De Mammon HET EINDE DER 40-URENWEEK p ZONDAG 28 AUGUSTUS 1938 VAN WEEK TOT WEEK ZELDZAME INDISCHE BRUIDSSARONG Fraai geschenk voor het Haagsche Gemeentemuseum De graanpolitiek van de regeering Onderzoek naar eventueele schade voor den handel NED.-IND. SPOORWEG MIJ. Zaterdag bestond zij 75 jaar ZELF BESTUURDERS BIJ DE KONINGIN JEAN BATTEN NAAR NEDERLAND Hedenmiddag komt zij aan HARING-INVOER IN BELGIË Licentieering voorloopig bedoeld als statistische controle OPGEWONDEN SCHULD- EISCHER Zij waren gekleed in hun kleurige statiecostuums DE HANDEL TE WATER Wijziging van het politiereglement voor rivieren en rijkskanalen ZIEKTE VAN WEIL Het regeeringsjubileum Sluiting van de beurs van koophandel P.T.T.-dienst op 31 Augustus en 6 September Gedenkteeken te Apeldoorn De gemeentevlaggen TOELATING IN INDIË Bepaalden vreemdelingen kan ontscheping geweigerd worden UIT DE STAATSCOURANT Notariaat Rechterlijke macht W ater schout-plaatsvervanger Deurwaarder W ater schappen Wat leeft er onder de menschen? De dagblad-redacteur zou deze vraag mak kelijk kunnen beantwoorden, als de schrijvers van dreigbrieven, protesten, inge zonden stukken en betuigingen van bijval werkelijk alles vertegenwoordigden, dat de aan dacht van de menschen in beslag neemt. Maar dat doen zij niet. Zij vormen, zonder elkander te kennen of eikaars bestaan te vermoeden, een betrekkelijk gelijk-geaard groepje van het pu bliek. Te besluiten, dat de dingen,' waarover zij zich druk maken, werkelijk de dingen zijn, die het volk geestelijk bezig houden, lijkt ons des wege ongeoorloofd. Maar wanneer in alle brie ven, die men op een redactie-bureau onder het oog krijgt, op een of andere wijze hetzelfde vraagstuk telkens opnieuw aan de orde wordt gesteld, wanneer er zeer verschillende oor- deelen ongevraagd over worden gegeven door velen, wanneer er allerhande, ook de meest fantastische oplossingen worden voorgesteld en onuitvoerbare plannen worden beraamd, dan kan men toch zeker met eenig recht besluiten, dat dit vraagstuk zich aan velen voordoet. Wel nu: blijkens de veelvuldigheid, waarmede de briefschrijvers het behandelen en blijkens den toon, waarop zij het bespreken, is onder heden- daagsche katholieken het vraagstuk van het mammonisme een nijpend vraagstuk. Ziehier in het kort, hoe de meesten zich dit vraagstuk voorstellen Wij leven tegenwoordig onder de heerschappij van het mammonisme. Ook de katholieke be volking heeft zich aan die heerschappij niet onttrokken. Zij wordt er geestelijk door ter neer gedrukt. Maar het is buitengewoon moei lijk, deze tyrannie af te werpen, want de mam mon, die de wereld regeert, beschikt over alle machtsmiddelen. Hetgeen de religieuze mensch hiertegenover kan inbrengen, wordt niet ernstig opgevat. Toch kan er nooit een christelijke maatschappij ontstaan, zoolang de heerschap pij van den mammon niet vernietigd is. Wij moeten dus gezamenlijk iets doen, om deze tyrannie te breken! Wat moeten wij doen? Hierover zijn de verschillende briefschrijvers het heelemaal niet eens. Sommigen meenen dat een staatkundige omwenteling in het Rijk der Nederlanden 't begin en 't einde van alles zou zijn. Als de hedendaagsche regeering maar af trad, dan was het heil verzekerd. Tegen die regeering gaan al hun bezwaren, Zy noemt zich wel christelijk, maar ze is het heelemaal niet. Zij trekt zich het lot van de werkloozen niet voldoende aan. Haar leden zün biy met hun baantje. Dit staat voor sommige menschen z»o vast als een paal boven water. De twyfel of een minister in den tegenwoordigen tijd zijn ver- antwoordelykheid niet zou kunnen voelen als 'n zeer zware last, waaronder hij persoonlijk ge bukt