Uitvaart pater Perquin O.P.
Incidenten en spanningen in
Midden-Europa
Ariëns-herdenking te Maarssen
OPERATIEF INGRIJPEN
NOODZAKELIJK
PROF. DR. MOLKENBOER
HOUDT DE LIJKREDE
BRITSCHE VISITES IN
DUITSCHLAND
GR00TSCHE KERKELIJKE
PLECHTIGHEID
MAANDAG 8 AUGUSTUS 1938
I
I
I
HEIDEBRAND TUSSCHEN
DONDEREN EN NORG
Het nieuwe gebouw te Hilversum
is zijn schoonste bijdrage
tot het Apostolaat
Groote belangstelling
in de kerk
De lijkrede
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Redevoeringen over
Chamberlain
Gestorven zijnde
In Memoriam L. H. Perquin O.P.
EEREPLICHT
Pater F. X. Duynstee
ziek
Opgenomen in het St. Joseph-
ziekenhuis te Heerlen
De Bond voor Groote Gezinnen
heeft op zijn jaarvergadering weer
een krachtige actie tegen het
verderfelijke, een gezond huwelijksleven
aantastende, de volkskracht ondermij
nende neo-malthusianisme bepleit. Daar
was helaas alle reden voor, want al bezit
de neo-malthusiaansche bond ook geen
Koninklijke goedkeuring meer, hij zet
zijn heillooze propaganda in woord, ge
schrift en beeld voort met een onverdro
ten hardnekkigheid, welke vooral in
dezen economisch moeilijken tijd meer
succes boekt dan direct zichtbaar is. De
strijd tegen het neo-malthusianisme is
een strijd voor de zuiverheid der zeden,
voor het behoud en de versterking van
een gezond en Godvreezend gezinsleven
en van de kracht en het welzijn van ge
heel het volk, geheel de natie. Deze
strijd moet een dwingend programpunt
zijn van een waarachtige en daadkrach
tige christelijke politiek. In de jaarver
gadering van den Bond voor Groote
Gezinnen werd dan ook met nadruk de
gerechtvaardigde wensch geuit, dat de
wetgever alles in het werk zal stellen
om het neo-malthusianisme uit de le-
venspractijk van ons volk te doen ver
dwijnen. Het uiten van dezen wensch
noemt de „Oproerige Krabbelaar" in het
Volk voor de burgers in de democratie
inderdaad den eenig-juisten weg om zich
te keeren tegen hetgeen men afgeschaft
wil zien. Men moet dan aandringen op
verandering van de wet. Maar voegt hij
daaraan toe, daarmee is nog niet gezegd,
dat elke zoodanige aandrang ook vatbaar
is voor inwilliging. „Het elkander bij de
wet opleggen van gehoorzaamheid aan
subjectieve inzichten, waarover sterk
verschil van meening bestaat, kan niet
tot in het onbeperkte geschieden, zelfs al
is er een meerderheid vóór, zonder dat
de onmisbare grenzen der volksvrijheid
worden overschreden. Er zijn ook andere
minderheden dan nationale, die onder
drukt kunnen worden."
Deze redeneering van den handigen
heer A. B. K. lijkt plausibel, maar
is in deze materie gevaarlijk mis
leidend en valsch. Een wettelijk verbod
van propaganda en actie voor het neo-
malthusianisme zou geenszins het op
leggen van gehoorzaamheid aan subjec
tieve inzichten zijn, maar zou een offici-
eele, wettelijke erkenning en eerbiediging
zijn van de objectieve, voor geheel de
menschheid geldende wet Gods, waaraan
ook de wetgever en in het bijzonder een
christelijk wetgever zich heeft te onder
werpen. De onmisbare grenzen van de
volksvrijheid op dit gebied zijn door de
gerenwet getrokken en het volk, dat die
grenzen overschrijdt, maakt misbruik
van zijn vrijheid. Er zijn ook andere
minderheden dan nationale, n.l. iramo-
reele en misdadige en deze laatste
moeten door een zijn hooge verantwoor
delijkheid tegenover God bewusten wet
gever onderdrukt worden.
A. B. K. besluit zijn gekrabbel met de
volgende vermaning ten gunste van wat
hij onder democratie meent te moeten
verstaan: ,,Wie de democratie wil hand
haven, moet haar zeker niet zoo uithol
len, dat zij in de oogen van haar krach
tigste aanhangers de verdediging nauwe
lijks meer loont. Het wordt hoog tijd,
dat sommige, ook goedwillende groepen
in Nederland zich daarvan doordringen.
