MELK
DE BESSEN RIJPEN
Koos, de manlijke dienstmaagd
VOOR
ZOMERAVONDEN
ZONDAG 31 JULI 1938
WIST U DAT?
ALS VOEDZAME ZOMERSPIJS
EN ALS KOELE ZOMERDRANK
Twee recepten voor rabar-
ber-marmelade
BRABANTSCHE BRIEVEN
't Komt er alleen op aan hóe ge oew taak vervult
ONS PRIJSRAADSEL
Achthoeken-probleem
Verzoeken om „grooter formatie"
Oplossing vorig raadsel
Kansberekening bij het opmaken
van het speelplan
z.
Prijswinnaars
Het nieuwe raadsel
z.
Warmte maakt dorstig, niet hongerig. Van
daar dat we in de zomermaanden zware ge
rechten van het menu schrappen en er als
goede huisvrouwen op uit zijn, lichtverteerbare,
smakelijke kostjes te bedenken, die ook, zonder
dat men nu bepaald hongerig is, gemakkelijk
verorberd worden. Melkgerechten staan nierbij
bovenaan, want uit melk is allerlei smakelijks
gemakkelijk te bereiden, dat boven het voor
deel, licht verteerbaar, dit vóór heeft, dat melk
als volwaardig voedingsmiddel alle noodiee be-
standdeelen bevat, die we van voedsel mogen
eischen. Melk bevat namelijk de vijf bestana-
deelen, waaruit ons lichaam is opgebouwd, te
weten: vet, koolhydraten, eiwit, water en
zouten.
Een wel elke huismoeder bekende wijze,
waarop we melk kunnen eten is de gewone
hangop, die we bereiden door (per persoon)
driekwart flesch karnemelk uit te gieten üi een
schoonen, stevigen doek, dien we aan de punten
bijeen oinden en in tuin of kelder te itkken
hangen. Vóór het opdienen kloppen we de brei
even luchtig door, die dan gegeven met suiker
en kaneel zoowel als toespijs kan dienen ais
ter vervanging van havermout of yoghurt aan
het ontbijt van de kinderen. Men behoeft de
hangop, al suggereert de benaming dit, niet
per sé op te hangen, maar kan evengoed vol
staan met de karnemelk uit te gieten m een
doek, die in een vergiet gelegd is, welke ver
giet weer in een kom of emmer staat ter op
vanging van het uitdruipende water.
Even weinig omhaal als de bereiding van
hangop, vraagt het klaarmaken van dikke
melk, waar sommige kinderen, in combinatie
met cornflakes, dol op zijn. Diepe borden gevuld
met zoete melk zet men een of twee dagen op
een niet al te koele stofvrije plaats. Naar ge
lang het weer warmer is, zal de melk eerder
gestremd zijn tot een zure brei, die we met
suiker bestrooid serveeren. Deze suiker moet
echter niet doorgeroerd worden, daar de brei
dan kans loopt te schiften en aan smakelijk
heid in te boeten.
In Engeland is een veelgeliefde zomer-toe-
spijs de zoogenaamde „junket", die uit niets
anders bestaat dan gestremde melk, die men
tot een compacte, doorzich'.ige massa heeft
doen stollen door er enkele druppels leb bij te
voegen. Deze junket, ijskoud gegeven met ge
stoofde vruchten is een toespijs, die voor warme
dagen aanbeveling verdient. De geïnteresseerde
huisvrouw kan er altijd iets van opsteken eens
over de grenzen te gaan „pottenkijken". In
Noorwegen bijvoorbeeld schermt men eenvoudig
met melk als dessert, maar dan afgeroomde
ongekookte en ongepasteuriseerde melk. die
eigenlijk op de wijze van schenkroom minstens
eenige malen per week de toespijs overgiet, die
uit een pruimen-, bessen-, rabarber- of abri-
kozengelei pleegt te bestaan.
Trouwens de combinatie vruchten en melk
vraagt als drank hier ook hoe langer hoe meer
de aandacht en in de melkbars, die hier ein
delijk ook in zwang komen kan men zich de
wonderlijkste en meest verkoelende „melk-
cocktails" laten voorzetten.
Maar. ook zelf kunnen we deze melk-vrucht en-
dranken met weinig moeite bereiden, in de
eerste plaats noemen we Bessenmelk. Hiertoe
wrijven we roode bessen of boschbessen in de
haarzeef fijn en vullen een gewoon metkglas
voor een derde met deze vruchtenbrei waarna
we er onder roeren langzaam zooveel koude
melk en schenkroom op smaak dooreenroeren,
tot het glas gevuld is. De hoeveelheid suiker
voegen we daarna ter keuze toe.
