Engeland neemt geen risico
D
VEERTIG JAREN
WÉT
ACTIVITEIT VAN DE
BRITSCHE POLITICI
Hoofdpijn, Kiespijn. ÏSThSS
Kerkelijk leven
VRIJDAG 2 SEPTEMBER 1938
HET KONINKLIJK BEZOEK
AAN AMSTERDAM
Voorgeschreven kleeding
der officieren
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Het woord is thans aan
den rijkskanselier
èsf, Ai
HPt - t
Ziekte van Weil
HET „OVERIJSELSCH
DAGBLAD
Inspecteur Geneeskundigen dienst
der Landmacht
Twee gevallen te Enschede
geconstateerd
MOTORISEERING IN DE
MISSIES
Oproep van de M.I.V.A.
Het Godloozencongres
te Londen
Gezamenlijk eerherstel van
katholiek Nederland
OVERMAKEN VAN LOONEN
UIT DUITSCHLAND
Wijziging in de regeling te wachten
DE BUITENLANDSCHE
HANDEL VAN CHINA
Actieve handelsbalans in de
maand Juni
Rome-reis van Rotala Neerlandica
H.H. WIJDINGEN
Audiëntie
Kinderverlamming
De zgn. „nationale film", vervaar
digd ter gelegenheid van het
veertigjarig regeeringsjubileum
van H. M. de Koningin, is in meer dan
één opzicht de mislukking geworden,
welke de niet bedriegende voorteekenen
reeds deden vreezen. In plaats van een
superieur en suggestief kunstwerk, dat
een boeiende synthese geeft van de ont
wikkeling en het karakter van het leven
der natie in de veertig jaren, waarin
onze geliefde Koningin met wijsheid en
beleid het land heeft bestuurd, is een
oppervlakkig middelmatigheidsproduct
tot stand gekomen, dat ondanks de tech
nische vaardigheid van den regisseur
Gréville niet beantwoordt aan de
de eischen, welke aan een waar
dige en waarachtige huldiging van
onze Vorstin ter gelegenheid van Haar
jubileum gesteld moeten worden. Een
kostbare kans is hier op kostbare wijze
verspeeld. En dat is te meer te betreu
ren, omdat het voorkomen had kunnen
worden. Wij behoeven ons hierover niet
méér op te winden dan over b.v. een
mislukte feestversiering of een niet ge
slaagden feestavond. Voor het Nationale
Dagblad echter is deze mislukking een
gretig aangegrepen aanleiding om in de
meest opgeschroefde bewoordingen en
gevoelens lucht te geven aan zijn anti
semitisme en het houden van een ko-
lommenlange charge volgens de strate
gie van zijn dragonder-politiek. Het ver
makelijke daarbij is, dat het zich ver
galoppeert op een wijze, waardoor het
geheel het drijven van de N.S.B. zelve
als overbodig en ongerechtvaardigd dis-
qualificeert. Uiteenzettend, wat de „na
tionale film" niet geworden is, maar had
moeten en kunnen zijn, schrijft Mus-
sert's blad met vette letters o.m. het
volgende:
„Een heerlijke, frisch klaterende (wat
een perspectief voor filmische geluids
techniek!) geestrijke symphonie van een
klein volk in de rij der stated, klein in
getal, groot door zijn daden. Een docu
mentatie in den levenden volkschen
geest, getooid met feiten uit het moe
derland en de overzeesche gewesten. Het
was dan geen verhaaltje geworden, doch
een heerlijk heldenepos, een spannend
stukje historie van het leven van den
boer, den arbeider, den middenstander,
ieder in zijn gilde. Dan ware een eere
plaats gegeven aan het Oranjehuis, dat
in traditie van eeuwen de leiding van
dit werkend volk heeft gehad en geve
God het spoedig ook weer zal krij
gen."
