Uitvaart pater Perquin O.P. Incidenten en spanningen in Midden-Europa Ariëns-herdenking te Maarssen OPERATIEF INGRIJPEN NOODZAKELIJK PROF. DR. MOLKENBOER HOUDT DE LIJKREDE BRITSCHE VISITES IN DUITSCHLAND GR00TSCHE KERKELIJKE PLECHTIGHEID MAANDAG 8 AUGUSTUS 1938 I I I HEIDEBRAND TUSSCHEN DONDEREN EN NORG Het nieuwe gebouw te Hilversum is zijn schoonste bijdrage tot het Apostolaat Groote belangstelling in de kerk De lijkrede BUITENLANDSCH OVERZICHT Redevoeringen over Chamberlain Gestorven zijnde In Memoriam L. H. Perquin O.P. EEREPLICHT Pater F. X. Duynstee ziek Opgenomen in het St. Joseph- ziekenhuis te Heerlen De Bond voor Groote Gezinnen heeft op zijn jaarvergadering weer een krachtige actie tegen het verderfelijke, een gezond huwelijksleven aantastende, de volkskracht ondermij nende neo-malthusianisme bepleit. Daar was helaas alle reden voor, want al bezit de neo-malthusiaansche bond ook geen Koninklijke goedkeuring meer, hij zet zijn heillooze propaganda in woord, ge schrift en beeld voort met een onverdro ten hardnekkigheid, welke vooral in dezen economisch moeilijken tijd meer succes boekt dan direct zichtbaar is. De strijd tegen het neo-malthusianisme is een strijd voor de zuiverheid der zeden, voor het behoud en de versterking van een gezond en Godvreezend gezinsleven en van de kracht en het welzijn van ge heel het volk, geheel de natie. Deze strijd moet een dwingend programpunt zijn van een waarachtige en daadkrach tige christelijke politiek. In de jaarver gadering van den Bond voor Groote Gezinnen werd dan ook met nadruk de gerechtvaardigde wensch geuit, dat de wetgever alles in het werk zal stellen om het neo-malthusianisme uit de le- venspractijk van ons volk te doen ver dwijnen. Het uiten van dezen wensch noemt de „Oproerige Krabbelaar" in het Volk voor de burgers in de democratie inderdaad den eenig-juisten weg om zich te keeren tegen hetgeen men afgeschaft wil zien. Men moet dan aandringen op verandering van de wet. Maar voegt hij daaraan toe, daarmee is nog niet gezegd, dat elke zoodanige aandrang ook vatbaar is voor inwilliging. „Het elkander bij de wet opleggen van gehoorzaamheid aan subjectieve inzichten, waarover sterk verschil van meening bestaat, kan niet tot in het onbeperkte geschieden, zelfs al is er een meerderheid vóór, zonder dat de onmisbare grenzen der volksvrijheid worden overschreden. Er zijn ook andere minderheden dan nationale, die onder drukt kunnen worden." Deze redeneering van den handigen heer A. B. K. lijkt plausibel, maar is in deze materie gevaarlijk mis leidend en valsch. Een wettelijk verbod van propaganda en actie voor het neo- malthusianisme zou geenszins het op leggen van gehoorzaamheid aan subjec tieve inzichten zijn, maar zou een offici- eele, wettelijke erkenning en eerbiediging zijn van de objectieve, voor geheel de menschheid geldende wet Gods, waaraan ook de wetgever en in het bijzonder een christelijk wetgever zich heeft te onder werpen. De onmisbare grenzen van de volksvrijheid op dit gebied zijn door de gerenwet getrokken en het volk, dat die grenzen overschrijdt, maakt misbruik van zijn vrijheid. Er zijn ook andere minderheden dan nationale, n.l. iramo- reele en misdadige en deze laatste moeten door een zijn hooge verantwoor delijkheid tegenover God bewusten wet gever onderdrukt worden. A. B. K. besluit zijn gekrabbel met de volgende vermaning ten gunste van wat hij onder democratie meent te moeten verstaan: ,,Wie de democratie wil hand haven, moet haar zeker niet zoo uithol len, dat zij in de oogen van haar krach tigste aanhangers de verdediging nauwe lijks meer loont. Het wordt hoog tijd, dat sommige, ook goedwillende groepen in Nederland zich daarvan doordringen. Geen leven kan gered worden door de eaelste organen van het lichaam opera tief te verwijderen." Tegenover deze ver maning moeten