gaat, komt by menigeen niet op. De mi nister vindt het alleen maar leuk, minister te zijn. Hy vindt het nooit eens onaangenaam, of gevaarlijk. Toch staat het vast, dat juist de hooggeplaatste vertegenwoordigers van het staatkundig stelsel het meest te lijden zouden hebben, indien er eens werkelijk een staats omwenteling kwam. Men heeft dat in Rusland, in Duitschland en onlangs nog in Oostenrijk neel duidelijk kunnen waarnemen. Iemand, die ook maar als vage mogelijkheid het lot van een Dollfuss of Schuschnigg in het verschiet ziet en die toch nauwgezet datgene doet, wat hy in de gegeven omstandigheden zijn plicht acht, verdient meer eerbied dan iemand, die niets te verliezen, doch alles te winnen heeft en die om deze reden propaganda maakt voor een roekelooze staatsomwenteling. Denken de verbreiders van de oppervlakkige meening, als zou de maatschappij met een Nederlandsche revolutie gediend zijn, hier ook wel eens aan? Doch deze meening is weinig algemeen. Ze vindt haar verdedigers in de opstellers van meestal anonieme brieven, waarin veel scheldwoorden voorkomen en weinig zakelijks. De gedachtengang van de schrijvers is gewoon lijk in nauwkeurige overeenstemming met den inhoud van partijbladen, die het volk ophitsen; de styl is de machtelooze schimp- en scheidstijl van lieden, die zich altijd verongelijkt achten. In elke gemeenschap zijn zulke menschen. Hun Ontevredenheid is meer een ziekte dan een wel overwogen houding. Behalve deze gemakkelijke revolutionnairen, die de werkelijke vraagstukken niet zien, doch die altijd klaar staan met de meening: „alles moet anders worden", zijn er echter degenen, wien het christelyke leven diep ter harte gaat en die waarlijk bedroefd worden by de waar neming van de tegenwoordige wereld. VOor hen is het mammonisme de groote kwelduivel van de huidige menschheid. Zij vereenzelvigen deze kwaal niet met eenigen staatsvorm, doch zy beweren: „wij moeten by ons zelf beginnen". Mammonisme is niet per se hetzelfde als grootbezit. Mammonisme is de geest van ge hechtheid aan aardsch bezit. Het is meer een mentaliteit dan een stelsel. Het is inderdaad een verderfelijke mentaliteit. Niet de een of andere minister, niet de een of andere rijkaard, maar ieder mensch wordt er door bedreigd. De geestelijke levensbeweging van elke ziel wordt geremd en tenslotte stil gelegd, wanneer de mammon die ziel in haar macht krijgt, of dit nu geschiedt door gehechtheid aan werkelijk bezit, dat men Heeft en wil behouden, of door begeerte naar bezit, dat men anderen benijdt. Het is juist de fout van materialistische en na turalistische stelsels, het mammonisme of zooals zy dan ook zeggen* het Kapitalisme alléén daar te zoeken, waar werkelyk grootbezit aanwezig is. Ook iemand zonder kapitaal kan een verstokt mammonist zyn. Het mammonisme berust eigenlijk hierop, dat men het aardsch bezit tot de norm der dingen maakt en des wege de geestelijke goederen veronachtzaamt of onderschat. Heel kort schrijft ons een briefschrijver, die de beschuldiging van ontevredenheid van de hand wijst: „In het maatschappelijk bestel kan en moet de overheersching van den mammon geheel uit gebannen worden." Het moet. Maar kan het ook? Deze inzender is geen pessimist. En hij heeft gelijk. Ook de Paus; die Quadragesimo Anno schreef waar in het mammonisme radicaal wordt veroor deeld toonde zich geen pessimist! Het kan inderdaad. Maar wat is er voor noodig? Het zaaien van ontevredenheid is zeker niet het af doende middel. Verscheidene schrijvers doen andere middelen aan de hand, waaronder soms middelen, die zeker op verzet zullen stuiten, al is er toch wel iets voor te zeggen, en al zou