Onze sprinters met de titels bekroond
Van de Vijver weer primus
bij de amateurs
Nederlands groote succesdag
Om den Grand Prix
du Monde
Metze en Paillard
in de finale
VAN VLIET ONTTROONT
POESKE SCHERENS
SCHERP DUEL RICHTER
VAN VLIET
MAANDAG 29 AUGUSTUS 1938
Jef van de Vijver
iminiiiMiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiÏÏr
ACHTERVOLGING
Geen enkele buitenlander kon de
halve finale bereiken
Pijnenburg maakte den
snels ten tijd
Jan Pijnenburg
Een grove fout in den derden rit
had onzen landgenoot bijna
de regenboogtrui gekost
Derksen en Richter op
de derde plaats
Derksen door v.
uitgeschakeld
d. Vijver
Loatti klopt Ooms
Derksen 's werelds derde
amateur
Jef van de Vijver blijft
wereldkampioen
Preludium van het duel
Scherensv. Vliet
Arie van Vliet
Richter derde bij de profs
Arie van Vliet kampioen
bij de profs
STAYERS
Arie van Vliet, die het wereldkampioenschap sprint voor professionals bij de
wedstrijden in het stadion te Amsterdam veroverde, rijdt een eereronde na zijn
overwinning
Derksen was te nerveus om het
Van de Vijver moeilijk te ma
ken en Loatti was er
te zwak voor
Men vergete Schilling
niet!
Scherens was uitgeput
Van de Vijver had het
niet moeilijk
Groenewegen bezette in zijn
serie de tweede, Wals
de vijfde plaats
Onsmakelijke combine
DE MUZIEK IN HET STADION
Seitergnim
U IT DE SPORTWERELD
Evenals de sprints hebben ook de achter
volgingswedstrijden om den Grand Prix du
Monde in het teeken der Nederlanders ge
staan. In elk der vier series startte een
onzer landgenooten en geen van hen heeft
de victorie aan een buitenlander moeten
laten. Bovendien werden deze matches ge
wonnen met een, meerderheid, welke aan
overtuiging niets te wenschen over liet.
Jan Pijnenburg maakte met een totaal van
6 min. 25 sec. over de 5 K.M. den fraaisten tijd,
maar even hoog schatten wij toch zeker de
prestatie van den opkomenden renner Klink,
die er zoowaar in slaagde den Franschman
Richard te kloppen.
Deze beide renners waren het eerst aan bod,
maar wegens een lek bandje moest worden ge
stopt, toen de eigenlijke strijd nog niet eens
begonnen was. Na de tweede start bleven de
renners enkele ronden lang vrijwel tegen el
kaar oprijden, toen echter had Klink er ge
noeg van en spurtte weg. Na vier ronden lag
hij reeds ongeveer 25 Meter voor en toen Ri
chard niet paraat genoeg bleek om het eerste
offensief te beantwoorden, deed de Nederlander
er nog een schepje op. Langzaam maar zeker
groeide zijn voorsprong aan en Klink had zeker
150 meter ingeloopen, toen hij de eindstreep
passeerde. Tijd 6 min. 27 sec.
Archambaud was in zijn serie eerder en beter
weg dan Schulte, maar weldra kreeg de Vlie
gende Hollander zijn zit. Twee ronden waren
genoeg om hem plm. 30 meter voorsprong te
verschaffen en reeds toen was ook Archambaud
een geslagen man. Hij had niets meer in te
brengen en verloor een kwartbaan aan den
Tour de France-renner. Schulte's tijd was 6
min. 28 sec.
Met Di Paco verging het niet veel anders.
Onze nationale kampioen Pijnenburg had al
aanstonds den slag te pakken en veroverde in
de eerste ronde reeds tien meter. Gestadig ver
loor de Italiaan terrein en de Tilburger keek
zijn tegenstander al eenigen tijd in den rug,
toen hij met een tijd van 6 min. 25 sec. de fi
nish passeerde.
De meest spectaculaire rit was die van Slaats
tegen Kaers. Eerst was het woord aan den Belg
en hoewel zijn voorsprong geen oogenblik erg
groot is geweest, wist hij toch ettelijke ronden
de leiding te behouden. Maar toen begon Slaats
aan den voorsprong van den Belg te knagen.
Elke ronde ging er een metertje af en ongeveer
op de helft kwam er zelfs een gunstige ken
tering voor onzen landgenoot, die nu zelf een
kleinen voorsprong nam. Eenmaal van de lei
ding weggedrongen gaf Kaers niet al te veel
strijd meer en zoo won ook Slaats tenslotte
nog met betrekkelijk grooten voorsprong in 6
min. 38 1/5 sec.
