Een Koninklijk dankwoord Oi Koortsachtige bedrijvigheid te Londen Speciale opwekking tot de jeugd i 1 1 I Parijs acht te het niet noodig stappen Berlijn te doen Het nieuws van heden Agent doodt brigadier I TOESTAND ALS ERNSTIG BESCHOUWD GEREGELD IN CONTACT MET LONDEN DE BAROMETER I i VEREENIGDE KATHOLIEKE PERS WOENSDAG 31 AUGUSTUS 1938 - AVONDBLAD BUREAUX VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE i NASSAULAAN 51 - TEL. 13866 - GIRO 22884 Abonnementsprijs (bij vooruitbetaling)vooi Haarlem 25 cent per week; per kwartaal f 3.25. Bij onze Agenten 11Vi ct. per week, per kwartaal f3.58 DAGBLAD MET OCHTEND- EN AVOND-EDITIE. UITGEGEVEN DOOR DE N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD, HAARLEM OK O jg 1 gj iii Hi Hi Hi Hi De vlieger Lindbergh als bokser Lindbergh te Odessa Men gelooft echter, dat Hitler geen oorlog zal ontketenen Sir John Simon's rede De havenarbeiders te Marseille staken Cycloon teistert Mexico Frankrijk gelooft nog steeds, dat Engeland er in zal slagen een vreedzame oplos sing te vinden Chamberlain wenscht interventie van den Duce VIER EN ZESTICSTE JAARGANG No. 21353 DIT NUMMER BESTAAT UIT ACHT BLADZIJDEN Op het bureau ontboden om een berisping te ontvangen Moskou dementeert de geruchten over Stalin Geen ongeluk of aanslag Het Weer NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT H A N D E L S O N D E R N E M I N/5 BEGIJNEKADE 10. TEL. 12500 Levert Stofzuigers, Waschitiach., Meubelen, compl. Keukens' Rijwielen, Vergassers, enz. VANAF 50 PER WEEK H. M. de Koningin heeft hedenmid dag de hierna volgende rede gehou den, welke door alle Nederlandschc- zenders is uitgezonden: p den dag, waarop ik voor 40 (jaar krachtens de Grondwet, na volbrenging van mijn 18de levensjaar, de teugels van het bewind overnam van Mijne dierbare Moeder, die als Regentes tijdens mijne min derjarigheid met zooveel staatsman schap en wijsheid het Schip van Staat gestuurd had, gevoel Ik Mij gedron gen, Mij rechtstreeks tot mijn geheele volk te wenden, teneinde het te dan ken voor het vertrouwen, dat het mij geschonken heeft in die lange reeks van jaren, en voor de steeds op nieuw betoonde liefde en aanhanke lijkheid. Beide zijn Mij een bron van kracht geweest, vooral in bewogen tijden en in dagen van zorg en spanning. Zon der deze ware het Mij niet mogelijk geweest, Mijn taak te volbrengen. Na het overlijden van Mijnen on- vergetelijken Vader, toen Ik reeds als kind tot den troon geroepen werd, gingen^ al spoedig Mijne oogen open voor de groote verantwoordelijkheid en de veel omvattende plichten die Mij wachtten en voor de hooge eischen, die aan Mijn ambt gesteld worden. Op dien indrukwekkenden en nim mer door Mij te vergeten gang naar de Nieuwe Kerk in Amsterdam, al waar Ik beëedigd en ingehuldigd werd, was Ik diep doordrongen van het tekort schieten van menschelijke wijsheid en van menschelijk willen en kunnen en overtuigd, dat in dit tekort niet anders dan door God Zelf kon worden voorzien. Het zij Ons gegeven de 40 jaar, die ■thans achter ons liggen, in het licht van Zijn leiding te zien. Dan welt als vanzelf een danktoon op uit Ons hart, voor uitkomst in zorgvolle tijden, voor onverwachte wending van ongunstige omstandig heden, voor zooveel, dat Ons be spaard bleef, naast het goede, dat Ons deel werd. Op een dag als deze denk Ik meer dan ooit met dankbaarheid en wee moed terug aan den steun, welken Ik tijdens Ons huwelijk van de zijde van Mijn geliefden echtgenoot bij de ver vulling van Mijn taak mocht