MELK DE BESSEN RIJPEN Koos, de manlijke dienstmaagd VOOR ZOMERAVONDEN ZONDAG 31 JULI 1938 WIST U DAT? ALS VOEDZAME ZOMERSPIJS EN ALS KOELE ZOMERDRANK Twee recepten voor rabar- ber-marmelade BRABANTSCHE BRIEVEN 't Komt er alleen op aan hóe ge oew taak vervult ONS PRIJSRAADSEL Achthoeken-probleem Verzoeken om „grooter formatie" Oplossing vorig raadsel Kansberekening bij het opmaken van het speelplan z. Prijswinnaars Het nieuwe raadsel z. Warmte maakt dorstig, niet hongerig. Van daar dat we in de zomermaanden zware ge rechten van het menu schrappen en er als goede huisvrouwen op uit zijn, lichtverteerbare, smakelijke kostjes te bedenken, die ook, zonder dat men nu bepaald hongerig is, gemakkelijk verorberd worden. Melkgerechten staan nierbij bovenaan, want uit melk is allerlei smakelijks gemakkelijk te bereiden, dat boven het voor deel, licht verteerbaar, dit vóór heeft, dat melk als volwaardig voedingsmiddel alle noodiee be- standdeelen bevat, die we van voedsel mogen eischen. Melk bevat namelijk de vijf bestana- deelen, waaruit ons lichaam is opgebouwd, te weten: vet, koolhydraten, eiwit, water en zouten. Een wel elke huismoeder bekende wijze, waarop we melk kunnen eten is de gewone hangop, die we bereiden door (per persoon) driekwart flesch karnemelk uit te gieten üi een schoonen, stevigen doek, dien we aan de punten bijeen oinden en in tuin of kelder te itkken hangen. Vóór het opdienen kloppen we de brei even luchtig door, die dan gegeven met suiker en kaneel zoowel als toespijs kan dienen ais ter vervanging van havermout of yoghurt aan het ontbijt van de kinderen. Men behoeft de hangop, al suggereert de benaming dit, niet per sé op te hangen, maar kan evengoed vol staan met de karnemelk uit te gieten m een doek, die in een vergiet gelegd is, welke ver giet weer in een kom of emmer staat ter op vanging van het uitdruipende water. Even weinig omhaal als de bereiding van hangop, vraagt het klaarmaken van dikke melk, waar sommige kinderen, in combinatie met cornflakes, dol op zijn. Diepe borden gevuld met zoete melk zet men een of twee dagen op een niet al te koele stofvrije plaats. Naar ge lang het weer warmer is, zal de melk eerder gestremd zijn tot een zure brei, die we met suiker bestrooid serveeren. Deze suiker moet echter niet doorgeroerd worden, daar de brei dan kans loopt te schiften en aan smakelijk heid in te boeten. In Engeland is een veelgeliefde zomer-toe- spijs de zoogenaamde „junket", die uit niets anders bestaat dan gestremde melk, die men tot een compacte, doorzich'.ige massa heeft doen stollen door er enkele druppels leb bij te voegen. Deze junket, ijskoud gegeven met ge stoofde vruchten is een toespijs, die voor warme dagen aanbeveling verdient. De geïnteresseerde huisvrouw kan er altijd iets van opsteken eens over de grenzen te gaan „pottenkijken". In Noorwegen bijvoorbeeld schermt men eenvoudig met melk als dessert, maar dan afgeroomde ongekookte en ongepasteuriseerde melk. die eigenlijk op de wijze van schenkroom minstens eenige malen per week de toespijs overgiet, die uit een pruimen-, bessen-, rabarber- of abri- kozengelei pleegt te bestaan. Trouwens de combinatie vruchten en melk vraagt als drank hier ook hoe langer hoe meer de aandacht en in de melkbars, die hier ein delijk ook in zwang komen kan men zich de wonderlijkste en meest verkoelende „melk- cocktails" laten voorzetten. Maar. ook zelf kunnen we deze melk-vrucht en- dranken met weinig moeite bereiden, in de eerste plaats noemen we Bessenmelk. Hiertoe wrijven we roode bessen of boschbessen in de haarzeef fijn en vullen een gewoon metkglas voor een derde met deze vruchtenbrei waarna we er onder roeren langzaam zooveel