Beide sprinttitels in Nederlandsche
handen! Een ongekend feit in de
wielerhistorie, maar een feit, dat met
buitengewoon enthousiasme werd be
groet door de circa 20.000 toeschou
wers die Zondag de wereldkam
pioenschappen in het Olympisch Sta
dion bijwoonden.
Allereerst was het Jef van de Vij
ver, die zijn beide finale-ritten op
zeer fraaie wijze van Loatti won en
ons land voor de derde maal in serie
den amateurstitel bezorgde.
En voor het eerst sinds 1926
kwam ook de proftitel weer eens
naar ons land, dank zij Arie van
Vliet, die in drie ritten sterker bleek
dan Scherens en ten tweede male de
driekleur deed rijzen aan den hoogen
mast, die midden op het Stadion
terrein was opgericht-
Tweemaal het Wilhelmus, tweemaal de gou
den medaille en de reusachtige bloemenkrans
voor een Nederlandschen renner en tweemaal
ook een enthousiast publiek, dat niet moede
werd de wereldkampioenen toe te juichen.
Vermelden wij nog, dat de Fransche film-
artist Albert Préjaen een groot gedeelte van
de wedstrijden op het middenterrein bijwoonde.
Derksen
De halve finales van de amateurs verliepen
op regelmatige wijze. Overeenkomstig de ver
wachtingen kwamen van de Vijver en Loatti
in de finale. Zeker, men had nog wel even op
Derksen gerekend na zijn fraaie prestatie van
Zaterdag, maar wij merkten reeds op, dat het
te betwijfelen was, Of de 19-jarige Zwollenaar
tegen de emoties van de beslissingen bestand
zou zijn.
Toch heeft de
jonge Nederlander
zich uitstekend ge
weerd en zijn fraaie
overwinning in den
eersten rit is een
onaanvechtbaar be
wijs van zijn capaci
teiten. Van de Vij
ver die als zijn te
genstander was aan
gewezen, lootte den
kop, maar vrijwillig
nam Derksen dezen
na één ronde over,
om in de schaduw
van de Marathon
tribune zijn spurt in
te zetten. En toen
was zelfs Van de Vijver niet snel genoeg om
het verder dan een half wiel achterstand te
brengen.
In den tweeden rit probeerde Derksen het
zelfde foefje, maar toen bleek Van de Vijver-
paraat en met groot gemak „klom" hij dit
maal over den vluchteling heen, om dan zon
der moeite met 2 lengten te winnen.
t
Ook in den beslissenden rit durfde Van
de Vijver het tegen Derksens snelheid op
te nemen. Nu spurtte hij van kop af weg
en weer was Derksen niet in staat zijn
achterstand "in te halen. Van de Vijver
kwam dan in de finale.
Loatti had in zijn eersten rit tegen Ooms
den kop geloot en Obms trachtte wel deze,
voor een renner van zijn genre gunstige, twee
de plaats niet te verspelen. Maar het baatte
hem niet. Vóór de Marathon-tribune nog had
de Italiaan onzen landgenoot over zich heen
gelokt en toen was zijn snellere spurt beslis
send. Toen Ooms bovendien niet doorging,
legde hij zijn tegenstander de overwinning in
den schoot en deze won dan ook met een half
wiel, zonder zich noemenswaardig in te span
nen. De tweede rit werd, doordat Ooms bij een
poging om achter Loatti te komen, tweemaal
de balustrade moest vastgrijpen, afgebeld,
maar toen er opnieuw gestan was, leverde de
Haarlemmer een prachtig staaltje van wieier-
kunst. Toen Loatti opnieuw vóór de Marathon
tribune op de vlucht sloeg, trok Ooms zich
langs zijn wiel omhoog en in een fenomenale
eindsprint werd de Italiaan met banddikte
geslagen.
In de beslissing was er tegen de snelheid
van Loatti echter geen kruid gewasschen. Tot
in de voorlaatste bocht wist Ooms den Italiaan
te stuiten, maar toen deze er even aan ging
„trekken", was er van strijd geen sprake meer
en werd de Nederlander kansloos uitgeschakeld.