wij terwille van een gezonde de wet Gods eerbiedigende en nalevende democratie de volgende laten hooren: Wie de democratie wil handha ven, moet haar zeker niet zoo opblazen, dat zij in de oogen van krachtige aan hangers wanstaltig wordt en zich vrij heden aanmatigt, welke rechtstreeks in- druischen tegen de door den Schepper gewilde en bevolen orde, want zulk een democratie is niet alleen niet waard verdedigd te worden, maar moet zelfs principieel bestreden worden. Het wordt hoog tijd, dat sommige, ook de vrijheid tot het kwaad willende groepen in Ne derland zich daarvan doordringen. Geen leven kan gered worden door de edelste organen van het lichaam te laten door- zweren en dooretteren. Operatief ingrij pen biedt dan nog de eenig mogelijke uitkomst. RECTIFICATIE. De eerste zin van ons hoofdartikel in het blad van Vrijdagavond 5 Aug. j.l., getiteld: „Liefde en Verliefdheid" is ver minkt afgedrukt. Deze zin moet luiden als volgt: „Eenige dagen geleden heeft A. v. D. in ons blad erop gewezen, dat verloofden van de zijde van hun geeste lijke raadslieden doorgaans meer over de bijzondere gevaren dan over de bijzon dere vreugden en het geluk van den verlovingstijd te hooren krijgen. Zondagmiddag omsteeks drie uui is brand uitgebroken op het terrein van het staats- boschbeheer tusschen Donderen en Norg. Vijf hectaren heide werden door het vuur vernield. Met behulp van militairen en van burgers is het aanwezige personeel er ten slotte in geslaagd het vuur te bedwingen. lederen dag brandt de Nederlandsche Heide Maatschappij van deze gronden een strook af om deze te ontginnen. Ook nu was dit het ge val. Men vermoedt, dat het vuur is blijven smeulen. Militairen zouden gedurende den nacht van Zondag op Maandag ter bewaking op het ter rein blijven. Het stoffelijk overschot van pater L. H. Perquin O. P., opgebaard in de Sint Dominicuskerk te Amsterdam, waar hij zooveel jaren als pastoor heeft gestaan Zondagavond is het stoffelijk overschot van pater L. H. Perquin overgebracht van het ziekenhuis te Rotterdam naar de kerk van de paters Dominicanen aan de Spui straat te Amsterdam, waar heden de plech tige H. Mis van Requiem voor de ziele- rust van dezen radio-apostel is opgedragen. Een schrijnende tegenstelling was het op dezen dag in de kerk. Des morgens was het altaar versierd met bloemen en kaar sen, omdat een jonge priester uit deze pa rochie zijn eerste plechtige H. Mis had opgedragen. Des avonds hadden de jubel zangen geklonken van het plechtige Lof, waarmede deze neomist den mooisten dag van zijn leven besloot. Maar daarna drukte de droefheid haar stempel op de kerk. De versiering van het altaar verdween, de rouwkleur overheerschte; de kerk werd ge reed gemaakt om voor het laatst pater Perquin binnen haar muren te ontvangen. In ons dagelijksch bestaan liggen de gren zen van dood en leven vaak zoo dicht bij elkaar. Een groot aantal geloovigen had zich om ongeveer negen uur in den avond in de kerk verzameld, om getuige te zijn van den laatsten intocht van pater Perquin en om voor zijn zielerust te bidden. Tegen half tien werd het stoffelijk overschot de kerk binnengedragen, waar het aan den ingang werd afgehaald door pastoor H. Smits, met als diaken en subdiaken pater J. Dito en pater dr. D. Michels. Het stof felijk overschot werd naar het altaar gedragen, terwijl het koor het „In paradisum deducant te angeli" zong. Hierna betrad een zijner ver trouwdste medewerkers, pater Dito den preek stoel. „Het stoffelijk overschot van pater Per quin, aldus pater Dito, is thans binnengedra gen in de kerk, waar gij hem bij zijn leven zoo vaak hebt kunnen zien. Thans is hij van ons weggegaan, naar zijn eeuwig vaderland- Bidden wij voor zijn zielerust". Hierna bad pater Dito het rozenhoedje voor, dat door alle aanwezigen werd meegebeden. Nadat het koor nog eenige gezangen had