Een Koninklijk dankwoord
Oi
Koortsachtige bedrijvigheid
te Londen
Speciale opwekking tot
de jeugd
i
1
1
I
Parijs acht
te
het niet noodig stappen
Berlijn te doen
Het nieuws van heden
Agent doodt
brigadier
I
TOESTAND ALS ERNSTIG
BESCHOUWD
GEREGELD IN CONTACT
MET LONDEN
DE BAROMETER
I
i
VEREENIGDE KATHOLIEKE PERS
WOENSDAG 31 AUGUSTUS 1938 - AVONDBLAD
BUREAUX VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE i
NASSAULAAN 51 - TEL. 13866 - GIRO 22884
Abonnementsprijs (bij vooruitbetaling)vooi
Haarlem 25 cent per week; per kwartaal
f 3.25. Bij onze Agenten 11Vi ct. per week,
per kwartaal f3.58
DAGBLAD MET OCHTEND- EN AVOND-EDITIE. UITGEGEVEN DOOR DE N.V. DRUKKERIJ DE SPAARNESTAD, HAARLEM
OK O
jg
1
gj
iii
Hi
Hi
Hi
Hi
De vlieger Lindbergh
als bokser
Lindbergh te Odessa
Men gelooft echter, dat Hitler geen
oorlog zal ontketenen
Sir John Simon's rede
De havenarbeiders te
Marseille staken
Cycloon teistert Mexico
Frankrijk gelooft nog steeds, dat
Engeland er in zal slagen
een vreedzame oplos
sing te vinden
Chamberlain wenscht
interventie van den Duce
VIER EN ZESTICSTE JAARGANG No. 21353
DIT NUMMER BESTAAT UIT
ACHT BLADZIJDEN
Op het bureau ontboden om een
berisping te ontvangen
Moskou dementeert de
geruchten over Stalin
Geen ongeluk of aanslag
Het Weer
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
H A N D E L S O N D E R N E M I N/5
BEGIJNEKADE 10. TEL. 12500
Levert Stofzuigers, Waschitiach.,
Meubelen, compl. Keukens'
Rijwielen, Vergassers, enz.
VANAF 50 PER WEEK
H. M. de Koningin heeft hedenmid
dag de hierna volgende rede gehou
den, welke door alle Nederlandschc-
zenders is uitgezonden:
p den dag, waarop ik voor 40
(jaar krachtens de Grondwet, na
volbrenging van mijn 18de
levensjaar, de teugels van het bewind
overnam van Mijne dierbare Moeder,
die als Regentes tijdens mijne min
derjarigheid met zooveel staatsman
schap en wijsheid het Schip van Staat
gestuurd had, gevoel Ik Mij gedron
gen, Mij rechtstreeks tot mijn geheele
volk te wenden, teneinde het te dan
ken voor het vertrouwen, dat het mij
geschonken heeft in die lange reeks
van jaren, en voor de steeds op
nieuw betoonde liefde en aanhanke
lijkheid.
Beide zijn Mij een bron van kracht
geweest, vooral in bewogen tijden en
in dagen van zorg en spanning. Zon
der deze ware het Mij niet mogelijk
geweest, Mijn taak te volbrengen.
Na het overlijden van Mijnen on-
vergetelijken Vader, toen Ik reeds als
kind tot den troon geroepen werd,
gingen^ al spoedig Mijne oogen open
voor de groote verantwoordelijkheid
en de veel omvattende plichten die
Mij wachtten en voor de hooge
eischen, die aan Mijn ambt gesteld
worden.
Op dien indrukwekkenden en nim
mer door Mij te vergeten gang naar
de Nieuwe Kerk in Amsterdam, al
waar Ik beëedigd en ingehuldigd
werd, was Ik diep doordrongen van
het tekort schieten van menschelijke
wijsheid en van menschelijk willen
en kunnen en overtuigd, dat in dit
tekort niet anders dan door God Zelf
kon worden voorzien.
Het zij Ons gegeven de 40 jaar, die
■thans achter ons liggen, in het licht
van Zijn leiding te zien.
Dan welt als vanzelf een danktoon
op uit Ons hart, voor uitkomst in
zorgvolle tijden, voor onverwachte
wending van ongunstige omstandig
heden, voor zooveel, dat Ons be
spaard bleef, naast het goede, dat
Ons deel werd.