den ze in de toekomst van waarde kunnen blijken. Zoo wijst, een briefschrijver op het on derscheid van bezittenden en bezitloozen in het kerkgebouw. Hij vindt tegenover God dit on derscheid weinig doelmatig en weinig waardig. Niet zonder ironie beeweert hij; „Een troost voor ons is 't intusschen, dat de kerk er nbg geen verschillende soorten commu niebanken op na houdt, noch bij de toediening van de andere H.H. Sacramenten afzonderlijke formules heeft voor arm en rijk! Wij zyn het allemaal eens (lees anders de Encyclieken van onzen Paus maar eens na!) over den satanischen invloed van den mammon op onze samenleving. En voor onszelf en voor de maatschappij zullen wij den strijd tegen den mammon moeten aan binden. Waar zullen wij den aanval beter kun nen beginnen dan bij ons zelf? Waar zullen wij beter aan de wereld kunnen toonen, dat de geest voor ons grooter is dan het geld, dan in ons eigen leven? Waar kunnen wij beter de- monstreeren, dat in het katholieke geloofsleven de rijke niet beter is dan dc arme, de arme niet minder dan de rijke, dan in het kerkge bouw? Maar is het practisch mogelijk? zal menigeen vragen. Ik stel mij voor, dat een pastoor, die de menschen „warm" zou maken voor deze gedachte, haar ook zou kunnen ver werkelijken, indien hij het plaatsengeld liet vervangen door een bijdrage naar vermogen, en in de kerk de voorste bank liet innemen door de eerstkomenden, en zoo van voor naar achter, naar gelang de parochianen binnenkomen. Als dit plan te fantastisch lijkt, zou het dan niet eens ergens één maand geprobeerd kun nen worden, „a la H. de Greeve?" Natuurlijk zal dit eene middel niet de vol slagen eindzegepraal van den christelijken geest over de mammonistische maatschappy bewer ken en ook zal het in de practijk wel op meer bezwaren stuiten dan de briefschrijver zich voorstelt, maar hier wordt tenminste een voor stel gedaan, dat in overeenstemming met 's Pausen veroordeeling van het mammonisme uitnoodigt tot overweging. Men kan de waarde ervan hooger of lager schatten-, wy voor ons gelooven, dat zulk een breuk met een nu een maal algemeen aanvaarde conventie haar betee- kenis als demonstratieve daad zeker niet zou missen. Er zijn meer, en radicaler voorstellen, waarbij zelfs het herstel van de levenswijze der eerste christenen, zooals die in de Handelingen der Apostelen wordt geschetst, door de Katholieke Actie zou moeten worden bevorderd, parochie aan parochie. In verscheidene dier voorstellen is de eerbied voor andermans bezit niet groot. Men bedenke, dat een kerkelijke onteigening van goederen iets onrechtvaardigs zou zijn en dat slechts de vrijwillige strijd tegen de ge hechtheid aan bezit den mensch kan verlossen van de mammonistische mentaliteit. Tenslotte zyn er inzenders, die aan de redac tie van de krant laten weten, dat zy voorstan ders van het mammonisme zijn. Meestal schry- ven zij er by; „maar dit durft u niet bekend te maken." „Hierop durft u niet te wijzen" enz. Wat wij niet „durven" zeggen is b.v. het vol gende (de schrijf- en stelfouten zijn van den geachten inzender, die zijn naam niet noemt). „Waar staat geschreven en hoe wilt U het rechtvaardigen, dat naast voeding, behuizing en kleeding de menschen ook nog iedere week Eioscoop, Autotochtjes, Kaart, Kegel en andere avondjes moet hebben. De Vrouwen de theepot en de snoepdoos niet kunnen loslaten, geen kinderen willen hebben en aan kleeding zoo veel spendeeren, als het geheele gezin ook voor eten en drinken noodig heeft. Waarom moet de ongetrouwde zoon of dochter een leven lijden, als waren allen rijke menschen, die in over vloed prassen. Zeg hun dat eens, daar bent U niet voor