Het einde van een sportieve
prestatie
Suppletoire Defensiebegrooting
voor 1938
wee menschen
op den weg
STEDEN LIEPEN UIT
MEDEDEELINGEN IN DE
ANTWOORDMEMORIE
Kerkelijk leven
ZATERDAG 30 JULI 1938
DE VIERDAAGSCHE
Wijziging Ongevallen
wet
De prijsuitreiking
De minister ontraadt opneming
van tuberculose als beroeps
ziekte van verplegend
personeel
Gestadige arbeid ter voorziening
van leger en vloot met levens
middelen in tijd van oorlog
Het kruis: een schoone belooning
na vier etappes Nijmegen
Nijmegen
Wetsconflïcten bij het
huwelijk
Millioenen voor werk
loosheidsbestrijding
Dr. Colijn huldigt deel
nemers
Nederlanders in Duitschland
dienen van hinderlijke
regeling bevrijd te
worden
DOMINICAANSCHE
DERDE ORDE
Besprekingen over een inter
nationale regeling
BETALINGSVERKEER MET
ROEMENIË
Congres te Utrecht
RUILVERKA VELINGSWET
PER 1 AUGIN WERKING
EERW. ZUSTERS VAN
OUDENBOSCH
UIT DE STAATSCOURANT
Onderwij
EM.-PASTOOR JAC. VAN
SPAENDONK f
DOOR HULBERT FOOTNER
lijksbevoegdheid ook door bij Algemeenen Maat
regel van Bestuur aan te wijzen ambtenaren
van den burgerlijken stand te doen afgeven.
brikaten, terwijl slechts een klein gedeelte
noodig zar zijn voor de aanschaffing van
materialen als hout en ijzer, welke normaal
worden ingevoerd.
Bij de artikelen merkt de minister nog op,
dat de huisvesting van het personeel in het
hoofdgebouw aan het Plein te Den Haag in
vele opzichten zeer veel te wenschen overlaat
en geenszins voldoet aan de hygiënische eischen,
welke mogen worden gesteld. Niet alleen zijn in
dit zeer oude gebouw vele vertrekken verstoken
van zonlicht, doch bovendien moeten noodge
dwongen te veel ambtenaren in één lokaal
worden ondergebracht. Het vraagstuk op welke
wijze hierin verbetering kan worden gebracht
en hoe zooveel mogelijk tot centralisatie der
departementsbureelen kan worden gekomen,
is in studie.
voor de economische en industrieele verdedi
gingsvoorbereiding en de generale staf arbeiden
gestadig en in nauwe onderlinge samenwerking
aan de voorbereiding van de voorziening van
leger en vloot in tijd van oorlog met levens
middelen, bedrijfsstoffen en grondstoffen voor
de materieelvoorziening. De ten aanzien van
dit gewichtige vraagstuk reeds bereikte resulta
ten stemmen tot tevredenheid.
teiten werd bijgewoond en waarbij ook de mi
nister-president Dr. Colijn tegenwoordig was.
Hieronder volgt de lijst van bekroningen:
Op het Molen veld had Vrijdagnamiddag de
traditioneele kruisen-uitreiking plaats, welke
ook gedeeltelijk geschiedde door Z. Exc. Mi
nister Colijn, die daarbij eenige hartelijke woor
den richtte tot de buitenlandsche en ook tot
de Nederlandsche deelnemers in tegenwoordig
heid van meerdere autoriteiten, onder wie wij
nog opmerkten mr. baron van Heemstra, com
missaris van de Koningin in Gelderland, baron
de Marqureau, militair attaché bij het Fran-
sche gezantschap, en den heer Zapp, generaal-
secretaris bij het Duitsche gezantschap te
's Gravenhage. Dr. Colijn wijdde een apart hui
dewoord aan de manschappen van de Koloniale
Reserve, die zich bij dezen marsch op bijzon
dere wijze onderscheiden hadden. Bijzondere
waardeering sprak de Minister uit over de kra
nige houding van vele jongere soldaten, die
hoewel nog slechts eenige maanden onder dienst
reeds op zulk een uitstekende wijze de mar-
scben volbracht hadden.
Met betrekking tot den aanbouw en de aan
schaffing van vliegtuigen zijn bereids belang
rijke bestellingen gedaan, terwijl de nieuwe or
ganisatie en de daarmede verband houdende
maatregelen ten behoeve van de personeels
voorziening voor de luchtstrijdkrachten in be
werking en voor een deel o.m. voor wat be
treft het in opleiding nemen van een grooter
aantal adspirant-vliegers reeds in uitvoe
ring zijn.
De nieuwe garnizoensplaatsen zijn Zuidlaren,
Steenwijk, Oldebroek (Wezep), Gorssel, Does
burg, Grave, Weert, Vught, Eindhoven, Roer
mond, Roosendaal, Bussum, Alkmaar, Ermeloo,
Hoek van Holland, IJmuiden en Apeldoorn, ter
wijl in tal van bestaande garnizoenen uitbrei
ding van legeringsruimte noodig is gebleken.
Aangezien er op moet worden gerekend, de
thans bestaande en de nieuwe garnizoenen te
handhaven, is kazernebouw in permanenten
vorm het meest raadzaam.