koude melk en schenkroom op smaak dooreenroeren, tot het glas gevuld is. De hoeveelheid suiker voegen we daarna ter keuze toe. Vruchtenijsmelk. In een tumbler vermengt men twee lepels grenadine met twee iepels room, waarna men het glas verder tot den rand vult met spuitwater en wat brokjes ijs. Bij dezen drank serveert men Fransche wafeltjes en een rietje. Sinaasappelmelk. Het sap van een sinaasappel vermengt men met een zilveren of houten lepe! met een kwart liter room en klopt er dan an- derhalven lepel honing dooreen. De honing moet men echter niet toevoegen vóórdat melk en sinaasappel (of citroensap) zich geheel ge bonden hebben. Kijk u es, timvierman, zoo had ik het cactusstandaardje willen hebben Een drank, die zeer koel geserveerd moet worden, wat we kunnen bereiken door vóór hei uitschenken eenigen tijd 'n vochtigen doek om de kan te leggen, is Bananenmelk De bereiding is als volgt: drie bananen wrijven we firn en mengen hier het sap doorheen van een citroen Door dit mengsel kloppen we omzichtig drie kwart liter melk, waarna we er een lepel witte basterdsuiker en twee eetlepels honing aan toe voegen. Een vruchtensorbet kan men zelf bereiden door op drie deelen melk een deel vruchtenjam te mengen, welke drank gegeven wordt met brokjes ijs in de glazen. Tusschen het groen van de dichte struiken zijn de bessen gerijpt: in roode, glimmende trossen de aalbessen, minder in het oog val lend de geurige, groote bessen en vlak tegen den tak gedrukt de kruis- of klapbessen, die gekookt meestal meer geapprecieerd worden dan in natuurstaat. En binnenkort worden de ze aan hooge struiken groeiende bessoorten ge volgd door de vruchten van onze lage bosch- grond-planten, de blauwe boschbes en de min der bekende preizelbes, die in de Oostelijke streken van ons land groeit. Bessentijd, inmaaktijd, en het ware huisvrou- welijke hart, dat klopt voor een vitaminen-pro- visie in den winter, voor inmaakketels en een glorieuze rij gevulde glazen, doet de nijvere handen grijpen naar bessenvoorraden en weck- recepten en lange, warme uren worden getrot seerd om de zomer-overdaad steriel vast te leggen. Dat dit echter óók kan. zonder de vruchten te koken of zelfs'maar te verwarmen, slechts door ze te roeren met suiker, kunnen we lee- ren in de Noordelijke landen Noorwegen en Zweden, de bessen-dorado's, waar de in het wild rijpende overvloed van den korten zomer in het groente-gebrek gedurende den langen winter moet voorzien, en daar dus volgens de methode der grootste efficiency wordt inge maakt. Rauw inmaken kunnen we op deze wijze: aardbeien, frambozen, aalbessen, zwarte bessen en preizelbessen, mits aan de voorwaar den voldaan wordt, dat de vruchten ten eerste geheel gaaf en ten tweede versch geplukt zijn. Voor de vier eerstgenoemde vruchtensoor ten nemen we per kilo vruchten een kilo suiker en roeren beide gedurende een kwartier zachtjes dooreen. Is de suiker dan nog niet geheel op gelost, dan blijven we zoo lang doorroeren tot dit wel het geval is. We vullen kleine jam potten met de vrucht en sluiten af met gesmol ten paraffine om de potjes uiteindelijk dicht te binden, met perkamentpapier indien we geen schroefdeksel bezitten. Voor preizelbessen is de verhouding iets an ders; hier nemen we zes ons suiker per kilo gram bessen. Het vergemakkelijkt den arbeid wanneer we de roode en de zwarte bessen iets of wat stukwrijven bij het roeren. De suiker laat zich dan beter vermengen. Niet alleen als toespijs met vanillevla, custard of griesmeel, kunnen we deze rauwe vruchten- compote geven, maar ook als jam aan 't ont bijt, waarbij we dan, om niet slechts in stijl, maar ook „in goeden smaak" te blijven, het Zweedsche