Het was en is dus volgens het „Na
tionale Dagblad" mogelijk een
dergelijk „heerlijk heldenepos"
samen te stellen over de afgeloopen
veertig jaar, waarin H. M. de Koningin
plichtsgetrouw overeenkomstig de demo
cratische grondwet van ons land heeft
geregeerd. In de afgeloopen veertig
jaren is dus ook volgens het „Nationale
Dagblad" ons kleine volk zoo groot ge
weest door zijn daden, dat het in een
heerlijke filmsymphonie verheerlijkt
had kunnen worden. Het is alleen nu
juist niet een directe hulde voor onze
Koningin, dat het „Nationale Dagblad"
meent, dat dit mogelijk is geweest, on
danks het feit, dat gedurende die veer
tig jaren aan het Oranjehuis niet de
eerepiaats is gegeven, die het overeen
komstig de traditie van eeuwen in de
leiding van ons werkend volk had moe
ten hebben. MaÜr afgezien van dit kleine
déraillement zijn wij toch blij, dat de
nationale film juist door haar misluk
king de N.S.B. tot het inzicht schijnt te
hebben gebracht, dat onze „demo-libe
rale" staat gedurende veertig jaren stof
te over heeft samen gebracht voor een
documentair heldenepos in den leven
den volkschen geest. Wij wachten nu op
de eenige logische conclusie, welke het
„Nationale Dagblad" zal hebben te trek
ken, n.l. dat de N.S.B. zoo snel mogelijk
heeft te verdwijnen als een beweging,
wier program en streven totaal overbo
dig zijn gebleken.
De garnizoenscommandant te Amsterdam
deelt ons mede, dat officieren, die tijdens het
bezoek van H.M. de Koningin aan Amsterdam
van 5 tot en met 12 September 1938 aldaar in
uniform gekleed in het openbaar verschijnen,
gekleed moeten zijn in de dagelijksche tenue
met wandelsabel of in gekleede tenue.
Officieren, die tijdens voormeld bezoek, in
uniform gekleed plechtigheden of feestelijkhe
den bijwonen, waarbij leden van het vorstelijk
<huis tegenwoordig zijn, moeten voor zooveei
Jfcet bezit daarvan voor hen verplichtend is
4e ceremonieele tenue dragen.
Laatstgenoemde tenue zal tevens gedragen
worden bij de ontvangsten van het uitvoerend
comité der huldigingscommissie 1938 in het
Rijksmuseum te Amsterdam op 6 en 10 Sep
tember 1938.
Bij andere feestelijkheden ter eere van het
regeeringsjubileum van H.M. de Koningin zal
de gekleede tenue met halssnoer c.q. vang
snoer met verlengstuk of giberne en ridderor
den, eereteekenen, medailles enz. van model
formaat worden gedragen.
Officieren, voor wie het bezit van de „don
kere uniform" facultatief is gesteld en die niet
in het bezit zijn van deze tot de gekleede en
ceremonieele tenue behoorende kledingstuk
ken, dragen in voornoemde gevallen, waarin de
ceremonieele tenue of de gekleede tenue met
halssnoeren enz. wordt gedragen, de dagelijk
sche tenue met wandelsabel en ridderorden,
eereteekenen, medailles enz. van modelformaat.
Het „derde plan" van de Tsjecho-Slowaak-
sche regeering is thans uitgewerkt;
voor zoover men de mededeelingen, die
daaromtrent verschenen zijn, mag gelooven,
komt het in groote lijnen inderdaad neer op 'n
kantonnaal stelsel, analoog aan het Zwitsersche,
zooals reeds eenigen tijd geleden was gesugge
reerd. De concessies die de Tsjecho-Slbwaak-
sche regeering doet, schijnen ver te gaan, hoe
wel uit Londen geluiden vernomen worden, die
erop wijzen, dat men daar die concessies niet
ruim genoeg acht. De Sudeten-Duitschers schij
nen de nieuwe voorstellen wel 'n aanvaardbare
basis voor verdere onderhandelingen te ach
ten, al hebben zij uiteraard hun reserves,
en de hevige spanning, die in de eerste dagen
van deze week rondom het Tsjecho-Slowaaksche
vraagstuk was ontstaan, is in belangrijke mate
verminderd; men spreekt zelfs van een voor-
loopige regeling, die een atmbsfeer van rust zou
scheppen, waarin de partijen het vraagstuk
tot een oplossing kunnen brengen. Intusschen
is Henlein naar Obersalzberg vertrokken, op
aandringen van Lord Runciman, die den Duit-
schen rijkskanselier voor wou zijn in het ge
val, dat deze een verklaring zou willen afleg
gen. Hitier zal in alle gevallen de houding der
Sudeten-Duitsche partij zooal niet bepalen, dan
toch moeten bekrachtigen, en aldus de ver
antwoording moeten nemen voor de toe
komstige gebeurtenissen, welke verantwoorde
lijkheid de Duitsche pers eenige dagen geleden
nog afwees. De Fuehrer, aldus zeide dezer da
gen een nationaal-socialistische spreker, laat
geen enkelen factor onzeker. Er is geen reden
om dit te betwijfelen, doch dat er in het po
litieke spel om Praag nog krachten optreden,
die een niet al te scherp omlijnde positie in
nemen, is duidelijk gebleken. De rijkskanselier
heeft dan ook zijn vertegenwoordigers in de
verschillende hoofdsteden „in particuliere ge
sprekken" laten vragen, hoe men op de twij
felachtige punten over een eventueel gewapend
ingrijpen van Duitschland denkt; een onder
neming die hevige onrust in het Westen van
Europa heeft veroorzaakt. Zooveel is wel ge
bleken, dat Hongarije, Roemenië en Joego-Sla-
vië elkaar in evenwicht houden, hoewel Boe
karest schichtig geworden is voor de Duitsche
belangstelling voor alles, wat naar petrbleum
riekt, terwijl ook Stoyadinowitsch zijn sympa
thieën vrijblijvend wenscht te verleenen. Bel
grado, dat tusschen Rome en Berlijn het even
wicht wil bewaren ten aanzien van den Bal
kan, helt thans meer over naar de zijde van
Mussolini, die officieel geen interesse zegt te
hebben in de Tsjecho-Slowaaksche kwestie.