Het verslag van de Belgische commissie, in
gesteld om een onderzoek in te stellen naar de
wijze, waarop de dienstplichtigen van hun vrijen
tijd een goed gebruik zouden kunnen maken, is
niet aan de aandacht van den minister ont
gaan en het is wellicht niet ongewenscht om,
wanneer de opbouw van het leger zijn beslag
zal hebben verkregen, te overwegen, of en In
hoeverre in dit opzicht maatregelen waren te
nemen. De minister denkt daarbij niet alleen
aan kleine, afgelegen garnizoenen, doch tevens
aan de groote steden, waar gevaren van ande
ren aard dreigen.
In verband met de beperkte mogelijkheid tot
recruteering in het rondom Weert gelegen ge
bied, was het onvermijdelijk een bataljon uit
een ander deel des lands daarheen over te
.brengen. Aangezien de minister geenszins blind
is voor de bezwaren, welke aan dezen maat
regel verbonden zijn, is het mogelijke gedaan
een andere meer bevredigende oplossing te vin
den. Dit is echter niet mogen lukken. Overi
gens zij opgemerkt, dat wel degelijk ook
Roomsch-Katholieke onder-officieren naar
Weert zijn verplaatst. Het zou echter naar het
oordeel van den minister bepaaldelijk onjuist
zijn geweest het bataljon te Weert uitsluitend
met Roomsch-Katholieke onderofficieren te en-
cadreeren, juist wijl de dienstplichtigen goed
deels den protestantschen godsdienst belijden.
Van het op den gewonen dienst aange
vraagde bedrag van f 9.427.644 kunnen de
personeels-uitgaven (traktementen, soldijen,
enz.) ad ruim f 2.5 millioen geacht worden
geheel en van de overige uitgaven naar
schatting ongeveer f 5 millioen aan de
bestrijding van de werkloosheid ten goede
te komen.
Het op den kapitaaldienst aangevraagde
bedrag van f 22 millioen zal voor het over-
groote deel worden besteed aan arbeids-
loonen en Nederlandsche materialen en fa-
Aan de Memorie van Antwoord aan de Twee
de Kamer betreffende het wetsontwerp tot
wijziging der Ongevallenwet 1921 en der Land
en Tuinbouwongevallenwet 1922 is het volgen
de ontleend:
De minister van Sociale Zaken zet daarin
uiteen, dat het aan de indiening voorafgegane
lange tijdsverloop, waarover werd geklaagd, het
gevolg is geweest van de voorbereiding, welke
min of meer belangrijke wetswijzigingen en
wetsaanvullingen nu éénmaal behoeven.
De opneming in lid 2a van artikel 87a dei-
Ongevallenwet 1921 en in lid 3 van artikel 95a
der Land- en Tuinbouwongevallenwet 1922 van
een termijn is geschied om een rem te stellen
op de indiening van lichtvaardige vorderingen.
Tegen een verkorting van den in het ontwerp
genoemden termijn, als waarop in het Voor-
loopig Verslag is aangedrongen, heeft de mi
nister geen bezwaar, weshalve zulk een verkor
ting bij nota van wijziging wordt aangebracht.
Aan de Memorie van Antwoord aan de
Tweede Kamer in zake het ontwerp tot supple
toire defensiebegrooting voor 1938 is het vol
gende ontleend.
De ontwikkeling der internationale verhou
dingen en de loop der gebeurtenissen sinds het
wetsontwerp tot wijziging van de dienstplicht
wet tot wet is verheven waren oorzaak, dat de
regeering zich niet verantwoord achtte, wan
neer zij niet terstond de noodige maatregelen
nam om de gedurende 5y maand geoefende
dienstplichtigen der lichting 1938 onder de wa
penen te houden, in het bijzonder ten behoeve
van de grensbeveiliging.
Aangezien de langer in werkelijken dienst
verblijvende dienstplichtigen bewapend konden
worden met aanwezig materiaal, hebben zich
met betrekking tot de bewapening geenerlei
moeilijkheden voorgedaan.
Het, als gevolg van de vergrooting van het
aantal in werkelijken dienst verblijvende dienst
plichtigen, ontstane tekort aan voldoend ge
schoold kader heeft inderdaad eenige zorg ge
baard. Door het onder de wapenen roepen van
reserve-officieren en voor wat de onderofficie
ren betreft, door toepassing van het capitu-
lantenstelsel is, voor zooveel mogelijk, in de
ontstane leemte voorzien. Voorts zijn met spoed
de vereischte maatregelen genomen, opdat wel
dra een voldoend aantal goed onderlegde on
derofficieren beschikbaar zal zijn.
Het regeeringscommissariaat voor de indus
trieele verdedigingsvoorbereiding, de commissie
Vrijdagnamiddag is de Vierdaagsche 1938
afgesloten. De laatste dag was een zonne
dag. 's Morgens trokken de militairen uit
in het zondoorgloeide land onder den zang
„Wij zijn niet bang". En inderdaad hebben
de ruim 4480 deelnemers, die hun laatste
parcours aflegden, moedig de hitte van den
dag en de zwaarte van de binnenwegen
doorstaan. Ze hebben hun Vierdaagsch wan-
delwerk op meer dan schitterende wijze be
kroond.
