MILITAIRE OEFENINGEN
HET CONGRES DER INTERPARLEMENTAIRE UNIE.
Schaakrubriek
m Bi
Damrubriek
D
Zoekt gij betrouwbaar FOTOREPORTAGE
I Plaats dan een „Omroeper" I
1 voor 80.000 gezinnen
m
m
m m jjjgjgj
DINSDAG 23 AUGUSTUS 1938
m
wm
'ww m
auuiiiiiiiininnimmmiiiiiimiuiniiiuiiuiiuiiimiiijiiiiiuiiiiiiiiuuiiiiiiimiiiiniiHiiHmnmiiniiiimnnmiil
£ni!!i!!niii!ii!i!i!i[i!ii!i!i!!!iiiiiii!iMiiim!iiniiiiiniiiiii!i!ni[iii!!iiiii!iii!iiniiii!iM!i!i!iiii!iiiniimiiimnmrrrr^
M
lllfew» ïr 4
PP1 w
i WM
Wm w
mwm. vsm.
iWË WW, WW,
w, WW, ww Wm
8* 'X
In hinderlaag. Manschappen der
grensbataljons, die alvorens .af te
zwaaien" in de omgeving van Roosen
daal oefeningen houden, gereed, om
het vuur op den .vijand" te openen
De houten schutting voor den hoofd
ingang van het paleis op den Dam te
Amsterdam is eenige meters verplaatst,
om den stratenmakers gelegenheid te
geven de bestrating vóór het paleis te
vernieuwen
In tegenwoordigheid van minister-president dr. H. Colijn is Maandag in de Ridder
zaal te Den Haag de 34ste conferentie van de Interparlementaire Unie officieel
geopend. Een overzicht tijdens de openingszitting
Adolf Hitler bij de Duitsche
legermanoeuvres in Gross
Born
Op weg naar de gevechtslinie tijdens de driedaagsche oefeningen der grensbataljons in samen
werking met twee peletons pantserwagens in de omgeving van Roosendaal
De deelnemers aan de interparlementaire conferentie zijn Maandagavond namens de Nederlandsche regeering officieel
in het Rijksmuseum te Amsterdam ontvangen. De begroeting der gasten. V.r.n.l. de ministers H. van Boeyen, mr.
dr. ir. J. A. M. van Buuren en mr. J. A. N. Patijn
Alle correspondentie betreffende deze rubriek
gelieve men te zenden aan Jos. Duvergé, Bin
nen Brouwersstraat 40, Amsterdam C.
DRIEMAAND ELIJKSCHE WEDSTRIJD IN
HET OPLOSSEN VAN SCHAAKPROBLEMEN
Probleem no. 245
J. A. W. Swane, Oisterwijk
Eerste publicatie
ab ed el g b
Wit geeft mat in twee zetten.
Probleem no. 246
A. H. Overdam "en J. P. Wever, Haarlem
Eerste" publicatie
Van het bijwerk verdient de zwarte blokkee
ring 1Pe5; 2. Pe8 mat, zeker vermelding.
Van no. 240 (G. H. Drese, Slochteren, Com
positie-wedstrijd Vlaanderen-Nederland 1933
1934. Volgens het juryrapport van den heer
Tuxen was dit probleem de beste individueele
prestatie van den wedstrijd).
Het Nederlandsche thema stelde de volgende
zware eischen: In den diagramstand moet een
zwarte, wederkeerige raadsheer-kasteel-interfe
rentie gereed liggen, en wel zóó, dat wit na de
betreffende zetten van zwart mat kan zetten.
Door den sleutelzet moet deze interferentie
vervangen worden door een zwarte, wederkee
rige interferentie van pionraadsheer.
Het is den heer Drese gelukt de verlangde
interferentie dubbel in no. 240 te creëeren,
waarvoor hij groote moeilijkheden moest over
winnen.
1. Rc3 dreigt 2. De5 mat.
Hier volgen de thematische varianten:
1d6; 2. Td6 mat
Rd6; 2. Da8 mat
f6; 2. Dh4 mat
Rf6; 2. Dh7 mat
Meesterwerk!
Voor no. 239 faalt 1. Dd7 op Ke5. De konin
gin kan nu niet mat zetten op e7, omdat dan
de witte koning schaak kwam te staan.