Op een dag als deze denk Ik meer
dan ooit met dankbaarheid en wee
moed terug aan den steun, welken Ik
tijdens Ons huwelijk van de zijde van
Mijn geliefden echtgenoot bij de ver
vulling van Mijn taak mocht onder
vinden en tevens aan de hartelijke
en onverflauwde belangstelling van
Mijne Moeder en Haar begrijpen van
Mij met Mijne plichten en moeilijk
heden, in één woord, van al wat Ik
tot Haar bracht.
Met erkentelijkheid en waardee
ring gedenk Ik de bekwaamheid en
toewijding van de raadslieden der
Kroon, die in ernstige, ja soms be
narde tijden tot het bewind werden
geroepen, die zich voor zulk een
moeilijke en veel omvattende taak
geplaatst zagen en ook heden nog
zien. Ook gaat Mijn dank uit naar
allen, die in trouwe plichtsbetrach
ting het moederland of Nederland
onder de keerkringen dienen of eer
tijds hun krachten aan dien dienst
gaven. Onverschillig of zij eene voor
aanstaande dan wel een meer be
scheiden plaats in den Staatsdienst
hebben ingenomen of nog innemen,
zij waren en zijn allen van nabij of
uit de verte Mijn medewerkers en
hebben, ieder op zijne wijze, bijge
dragen tot het welzijn van den Staat
in het afgeloopen tijdperk.
Ongetwijfeld herinneren zich de
ouderen onder Mijne toehoorders de
rust en den toenemenden voorspoed,
zoo hier als over zee, welke den tijd
van het regentschap Mijner Moeder
kenmerkten, gunstige omstandighe
den, die voortduurden tot het uitbre
ken van den wereldoorlog, doch welke
door deze gebeurtenis een plotseling
einde namen.
De zorgvolle jaren van den wereld
brand, te midden waarvan ons ge-
oied onzijdige maar daarom niet on
bedreigde eilanden vormde, blijven
steeds in het geheugen van hen, die
ze medemaakten, voortleven. Nog al
tijd ondervinden de volken de gevol
gen van dien noodlottigen strijd, niet
het minst inhet economisch leven,
dat met zooveel bezwaren te kampen
heeft bij zijn pogingen zich te her
stellen.
Toch- vormen deze gevolgen geen
onoverkomelijken hinderpaal, die niet
in de toekomst met bereidwilligheid
en vereende krachten zou kunnen
worden weggeruimd, opdat de zoo
noodige rust en het vertrouwen terug-
keeren en economische ontplooiing,
gepaard gaande met verbetering van
sociale omstandigheden, tot stand
kome.
Mijne gedachten en warme deelne
ming gaan uit naar de velen, die door
den nood der tijden zwaar getroffen
zijn en wier geduld op zoo groote
proef wordt gesteld.
Intusschen is het niemand gegeven
met zekerheid in de toekomst te zien.
Ik wil Mij hier dan ook beperken tot
een woord, dat Ik wensch te richten
tot de jongeren, die geroepen zullen
worden in een volgend tijdperk op
ieder gebied der maatschappij opbou
wend werk te verrichten, onverschil
lig in welk deel van het Rijk.
Ik wensch hen te wijzen op de groo
te verantwoordelijkheid, die op hen
rust, want van hun karakter, flink
heid, voortvarendheid, aanpassings
vermogen en helder inzicht zal de
terugkeer tot betere tijden in hooge
mate afhankelijk zijn. Hun zal waar
schijnlijk een zeldzame kans geboden
worden te toonen wat hun vernuft
en noeste arbeid vermogen voort te
brengen.
De grondslagen, waarop ons staats
bestel rust en de hoogste en heiligste
goederen, die door de eeuwen heen
het onvervreemdbaar eigendom van
ons volk zijn geweest, vormen een
hechten bodem om die toekomst op
te doen verrijzen.
Niet behoorend tot een omlijnden
of afgesloten tijdkring, zijn zij even
zeer het erfdeel dier jongeren, gelijk
zij dat geweest zijn van de opeen
volgende geslachten die hun vooral-
gingen. Mits met vertrouwen en met
oordeel toegepast, kunnen zij zich
steeds verjongen en aanpassen aan
de behoefte van den tijd, gelijken
tred houdend met de ontwikkeling
en ontplooiing van ons volk.