knackebröd of het Noorsche flat- bröd zoowel het een als het ander in onze winkels te krijgen eten. Voor zoover ons bekend is, berust deze metho de van het ongekookt bewaren der vruchten op het benzoëzuur, dat in de genoemde soorten in voldoende bederfwerende mate aanwezig is. Het verdient echter aanbeveling, de gevulde glazen zeer koel te bewaren en ze na het vullen eerst ongeveer een week in de ijskast te zetten, vóór men ze wegzet, daarmee beoogend elke onverhoopte bacterie-ontwikkeling ten eenen- male te stuiten. Wij geven eerst een recept voor een goedkoo- pe marmelade, die dus met een minimale hoe veelheid suiker wordt ingekookt maar dienten gevolge alleen geschikt is voor direct gebruikt en niet lang bewaard kan worden. Op een kilo rabarber neemt men 200 gram suiker. Het juiste gewicht is zeer gemakkelijk te bepalen nadat men de rabarberstelen in stukken gesneden heeft, wat voor de bereiding een noodzakelijke bewerking is. Men doet de afgewogen hoeveelheid in een pan met kokend water en laat de rabarber heel even opkoken, waarna men ze afgiet door een vergiet, bij het uitgedropen restant de juiste hoeveelheid sui ker voegt en de rabarber inkookt tot een ge lijke gladde massa. Deze giet men warm in de glazen, die men met schroefdeksel afsluit. Het kookwater, dat men na de eerste korte kook afgiet, behoeft niet in den gootsteen ver loren te gaan maar is, met suiker en in afge- koelden toestand een frissche drank voor den warmen zomeravond. Voor het tweede recept gebruikt m^n: op een kilo rabarber 750 gram suiker. Nadat de rabar ber gewasschen en gedroogd is en in stukken gesneden, roert men er de suiker doorheen, waarna men het mengsel laat staan tot deze geheel is opgelost. Daarna kookt men de massa in op een zacht gelijkmatig vuur tot de juiste dikte vereischt is. Men vult de glazen terwijl de marmelade nog warm is en sluit de glazen warm af. Deze marmelade laat zich zeer goed bewaren. IIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIMIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIillllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIII ULVENHOUT, 18 Juli 1938 Amico, Veur "n jaar of drie, vier gelejen mokte-n-ik kennis mee den Koos, 'nen jongen gast van, schat ik, vijfentwintig jaren omtrent. Hij stond sjuust 't stoepke-n-achter Üe keuken te schu ren, als ik deur den tuin, om 't huis was gegaan, om aan 't dienstmeske te gaan vragen „wat 't vandaag zijn zou?" „Ga-d-efkens opzij," zee Koos en mee 'nen prachtig blinkenden, koperen keukenemmer spoelde-n-ie de vurig-rooie klinkers van 't stoep- ke proper. Lee toen 'nen dweil veur de deur, en stapte zóó naar binnen, dat z'n natte klompen op den dweil achter 'm bleven. 'k Stond 't geval 'n bietje betutterd aan te kijken. Want aan alles was te zien, deuzen jongkearel spuide hier keukenmeid en t gong 'm best af! Toen haalde-n-ie uit z'neh broekzak 'n klein gebogen pepke, er zat nog 'n kliekske tabak in en hij stak 't aan. Dee 'n paar smake lijke trekken, haalde den smoor diep naar bin nen, zee toen: „gij zijt zekers den Dré, die hier alle dagen groenten brengt?" „Sjuust! Ennezijde gij hier voortaande.." „De meid," zee-t-ie: „zeg maar Koos, Dré." Toen wilde-n-ik 'nen pas dichter komen 'k moest deuzen tiep 'ns van dichterbije zien, maai bij hield me terug, schrok 'n bietje, lachte toen: „denk om m'n pas geschuurde stoep, man!" Verroest, docht ik: 't lijkt Trui wel! ,,'k Gaai mee oe naar den wagel." HU klopte z'n pepke leeg in den gootsteen, spoelde den assie weg, pijp weer in den zak, trok 'n paar muilen aan en samen stapten we naar m'nen wagel. Z'n touwblonde kuif was 'n kuif teugen alle bedoelingen in. Want 'n vage schei, geborsteld