uitgevoerd, was deze korte en sobere plech tigheid ten einde. Voor de laatste maal was pater Perquin in tegenwoordigheid van Christus op aarde, voor Wiens eer hij zoo hard en gestadig gewerkt heeft door het oprichten van den Katholieken Radio. Hedenmorgen is in de kerk van den H. Dominicus aan de Spuistraat te Amster dam de plechtige uitvaart gehouden van pater L. H. Perquin. De H. Mis werd op gedragen door den hoogeerw. pater B. Schaab O.P., provinciaal der E.E.P.P. Do minicanen, met assistentie van pater lector J. Dito O.P. als diaken en pastoor H. Smits als subdiaken. Het koor, dat onder leiding stond van den heer A. Vranken, voerde de driestemmige Requiemmis van Perosi uit. Op het priesterkoor hadden plaats ge nomen Z. Exc. Mgr. Paolo Giobbe, Pause lijk Internuntius, Z. E. Exc. Mgr. J. Hui- bers, bisschop van Haarlem, Z. H. Exc. Mgr. W. Bouter, bisschop van Nellore in Britsch Indië, Z. H. Exc. Mgr. dr. J. Olav Smit, Kanunnik van den St. Pieter te Rome, alsmede de hoogeerw. heer Kanun nik Mgr. dr. G. van Noort. Voor de zielerust van den overledene werden aan de zijaltaren stille H.H. Missen gelezen door Mgr. Th. Verhoeven, bestuurslid van den K.R.O., pater Welter O.P., redacteur van „De Bazuin", en Mgr. B. Marschall uit Keulen, voorzitter van het Internationaal Katholiek Radiobureau. In de kerk, waarvan het voorste gedeelte was gereserveerd voor de autoriteiten, en die tot in de uiterste hoeken was bezet, Bevond zich een groot aantal geestelijke en wereldlijke auto riteiten. Behalve de reeds genoemde bisschop pen waren nog aanwezig tal van geestelijken uit geheel Nederland, de Zeereerw. pastoors van Amsterdam en Hilversum, de Ordebroeders van de diverse staties, o.a. prof. C. Friethoff van de Universiteit te Preiburg, prof. K. Wel- schen O.P., prof. dr. B. H. Molkenboer O.P., die de lijkrede hield, dr. D. Michels O.P., voorts Prélat Marschall, Pater W. Keller S.J., Deken H. Frank, deken van Hilversum, prof. dr. A. Smijers, pater J. Busé O.S.C., secretaris van de Vereenigde Missionarissen, de hoogeerw. heer F. A, H. van de Loo, Officiaal van het Aarts bisdom, dr. G. Gorris S.J., voorzitter van de Katholieke Encyclepodie, kolonel mgr. J. J. J. Noordman, hoofdaalmoezenier van Leger en Vloot en pastoor C. J. Willenborg. Voorts de prior van het Albertinium te Nij megen, pater F. J. Hillen O.P., Mag. Luijckx, regent van het Albertinium en pater Zeppen- feld O.P., vicaris van Curasao. Minister mr. M. P. L. Steenberghe en mr. F. Teulings vertegenwoordigden de R. K. Staats partij. Bfj de wereldlijke autoriteiten waren aanwe zig allereerst het bestuur van den K. R. O., voorts mr. B. de Gaay Fortman, vertegenwoor diger van den Radio Raad, mr. J. F. v. Royen, vertegenwoordiger van den directeur-generaal van P.T.T., ir. A. Dubois, directeur van de Nozema, ir. H. J. Boetje, hoofdingenieur der Telegrafie en Telefonie; P. A. Enserinck, dr. Balth. v. d. Pol, namens dr. A. Philips, ir. Gies- kes, directeur der Nederlandsche Seintoestel- lenfabriek, H. v. Wely, namens het weekblad „De Bazuin", mr. A. v. d. Deure, voorzitter van de N.C.R.V., G. de Clercq, voorzitter van de A.V.R.O., F. P. A. van Gheel Gildemeester, al gemeen secretaris van de A.V.R.O., het bestuur van de V.A.R.A., het bestuur van de V.P.R.O., ir. Bongaerts, namens de Katholieke Tweede Kamerfractie, de besturen van de Diocesane Contact Commissies van den K.R.O., prof. dr. Alph. Steger, namens de „Katholieke Actie voor- God", mr. dr. T. J. Verschuur, voorzitter van de R.K.S.P., Ph. van Ommeren, voorzitter Rot terdams Philharmonisch Orkest, de heer Henri Hermans, dirigent van het Maastrichts Stede lijk Orkest, dr. M. Hankard, secretaris van Radio Catholique Beige, de heer P. Branden burg, vertegenwoordiger van de B.E.R.C., de directie van de N.V. Liradim en Merl, de heer G. Larnens, secretaris van den