onder vinden en tevens aan de hartelijke en onverflauwde belangstelling van Mijne Moeder en Haar begrijpen van Mij met Mijne plichten en moeilijk heden, in één woord, van al wat Ik tot Haar bracht. Met erkentelijkheid en waardee ring gedenk Ik de bekwaamheid en toewijding van de raadslieden der Kroon, die in ernstige, ja soms be narde tijden tot het bewind werden geroepen, die zich voor zulk een moeilijke en veel omvattende taak geplaatst zagen en ook heden nog zien. Ook gaat Mijn dank uit naar allen, die in trouwe plichtsbetrach ting het moederland of Nederland onder de keerkringen dienen of eer tijds hun krachten aan dien dienst gaven. Onverschillig of zij eene voor aanstaande dan wel een meer be scheiden plaats in den Staatsdienst hebben ingenomen of nog innemen, zij waren en zijn allen van nabij of uit de verte Mijn medewerkers en hebben, ieder op zijne wijze, bijge dragen tot het welzijn van den Staat in het afgeloopen tijdperk. Ongetwijfeld herinneren zich de ouderen onder Mijne toehoorders de rust en den toenemenden voorspoed, zoo hier als over zee, welke den tijd van het regentschap Mijner Moeder kenmerkten, gunstige omstandighe den, die voortduurden tot het uitbre ken van den wereldoorlog, doch welke door deze gebeurtenis een plotseling einde namen. De zorgvolle jaren van den wereld brand, te midden waarvan ons ge- oied onzijdige maar daarom niet on bedreigde eilanden vormde, blijven steeds in het geheugen van hen, die ze medemaakten, voortleven. Nog al tijd ondervinden de volken de gevol gen van dien noodlottigen strijd, niet het minst inhet economisch leven, dat met zooveel bezwaren te kampen heeft bij zijn pogingen zich te her stellen. Toch- vormen deze gevolgen geen onoverkomelijken hinderpaal, die niet in de toekomst met bereidwilligheid en vereende krachten zou kunnen worden weggeruimd, opdat de zoo noodige rust en het vertrouwen terug- keeren en economische ontplooiing, gepaard gaande met verbetering van sociale omstandigheden, tot stand kome. Mijne gedachten en warme deelne ming gaan uit naar de velen, die door den nood der tijden zwaar getroffen zijn en wier geduld op zoo groote proef wordt gesteld. Intusschen is het niemand gegeven met zekerheid in de toekomst te zien. Ik wil Mij hier dan ook beperken tot een woord, dat Ik wensch te richten tot de jongeren, die geroepen zullen worden in een volgend tijdperk op ieder gebied der maatschappij opbou wend werk te verrichten, onverschil lig in welk deel van het Rijk. Ik wensch hen te wijzen op de groo te verantwoordelijkheid, die op hen rust, want van hun karakter, flink heid, voortvarendheid, aanpassings vermogen en helder inzicht zal de terugkeer tot betere tijden in hooge mate afhankelijk zijn. Hun zal waar schijnlijk een zeldzame kans geboden worden te toonen wat hun vernuft en noeste arbeid vermogen voort te brengen. De grondslagen, waarop ons staats bestel rust en de hoogste en heiligste goederen, die door de eeuwen heen het onvervreemdbaar eigendom van ons volk zijn geweest, vormen een hechten bodem om die toekomst op te doen verrijzen. Niet behoorend tot een omlijnden of afgesloten tijdkring, zijn zij even zeer het erfdeel dier jongeren, gelijk zij dat geweest zijn van de opeen volgende geslachten die hun vooral- gingen. Mits met vertrouwen en met oordeel toegepast, kunnen zij zich steeds verjongen en aanpassen aan de behoefte van den tijd, gelijken tred houdend met de ontwikkeling en ontplooiing van ons volk. Met gerustheid in dit opzicht zie Ik in onze