te vinden. Toegegeven nu, dat het wel moeilijk is, om tegenwoordig wat te verdienen, d.w.z. voor zoo ver het een zelfstandig neringdoender is, maar de overige menschen hebben toch allemaal een vaste betrekking. Zy rentenieren en doen niets en krijgen meer steun dan hun vaders vroeger per week hebben loon gehad. Deze hadden ook nog meer kin deren, dan tegenwoordig". Deze briefschrijver is de eenige niet, die dit inzicht verdedigt, er zyn er meer, die schrijven; „Gelukkig, dat er in ons land nog „mammon" is." Zij schijnen te meenen, dat er vandaag weinig ellende heerscht en dat de tegenstel lingen in het maatschappelijk leven normaal, ja bevredigend zijn. De werklooze krygt toch steun Het merkwaardige is echter, dat de toon van ontevredenheid het hardst klinkt in de brieven van deze lieden. De zoo juist aangehaalde oor deelt, dat de ministers allemaal schurken zijn. Een ander inzender noemt degenen, die strijden willen voor een meer christelyke maatschappij: „de kankeraars, die dolgraag zelf den mammon zouden hebben." Als dezen het probleem van het mammonisme moeten oplossen, dan zal alles in de wereld nog lang by het oude blijven. Maar of de christelijke geest hierbij gebaat is, blijft de vraag. Het is niet de meening van den Paus! A. v. D. Dr. H. E. van Gelder meldt ons, een niet slechts zeldzame, maar ook zeer bijzondere In dische bruidssarong voor de kleine kernverza meling van kunstwerken uit onzen Indischen archipel van den heer en mevrouw Huyser— Gasille ten geschenke te hebben ontvangen. Het is een zijden batik, met prachtige Oost-Javaan- sche motieven van bloemen en vogels met wijd gespreide vlerken. Het zeer bijzondere is, dat de teekening voor een groot deel met heel dunne fijne lijnen in goud is geschied, hetgeen aan het stuk een stillen, voornamen gloed geeft. Daar de te plooien bovenstrook van den rok niet met goud bewerkt is, is het bijzondere effect van de goedbewerking nog treffender. De sarong, die, ondanks haar hoogen leeftijd - zij dateert waarschijnlijk uit het begin van de 19de eeuw smetteloos is geconserveerd, is afkomstig uit Grisé. Men vindt haar opgesteld in de Nederlandsch-Indische zaal van het Haag sche Gemeente-museum. UYV'< Naar de Nederlandsche Industrie- en Han- delsraad voor land- en tuinbouw ons mede deelt, heeft, in verband met de maatregelen op het gebied der graanpolitiek, den laatsten tijd door de regeering getroffen, Vrijdag een der leden van het dagelijksch bestuur van dien raad een onderhoud gehad met den minister van Economische Zaken. Daarbij werd zoowel ge sproken over de nadeelige gevolgen van meer algemeenen aard, welke voor de tallooze Ne derlandsche handelaren in granen en voer-arti- kelen voortvloeien uit de onlangs van kracht geworden verhoogingen der monopolieheffingen, als over de directe financieele verliezen, welke den handel daardoor zijn berokkend. Ten aanzien van de laatste onderwerpen bleek, dat de minister omtrent een deel daarvan reeds opdracht gegeven had tot een onderzoek, terwijl toegezegd werd, dat ook het andere gedeelte in dat onderzoek zou worden betrokken, alles met het doel om na te gaan of, en op welke wijze de handel schadeloos kon worden gesteld. De hoop mag worden gekoesterd, dat een be vredigende oplossing gevonden zal worden. Zaterdag was het 75 jaar geleden, dat de Nederlandsch-Indische Spoorweg Maatschappij werd opgericht. Op dien datum werd in 1863 de acte van oprichting verleden. De oprichting dezer maatschappij was de belichaming van het persoonlijk initiatief inzake den aanleg van spoorwegen in Nederlandsch- Indië, nadat tal van jaren het vraagstuk van dien aanleg van verschillende