mee veul kracht, was nog efkens te bespeuren in de vlaspieken, die weerbarstig omhoog streef den. Z'n lichtkleurig' oogen lachten, als die van 'nen wUzen mensch, die leerde te lachen, over de teleurstellings henen. Hij had méér teugenstellings, dan 'n kuif, die gin kuif moest zUn dan melankolieke oogen die toch altij lachten. Hij had dunne ermkes, maar ze waren goed gespierd. Dat had ik dalUk gemerkt, als ie zoo kwiek, mee éenen knuist, den vollen emmer langzaam had gekeerd over 't stoepke. Ook leek ie grooter, dan ie was. En dat zat 'm weer in z'n smalle schouwers. Meer teu genstellings in deuzen eigenaardigen tiep dee ik op aan den wagel. Koos had ginnen „sterken" kop, doch 'nen steuvigen wil. (Da's teugenwoor- Amerika geeft dén toon aan en heeft de gebreide sweater, de voor sportgebruik onmisbare, in den „avond"-stand verheven. Bij een eenvoudige bedrukte avondjurk staat 'n dergelijk nauwsluitend kort jakje, met bloem geornamenteerd, wonderwel Een der meest onontbeerlijke onderdeelen van de zomergarderobe is de zomeravond mantel, waarmee wij niet bedoelen den avondmantel voor den zomer maar den mantel voor den koelen zomeravond. Den mantel, dien wU omslaan als wij in den eigen tuin of op de hotel-veranda zitten en na het avondmaal en de opkomende vocht, waar onze luchtige zomer-kleedU geen voldoende bescherming te gen biedt, ons noodzaakt, een extra-laagje om onze schouders te leggen. De mantel, die beschutting geeft, maar die ook flatteert en waar het fleurig aspect van de namiddag- of zomeravondjapon niet onder schuil gaat. De mantel, die een luchtigen, lossen indruk maakt en die bU meerdere japonnen gedragen kan worden. Wie zUn vacantie in eigen land doorbrengt heeft een dergelyk kleedingstuk zeker noodig, gedachtig onze vaderlandsche, vochtige avon den maar over de grenzen zelfs naar 't Zuiden kan men een dergelijk beschuttend kleeding stuk niet ontberen, getuige het feit, dat bij het onlangs gehouden nachtfeest in Longchamps tot besluit van het Parijsche seizoen op een midzomer-nachtfestijn, welke benaming remi niscenties kweekt aan een milde, warme atmos feer, de gala-toiletten der Fransche schoonhe den noodgedwongen moesten schuilgaan onder bon t-omhullingen. We kunnen voor een mantel als de boven bedoelde een witte of lichte wollen swagger kiezen en hiertoe zal de vrouw geneigd zijn, die in een nieuw aan te schaffen kleedingstuk een artikel wenscht te zien, „dat ze ook nog bij andere gelegenheden kan dragen." Het is nu eenmaal onze typische Hollandsche aard van bedachtzaamheid en zuinigheid: ,,'n man tel, dien je altijd aan kunt" en „een hoed, die overal bij past" en die ons zoo noode den luxe- stap doet nemen iets exclusiefs te koopen. Willen we echter extravagant zijn en het is maar een zeer bescheiden extravagance en modern, wat tegenwoordig gelijlc staat met: Amerika navolgen, sinds niet meer de groote internationale tooneelspeelsters de mo de aangeven, maar de Hollywoodsche filmster ren, dan vertoonen we ons in het vacantie- oord, als de zon onder is en de avondkoelte ons doet huiveren, in een kort gebreid jakje in de tint van de robe, die we voor dien avond gekozen hebben, ofwel in een lichte kleur, die met het geheel harmonieert. De foto van de jeugdige Amerikaansche toont, hoe een groote bloem, die ook hoog aan den hals gedragen mag worden, een even fees telijk aspect geeft aan het overigens tè spor tief aandoende model. dig dikkels andersom, amico). 't Is rap te mer ken, als ge zaken doet, of er in oew teugenpartij pit it. „Wat zal 't zijn Koos?" vroeg ik. En meteen schoof ik de ben groote boonen naar 'm toe. „Neeë, die nie," zee Koos: „die had Mevrouw gisteren pas, de schellen liggen nog in den vuil nisbak." 