toekomst, nu Ik menig maal getuige mocht zijn van de be reidwilligheid, den ernst en de geest drift, die het jongere geslacht be zielen voor de groote taak die het wacht. Op het onafzienbare arbeidsveld, dat zal moeten worden ontgonnen, zie Ik in gedachten Mijne kinderen, ieder op eigen gebied, aan die taak medewerken, de idealen van hun tijd- genooten deelende, hen begrijpende en door hen begrepen. Moge het Mijner dochter gegeven zijn, wanneer Zij eenmaal tot den Troon geroepen wordt, met raad en daad door hen gesteund en door hun liefde en vertrouwen gedragen, Mijn geliefd volk met wijsheid en beleid naar een gelukkige en voorspoedige toekomst te leiden. U allen dankend voor uw medele ven met Mij op dit hoogtij, onverschil lig of gij in het moederland, in Ne- derlandsch-Indië, Suriname of Cu racao woont, dan wel in het buiten land toeft, besluit Ik met den wensch, dat deze herdenking het besef van ons aller samenhoorigheid moge ver levendigen en dat Wij ons bewust mogen zijn één te zijn in willen, stre ven en offervaardigheid waar het geldt de hoogste belangen van Volk en Rijk. Dat God daartoe Uw en Mijn gemeenschappelijk streven met Zijn Zegen krone. Hi Hi Hi Hi Hi 3? tji iji Hi ti Hi tjt Hi Hi rit Hi Hi Hi Hi Hi Hi Hi Hr Hi Hi Hi Hi Hi Hi Hi Hi Hi Hi Hi Hi Hi Hi Hi Hi Hi Hi Hi Hi Hi Hi Hi Hi Hi Hi Hi Hi Hi Hi Hi Dc bekende Amerikaansche vliegenier Lind bergh heeft alvorens uit Moskou te vertrekken een onaangenaam avontuur beleefd, dat in di plomatieke kringen een groote hilariteit heeft verwekt. Reeds herhaaldelijk had kolonel Lindbergh gemerkt, dat hij sinds zijn aankomst te Moskou voortdurend geschaduwd werd. Plotseling stond hij stil om aan den man die hem volgde tekst en uitleg te vragen. Toen hij geen bevredigend antwoord kreeg, gaf kolonel Lindbergh den po litieman (want de persoon die hem steeds volg de was een detective), een flinken stomp, zoo dat hij tegen den grond rolde. Dit tooneel speel de zich af op een terrein in de nabijheid van de luchthaven. Den volgenden dag telefoneerde het hoofd van de Gepoe, mr. Jeschof, persoonlijk aan den ambassadeur der Vereenigde Staten om te ver klaren, dat hij deze bewaking had ingesteld om den persoon van kolonel Lindbergh te bescher men. Lachend voegde Jeschof eraan toe: „Mijn vriend heeft zich in ieder geval ervan kunnen overtuigen, dat kolonel Lindbergh een even goed bokser als vlieger is." Gisteren is Lindbergh met zijn echtgenoote op het vliegveld van Odessa aangekomen. Het echtpaar werd ontvangen door den Russischen vlieger Slepnev, vertegenwoorSigers van de gemeentelijke Sovjet en functionarissen van de burger-luchtvaart, Het Leidscheboschje te Amsterdam, in staand regeeringsjubileum en de jeesttooi ter gelegenheid van het aan komst der vorstin in de hoofdstad (Van onzen Londenschen correspondent) Terwijl over het geheel genomen de Duit- sche pers de eenige is, welke Sir John Si mon's rede ongunstig ontvangen heeft (af gezien van de Italiaansche, die in deze zaak slechts het standpunt van Duitschland weer geeft en.... aandikt!), voelt men zich te Lon den aangenaam getroffen door den milden vorm, waarin de commentaren gegoten zijn Niet dat men hieraan al te groote waarde hecht, maar in een tijd van de uiterste inter nationale spanning is het toch in ieder geval een geruststellend teeken, dat Duitschland ver mijden wil Engeland direct te ontstemmen. Indien datgene bereikt wordt, wat Sir John's rede beoogde; indien Duitschland wil medewer ken tot een compromis inzake