen onder deskundige leiding de nieuwe
K.R.O.-studio bezichtigen, een bezoek brengen
aan den zender te Hilversum en aanzitten aan
een maaltijd bij Z. Exc. Mgr. p. Giobbe, Pau-
selijken Internuntius in den Haag.
GROOTE PRIJS VAN
MEDERLAND DER K-N-M-V
Kaarten by de bekende voorverkoopers
Naar wij vernemen heeft pastoor A. F. Suid-
geest, sedert 1917 te Hem-Venhuizen, het voor
nemen aan den Bisschop van Haarlem tegen
30 September eervol ontslag uit zijn bediening
te vragen.
Het is de bedoeling van pastoor Suidgeest om
na zijn emeritaat te Venhuizen woonachtig te
blijven.
Evenals verleden jaar zal de Processie-Broe
derschap van O. L. Vrouw van het H. Hart van
Jesus, gevestigd te Nederhorst den Berg, dit
jaar weder een bedevaart organiseeren naar
Sittard en wel 9, 10 en 11 Augustus.
Dinsdag 9 Augustus vertrekken de pelgrims
per autobus vanaf Amsterdam naar Utrecht om
8.30 en vanaf Weesp naar Utrecht om 8.15 uur.
De Bedevaart vertrekt dan van Utrecht voor
het C. St. om 9.30 uur.
De pelgrims uit Nijmegen vertrekken om 9.03
en komen om 9.44 in Den Bosch aan, terwijl de
Zeeuwen naar Goes komen en gezamenlijk per
trein om 8.15 uur naar den Bosch vertrekken.
Aankomst aldaar om 10.08.
Na aankomst in den Bosch gaan alle pel
grims terstond in de basiliek.
Alle pelgrims vertrekken dan per autobus
om half twee uit den Bosch.
Aankomst te Sittard voor de basiliek om on
geveer 6 uur. Gelegenheid om te biechten,
daarna vrije tijd.
De algemeene intentie der bedevaart is: De
bekeering der ongeloovigen in ons vaderland e
het welslagen der buitenlandsche missiën.
Als commissaris-Provinciaal der Derde Orde
in Nederland, in zoover deze staat onder de
jurisdictie van de Minderbroeders-Capucijnen,
is aangesteld pater Paschalis. Hij zal geves
tigd zijn te Nijmegen-Hees, waar hij tevens
directeur zal zijn van het Derde Orde-huis
„Rivo Torto."
Enkele dagen geleden bracht een 23-tal
Friesche christelijke onderwijzers een bezoek
aan het klooster der Paters Augustijnen te Wit-
marsum.
Doel van dit bezoek was iets meer te ieeren
kennen van den katholieken godsdienst en zijn
gebruiken.
Prior L. H. Borst Pauwels, die het gezelschap
ontving en rondleidde, had paramenten ge-
exposeerd en alles wat bij de H. Mis gebruikt
wordt, alsook eenige apologetische lectuur,
Dat voor de vele verklaringen warme be
langstelling bestond, getuigden de vele vragen
die gesteld werden.
Een rondgang werd gemaakt door kapel en
klooster, waar de Kruiswegstaties en muur
schilderingen van hun landgenoot Jacob Ydema
groote bewondering wekten.
Onze spoorwegcorrespondent schrijft ons:
Als straks de 100 nieuwe Diesel-electrische
rijtuigen, waarvan de aanschaffing onlangs
werd aangekondigd, in gebruik genomen zijn,
waarmede wel een goed jaar zal heengaan, zul
len van de rond 2500 personenrijtuigen dan in
totaal aanwezig, reeds 800 motorrijtuigen zijn
(D. E., electrische en Diesel-mechanische),
waaronder gerekend worden 155 electrische
aanhangrijtuigen.
De vraag rijst nu voor welke lijnen zal men
die 20 D. E. vijf-wagentereinen bestemmen?