'k Schoof de mand princesseboontjes naar 'm toe. „Die morgen," zee Koos. „Twee dagen boonen in deus tij-nou-er-van-alles-is, da's gin fantazie Gelijk had ie! Maar weinig vrouwen, die zóó koopen bij me „Wittewa, Dré, geef me "n zooike peekes en peultjes. Geren 't beste, waaraan ik gin afval heb, geef 'k twee centen meer." Ik sorteerde, woog af en zette de koop ampart. „Oew eerpel zijn uit 't zand?" „Jawel." „Afkokers?" „Neeë." „Geef me dan zooveul als ge gewend zijt hier. Maar geren gelijkmatig van grootte." „Waarom?" „Die koken gelijk op!" „Ik kan van jou nog leeren. Koos!" „Kunnen wij allegaar van malkaar, Dré. En nou 'nen vasten, gelen krop slaai." „Zooiets?" „Die is te los. Geef maar twee kleine kroppen. Hebt ge komkommers?" „Asteblieft." Hij snee 'm deur, proefde 'nen pit. „Goeie", zee-t-ie. „De meeste zijn bitter." „Nog eiers noodig?" „Hebt ge eiken dag bij oe?" „Ja. Versch!" „Dan morgen, 'k Heb er nog in de keuken." 'k Was veul nuuwsgierig naar den afloop. Want volgens de meiden, was 't ginnen makkelijken dienst. Mevrouw was kinderdokter, liet dus 't huishouwen aan de meid over, maéreischte, dat alles puik in orde was! Ja, ik was veul nuuwsgierig naar den afloop. De Amerikaansche geest, die nu eenmaal ge drenkt is in „sportief", brengt deze noot van zelf ook in de mode en reduceert daardoor zijn navolgenswaardheid. Want alleen jeugdigen, ofwel in jaren of in uitzien en van lijn zullen met succes dragen wat het land, door Colum bus ontdekt, decreteert. Onnoodig te stipuleeren dat de hier afgebeelde wollen avond-sweater dezelfde restrictie oplegt. De werking van de caffeine, de opwekkende stof die in koffie zit, is afhankelijk van de snelheid, waarmee de maag deze aan het bloed afstaat. Daarom geeft deze stimulans het beste en minst schadelijke effect, als men koffie zet van de gebrande, fijngemalen boonen. Want de aanwezige kooldeeltjes binden de caffeine en geven deze geleidelijk af. Verstopte gootsteenen kan men vaak reini gen met behulp van een sterke oplossing van kali- of natronloog. Wees echter voorzichtig met deze bijtende middelen, die gemakkelijk gaten in allerlei stoffen branden. i •Enthousiaste betuigingen van bijval kwamen van alle kanten binnen en wij moeten toege ven, dat het dan ook inderdaad een „leuke combinatie" was: de heele familie zoo aan het puzzelen! Aan het verzoek om „grooter forma tie" willen we de volgende maal gaarne vol doen, b.v. door er vier en een half van te maken. Plaatsen we naar de gegeven beteekenissen de woorden; 12: tasch, 23: hoeve, 34: ether, 45 risée, 56: eloge, 67: etang, 78: grijns, 910: dosis, 1011: sjees, 1112schim, 12—13: massa, 13—14: avond, 14—15: dwars, 1516; spijze, dan krijgen we op de snijpunten der zig-zags: s e h s o a ij Mevrouw had veul getobd mee de meiden, dót wist ik. Telkens trad 'n nuuwe filmster op, als ik aangebeld had aan de keuken. Oja heel aardige smoeltjes, dikkels, figuurkes om op 'n zeep- of bonbondoos te pottegrafeeren. Maar afijn, ge kent 't merk ook wel, mee de hooge hakskes, geverfde toetjes, dunne zwarte streep- kes boven de glinsteroogskes, handjes als 'n prin ses, zfjen kouskes als 'n vlies om de „hooge" beenen. Ik bedoel 't jonkgoed wier boven- en ondergoed te samen nie zoo zwaar weegt als al leen mijn pet, maar waarveur die kinders uren noodig hebben om 't aan te doen. 