Katholieken Vlaamschen Radio Omroep, dr. C. Fehmers, de heer C. F. J. Verbeek, wethouder van Hilver sum, prof. J. Schmutzer, de heer C. P. Ooms, namens de directie der N.V. Drukkerij de Spaarnestad te Haarlem, de heer J. J. W. Boer- rigter, directeur der Vereenigde Katholieke Pers, de vertegenwoordiger van de hoofdredac tie van De Tijd, mr. J. N. J. E. Heerkens Thijs- sen, namens de commissarissen der N.V. de Spaarnestad, vertegenwoordigers van de vereeni- ging de Kath. Ned. Dagbladpers de neeren C. M. Dosker en J. Kuijpers, ir H. B. R. Boosman. van de N.S.F., de heer H. J. v. d. Pol, direc teur van het Algemeen Nederlandsch Pers bureau, het bestuur van de Alg. R. K. Propa- gandaclub afd. Amsterdam, kap. dir. dr. C. L. Walther Boer, de heer W. A. Maas, mr. P. Reymer, burgemeester van Hilversum. Na de H. Mis besteeg de ordebroeder van den radio-priester, prof. dr. B. H. Molken- boer den preekstoel voor het houden van de lijkrede. Hij begon met eraan te ner- inneren, dat pater Perquin een lang en zwaar ziekbed heeft gehad. Hy heeft ge streden en geworsteld met zijn ziekte en met den dood. Pater Perquin was niet ge woon vlug kamp te geven. Hij was een zeer vitaal man en nu werd hij juist in zijn vitaliteit getroffen. Hij'bracht alle reserves in het veld om ook deze moeilijkheid te overwinnen, zooals hij reeds zooveel moei lijkheden in zijn leven had overwonnen. Maar de beslechting van deze worsteling, die door God Zelf werd opgelost, was zoo ontroerend schoon, dat wij dankbaar moe ten zijn voor dit einde. Vijf weken heeft hij op zijn ziekbed moeten wachten om hef feest van den H. Dominicus te bereiken. Op dezen feestdag nam de vader der orde zijn trouwen zoon op. Zoo werd dit strijdbare apostolische leven op bijzondere wijze ge zegend door zijn geestelijken vader. Op dit De grootste spanningen in Europa concen- treeren zich nog altijd om Tsjecho- Slowakije. En dit zal waarschijnlijk nog lang duren, indien althans niet een of ander ernstig incident tusschen Duitschers en Tsjechen tot een onverhoedsche explosie leidt. De kans daarop stijgt, wanneer er geen einde komt aan al die onzalige incidenten in de Duitsch-Tsje- chische grensgebieden, die vooral door de Duit- sche en Tsjechische pers worden opgeblazen en de stemming over en weer steeds meer ver bitteren ert tot oorlogszuchtigheid voeren. De ingeboren haat tusschen beide volken, vooral in de harten der Tsjechen, die eeuwen lang door het Duitsche element werden overheerscht, is buitengewoon gevaarlijk. Lord Runciman, die tijdens het week-end in Moravië op de hertenjacht was gegaan en heden zijn taak te Praag weer opneemt, zal zijn handen vol heb ben, om tot een aannemelijk resultaat te ko men. Zijn werk verkeert voorloopig nog in Set stadium van studeeren en onderzoeken, dan komt het stadium van onderhandelen. Naar ver luidt zou Runciman tusschen deze twee phasen van zijn taak in naar Londen komen, om met de regeering van Zijne Britsche Majesteit nader overleg te plegen. Intusschen schijnt deze re geering nog allerlei pogingen te doen, om rem- menden invloed uit te oefenen op de Duitsche. De Engelsche minister van Marine Duff Cooper wijlde eenige dagen te Kiel. Of hij daar be paalde besprekingen heeft gevoerd is niet be kend geworden. Van meer belang was het be zoek van Sir Hamilton te Mtinchen aan Ru- dolf Hess en aan Adolf Hitler te Berchtesgaden. Hij schijnt, na zijn conferentie, haa^t gehad te hebben, om weer in Londen aanwezig te zijn. En ook Duitschland bleek daar belang bij te hebben. Want Sir Hamilton werd in het par ticuliere vliegtuig van den Führer direct na de conferentie naar de Engelsche hoofdstad teruggebracht. Hij weigerde vóór zijn vertrek inlichtingen aan de pers te verstrekken, wel duidde hij in algemeene bewoordingen aan, den indruk te hebben gekregen, dat Hitier een oor log wenscht