Tsjecho-Slowa- kije, inplaats van Europa te bedreigen met een feitelijk gemobiliseerd leger van meer dan I millioen man, dan beteekent dit in zekeren zin een „terugtocht" van Hitier. Zulk een terug tocht moet ter wille van het prestige der Duit- sche regeering „gedekt" worden; hij mag niet het karakter hebben van een nederlaag. Sir John's rede was erop berekend zulk een eervollen terugtocht mogelijk te maken en in dien Duitschland werkelijk voornemens is aan een compromis mede te werken, dan kan men ook niet anders verwachten dan dat het Sir John's rede zal becritiseeren, doch in een vorm, welke hier geen aanstoot geeft. Had de Duit- sche pers zich daarentegen overgegeven aan een „uitbarsting" tegen Engeland, dan zou alt het symptoom geweest zijn van een hoogst be- denkelijken en gevaarlijken toestand. Maar dit is dan ook wel zoowat de meest op timistische opvatting, welke men hier van de ontwikkeling der gebeurtenissen in de aller laatste dagen heeft. Men beschouwt den toestand als buitenge woon ernstig. Men beschouwt hem als des te ernstiger, omdat de leiders te Berlijn, dagen vóór Simon sprak, ten volle bekend waren met het standpunt der Britsche regeering en toch in het minst niet blijk gegeven hebben hier mede eenigszins rekening te willen houden. In het bijzonder weten Hitler en Von Ribbentrop. dat de Duitsche legeroefeningen op zoo reus achtige schaal te Londen niet alleen de groot ste bezorgdheid, maar ook groot wantrouwen gaande gemaakt hebben en dat men ze hier beschouwt als een middel om de Tsjechische regeering te dwingen tot het inwilligen van de uiterste eischen, d.w.z. van concessies, welke het voortbestaan van Tsjecho-Slowakije als on- afhankelijken, democratischen staat onmoge lijk zouden maken. De Britsche ambassadeur te Berlijn, Sir Ne ville Henderson, heeft dit, sinds het begin der Duitsche manoeuvres, niet eens, doch herhaal delijk aan Von Ribbentrop onder de oogen ge bracht. Ook heeft hij er op aangedrongen, dal van Berlijn uit de grootst mogelijke gematigd heid aan Henlein zou worden aangeraden (d.i. voorgeschreven) en niets heeft hier meer onge rustheid verwekt dan het feit, dat integendeel de Duitsche pers en de Duitsche radio alles doen om de gemoederen der Sudeten-Duitschers te verhitten. Dat de „proclamatie", waarin deze Duitschers aangezet worden zich te „ver dedigen",' niet door Henlein uitgevaardigd zou zijn zonder toestemming van Berlijn, neemt men hier als vanzelf sprekend aan en de pu blicatie van een communistisch manifest, dat in Londensche regeeringskringen als gefingeerd beschouwd wordt, geldt als een bijzonder veeg teeken, aangezien ook in Oostenrijk in het be gin van Maart plotseling door de Nazi's ge werkt werd met het „communistische spook". Wy mogen zeggen, dat sinds minstens een week de Britsche regeering den toestand als hoogst-gevaarlijk beschouwt. Aan vankelijk is gepoogd dit te verheimelijken. Zelfs toen de vorige week Woensdag de bespre kingen tusschen Chamberlain, Halifax en Si mon plaats hadden, poogde men het nog ts doen voorkomen alsof niet de toestand in Mid den-Europa de eenige aanleiding was tot deze conferentie. Maar een deel der Britsche pers weigerde zich voor den domme te houden. Van het oogenblik af, waarop bekend was, dat dc Duitsche manoeuvres op zoo geweldige schaal zouden plaats hebben en dat honderdduizenden gezet waren jtan de versterking van net Rijn gebied, hadden oppositie-bladen erop aange drongen, dat de Britsche regeering het volk de volle waarheid zou