Geen leven kan gered worden door de
eaelste organen van het lichaam opera
tief te verwijderen." Tegenover deze ver
maning moeten wij terwille van een
gezonde de wet Gods eerbiedigende en
nalevende democratie de volgende laten
hooren: Wie de democratie wil handha
ven, moet haar zeker niet zoo opblazen,
dat zij in de oogen van krachtige aan
hangers wanstaltig wordt en zich vrij
heden aanmatigt, welke rechtstreeks in-
druischen tegen de door den Schepper
gewilde en bevolen orde, want zulk een
democratie is niet alleen niet waard
verdedigd te worden, maar moet zelfs
principieel bestreden worden. Het wordt
hoog tijd, dat sommige, ook de vrijheid
tot het kwaad willende groepen in Ne
derland zich daarvan doordringen. Geen
leven kan gered worden door de edelste
organen van het lichaam te laten door-
zweren en dooretteren. Operatief ingrij
pen biedt dan nog de eenig mogelijke
uitkomst.
RECTIFICATIE.
De eerste zin van ons hoofdartikel in
het blad van Vrijdagavond 5 Aug. j.l.,
getiteld: „Liefde en Verliefdheid" is ver
minkt afgedrukt. Deze zin moet luiden
als volgt: „Eenige dagen geleden heeft
A. v. D. in ons blad erop gewezen, dat
verloofden van de zijde van hun geeste
lijke raadslieden doorgaans meer over de
bijzondere gevaren dan over de bijzon
dere vreugden en het geluk van den
verlovingstijd te hooren krijgen.
Zondagmiddag omsteeks drie uui is brand
uitgebroken op het terrein van het staats-
boschbeheer tusschen Donderen en Norg. Vijf
hectaren heide werden door het vuur vernield.
Met behulp van militairen en van burgers is het
aanwezige personeel er ten slotte in geslaagd
het vuur te bedwingen.
lederen dag brandt de Nederlandsche Heide
Maatschappij van deze gronden een strook af
om deze te ontginnen. Ook nu was dit het ge
val. Men vermoedt, dat het vuur is blijven
smeulen.
Militairen zouden gedurende den nacht van
Zondag op Maandag ter bewaking op het ter
rein blijven.
Het stoffelijk overschot van pater L. H. Perquin O. P., opgebaard in de Sint
Dominicuskerk te Amsterdam, waar hij zooveel jaren als pastoor heeft gestaan
Zondagavond is het stoffelijk overschot
van pater L. H. Perquin overgebracht van
het ziekenhuis te Rotterdam naar de kerk
van de paters Dominicanen aan de Spui
straat te Amsterdam, waar heden de plech
tige H. Mis van Requiem voor de ziele-
rust van dezen radio-apostel is opgedragen.
Een schrijnende tegenstelling was het op
dezen dag in de kerk. Des morgens was
het altaar versierd met bloemen en kaar
sen, omdat een jonge priester uit deze pa
rochie zijn eerste plechtige H. Mis had
opgedragen. Des avonds hadden de jubel
zangen geklonken van het plechtige Lof,
waarmede deze neomist den mooisten dag
van zijn leven besloot. Maar daarna drukte
de droefheid haar stempel op de kerk. De
versiering van het altaar verdween, de
rouwkleur overheerschte; de kerk werd ge
reed gemaakt om voor het laatst pater
Perquin binnen haar muren te ontvangen.
In ons dagelijksch bestaan liggen de gren
zen van dood en leven vaak zoo dicht bij
elkaar.
Een groot aantal geloovigen had zich om
ongeveer negen uur in den avond in de kerk
verzameld, om getuige te zijn van den laatsten
intocht van pater Perquin en om voor zijn
zielerust te bidden. Tegen half tien werd het
stoffelijk overschot de kerk binnengedragen,
waar het aan den ingang werd afgehaald door
pastoor H. Smits, met als diaken en subdiaken
pater J. Dito en pater dr. D. Michels. Het stof
felijk overschot werd naar het altaar gedragen,
terwijl het koor het „In paradisum deducant te
angeli" zong. Hierna betrad een zijner ver
trouwdste medewerkers, pater Dito den preek
stoel. „Het stoffelijk overschot van pater Per
quin, aldus pater Dito, is thans binnengedra
gen in de kerk, waar gij hem bij zijn leven
zoo vaak hebt kunnen zien. Thans is hij van
ons weggegaan, naar zijn eeuwig vaderland-
Bidden wij voor zijn zielerust". Hierna bad
pater Dito het rozenhoedje voor, dat door alle
aanwezigen werd meegebeden.
Nadat het koor nog eenige gezangen had
uitgevoerd, was deze korte en sobere plech
tigheid ten einde.