Vruchtenijsmelk. In een tumbler vermengt
men twee lepels grenadine met twee iepels
room, waarna men het glas verder tot den rand
vult met spuitwater en wat brokjes ijs. Bij
dezen drank serveert men Fransche wafeltjes
en een rietje.
Sinaasappelmelk. Het sap van een sinaasappel
vermengt men met een zilveren of houten lepe!
met een kwart liter room en klopt er dan an-
derhalven lepel honing dooreen. De honing
moet men echter niet toevoegen vóórdat melk
en sinaasappel (of citroensap) zich geheel ge
bonden hebben.
Kijk u es, timvierman, zoo had ik het
cactusstandaardje willen hebben
Een drank, die zeer koel geserveerd moet
worden, wat we kunnen bereiken door vóór hei
uitschenken eenigen tijd 'n vochtigen doek om
de kan te leggen, is Bananenmelk De bereiding
is als volgt: drie bananen wrijven we firn en
mengen hier het sap doorheen van een citroen
Door dit mengsel kloppen we omzichtig drie
kwart liter melk, waarna we er een lepel witte
basterdsuiker en twee eetlepels honing aan toe
voegen.
Een vruchtensorbet kan men zelf bereiden
door op drie deelen melk een deel vruchtenjam
te mengen, welke drank gegeven wordt met
brokjes ijs in de glazen.
Tusschen het groen van de dichte struiken
zijn de bessen gerijpt: in roode, glimmende
trossen de aalbessen, minder in het oog val
lend de geurige, groote bessen en vlak tegen
den tak gedrukt de kruis- of klapbessen, die
gekookt meestal meer geapprecieerd worden
dan in natuurstaat. En binnenkort worden de
ze aan hooge struiken groeiende bessoorten ge
volgd door de vruchten van onze lage bosch-
grond-planten, de blauwe boschbes en de min
der bekende preizelbes, die in de Oostelijke
streken van ons land groeit.
Bessentijd, inmaaktijd, en het ware huisvrou-
welijke hart, dat klopt voor een vitaminen-pro-
visie in den winter, voor inmaakketels en een
glorieuze rij gevulde glazen, doet de nijvere
handen grijpen naar bessenvoorraden en weck-
recepten en lange, warme uren worden getrot
seerd om de zomer-overdaad steriel vast te
leggen.
Dat dit echter óók kan. zonder de vruchten
te koken of zelfs'maar te verwarmen, slechts
door ze te roeren met suiker, kunnen we lee-
ren in de Noordelijke landen Noorwegen en
Zweden, de bessen-dorado's, waar de in het
wild rijpende overvloed van den korten zomer
in het groente-gebrek gedurende den langen
winter moet voorzien, en daar dus volgens de
methode der grootste efficiency wordt inge
maakt.
Rauw inmaken kunnen we op deze
wijze: aardbeien, frambozen, aalbessen, zwarte
bessen en preizelbessen, mits aan de voorwaar
den voldaan wordt, dat de vruchten ten eerste
geheel gaaf en ten tweede versch geplukt zijn.
Voor de vier eerstgenoemde vruchtensoor
ten nemen we per kilo vruchten een kilo suiker
en roeren beide gedurende een kwartier zachtjes
dooreen. Is de suiker dan nog niet geheel op
gelost, dan blijven we zoo lang doorroeren tot
dit wel het geval is. We vullen kleine jam
potten met de vrucht en sluiten af met gesmol
ten paraffine om de potjes uiteindelijk dicht
te binden, met perkamentpapier indien we geen
schroefdeksel bezitten.
Voor preizelbessen is de verhouding iets an
ders; hier nemen we zes ons suiker per kilo
gram bessen. Het vergemakkelijkt den arbeid
wanneer we de roode en de zwarte bessen iets
of wat stukwrijven bij het roeren. De suiker
laat zich dan beter vermengen.
Niet alleen als toespijs met vanillevla, custard
of griesmeel, kunnen we deze rauwe vruchten-
compote geven, maar ook als jam aan 't ont
bijt, waarbij we dan, om niet slechts in stijl,
maar ook „in goeden smaak" te blijven, het
Zweedsche knackebröd of het Noorsche flat-
bröd zoowel het een als het ander in onze
winkels te krijgen eten.
Voor zoover ons bekend is, berust deze metho
de van het ongekookt bewaren der vruchten op
het benzoëzuur, dat in de genoemde soorten in
voldoende bederfwerende mate aanwezig is. Het
verdient echter aanbeveling, de gevulde glazen
zeer koel te bewaren en ze na het vullen eerst
ongeveer een week in de ijskast te zetten,
vóór men ze wegzet, daarmee beoogend elke
onverhoopte bacterie-ontwikkeling ten eenen-
male te stuiten.