Het zou ons echter verwonderen, wanneer hij
een belangrijke vermeerdering van den in
vloed, dien zijn Duitsche asgenoot in oost-
Europa heeft, zou toejuichen; ook Italië heeft
zich bijtijds een toegangspoort naar den Bal
kan via Joego-Slavië verzekerd, daarmede te
kennen gevende, dat het aan zijn invlbed op
dit deel van Europa gehecht is. Bovendien zou
de duce, wiens houding ten aanzien van de
non-interventie in Spanje den Britschen pre
mier kennelijk ergert bij alle beslommerin
gen elders zond Halifax den Britschen verte
genwoordiger met ongeduldige vragen naar
Ciano hier een prachtige gelegenheid heb
ben om ChambeTlain met een zachten aan
drang te Berlijn weer in een gunstiger stem
ming te brengen.
Een andere onzekere factor is de houding,
die de Vereenigde Staten bij een even
tueel gewapend conflict zouden aanne
men. Roosevelt en Huil hielden redevoeringen,
die meer voor binnenlandsche opvoeding dan
voor buitenlandsche demonstratie bedoeld
schenen, doch hun woorden hebben indirect
het Britsche streven gesteund. Bovendien leg
gen de Amerikaansche diplomaten een opmer
kelijke activiteit aan den dag, vooral Kennedy,
de Amerikaansche ambassadeur aan het hof
van St. James, die voortdurend met de Brit
sche regeering confereerde en bij de belang
rijkste besprekingen tegenwoordig was. De
Johnson-act, die Amerikaansche leeningen aan
insolvente crediteuren uit den wereldoorlog
verbiedt, en de neutraliteitswet, die bij een ge
wapend conflict de zending van wapentuig
naar de partijen zou verhinderen, bieden moei
lijkheden, waarover Halifax den Amerikaan-
schen ambassadeur om opheldering heeft ver
zocht. Ofschoon het niet waarschijnlijk is, dat
Roosevelt in een plechtige verklaring een
waarschuwing zal doen hooren, duidt de Ame
rikaansche activiteit erOp, dat de rijkskanse
lier, indien hij niets aan het toeval wil over
laten, met Washington geducht rekening zal
dienen te houden.
Te Gdynia leidde de Britsche minister van
Marine, Duff Cooper, inmiddels onder
handelingen in met Polen, dat te kennen
gegeven had een houding aan te zullen nemen
van neutraliteit en zelfs een „welwillende" neu
traliteit jegens Duitschland. Beklemd tusschen
de Sovjet-Unie en de nationaal-socialistische
naburen, zoekt Warschau een uitweg naar het
Noorden en daarbij neemt het, sedert het ver
drag van 1934, jegens Duitschland een welwil
lende houding aan. officieel althans, want de
betrekkingen tusschen de beide volkeren zijn
nooit ontstellend hartelijk geweest, integendeel
Het Poolsche volk is naar zijn aard veeleer
Fransch gezind en in den laatsten tijd is het
tot duchtige wrijving gekomen tusschen Pool
sche en Duitsche onderdanen en Danzigers,
indien men die nog afzonderlijk wil noemen
waarbij de oude controverse in den eens be-
ruchten „Corridor" weer eens tot uiting kwam.
Het was in dien corridor, in de havenstad, die
Polens nieuwe poort naar het begeerde Noor
den zelf is, dat de Britsche staatslieden de re
laties met Warschau begonnen aan te knooper..
Hoezeer Beek ook Duitsch gezind heet, hij
maakt zich over de uiteindelijke bedoelingen
van Berlijn ten aanzien van den corridor geen
illusies, en hij heeft alle reden om voor een
tegenprestatie de Britsche belangstelling voor
zijn moeilijkheden te wekken.