Voor de laatste maal was pater Perquin in
tegenwoordigheid van Christus op aarde, voor
Wiens eer hij zoo hard en gestadig gewerkt
heeft door het oprichten van den Katholieken
Radio.
Hedenmorgen is in de kerk van den H.
Dominicus aan de Spuistraat te Amster
dam de plechtige uitvaart gehouden van
pater L. H. Perquin. De H. Mis werd op
gedragen door den hoogeerw. pater B.
Schaab O.P., provinciaal der E.E.P.P. Do
minicanen, met assistentie van pater lector
J. Dito O.P. als diaken en pastoor H. Smits
als subdiaken. Het koor, dat onder leiding
stond van den heer A. Vranken, voerde de
driestemmige Requiemmis van Perosi uit.
Op het priesterkoor hadden plaats ge
nomen Z. Exc. Mgr. Paolo Giobbe, Pause
lijk Internuntius, Z. E. Exc. Mgr. J. Hui-
bers, bisschop van Haarlem, Z. H. Exc.
Mgr. W. Bouter, bisschop van Nellore in
Britsch Indië, Z. H. Exc. Mgr. dr. J. Olav
Smit, Kanunnik van den St. Pieter te
Rome, alsmede de hoogeerw. heer Kanun
nik Mgr. dr. G. van Noort.
Voor de zielerust van den overledene werden
aan de zijaltaren stille H.H. Missen gelezen door
Mgr. Th. Verhoeven, bestuurslid van den K.R.O.,
pater Welter O.P., redacteur van „De Bazuin",
en Mgr. B. Marschall uit Keulen, voorzitter van
het Internationaal Katholiek Radiobureau.
In de kerk, waarvan het voorste gedeelte was
gereserveerd voor de autoriteiten, en die tot
in de uiterste hoeken was bezet, Bevond zich
een groot aantal geestelijke en wereldlijke auto
riteiten. Behalve de reeds genoemde bisschop
pen waren nog aanwezig tal van geestelijken
uit geheel Nederland, de Zeereerw. pastoors
van Amsterdam en Hilversum, de Ordebroeders
van de diverse staties, o.a. prof. C. Friethoff
van de Universiteit te Preiburg, prof. K. Wel-
schen O.P., prof. dr. B. H. Molkenboer O.P., die
de lijkrede hield, dr. D. Michels O.P., voorts
Prélat Marschall, Pater W. Keller S.J., Deken
H. Frank, deken van Hilversum, prof. dr. A.
Smijers, pater J. Busé O.S.C., secretaris van
de Vereenigde Missionarissen, de hoogeerw. heer
F. A, H. van de Loo, Officiaal van het Aarts
bisdom, dr. G. Gorris S.J., voorzitter van de
Katholieke Encyclepodie, kolonel mgr. J. J. J.
Noordman, hoofdaalmoezenier van Leger en
Vloot en pastoor C. J. Willenborg.
Voorts de prior van het Albertinium te Nij
megen, pater F. J. Hillen O.P., Mag. Luijckx,
regent van het Albertinium en pater Zeppen-
feld O.P., vicaris van Curasao.
Minister mr. M. P. L. Steenberghe en mr. F.
Teulings vertegenwoordigden de R. K. Staats
partij.
Bfj de wereldlijke autoriteiten waren aanwe
zig allereerst het bestuur van den K. R. O.,
voorts mr. B. de Gaay Fortman, vertegenwoor
diger van den Radio Raad, mr. J. F. v. Royen,
vertegenwoordiger van den directeur-generaal
van P.T.T., ir. A. Dubois, directeur van de
Nozema, ir. H. J. Boetje, hoofdingenieur der
Telegrafie en Telefonie; P. A. Enserinck, dr.
Balth. v. d. Pol, namens dr. A. Philips, ir. Gies-
kes, directeur der Nederlandsche Seintoestel-
lenfabriek, H. v. Wely, namens het weekblad
„De Bazuin", mr. A. v. d. Deure, voorzitter van
de N.C.R.V., G. de Clercq, voorzitter van de
A.V.R.O., F. P. A. van Gheel Gildemeester, al
gemeen secretaris van de A.V.R.O., het bestuur
van de V.A.R.A., het bestuur van de V.P.R.O.,
ir. Bongaerts, namens de Katholieke Tweede
Kamerfractie, de besturen van de Diocesane
Contact Commissies van den K.R.O., prof. dr.