Ooms en Derksen hadden drie ritten noodig
om uit te maken, wie van hen de derde ama
teur van de wielerwereld zou worden. De eer
ste rit was voor Ooms, die van kop af de eind
spurt inzette. Wel trachtte Derksen het verlo
ren terrein te herwinnen, maar het lukte hem
niet. In den tweeden rit was het juist anders
om. Toen was het Derksen die wegspurtte en
Ooms die de achtervolging inzette, zonder ten
slotte den Zwollenaar te kunnen houden.
En zoowaar, in den derden rit was het
wéér Derksen, die den zegepalm wegdroeg.
Weer bleek, dat Ooms meer snel was dan
tactisch was en dat Derksen's snelle spurt
Ooms te machtig was. Op fraaie wijze be
zette deze veelbelovende renner dus de
derde plaats.
In prachtigen stijl is Jef van de Vijver erin
geslaagd zijn titel van wereldkampioen der
amateurs te prolongeeren. Slechts twee ritten
waren er noodig om dit pleit te beslechten. In
den eersten vertrok onze landgenoot van kop en
kon deze positie maar niet kwijtraken. Doch
toen maakte hij van de nood een deugd en in
een lange eindspurt, waarbij Loatti volkomen
kansloos was, wist hij met drie lengten te win
nen.
In den tweeden rit viel dus de beslissing
van het kampioenschap der amateurs en
het was een prachtige rit ook van onzen
landgenoot. Nu vertrok Loatti op kop, maar
v. d. Vijver nam deze positie na een ronde
vrijwillig over. Toen Loatti bij de Mara
thon-tribune aanzette, ving hij den Ita
liaan bijzonder fraai op en zonder iets te
riskeeren zette hij al zijn krachten op de
laatste 200 M. De anderhalve lengte, die
hij sneller was dan Loatti, bracht hem on
beslist ten tweede male zijn wereldtitel.
Met beide handen in de hoogte begroette
een opgetogen wielerkampioen het hem en
thousiast toejuichende publiek, maar ook Loatti
kreeg de eer, die hem toekwam en Derksen
werd eveneens in de eerste, spontane huldi
ging betrokken.
Daarop volgde de gewone cérémonie proto-
colaire. De regenboogtrui werd den wereldkam
pioen over de schouders geworpen, fotograven
„namen" hem in alle standen en tenslotte nam
ook de Apollo-harmonie uit Hoorn zijn aandeel
hierin, door den stralenden, met een grooten
krans omhangen, jongeman op zijn eere-ronde
met het Wilhelmus te begeleiden.
Bij de profs was de strijd niet zoo aantrek
kelijk als bij de amateurs, maar ook hier vielen
toch aardige en spannende momenten
te genieten, vooral dank zij v. Vhet, die echter
ook het publiek even schrik aanjoeg, door de
royale wijze, waarop hij door Richter in zijn
eersten rit werd geklopt. In de voorlaatste
bocht beging hij n.l. de fout den snel wegsprin
gende n Duitscher over zich heen te laten gaan.
Teen was er geen houden meer aan en in den
schitterenden tijd van 12 sec. won Richter met
2 lengten. Het publiek toonde zich zeer spor
tief en juichte den overwinnaar van v. Vliet
hartelijk toe.
Maar in den tweeden rit toonde Van
Vliet eerst met recht zijn grootschen vorm.
Wel probeerde Richter het nog eens op de-
zelfde wijze, maar onze landgenoot was
nu een gewaarschuwd man en ln een weer-
galooze rush wist hij den Duitscher met een
half wiel te slaan in den prachtigen tijd
van 113/5.
Op schitterende wijze sleepte v. Vliet ook
in den beslissenden rit de zege ln de wacht.
Ditmaal vertrok hij van kop en vanuit die
positie begon hij totaal onverwachts al
thans voor Richter een grootsche spurt.
Met zeker drie lengten verschil werd de bui
tenlander kansloos geklopt, zoodat onze land
genoot dus in de finale kwam.
Want het „poeske" wist natuurlijk Gérardin
wel te kloppen en hij was de eenige die er
maar 2 ritten voor noodig heeft. Echter dient
hierbij verklaard, dat hij ook de gemakkelijkste
beurt van alle halve finalisten had.
In den eersten rit was het Gérardin die aan
den haal ging, maar in de laatste bocht, toen
Gérardin nog steeds één lengte voor lag, plaats
te Scherens kalmweg zijn befaamde sprong en
moest Gérardin met een half wiel de meer
derheid van den Belg erkennen.
In den tweeden rit probeerde Gérardin 't nog
eens op deze wijze en aanvankelijk met nog
grooter succes, maar juist toen Scherens' posi
tie hopeloos leek, wipte „Poeske" over zijn te
genstander heen, om met banddikte te winnen.