vertellen. Thans heeft zij gedaan wat bijna even doeltreffend is: zij heeft het volk de volle waarheid doen raden. Zelfs regeeringsorganen maken hiervan niet langei een geheim. In officieele kringen beschouwt men niet alleen de jongste voorstellen van Hodza als volkomen aannemelijk, indien Hitier en Hen lein althans niet naar ontbinding van den Tsjechischen staat streven, maar men is ook van oordeel dat zij de uiterste concessies be vatten, waartoe de regeering te Praag gaan kan. Op het oogenblik evenwel betwijfelt Lon den ten zeerste dat die voorstellen aange nomen zullen worden, en terecht of ten on rechte meent men thans dat Hitler met geen anderen vrede genoegen neemt dan een, die door hem via Henlein gedicteerd is, on der de pressie van 1 millioen exerceerende Duitsche soldaten. Terwijl Sir John Simon te Lanark sprak, hield Winston Churchill een rede in Essex, waarin hij een beroep deed op Hitler, den man die in deze zaak de beslissing heeft. Churchill's rede was veel scherper dan die van Simon, maar haar strekking was dezelfde, en sommige passages, ofschoon in anderen vorm gegoten, vertoonden een opvallende overeenkomst met belangrijke deelen van Sir John's vertoog. In diplomatieke kringen vraagt men zich thans af of ook Churchill overleg gepleegd heeft met Chamberlain, Halifax en Simon. Laatstge noemde vertegenwoordigt in- het kabinet de nationale liberalen, terwijl Churchill buiten de regeering de belichaming is van dien conserva tieven vleugel, die pleit voor een krachtiger politiek ten opzichte van Duitschland. Het zou een symptoom zijn van den ernst der oogen- blikkelijke crisis indien de regeering het noo- dig geoordeeld had een soort solidariteit tus schen de verschillende regeeringsfracties te organiseeren, door Winston Curchill uit te noo- digen het Tsjechisch-Duitsche probleem te be handelen op hetzelfde oogenblik en in denzelf den geest als Sir John Simon. Of dit inderdaad gebeurd is, weten wij niet, doch in gewoonlijk goed ingelichte kringen gelooft men toch sterk in deze mogelijkheid. Groot als de bezorgdheid is, moet er toch op gewezen worden, dat tot nu toe de regeering, voor zoover men weet, geen overleg gepleegd heeft met leiders der Oppositie, of dezen om trent den stand van zaken heeft ingelicht. Men zinspeelt op de mogelijkheid, dat dit morgen gebeuren zal, nadat de ministers beraadslaagd zullen hebben. Mr. Chamberlain zal echter tot het uiterste vermijden de leiders der liberale en labouropposities naar Downingstreet te roe pen, aangezien dit een zeer verontrustenden indruk maken zou. De Britsche ambassadeur te Berlijn. Sir Ne ville Henderson, heeft rapport uitgebracht aan den Eersten Minister, Lord Halifax en Sir John Simon. Zijn overkomst behoeft niet noodzake lijkerwijze een verontrustende beteekenis te hebben; zij beoogt niets anders dan de ministers nauwkeurig in te lichten. De koortsachtige bedrijvigheid der Britsche ministers en diplomaten, en niet op de laatste plaats die van Lord Runciman, houdt hiermede verband, dat men het in de hoogste mate gevaarlijk acht, indien geen com promis tot stand gekomen is alvorens over een week het Nazi-partijcongres te Neurenberg bij eenkomt. Voor zoover Engelschen zich zenuw achtig kunnen maken, geven zij blijken van ze nuwachtigheid met betrekking tot de rede, welke Hitier daar houden zal. De belangstelling in deze congressen en in de toespraken van Hitler was dc laatste paar jaren in Engeland tot het nulpunt gedaald, maar nooit was zij grooter dan ditmaal. In