De Mammon
HET EINDE DER 40-URENWEEK
p
ZONDAG 28 AUGUSTUS 1938
VAN WEEK TOT WEEK
ZELDZAME INDISCHE
BRUIDSSARONG
Fraai geschenk voor het Haagsche
Gemeentemuseum
De graanpolitiek van
de regeering
Onderzoek naar eventueele schade
voor den handel
NED.-IND. SPOORWEG MIJ.
Zaterdag bestond zij 75 jaar
ZELF BESTUURDERS BIJ
DE KONINGIN
JEAN BATTEN NAAR
NEDERLAND
Hedenmiddag komt zij aan
HARING-INVOER IN BELGIË
Licentieering voorloopig bedoeld
als statistische controle
OPGEWONDEN SCHULD-
EISCHER
Zij waren gekleed in hun kleurige
statiecostuums
DE HANDEL TE WATER
Wijziging van het politiereglement
voor rivieren en rijkskanalen
ZIEKTE VAN WEIL
Het regeeringsjubileum
Sluiting van de beurs van
koophandel
P.T.T.-dienst op 31 Augustus
en 6 September
Gedenkteeken te Apeldoorn
De gemeentevlaggen
TOELATING IN INDIË
Bepaalden vreemdelingen kan
ontscheping geweigerd
worden
UIT DE STAATSCOURANT
Notariaat
Rechterlijke macht
W ater schout-plaatsvervanger
Deurwaarder
W ater schappen
Wat leeft er onder de menschen? De
dagblad-redacteur zou deze vraag mak
kelijk kunnen beantwoorden, als de
schrijvers van dreigbrieven, protesten, inge
zonden stukken en betuigingen van bijval
werkelijk alles vertegenwoordigden, dat de aan
dacht van de menschen in beslag neemt. Maar
dat doen zij niet. Zij vormen, zonder elkander
te kennen of eikaars bestaan te vermoeden, een
betrekkelijk gelijk-geaard groepje van het pu
bliek. Te besluiten, dat de dingen,' waarover zij
zich druk maken, werkelijk de dingen zijn, die
het volk geestelijk bezig houden, lijkt ons des
wege ongeoorloofd. Maar wanneer in alle brie
ven, die men op een redactie-bureau onder het
oog krijgt, op een of andere wijze hetzelfde
vraagstuk telkens opnieuw aan de orde wordt
gesteld, wanneer er zeer verschillende oor-
deelen ongevraagd over worden gegeven
door velen, wanneer er allerhande, ook de meest
fantastische oplossingen worden voorgesteld en
onuitvoerbare plannen worden beraamd, dan
kan men toch zeker met eenig recht besluiten,
dat dit vraagstuk zich aan velen voordoet. Wel
nu: blijkens de veelvuldigheid, waarmede de
briefschrijvers het behandelen en blijkens den
toon, waarop zij het bespreken, is onder heden-
daagsche katholieken het vraagstuk van het
mammonisme een nijpend vraagstuk.
Ziehier in het kort, hoe de meesten zich dit
vraagstuk voorstellen
Wij leven tegenwoordig onder de heerschappij
van het mammonisme. Ook de katholieke be
volking heeft zich aan die heerschappij niet
onttrokken. Zij wordt er geestelijk door ter
neer gedrukt. Maar het is buitengewoon moei
lijk, deze tyrannie af te werpen, want de mam
mon, die de wereld regeert, beschikt over alle
machtsmiddelen. Hetgeen de religieuze mensch
hiertegenover kan inbrengen, wordt niet ernstig
opgevat. Toch kan er nooit een christelijke
maatschappij ontstaan, zoolang de heerschap
pij van den mammon niet vernietigd is. Wij
moeten dus gezamenlijk iets doen, om deze
tyrannie te breken! Wat moeten wij doen?
Hierover zijn de verschillende briefschrijvers
het heelemaal niet eens. Sommigen meenen
dat een staatkundige omwenteling in het Rijk
der Nederlanden 't begin en 't einde van alles
zou zijn.
Als de hedendaagsche regeering maar af
trad, dan was het heil verzekerd. Tegen die
regeering gaan al hun bezwaren, Zy noemt zich
wel christelijk, maar ze is het heelemaal niet.