Ingediend is een wetsontwerp tot aanvulling
der wet van 7 Juli 1906, tot uitvoering van en
kele bepalingen der op 12 Juni 1902 te 's-Gra-
venhage gesloten verdragen:
1. Tot regeling der wetsconflicten met betrek
king tot het huwelijk;
2. tot regeling der voogdij van minderjarigen
en tot wijziging en aanvulling, in verband daar
mede, van eenige voorschriften van het Burger
lijk Wetboek.
Spreker uitte zijn bijzondere sympathie
voor de Koloniale Reserve, waaraan hij zulke
aangename herinneringen uit het verleden had,
niet als minister-president, maar als oud-ka
meraad. Then hij hedenmorgen de Koloniale
Reserve zag marcheeren, had zijn hart gepo
peld. Spreker wees op het sterke plichtsgevoel
van dit korps, waarop steeds gebouwd kan
worden.
De opneming van tuberculose als beroeps
ziekte van het verplegend personeel in de On
gevallenwet moet de minister ontraden. Op
neming van de tuberculose onder met ongeval
len gelijkgestelde beroepsziekten zou tot ge
volg hebben, dat tot een scherpe voor keuring
zou moeten worden overgegaan, hetwelk hooge
kosten zou medebrengen.
Vrijdagmorgen zijn er in totaal slechts zes deel
nemers thuis gebleven en togen er 4481 de poort
uit, het lange parcours op van Grave, Cuyk,
Mook, Nijmegen. Wat is er gemarcheerd en
wat is er bewonderd! Langs het geheele par
cours stonden menschen, in alle dorpen hingen
de vlaggen uit en zelfs van de transen van de
torens in het Maasgebied woei de driekleur.
Allen hebben zich prachtig gehouden en wer
den zeer gewaardeerd. In Grave begon reeds
de triomftocht, waar het vlaggende stadje in
geestdrift alle groepen toejuichte. Toen kwam
de zware marsch door den Beerschen Over
laat, van, Grave op Gasselt, Beers en Cuyk.
Dat was een lange, zonnige, maar gelukkig
goede weg, waarover in zeer snel tempo gegaan
werd, zoodat de eerste veertiger om half tien
in Cuyk was, waar hij eerst om tien uur werd
verwacht. De pontonniers van Dordrecht had
den hier de gebruikelijke brug geslagen, waar
over duizenden gingen tusschen half elf en
twaalf uur, toen de groote Cuyksche doorgang
plaats vond.
Aan de Memorie van Toelichting ontleenen wij
het volgende:
Nederlanders, die in een der landen, partij bij
het op 12 Juni 1902 te 's-Gravenhage geslo
ten verdrag tot regeling der wetsconflicten met
betrekking tot het huwelijk, een echtverbintenis
willen aangaan, dienen hun huwelijksbevoegd
heid te bewijzen.
Ingevolge de in Duitschland algemeen gelden
de bepalingen, waarvan de invoering, gelet op
art. 4 van het Haagsche huwelijksverdrag, vrij
stond, wordt van vreemdelingen, die in Duitsch
land een huwelijk willen sluiten, ten bewijze van
hun huwelijksbevoegdheid overlegging verlangd
van een certificaat, afgegeven door een in hun
eigen land gevestigde autoriteit. Voor zooveel
Nederlanders aangaat, die nimmer binnen het
Rijk in Europa hebben gewoond, is hiertoe ech
ter op het oogenblik geen in Nederland zetelende
autoriteit bevoegd, ten gevolge waarvan de be
trokken Nederlanders bij huwelijkssluiting in
Duitschland niet in de gelegenheid zijn zich het
vereischte bewijs te verschaffen. Dientengevolge
is deze groep Nederlanders aangewezen op het
verkrijgen van een vrijstelling van de Duitsche
autoriteiten, aan welke vrijstelling, zoo zij al
thans wordt verleend, voorwaarden kunnen
worden verbonden, waaraan belanghebbenden
zich anders niet zouden behoeven te onderwer
pen. Hiervan wordt veel hinder ondervonden,
aangezien ingevolge de nieuwe Duitsche huwe
lijksbepalingen een huwelijk nu eerst zal kunnen
worden voltrokken, nadat aan min of meer om
slachtige formaliteiten is voldaan.
De betrokken groep Nederlanders wier aan
tal niet onaanzienlijk is van dezen hinder te
bevrijden, is de strekking van het onderhavige
wetsontwerp. Hiertoe wordt voorgesteld de mo
gelijkheid te openen, de verklaring van huwe-
Ook huldigde minister Colijn de Duitsche
deelnemers en hoopte, dat zij de beste herin
neringen aan de Hbllandsche gastvrijheid zul
len bewaren. Ook sprak de minister-president
tot de Engelschen, die hij complimenteerde, in
het bijzonder den heer Martin, die de eerste
buitenlander is, aan wien het kruis voor tien
jarige deelneming kon worden uitgereikt. De
heer Van der Kaay, die reeds voor de 20ste
maal meeliep, werd eveneens door den minis
ter-president gehuldigd, terwijl kapitein Breu-
nese persoonlijk het cijfer 20 voor twintig-jarige
deelname overreikte aan jhr. v. d. Goes, Rit
meester van de Huzaren, in wien hij schetste
den .man met het sterke Hollandsche karakter,
die 'zijn manschappen weet aan te vuren tot
uiterste krachtsinspanning.