regeeringskringen is de belangstelling des te grooter, omdat men er niet gelooft, dat Hitier reeds een definitieve beslissing genomen heeft. Alles wordt in het werk gesteld om hem te beïnvloeden ten gunste van een compromis, maar op het oogenblik schijnt de Britsche re geering zelf aan haar invloed te Berlijn te twijfelen. Eén ding is duidelijk juist omdat het zoo onduidelijk gezegd is: een Duitsche inval in Tsjecho-Slovakije beteekent niet alleen oorlog, maar een oorlog, waarin Engeland opnieuw te genover Duitschland zal staan. Heeft men te Berlijn hieraan getwijfeld? In dit geval zijn alle pogingen, de laatste dagen door de Britsche regeering en de Britsche diplomatie aangewend, erop gericht geweest, dien twijfel uit den weg te ruimen. Hitier heeft tot nu toe nooit als een avon turier gehandeld. Hij heeft nog nooit erop of eronder gespeeld. Al zijn „coups", ook de Oos- tenrijksche, volbracht hij in de zekerheid, dat geen oorlog erop zou volgen. Te Londen gelooft men, dat hij ook thans niets doen zal, waarvan hij weet dat het een oorlog op leven en dood ten gevolge zou hebben. Maar ondanks alle duidelijke en onduidelijke waarschuwingen weet men nietof hij het weet. MARSEILLE, 30 Aug. (Havas). De haven arbeiders te Marseille hebben besloten hun actie voort te zetten; zij weigeren overuren te maken en de nieuwe arbeidstijdregeling te aanvaarden. Morgenochtend zal dus niet vol gens de bepalingen van de ministerieele be schikking gewerkt worden. MEXICO, 31 Aug. (Stefani). Een geweldige cycloon heeft groote verwoestingen aangericht in de provincies van N.O. Mexico. Alleen reeds te Ciudad Vittorla zijn twaalf personen om het leven gekomen. Honderden huizen zijn verwoest. Men weet nog niet hoe veel dooden in het geheele geteisterde gebied te betreuren zijn, terwijl men evenmin de to tale schade kent. PARIJS, 31 Aug. Omtrent het verloop van den gisteren gehouden Ministerraad verneemt Havas nog, dat minister Bonnet alle internationale problemen heeft behan deld en met name uitvoerig heeft stilgestaan bij Tsjecho-Slowakije. Generaal Vuillemin heeft tijdens zijn be zoek aan Duitschland den Duitschen minis ters onomwonden verklaard, dat Frankrijk zijn pact met Tsjecho-Slowakije zal nako men, zoodat Parijs het overbodig acht nog een démarche te Berlijn te ondernemen. Men wenscht alles te vermijden, wat bij de tegenwoordige geestesgesteldheid te Berlijn tot bepaalde interpretaties zou kunnen lei den. Parijs en Londen staan onafgebroken met el kaar in contact. De Fransche regeering, die ge looft in de mogelijkheid van een vreedzame re geling, hoopt op een welslagen van het Britsche streven, ter verkrijging van een vriendschappe lijke oplossing van het geschil. In verband daarmede wordt opgemerkt, aldus Havas, dat de Britsche regeering in den loop van de maand Augustus twee démarches te Ber lijn heeft ondernomen, waarvan men tot dusver niet op de hoogte was. De Britsche pers spreekt vanochtend kalmer over de Tsjecho-Slowaaksche kwestie. De „Ti mes" schrijft, dat de mogelijkheden tot verzoe ning te Praag nog niet ten volle zijn onderzocht, laat staan zijn uitgeput. Een beroep op de Tsjechische journalisten Het bestuur van de Tsjechische journalisten- vereeniging heeft een beroep op de leden gedaan om nauwgezet de discipline in acht te nemen, aangezien de belangen van den staat vereischen, dat de geheele pers een gereserveerde en gema tigde houding aanneemt ten aanzien van de in ternationale gebeurtenissen en er zich voor wacht artikelen