Wij geven eerst een recept voor een goedkoo-
pe marmelade, die dus met een minimale hoe
veelheid suiker wordt ingekookt maar dienten
gevolge alleen geschikt is voor direct gebruikt
en niet lang bewaard kan worden.
Op een kilo rabarber neemt men 200 gram
suiker. Het juiste gewicht is zeer gemakkelijk
te bepalen nadat men de rabarberstelen in
stukken gesneden heeft, wat voor de bereiding
een noodzakelijke bewerking is. Men doet de
afgewogen hoeveelheid in een pan met kokend
water en laat de rabarber heel even opkoken,
waarna men ze afgiet door een vergiet, bij het
uitgedropen restant de juiste hoeveelheid sui
ker voegt en de rabarber inkookt tot een ge
lijke gladde massa. Deze giet men warm in de
glazen, die men met schroefdeksel afsluit.
Het kookwater, dat men na de eerste korte
kook afgiet, behoeft niet in den gootsteen ver
loren te gaan maar is, met suiker en in afge-
koelden toestand een frissche drank voor den
warmen zomeravond.
Voor het tweede recept gebruikt m^n: op een
kilo rabarber 750 gram suiker. Nadat de rabar
ber gewasschen en gedroogd is en in stukken
gesneden, roert men er de suiker doorheen,
waarna men het mengsel laat staan tot deze
geheel is opgelost. Daarna kookt men de massa
in op een zacht gelijkmatig vuur tot de juiste
dikte vereischt is. Men vult de glazen terwijl
de marmelade nog warm is en sluit de glazen
warm af.
Deze marmelade laat zich zeer goed bewaren.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIMIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIillllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIII
ULVENHOUT,
18 Juli 1938
Amico,
Veur "n jaar of drie, vier gelejen mokte-n-ik
kennis mee den Koos, 'nen jongen gast van,
schat ik, vijfentwintig jaren omtrent. Hij stond
sjuust 't stoepke-n-achter Üe keuken te schu
ren, als ik deur den tuin, om 't huis was gegaan,
om aan 't dienstmeske te gaan vragen „wat 't
vandaag zijn zou?"
„Ga-d-efkens opzij," zee Koos en mee 'nen
prachtig blinkenden, koperen keukenemmer
spoelde-n-ie de vurig-rooie klinkers van 't stoep-
ke proper. Lee toen 'nen dweil veur de deur, en
stapte zóó naar binnen, dat z'n natte klompen
op den dweil achter 'm bleven.
'k Stond 't geval 'n bietje betutterd aan te
kijken. Want aan alles was te zien, deuzen
jongkearel spuide hier keukenmeid en t gong
'm best af! Toen haalde-n-ie uit z'neh broekzak
'n klein gebogen pepke, er zat nog 'n kliekske
tabak in en hij stak 't aan. Dee 'n paar smake
lijke trekken, haalde den smoor diep naar bin
nen, zee toen: „gij zijt zekers den Dré, die hier
alle dagen groenten brengt?"
„Sjuust! Ennezijde gij hier voortaande.."
„De meid," zee-t-ie: „zeg maar Koos, Dré."
Toen wilde-n-ik 'nen pas dichter komen 'k
moest deuzen tiep 'ns van dichterbije zien, maai
bij hield me terug, schrok 'n bietje, lachte toen:
„denk om m'n pas geschuurde stoep, man!"
Verroest, docht ik: 't lijkt Trui wel!
,,'k Gaai mee oe naar den wagel."
HU klopte z'n pepke leeg in den gootsteen,
spoelde den assie weg, pijp weer in den zak,
trok 'n paar muilen aan en samen stapten we
naar m'nen wagel.
Z'n touwblonde kuif was 'n kuif teugen alle
bedoelingen in. Want 'n vage schei, geborsteld
mee veul kracht, was nog efkens te bespeuren
in de vlaspieken, die weerbarstig omhoog streef
den. Z'n lichtkleurig' oogen lachten, als die van
'nen wUzen mensch, die leerde te lachen, over
de teleurstellings henen.