Met gerustheid in dit opzicht zie
Ik in onze toekomst, nu Ik menig
maal getuige mocht zijn van de be
reidwilligheid, den ernst en de geest
drift, die het jongere geslacht be
zielen voor de groote taak die het
wacht.
Op het onafzienbare arbeidsveld,
dat zal moeten worden ontgonnen,
zie Ik in gedachten Mijne kinderen,
ieder op eigen gebied, aan die taak
medewerken, de idealen van hun tijd-
genooten deelende, hen begrijpende
en door hen begrepen.
Moge het Mijner dochter gegeven
zijn, wanneer Zij eenmaal tot den
Troon geroepen wordt, met raad en
daad door hen gesteund en door hun
liefde en vertrouwen gedragen, Mijn
geliefd volk met wijsheid en beleid
naar een gelukkige en voorspoedige
toekomst te leiden.
U allen dankend voor uw medele
ven met Mij op dit hoogtij, onverschil
lig of gij in het moederland, in Ne-
derlandsch-Indië, Suriname of Cu
racao woont, dan wel in het buiten
land toeft, besluit Ik met den wensch,
dat deze herdenking het besef van
ons aller samenhoorigheid moge ver
levendigen en dat Wij ons bewust
mogen zijn één te zijn in willen, stre
ven en offervaardigheid waar het
geldt de hoogste belangen van Volk
en Rijk. Dat God daartoe Uw en Mijn
gemeenschappelijk streven met Zijn
Zegen krone.
Hi
Hi
Hi
Hi
Hi
3?
tji
iji
Hi
ti
Hi
tjt
Hi
Hi
rit
Hi
Hi
Hi
Hi
Hi
Hi
Hi
Hr
Hi
Hi
Hi
Hi
Hi
Hi
Hi
Hi
Hi
Hi
Hi
Hi
Hi
Hi
Hi
Hi
Hi
Hi
Hi
Hi
Hi
Hi
Hi
Hi
Hi
Hi
Hi
Hi
Hi
Hi
Hi
Dc bekende Amerikaansche vliegenier Lind
bergh heeft alvorens uit Moskou te vertrekken
een onaangenaam avontuur beleefd, dat in di
plomatieke kringen een groote hilariteit heeft
verwekt.
Reeds herhaaldelijk had kolonel Lindbergh
gemerkt, dat hij sinds zijn aankomst te Moskou
voortdurend geschaduwd werd. Plotseling stond
hij stil om aan den man die hem volgde tekst
en uitleg te vragen. Toen hij geen bevredigend
antwoord kreeg, gaf kolonel Lindbergh den po
litieman (want de persoon die hem steeds volg
de was een detective), een flinken stomp, zoo
dat hij tegen den grond rolde. Dit tooneel speel
de zich af op een terrein in de nabijheid van de
luchthaven.
Den volgenden dag telefoneerde het hoofd
van de Gepoe, mr. Jeschof, persoonlijk aan den
ambassadeur der Vereenigde Staten om te ver
klaren, dat hij deze bewaking had ingesteld om
den persoon van kolonel Lindbergh te bescher
men. Lachend voegde Jeschof eraan toe: „Mijn
vriend heeft zich in ieder geval ervan kunnen
overtuigen, dat kolonel Lindbergh een even goed
bokser als vlieger is."
Gisteren is Lindbergh met zijn echtgenoote
op het vliegveld van Odessa aangekomen. Het
echtpaar werd ontvangen door den Russischen
vlieger Slepnev, vertegenwoorSigers van de
gemeentelijke Sovjet en functionarissen van
de burger-luchtvaart,
Het Leidscheboschje te Amsterdam, in
staand regeeringsjubileum en de
jeesttooi ter gelegenheid van het aan
komst der vorstin in de hoofdstad
(Van onzen Londenschen correspondent)
Terwijl over het geheel genomen de Duit-
sche pers de eenige is, welke Sir John Si
mon's rede ongunstig ontvangen heeft (af
gezien van de Italiaansche, die in deze zaak
slechts het standpunt van Duitschland weer
geeft en.... aandikt!), voelt men zich te Lon
den aangenaam getroffen door den milden
vorm, waarin de commentaren gegoten zijn
Niet dat men hieraan al te groote waarde
hecht, maar in een tijd van de uiterste inter
nationale spanning is het toch in ieder geval
een geruststellend teeken, dat Duitschland ver
mijden wil Engeland direct te ontstemmen.