In beginsel zou er geen bezwaar tegen be
staan om bijv. het schilderseczeem onder de
beroepsziekten op te nemen, maar de groots
moeilijkheden, welke de redactie zal bieden,
leiden den minister er toe, deze opneming te
ontraden.
De acute of in betrekkelijk korten tijd ont
stane vergiftigingen vallen reeds thans onder
artikel 1 der Ongevallenwet 1921. Chronische
koolmonoxyde-vergiftiging is, indien zij voor
komt, hetgeen sommigen betwijfelen, buiten
gewoon zeldzaam en ontstaat dan nog meestal
door vergiftiging buiten het bedrijf (wonen bo
ven een garage, lekke gasleidingen of riolen).
Reeds de diagnose „acute kooloxyde-vergif
tiging" biedt dikwijls zulke groote moeilijkhe
den, dat er naar het oordeel van den minister
gezien het voorafgaande, geen aanleiding be
staat de hierbedoelde vergiftiging onder de
oeroepsziekten op te nemen.
Hier was feest in Cuyk; drie muziekcorpsen
speelden er, dat van de Kon. Ned. Marine, dat
van de bereden militaire politie te Amster
dam en dat van den staf uit Amersfoort. Reeds
hier werden den deelnemers bloemen aangebo
den en de 55'ers, die langs de rozenkweeke-
rijen van Habs moesten trekken, werden hier
met rozen bedacht. Met het uur steeg de span
ning in Cuyk en kwam er vroolijker stemming.
De huzaren van jhr. van der Goes kregen een
luid applaus, toen zij kort na de leerlingen
van de school voor reserve-officieren van
Kampen over de brug gingen.
Naar wij vernemen, is Vrijdag in het Palace-
Hotel te Scheveningen een conferentie gehou
den van Europeesche kolenproducenten met het
doel een regeling van den afzet van steenkolen,
in den geest van de conventie terzake tusschen
Engeland en Polen, voor te bereiden.
Aan de conferentie hebben alle kolenprodu
centen in Europa, t. w. België, Duitschland, En
geland, Frankrijk, Nederland, Polen en Tsjecho-
Slowakye, deelgenomen. De besprekingen, wel
ke ten vervolge op die in vorige conferenties ter
zake werden gehouden, hebben een bevredigend
verloop gehad. Zij zullen binnenkort worden
voortgezet.
Maandag 1 Augustus zal het Nationaal Do-
minicaansch Derde Orde Congres voor Neder
land te Utrecht gehouden worden. Te half II
plechtige Hoogmis, op te dragen door pater
Basilius Schaab, Provinciaal, tot intentie van
de leden der Derde Orde, in de St. Dominicus-
kevk aan de Mariaplaats.
Tc 12 uur begint in het Jaarbeursgebouw de
morgenvergadering met een Congresrede door
Pater Lector Pius Kok O. P. uit Zwolle, over:
De verantwoordelijkheid van onze Tertiarissen
krachtens hun Dominicaansche roeping. Daar
na volgt toespraak van den Provinciaal.
De middagvergadering zal te kwart over drie
beginnen met een door den Promotor Provin-
ciaüs te geven „Overzicht onzer Derde Orde in
Nederland."
Daarna zullen nog eenige sprekers het woord
■voeren.
De minister van Buitenlandsche Zaken heeft
aan de Tweede Kamer doen toekomen den tekst
van een, op 27 Juni gehouden, notawisseling
tusschen de Nederlandsche en de Roemeensche
regeeringen, houdende verlenging van de bepa
lingen van den modus Vivendi van 21 Augustus
1937' betreffende tijdelijke regeling van het be
talingsverkeer tusschen Nederlana en Roemenië.
In Cuyk werd opnieuw officieele belangstel
ling getoond en onze minister-president, dr.
Colijn, die in gezelschap van kapitein Breunese
het parcours afreed en den overtocht over de
Maas in oogenschouw nam, werd luide toe
gejuicht.
Met hem kwamen meerdere autoriteiten naar
Cuyk, als daar o.a. waren: Generaal Baron van
Voorst tot Voorst, commandant van het veld
leger, vice-admiraal Ftirstner, chef van het de
partement der Marine, Mr. Baron Schimmel-
penninck v. d. Oye, voorzitter van het N.O.C.,
generaal De Jong, commandant van de Burger
wachten en meerdere hooggeplaatste officieren.
Verder werden opgemerkt de burgemeesters van
Nijmegen, Cuyk, Mill, enz. Zelden zagen wij in
Cuyk zooveel belangstelling, al is de stem
ming daar ook wel eens enthousiaster geweest.
De burgergroepen, die de 40 en 55 liepen,
hebben zich ook op den vierden dag uitstekend
gehouden en versaagden geen oogenblik. V.I.
V.O. uit Hilversum ging in volle geestdrift
door Cuyk, terwijl ook de politie van Bussum
zich waardig aansloot bij de politietroepen uit
de hoofdcentra van 't land. Het Amersfoortsche
Wilhelmina en St. Hubertus vielen ook nu weer
op door hun kranige houding, terwijl ook de
Utrechtsche vereenigingen zich den laatsten
dag schitterend hielden.