'n Hemmeke dat bestaat uit 'n laagske poeier, twee kousen banden en 'n kwastje nagellak, da 's zooveul als de „verschooning". Daar overhenen 'n kunst- zjjen voddeke als jurk en heel deus toilet kost twee uur van aandoen, 'n Seerjeuze, hardwer kende Mevrouw, die heur eigen kleedt in tien minuten, kan zoolang nie wachten op Mientje, of Grietje of Eefje of hoe al deus tooneel-dienst- meskes hieten. Ja, Mevrouw had er veul mee afgezien en mij dan ook al 'ns aangesproken, of ik veur haar soms 'n ferme meid-mee-handen-aan-'r-lijf wist. Maar ik had ze nie kunnen helpen. Toen ver scheen 'n kleine advertentie in de krant van 'nen jongen kearel, die z'n eigen aanbooi als hulp in de huishouding. Mevrouw schreef. Koos kwam! En ze waren rap accoord. Weet ik van Mevrouw eigens Kwam ze na 'n paar wekens 'ns teugen, als ze op den kuier was, deur de dreef langs ons bosch. We mokten wel 'ns meer 'n protje, trouwens. Menschen, die van den buiten houwen zijn ge meenlijk nie te trotsch om mee malkaar 'ns te klasjeneeren. Dieën trots is van de groote stad, waar oewen naasten buurman dood en gekist is zonder dat ge 't wit. „Vrijheid", noemen ze dat in de stejen. Ik noem 't: poenig egoïsme. Maar genogt daarover. Anders kom ik heele- gaar nie gereed mee 't portret van den Koos. Mevrouw vertelde van heur moeilijkheden mee de meiden. En hoe ze toen op Koos z'n adver tentie geschreven had. „Als ie dieën avond binnenkwam Dré, dan heb Alvorens ik een voorbeeld geef van het toe passen van de kansberekening bij 't opmaken van het speelplan, zal ik eerst nog een speciaal geval behandelen, dat de oorzaak is van menig meeningsverschil, n.l. het geval, dat leider en blinde samen negen kaarten in een kleur heb ben, maar de vrouw in die kleur missen: A. B. 8 5 3 N. W. O. H. 10 9 6 De vraag is thans n.l. deze: Moeten Aas en Heer achter elkaar uitgespeeld worden, in de hoop, dat de vrouw valt, of moet er in één van de twee richtingen gesneden worden? We zullen ook thans weer met behulp van het lijstje, dat ik de vorige maal gaf, de kansper centages berekenen: Met 9 kaarten in de gezamenlijke handen Vervangen we vervolgens de 8 kruisjes door de letters; \t j c o 1 w k e, dan krijgen we in de midden-vertikale rij het Rijk: Tsjecho-Slowakije. De uitgeloofde prijzen vielen bij loting aan: Carel Fuhrmann, Achterdam 31, Alkmaar; J. J. A. M. van Gulick, Vught; mej. F. Hout kamp, Z. B. Spaarne 4, Haarlem; H. J. Scnnel- ders, „Nawerk", Obdam (N. H.); C. M. fc. :r- vaas, Lauwerecht 41, Utrecht; J. v. d. Weete ring, Pienemanstraat 1, Amsterdam Z. Thans zetten wij onzen puzzelaars een „acht- hoek' -probleem voor De figuur presenteert een viertal achthoekige banden, elk in 8 deelen verdeeld. In elk dier deelen wordt de volgende geschiedenis afge speeld in het buitenste deel komt een woord van 5 letters; uit dit woord wordt een letter weggenomen, welke in het naar binnen volgende deel op de plaats der punt wordt geplaatst; die letter wordt vervangen door een andere, en er wordt met de nu beschikbare 5 letters een nieuw woord gevormd; dit nieuwe woord plaatst men in het naai binnen volgende deel; de vervangende letter komt ten slotte in het binnenste deel, op de plaats van het kruisje Is alles naar wensch afgeloopen, dan geven de letters op de plaats der punten iets te iezen dat men gewoonlijk in een tuin aantreft, en de letters op de plaats der kruisjes iets, dat gewoonlijk in de huiskamer te vinden is De 8 woorden in den buitenrand beteekenen respectievelijk; 12: zuivelproduct, 23 mans persoon, 3—4:' lust tot drinken, 4—5: interes', 56; lengtemaat, 67: woud, 78: huisdier, 8—1: bedgerei. En de 8 woorden in den derden rand, de nieuwgevormde dus; 12: oxyde, 2 3: ser moen, 34; gevecht, 45: erwtensoep, 66' gil, 6—7: warboel, 7—8; gespannen, 8—1: ket ting. Onder de inzenders van een goede oplossing worden weer zes fraaie prijzen verloot. Oplossingen worden tot Vrijdagmiddag 12 uur ingewacht bij den heer G. M. A. Jansen, Kuys- daelstraat 60, Utrecht. ik 'm