Hij had méér teugenstellings, dan 'n kuif, die
gin kuif moest zUn dan melankolieke oogen
die toch altij lachten. Hij had dunne ermkes,
maar ze waren goed gespierd. Dat had ik dalUk
gemerkt, als ie zoo kwiek, mee éenen knuist, den
vollen emmer langzaam had gekeerd over 't
stoepke. Ook leek ie grooter, dan ie was. En dat
zat 'm weer in z'n smalle schouwers. Meer teu
genstellings in deuzen eigenaardigen tiep dee
ik op aan den wagel. Koos had ginnen „sterken"
kop, doch 'nen steuvigen wil. (Da's teugenwoor-
Amerika geeft dén toon aan en heeft de gebreide sweater, de voor sportgebruik
onmisbare, in den „avond"-stand verheven. Bij een eenvoudige bedrukte avondjurk
staat 'n dergelijk nauwsluitend kort jakje, met bloem geornamenteerd, wonderwel
Een der meest onontbeerlijke onderdeelen
van de zomergarderobe is de zomeravond
mantel, waarmee wij niet bedoelen den
avondmantel voor den zomer maar den mantel
voor den koelen zomeravond. Den mantel, dien
wU omslaan als wij in den eigen tuin of op
de hotel-veranda zitten en na het avondmaal
en de opkomende vocht, waar onze luchtige
zomer-kleedU geen voldoende bescherming te
gen biedt, ons noodzaakt, een extra-laagje
om onze schouders te leggen. De mantel, die
beschutting geeft, maar die ook flatteert en
waar het fleurig aspect van de namiddag- of
zomeravondjapon niet onder schuil gaat. De
mantel, die een luchtigen, lossen indruk maakt
en die bU meerdere japonnen gedragen kan
worden.
Wie zUn vacantie in eigen land doorbrengt
heeft een dergelyk kleedingstuk zeker noodig,
gedachtig onze vaderlandsche, vochtige avon
den maar over de grenzen zelfs naar 't Zuiden
kan men een dergelijk beschuttend kleeding
stuk niet ontberen, getuige het feit, dat bij het
onlangs gehouden nachtfeest in Longchamps
tot besluit van het Parijsche seizoen op een
midzomer-nachtfestijn, welke benaming remi
niscenties kweekt aan een milde, warme atmos
feer, de gala-toiletten der Fransche schoonhe
den noodgedwongen moesten schuilgaan onder
bon t-omhullingen.
We kunnen voor een mantel als de boven
bedoelde een witte of lichte wollen swagger
kiezen en hiertoe zal de vrouw geneigd zijn,
die in een nieuw aan te schaffen kleedingstuk
een artikel wenscht te zien, „dat ze ook nog
bij andere gelegenheden kan dragen." Het is
nu eenmaal onze typische Hollandsche aard
van bedachtzaamheid en zuinigheid: ,,'n man
tel, dien je altijd aan kunt" en „een hoed, die
overal bij past" en die ons zoo noode den luxe-
stap doet nemen iets exclusiefs te koopen.
Willen we echter extravagant zijn en
het is maar een zeer bescheiden extravagance
en modern, wat tegenwoordig gelijlc staat
met: Amerika navolgen, sinds niet meer de
groote internationale tooneelspeelsters de mo
de aangeven, maar de Hollywoodsche filmster
ren, dan vertoonen we ons in het vacantie-
oord, als de zon onder is en de avondkoelte
ons doet huiveren, in een kort gebreid jakje
in de tint van de robe, die we voor dien avond
gekozen hebben, ofwel in een lichte kleur, die
met het geheel harmonieert.
De foto van de jeugdige Amerikaansche
toont, hoe een groote bloem, die ook hoog aan
den hals gedragen mag worden, een even fees
telijk aspect geeft aan het overigens tè spor
tief aandoende model.
dig dikkels andersom, amico). 't Is rap te mer
ken, als ge zaken doet, of er in oew teugenpartij
pit it.
„Wat zal 't zijn Koos?" vroeg ik. En meteen
schoof ik de ben groote boonen naar 'm toe.
„Neeë, die nie," zee Koos: „die had Mevrouw
gisteren pas, de schellen liggen nog in den vuil
nisbak."
'k Schoof de mand princesseboontjes naar
'm toe.
„Die morgen," zee Koos. „Twee dagen boonen
in deus tij-nou-er-van-alles-is, da's gin fantazie
Gelijk had ie! Maar weinig vrouwen, die zóó
koopen bij me
„Wittewa, Dré, geef me "n zooike peekes en
peultjes. Geren 't beste, waaraan ik gin afval
heb, geef 'k twee centen meer."
Ik sorteerde, woog af en zette de koop ampart.
„Oew eerpel zijn uit 't zand?"
„Jawel."
„Afkokers?"
„Neeë."
„Geef me dan zooveul als ge gewend zijt hier.