De laatste loodjes wogen ook hier weer het
zwaarst. Toen men eenmaal over het veer te
Cuyk was, lag weer voor de wandelaars open
de zgn. Mooksche Steeg van Cuyk naar Mook,
een weggetje tusschen twee hagen, dat in de
vierdaagsche beschouwd kan worden als een
handicap waar velen niet gemakkelijk over
komen.
In den Molenhoek was het weer levendig en
werden de deelnemers verwelkomd door een
groote menigte.
(Ie Lult. d. Mar. G. H. v. d. Spek); Korps Ma
riniers (Sergt. d. Mar. H. P. van Etteger);
Koloniale Reserve.
Het gouden kruis voor 10 maal deelneming
ontvingen: H. H. Winters, adj. Oo. 18e R. I.;
C. v. d. Mark, Serg. tamb. R. Genietroepen;
C. Takkebos, Rotterdam; G. H. v. d. Spek,
Korps Mar.; H. G. Anemaet, Sergt. KOI. Res.;
A. G. de Willigen, Politie, Den Haag; L. Apon,
Politie, Den Haag; A. L. v. d. Bos, Politie, Den
Haag; J. van Dijk, Zeist; J. G. Michorius,
Amersfoort; H. Schoonhagen, Amsterdam; G.
W. van Kooten, Den Haag; Th. A. Groothui
zen, Nijmegen; A. J. F. Roeleven, Nijmegen;
D. de Leeuw, Maj. Art., Den Haag; mevrouw
E. HuurmanKuyper, Nijmegen; R. J. Martin
(Engeland); H. J. Ennen, le Luit. Veldart.,
Utrecht.
De gouden kroon voor 11 maal deelneming
ontvingen: H. K. Kronig, Kap. 15e Reg. Inf.;
J. van Rooyen, Wachtm. lie Reg. H.; I. Beek,
Opperw. Kon. Mar.; J. Willemse, Haarlem; A.
K. M. Wap, Rotterdam; C. H. Bennink, Vrijw.
Rurgerw. Amsterdam; H. J. van Diepenbeek,
Amsterdam; S. H. J. Schipperheyn) Nijmegen;
mevrouw D. H. Jansende Waal, Nijmegen.
Het gouden cijfer 12 voor 12 maal deelneming
kregen: N. I. Epkema, Res. Kapt. Jagers; C.
Brey, Serg. Luchtv.
Het gouden cijfer 13 voor 13 maal deelne
ming; W. J. Korte, Serg. L. S. Haarlem.
Het gouden cijfer 14: B. Tichelaar, Serg. 7e
R. I.; mevrouw M. J. van der Kley—Vreyen-
hoek, Rotterdam; K. Vis, Den Haag; W. de
Haas, Den Haag; J. Vos, Amsterdam; W. I. A.
van der Kley, Rotterdam.
Het gouden cijfer 16: A. A. Schwing, Kap Ja
gers; O. van 't Zet, Sergt. Genietr.; J. H. Teu-
nissen van Maanen, Opperw. Inst. 8 R. V. H.;
O. F. J. Brandwijk, Wachtm. Kon. Mar.; jhr.
G. H. H. van Kinschot, le Luit. Huz.
Het gouden cijfer 17: A. A. M. Göbel, Opperw.
2e Half Reg. H.
Het gouden cijfer 20; Jhr. A. v. d. Goes,
Rltm. 2e Reg. Huz.; A. C. G. Dinkhuyzen, Den
Haag; P. J. van der Kaay, Elden (bij Arnhem)
Regiment Infanterie; 6e Regiment Infanterie;
7e Regiment Infanterie; 8e Regiment Infante
rie; 10e Regiment Infanterie (Res. 2e Luit. J.
F. Schmidt); 10e Regiment Infanterie (Res.
lê Luit. J. G. de Bruin); 11e Regiment In
fanterie (Res. le Luit H. J. P. Oude Groeneger)
11e Regiment Infanterie (Res. 2e Luit. R.
Heemskerk); 11e Regiment Infanterie (Res. 2e
Luit. A. G. A. Vermeulen); 12e Regiment In
fanterie (Detach. 1); 13e Regiment Infanterie;
14e Regiment Infanterie; 15e Regiment Infan
terie; 16e Regiment Infanterie; 17e Regiment
Infanterie; 18e Regiment Infanterie; 19e Re
giment Infanterie; 20e Regiment Infanterie
(Sergeant W. Moedt); 20e Regiment Infanterie
(Res. 2e Luit. G. Peetsold); 21e Regiment In
fanterie; 22e Regiment Infanterie (Res. le
Luit. W. F. van der Steen); 22e Regiment In
fanterie (Res. le Luit. N. A. Westdijk) Batal
jon Geneeskundige Troepen; Regiment Genie
troepen I Bataljon; Regiment Genietroepen II
Elataljon; Regiment Genietroepen III Bataljon;
Koninklijke Militaire Academie; Algcmeene
Vereeniging van Ned. Res. Off.; School vooi
Res. Off. Inf. Kampen; Landstormkorps Rot
terdam; Landstormkorps West Brabant, Afd.