eerst efkens op z'n gemak gezet, want ik moest 'm toch eens examineeren op z'n huishou delijke kennis. Koken zou wel gaan, docht ie, want hij had z'n militieplichten vervuld bij de Marine en was daar aangesteld gewist als koks maat. En d' officieren Mevrouw, had ie gezeed, bikken er goed van horre! Dweilen, poetsen, boenen, schrobben kost ie beter dan 't vrouw volk, beweerde-n-ie, want die wrijven net eender over' 't zeil en over 't mahoniehout of ze over de kuif aaien van d'r vrijer. Ja, Koos had Me vrouw gezeed, da 's allegaar aannemelijk, maar daar zijn nog zooveul andere dingskes, die noujahoe zal 'k 't zeggenb.v. gij kunt toch ginnen fijnen dameswasch behandelen. Me vrouw, had Koos beweerd, ik was thuis altij den oudste. Moeder was nie sterk, dikkels ziek. En 't huishouwen was groot. Ik kan wasschen, Me vrouw. En strijken ook! Hoe doede dan mee gekleurd damesgoed, Koos? Lijk ge eigens wilt mevrouw. Dat zet ik in 'n lauw sopke van vlok- kenzeep, of huishoudzeep en ik verassereer oe, mevrouw, als ik 'nen rosen onderjurk in de wasch krijg, dan krijgde gij 'm nie wit van me verom! En als t mot, wasch en stijf ik ook me- neer's overhemden. En Dré, ik mot zeggen, zoo gong mevrouw verder: Koos had gin woord te veul gezeed. Eerder nog te weinig. Hij hoort aan 't sluiten van 'n deur in welke stemming ik of meneer soms is. Heb ik moeilijkheden, dan zet Koos 'n kommeke koffie, serveert 't als 'nen eer ste klas kellner in den tuin, stelt de tuinparasol op, schudt 'n kussel op in den stoel en komt dan naar m'n werkkamer. Mevrouw, als ik oe 'nen goeien raad mag geven, schei er dan efkens uit asteblieft. In den tuin staat 'n bakske koffie gereed, om er 'n moord veur te doen. D'n room krtólt op den koffie om er zoo in te bijten en 'k heb toevallig appeltaart gebakken.... Me vrouw, rap, anders gaai i k in dat opgeschudde stoeltje zitten onder de peresol! Ge verstaat, Dré! Dat kwikt 'nen mensch op. Met meneer heeft ie weer 'n ander systeem. Als die wat over vermoeid thuis komt, dan blaast Koos op z'n vuisten 'n soort van militair signaal en dat be- teekent: „tijd voor oorlam". Terwijl m'n man z'n jas en hoed aan den kapstok hangt, zet Koos van leider en blinde is de verdeeling der ove rige kaarten: 3=1 in 50 van elke 100 gevallen. 2=2 in 40 van elke 100 gevallen. 4=0 in 10 van elke 100 gevallen. Slaan biedt succes, als de verdeeling 2=2 is en tevens als de verdeeling 3=1 is, maar de vrouw sec zit, dus: Slaan geeft succes in (14 x 50=) 12% 40 pet. 52% pet. Snijden geeft succes in 50 pet. Slaan biedt dus 2% pet. meer kans! Wanneer men echter de methode wil toepas sen, die de grootst mogelijke kans geeft, dan moet men eerst éénmaal slaan en dan snijden (indien dit tenminste mogelijk is). De kans op succes is dan immers: De kans op vrouw sec is 12% pet. Daarna is de kans op een gunstige snit x (100—12%) is 43% pet. De totale kans is 5614 pet. Zooals u uit bovenstaande berekening ziet, is het dus onjuist te beweren, dat slaan altijd meer kans biedt dan snijden, maar hangt dit af van de aanwezigheid van Boer. 10. 9 enz.! Zijn deze wel aanwezig, dan moet éénmaal ge slagen en dan gesneden worden: zijn ze ech ter afwezig, dan is slaan de boodschap. Men bedenke echter goed, dat in het volgende ge val: A. H. 7 5 3 W. O. 8 6 4 2 de kans om in deze kleur geen slag te verliezen slechts 40 pet. is, zoodat het heusch geen „groote pech" is, wanneer de tegenpartij een slag blijkt te maken! We zullen nu echter overgaan tot de prac- tijk en een spel behandelen, waarbij duidelijk blijkt, dat men heelemaal geen specialen wis kundeknobbel behoeft te bezitten om met be hulp van de kansberekening de juiste speelwiize te kunnen