Te Londen vroeg Lord Halifax daarop om de
Foolsche medewerking inzake de brandende
kwestie, daarbij beloften uitsprekende voor de
Foolsche minderheid in Tsjecho-Slowakije. Be
sluit de regeering te Warschau en daar be
vinden zich, naast Beek, autoriteiten met uitge
sproken westersche sympathieën haar mede
werking te v'erleenen, dan doet zij geen slech
ten ruil. En kolonel Beek ziet zijn droom: Polen
officieel opgenomen in den kring der groote
mogendheden, verwerkelijkt. Terwijl aldus het
onzekere Rusland verder van de Europeesche
gebeurlijkheden wordt verwijderd. Het zou te
verwonderen zijn, indien ook uit dien hoek de
wind niet gunstig zou gaan waaien.
Het wachten is thans op het woord van den
Führer en rijkskanselier, die zich met zijn be
langrijkste medewerkers te Berchtesgaden be
raadde. Algemeen wordt verwacht, dat hij zijn
beslissend woord zal spreken tijdens het partij
congres, dat volgende week te Neurenberg
wordt gehouden. Het woord is voorloopig aan
hem.
Doch de Britsche politiek maakt hem de be
slissing niet gemakkelijk. Hitier laat niets aan
liet toeval over. Londen doet het nog minder.
Engelands home-vloot ligt binnenkort in de
Noordzee gereed; zij zal daar de Duitsche vloot
bij de manoeuvres tegenover zich vinden, doch
voorloopig nog verplaatsen de Engelsche dread
noughts meer water. Wanneer van risico ge
sproken wordt, is het Engeland, die dit het
minste neemt.
Iri het Olympisch Stadion te Amsterdam werd Donderdagavond de finale 100 K.M.
om het wereldkampioenschap der stayers verreden. De wereldkampioen Erich
Metze na zijn overwinning. Een aardig snapshot
Het „Overijselsch Dagblad", nieuwsblad voor
Overijsel en Noordelijk Gelderland, waarin op
genomen „De Nieuwe IJselbode" is per X Sep
tember overgenomen door de N.V. Drukkerij
„De Spaarnestad" en ondergebracht in 't ver
band der Vereenigde Katholieke Pers te Am
sterdam.
In het nummer van gisteren stond een schrij
ven afgedrukt van Z. H. Exc. den Aartsbisschop
van den volgenden inhoud:
„Wij verheugen er Ons over, dat tenge
volge van de overname door de N.V. Druk
kerij „De Spaarnestad" het voortbestaan
van het Overijselsch Dagblad verzekerd is.
Immers een Katholiek blad met gewestelijk
karakter moet van groote beteekenis ge
acht worden. Daarom bevelen Wij het gaar
ne aan in den steun van geestelijkheid en
geloovigen."
De Aartsbisschop van Utrecht,
w.g. Dr. J. DE JONG.
In plaats van generaal-majoor S. W. Praag,
aan wien met ingang van 1 November een eer
vol ontslag uit den militairen dienst is ver
leend, zal, naar de N.R.Crt. verneemt, tot in
specteur van den Geneeskundigen dienst dér
Landmacht worden benoemd kolonel N. A. A.
van de Roemer, thans dirigeerend officier van
gezondheid 1ste klasse, chef van het militaire
hospitaal te 's-Gravenhage.
AM
HOBB6MASTRAAT
3TADWOU DG R3KADS"
Telefoon 26600
Kamers met ontbijt vanaf 4.
Eigen Garage in het Hotel.
Voor Hotelgasten gratis autostalling.
In de gemeente Enschede zijn dezer dagen
twee gevallen van de ziekte van Weil geconsta
teerd.
Het vermoeden bestaat, dat de besmetting is
geschied in de Buurserbeek in de buurt van de
Duitsche grens. Hoewel het open bad- en zwem-
seizoen bijna verstreken is, wordt thans ieder
een afgeraden in de Buurserbeek te gaan baden
of zwemmen.
De M.I.V.A. schrijft ons:
De vacantie-maanden zijn ten einde, en de
gelukkigen, op wie de arbeid wacht, zullen zich
verheugd en met frissche kracht weer aan hun
taak gaan wijden.
De Missie-Verkeersmiddelen-Actie mocht zich
geen zomerrust veroorloven, waar zoovele mis
sionarissen in de verstreken maanden op Ne-
derlandschen bodem hun vertrek naar hun ver
gelegen arbeidsveld voorbereidden en daarbij 'n
beroep op haar deden om een voor hen, onont
beerlijk, modern verkeersmiddel als hun voor
naamste bagage te kunnen meenemen.