te vermijden, maar dat deze ech ter van den anderen kant er niet aan denkt, zich „tot in het oneindige te laten provocee- ren". Dit provoceeren kan geen andere betrek king hebben dan op de ongelukkige incidenten in de Duitsch-Tsjechische grensgebieden en in Sudeten-land en in Tsjecho-Slowakije zelf. Wil men werkelijk over en weer ernstig den vrede, dan móéten er middelen gevonden worden, om een eind te maken aan deze dangereuse inci denten. Door het zenden van Lord Runciman heeft de Engelsche regeering een bui tengewoon groote verantwoordelijkheid op zich genomen. Nu is de meening over de „Zweckmassigkeit" der missie van Runciman en over de resultaten van de politiek van Chamberlain in 't algemeen zéér verdeeld. Dit kwam op merkwaardige wijze tot uiting in twee redevoeringen van vooraanstaande perso nen, die tijdens het weekend zijn gehouden. De minister van Pensioenen Ramsbotham veerde het woord te Ulverton in Lancashire en noemde in zijn rede de vooruitzichten voor den vrede thans helderder dan vele maanden het geval is geweest, hetwelk hij op de eerste plaats toeschreef aan het „dappere en gedul dige werk van Chamberlain, die volhoudt in zijn politiek ondanks de batterijen van de op positie, die voortdurend op hem worden ge richt". En dan vervolgde de bewindsman: „De wereld begint thans de vruchten te plukken van Chamberlain's groote hoedanigheden. De maatregelen, die hij in de afgeloopen lente heeft genomen, hebben ons en de geheels Westersche beschaving voor een vreeselijks ramp gespaard. Mijns inziens heeft hij reeds de grootste reputatie gevestigd, die ooit een Britsch staatsman sinds de dagen van Pitt en Disraeli heeft gehad, Ik ben er zeker van, dat het geheele land heeft ingestemd met de mis sie van lord Runciman. Het is mogelijk, dat al onze pogingen cm den vrede te verzekeren mislukken, maar wij nemen geenerlei risico, want van dag tot dag wordt onze bewapening sterker. Er zijn thans 560.000 ton oorlogsschepen in aanbouw. Dit jaar komen zestig nieuwe oor logsschepen in dienst. In Maart a.s. zullen wij 1750 eerste-linievliegtuigen hebben, tegen 1940: 3500," Deze panegyriek klinkt als een klok. De ver gelijking met de reputatie van Chamberlain met die van de groote Britsche staatslieden Pitt en Disraeli is waarlijk niet mis! Lang niet alle Engelschen deelen deze vleiende kwalifica tie. Dit kwam tot uiting in een op denzelfden tijd ongeveer gehouden redevoering van den leider der liberale partij Milner Gray in het Hydepark te Londen. Deze noemde den interna tionalen toestand wanhopig. Sinds de nationa le regeering aan het bewind is gekomen, is de situatie steeds slechter geworden. Teen deze regeering werd gevormd was er vrede, thans wordt er gevochten in Azië, Afrika en Europa. Toen was de Volkenbond krachtig, thans heeft hij zijn prestige verloren. Toen hoopte de we reld op ontwapening, thans is er een bewape ningswedloop ontstaan. Toen verwachtte men verlaging der handelsbarrières, thans ziet men voortdurende verhooging daarvan. Toen kon de regeering de Britten beschermen, die in het buitenland werkten, nu is zij daartoe niet meer in staat. De liberale leider besloot met de woor den: het initiatief voor oorlog en vrede zal spoedig kunnen overgaan in de handen van de agressieve staten, die geleid worden door dic tators en militairen, die den oorlog verheerlij ken. Als het zoover komt, zal er oorlog ont staan." Het ligt niet aan ons, de juistheid van een dezer beide diametraal tegenover elkander staande meeningen te onderschrijven. Wel wil len wij de hoop uitspreken, dat minister Rams botham het bij het rechte eind heeft in zijn lofrede op de politiek van Chamberlain, want dan lijkt ons de kans op vrede méér gewaar borgd te zijn. Dit neemt niet weg, dat er in de redenaties van den liberalen leider zeer veel waarheid schuilt, Zondag werd