Indien datgene bereikt wordt, wat Sir John's
rede beoogde; indien Duitschland wil medewer
ken tot een compromis inzake Tsjecho-Slowa-
kije, inplaats van Europa te bedreigen met een
feitelijk gemobiliseerd leger van meer dan I
millioen man, dan beteekent dit in zekeren zin
een „terugtocht" van Hitier. Zulk een terug
tocht moet ter wille van het prestige der Duit-
sche regeering „gedekt" worden; hij mag niet
het karakter hebben van een nederlaag.
Sir John's rede was erop berekend zulk een
eervollen terugtocht mogelijk te maken en in
dien Duitschland werkelijk voornemens is aan
een compromis mede te werken, dan kan men
ook niet anders verwachten dan dat het Sir
John's rede zal becritiseeren, doch in een vorm,
welke hier geen aanstoot geeft. Had de Duit-
sche pers zich daarentegen overgegeven aan
een „uitbarsting" tegen Engeland, dan zou alt
het symptoom geweest zijn van een hoogst be-
denkelijken en gevaarlijken toestand.
Maar dit is dan ook wel zoowat de meest op
timistische opvatting, welke men hier van de
ontwikkeling der gebeurtenissen in de aller
laatste dagen heeft.
Men beschouwt den toestand als buitenge
woon ernstig. Men beschouwt hem als des te
ernstiger, omdat de leiders te Berlijn, dagen
vóór Simon sprak, ten volle bekend waren met
het standpunt der Britsche regeering en toch
in het minst niet blijk gegeven hebben hier
mede eenigszins rekening te willen houden. In
het bijzonder weten Hitler en Von Ribbentrop.
dat de Duitsche legeroefeningen op zoo reus
achtige schaal te Londen niet alleen de groot
ste bezorgdheid, maar ook groot wantrouwen
gaande gemaakt hebben en dat men ze hier
beschouwt als een middel om de Tsjechische
regeering te dwingen tot het inwilligen van de
uiterste eischen, d.w.z. van concessies, welke
het voortbestaan van Tsjecho-Slowakije als on-
afhankelijken, democratischen staat onmoge
lijk zouden maken.
De Britsche ambassadeur te Berlijn, Sir Ne
ville Henderson, heeft dit, sinds het begin der
Duitsche manoeuvres, niet eens, doch herhaal
delijk aan Von Ribbentrop onder de oogen ge
bracht. Ook heeft hij er op aangedrongen, dal
van Berlijn uit de grootst mogelijke gematigd
heid aan Henlein zou worden aangeraden (d.i.
voorgeschreven) en niets heeft hier meer onge
rustheid verwekt dan het feit, dat integendeel
de Duitsche pers en de Duitsche radio alles
doen om de gemoederen der Sudeten-Duitschers
te verhitten. Dat de „proclamatie", waarin
deze Duitschers aangezet worden zich te „ver
dedigen",' niet door Henlein uitgevaardigd zou
zijn zonder toestemming van Berlijn, neemt
men hier als vanzelf sprekend aan en de pu
blicatie van een communistisch manifest, dat
in Londensche regeeringskringen als gefingeerd
beschouwd wordt, geldt als een bijzonder veeg
teeken, aangezien ook in Oostenrijk in het be
gin van Maart plotseling door de Nazi's ge
werkt werd met het „communistische spook".
Wy mogen zeggen, dat sinds minstens een
week de Britsche regeering den toestand
als hoogst-gevaarlijk beschouwt. Aan
vankelijk is gepoogd dit te verheimelijken.