De MI VA was zoo gelukkig het verzoek van
verschillende missionarissen te kunnen inwilli
gen, maar moest dat helaas van meer anderen
onbeantwoord laten, omdat haar middelen ertoe
ontbraken. Met verdubbelden ijver werd daarom
in de afgeloopen maanden ook de MIVA-winter-
propaganda-actie voorbereid.
In tal van plaatsen mocht het gelukken ge
durende het komende herfst- en winterseizoen
wederom MIVA-avonden te organiseeren, waar
de geluidsfilm: „Het Testament van een Mis
sionaris" zal worden vertoond en een beroep
op de toeschouwers zal worden gedaan, 't mooie
en zoo dringend noodzakelijke MIVA-werk te
steunen met offervaardige Missie-liefde.
De ervaring van eenige jaren heeft geleerd,
dat dit beroep niet onbeantwoord zal blijven.
Maar het MIVA-comité is er zich van bewust,
dat zijn arbeid in het algemeen en het succes
dezer avonden in het bijzonder nog veel vrucht
baarder en veel grooter zou zijn, wanneer het
over meer medewerkers en medewerksters kon
beschikken, die bereid waren zijn taak te ver
lichten door de plaatselijke propaganda te steu
nen. Er is zooveel te doen en ook hier geldt het
spreekwoord, dat vele handen licht werk ma
ken. Vandaar dat het MIVA-comité dankbaar
gebruik maakt van de hier geboden gast
vrijheid om een beroep te doen op dames en
heeren, die minstens den twintigjarigen leeftijd
bereikt hebben en bereid zijn van hun vrijen tijd
eenige uren per maand slechts, uit Missie-liefde
beschikbaar te stellen om de MIVA te helpen.
De MIVA hoopt gaarne, dat deze oproep uit
tal van plaatsen, groote en kleinere, beantwoord
zal worden.
De MIVA-Centrale, Bagijnhof 38, Amsterdam
(Tel. 43488) zal dan omgaand doen weten, hoe
en waarmee men zich voor het mooie ideaal: de
motoriseering der Missiën, verdienstelijk kan
maken.
Het Katholiek Comité van Actie „Voor God"
schrijft ons:
Het Vrijdenkerscongres te Londen, dat aan
gekondigd is voor de dagen van 9 tot en met 13
September, zal dan toch worden gehouden. De
meer dan 30.000 protesten, welke Anglicanen en
Katholieken bij de Engelsche regeering hebben
ingediend, zijn zonder succes gebleven. De Home
Secretary, Sir Samuel Hoare, verklaarde, dat
ook hij hoopte dat het Congres niet zou door
gaan. Maar de traditioneele vrijheid, welke in
rustiger tijden in de Engelsche wet werd vast
gelegd, waarborgt ook in dit geval een gastvrij
heid, welke door het overgroote deel van het
Engelsche volk als een persoonlijke beleediging
wordt gevoeld.
Het Godloozencongres van 1936 te Praag,
waarin de „burgerlijke" en „proletarische" Vrij
denkers zich vereenlgden tot de Wereldunie van
Vrijdenkers, en waar de president, Dr. Terwag-
ne, plechtig verklaarde „onze heele verwachting
ligt bij de Sovjet-Unie", heeft de Engelsche re
geering niets geleerd.
De Sovjet-Godloozenbeweging, welke in Rus
land officieel door de regeering wordt gesteund
en gepropageerd (alle godloozen-uitgaven wor
den op de staatsdrukkerijen te Moskou gedrukt)
zal ook in Londen den toon aangeven. De „An-
tireligioznik", het kaderorgaan van de Russi
sche godloozenbeweging, heeft zich in het af
geloopen jaar in ieder nuinmer opnieuw met de
organisatie van het Londensche Congres bezig
gehouden. Alle Sovjet-kopstukken, met Stalin
aan het hoofd, zijn tot eereleden van het Con
gres benoemd.
Op een vergadering van de Catholic Truth
Society zei Kardinaal Hinsley duidelijk waar
het op stond: de strijdende godloozen uit Rus
land gebruiken de burgerlijke vrijdenkers als
paard van Troje.
En dit paard van Troje zal binnen enkele da
gen met Engelsche hoffelijkheid te Londen wor
den verwelkomd.
Millioenen Engelschen voelen zich in hun hei
ligste gevoelens gekwetst. De bisschoppen heb
ben hun geloovigen moeten vermanen het niet
tot wanordelijkheden te laten komen.