Breda; Bijz. Vrijw. Landstorm, Afd. Hilver
sum; Ettjz. Vrijw. Landstorm, Afd. Nijmegen;
Landstormkorps Zuid HOll. West; Regiment
Kust Artillerie; Regiment Motor Artillerie;
Korps Pontonniers en Torpedisten; le Half Re
giment Huzaren; 2e Half Regiment Huzaren; 3e
Half Regiment Huzaren; 4e Half Regiment Hu
zaren; le Regiment Veld Artillerie; 2e Regi
ment Veld Artillerie; 4e Regiment Veld Artil
lerie; 5e Regiment Veld Artillerie; 7e Regiment
Veld Artillerie; 8e Regiment Veld Artillerie;
Luchtvaartafd. Detach. Schiphol; Luchtvaart-
afd. Soesterberg; Regiment Wielrijders; le Es-
cadron Pantserwagens; KOrps Motordienst; 2e
Divisie Kon. Marechaussee; 3e Divisie Kon.
Marechaussee; Korps Politietroepen; Korps
Adelborsten; Hr. Ms. Schorpioen, Den Helder;
Hr. Ms. Van Speyk, Den Helder; Hr. Ms. wacht
schip Vlissingen; Marine Kazerne Amsterdam;
Hr. Ms. Vliegkamp De KOoy; Korps Mariniers
De volgende korpsprijzen werden aan de suc
cesvolle Vierdagen-tippelaars toegekend:
Rijksveldwacht; Burgerwacht Rotterdam;
Burgerwacht Arnhem; Burgerwacht Maastricht;
Burgerwacht Heerlen; Burgerwacht Schiedam;
R. K. Transport colonne, Afd. Rotterdam; R. K.
Transport colonne, Afd. Amsterdam; „Pro Pa-
tria", Leiden; Politie Amsterdam; Politie Rot
terdam; Haagsche Politie Sportvereemging;
Utrechtsche Politie Sportvereemging; Bredasche
Politie Sportvereemging; Eerste Tilburgsche
Politie Sportvereeniging; Maastrichtsche Politie
Sportvereemging; Generaal Karei van der Hey-
den, Haarlem; Nederlandsche Handel Mij., Am
sterdam; Unilever (Heeren), Rotterdam; Wan
delsport Ver. P. T. T., Amsterdam; Sportver
eeniging R. V. S., Rotterdam; Sportvereeniging
T. H. B„ Rotterdam; Neptunus, Rotterdam;
Haagsche W. S. V. De Vierdaagsche; De Prin-
cevlag, 's Gravenhage; De Nieuwe Haagsche
Vierdaagsche; Post, Telegraaf, Giro, 's Graven
hage; Landsdrukkerij (S. V. L.) 's Gravenhage;
N. J. V. Wacht Nat. Jongeren Verbond, 's Gra
venhage; K. L. M. Vereeniging, 's Gravenhage;
De Jutter, Den Helder; V. I. V. O., Hilversum:
Elias Sportvereeniging (E. S. V.), Tilburg;
Utrechtsche Postale Wandelsport Vereeniging;
Willen is Kunnen, Utrecht; Ready, Zeist; De
Zilvermeeuw, Den Helder; Burgerwacht, Nij
megen; Burgerwacht (Damesvendel), Rotter
dam; Unilever Sportver. (Damesgroep)Rot
terdam; Excelsior, Utrecht; Wandelver. Wees
inrichting Neerbosch; Vroeg op Stap (V. O. S.i,
Nijmegen; Robinson, Nijmegen; Al Zingende
Voorwaarts, Amsterdam.
Militaire korpsen; Regiment Grenadiers; Re
giment Jagers; le Regiment Infanterie; 2e Re
giment Infanterie; 3e Regiment Infanterie; 5e
Bij Kon. Besluit is bepaald, dat de Ruilverka-
velingswet per 1 Augustus van dit jaar in wer
king zal treden.
Bij het onder vooi-zitterschap van Z.H. Exc.
Mgr. P. Hopmans, bisschop van Breda, in het
Moederhuis te Oudenbosch gehouden algemeen
kapittel van de eerw. zusters Poenitenten-
Recollectinen van de Onbevlekte Ontvangenis
van Maria, volgens de reguliere Derde Orde
van St. Franciscus, werd tot algemeen overste
gekozen de cerw. moeder Thomasia Plaschaert
en werden benoemd tot vicaresse de eerw. zuster
Gabriele van Ghert, tot eerste raadszuster de
eerw. zuster Maria Costenmiller, tot tweede
raadszuster de eerw. zuster Euphrosia van Paas-
sen en tot derde raadszuster de eerw. zuster
Eugenia Quant.
Wederom tijdelijk benoemd tot leeraar aan
de R. H. B. S. te Zierikzee: dr. J. J. Boer; id.
te Hoorn: dr. W. R. Vijverberg, N. J. Fisscher
en H. Meijling.
Benoemd tot leeraar in vasten dienst met
1 December 1938 aan de R. H. B. S. te Gro
ningen: J. J. van Helden.
Voor het tijdvak van 1 September 1938 tot
1 September 1939 wederom benoemd tot tijde
lijk ieeraar aan de Rijkszuivelschool te Bols-
ward: M. ten Cate aldaar; A. W. Dannenberg
en mr. dr. J. Hoogland, beiden te Leeuwarden,
S. Siersema te Harlingen en J. Slim fe Sneek.
Voor het tijdvak van 1 October 1938 tot 1
October 1939 benoemd tot leeraar aan de Rijks-
landbouwwinterschool te Meppel, ir. W. Pasma
te Groningen.