zijden door re- geeringsautoriteiten was bezien, doch nog geen begin was gemaakt met verwezenlijking van de plannen, welke uit al die beschouwingen voort sproten. Het ontwerp dat binnen het kader van deze voornemens en voorbereidende werkzaamheden het meest naar voren kwam, was het voorstel van den heer D. Maarschalk, luitenant der genie, wien door de regeering was opgedragen de moeilijkheid van den aanleg van een lijn BataviaBuitenzorg in studie te nemen. In 1851 werd die opdracht verleend en twee jaar later kwam Maarschalk met zijn voorstel, namelijk een aanleg van staatswege en ver pachting van de exploitatie. Luitenant Maar schalk had zich voorbeeldig van zijn taak ge kweten. Zijn ontwerp betrof niet alleen een financieele berekening, doch ook het geheele tracé van die lijn was door hem vastgesteld en uitgewerkt. Ondanks dit voorstel was het toch de inmid dels opgerichte Nederlandsch-Indische Spoor weg Maatschappij welke in 1864 de concessie voor de verbinding BataviaBuitenzorg aan vroeg en deze lijn aanlegde. Hierbij werd het ontwerp van den heer Maarschalk grootendeels gevolgd. De jubileerende maatschappij is de baan- breekster geweest voor den werkelijken aanleg van spoorwegen in Nederlandsch-Indië, waarbij echter niet mag worden voorbijgezien, dat tege lijkertijd ook andere particuliere initiatief-ne mers op dit gebied werkzaam waren. De N. I. S. heeft zich, in de eerste jaren op dit gebied van haar bestaan, groote geldelijke opofferingen moeten getroosten iets wat als regel met pioniersarbeid samengaat doch zij heeft zich geleidelijk van de bekomen slagen hersteld en een zeer groot aandeel gehad in de ontwikkeling van het spoorwezen op Java, dat van zulk onberekenbaar nut is voor het econo mische leven van dit belangrijkste eiland van Insulinde. Het jubileum wordt niet herdacht, noch in Nederland, noch in Indië. De directeur van de K.L.M. heeft bericht van Jean Batten ontvangen, dat zy op 28 Au gustus a.s. naar Nederland zal vliegen met haai Parcival-Gull-toestel. De Australische vliegster zal om half vijf n.m op Ypenburg landen. Zij blijft twee dagen in de Residentie en om streken en keert dan via Amsterdam naar En geland terug. Jean Batten zal een dag in de hoofdstad doorbrengen. Omtrent de invoerbeperking van haring in België vernemen wij nader, dat deze licentiee ring, welke zoowel den invoer als den uit- en doorvoer van versche, gezouten en gerookte haring betreft, voorloopig slechts bedoeld is als een statistische controle, ten einde een inzicht te verkrijgen in de hoeveelheden welke in- en uit gevoerd worden. Het ministerie van Economische Zaken heeft zich in verbinding gesteld met de Belgische re geering, om te bereiken, dat de normale gang van zaken zoo weinig mogelijk belemmering zal ondervinden. Het blijkt n.l. o.a., dat er ver scheidene importeurs in België zijn, die nog geen invoervergunning hebben, zoodat het hun on mogelijk is, Nederlandsche haring te impor teeren. Zaterdag wilde de 32-jarige groentenhande- laar A. W. K., uit Zaandam, by een verzeke ringskantoor, gevestigd in de Huygensstraat te 's-Gravenhage, een bedrag incasseeren. Hierby ontstond een dispuut, dat de groen- tenhandelaar kracht wilde bijzetten, door deu ren en ramen met een auto-crick te bewerken Het resultaat was, dat een tiental ruiten en twee deuren „sneuvelden" en dat de politie den schuldeischer in het hoofdbureau gelegenheid gaf tot bedaren te komen. Zooals reeds eerder gemeld, heeft H. M. de Koningin Zaterdag de zelfbestuurders uit Ne- deriandsch-Indië of de deputaties daarvan, die hier vertoeven in verband met het regeerings- jubileum, op „Huis ten Bosch" in audiëntie