Zelfs toen de vorige week Woensdag de bespre
kingen tusschen Chamberlain, Halifax en Si
mon plaats hadden, poogde men het nog ts
doen voorkomen alsof niet de toestand in Mid
den-Europa de eenige aanleiding was tot deze
conferentie. Maar een deel der Britsche pers
weigerde zich voor den domme te houden. Van
het oogenblik af, waarop bekend was, dat dc
Duitsche manoeuvres op zoo geweldige schaal
zouden plaats hebben en dat honderdduizenden
gezet waren jtan de versterking van net Rijn
gebied, hadden oppositie-bladen erop aange
drongen, dat de Britsche regeering het volk de
volle waarheid zou vertellen. Thans heeft zij
gedaan wat bijna even doeltreffend is: zij heeft
het volk de volle waarheid doen raden. Zelfs
regeeringsorganen maken hiervan niet langei
een geheim.
In officieele kringen beschouwt men niet
alleen de jongste voorstellen van Hodza als
volkomen aannemelijk, indien Hitier en Hen
lein althans niet naar ontbinding van den
Tsjechischen staat streven, maar men is ook
van oordeel dat zij de uiterste concessies be
vatten, waartoe de regeering te Praag gaan
kan. Op het oogenblik evenwel betwijfelt Lon
den ten zeerste dat die voorstellen aange
nomen zullen worden, en terecht of ten on
rechte meent men thans dat Hitler met geen
anderen vrede genoegen neemt dan een, die
door hem via Henlein gedicteerd is, on
der de pressie van 1 millioen exerceerende
Duitsche soldaten.
Terwijl Sir John Simon te Lanark sprak,
hield Winston Churchill een rede in Essex,
waarin hij een beroep deed op Hitler, den man
die in deze zaak de beslissing heeft. Churchill's
rede was veel scherper dan die van Simon,
maar haar strekking was dezelfde, en sommige
passages, ofschoon in anderen vorm gegoten,
vertoonden een opvallende overeenkomst met
belangrijke deelen van Sir John's vertoog. In
diplomatieke kringen vraagt men zich thans
af of ook Churchill overleg gepleegd heeft met
Chamberlain, Halifax en Simon. Laatstge
noemde vertegenwoordigt in- het kabinet de
nationale liberalen, terwijl Churchill buiten de
regeering de belichaming is van dien conserva
tieven vleugel, die pleit voor een krachtiger
politiek ten opzichte van Duitschland. Het zou
een symptoom zijn van den ernst der oogen-
blikkelijke crisis indien de regeering het noo-
dig geoordeeld had een soort solidariteit tus
schen de verschillende regeeringsfracties te
organiseeren, door Winston Curchill uit te noo-
digen het Tsjechisch-Duitsche probleem te be
handelen op hetzelfde oogenblik en in denzelf
den geest als Sir John Simon. Of dit inderdaad
gebeurd is, weten wij niet, doch in gewoonlijk
goed ingelichte kringen gelooft men toch sterk
in deze mogelijkheid.
Groot als de bezorgdheid is, moet er toch op
gewezen worden, dat tot nu toe de regeering,
voor zoover men weet, geen overleg gepleegd
heeft met leiders der Oppositie, of dezen om
trent den stand van zaken heeft ingelicht. Men
zinspeelt op de mogelijkheid, dat dit morgen
gebeuren zal, nadat de ministers beraadslaagd
zullen hebben. Mr. Chamberlain zal echter tot
het uiterste vermijden de leiders der liberale
en labouropposities naar Downingstreet te roe
pen, aangezien dit een zeer verontrustenden
indruk maken zou.
De Britsche ambassadeur te Berlijn. Sir Ne
ville Henderson, heeft rapport uitgebracht aan
den Eersten Minister, Lord Halifax en Sir John
Simon. Zijn overkomst behoeft niet noodzake
lijkerwijze een verontrustende beteekenis te
hebben; zij beoogt niets anders dan de ministers
nauwkeurig in te lichten.
De koortsachtige bedrijvigheid der Britsche
ministers en diplomaten, en niet op de
laatste plaats die van Lord Runciman,
houdt hiermede verband, dat men het in de
hoogste mate gevaarlijk acht, indien geen com
promis tot stand gekomen is alvorens over een
week het Nazi-partijcongres te Neurenberg bij
eenkomt. Voor zoover Engelschen zich zenuw
achtig kunnen maken, geven zij blijken van ze
nuwachtigheid met betrekking tot de rede,
welke Hitier daar houden zal. De belangstelling
in deze congressen en in de toespraken van
Hitler was dc laatste paar jaren in Engeland
tot het nulpunt gedaald, maar nooit was zij
grooter dan ditmaal.