Alph. Steger, namens de „Katholieke Actie voor-
God", mr. dr. T. J. Verschuur, voorzitter van
de R.K.S.P., Ph. van Ommeren, voorzitter Rot
terdams Philharmonisch Orkest, de heer Henri
Hermans, dirigent van het Maastrichts Stede
lijk Orkest, dr. M. Hankard, secretaris van
Radio Catholique Beige, de heer P. Branden
burg, vertegenwoordiger van de B.E.R.C., de
directie van de N.V. Liradim en Merl, de heer
G. Larnens, secretaris van den Katholieken
Vlaamschen Radio Omroep, dr. C. Fehmers, de
heer C. F. J. Verbeek, wethouder van Hilver
sum, prof. J. Schmutzer, de heer C. P. Ooms,
namens de directie der N.V. Drukkerij de
Spaarnestad te Haarlem, de heer J. J. W. Boer-
rigter, directeur der Vereenigde Katholieke
Pers, de vertegenwoordiger van de hoofdredac
tie van De Tijd, mr. J. N. J. E. Heerkens Thijs-
sen, namens de commissarissen der N.V. de
Spaarnestad, vertegenwoordigers van de vereeni-
ging de Kath. Ned. Dagbladpers de neeren C.
M. Dosker en J. Kuijpers, ir H. B. R. Boosman.
van de N.S.F., de heer H. J. v. d. Pol, direc
teur van het Algemeen Nederlandsch Pers
bureau, het bestuur van de Alg. R. K. Propa-
gandaclub afd. Amsterdam, kap. dir. dr. C. L.
Walther Boer, de heer W. A. Maas, mr. P.
Reymer, burgemeester van Hilversum.
Na de H. Mis besteeg de ordebroeder van
den radio-priester, prof. dr. B. H. Molken-
boer den preekstoel voor het houden van
de lijkrede. Hij begon met eraan te ner-
inneren, dat pater Perquin een lang en
zwaar ziekbed heeft gehad. Hy heeft ge
streden en geworsteld met zijn ziekte en
met den dood. Pater Perquin was niet ge
woon vlug kamp te geven. Hij was een zeer
vitaal man en nu werd hij juist in zijn
vitaliteit getroffen. Hij'bracht alle reserves
in het veld om ook deze moeilijkheid te
overwinnen, zooals hij reeds zooveel moei
lijkheden in zijn leven had overwonnen.
Maar de beslechting van deze worsteling,
die door God Zelf werd opgelost, was zoo
ontroerend schoon, dat wij dankbaar moe
ten zijn voor dit einde. Vijf weken heeft hij
op zijn ziekbed moeten wachten om hef
feest van den H. Dominicus te bereiken. Op
dezen feestdag nam de vader der orde zijn
trouwen zoon op. Zoo werd dit strijdbare
apostolische leven op bijzondere wijze ge
zegend door zijn geestelijken vader. Op dit
De grootste spanningen in Europa concen-
treeren zich nog altijd om Tsjecho-
Slowakije. En dit zal waarschijnlijk nog
lang duren, indien althans niet een of ander
ernstig incident tusschen Duitschers en Tsjechen
tot een onverhoedsche explosie leidt. De kans
daarop stijgt, wanneer er geen einde komt aan
al die onzalige incidenten in de Duitsch-Tsje-
chische grensgebieden, die vooral door de Duit-
sche en Tsjechische pers worden opgeblazen en
de stemming over en weer steeds meer ver
bitteren ert tot oorlogszuchtigheid voeren. De
ingeboren haat tusschen beide volken, vooral
in de harten der Tsjechen, die eeuwen lang
door het Duitsche element werden overheerscht,
is buitengewoon gevaarlijk. Lord Runciman,
die tijdens het week-end in Moravië op de
hertenjacht was gegaan en heden zijn taak te
Praag weer opneemt, zal zijn handen vol heb
ben, om tot een aannemelijk resultaat te ko
men. Zijn werk verkeert voorloopig nog in Set
stadium van studeeren en onderzoeken, dan
komt het stadium van onderhandelen. Naar ver
luidt zou Runciman tusschen deze twee phasen
van zijn taak in naar Londen komen, om met
de regeering van Zijne Britsche Majesteit nader
overleg te plegen. Intusschen schijnt deze re
geering nog allerlei pogingen te doen, om rem-
menden invloed uit te oefenen op de Duitsche.
De Engelsche minister van Marine Duff Cooper
wijlde eenige dagen te Kiel. Of hij daar be
paalde besprekingen heeft gevoerd is niet be
kend geworden. Van meer belang was het be
zoek van Sir Hamilton te Mtinchen aan Ru-
dolf Hess en aan Adolf Hitler te Berchtesgaden.