Veel en veel grooter is echter de afschuwe
lijke beleediging, welke dit congres in koel over
leg aan God aandoet. Dit hebben de Engelsche
katholieken begrepen. Op den Zondag van het
Congres wordt in Londen een Stille Omgang
gehouden, waaraan tienduizenden katholieke
mannen zullen deelnemen. In alle kerken wor
den oefeningen van eerherstel gehouden. Rond
de bewuste Godsontkenning te Londen, zal in
christelijk Engeland een vuur van aanbidding
èn boetedoening branden, waarin geheel een
volk zijn geloof in Gods Majesteit belijdt.
Katholiek Nederland mag hierbij niet ach
terblijven.
Reeds enkele weken geleden heeft het
Comité van Actie „Voor God" alle klooster
oversten, pastoors en rectoren in Nederland
uitgenoodigd om in den tijd, dat het Con
gres in Londen wordt gehouden, alle katho
lieken op te roepen tot een gezamenlijk eer
herstel in een vorm, welke het best door
plaatselijke omstandigheden wordt aangege
ven.
Geen massale demonstraties,
met veel rumoer en wapperende vanen,
zijn hier op hun plaats. Alleen door een
vurig gebed en door versterving kun
nen wij belijden, dat wij ons heil slechts
stellen in God, Die in Zijn ondoorgronde
lijk plan toelaat, dat Hij door Zijn schep
selen wordt veracht en geloochend.
Moge geheel Nederland in dien tijd een
waardige positieve geloofsbelijdenis stellen
en een vurig eerherstel brengen tegenover
de bewuste Godslastering, welke te Londen
zal worden bedreven.
altijd een poeder of cachet van Mijnhardt.
Mijnhardt's Poeders per stuk 8 ct. Doos 45 ct.
Cachets, genaamd „Mijnhardtjes" 2 st. 10 ct.
Doos 50 ct.
De directeur van den Rijksdienst der Werk
loosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling
maakt bekend, dat een wijziging in de regeling
tot het overmaken via de clearing van loon-
overschotten van Nederlandsche hoofd- en
handarbeiders in Duitschland te wachten is.
Er kan niet worden bevorderd, dat loonover-
schotten van bedoelde arbeiders, die na den
4den September 1938, zonder tusschenkomst van
de arbeidsbeurzen van beide landen arbeid ïn
Duitschland aanvaarden, van Duitschland naar
Nederland over de clearing worden overge
maakt.
Overmaking van loonoverschotten van hen,
die door bemiddeling van de arbeidsbeurzen
van beide landen zijn geplaatst, zal ook verder
doorgaan. Tot nader bericht zullen ook die
hoofd- en handarbeiders, wier plaatsing niet
door tusschenkomst van de arbeidsbeurzen is
tot stand gekomen, maar die reeds vóór den
5den September in Duitschland werkzaam wa
ren, van de overmaking profiteeren.
De regelingen voor zgn. grensloopers blijven
ongewijzigd.
Volgens inlichtingen van de douaneautoritei-
teri te Hongkong heeft zich in Juni voor de
eerste maal sedert het uitbreken van de Chi-
neesch-Japansche vijandelijkheden een op-
waartsche beweging voorgedaan in den bui-
tenlandschen handel van China. De handels
balans van China was die maand met 2 mil-
lioen dollar actief. In Juli bedroeg de totale
uitvoerhandel van China 10.188.820 dollar meer
dan de invoerhandel. De opwaartsche beweging
in den Chineeschen buitenlandschen handel
wordt over het algemeen toegeschreven aan de
deviezencontröle der regeering.
Het onder de katholieken zeer goed bekende
reisbureau „Rotala Neerlandica", Passage 82.
Den Haag, besluit het reisseizoen met een zeer
interessante reis naar Rome, waarbij tevens een
bezoek gebracht zal worden aan Napels, Capri,
Florence, Venetië en München.
Voor nadere bijzonderheden omtrent deze
reis verwijzen wij naar de advertentie in dit
blad.
oor het bloed van martelaren
wordt de akker der Kerk vrucht
baar.
Zondag 11 September zal Z.H.Exc. Mgr. M.
Meulenberg, Apostolisch Vicaris van IJsland, in
de kapel van het Scholasticaat der Paters Mont-
fortanen te Oirschot de volgende H.H. Wijdin
gen toedienen:
De tonsuur aan de fraters: N. Mooy, C. van
Riel, H. Liebregts, H. Kunkels, C. Ghijsen, E.