De derde plaats was voor Richter en dat was
de eerste beslissing die dezen middag viel. Hij
had er overigens weinig moeite mee en won in
beide ritten van kop af. Wel trachtte Gérardin
in den eersten rit nog bij te komen, maar op het
laatst schoten zijn krachten toch tekort. Ook
in den tweeden rit bleek hij niet bij machte
den Duitscher zijn alleszins verdiende derde
plaats te ontnemen.
Ook bij de professionals is de titel tenslotte
in Nederlandsche handen gekomen. De kansen
stonden al direct zeer gunstig. In den eersten
rit hield Scherens van Vliet langen tijd tegen,
maar in de voorlaatste bocht dook de Neder
lander plotseling omlaag en zette er een gang
in, waar de wereldkampioen niet meer aan
tippen kon. Hij verloor dan ook met verschil
lende lengten.
In den tweeden rit was het initiatief in han
den van den Belg. Van Vliet bleek de situatie
niet geheel juist te hebben overzien en zette
veel te laat zijn spurt in, waardoor hij den
Belg niet verder dan op een half wiel wist te
achterhalen.
Een derde rit moest dus de beslissing bren
gen. Deze beslissing viel tenslotte uit in het
voordeel van onzen landgenoot, ondanks het
feit, dat hjj o.i. een fout maakte, die hem bijna
de regenboogtrui had gekost.
Scherens, die op kop was gestart, had nog
steeds de leiding bij de voorlaatste bocht, waar
hij het offensief inzette en wegvluchtte. Van
Vliet volgde o.i. positief te laat en kwam di
rect enkele lengten achter. Met den moed der
wanhoop en al zijn reserve in den strijd bren
gende, zette onze landgenoot den Belg na, en
wat haast niet te gelooven was, gebeurde.
30 M. vóór de finish bleek Scherens
plotseling leeggereden. Het publiek, dat als
écn man was opgestaan, om toch vooral
niet het klimaxdetail van dezen kamp te
missen, zag den Belg met een moedeloos
gebaar plotseling afstoppen env. Vliet
met een voorsprong van meerdere lengten
over de eindstreep gaan. Nederland had op
beide sprinttitels beslag gelegd!
Opnieuw een enthousiasme, dat hooren en
zien verging. Kransen, muziek en fotograven
ter eere van den tweeden Nederlandschen wie
lerkampioen en tenslotte een eererondje, waar
ook de populaire Guus Schilling nolens volens
bij betrokken werd. Hij werd op een fiets gezet
en de Nederlandsche verzorger was niet zoo
goed, of hij zou zijn rondje uitrijden. Hetgeen
onder luide toejuichingen ook gebeurde!
Wanneer we aan het eind van dezen
tweeden dag der wereldkampioenschappen
een nabeschouwing moeten schrijven van de
prestaties onzer landgenooten, kan het niet
anders of deze nabeschouwing heeft een
ietwat feestelijke tendenz. Feestelijk, om
dat het, zooals wij reeds opmerkten, een
unieke gebeurtenis in de geschiedenis van
de internationale wielersport is, dat twee
Nederlanders in verschillende sprintcatego
rieën het wereldkampioenschap hebben be
haald.
In de allereerste plaats een woord van hulde
aan Arie van Vliet, niet alleen voor zijn over
winning, maar ook en vooral voor het feit, dat
het hem gelukte zichzelf uit een moreele de
pressie te halen, zich erboven te plaatsen en
uiteindelijk de zege nog veilig te stellen. Die
moreele depressie kreeg Arie in zijn eersten rit
van den tweeden dag tegen Richter, toen de
Duitscher hem volkomen verraste. Het was
niet zoozeer de nederlaag zelf als wel de enor
me voorsprong, waarmee Richter over de streep
ging, die van Vliet moreel zoo'n knak toebracht
en het getuigt van een enorme wilskracht, dat
onze landgenoot zich daar bovenuit wist te
werken en van Richter den tweeden en derden
rit wist te winnen. Die tweede rit tegen Richter
was trouwens een van de fraaiste ritten van
dezen dag. Van Vliet ging Richter bij het in
gaan van de tweede ronde voorbij en heel hoog
kroop Arie in de bocht, terwijl Richter heele-
maal beneden afwachtte wat van Vliet zou
doen. Arie liet zich toen uit de bocht als het
ware naar beneden „vallen"; hij kwam meteen
in hoog tempo, had voor den Marathon al en
kele meters voorsprong genomen en reeds daar
was Richter een geslagen man. Het was een
staaltje van weergalooze kennis van tactiek, ge
paard gaande aan enorme capaciteiten, een toe
komstig wereldkampioen waardig.