Zij trekt zich het lot van de werkloozen niet
voldoende aan. Haar leden zün biy met hun
baantje. Dit staat voor sommige menschen z»o
vast als een paal boven water. De twyfel of een
minister in den tegenwoordigen tijd zijn ver-
antwoordelykheid niet zou kunnen voelen als
'n zeer zware last, waaronder hij persoonlijk ge
bukt gaat, komt by menigeen niet op. De mi
nister vindt het alleen maar leuk, minister te
zijn. Hy vindt het nooit eens onaangenaam,
of gevaarlijk. Toch staat het vast, dat juist de
hooggeplaatste vertegenwoordigers van het
staatkundig stelsel het meest te lijden zouden
hebben, indien er eens werkelijk een staats
omwenteling kwam. Men heeft dat in Rusland,
in Duitschland en onlangs nog in Oostenrijk
neel duidelijk kunnen waarnemen. Iemand, die
ook maar als vage mogelijkheid het lot van
een Dollfuss of Schuschnigg in het verschiet
ziet en die toch nauwgezet datgene doet, wat
hy in de gegeven omstandigheden zijn plicht
acht, verdient meer eerbied dan iemand, die
niets te verliezen, doch alles te winnen heeft
en die om deze reden propaganda maakt voor
een roekelooze staatsomwenteling. Denken de
verbreiders van de oppervlakkige meening, als
zou de maatschappij met een Nederlandsche
revolutie gediend zijn, hier ook wel eens aan?
Doch deze meening is weinig algemeen. Ze
vindt haar verdedigers in de opstellers van
meestal anonieme brieven, waarin veel
scheldwoorden voorkomen en weinig zakelijks.
De gedachtengang van de schrijvers is gewoon
lijk in nauwkeurige overeenstemming met den
inhoud van partijbladen, die het volk ophitsen;
de styl is de machtelooze schimp- en scheidstijl
van lieden, die zich altijd verongelijkt achten.
In elke gemeenschap zijn zulke menschen. Hun
Ontevredenheid is meer een ziekte dan een wel
overwogen houding.
Behalve deze gemakkelijke revolutionnairen,
die de werkelijke vraagstukken niet zien, doch
die altijd klaar staan met de meening: „alles
moet anders worden", zijn er echter degenen,
wien het christelyke leven diep ter harte gaat
en die waarlijk bedroefd worden by de waar
neming van de tegenwoordige wereld. VOor hen
is het mammonisme de groote kwelduivel van
de huidige menschheid. Zij vereenzelvigen deze
kwaal niet met eenigen staatsvorm, doch zy
beweren: „wij moeten by ons zelf beginnen".
Mammonisme is niet per se hetzelfde als
grootbezit. Mammonisme is de geest van ge
hechtheid aan aardsch bezit. Het is meer een
mentaliteit dan een stelsel. Het is inderdaad
een verderfelijke mentaliteit. Niet de een of
andere minister, niet de een of andere rijkaard,
maar ieder mensch wordt er door bedreigd. De
geestelijke levensbeweging van elke ziel wordt
geremd en tenslotte stil gelegd, wanneer de
mammon die ziel in haar macht krijgt, of dit
nu geschiedt door gehechtheid aan werkelijk
bezit, dat men Heeft en wil behouden, of door
begeerte naar bezit, dat men anderen benijdt.
Het is juist de fout van materialistische en na
turalistische stelsels, het mammonisme of
zooals zy dan ook zeggen* het Kapitalisme
alléén daar te zoeken, waar werkelyk grootbezit
aanwezig is. Ook iemand zonder kapitaal kan
een verstokt mammonist zyn. Het mammonisme
berust eigenlijk hierop, dat men het aardsch
bezit tot de norm der dingen maakt en des
wege de geestelijke goederen veronachtzaamt
of onderschat.
Heel kort schrijft ons een briefschrijver, die
de beschuldiging van ontevredenheid van de
hand wijst:
„In het maatschappelijk bestel kan en moet
de overheersching van den mammon geheel uit
gebannen worden."