In regeeringskringen is de belangstelling des
te grooter, omdat men er niet gelooft, dat
Hitier reeds een definitieve beslissing genomen
heeft. Alles wordt in het werk gesteld om hem
te beïnvloeden ten gunste van een compromis,
maar op het oogenblik schijnt de Britsche re
geering zelf aan haar invloed te Berlijn te
twijfelen.
Eén ding is duidelijk juist omdat het zoo
onduidelijk gezegd is: een Duitsche inval in
Tsjecho-Slovakije beteekent niet alleen oorlog,
maar een oorlog, waarin Engeland opnieuw te
genover Duitschland zal staan. Heeft men te
Berlijn hieraan getwijfeld? In dit geval zijn alle
pogingen, de laatste dagen door de Britsche
regeering en de Britsche diplomatie aangewend,
erop gericht geweest, dien twijfel uit den weg
te ruimen.
Hitier heeft tot nu toe nooit als een avon
turier gehandeld. Hij heeft nog nooit erop of
eronder gespeeld. Al zijn „coups", ook de Oos-
tenrijksche, volbracht hij in de zekerheid, dat
geen oorlog erop zou volgen. Te Londen gelooft
men, dat hij ook thans niets doen zal, waarvan
hij weet dat het een oorlog op leven en dood
ten gevolge zou hebben. Maar ondanks alle
duidelijke en onduidelijke waarschuwingen weet
men nietof hij het weet.
MARSEILLE, 30 Aug. (Havas). De haven
arbeiders te Marseille hebben besloten hun
actie voort te zetten; zij weigeren overuren te
maken en de nieuwe arbeidstijdregeling te
aanvaarden. Morgenochtend zal dus niet vol
gens de bepalingen van de ministerieele be
schikking gewerkt worden.
MEXICO, 31 Aug. (Stefani). Een geweldige
cycloon heeft groote verwoestingen aangericht
in de provincies van N.O. Mexico.
Alleen reeds te Ciudad Vittorla zijn twaalf
personen om het leven gekomen. Honderden
huizen zijn verwoest. Men weet nog niet hoe
veel dooden in het geheele geteisterde gebied
te betreuren zijn, terwijl men evenmin de to
tale schade kent.
PARIJS, 31 Aug. Omtrent het verloop
van den gisteren gehouden Ministerraad
verneemt Havas nog, dat minister Bonnet
alle internationale problemen heeft behan
deld en met name uitvoerig heeft stilgestaan
bij Tsjecho-Slowakije.
Generaal Vuillemin heeft tijdens zijn be
zoek aan Duitschland den Duitschen minis
ters onomwonden verklaard, dat Frankrijk
zijn pact met Tsjecho-Slowakije zal nako
men, zoodat Parijs het overbodig acht nog
een démarche te Berlijn te ondernemen.
Men wenscht alles te vermijden, wat bij de
tegenwoordige geestesgesteldheid te Berlijn
tot bepaalde interpretaties zou kunnen lei
den.
Parijs en Londen staan onafgebroken met el
kaar in contact. De Fransche regeering, die ge
looft in de mogelijkheid van een vreedzame re
geling, hoopt op een welslagen van het Britsche
streven, ter verkrijging van een vriendschappe
lijke oplossing van het geschil.
In verband daarmede wordt opgemerkt, aldus
Havas, dat de Britsche regeering in den loop
van de maand Augustus twee démarches te Ber
lijn heeft ondernomen, waarvan men tot dusver
niet op de hoogte was.
De Britsche pers spreekt vanochtend kalmer
over de Tsjecho-Slowaaksche kwestie. De „Ti
mes" schrijft, dat de mogelijkheden tot verzoe
ning te Praag nog niet ten volle zijn onderzocht,
laat staan zijn uitgeput.
Een beroep op de Tsjechische
journalisten
Het bestuur van de Tsjechische journalisten-
vereeniging heeft een beroep op de leden gedaan
om nauwgezet de discipline in acht te nemen,
aangezien de belangen van den staat vereischen,
dat de geheele pers een gereserveerde en gema
tigde houding aanneemt ten aanzien van de in
ternationale gebeurtenissen en er zich voor
wacht artikelen te publiceeren, die de eer van
vreemde landen zouden kunnen aantasten.