Maar geren gelijkmatig van grootte."
„Waarom?"
„Die koken gelijk op!"
„Ik kan van jou nog leeren. Koos!"
„Kunnen wij allegaar van malkaar, Dré. En
nou 'nen vasten, gelen krop slaai."
„Zooiets?"
„Die is te los. Geef maar twee kleine kroppen.
Hebt ge komkommers?"
„Asteblieft."
Hij snee 'm deur, proefde 'nen pit. „Goeie",
zee-t-ie. „De meeste zijn bitter."
„Nog eiers noodig?"
„Hebt ge eiken dag bij oe?"
„Ja. Versch!"
„Dan morgen, 'k Heb er nog in de keuken."
'k Was veul nuuwsgierig naar den afloop. Want
volgens de meiden, was 't ginnen makkelijken
dienst. Mevrouw was kinderdokter, liet dus 't
huishouwen aan de meid over, maéreischte,
dat alles puik in orde was!
Ja, ik was veul nuuwsgierig naar den afloop.
De Amerikaansche geest, die nu eenmaal ge
drenkt is in „sportief", brengt deze noot van
zelf ook in de mode en reduceert daardoor zijn
navolgenswaardheid. Want alleen jeugdigen,
ofwel in jaren of in uitzien en van lijn zullen
met succes dragen wat het land, door Colum
bus ontdekt, decreteert. Onnoodig te stipuleeren
dat de hier afgebeelde wollen avond-sweater
dezelfde restrictie oplegt.
De werking van de caffeine, de opwekkende
stof die in koffie zit, is afhankelijk van de
snelheid, waarmee de maag deze aan het bloed
afstaat. Daarom geeft deze stimulans het beste
en minst schadelijke effect, als men koffie zet
van de gebrande, fijngemalen boonen. Want
de aanwezige kooldeeltjes binden de caffeine
en geven deze geleidelijk af.
Verstopte gootsteenen kan men vaak reini
gen met behulp van een sterke oplossing van
kali- of natronloog. Wees echter voorzichtig
met deze bijtende middelen, die gemakkelijk
gaten in allerlei stoffen branden.
i
•Enthousiaste betuigingen van bijval kwamen
van alle kanten binnen en wij moeten toege
ven, dat het dan ook inderdaad een „leuke
combinatie" was: de heele familie zoo aan het
puzzelen! Aan het verzoek om „grooter forma
tie" willen we de volgende maal gaarne vol
doen, b.v. door er vier en een half van te
maken.
Plaatsen we naar de gegeven beteekenissen
de woorden; 12: tasch, 23: hoeve, 34:
ether, 45 risée, 56: eloge, 67: etang, 78:
grijns, 910: dosis, 1011: sjees, 1112schim,
12—13: massa, 13—14: avond, 14—15: dwars,
1516; spijze, dan krijgen we op de snijpunten
der zig-zags:
s e h s o a ij
Mevrouw had veul getobd mee de meiden, dót
wist ik. Telkens trad 'n nuuwe filmster op, als
ik aangebeld had aan de keuken. Oja heel
aardige smoeltjes, dikkels, figuurkes om op 'n
zeep- of bonbondoos te pottegrafeeren. Maar
afijn, ge kent 't merk ook wel, mee de hooge
hakskes, geverfde toetjes, dunne zwarte streep-
kes boven de glinsteroogskes, handjes als 'n prin
ses, zfjen kouskes als 'n vlies om de „hooge"
beenen. Ik bedoel 't jonkgoed wier boven- en
ondergoed te samen nie zoo zwaar weegt als al
leen mijn pet, maar waarveur die kinders uren
noodig hebben om 't aan te doen. 'n Hemmeke
dat bestaat uit 'n laagske poeier, twee kousen
banden en 'n kwastje nagellak, da 's zooveul als
de „verschooning". Daar overhenen 'n kunst-
zjjen voddeke als jurk en heel deus toilet kost
twee uur van aandoen, 'n Seerjeuze, hardwer
kende Mevrouw, die heur eigen kleedt in tien
minuten, kan zoolang nie wachten op Mientje,
of Grietje of Eefje of hoe al deus tooneel-dienst-
meskes hieten.
Ja, Mevrouw had er veul mee afgezien en mij
dan ook al 'ns aangesproken, of ik veur haar
soms 'n ferme meid-mee-handen-aan-'r-lijf wist.
Maar ik had ze nie kunnen helpen. Toen ver
scheen 'n kleine advertentie in de krant van
'nen jongen kearel, die z'n eigen aanbooi als
hulp in de huishouding.