Voor no. 240 wordt 1. Dh5 weerlegd door R
of pion f6; 1. Rb2 door Rd6! en 1. Txb4 door
Rxb4.
Oplossingen van no. 239 en 240 ontvingen wij
van de volgende heeren; G. van Egmond, Lis-
se; J. P. Coppens, Amsterdam; D. de Jong,
Bussum; A. Kluijskens, Amsterdam; A. H.
Overdam, Haarlem; H. J. de Boer, Wormerveer;
H. F. Pluitman, Enkhuizen; H. Hilhorst en K.
Morren, Seminarie, Apeldoorn; C. Ruëdisuëli,
Santpoort; Th. S. Ruyter, Amsterdam; F. Bre-
mann, IJselstein; J. P. Delpeut, Vianen; R.
Wesseling, Monnikendam; W. J. Depla, Kort-
rijk, België; D. Janse, Bloemendaal; J. Röve-
kamp, Amsterdam; A. Trompetter, Ter Apel.
Buiten mededinging: J. C. Nobels, Baarn.
Van. no. 239: C. W. Kooy, Hoorn; N. v. Thie-
nen, Amsterdam; G. J. Huls, Bilthoven; Buiten
mededinging: J. B. Renckens, Amsterdam.
Correspondentie
P. A. B. te B. Het eerste probleem vinden
wij niet geschikt voor de rubriek. Geen enkele
variant gaat boven het heel-gewone partijspel
uit. Het andere probleem zullen wij binnenkort
plaatsen. - -
D. J. te B. Wij wenschen u geluk met her
stel en noteerden u gaarne weer als oplosser.
Eindspel no. 12
(Buiten den wedstrijd)
Wit geeft mat in twee zetten.
Oplossingen gelieve men binnen 14 dagen in
te zenden.
OPLOSSINGEN
Van no. 239 (A. F. C. v. d. Linden, Zeist, eer.
ste publicatie). 1. Dg6 dreigt 2. Pd7 mat. De
sleutelzet geeft den zwarten koning twee vlucht-
velden en stelt den witten koning aan dubbel
schaakgevaar bloot. Waarvan twee cross-checks
het gevolg zijn:
1Ke5t; 2. Pd7 mat (zwarte zelfpenning).
Kc6t; 2. Fe4 mat.
abedefgh
Wit begint en wint.
Een kort verloop met een verrassend slot!
Binnen 14 dagen ontvangen wü gaarne de
aardige oplossing.
„Uit mijn beste schaakpartijen"
van Dr. Aljechin
Siciliaansche verdediging
Gespeeld te Berlijn, Februari 1923
Wit: Dr. Aljechin Zwart: F. Samisch
1. e2e4, c7—c5; 2. Pgl—f3, Pb8—c6; 3.
Rfle2. (De tekstzet beoogt eerst te rocheeren,
alvorens tot eenige actie in het centrum over
te gaan). 3. ....ele6; 4. 00, d7d6. (Na
4d7d5; 5. e4xd5, e6xd5; 6. d2—d4 zou
de zwarte d-pion geïsoleerd en dus zwak zijn).
5. d2d4, c5xd4; 6. Pf3xd4, Pg8—f6; 7. Re2—
f3! (Wit houdt den plausibelen zet 7. Pblc3
nog achter, om eerst c2c4 te spelen en zoo
doende den tegenaanval van zwart op de c-lijn
te bemoeilijken). 7Pc6e5. (Jaagt 't voor
deel der beide raadsheeren na, dat echter in
deze stelling illusoir is. Bovendien beteekent de
ze manoeuvre kostbaar tijdverlies. Beter was
daarom Rf8e7, gevolgd door 00, Rc8d7).
8. c2c4Pe5xf3t 9. Ddlxf3, Rf8—e7; 10. Pbl—
c3, 0—0; 11. b2—b3, Pf6—d7; 12. Rel—b2, Re7—
f6; 13. Taldl, a7a6. (Pareert de dreiging 14.