Het moet. Maar kan het ook? Deze inzender
is geen pessimist. En hij heeft gelijk. Ook de
Paus; die Quadragesimo Anno schreef waar
in het mammonisme radicaal wordt veroor
deeld toonde zich geen pessimist! Het kan
inderdaad. Maar wat is er voor noodig? Het
zaaien van ontevredenheid is zeker niet het af
doende middel. Verscheidene schrijvers doen
andere middelen aan de hand, waaronder soms
middelen, die zeker op verzet zullen stuiten,
al is er toch wel iets voor te zeggen, en al zou
den ze in de toekomst van waarde kunnen
blijken. Zoo wijst, een briefschrijver op het on
derscheid van bezittenden en bezitloozen in het
kerkgebouw. Hij vindt tegenover God dit on
derscheid weinig doelmatig en weinig waardig.
Niet zonder ironie beeweert hij;
„Een troost voor ons is 't intusschen, dat de
kerk er nbg geen verschillende soorten commu
niebanken op na houdt, noch bij de toediening
van de andere H.H. Sacramenten afzonderlijke
formules heeft voor arm en rijk! Wij zyn het
allemaal eens (lees anders de Encyclieken van
onzen Paus maar eens na!) over den satanischen
invloed van den mammon op onze samenleving.
En voor onszelf en voor de maatschappij zullen
wij den strijd tegen den mammon moeten aan
binden. Waar zullen wij den aanval beter kun
nen beginnen dan bij ons zelf? Waar zullen wij
beter aan de wereld kunnen toonen, dat de
geest voor ons grooter is dan het geld, dan in
ons eigen leven? Waar kunnen wij beter de-
monstreeren, dat in het katholieke geloofsleven
de rijke niet beter is dan dc arme, de arme
niet minder dan de rijke, dan in het kerkge
bouw? Maar is het practisch mogelijk? zal
menigeen vragen. Ik stel mij voor, dat een
pastoor, die de menschen „warm" zou maken
voor deze gedachte, haar ook zou kunnen ver
werkelijken, indien hij het plaatsengeld liet
vervangen door een bijdrage naar vermogen, en
in de kerk de voorste bank liet innemen door
de eerstkomenden, en zoo van voor naar achter,
naar gelang de parochianen binnenkomen.
Als dit plan te fantastisch lijkt, zou het dan
niet eens ergens één maand geprobeerd kun
nen worden, „a la H. de Greeve?"
Natuurlijk zal dit eene middel niet de vol
slagen eindzegepraal van den christelijken geest
over de mammonistische maatschappy bewer
ken en ook zal het in de practijk wel op meer
bezwaren stuiten dan de briefschrijver zich
voorstelt, maar hier wordt tenminste een voor
stel gedaan, dat in overeenstemming met
's Pausen veroordeeling van het mammonisme
uitnoodigt tot overweging. Men kan de waarde
ervan hooger of lager schatten-, wy voor ons
gelooven, dat zulk een breuk met een nu een
maal algemeen aanvaarde conventie haar betee-
kenis als demonstratieve daad zeker niet zou
missen.
Er zijn meer, en radicaler voorstellen, waarbij
zelfs het herstel van de levenswijze der eerste
christenen, zooals die in de Handelingen der
Apostelen wordt geschetst, door de Katholieke
Actie zou moeten worden bevorderd, parochie
aan parochie. In verscheidene dier voorstellen
is de eerbied voor andermans bezit niet groot.
Men bedenke, dat een kerkelijke onteigening
van goederen iets onrechtvaardigs zou zijn en
dat slechts de vrijwillige strijd tegen de ge
hechtheid aan bezit den mensch kan verlossen
van de mammonistische mentaliteit.
Tenslotte zyn er inzenders, die aan de redac
tie van de krant laten weten, dat zy voorstan
ders van het mammonisme zijn. Meestal schry-
ven zij er by; „maar dit durft u niet bekend
te maken." „Hierop durft u niet te wijzen" enz.
Wat wij niet „durven" zeggen is b.v. het vol
gende (de schrijf- en stelfouten zijn van den
geachten inzender, die zijn naam niet noemt).
„Waar staat geschreven en hoe wilt U het
rechtvaardigen, dat naast voeding, behuizing en
kleeding de menschen ook nog iedere week
Eioscoop, Autotochtjes, Kaart, Kegel en andere
avondjes moet hebben. De Vrouwen de theepot
en de snoepdoos niet kunnen loslaten, geen
kinderen willen hebben en aan kleeding zoo
veel spendeeren, als het geheele gezin ook voor
eten en drinken noodig heeft. Waarom moet de
ongetrouwde zoon of dochter een leven lijden,
als waren allen rijke menschen, die in over
vloed prassen. Zeg hun dat eens, daar bent U
niet voor te vinden.