te publiceeren, die de eer van vreemde landen zouden kunnen aantasten. Guyon bericht uit Rome aan „Le Journal" dat de Britsche zaakgelastigde, Sir Noel Charles, op dracht heeft ontvangen, Mussolini te verzoeken ook zijn medewerking te verleenen, dat de vrede ir: Europa blijft gehandhaafd. Naar verluidt zou Mussolini deze gelegenheid hebben afgewacht om in te grijpen; morgen zal men zien of men hier toe zal besluiten. Guyon gelooft niet, dat men een opzienbarende verklaring van den Duce moet verwachten ter gelegenheid van het leggen van den eersten steen voor het ministerie voor Italiaansch Afrika, hetgeen morgen zal geschie den. Chamberlain zou liever een discrete doch krachtige interventie verlangen en Musso lini zal zeker zijn bijdrage leveren. Reuter meldt uit Praag Men heeft op het oogenblik nog geen aanduidingen inzake, het antwoord van de Sudeten-Duitschers op de nieuwe voorstellen van de regeering, doch het is niet waarschijnlijk dat zij zonder meer van de hand gewezen zullen worden. Er hangt veel van af of de beslissing genomen zal worden door de Sudeten-Duitsche partij of over de grens. De laatste voorstellen van de Tsjechische regeering komen de acht punten van Henlein aanzienlijk tegemoet en indien de Duitsche factor kon wor den uitgeschakeld, zouden de Sudeten wel wil len onderhandelen. Mgr. Sproll blijft, ofschoon hij door de Duitsche regeering uit zijn bisdom is verbannen, toch zelf zijn diocees be sturen. Frankrijk acht het niet noodig een dé marche te Berlijn te ondernemen. Gelukwensch van Adolf Hitler voor H. M. de Koningin. Openbaar gehoor in het paleis Rijswijk te Batavia ter gelegenheid van Konin- ginne-ver jaardag. Opgewekte viering van Koninginnedag in ons land en in onze koloniën. Benoeming bij de Priesters van het H. Hart. Besmettelijke ziekten te Pijnacker. Hedenmorgen heeft zich aan het bureau Pieter Aertzstraat te Amster dam een verschrikkelijk drama af gespeeld, waarbij een brigadier werd gedood en een agent ernstig gewond. Aan genoemd bureau was een agent ont boden, die een berisping moest hebben. Toen de man de kamer van een der inspec teurs binnen trad, bemerkte hij daar te vens een brigadier belast met de controle, die het verzuim van den agent had gecon stateerd en de berisping moest toedienen. De agent trok plotseling een revolv - en loste een schot op den brigadier, die doo- delijk getroffen ineen zonk. Hierna richtte de man het vuurwapen op zich zelf, hjj verwondde zich ernstig, doch werd niet doo- delijk getroffen. Het stoffelijk overschot van den briga dier is naar een der ziekenhuizen vervoerd, waarheen ook de gewonde agent is over gebracht. Vanzelfsprekend verwekte deze schietpartij groote consternatie. De betrokken commissaris en de officier van justitie hebben onmiddellijk een onder zoek ingesteld. MOSKOU, 31 Aug. (Havas). Te Moskou weet men niets van een auto-ongeluk of een aanslag, waarbij Stalin ernstig zou zijn ge wond. Het bericht wordt dan ook formeel te gengesproken. VERWACHTING: Matige tot zwakken, H Noordwestelijke tot Westelijken of Zuid- westelijken wind, gedeeltelijk bewolkt, weinig of geen regen, koude nacht; over- dag zelfde temperatuur. 1 STORM WAARSCHUWINGSDIENST: ij Hedenmorgen te 9.30 uur geseind van De Bilt aan alle posten: „attentiesein neer". EE ij Zon op 6.09 - onder 7.50 - Licht op 8.20 Maan op nam. 1.35 onder nam. 10.17 EE jjl 1 September E. K. Stand op Woensdag 1 uur n.m.: 759.7 .Vorige stand; 759.3

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 1