Pc3b5; maar de zwarte d-pion is blijvend ver
zwakt). 14. Df3g3, Dd8—c7; 15. Kgl—hl. (De
noodzakelijke voorbereiding van de combinatie,
welke met den opmarsch van den f-pion aan
vangt). 15Tf8d816. f2—f4, b7—b6; 17.
f4f5! (Het overwicht in positie van wit en
zijn aanvalskansen zijn reeds zoo groot, dat het
overlaten van het veld e5 aan zwart geen stra
tegische bezwaren meer heeft. Bovendien blijkt
de tekstzet, indien zwart hem op voor de hand
liggende wijze beantwoordt, het" voorspel van
een mooie slotcombinatie te zijn). 17Rf6
e5. (Ook andere zetten kunnen het zwarte spel
niet meer redden). Zie diagram.
Stand na den 17en zet van zwart:
KW,
18. f5xe6! Indien zwart niet door 18Pd7
f6 zonder eenige compensatie een pion wil
verliezen, moet hij het koninginneoffer wel aan
vaarden). 18Re5xg3. (Indien 18f7xe6
dan 19. Pd4xe6 enz.) 19. e6xf7f Kg8—h8. (Ge
dwongen). 20. Pc3d5ü De pointe van het of-
Jer!
Minder sterk was 20. Pd4e6 wégens 20.
....Dc6b8! 21. Pc3d5, Rg3e5 en zwart kan
zich verdedigen, terwijl hij na den tekstzetver
loren is.
In alle varianten blijkt de pion f7 sterker te
zijn dan de zwarte koningin.
Van de uitvoerige analyse van Aljechin heb
ben wij het essentieele weergegeven.
Onder leiding van den Ned. R. K. Dambond
PROBLEMEN
In verband met hetgeen wij schreven in de
rubriek van 2 Augustus j.l. betreffende z.g.n.
„levende damproblemen" en de van vele oplos
sers ontvangen instemming, deelen wij 1 thans
mede, dat de volgende oplosserswedstrijd in
drie klassen gesplitst zal worden. Naast de twee
klassen uitsluitend problemen zullen we dan
een klas openstellen voor analyse-vraagstukken,
partij-combinaties e.d.
Op deze wijze wordt er ook tegemoet geko
men aan verzoeken van enkele oplossers, die
meenden, dat combineeren van analyse-vraag
stukken met problemen den sterkeren partij
spelers een voorsprong zou bezorgen. Sommi
gen begrepen een en ander niet goed, daarom
dat wij ditmaal als voorbeeld een niet moeilijk
vraagstuk in dit genre aanbieden.
Klas A.
Probleem no. 28
Stand na den llen zet van zwart:
Zwart 17 stukken op: 1 2 3 5 6 8 9 11 12 13
15 16 18 19 20 24 25.
Wit 17 'stukken óp: 29 33—41 4349.
Bovenstaande stand kwam voor in de partij
rio. 9 v. KempenScholtes, opgenomen in de
rubriek van 9 Augustus. Er werd als volgt ge
speeld:
12. 47—42 1—7; 13. 37—32 11—17; 14. 41—37
17—21; 15. 46—41 21—26; 16. 32—28 18—22;
17. 28x17 12x21; 18. 36—31 7—12; 19. 31—27
21x32; 20. 37x28 16—21; 21. 41—36 5—10 enz.
In dit partijgedeelte werd door één van de
spelers verzuimd om schijfwinst te behalen.
Voor ditmaal vértellen wij er bij dat „zwart'
het verzuimde en de schijfwinst verkregen kan
worden door een vrij eenvoudig slagzetje.
De vraag luidt nu: Waar en hoe kon de
schijfwinst behaald worden?
e nederigste arbeid wordt van
eeuwige waarde, mits hij met zuivere
intentie wordt verricht.
Probleem no. 29
Klas B. Auteur A. Roos, Alkmaar.
Eerste publicatie
Stand:
Zwart 10 stukken op: 5 6 11 12 13 15 21
22 26 27.
Wit 10 stukken op: 14 25 32 33 34 37 38 39
42 45.
Voor dit vraagstuk luidt de opgave: Wit
speelt en wint!
De eindspelzetten moeten van dit probleem
tevens worden aangegeven.
Oplossingen worden gaarne ingewacht tot
uiterlijk 10 September.
Correspondentie
M. H. te A. Het is een vraagstuk gelijk de
andere. Het vermelden van het systeem wil
zeggen, dat het probleem gebouwd is op een
motief of volgens een systeèm (slagwending),
hetwelk reeds door een ander gebruikt is.
T. C. te O. en H. W. de M. te H. De stand
was correct en het vraagstuk is oplosbaar.