Toegegeven nu, dat het wel moeilijk is, om
tegenwoordig wat te verdienen, d.w.z. voor zoo
ver het een zelfstandig neringdoender is, maar
de overige menschen hebben toch allemaal een
vaste betrekking.
Zy rentenieren en doen niets en krijgen meer
steun dan hun vaders vroeger per week hebben
loon gehad. Deze hadden ook nog meer kin
deren, dan tegenwoordig".
Deze briefschrijver is de eenige niet, die dit
inzicht verdedigt, er zyn er meer, die schrijven;
„Gelukkig, dat er in ons land nog „mammon"
is." Zij schijnen te meenen, dat er vandaag
weinig ellende heerscht en dat de tegenstel
lingen in het maatschappelijk leven normaal,
ja bevredigend zijn. De werklooze krygt toch
steun
Het merkwaardige is echter, dat de toon van
ontevredenheid het hardst klinkt in de brieven
van deze lieden. De zoo juist aangehaalde oor
deelt, dat de ministers allemaal schurken zijn.
Een ander inzender noemt degenen, die strijden
willen voor een meer christelyke maatschappij:
„de kankeraars, die dolgraag zelf den mammon
zouden hebben."
Als dezen het probleem van het mammonisme
moeten oplossen, dan zal alles in de wereld nog
lang by het oude blijven. Maar of de christelijke
geest hierbij gebaat is, blijft de vraag. Het is
niet de meening van den Paus!
A. v. D.
Dr. H. E. van Gelder meldt ons, een niet
slechts zeldzame, maar ook zeer bijzondere In
dische bruidssarong voor de kleine kernverza
meling van kunstwerken uit onzen Indischen
archipel van den heer en mevrouw Huyser—
Gasille ten geschenke te hebben ontvangen. Het
is een zijden batik, met prachtige Oost-Javaan-
sche motieven van bloemen en vogels met wijd
gespreide vlerken. Het zeer bijzondere is, dat
de teekening voor een groot deel met heel dunne
fijne lijnen in goud is geschied, hetgeen aan
het stuk een stillen, voornamen gloed geeft.
Daar de te plooien bovenstrook van den rok niet
met goud bewerkt is, is het bijzondere effect
van de goedbewerking nog treffender.
De sarong, die, ondanks haar hoogen leeftijd
- zij dateert waarschijnlijk uit het begin van
de 19de eeuw smetteloos is geconserveerd, is
afkomstig uit Grisé. Men vindt haar opgesteld
in de Nederlandsch-Indische zaal van het Haag
sche Gemeente-museum.
UYV'<
Naar de Nederlandsche Industrie- en Han-
delsraad voor land- en tuinbouw ons mede
deelt, heeft, in verband met de maatregelen op
het gebied der graanpolitiek, den laatsten tijd
door de regeering getroffen, Vrijdag een der
leden van het dagelijksch bestuur van dien raad
een onderhoud gehad met den minister van
Economische Zaken. Daarbij werd zoowel ge
sproken over de nadeelige gevolgen van meer
algemeenen aard, welke voor de tallooze Ne
derlandsche handelaren in granen en voer-arti-
kelen voortvloeien uit de onlangs van kracht
geworden verhoogingen der monopolieheffingen,
als over de directe financieele verliezen, welke
den handel daardoor zijn berokkend.
Ten aanzien van de laatste onderwerpen bleek,
dat de minister omtrent een deel daarvan reeds
opdracht gegeven had tot een onderzoek, terwijl
toegezegd werd, dat ook het andere gedeelte in
dat onderzoek zou worden betrokken, alles met
het doel om na te gaan of, en op welke wijze
de handel schadeloos kon worden gesteld.
De hoop mag worden gekoesterd, dat een be
vredigende oplossing gevonden zal worden.
Zaterdag was het 75 jaar geleden, dat de
Nederlandsch-Indische Spoorweg Maatschappij
werd opgericht. Op dien datum werd in 1863 de
acte van oprichting verleden.
De oprichting dezer maatschappij was de
belichaming van het persoonlijk initiatief inzake
den aanleg van spoorwegen in Nederlandsch-
Indië, nadat tal van jaren het vraagstuk van
dien aanleg van verschillende zijden door re-
geeringsautoriteiten was bezien, doch nog geen
begin was gemaakt met verwezenlijking van de
plannen, welke uit al die beschouwingen voort
sproten.