Ofschoon daaromtrent nog geen zekerheid be
staat, ligt het voor de hand, dat zij allereerst
gebruikt zullen worden voor de verbindingen
met het Noorden, Oosten en Zuiden. Immers
naar Groningen, Twenthe en Maastricht rijden
diesel- en stoomtreinen, welke laatste belang
rijk meer tijd noodig hebben om hun bestem
ming te bereiken dan de eerste. Het spreekt dus
van zelf, dat men de voorkeur geeft aan het
snelste boven het minder snelle vervoermiddel.
Het zal dus wel de bedoeling zijn deze snel-
stoomtreinen zoo spoedig mogelijk door D. E.-
treinen te vervangen. Behalve sneller zijn deze
treinen ook meer comfortabel, want onder meer
is 't van belang, dat in deze treinen, die een paar
uur onderweg zullen zijn, restauraties zullen
komen, zelfs iets meer uitgebreid, dan die in
de nieuwe electrische treinen, zoodat men er
behoorlijk zal kunnen lunchen. Dit verkort de
reis en wint voor den handelsman tijd uit.
Daar voor deze lange afstanden een vijf-
wagentrein niet altijd voldoende zal zijn, kan
men deze treinen naar behoefte verlengen tot
8- en 10-wagentreinen en grooter zelfs, of
schoon te groote treinen niet wenschelijk zijn
met het oog op de bediening, het moeilijk voor
verhoogde perrons komen, enz. Hoe grooter een
trein is, hoe minder soepel wordt hij in de
behandeling.
Voor het rijtuigpark der N. S. is deze nieuwe
bestelling een mooie aanwinst, ofschoon dit met
deze honderd rijtuigen nog lang niet weer op
zijn vroegere aantal is, aangezien in de laatste
jaren veel rijtuigen buiten dienst zijn gesteld.
Veertig arbeiders die te Venlo in werkver
schaffing waren te werk gesteld bij den aanleg
van rioleeringswerkzaamheden, hebben het
werk neergelegd. Zij waren niet tevreden over
het te geringe uurloon, dat zij de vorige week
in accoordwerk konden behalen. In plaats van
het basisloon 32 ets. konden zij nog niet ten volle
28 behalen. De arbeiders kregen een half uur
bedenktijd. Toen zij hierna het werk nog niet
hadden hervat, werden zij geschorst en bleven
geschorst, ook toen verscheidene later het werk
wilden hervatten. De directie van het werk
moet thans eerst de beslissing Van den rijks
inspecteur afwachten.
De R. K. arbeidersorganisatie had reeds
meermalen klachten over dit werk geuit.
Bij werkzaamheden aan een te St. Oedenrode
in aanbouw zijnde bioscoop zijn twee arbeiders
ernstig gewond, doordat een tien meter hooge
muur plotseling instortte, waarbij de twee
mannen onder steen en puin werden bedolven.
Zij werden spoedig bevrijd, doch bleken ern
stig gewond. Een van hen moest naar het St.
Odagesticht worden vervoerd.
Over de oorzaak der instorting is nog niets
bekend.
Zooals reeds eerder medegedeeld, heeft de
N.B.M. besloten het goederenvervoer langs haar
lijnen op te heffen.
Thans kan worden gemeld dat dit ingaande
1 Augustus a.s. zal geschieden en de A.T.O.
zich van dien datum af met het vervoer zal be
lasten.
De vergadering van den Ned. R. K. Blinden-
bond „St. Odilia" zal worden gehouden 8 en 9
Augustus te Maastricht in de zaal van de
Eerewacht, Capucijnengang.
Het is een genoegen telkens weer melding
te mogen maken van de frissche foldertjes en
brochures, welke de A.N.V.V. geregeld uitgeeft
om in 't buitenland reclame te maken voor ons
mooie Nederland.
Dezer dagen verschenen weer drie vroolijk
gekleurde folders, fraai, verlucht met foto's en
bestemd resp. voor Engeland, Frankrijk en
België.
Werd ons onlangs toegezonden een in het
Engelsch gesteld boekje, dat ons land roemde
om zijn goede autowegen, thans ontvingen we
een werkje: „Yachting in Holland, waarin ka
pitein C. E. A. L. Rumbold wijst op onzen wa
terrijkdom en op de vele mogelijkheden voor
bezitters van zeil- en motorjachten, die in ons
gebied hun hart kunnen ophalen.