Hij schijnt, na zijn conferentie, haa^t gehad
te hebben, om weer in Londen aanwezig te
zijn. En ook Duitschland bleek daar belang bij
te hebben. Want Sir Hamilton werd in het par
ticuliere vliegtuig van den Führer direct na
de conferentie naar de Engelsche hoofdstad
teruggebracht. Hij weigerde vóór zijn vertrek
inlichtingen aan de pers te verstrekken, wel
duidde hij in algemeene bewoordingen aan, den
indruk te hebben gekregen, dat Hitier een oor
log wenscht te vermijden, maar dat deze ech
ter van den anderen kant er niet aan denkt,
zich „tot in het oneindige te laten provocee-
ren". Dit provoceeren kan geen andere betrek
king hebben dan op de ongelukkige incidenten
in de Duitsch-Tsjechische grensgebieden en in
Sudeten-land en in Tsjecho-Slowakije zelf. Wil
men werkelijk over en weer ernstig den vrede,
dan móéten er middelen gevonden worden, om
een eind te maken aan deze dangereuse inci
denten.
Door het zenden van Lord Runciman
heeft de Engelsche regeering een bui
tengewoon groote verantwoordelijkheid
op zich genomen. Nu is de meening over de
„Zweckmassigkeit" der missie van Runciman
en over de resultaten van de politiek van
Chamberlain in 't algemeen zéér verdeeld. Dit
kwam op merkwaardige wijze tot uiting in
twee redevoeringen van vooraanstaande perso
nen, die tijdens het weekend zijn gehouden.
De minister van Pensioenen Ramsbotham
veerde het woord te Ulverton in Lancashire en
noemde in zijn rede de vooruitzichten voor
den vrede thans helderder dan vele maanden
het geval is geweest, hetwelk hij op de eerste
plaats toeschreef aan het „dappere en gedul
dige werk van Chamberlain, die volhoudt in
zijn politiek ondanks de batterijen van de op
positie, die voortdurend op hem worden ge
richt". En dan vervolgde de bewindsman: „De
wereld begint thans de vruchten te plukken
van Chamberlain's groote hoedanigheden. De
maatregelen, die hij in de afgeloopen lente
heeft genomen, hebben ons en de geheels
Westersche beschaving voor een vreeselijks
ramp gespaard. Mijns inziens heeft hij reeds
de grootste reputatie gevestigd, die ooit een
Britsch staatsman sinds de dagen van Pitt en
Disraeli heeft gehad, Ik ben er zeker van, dat
het geheele land heeft ingestemd met de mis
sie van lord Runciman. Het is mogelijk, dat
al onze pogingen cm den vrede te verzekeren
mislukken, maar wij nemen geenerlei risico,
want van dag tot dag wordt onze bewapening
sterker. Er zijn thans 560.000 ton oorlogsschepen
in aanbouw. Dit jaar komen zestig nieuwe oor
logsschepen in dienst. In Maart a.s. zullen wij
1750 eerste-linievliegtuigen hebben, tegen 1940:
3500,"
Deze panegyriek klinkt als een klok. De ver
gelijking met de reputatie van Chamberlain
met die van de groote Britsche staatslieden
Pitt en Disraeli is waarlijk niet mis! Lang niet
alle Engelschen deelen deze vleiende kwalifica
tie. Dit kwam tot uiting in een op denzelfden
tijd ongeveer gehouden redevoering van den
leider der liberale partij Milner Gray in het
Hydepark te Londen. Deze noemde den interna
tionalen toestand wanhopig. Sinds de nationa
le regeering aan het bewind is gekomen, is de
situatie steeds slechter geworden. Teen deze
regeering werd gevormd was er vrede, thans
wordt er gevochten in Azië, Afrika en Europa.
Toen was de Volkenbond krachtig, thans heeft
hij zijn prestige verloren. Toen hoopte de we
reld op ontwapening, thans is er een bewape
ningswedloop ontstaan. Toen verwachtte men
verlaging der handelsbarrières, thans ziet men
voortdurende verhooging daarvan. Toen kon
de regeering de Britten beschermen, die in het
buitenland werkten, nu is zij daartoe niet meer
in staat. De liberale leider besloot met de woor
den: het initiatief voor oorlog en vrede zal
spoedig kunnen overgaan in de handen van de
agressieve staten, die geleid worden door dic
tators en militairen, die den oorlog verheerlij
ken. Als het zoover komt, zal er oorlog ont
staan."