Het ontwerp dat binnen het kader van deze
voornemens en voorbereidende werkzaamheden
het meest naar voren kwam, was het voorstel
van den heer D. Maarschalk, luitenant der
genie, wien door de regeering was opgedragen
de moeilijkheid van den aanleg van een lijn
BataviaBuitenzorg in studie te nemen.
In 1851 werd die opdracht verleend en twee
jaar later kwam Maarschalk met zijn voorstel,
namelijk een aanleg van staatswege en ver
pachting van de exploitatie. Luitenant Maar
schalk had zich voorbeeldig van zijn taak ge
kweten. Zijn ontwerp betrof niet alleen een
financieele berekening, doch ook het geheele
tracé van die lijn was door hem vastgesteld en
uitgewerkt.
Ondanks dit voorstel was het toch de inmid
dels opgerichte Nederlandsch-Indische Spoor
weg Maatschappij welke in 1864 de concessie
voor de verbinding BataviaBuitenzorg aan
vroeg en deze lijn aanlegde. Hierbij werd het
ontwerp van den heer Maarschalk grootendeels
gevolgd.
De jubileerende maatschappij is de baan-
breekster geweest voor den werkelijken aanleg
van spoorwegen in Nederlandsch-Indië, waarbij
echter niet mag worden voorbijgezien, dat tege
lijkertijd ook andere particuliere initiatief-ne
mers op dit gebied werkzaam waren.
De N. I. S. heeft zich, in de eerste jaren op
dit gebied van haar bestaan, groote geldelijke
opofferingen moeten getroosten iets wat als
regel met pioniersarbeid samengaat doch zij
heeft zich geleidelijk van de bekomen slagen
hersteld en een zeer groot aandeel gehad in de
ontwikkeling van het spoorwezen op Java, dat
van zulk onberekenbaar nut is voor het econo
mische leven van dit belangrijkste eiland van
Insulinde.
Het jubileum wordt niet herdacht, noch in
Nederland, noch in Indië.
De directeur van de K.L.M. heeft bericht
van Jean Batten ontvangen, dat zy op 28 Au
gustus a.s. naar Nederland zal vliegen met haai
Parcival-Gull-toestel.
De Australische vliegster zal om half vijf
n.m op Ypenburg landen.
Zij blijft twee dagen in de Residentie en om
streken en keert dan via Amsterdam naar En
geland terug.
Jean Batten zal een dag in de hoofdstad
doorbrengen.
Omtrent de invoerbeperking van haring in
België vernemen wij nader, dat deze licentiee
ring, welke zoowel den invoer als den uit- en
doorvoer van versche, gezouten en gerookte
haring betreft, voorloopig slechts bedoeld is als
een statistische controle, ten einde een inzicht te
verkrijgen in de hoeveelheden welke in- en uit
gevoerd worden.
Het ministerie van Economische Zaken heeft
zich in verbinding gesteld met de Belgische re
geering, om te bereiken, dat de normale gang
van zaken zoo weinig mogelijk belemmering zal
ondervinden. Het blijkt n.l. o.a., dat er ver
scheidene importeurs in België zijn, die nog geen
invoervergunning hebben, zoodat het hun on
mogelijk is, Nederlandsche haring te impor
teeren.
Zaterdag wilde de 32-jarige groentenhande-
laar A. W. K., uit Zaandam, by een verzeke
ringskantoor, gevestigd in de Huygensstraat
te 's-Gravenhage, een bedrag incasseeren.
Hierby ontstond een dispuut, dat de groen-
tenhandelaar kracht wilde bijzetten, door deu
ren en ramen met een auto-crick te bewerken
Het resultaat was, dat een tiental ruiten en
twee deuren „sneuvelden" en dat de politie den
schuldeischer in het hoofdbureau gelegenheid
gaf tot bedaren te komen.
Zooals reeds eerder gemeld, heeft H. M. de
Koningin Zaterdag de zelfbestuurders uit Ne-
deriandsch-Indië of de deputaties daarvan, die
hier vertoeven in verband met het regeerings-
jubileum, op „Huis ten Bosch" in audiëntie
ontvangen.