Mevrouw schreef. Koos kwam! En ze waren
rap accoord. Weet ik van Mevrouw eigens
Kwam ze na 'n paar wekens 'ns teugen, als ze
op den kuier was, deur de dreef langs ons bosch.
We mokten wel 'ns meer 'n protje, trouwens.
Menschen, die van den buiten houwen zijn ge
meenlijk nie te trotsch om mee malkaar 'ns te
klasjeneeren. Dieën trots is van de groote stad,
waar oewen naasten buurman dood en gekist is
zonder dat ge 't wit. „Vrijheid", noemen ze dat
in de stejen. Ik noem 't: poenig egoïsme.
Maar genogt daarover. Anders kom ik heele-
gaar nie gereed mee 't portret van den Koos.
Mevrouw vertelde van heur moeilijkheden mee
de meiden. En hoe ze toen op Koos z'n adver
tentie geschreven had.
„Als ie dieën avond binnenkwam Dré, dan heb
Alvorens ik een voorbeeld geef van het toe
passen van de kansberekening bij 't opmaken
van het speelplan, zal ik eerst nog een speciaal
geval behandelen, dat de oorzaak is van menig
meeningsverschil, n.l. het geval, dat leider en
blinde samen negen kaarten in een kleur heb
ben, maar de vrouw in die kleur missen:
A. B. 8 5 3
N.
W. O.
H. 10 9 6
De vraag is thans n.l. deze: Moeten Aas en
Heer achter elkaar uitgespeeld worden, in de
hoop, dat de vrouw valt, of moet er in één
van de twee richtingen gesneden worden? We
zullen ook thans weer met behulp van het
lijstje, dat ik de vorige maal gaf, de kansper
centages berekenen:
Met 9 kaarten in de gezamenlijke handen
Vervangen we vervolgens de 8 kruisjes door
de letters;
\t j c o 1 w k e,
dan krijgen we in de midden-vertikale rij
het Rijk:
Tsjecho-Slowakije.
De uitgeloofde prijzen vielen bij loting aan:
Carel Fuhrmann, Achterdam 31, Alkmaar; J.
J. A. M. van Gulick, Vught; mej. F. Hout
kamp, Z. B. Spaarne 4, Haarlem; H. J. Scnnel-
ders, „Nawerk", Obdam (N. H.); C. M. fc. :r-
vaas, Lauwerecht 41, Utrecht; J. v. d. Weete
ring, Pienemanstraat 1, Amsterdam Z.
Thans zetten wij onzen puzzelaars een „acht-
hoek' -probleem voor
De figuur presenteert een viertal achthoekige
banden, elk in 8 deelen verdeeld. In elk dier
deelen wordt de volgende geschiedenis afge
speeld
in het buitenste deel komt een woord van
5 letters;
uit dit woord wordt een letter weggenomen,
welke in het naar binnen volgende deel op
de plaats der punt wordt geplaatst;
die letter wordt vervangen door een andere,
en er wordt met de nu beschikbare 5 letters
een nieuw woord gevormd;
dit nieuwe woord plaatst men in het naai
binnen volgende deel;
de vervangende letter komt ten slotte in het
binnenste deel, op de plaats van het kruisje
Is alles naar wensch afgeloopen, dan geven
de letters op de plaats der punten iets te iezen
dat men gewoonlijk in een tuin aantreft, en
de letters op de plaats der kruisjes iets, dat
gewoonlijk in de huiskamer te vinden is
De 8 woorden in den buitenrand beteekenen
respectievelijk; 12: zuivelproduct, 23 mans
persoon, 3—4:' lust tot drinken, 4—5: interes',
56; lengtemaat, 67: woud, 78: huisdier,
8—1: bedgerei.
En de 8 woorden in den derden rand, de
nieuwgevormde dus; 12: oxyde, 2 3: ser
moen, 34; gevecht, 45: erwtensoep, 66'
gil, 6—7: warboel, 7—8; gespannen, 8—1: ket
ting.
Onder de inzenders van een goede oplossing
worden weer zes fraaie prijzen verloot.