Het ligt niet aan ons, de juistheid van een
dezer beide diametraal tegenover elkander
staande meeningen te onderschrijven. Wel wil
len wij de hoop uitspreken, dat minister Rams
botham het bij het rechte eind heeft in zijn
lofrede op de politiek van Chamberlain, want
dan lijkt ons de kans op vrede méér gewaar
borgd te zijn. Dit neemt niet weg, dat er in
de redenaties van den liberalen leider zeer veel
waarheid schuilt,
Zondag werd te Maarssen onder begunstiging
van schitterend zomerweer het 10e sterfjaar
van Pastoor Ariëns op grootsche wijze her
dacht. Nooit tevoren waren hiervoor zoovelen
van heinde en ver samengestroomd. Behalve
vele vereenigingen, had ook een groot aantal
personen zich opgemaakt om individueel den
grooten doode piëteitsvol te herdenken.
De stralende Augustusmorgen had reeds vele
vreemdelingen vroeg naar Maarssen getrokken,
waar de stille straten nu vol drukte waren van
pelgrims, van alle kanten bijeengestroomd. Ve
len kwamen per fiets, andere met luxe-auto's of
autobussen. De regelingscommissie wees de bin
nenkomenden naar de kerk, de parkeergelegen
heid of fietsenbergplaats.
Om half elf begon in de Parochiekerk van
het H. Hart de plechtige Hoogmis. Onder klok
gebeier trad Mgr. Dr. J. Olav Smit de kerk
binnen. Monseigneur Smit werd bij de pontifi
cale Hoogmis geassisteerd door rector van den
Hengel als presbyter-assistens, door pastoor
Geertman uit Enschede als diaken en pater Na-
talis Ruys O.F.M. als sub-diaken, en prof. Dr.
Alfrink, als ceremonarius, terwijl de lagere
functies vervuld werden door theologanten van
het Groot-Seminarie te Rijsenburg.
Onder de aanwezigen merkten we o.a. op: den
heer J. Ariëns, uit Utrecht; den heer J. Ariëns,
broeder van pastoor Ariëns, en mevrouw Ariëns
Lissone, en zeer veel familieleden van den
grooten Ariëns. Voorts nog de leden van de
Jonge Wapht van Maarssen, Breukelen, Hilver
sum (St. Clemens), Utrecht (St. Joseph); de
Jonge Werkman uit Breukelen en de Werk
lieden Vereeniging uit Hilversum (St. Clemens).
Het Dr. Ariëns-koor van de H. Hartkerk te
Enschede voerde de zesstemmige „Missa Papae
Marcelli" van Palestrina uit, terwijl uit de vier
stemmige mis „Brevis" eveneens van Pa
lestrina het Gloria en de Agnus Dei werden
gezongen. De leiding was bij den heer H. Mo
lenaar, terwijl de heer F. A. Selle het orgel be
speelde. Het gemengde koor in zijn geheel voer
de de wisselende Gregoriaansche gezangen uit.
Na de plechtige Mis werd nog het „O, sacrum
convivium" vierstemmig uitgevoerd.
Onder de H. Mis hield Pater Borromaeus de
Greeve O.F.M. een gloedvolle predikatie.
„Het is 10 jaar geleden, aldus de gewijde spre
ker, dat dr. Ariëns overleed; de 10e plechtige
rouwdienst voor den overledene.
Maar waarom zijn wij eigenlijk gekomen? Wij
zijn gekomen vooreerst om te bidden voor zijn
zielerust.
Wij zijn gekomen om te manifesteeren onze
eenheid, hoogachting, liefde onveranderd, on
verminderd, trouw voor zijn persoon. Wij zijn
ten derde gekomen om ons zelf goed te doen,
om gesterkt te worden. Nooit kwamen wij in
aanraking met den nog levenden Dr. Ariëns,
zonder gesterkt en verbeterd van hem heen te
gaan.
Dr. Ariëns heeft zestig levensjaren van God
ontvangen. Na op 22-jarigen leeftijd tot priester
te zijn gewijd, werd hij vier jaar later als ka
pelaan naar Enschede gezonden. Hij was on
middellijk de vriend der menschen. Men kendo
den priester en zijn parochie, heel het land. Hij
was gekend bij priesters en leeken, katholieken
en niet-katholieken, professoren en ongeletter-
den, landgenooten en vreemdelingen, werkgevers
en werknemers, menschen van alle godsdien
stige en politieke richtingen.
En constant, onveranderd, algemeen was het
oordeel: Hij was een groot man! Hij was een
nobel mensch en een vroom christen; een heilig
priester; een edel man bij al zijn gestes.
Na deze algemeene aanduiding van dat prach
tig leven, dat vóór tien jaar op aarde werd af
gesloten, zijn wij werkend de nobele figuur in
zijn karakteristieke trekken te teekenen. Groot
voor de menschen is nog niet altijd groot voor
God. Niet alle beroemdheid is een waarborg
voor ware grootheid.