Even voor half twaalf reden twee auto's het
ruime voorplein van „Huis ten Bosch" op, waar
in gezeten waren de Sultan van Deli en gevolg.
Dit den eersten «futo stapte de Sultan met zyn
oudsten zoon, terwijl in den tweeden auto zich
bevonden de tweede zoon van den Sultan en
de aan den Sultan toegevoegde ambtenaar van
he-t binnenlandsch bestuur.
De Indische vorsten waren gekleed in hun
kleurige statiecostuums. Ongeveer tien voor 12
vertrok het gezelschap weer in dezelfde volg
orde.
De volgende zelfbestuurder, die ter audiëntie
kwam, was de Sultan van Langkat, die met zijn
echtgenoote, twee dochters, een broeder en zijn
secretaris even voor 12 by „Huis ten Bosch"
aankwam. Ook zij waren gekleed in de kleur
rijke costuums, terwijl de secretaris den Sultan
en zijn gemalin volgde met een gouden pajong.
In het gezelschap bevond zich voorts nog de
toegevoegd ambtenaar binnenlandsch bestuur.
Daarna volgden met tusschenpoozen de Sul
tans van Pontianak en van Boeloengan.
Verschenen is een Staatsblad, houdende een
K. B. tot wijziging- van het algemeen reglement
van politie voor rivieren en rijkskanalen, vast
gesteld bij K. B. van 24 November 1919.
Artikel 56 van laatstgenoemd besluit komt
diensvolgens aldus te luiden:
1) Het is verboden zonder vergunning, ver
leend door of vanwege den minister:
1. zich met een vaartuig of vlot in een rivier,
een kanaal of een haven te vestigen tot het
uitoefenen van een bedrijf, het drijven van han
del, het houden van een herberg, het verleener.
van huisvesting of het houden van vast bedrijf;
2. in door den minister aan te wijzen rivie-
len, kanalen of havens of in door den minister
aan te wijzen gedeelten daarvan:
a. zich met een vaartuig of vlot op te houden
tot het drijven van handel;
b. met een vaartuig koopwaren voor de huis
houding of scheepsbenoodigdheden aan vaar
tuigen af te leveren;
3. in een rivier, kanaal of haven vaartuigen
te sloopen.
2) De ingenieur, met de uitvoering van een
werk belast, kan vergunning geven tot het ver-
leenen van huisvesting in een vaartuig aan het
daartoe behoorende personeel.
By een man die gezwommen had in de ri
vier de Zijl by Leiden is de ziekte van Weil
geconstateerd.
Naar wy vernemen, zal de beurs van koop
handel te Amsterdam Dinsdag 6 September zyn
gesloten.
Op 31 Augustus, den verjaardag van H. M.
de Koningin en op 6 September, den nationalen
feestdag, zullen voor de uitvoering van den post
dienst de kantoren der posterijen niet later dan
tot 10 uur voor het publiek zyn opengesteld.
Wat het geldverkeer betreft, zullen slechts
telegrafische postwissels en girostortingen, waar
voor spoedbehandeling of spoedbericht wordt
gevraagd en chèques, op welker adviezen spoed
behandeling is toegepast of waarvoor telegrafi
sche uitbetalingsmachtiging is verleend, worden
behandeld.
Ook op reispostchèque-boekjes worden uitbe
talingen verricht. Voor busrechthouders bestaat
gelegenheid, om zonder betaling van verhoogd
recht, stukken af te halen tot het op andere
dagen geldende sluitingsuur, tenzij plaatselijk
anders is bepaald.
In de openstelling van de kantoren en stations
voor den telegraaf- en telefoondienst wordt 31
Augustus geen wijziging gebracht; op 6 Septem
ber geldt de dienstregeling als voor den Zon
dag, behoudens dat de openstelling wordt ver
lengd tot 10 uur en dat ook de stations, die des
Zondags gesloten zijn, 6 September geopend zul
len zyn tot 10 uur.
Eqhter zullen de stadsbijkantoren en de post
agentschappen (behalve die ten plattelande) op
beide data den geheelen dag, zoowel voor den
post- als voor den telegraaf- en telefoondienst
gesloten zijn. Ook de stadsstations zyn gesloten.
In het geheele land wordt op deze dagen
slechts één brief- en pakketpostbestelling uitge
voerd. Het aantal buslichtingen wordt zooveel
mogelijk beperkt.