bepalen! Sch.: x x H.: 9 x x R.: V. B. x x KL: A. H. V. x N. Z. Sch.: H. B. x H.: B. 10 x x R.: A. H. x KL: xxx West komt uit met Harten en O—W maken 3 slagen in die kleur, waarna Zuid met Harten Boer aan slag komt. Zuid moet nu zijn speel plan opmaken, maar hierbij terdege rekening houden met het feit, dat de tegenpartij reeds drie slagen heeft. Acht slagen zijn voor het neerleggen, dus 't gaat nog slechts om den negenden slag. De vraag is thans, of gespeeld moet worden op 't rondzitten van de Klaveren of op het goed zit ten van Schoppen-Aas? We roepen thans dus de kansrekening te hulp: De kans op het goed zitten van het Aas is 50 pet. De kans op een 3=3-verdeeling der Klaveren is 36 pet. Snijden op Schoppen-aas biedt dus méér kans 14 pet. Hieruit blijkt dus overduidelijk, dat Zuid den blinde aan slag moet brengen en de snit op Schoppen-Aas moet nemen en niet Aas, Heer en Vrouw van Klaveren uit moet spelen, in de hoop, dat de Klaveren vallen!! Bovenstaand voorbeeld is een zeer simpele toepassing en het is niet altijd zoo gemakkelijk te berekenen, welke methode de meeste kans biedt, maar afgezien daarvan is het zeker, dat men er een zeer groot nut van zal hebben, wanneer men het lijstje, dat ik de vorige maal publiceerde, eenigszins gememoriseerd heeft. Ik beveel dat lijstje dus ten zeerste in uw aan dacht aan en ga dan thans over tot het spel van deze week: Sch.: A. H. 7 3 H.: H. 9 4 R.: 10 7 6 KI.: H. 3 2 Sch.: 8 2 H.: V. 6 3 R.: H.V. B.5 4 KL: V. 10 7 N W O. Sch.: B. 10 9 5 R.: 9 3 KL: 8 6 5 H.: B. 7 5 2 Sch.: V. 6 4 H.: A. 10 8 R.: A. 8 2 KI.: A. B. 9 4 Zuid heeft met Klaveren geopend, West heeft Ruiten geboden en het eindbod is 3 S. A. door Zuid te spelen! West komt uit met Ruiten Heer en de vraag is nu, hoe Zuid moet spelen om zijn contract te kunnen vervullen? Eigenlijk moet men trachten deze opgave te vervullen zonder kennis te nemen van de kaar ten van Oost en West, maar daar ik verwacht, dat het probleem dan voor zeer velen te moei lijk zal blijken te zijn, publiceer ik alle vier handen, zoodat men naar keuze de gemakke lijke of de moeilijke methode kan nemen. P. H. A. TUIN. den borrel, karaf en eigengebakken zoutebolle- kes gereed en m'n man komt binnen mee "n lachend, inplaats van mee "n zurgelijk zaken- gezicht." „Mevrouw, ik zit mee studie te lüsteren," zee ik. „Deuzen kearel verzurgt z'n menschen nie alleen van buiten, hij verzurgt ook d'r ziele- ment!" „Zoo is 't, Dré! Voor de wachtkamer is ie spulgoed aan 't maken, veur m'n patiëntjes. De moeders zeggen voortaan teugen de kinders, die ik in behandeling heb: „kom, zuske of broerke, we gaan Kóós weer 'ns opzoekenEn de kinders komen zonder angst bij mij, de dokter." Koos is nou al "n jaar of vier in zijnen dienst. Hij is begonnen z'n eigen uit te geven veur manlijke dienstmeid. Hij is vandaag de steun van z'n meester en meesteres, die diepin 'n respect hebben veur deuzen eenvoudigen, edelen kearel, als den mensch slechts hebben kan veur waren adel! Ik kom op den Koos nog verom. Ge kent 'm nog nie genogt naar mijnen zin. Maar ditte wil ik nog zeggen: 'tKomt er heelegaar nie op aan, wélke taak 'nen mensch vervult 't komt er alleen maar op aan hoe ge oew taak vervult! Daar zijn, ziet ge, gróóte huisknechten! En dat er kleine mieesters" zijnocherm méér, veul meer dan gróóte dienstknechten. De grootheid van den Koos zit 'm daarin: hij dient anderen! De onbenulligheid van z.g. „grooten": ze dienen d'r eigen alleen! Maar nou is 't pampier vol. Gin letter over feest kan er meer bij. Tot de naaste week, dus! Veul groeten van Trui, Dré III en als altij gin horke minder van oewen t. a v DRJtt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 7