Oplossingen worden tot Vrijdagmiddag 12 uur
ingewacht bij den heer G. M. A. Jansen, Kuys-
daelstraat 60, Utrecht.
ik 'm eerst efkens op z'n gemak gezet, want ik
moest 'm toch eens examineeren op z'n huishou
delijke kennis. Koken zou wel gaan, docht ie,
want hij had z'n militieplichten vervuld bij de
Marine en was daar aangesteld gewist als koks
maat. En d' officieren Mevrouw, had ie gezeed,
bikken er goed van horre! Dweilen, poetsen,
boenen, schrobben kost ie beter dan 't vrouw
volk, beweerde-n-ie, want die wrijven net eender
over' 't zeil en over 't mahoniehout of ze over de
kuif aaien van d'r vrijer. Ja, Koos had Me
vrouw gezeed, da 's allegaar aannemelijk, maar
daar zijn nog zooveul andere dingskes, die
noujahoe zal 'k 't zeggenb.v. gij kunt
toch ginnen fijnen dameswasch behandelen. Me
vrouw, had Koos beweerd, ik was thuis altij den
oudste. Moeder was nie sterk, dikkels ziek. En
't huishouwen was groot. Ik kan wasschen, Me
vrouw. En strijken ook! Hoe doede dan mee
gekleurd damesgoed, Koos? Lijk ge eigens wilt
mevrouw. Dat zet ik in 'n lauw sopke van vlok-
kenzeep, of huishoudzeep en ik verassereer oe,
mevrouw, als ik 'nen rosen onderjurk in de
wasch krijg, dan krijgde gij 'm nie wit van me
verom! En als t mot, wasch en stijf ik ook me-
neer's overhemden. En Dré, ik mot zeggen, zoo
gong mevrouw verder: Koos had gin woord te
veul gezeed. Eerder nog te weinig. Hij hoort aan
't sluiten van 'n deur in welke stemming ik of
meneer soms is. Heb ik moeilijkheden, dan zet
Koos 'n kommeke koffie, serveert 't als 'nen eer
ste klas kellner in den tuin, stelt de tuinparasol
op, schudt 'n kussel op in den stoel en komt
dan naar m'n werkkamer. Mevrouw, als ik oe
'nen goeien raad mag geven, schei er dan efkens
uit asteblieft. In den tuin staat 'n bakske koffie
gereed, om er 'n moord veur te doen. D'n room
krtólt op den koffie om er zoo in te bijten en
'k heb toevallig appeltaart gebakken.... Me
vrouw, rap, anders gaai i k in dat opgeschudde
stoeltje zitten onder de peresol! Ge verstaat,
Dré! Dat kwikt 'nen mensch op. Met meneer
heeft ie weer 'n ander systeem. Als die wat over
vermoeid thuis komt, dan blaast Koos op z'n
vuisten 'n soort van militair signaal en dat be-
teekent: „tijd voor oorlam". Terwijl m'n man
z'n jas en hoed aan den kapstok hangt, zet Koos
van leider en blinde is de verdeeling der ove
rige kaarten:
3=1 in 50 van elke 100 gevallen.
2=2 in 40 van elke 100 gevallen.
4=0 in 10 van elke 100 gevallen.
Slaan biedt succes, als de verdeeling 2=2 is
en tevens als de verdeeling 3=1 is, maar de
vrouw sec zit, dus:
Slaan geeft succes in (14 x 50=) 12% 40
pet. 52% pet.
Snijden geeft succes in 50 pet.
Slaan biedt dus 2% pet. meer kans!
Wanneer men echter de methode wil toepas
sen, die de grootst mogelijke kans geeft, dan
moet men eerst éénmaal slaan en dan snijden
(indien dit tenminste mogelijk is).
De kans op succes is dan immers:
De kans op vrouw sec is 12% pet.
Daarna is de kans op een gunstige
snit x (100—12%) is 43% pet.
De totale kans is 5614 pet.
Zooals u uit bovenstaande berekening ziet,
is het dus onjuist te beweren, dat slaan altijd
meer kans biedt dan snijden, maar hangt dit
af van de aanwezigheid van Boer. 10. 9 enz.!
Zijn deze wel aanwezig, dan moet éénmaal ge
slagen en dan gesneden worden: zijn ze ech
ter afwezig, dan is slaan de boodschap. Men
bedenke echter goed, dat in het volgende ge
val:
A. H. 7 5 3 W. O. 8 6 4 2
de kans om in deze kleur geen slag te verliezen
slechts 40 pet. is, zoodat het heusch geen
„groote pech" is, wanneer de tegenpartij een
slag blijkt te maken!
We zullen nu echter overgaan tot de prac-
tijk en een spel behandelen, waarbij duidelijk
blijkt, dat men heelemaal geen specialen wis
kundeknobbel behoeft te bezitten om met be
hulp van de kansberekening de juiste speelwiize
te kunnen bepalen!
Sch.: x x
H.: 9 x x
R.: V. B. x x
KL: A. H. V. x
N.
Z.