Uitgaande van de plaatselijke afdeeling van
de vereeniging „De Princevlag" zal Zaterdag 24
September te Apeldoorn, als de Koningin daar
gehuldigd wordt, op het Emmaplein een ge
denkteeken ter herinnering aan het 40-jarig
regeeringsjubileum van de Koningin onthuld
worden. Het zal bestaan uit een fontein met een
gedenkplaat naar ontwerp van de heeren J.
Hooyer en C. van der Heijden, te Apeldoorn.
Zooals bekend, worden op den avond van den
zesden September door de Nederlandsche jeugd
bij de hulde aan H. M. de Koningin op den
Dam te Amsterdam meegevoerd gemeentevlag
gen, uit alle gemeenten van het land.
Voorzoover deze niet reeds bestonden, zyn zij
voor deze gelegenheid vervaardigd op de vol
gende wijze:
In den linkerbovenhoek bevindt zich het ge
meentewapen. Het overige deel van de vlag is
vervaardigd in de provinciale kleuren, die als
volgt zyn aangebracht:
Noord-Brabant: roode en witte blokken.
Friesland: diagonale banen, in wit en blauw,
met roode „plompen" in de witte banen.
Overige provinciën als volgt: horizontale ba
nen van boven naar beneden genomen.
Drente: geel, wit, rood, blauw. Gelderland:
geel, blauw. Groningen: rood, wit, groen, wit,
blauw. Noord-Holland: rood, geel, blauw. Lim
burg: rood, wit, zwart, geel, blauw. Overijsel:
rood, geel, blauw. Utrecht: rood, wit, geel. Zee
land: geel, rood, blauw, wit. Zuid-Holland: rood,
geel.
De vlaggen konden worden besteld by den
leverancier, dien de gemeenten daarvoor in aan
merking wenschten te laten komen. Men was
niet verplicht deze by een bepaalde firma te
bestellen.
BUITENZORG, 27 Aug. (Aneta). Gisteren is
een koninklijk besluit afgekondigd, waarbij het
toelatingsbesluit voor Nederlandsch-Indië is
gewijzigd. Hierdoor kan een vergunning tot
ontscheping worden geweigerd aan die vreem
delingen, van wie niet vaststaat, dat zy naar
hun geboorteland of land van herkomst kun
nen terugkeeren.
Aan C. G. van Houweninge is op zyn ver
zoek, met ingang van 3 September 1938, ont
slag verleend als notaris te Hoorn.
Benoemd is tot notaris binnen het arrondis
sement 's Gravenhage, ter standplaats de ge
meente Delft: mr. O. G. Sap, candidaat-nota-
ris te Culemborg.
Aan mr. H. M. B. Terhaar Romeny is op zijn
verzoek eervol ontslag verleend als kantonrech-
ter-plaatsvervanger in het kanton Rotterdam,
onder dankbetuiging voor de als zoodanig be
wezen diensten.
Aan h. Schuurman is op zijn verzoek eervol
ontslag verleend als kantonrechter-plaatsver-
vanger in het kanton Zierikzee, onder dankbe
tuiging voor de als zoodanig bewezen diensten.
Aangewezen is, met ingang van 27 Augustus
1938, als waterschoutplaatsvervanger te Rotter
dam: A. van Haarlem, werkzaam ten bureele
van den waterschout te Rotterdam.
Aan A. van Vugt is met ingang van 1 Sep
tember eervol ontslag verleend als Deurwaar
der bij de arrondissements rechtbank te Am
sterdam, ter standplaats Amsterdam.
Benoemd is in de provincie Overijssel, tot
voorzitter van het waterschap De Regge, mr.
A. C. Knook te Almeloo.
Benoemd zijn in de provincie Noord-Holland:
met ingang van den eersten Donderdag in Oc
tober 1838, tot dijkgraaf van het waterschap De
Wijde Wormer, P. Hoek Spaans, te Beemster,
uiterlijk tot het einde van het zittingsjaar,
waarin hij zeventig jaar zal zijn geworden.
Met ingang van 2 October 1938 is aan M.
Daalder te Watergang, gemeente Landsmeer, op
zijn verzoek eervol ontslag verleend als hoog
heemraad van het hoogheemraadschap Water
land (provincie Noord-Holland).