te Maarssen onder begunstiging van schitterend zomerweer het 10e sterfjaar van Pastoor Ariëns op grootsche wijze her dacht. Nooit tevoren waren hiervoor zoovelen van heinde en ver samengestroomd. Behalve vele vereenigingen, had ook een groot aantal personen zich opgemaakt om individueel den grooten doode piëteitsvol te herdenken. De stralende Augustusmorgen had reeds vele vreemdelingen vroeg naar Maarssen getrokken, waar de stille straten nu vol drukte waren van pelgrims, van alle kanten bijeengestroomd. Ve len kwamen per fiets, andere met luxe-auto's of autobussen. De regelingscommissie wees de bin nenkomenden naar de kerk, de parkeergelegen heid of fietsenbergplaats. Om half elf begon in de Parochiekerk van het H. Hart de plechtige Hoogmis. Onder klok gebeier trad Mgr. Dr. J. Olav Smit de kerk binnen. Monseigneur Smit werd bij de pontifi cale Hoogmis geassisteerd door rector van den Hengel als presbyter-assistens, door pastoor Geertman uit Enschede als diaken en pater Na- talis Ruys O.F.M. als sub-diaken, en prof. Dr. Alfrink, als ceremonarius, terwijl de lagere functies vervuld werden door theologanten van het Groot-Seminarie te Rijsenburg. Onder de aanwezigen merkten we o.a. op: den heer J. Ariëns, uit Utrecht; den heer J. Ariëns, broeder van pastoor Ariëns, en mevrouw Ariëns Lissone, en zeer veel familieleden van den grooten Ariëns. Voorts nog de leden van de Jonge Wapht van Maarssen, Breukelen, Hilver sum (St. Clemens), Utrecht (St. Joseph); de Jonge Werkman uit Breukelen en de Werk lieden Vereeniging uit Hilversum (St. Clemens). Het Dr. Ariëns-koor van de H. Hartkerk te Enschede voerde de zesstemmige „Missa Papae Marcelli" van Palestrina uit, terwijl uit de vier stemmige mis „Brevis" eveneens van Pa lestrina het Gloria en de Agnus Dei werden gezongen. De leiding was bij den heer H. Mo lenaar, terwijl de heer F. A. Selle het orgel be speelde. Het gemengde koor in zijn geheel voer de de wisselende Gregoriaansche gezangen uit. Na de plechtige Mis werd nog het „O, sacrum convivium" vierstemmig uitgevoerd. Onder de H. Mis hield Pater Borromaeus de Greeve O.F.M. een gloedvolle predikatie. „Het is 10 jaar geleden, aldus de gewijde spre ker, dat dr. Ariëns overleed; de 10e plechtige rouwdienst voor den overledene. Maar waarom zijn wij eigenlijk gekomen? Wij zijn gekomen vooreerst om te bidden voor zijn zielerust. Wij zijn gekomen om te manifesteeren onze eenheid, hoogachting, liefde onveranderd, on verminderd, trouw voor zijn persoon. Wij zijn ten derde gekomen om ons zelf goed te doen, om gesterkt te worden. Nooit kwamen wij in aanraking met den nog levenden Dr. Ariëns, zonder gesterkt en verbeterd van hem heen te gaan. Dr. Ariëns heeft zestig levensjaren van God ontvangen. Na op 22-jarigen leeftijd tot priester te zijn gewijd, werd hij vier jaar later als ka pelaan naar Enschede gezonden. Hij was on middellijk de vriend der menschen. Men kendo den priester en zijn parochie, heel het land. Hij was gekend bij priesters en leeken, katholieken en niet-katholieken, professoren en ongeletter- den, landgenooten en vreemdelingen, werkgevers en werknemers, menschen van alle godsdien stige en politieke richtingen. En constant, onveranderd, algemeen was het oordeel: Hij was een groot man! Hij was een nobel mensch en een vroom christen; een heilig priester; een edel man bij al zijn gestes. Na deze algemeene aanduiding van dat prach tig leven, dat vóór tien jaar op aarde werd af gesloten, zijn wij werkend de nobele figuur in zijn karakteristieke trekken te teekenen. Groot voor de menschen is nog niet altijd groot voor God. Niet alle beroemdheid is een waarborg voor ware grootheid. Dr. Ariëns was beroemd om al zijn geven en werken, maar hij had vooral de ware grootheid, den zielenadel, de heilighed. Hen was 'n heilig priester, een goedvruchtig priester. „Hij