Bernard, J. Ogg, J. Sluismans, Fr. Lebouille, J.
Nuvelstein, G. Snijders, A. Genet, J. Habets, A.
Delahaye, P. Bonnier, L. v. d. Boom, A. Jans
sen.
De vier mindere orden aan de fraters: Fr. v.
Geyte, V. Haccuria, G. Klerkx, A. Gielens, P.
Meyer, L. Humblé, L. Terstroet, J. Gundry, L.
Smeets, P. Weynen, H. v. Bergen, J. v. Benthem
A. Coenjaerts, H. Cruyen, A. Schellart, II. Reyn-
ders, R. Dijker, J. Hoeberichts, G. Meels, Ant.
Voncken, J. Berghs.
Het subdiaconaat aan de fraters: J. Huntjens,
W. Siegrist, J. Obemdorff, J. Smeets, P. v. Eu-
nen, J. v. Lunszen, L. v. Kessel, H. Mennens, H.
Herberighs, M. Vanderhallen, J. de Kroon.
Het diakonaat aan de fraters: J. Jansen, J.
Hermans, L. Godefroy.
Z.H.Exc. de Aartsbisschop van Utrecht zal de
volgende week alleen Maandag en Donderdag
audiëntie verleenen.
In de laatste weken zijn er hier en daar weer
verschillende gevallen van kinderverlamming
voorgekomen. Maar wanneer men het zóó zegt,
is er reeds een zekere onjuistheid in. Er zijn nl..
verschillende, vaak zelfs de meerderheid der ge
vallen, dat het niet tot een echte verlamming
komt. Dezen naam heeft men aan de ziekte ge
geven, doordat er in de ernstige gevallen een
langdurige of blijvende verlamming ontstaat,
vooral van een arm, een been of beiden. Doch
omdat dit lang niet altijd voorkomt, is de naam
toch een weinig misleidend. De officieele naam
is poliomyelitis acuta anteror, d.w.z. acute ont
steking van het voorste grijze gedeelte van het
ruggemerg, dat zijn die grijze deelen, die in het
bijzonder zorgen voor de bewegingen der spieren.
Doch ook deze naam is een weinig misleidend,
omdat het in de minder ernstige gevallen niet
tot die ontsteking komt, maar de ziekte reeds
eerder is geweest. Als men het dan heel precies
bekijkt, zou men zeggen dat de derde naam
„ziekte van Heine-Medin" nog beter is. Heine
en Medin hebben deze ziekte het eerst beschre
ven, v. Heine (Duitschland) in 1840, Medin
(Zweden) in 1890. In d entusschentijd hebben
vooral Fransche onderzoekers gevonden, dat het
een ziekte van het ruggemerg was.,Soms echter
is niet zoozeer het ruggemerg als wel de vliezen
van hersenen en ruggemerg en sommige her-
sendeelen aangedaan.
De ziekte is een infectieziekte, d.w.z. zij wordt
door kiemen veroorzaakt. Deze kiemen zijn ech
ter veel kleiner dan de bacillen en kunnen zelfs
met het microscoop niet gezien worden. Men
geeft daaraan den naam ultra-virus (d.w.z. bij
zonder kleine kiem).
De ziekte is verder besmettelijk, d.w.z. gaat
van den een op den ander over. In de praktijk
echter is dit lang niet altijd gemakkelijk waar
te nemen. In de laatste weken kwamen er wel
iswaar verschillende gevallen in dezelfde ge
zinnen voor, maar het gebeurt toch ook heel
vaak, dat de ziekte sporadisch voorkomt, d.w.z.
in diverse gevallen, die men niet met elkaar in
verband kan brengen. Dit klinkt natuurlijk heel
vreemd: een besmettelijke ziekte, waarbij de lij
ders elkaar niet besmet hebben. Toch is het
mogelijk daarvoor een verklaring te geven. Men
moet aannemen, dat verreweg de meeste men-
schen onvatbaar zijn voor deze ziekte, en wel
omdat zij reeds eenmaal, hoewel op een uiterst
zwakke wijze, zijn geïnfecteerd, en uit die lichte
infectie een onvatbaarheid hebben overgehou
den. Hoezeer dit mogelijk is, zien wij aan de
pokken: door de inenting, die niets anders is
dan een heel lichte infectie, wordt men immers
onvatbaar.
Het spreekt nu vanzelf, dat jonge menschen,
vooral kinderen, nog niet zooveel gelegenheid
hebben gehad om zulk een heel lichte infectie
door te maken als anderen. Vandaar dat kinde
ren voor deze ziekte vatbaar zijn. Maar ook dan
nog slechts een zeer klein deel der kinderen.