Voor het tijdvak van 1 October 1938 tot 1
October 1939 wederom benoemd tot leeraar aan
de Rijkslandbouwwinterschool te Meppel, H.
Herenius te Steenwijk en J. Nip te Meppel.
Met ingang van 1 September 1938 is benoemd
tot lector in de afdeeling der algemeene we
tenschappen aan de Technische Hoogeschool
te Delft om onderwijs te geven in de theoreti
sche en toegepaste natuurkunde: dr. A. C. 3.
van Heel, thans hoofdassistent.
In het St. Ignatius-ziekenhuis te Breda is, na
een ondergane operatie en na voorzien te zijn
van de H.H. Sacramenten der stervenden, op
76-jarigen leeftijd overleden de z.eerw. heer
Jacobus van Spaendonk, rustend pastoor van
Pripcenhage.
De thans overleden pastoor werd 13 Februari
1862 te Den Hout (Oosterhout) geboren en was
het laatst gedurende ruim 25 jaar pastoor te
Nispen. Sedert Februari van dit jaar was pas
toor Van Spaendonk, na een priesterleven van
ruim een halve eeuw, op emeritaat in het St.
Luciagesticht te Princenhage.
Na Mook en Malden begon eigenlijk de
triomfweg voor alle tippelaars, waarvan slechts
weinigen niet met bloemen bedacht werden. De
St. Annalaan en de Groenewoudscheweg waren
aan weerszijden als het ware met driedubbele
hagen menschen bezet en tal van vrienden en
kennissen boden aan hun bekenden bloemen
aan.
Op het Molenveld had de gebruikelijke prijs
uitreiking plaats, welke door meerdere autori-
Garth nam bezit van het mes en stond neer
te zien op het gebroken wrak met een walging
van afkeer. Hij lachte kort.
Te verachtelijk om te ciooden, zei hij en
hij keerde zich om.
Rina bekeek den grond en het was onmoge
lijk te gissen wat zij dacht. Toen ging zij naar
Natalie alsof er niets gebeurd was en luisterde
aan haar hart. Nadat zij opgestaan was, gaf zij
Garth in het kort eenige wenken voor den
nacht.
Maar ik wil weten, waarom je dit alles
doet, zei Garth, toen zij weg wilde gaan.
Rina keek den anderen kant uit.
Ik zeg het niet, zei ze koel.
Wat moet dat beteekenen? vroeg hij ver
baasd.
Niemand kan haar genezen, behalve ik, zei
Rina. Ik zal haar gezond maken als je Herbert
geen kwaad doet. Anders zij moet dood gaan.
Dit was ten minste eerlijk en Garth moest
zulk een tegenstander eerbiedigen.
Hij is veilig, zei hij, op voorwaarde dat hij
hier weg blijft.
Dan kom ik morgen terug, zei Rina en zij
verdween tusschen de boomen.
Aan woorden heb ik niets, zei Garth. Ik
zal me door je daden laten leiden. Zijn stem
klonk milder en Mabyn, hierdoor aangemoe
digd, kwam naderbij.
Wil je me een hand geven?
Garth keek hem onderzoekend aan. Hij vond
dat hjj Natalie niet te kort deed door op Ma-
byn's verzoek in te gaan. Bovendien had hij
een geweer en hij kon Natalie voorloopig niet
alleen laten.
Ik heb er geen bezwaar tegen, zei Garth.
Maar het blijft afgesproken: je blijft 100 yard
afstand van mijn kamp. Accoord?
Goed, zei Mabyn, je hand!
Garth kwam naderbij en stak zijn hand uit.
Onmiddellijk zag hij zijn vergissing. In Mabyn's
oogen kwam een vonk van haat, en terwijl zijn
rechterhand die van Garth greep als een
schroef, gleed uit zijn linkermouw een mes in
de andere hand. Hij rukte Garth een halve
di aai om en wilde hem een steek tusschen de
schouders toebrengen. Maar Garth liet zijn ge
weer los en wist met zijn linkerhand den stoot
af te weren. Terwijl hij Mabyn's pols greep,
wierp hij zich vooruit, om den ander neer te
drukken.
Het duurde maar een oogenblik. Mabyn bleef
op de been en was een oogenblik aan de win
nende hand. Zij grepen elkaar aan en worstel
den. Maar Mabyn had al zijn hoop op den eer
sten stoot gevestigd en zag nu geen uitkomst
meer. Hij verslapte in Garth's greep. Garth
kreeg nu een hand vrij en sloeg zijn tegenstan
der tegen den grond, waar hij zuchtend en
machteloos bleef liggen.
Wat doet Mabyn nu? vroeg hij plotseling.
Rina werd bleek als marmer.
Ik spreek niet over hem, zei ze koel. Maar
ik zal u helpen en uw bagage hier brengen.
En zij ging.
Toen hij alleen gebleven was, keerden zijn
gedachten naar Mabyn terug. Wat zou hij al
dien tijd uitgevoerd hebben en hoe zou hij zich
bij dezen stand van zaken gedragen?
Na eenigen tijd begon Natalie in haar slaap
te mompelen. Zij deed haar oogen open en keek
hem aan.
Stuur hem weg! Stuur hem weg! Ik kan
hem niet bij mij hebben! fluisterde zij.