Dr. Ariëns was beroemd om al zijn geven en
werken, maar hij had vooral de ware grootheid,
den zielenadel, de heilighed. Hen was 'n heilig
priester, een goedvruchtig priester.
„Hij was de man van kinderlijk geloof, van
gebedsleven, van diepen levensernst; hij was de
priester met een teer geweten; hij bleef by al
zijn omstandigheden een ingetogen ziel," aldus
citeerde spreker Brom.
Het is nu de tijd niet om balans op te maken
van zijn werken voor de katholieke Drankbe
strijding in Nederlandnoch van de eer en
dc glorie, die hij daarmede behaald heeft voor
de Katholieke Kerk. Maar, wat deze kampioen
strijder tegen het alcoholisme dreef en be
woogwas de liefde.
Gestorven zijnde spreekt hij nog.
Alles is ijdelheid! Alleen wat eeuwig is, heeft
waarde! Van al wat de mensch deed, blijft niets
anders over dan dat wat hij deed voor God.
Heiligheid alleen is de ware grootheid. Dan
dringt zich de les op over de waarde van het
apostolaat der liefde. Maar een Dr. Ariëns was
de grootste liefdes-apologeet onder duizenden
apologeten.
Bij hem was het de apologie van de
daad.
„De waardeering van zijn persoon en leven
jage ons naar de waardeering van de waar
achtige grootheid van eigen leven," aldus be
ëindigde spreker zijn prachtige rede, waarnaar
met groote aandacht werd geluisterd.
Talloozen bezochten daarna de Dr. Ariëns-
Kapel op de begraafplaats aan den A'damschen
Straatweg. Van verschillende zijden, zoowel van
vereenigingen, als particulieren, werden vele
bloemstukken op het graf gelegd, o.a. van den
R. K. Vrouwenbond in het Aartsbisdom.
Er was voorts gelegenheid tot het teekerien
van een pelgrimsregister, waarvan een druk ge
bruik werd gemaakt. Het bezoek was in dit
het 10e sterfjaar buitengewoon groot.
Deze dag heeft ongetwijfeld de vereering van
Ariëns in de harten van ons volk verlevendigd
en verdiept en ons zoo wellicht nader gebracht
tot de vervulling van veler wensch: de zalig
verklaring van een waarlijk heilig priester.
supreme moment kreeg hy de signatuur, dus
goedkeuring van zijn hooge overheid.
Pater Perquin was een apostel, een prediker
van heel bijzonderen aard. Hij had alle eigen
schappen, welke vereischt zijn voor een apostel;
hij* had een scherpen blik; een helder verstand,
een propagandistischen ijver, een ontembaren
moed, een optimistisch humeur, waardoor hij
nooit gebukt ging onder de moeilijkheden Hij
was een geboren leider, een goed soldaat van
Christus, die in zeker opzicht generalissimus is
geworden; hij was een bijbelsche figuur die
met de eene hand opbouwde en met de andere
hand het zwaard voerde om zijn bouwwerk te
beschermen tegen allen die net wilden aan
vallen.
Pater Perquin trad de laatste tien jaren van
zijn leven meer naar buiten op, hij was toen
meer bekend geworden, maar daarvoor reeds
had hij gewerkt in de groote steden, waar hij
de voorbereiding voor zijn wereldapostolaat on
derging. In het parochiewerk werd hij opgeleid
voor dit apostolaat.
En ook daar toonde hij reeds de eigenschap
pen, welke hem later zulk een markante plaats
zouden geven. Hij werkte voor de verbreiding-
van de katholieke pers, hij trok daarvoor het
gansche land door om propaganda te maken.
Eerst werkte hij te Rotterdam, later werd hij
overgeplaatst naar het hart van het land, naar
Amsterdam, waar hij pastoor werd in de Do
minicuskerk aan de Spuistraat. Hij aanvaardde
deze taak met religieuze en priesterlijke ge
hoorzaamheid, hoewel de parochie niet haar
beste jaren tegemoet ging. Maar Pastoor Perquin
was de aangewezen man om het parochieleven
te organiseeren en aan te passen aan het mo
derne leven. Hij trok allen naar zijn kerk, ook
de niet-katholieken, die hij wist te boeien door
zijn welsprekend woord. Hij wist met groot in
zicht en voortvarendheid gebruiken op te rui
men, die weliswaar verantwoord waren, maar
die niet meer pasten in het moderne leven. Hij
werd daarom vaak 'n afbreker, een beeldenstor
mer genoemd, doch hij brak alleen af om beter
te kunnen opbouwen. De kritiek trok hem
nooit uit den koers, want hij was strijdbaar
en stoer.