Tegen Scherens had van Vliet het niet zoo
erg moeilijk. Want al won de Belg de tweede
serie, hij had hiervoor zoo'n enorme krachts
inspanning noodig en bleek na afloop van dezen
tweeden rit zoo vermoeid te zijn, dat het voor
onze gevoelens aan geen twijfel onderhevig was,
of de jeugdige van Vliet, die na afloop heele-
maal niet zoo vermoeid scheen, zou den beslis
senden rit in de wacht sleepen.
Scherens liet wel bijna een kwartier op zich
wachten, hetgeen beteekende dat hij tijd won
om zooveel mogelijk uit te rusten. Doodsbleek
kwam hij de baan op en zij, die Scherens ken
den, wisten voldoende. En hoewel de Belg eerst
op 150 M. van de finish de eindspurt inzette
en v. Vliet in feite toch te laat beantwoordde,
bleek Arie veel sneller; Scherens had geen
greintje macht meer in de beenen.
Dat van de Vijver met de zege is gaan strij
ken, moet allereerst worden toegeschreven aan
het uitstekende rijden van den wereldkampioen.
Daarvoor alle hulde en alle respect. Maar het
moet in de tweede plaats worden toegeschreven
aan het feit, dat Derksen na zijn fraaie over-
winning in den eersten rit tegen van de Vijver
zoo hopeloos over zijn zenuwen heen was, dat
hij in de tweede en vooral beslissende race zijn
beenen haast niet rond kon krijgen. Bühnen-
fieber kennen ook de renners, maar wanneer
deze koorts te hevig is, zijn zij niet meer in
staat te rijden en worden zij van wereldrenners
louter beginnelingen. Hiermee is wel tegelijker
tijd het falen van Derksen verklaard; falen in
betrekkelijken zin natuurlijk, want een amateur,
die zoo kort rijdt als met Derksen het geval is
en dan nog de derde plaats bezet in een zoo
sterk bezet tournooi als de wereldkampioen
schappen, heeft toch nog een zeer opvallende
prestatie verricht. Van Derksen zullen we onge
twijfeld nog wel hooren; met Smits behoort hij
tot de toekomst van de Nederlandsche sprint-
school.
Van de Vijver had het in de finale betrekke
lijk gemakkelijk, want hier stond niet meer te
genover hem de geweldige Loatti van dezen
winter, maar het bleek duidelijk dat de Ita
liaan sindsdien beduidend in kracht is achter
uitgegaan. Nog is hij een sprinter van klasse,
maar waar van de Vijver sterk vooruit is ge
gaan gedurende de laatste maanden, was het
verschil tusschen beiden op dezen dag der fi
nales te groot. Dat verschil zag men allerduide
lijkst in den laatsten rit der finale. Toen
kwam Loatti er eenvoudig niet aan te pas en
zegevierde onze landgenoot, die natuurlijk den
moreelen steun van zijn overwinning had, met
kilometers, zooals dat in wielertermen heet.
Voor de tweede maal in twee jaren is van
de Vijver dus amateur-wereldkampioen en dit
is een feit, dat slechts zelden is voorgekomen in
de geschiedenis van de wielersport. De man uit
Bergen op Zoom zal 1 Januari overgaan tot de
beroepsklasse en hij zal in deze categorie zeker
geen slecht figuur slaan.
Ten slotte mogen we aan het einde van deze
beschouwing niet vergeten hulde te brengen aan
Guus Schilling, den man, die de verzorger en
„leeraar" is van beide sprinters. Er zijn slechts
weinigen, die weten hoeveel moeite en hoeveel
tijd Guus Schilling gegeven heeft voor Arie van
Vliet en voor al onze amateur-sprinters en 't
is misschien goed juist in deze feeststemming
eens te vragen of de N.W.U. in de twee behaal
de wereldkampioenschappen geen aanleiding
ziet, ook Schilling eens haar dankbaarheid te
toonen door hem vast aan te stellen als offi-
cieelen N.W.U.-trainer, opdat de populaire oome
Guus voor een zorglijken ouden dag gespaard
kan blijven.