Guyon bericht uit Rome aan „Le Journal" dat
de Britsche zaakgelastigde, Sir Noel Charles, op
dracht heeft ontvangen, Mussolini te verzoeken
ook zijn medewerking te verleenen, dat de vrede
ir: Europa blijft gehandhaafd. Naar verluidt zou
Mussolini deze gelegenheid hebben afgewacht om
in te grijpen; morgen zal men zien of men hier
toe zal besluiten. Guyon gelooft niet, dat men
een opzienbarende verklaring van den Duce
moet verwachten ter gelegenheid van het leggen
van den eersten steen voor het ministerie voor
Italiaansch Afrika, hetgeen morgen zal geschie
den.
Chamberlain zou liever een discrete doch
krachtige interventie verlangen en Musso
lini zal zeker zijn bijdrage leveren.
Reuter meldt uit Praag Men heeft op het
oogenblik nog geen aanduidingen inzake, het
antwoord van de Sudeten-Duitschers op de
nieuwe voorstellen van de regeering, doch het is
niet waarschijnlijk dat zij zonder meer van de
hand gewezen zullen worden. Er hangt veel van
af of de beslissing genomen zal worden door de
Sudeten-Duitsche partij of over de grens. De
laatste voorstellen van de Tsjechische regeering
komen de acht punten van Henlein aanzienlijk
tegemoet en indien de Duitsche factor kon wor
den uitgeschakeld, zouden de Sudeten wel wil
len onderhandelen.
Mgr. Sproll blijft, ofschoon hij door de
Duitsche regeering uit zijn bisdom is
verbannen, toch zelf zijn diocees be
sturen.
Frankrijk acht het niet noodig een dé
marche te Berlijn te ondernemen.
Gelukwensch van Adolf Hitler voor
H. M. de Koningin.
Openbaar gehoor in het paleis Rijswijk
te Batavia ter gelegenheid van Konin-
ginne-ver jaardag.
Opgewekte viering van Koninginnedag
in ons land en in onze koloniën.
Benoeming bij de Priesters van het
H. Hart.
Besmettelijke ziekten te Pijnacker.
Hedenmorgen heeft zich aan het
bureau Pieter Aertzstraat te Amster
dam een verschrikkelijk drama af
gespeeld, waarbij een brigadier werd
gedood en een agent ernstig gewond.
Aan genoemd bureau was een agent ont
boden, die een berisping moest hebben.
Toen de man de kamer van een der inspec
teurs binnen trad, bemerkte hij daar te
vens een brigadier belast met de controle,
die het verzuim van den agent had gecon
stateerd en de berisping moest toedienen.
De agent trok plotseling een revolv - en
loste een schot op den brigadier, die doo-
delijk getroffen ineen zonk. Hierna richtte
de man het vuurwapen op zich zelf, hjj
verwondde zich ernstig, doch werd niet doo-
delijk getroffen.
Het stoffelijk overschot van den briga
dier is naar een der ziekenhuizen vervoerd,
waarheen ook de gewonde agent is over
gebracht.
Vanzelfsprekend verwekte deze schietpartij
groote consternatie.
De betrokken commissaris en de officier
van justitie hebben onmiddellijk een onder
zoek ingesteld.
MOSKOU, 31 Aug. (Havas). Te Moskou
weet men niets van een auto-ongeluk of een
aanslag, waarbij Stalin ernstig zou zijn ge
wond. Het bericht wordt dan ook formeel te
gengesproken.
VERWACHTING: Matige tot zwakken, H
Noordwestelijke tot Westelijken of Zuid-
westelijken wind, gedeeltelijk bewolkt,
weinig of geen regen, koude nacht; over-
dag zelfde temperatuur.
1 STORM WAARSCHUWINGSDIENST: ij
Hedenmorgen te 9.30 uur geseind van
De Bilt aan alle posten: „attentiesein
neer". EE
ij Zon op 6.09 - onder 7.50 - Licht op 8.20
Maan op nam. 1.35 onder nam. 10.17 EE
jjl 1 September E. K.
Stand op Woensdag 1 uur n.m.: 759.7
.Vorige stand; 759.3