was de man van kinderlijk geloof, van gebedsleven, van diepen levensernst; hij was de priester met een teer geweten; hij bleef by al zijn omstandigheden een ingetogen ziel," aldus citeerde spreker Brom. Het is nu de tijd niet om balans op te maken van zijn werken voor de katholieke Drankbe strijding in Nederlandnoch van de eer en dc glorie, die hij daarmede behaald heeft voor de Katholieke Kerk. Maar, wat deze kampioen strijder tegen het alcoholisme dreef en be woogwas de liefde. Gestorven zijnde spreekt hij nog. Alles is ijdelheid! Alleen wat eeuwig is, heeft waarde! Van al wat de mensch deed, blijft niets anders over dan dat wat hij deed voor God. Heiligheid alleen is de ware grootheid. Dan dringt zich de les op over de waarde van het apostolaat der liefde. Maar een Dr. Ariëns was de grootste liefdes-apologeet onder duizenden apologeten. Bij hem was het de apologie van de daad. „De waardeering van zijn persoon en leven jage ons naar de waardeering van de waar achtige grootheid van eigen leven," aldus be ëindigde spreker zijn prachtige rede, waarnaar met groote aandacht werd geluisterd. Talloozen bezochten daarna de Dr. Ariëns- Kapel op de begraafplaats aan den A'damschen Straatweg. Van verschillende zijden, zoowel van vereenigingen, als particulieren, werden vele bloemstukken op het graf gelegd, o.a. van den R. K. Vrouwenbond in het Aartsbisdom. Er was voorts gelegenheid tot het teekerien van een pelgrimsregister, waarvan een druk ge bruik werd gemaakt. Het bezoek was in dit het 10e sterfjaar buitengewoon groot. Deze dag heeft ongetwijfeld de vereering van Ariëns in de harten van ons volk verlevendigd en verdiept en ons zoo wellicht nader gebracht tot de vervulling van veler wensch: de zalig verklaring van een waarlijk heilig priester. supreme moment kreeg hy de signatuur, dus goedkeuring van zijn hooge overheid. Pater Perquin was een apostel, een prediker van heel bijzonderen aard. Hij had alle eigen schappen, welke vereischt zijn voor een apostel; hij* had een scherpen blik; een helder verstand, een propagandistischen ijver, een ontembaren moed, een optimistisch humeur, waardoor hij nooit gebukt ging onder de moeilijkheden Hij was een geboren leider, een goed soldaat van Christus, die in zeker opzicht generalissimus is geworden; hij was een bijbelsche figuur die met de eene hand opbouwde en met de andere hand het zwaard voerde om zijn bouwwerk te beschermen tegen allen die net wilden aan vallen. Pater Perquin trad de laatste tien jaren van zijn leven meer naar buiten op, hij was toen meer bekend geworden, maar daarvoor reeds had hij gewerkt in de groote steden, waar hij de voorbereiding voor zijn wereldapostolaat on derging. In het parochiewerk werd hij opgeleid voor dit apostolaat. En ook daar toonde hij reeds de eigenschap pen, welke hem later zulk een markante plaats zouden geven. Hij werkte voor de verbreiding- van de katholieke pers, hij trok daarvoor het gansche land door om propaganda te maken. Eerst werkte hij te Rotterdam, later werd hij overgeplaatst naar het hart van het land, naar Amsterdam, waar hij pastoor werd in de Do minicuskerk aan de Spuistraat. Hij aanvaardde deze taak met religieuze en priesterlijke ge hoorzaamheid, hoewel de parochie niet haar beste jaren tegemoet ging. Maar Pastoor Perquin was de aangewezen man om het parochieleven te organiseeren en aan te passen aan het mo derne leven. Hij trok allen naar zijn kerk, ook de niet-katholieken, die hij wist te boeien door zijn welsprekend woord. Hij wist met groot in zicht en voortvarendheid gebruiken op te rui men, die weliswaar verantwoord waren, maar die niet meer pasten in het moderne leven. Hij werd daarom vaak 'n afbreker, een beeldenstor mer genoemd, doch hij brak alleen af om beter te kunnen opbouwen. De kritiek trok hem nooit uit den koers, want hij was strijdbaar en