Het woord is in deze aan de N.W.U4
Zooals verwacht werd, hebben onze
stayers het in hun series niet tot een over
winning weten te brengen. Groenewegen
verloor zoowel door gebrek aan ausdauer als
door het volkomen tactloos rijden van
Wïersma van Metze en Wals, die toen hij
op de tweede plaats lag, een lekke band
kreeg, geraakte hierdoor zoover ten achter,
dat hij er zich maar toe bepaalde den
Franschman Paillard achter Severgnini aan
te jagen, en dezen zelfs te stuiten, een
spelletje, dat den Italiaan 2 K.M. voor het
einde de leiding kostte, nadat hij die 98
K.M. lang had gehad.
Dat was inderdaad een zeer bittere pil voor
Severgnini en het was ook zeer onsportief van
een gedeelte van het publiek, om hem uit te
jouwen, toen hij opgewonden en met velerlei
gebaren, zooals dat den Italianen nu eenmaal
eigen is, bij de jury ging protesteeren. Dit dit
protest niets hielp, was van te voren wel te
zeggen, want er was volstrekt niets gebeurd, dat
overtreding van de reglementen beteekende,
hoewel wij het van Wals en Kaser een
zeer minne daad vinden, om hun machteloos
heid op deze wijze op den uitstekend rijdenden
Severgnini te wreken. Bovendien gebeurde dit
met een gebaar, dat Severgnini wel heel duidelijk
moest laten zien, hoe zijn stuk gereden tegen
standers de hand in dit flauwe combinespel
letje hebben gehad.
Overigens moeten wij het Paillard nageven,
dat hij voortreffelijk heeft gereden. Bijna den
geheelen wedstrijd lag de Franschman in de
derde positie, met Severgnini, de leider, en Wals,
nummer, twee, achter zich. Toen onze land
genoot een lekken band kreeg ontketenden
zijn rivalen natuurlijk aanstonds het offensief en
aangezien er bij de wereldkampioenschappen
geen vergoeding wordt gegeven, was Wals met
drie ronden plotseling zoo goed als kansloos.
Het had er allen schijn van dat de rit, die tot
dan toe weinig bijzonders had opgeleverd, ook
verder heel kalm zou verloopen en een gemak
kelijke zege voor Severgnini zou worden, maar
13 ronden voor het einde had het bovenomschre
ven incident plaats, dat hem op wel zeer onver
wachte wijze de leiding kostte. De Belg Ronsse
en de Spanjaard Fombellida hadden op het ver
loop van den strijd geen invloed. Vermelden wij
nog dat Wals' samenzwering tegen Severgnini
hem zooveel tijd en aandacht kostte, dat hij
tenslotte met een achterstand van vijf ronden
op de laatste plaats terecht kwam.
Dan deed Groenewegen het des middags heel
wat sportiever en beter. Uit de vierde positie
was hij direct achter Metze, die bij den start
derde lag, op de tweede plaats geklommen en
daar bleef hij ondanks verschillende aanvallen
van „beneden af" tot de 25 K.M. Toen moest
hij Süter den Zwitser laten passeeren, maar bij
de 45 K.M. had hij dezen weer naar de derde
plaats teruggedrongen. Wiersma beging toen
echter de groote fout hem ineens door ook over
den razend snellen Metze te willen jagen, een
spelletje, dat boven de krachten en de routine
van den Amsterdammer lag, die nu eenmaal nog
geen 100 K.M.-racer is. Hij raakte los en verloor
meer en meer terrein, zoodat hij er 35 K.M.
voor het einde zeer zwak voor stond.
Nog eenmaal liet hij toen zien, dat hij
waard was. Met nog maar enkele kilometers
voor den boeg, toog hij nog eens ten aanval en
zeker zou hij in den eindstand Metze dichter
dan op 510 meter benaderd zijn, wanneer niet
Wierma hem, door steeds te hoog rijden, vol
komen had uitgeput. Nu bleef hem weinig van
zijn krachten meer over, zoodat de tweede
plaats, welke hij desniettemin veroverde, in
een zeer gunstig daglicht komt te staan.
We zullen dus voor de herkansingen nog
maar niet alle hoop opgeven!
Metze en Paillard zijn met Lohmann reeds
van een plaats in de finale verzekerd.
Terloops noemden wij reeds de harmonie
„Apollo" uit Hoorn. Deze kranige muzikanten-
schare heeft zich echter niet alleen bij het
volkslied doen hobren. Reeds vóór den aan
vang werd het publiek dat vroeg opgekomen
was met pittige muziek bezig gehouden en ook
tusschen de bedrijven door werd menige mu
zikale wandeling over het terrein gemaakt.