J. W. K. te A. Hartelijk dank voor gezonden
problemen, indien geschikt, volgt t. z. t. plaat
sing.
Alle correspondentie enz. te adresseeren:
Damrubriek V. K. P., N.-Z. Voorburgwal 65-73,
Amsterdam C.
Partij no. 10
Onderstaande partij kwam voor in de wed
strijden om het clubkampioenschap en is ge
speeld te Heemstede op 12 Juni 1938 tusschen
de heeren J. J. Warmerdam met wit en N.
Jong met zwart.
Moderne opening
1 32—28 18—23
2 33—29 23.X 32
3 37x28 20—25? Beter is 19—24.
4 41—37 14—20
5 28—23 19x28
6 29—24 20 x 29
7 34x32
Thans komt tot uiting waarom zwarts 3en
zet niet de beste is, n.l. zwart heeft nu het na
deel van een randschijf.
7 12—18
8 32—28 7—12
9 39—33 10—14
10 44—39 1— 7
11 50—44 14—19
12 40—34 4—10 Meer in de lijn van het
spel ligt 510 om 4 voorloopig te handhaven.
13 34—30 Wit reageert onmiddellijk
op den minder sterken zet van zwart en gaat
nu trachten er een flankspel van te maken.
Aangezien 4 open is, hetgeen een zwakte in
de verdediging tegen flankspel beteekent, heeft
wit wel kans van slagen. Wit zal echter moe
ten zorgen, dat hij dan de stukken 31 en 38
gunstig kan afruilen.
13
14 39x30
15 44—39
16 37—32
25x34
17—21
10—14
21—26
Zwart speelt precies in
wits plan, hoewel ook 1823 niet goed is en
andere zetten ook bezwaren hebben.
17 49—44
18 32 X 41
sterker.
19 28 x 17
20 36—31
21 31—26
22 41—37
23 37—32
26x37
18—22?
11x22
12—18
5—10
19—23
Thans was 1823 veel
Bereidt 3227 voor waar
door dus ook het tweede lastige stuk opge
ruimd is, zie opm. 13en zet. De laatste 4 zetten
van wit waren uitsluitend op dit doel gericht.
Zwart kan nu weliswaar zeer goed 2227 enz.
spelen, doch zal tenslotte zelf dan het stuk op
26 wel moeten ruilen, waardoor dus wit toch
zijn doel bereikt.
23 7—11
24 32—27! 22x31
25 26 X 37 16—21
26 37—32 21—27
27 32 X 21 23—28
28 33 X 22 18 X 16
Als zwart gemeend heeft met dezen afruil
zijn stand te verbeteren op wits aanval afbreuk
te doen dan heeft hij zich vergist. Wij had
den dezen afruil liever achterwege gelaten en
den invloed welken zwart nog op het centrum
bezat, gehandhaafd. Thans zal zwart zich bij
goed spel van wit definitief op verdedigen
moeten toeleggen.
29 39—33 14—19
30 45—40 2— 7
31 46—41 7—12
32 41—37 12—18
33 37—32 10—14
34 43—39 16—21
35 3329 3024 kwam meer in aan
merking. Nu kan zwart goed met 19—23 vervol
gen, waarna wit meer moeilijkheden met dett
verderen aanval zal ondervinden.
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44.
39—33
29—24
44—39
30—25
25x34!
34—30
32—28!
28—23!
33x24
11—16
21—26
16—21
6—11
19x30
11—16
8—12
12—17
18x29
17—22
Wits laatste zetten waren zeer sterk
45 39—33 21—27
46 30—25 13—18
47 35—30 9—13
48 40—35 13—19
49 24x13 18 X 9
50 3024 2631? Zooals spoedig zal blij
ken was hier 27—31 beter.
51 24—20! 15x24
52 33—28 22x33
53 38x20 16—21 Had zwart bij den 50sten
zet 27—31 gespeeld, dan was nu 31—37 mogelijk
geweest, met grootere remisekans dan nu het
geval is.
54 4237?? Nu faalt wit onbegrijpe
lijk. Door 35—30 21—26 30—24 31—36 42—37
enz. had wit gewonnen spel. Nu is remise niet
meer te beletten.
48x37
20—15
37—32
35—30
30—24
31x42
21—26
27—31
31—36
26—31
14-20
Remise.