Hier ook heeft hij gewerkt aan de uitbreiding
van De Bazuin, hij heeft het geluid doen zwel
len over heel Amsterdam en heel Nederland.
Dat alles ook was voorbereiding voor zijn radio
werk, want deze radio is een klaroen, een ba
zuin, die klinkt tot in de verste uithoeken van
de aarde. De radio is een heerlijk geschenk door
den Schepper aan de menschheid gegeven. Het
kan een propagandamiddel zijn voor de Kerk,
maar het kan ook een middel zijn om kiemen
uit te zaaien, die verderf brengen. Waakzaam
heid en weerbaarheid waren de eigenschappen
van pater Perquin, die daardoor het belang van
de radio heeft begrepen. Hij werd van parochie
pastoor tot radiopastoor.
Hij wordt daarom nu geëerd, maar in
het begin was spot en hoon zijn deel. Een
pastoor moet daar immers afblijven; die
hoort in den biechtstoel thuis. Hij mocht
immers geen sectarisme in den aether
brengen. Welk een beperkt begrip van
apostolaat, waar pater Perquin zich ge
lukkig niets van aantrok. Langzaam ging
hij verder.
In 1926 werd voor de eerste maal de H. Mis
uitgezonden uit de St. Dominicuskerk, waar
over hij veel kritiek moest hooren. Maar de
bisschop van Haarlem en zijn eigen overheid
hielden hem de hand boven het hoofd. De ra
dio groeide, pater Perquin bouwde voort; hij
werd meer dan pastoor van een parochie, hij
werd van beteekenis voor de geheele we
reldmissie. Hij hief de missionarissen op uit
hun eenzaamheid, en spr. noemde het verheu
gend, dat hier bij dezen uitvaartdienst zoo
veel vertegenwoordigers van de missie aanwe
zig waren.
Het levenswerk van pater Perquin is be
loond door de opening van de nieuwe stu
dio, die de kroon zette op zijn apostolaat.
Hy kon nu zijn Nunc dlmittis zeggen,
Nu legden wij een man ter ruste,
Die 't steeds beschouwd heeft
als een eer
Ook op modernste wijs te dienen
Zijn ideaal van Predikheer.
Hij heeft gepredikt en geleer aard,
Hij was Apostel van het woord,
Wij danken hem dat in den aether
De Katholiek ook wordt gehoord.
Want op een leeftijd, dat een ander
Welhaast aan rusten denken gaat.
Riep hij de stichting in het leven,
Die nu reeds krachtig voor ons
staat.
Hij ivas een radio-apostel,
Een Predikheer, in waren zin;
Juist op den feestdag van zijn
Vader
Ging hij de eeuw'ge glorie in.
Nu bidden wij dan: rust in vrede,
Maar ook zijn wij aan hem
verplicht
Te steunen en in stand te houden
Het werk, dat hij heeft opgericht.
HERMAN KRAMER
want zijn oogen hadden het heil gezien;
het heil van God, het heil der zielen. Het
nieuwe gebouw te Hilversum is de schoon
ste bijdrage van een priester aan het
apostolaat der Kerk.
Nu dit leven is voltooid, danken we God,
dat we Perquin hebben gehad voor dit groote
werk. Hierin is Nederland voorgegaan en we
danken dit aan pater Perquin. Hij haalde de
kracht hiervoor uit zijn diep-mannelyk geloof.
Hij heeft ook den dank verdiend van de orde
der Dominicanen. Nooit stelde hij zyn Domini-
caansche karakter zoodanig op den voorgrond,
dat het anderen irriteerde. Wij moeten ook de
orde dankbaar zijn, dat zij pater Perquin heeft
willen afstaan voor dit radio-apostolaat.
Zijn .stoffelijk overschot zal in de aarde wach
ten op den jongsten dag, waarop God zijn ver
heerlijkt lichaam zal oproepen om te deelen in
de eeuwige belooning.
Na deze lijkrede verrichtte pater provinciaal
B. Schaab O.P. de absoute met dezelfde assis
tentie als bij de H. Mis.
Naar we vernemen, heeft pater F. X. Duyn
stee O.E.S.A. Zondag tijdens een bezoek aan
de Limburgsche sociale studieweek te Rolduc
een attaque van beroerte gekregen. De patiënt
is direct overgebracht naar het St. Joseph Zie
kenhuis te Heerlen.
Pater Duynstee zal voorloopig rust moeten
houden. Zijn toestand is thans redehjk wel.
Zooals bekend, zal deze ijverige Augustijn
Maandag 15 Augustus zijn veertigjarig pries
terfeest herdenken.