Sch.: H. B. x
H.: B. 10 x x
R.: A. H. x
KL: xxx
West komt uit met Harten en O—W maken
3 slagen in die kleur, waarna Zuid met Harten
Boer aan slag komt. Zuid moet nu zijn speel
plan opmaken, maar hierbij terdege rekening
houden met het feit, dat de tegenpartij reeds
drie slagen heeft.
Acht slagen zijn voor het neerleggen, dus 't
gaat nog slechts om den negenden slag. De
vraag is thans, of gespeeld moet worden op 't
rondzitten van de Klaveren of op het goed zit
ten van Schoppen-Aas?
We roepen thans dus de kansrekening te
hulp:
De kans op het goed zitten van het Aas
is 50 pet.
De kans op een 3=3-verdeeling der Klaveren
is 36 pet.
Snijden op Schoppen-aas biedt dus méér
kans 14 pet.
Hieruit blijkt dus overduidelijk, dat Zuid den
blinde aan slag moet brengen en de snit
op Schoppen-Aas moet nemen en niet Aas,
Heer en Vrouw van Klaveren uit moet spelen,
in de hoop, dat de Klaveren vallen!!
Bovenstaand voorbeeld is een zeer simpele
toepassing en het is niet altijd zoo gemakkelijk
te berekenen, welke methode de meeste kans
biedt, maar afgezien daarvan is het zeker, dat
men er een zeer groot nut van zal hebben,
wanneer men het lijstje, dat ik de vorige maal
publiceerde, eenigszins gememoriseerd heeft. Ik
beveel dat lijstje dus ten zeerste in uw aan
dacht aan en ga dan thans over tot het spel
van deze week:
Sch.: A. H. 7 3
H.: H. 9 4
R.: 10 7 6
KI.: H. 3 2
Sch.: 8 2
H.: V. 6 3
R.: H.V. B.5 4
KL: V. 10 7
N
W
O.
Sch.: B. 10 9 5
R.: 9 3
KL: 8 6 5
H.: B. 7 5 2
Sch.: V. 6 4
H.: A. 10 8
R.: A. 8 2
KI.: A. B. 9 4
Zuid heeft met Klaveren geopend, West heeft
Ruiten geboden en het eindbod is 3 S. A. door
Zuid te spelen!
West komt uit met Ruiten Heer en de vraag
is nu, hoe Zuid moet spelen om zijn contract
te kunnen vervullen?
Eigenlijk moet men trachten deze opgave te
vervullen zonder kennis te nemen van de kaar
ten van Oost en West, maar daar ik verwacht,
dat het probleem dan voor zeer velen te moei
lijk zal blijken te zijn, publiceer ik alle vier
handen, zoodat men naar keuze de gemakke
lijke of de moeilijke methode kan nemen.
P. H. A. TUIN.
den borrel, karaf en eigengebakken zoutebolle-
kes gereed en m'n man komt binnen mee "n
lachend, inplaats van mee "n zurgelijk zaken-
gezicht."
„Mevrouw, ik zit mee studie te lüsteren," zee
ik. „Deuzen kearel verzurgt z'n menschen nie
alleen van buiten, hij verzurgt ook d'r ziele-
ment!"
„Zoo is 't, Dré! Voor de wachtkamer is ie
spulgoed aan 't maken, veur m'n patiëntjes. De
moeders zeggen voortaan teugen de kinders, die
ik in behandeling heb: „kom, zuske of broerke,
we gaan Kóós weer 'ns opzoekenEn de
kinders komen zonder angst bij mij, de dokter."
Koos is nou al "n jaar of vier in zijnen dienst.
Hij is begonnen z'n eigen uit te geven veur
manlijke dienstmeid. Hij is vandaag de steun
van z'n meester en meesteres, die diepin 'n
respect hebben veur deuzen eenvoudigen, edelen
kearel, als den mensch slechts hebben kan veur
waren adel!
Ik kom op den Koos nog verom. Ge kent 'm
nog nie genogt naar mijnen zin. Maar ditte wil
ik nog zeggen: 'tKomt er heelegaar nie op aan,
wélke taak 'nen mensch vervult 't komt er
alleen maar op aan hoe ge oew taak vervult!
Daar zijn, ziet ge, gróóte huisknechten!
En dat er kleine mieesters" zijnocherm
méér, veul meer dan gróóte dienstknechten.
De grootheid van den Koos zit 'm daarin: hij
dient anderen! De onbenulligheid van z.g.
„grooten": ze dienen d'r eigen alleen!
Maar nou is 't pampier vol. Gin letter over
feest kan er meer bij. Tot de naaste week, dus!
Veul groeten van Trui, Dré III en als altij gin
horke minder van oewen
t. a v
DRJtt.