ontvangen. Even voor half twaalf reden twee auto's het ruime voorplein van „Huis ten Bosch" op, waar in gezeten waren de Sultan van Deli en gevolg. Dit den eersten «futo stapte de Sultan met zyn oudsten zoon, terwijl in den tweeden auto zich bevonden de tweede zoon van den Sultan en de aan den Sultan toegevoegde ambtenaar van he-t binnenlandsch bestuur. De Indische vorsten waren gekleed in hun kleurige statiecostuums. Ongeveer tien voor 12 vertrok het gezelschap weer in dezelfde volg orde. De volgende zelfbestuurder, die ter audiëntie kwam, was de Sultan van Langkat, die met zijn echtgenoote, twee dochters, een broeder en zijn secretaris even voor 12 by „Huis ten Bosch" aankwam. Ook zij waren gekleed in de kleur rijke costuums, terwijl de secretaris den Sultan en zijn gemalin volgde met een gouden pajong. In het gezelschap bevond zich voorts nog de toegevoegd ambtenaar binnenlandsch bestuur. Daarna volgden met tusschenpoozen de Sul tans van Pontianak en van Boeloengan. Verschenen is een Staatsblad, houdende een K. B. tot wijziging- van het algemeen reglement van politie voor rivieren en rijkskanalen, vast gesteld bij K. B. van 24 November 1919. Artikel 56 van laatstgenoemd besluit komt diensvolgens aldus te luiden: 1) Het is verboden zonder vergunning, ver leend door of vanwege den minister: 1. zich met een vaartuig of vlot in een rivier, een kanaal of een haven te vestigen tot het uitoefenen van een bedrijf, het drijven van han del, het houden van een herberg, het verleener. van huisvesting of het houden van vast bedrijf; 2. in door den minister aan te wijzen rivie- len, kanalen of havens of in door den minister aan te wijzen gedeelten daarvan: a. zich met een vaartuig of vlot op te houden tot het drijven van handel; b. met een vaartuig koopwaren voor de huis houding of scheepsbenoodigdheden aan vaar tuigen af te leveren; 3. in een rivier, kanaal of haven vaartuigen te sloopen. 2) De ingenieur, met de uitvoering van een werk belast, kan vergunning geven tot het ver- leenen van huisvesting in een vaartuig aan het daartoe behoorende personeel. By een man die gezwommen had in de ri vier de Zijl by Leiden is de ziekte van Weil geconstateerd. Naar wy vernemen, zal de beurs van koop handel te Amsterdam Dinsdag 6 September zyn gesloten. Op 31 Augustus, den verjaardag van H. M. de Koningin en op 6 September, den nationalen feestdag, zullen voor de uitvoering van den post dienst de kantoren der posterijen niet later dan tot 10 uur voor het publiek zyn opengesteld. Wat het geldverkeer betreft, zullen slechts telegrafische postwissels en girostortingen, waar voor spoedbehandeling of spoedbericht wordt gevraagd en chèques, op welker adviezen spoed behandeling is toegepast of waarvoor telegrafi sche uitbetalingsmachtiging is verleend, worden behandeld. Ook op reispostchèque-boekjes worden uitbe talingen verricht. Voor busrechthouders bestaat gelegenheid, om zonder betaling van verhoogd recht, stukken af te halen tot het op andere dagen geldende sluitingsuur, tenzij plaatselijk anders is bepaald. In de openstelling van de kantoren en stations voor den telegraaf- en telefoondienst wordt 31 Augustus geen wijziging gebracht; op 6 Septem ber geldt de dienstregeling als voor den Zon dag, behoudens dat de openstelling wordt ver lengd tot 10 uur en dat ook de stations, die des Zondags gesloten zijn, 6 September geopend zul len zyn tot 10 uur. Eqhter zullen de stadsbijkantoren en de post agentschappen (behalve die ten plattelande) op beide data den geheelen dag, zoowel voor den post- als voor den telegraaf- en telefoondienst gesloten zijn. Ook de stadsstations zyn gesloten. In het