Aanvankelijk dacht hij, dat zij ijlde, maar
den blik van haar oogen volgend, zag hij de
figuur van een man onder de boomen. Terwijl
hij haar hoofd ondersteunde, gaf hij haar
Rina's drank en zij viel direct in slaap. Toen
nam Garth zijn geweer en trad op Mabyn toe.
De man wachtte hem op in een houding, die
half vrees, half overmoed verried. Toen Garth
dichterbij kwam trachtte hij te glimlachen,
maar zijn glimlach wekte des te meer afkeer bij
Garth op.
Is er iets wat ik doen kan? vroeg Mabyn.
Ja, maak dat je weg komt, antwoordde
Garth koud. Als ik je zie binnen een kring van
honderd yards om mijn kamp, zal ik zorgen, dat
je geen vin meer verroeren kunt zoolang we
hier zijn.
Mabyn deed beleedigd.
Je hoeft niet op dien toon tegen me te
spreken, bromde hij. Ik kom als vriend en moet
eens met je praten.
Ik luister, zei Garth.
Wel vervloekt, roep Mabyn, hoe kan ik nou
vriendschappelijk praten met iemand, die met
een geweer tegenover me staat!
Zeg wat je te zeggen hebt, of ruk in! riep
Garth.
Mabyn gaf toe.
Wel, zij hij, kijk eens, wij zijn met ons
ons drieën.
Met vieren! zei Garth.
Goed, met vieren. Maar we kunnen hier
zoo niet in ruzie leven. We moeten het eens
worden.
Is dat alles? zei Garth.
Mabyn keek rond alsof hij hulp van om-
staanders verwachtte.
Luister, zei hij tenslotte. Ik ben gekomen
om je de hut aan te bieden voor Natalie. Zit
kan in dien toestand niet in de open lucht
slapen.
Zeer verplicht, zei Garth.. Ik had het plan
om je hut in bezit te nemen, maar miss Gland
weigert.
Mabyn's oogen puilden uit.
Wat ga je dan doen? vroeg hij.
Ik bouw haar een huis, zei Garth.
Mabyn keerde zich om alsof hij uitgepraat
was.
Is dat alles? vroeg Garth.
Kijk eens aan, zei Mabyn, eh.... ik ken
je naam niet.
Garth noemde zijn naam.
Welnu, Pevensey, wat vanmorgen gebeurt
is, spijt me. Ik wist niet wat ik deed. Wil je het
door de vingers zien?
HOOFDSTUK XVII
Wat Rina bezielde
Rina bracht alle paarden behendig door het
bosch. Zij steeg af naast Garth en keek in de
richting waar Natalie lag.
Ze slaapt nog, zei Garth.
Toen Rina hem aanzag, zei ze ineens ver
schrikt:
Herbert is hier geweest!
Hoe weet je dat? vroeg hij verbaasd.
Rina stak haar vinger uit.
Je hebt mijn mes! zei ze. Hoe kom je daar
aan?
Hijwilde mij hiermee vermoorden, zei
Garth, terwijl hij haar gezicht bespiedde.
Rina dacht niet verder aan Natalie.
Waar is hij? vroeg zij gejaagd. Wat heb je
hem gedaan?
Ik heb hem laten gaan, zei Garth. Moor
den is mijn gewoonte niet.
Hy wilde je dooden en je liet hem gaan?
vroeg zy ongeloovig. Zulk een grootmoedigheid
leek haar onbestaanbaar en zy ging weg.
Plotseling kwam ze terug.
Je moet my beloven, dat je Herbert geen
kwaad zult doen, zei ze hartstochteiyk.
Als hy my aanvalt, zal ik me verdedigen
en haar, zei Garth koel.
Rina knikte.
Ik begrijp nu, zei ze, ik nu niet gek wor
den van het denken.
Garth was verheugd, dat hij haar hoorde
praten.
jy haar zeer bemint, zei zy plotseling,
naar Natalie wijzend.
Garth boog zich over Natalie op een wu'ze,
die meer zeide dan woorden.
Ik geloof, zij bemint u ook, zei Rina ern
stig. Toen ik haar verwondde probeerde zij niet
te schreeuwen om u niet te kwetsen.
Een langzame blos kleurde Garth's huid, en
hy wendde zyn gelaat af.
Wanneer kan zij vervoerd worden, vroeg
hy plotseling van onderwerp veranderend.
Rina schudde het hoofd.
Ik weet niet, zei ze. Misschien zy heeft
koorts. Drie of vier weken misschien.
Garth rilde by de gedachte aan den komen
den winter en aan de gevaren die moesten ko
men onder vier zulke verschillende menschen in
de groote wildernis.
Nu moest Garth zyn zorgen gaan besteden
aan de paarden. Vóór alles moest hy er voor
waken, dat ze binnen zyn bereik bleven. Het
was maar de vraag, of hier gras genoeg groeide,
voor het geval zy lang moesten blyven.
Nadat hy ten laatste de tent voor Natalie had
opgeslagen bracht hy het meisje naar binnen
en legde haar op een bed van blaren. Hü ging
aan den ingang zitten, zoodat hy haar kon zien
en met haar spreken, terwyi hy den maaltyd
gereed maakte. Natalie was rustig, ze had geen
pyn, maar voelde weinig lust tot spreken.
.(Wordt vervolgd)