stoer. Hier ook heeft hij gewerkt aan de uitbreiding van De Bazuin, hij heeft het geluid doen zwel len over heel Amsterdam en heel Nederland. Dat alles ook was voorbereiding voor zijn radio werk, want deze radio is een klaroen, een ba zuin, die klinkt tot in de verste uithoeken van de aarde. De radio is een heerlijk geschenk door den Schepper aan de menschheid gegeven. Het kan een propagandamiddel zijn voor de Kerk, maar het kan ook een middel zijn om kiemen uit te zaaien, die verderf brengen. Waakzaam heid en weerbaarheid waren de eigenschappen van pater Perquin, die daardoor het belang van de radio heeft begrepen. Hij werd van parochie pastoor tot radiopastoor. Hij wordt daarom nu geëerd, maar in het begin was spot en hoon zijn deel. Een pastoor moet daar immers afblijven; die hoort in den biechtstoel thuis. Hij mocht immers geen sectarisme in den aether brengen. Welk een beperkt begrip van apostolaat, waar pater Perquin zich ge lukkig niets van aantrok. Langzaam ging hij verder. In 1926 werd voor de eerste maal de H. Mis uitgezonden uit de St. Dominicuskerk, waar over hij veel kritiek moest hooren. Maar de bisschop van Haarlem en zijn eigen overheid hielden hem de hand boven het hoofd. De ra dio groeide, pater Perquin bouwde voort; hij werd meer dan pastoor van een parochie, hij werd van beteekenis voor de geheele we reldmissie. Hij hief de missionarissen op uit hun eenzaamheid, en spr. noemde het verheu gend, dat hier bij dezen uitvaartdienst zoo veel vertegenwoordigers van de missie aanwe zig waren. Het levenswerk van pater Perquin is be loond door de opening van de nieuwe stu dio, die de kroon zette op zijn apostolaat. Hy kon nu zijn Nunc dlmittis zeggen, Nu legden wij een man ter ruste, Die 't steeds beschouwd heeft als een eer Ook op modernste wijs te dienen Zijn ideaal van Predikheer. Hij heeft gepredikt en geleer aard, Hij was Apostel van het woord, Wij danken hem dat in den aether De Katholiek ook wordt gehoord. Want op een leeftijd, dat een ander Welhaast aan rusten denken gaat. Riep hij de stichting in het leven, Die nu reeds krachtig voor ons staat. Hij ivas een radio-apostel, Een Predikheer, in waren zin; Juist op den feestdag van zijn Vader Ging hij de eeuw'ge glorie in. Nu bidden wij dan: rust in vrede, Maar ook zijn wij aan hem verplicht Te steunen en in stand te houden Het werk, dat hij heeft opgericht. HERMAN KRAMER want zijn oogen hadden het heil gezien; het heil van God, het heil der zielen. Het nieuwe gebouw te Hilversum is de schoon ste bijdrage van een priester aan het apostolaat der Kerk. Nu dit leven is voltooid, danken we God, dat we Perquin hebben gehad voor dit groote werk. Hierin is Nederland voorgegaan en we danken dit aan pater Perquin. Hij haalde de kracht hiervoor uit zijn diep-mannelyk geloof. Hij heeft ook den dank verdiend van de orde der Dominicanen. Nooit stelde hij zyn Domini- caansche karakter zoodanig op den voorgrond, dat het anderen irriteerde. Wij moeten ook de orde dankbaar zijn, dat zij pater Perquin heeft willen afstaan voor dit radio-apostolaat. Zijn .stoffelijk overschot zal in de aarde wach ten op den jongsten dag, waarop God zijn ver heerlijkt lichaam zal oproepen om te deelen in de eeuwige belooning. Na deze lijkrede verrichtte pater provinciaal B. Schaab O.P. de absoute met dezelfde assis tentie als bij de H. Mis. Naar we vernemen, heeft pater F. X. Duyn stee O.E.S.A. Zondag tijdens een bezoek aan de Limburgsche sociale studieweek te Rolduc een attaque van beroerte gekregen. De patiënt is direct overgebracht naar het St. Joseph Zie kenhuis te Heerlen. Pater Duynstee zal voorloopig rust moeten houden. Zijn toestand is thans redehjk wel. Zooals bekend, zal deze ijverige Augustijn Maandag 15 Augustus zijn veertigjarig pries terfeest herdenken.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 2