geheele land wordt op deze dagen slechts één brief- en pakketpostbestelling uitge voerd. Het aantal buslichtingen wordt zooveel mogelijk beperkt. Uitgaande van de plaatselijke afdeeling van de vereeniging „De Princevlag" zal Zaterdag 24 September te Apeldoorn, als de Koningin daar gehuldigd wordt, op het Emmaplein een ge denkteeken ter herinnering aan het 40-jarig regeeringsjubileum van de Koningin onthuld worden. Het zal bestaan uit een fontein met een gedenkplaat naar ontwerp van de heeren J. Hooyer en C. van der Heijden, te Apeldoorn. Zooals bekend, worden op den avond van den zesden September door de Nederlandsche jeugd bij de hulde aan H. M. de Koningin op den Dam te Amsterdam meegevoerd gemeentevlag gen, uit alle gemeenten van het land. Voorzoover deze niet reeds bestonden, zyn zij voor deze gelegenheid vervaardigd op de vol gende wijze: In den linkerbovenhoek bevindt zich het ge meentewapen. Het overige deel van de vlag is vervaardigd in de provinciale kleuren, die als volgt zyn aangebracht: Noord-Brabant: roode en witte blokken. Friesland: diagonale banen, in wit en blauw, met roode „plompen" in de witte banen. Overige provinciën als volgt: horizontale ba nen van boven naar beneden genomen. Drente: geel, wit, rood, blauw. Gelderland: geel, blauw. Groningen: rood, wit, groen, wit, blauw. Noord-Holland: rood, geel, blauw. Lim burg: rood, wit, zwart, geel, blauw. Overijsel: rood, geel, blauw. Utrecht: rood, wit, geel. Zee land: geel, rood, blauw, wit. Zuid-Holland: rood, geel. De vlaggen konden worden besteld by den leverancier, dien de gemeenten daarvoor in aan merking wenschten te laten komen. Men was niet verplicht deze by een bepaalde firma te bestellen. BUITENZORG, 27 Aug. (Aneta). Gisteren is een koninklijk besluit afgekondigd, waarbij het toelatingsbesluit voor Nederlandsch-Indië is gewijzigd. Hierdoor kan een vergunning tot ontscheping worden geweigerd aan die vreem delingen, van wie niet vaststaat, dat zy naar hun geboorteland of land van herkomst kun nen terugkeeren. Aan C. G. van Houweninge is op zyn ver zoek, met ingang van 3 September 1938, ont slag verleend als notaris te Hoorn. Benoemd is tot notaris binnen het arrondis sement 's Gravenhage, ter standplaats de ge meente Delft: mr. O. G. Sap, candidaat-nota- ris te Culemborg. Aan mr. H. M. B. Terhaar Romeny is op zijn verzoek eervol ontslag verleend als kantonrech- ter-plaatsvervanger in het kanton Rotterdam, onder dankbetuiging voor de als zoodanig be wezen diensten. Aan h. Schuurman is op zijn verzoek eervol ontslag verleend als kantonrechter-plaatsver- vanger in het kanton Zierikzee, onder dankbe tuiging voor de als zoodanig bewezen diensten. Aangewezen is, met ingang van 27 Augustus 1938, als waterschoutplaatsvervanger te Rotter dam: A. van Haarlem, werkzaam ten bureele van den waterschout te Rotterdam. Aan A. van Vugt is met ingang van 1 Sep tember eervol ontslag verleend als Deurwaar der bij de arrondissements rechtbank te Am sterdam, ter standplaats Amsterdam. Benoemd is in de provincie Overijssel, tot voorzitter van het waterschap De Regge, mr. A. C. Knook te Almeloo. Benoemd zijn in de provincie Noord-Holland: met ingang van den eersten Donderdag in Oc tober 1838, tot dijkgraaf van het waterschap De Wijde Wormer, P. Hoek Spaans, te Beemster, uiterlijk tot het einde van het zittingsjaar, waarin hij zeventig jaar zal zijn geworden. Met ingang van 2 October 1938 is aan M. Daalder te Watergang, gemeente Landsmeer, op zijn verzoek eervol ontslag verleend als hoog heemraad van het hoogheemraadschap Water land (provincie Noord-Holland).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 5