Verreweg de meesten worden niet ziek, of in
zulk een geringe mate, dat de aandoening on-
herkend, of soms nauwelijks bemerkt, voorbij
gaat.
Want in het begin is deze ziekte heel moeilijk
te herkennen. Er zijn dan geen karakteristieke
teekenen, geen verschijnselen, waardoor men
haar van andere ziekten kan onderscheiden. Dit
is heel lastig, want daardoor is men ook niet
in staat om zoo vroeg mogelijk die geneesmid
delen toe te passen, waarvan men succes kan
hopen. En dit te meer, omdat het beste genees
middel, waarover men beschikt, vooral dan
werkzaam is, wanneer het zoo spoedig mogelijk
wordt toegediend.
Wanneer een kind een dag ziek is, wat lastig
en lusteloos is, misschien een roode keel heeft,
en de geheele aandoening daarmee is afgeloo
pen, is het uiteraard onmogelijk om te zeggen:
ook dat is eigenlijk een, hoewel uiterst licht
geval, van kinderverlamming. Wanneer de ziekte
twee, drie dagen duürt, zonder' dat' er 'eenige
verschijnselen optreden, die er op wijzen dat
ook het zenuwstelsel is aangedaan, is het even
zeer onmogelijk de diagnose te stellen, al kan
men dan, wanneer er in de omgeving duidelijke
gevallen voorkomen, toch een rechtmatig ver
moeden koesteren.
Ontwikkelt de ziekte zich volkomen, dan is
het algemeen verloop als volgt:
Het kind wordt plotseling ziek, krijgt een
flinke koorts, is lastig, vervelend en lusteloos,
soms afwisselend slaperig en opgewonden. Het
gelaat is vuurrood, de oogen zijn glazig en glan
zend. Het heeft pijn in den nek, en het gebeurt
vrij vaak, dat het braakt. Daarbij sterk zwee-
ten en een groote gevoeligheid van de huid. Dit
stadium duurt gemeenlijk ongeveer twee dagen
maar kan ook korter en veel langer duren.
In dit stadium is de ziekte niet te herkennen,
hoewel het onderzoek van het z.g. hunbaalvocht
(het vocht, dat om het ruggemerg is, en dat
door een prik in de lénden kan afgetapt wor
den) vaak een vingerwijzing kan geven.
Daarna treden dan lichte verschijnselen op
die er op wijzen, dat het zenuwstelsel is aan
gedaan. De patiënt krijgt hoofdpijn, pijn in nek
en wervelkolom. De handen beven, als hij iets
aanvat. De stoelgang is vertraagd. De bewust-
zijntoestand wordt gestoord, de patiënt wordt
versuft. Soms zijn er onwillekeurige spiertrek-
kingen; soms ook ziet men dat de ééne helft
van het gezicht slap is. Een voorbijgaande ver
lamming van de gelaatszenuw.
De arts neemt nog wel andere verschijnselen
waar, maar het hier genoemde is ook voor den
leek waarneembaar. In dit stadium is het ver
moeden reeds ernstig. Weliswaar is het meestal
niet met zekerheid uit te maken, of het nu een
kinderverlamming betreft of een andere her-
sen- of ruggemergaandoening, maar in elk ge
val denkt men er aan, en natuurlijk in het bij
zonder, wanneer kinderverlamming in de om
geving reeds geconstateerd is.
Dit stadium is zeer verschillend van duur.
Meestal echter is het kort: één a twee dagen
Wanneer nu de patiënt zoo een dag of drie
vier ziek geweest is, wordt er plotseling een ver
lamming ontdekt: het kind kan een van de
beide voeten niet meer bewegen, soms het on
derbeen niet, dan zijn vooral de dijspieren aan
gedaan. Minder vaak komt het voor, dat een
arm verlamd is, waarbij het dan vooral de groote
schouderspier (deltoideus) betreft.
In de volgende dagen of nog later bemerkt
men dan, dat de verlamming teruggaat. Deze
genezing kan nog wel maanden, soms wel twee
jaar duren, wel te verstaan, ook zonder behan
deling. Dat is zeer gelukkig, maar met dat al
blijft er toch vaak een blijvende verlamming
over, die een langdurige behandeling behoeft.
Het kan in zeldzame gevallen ook erger wor
den, de verlamming neemt toe, stijgt op, zooals
het heet, omdat dan eerst de beenen, daarna de
buikspieren en tenslotte de borstspieren verlamd
worden. Daardoor kan de patiënt niet meer
ademhalen, en hij sterft. Het moet echter ge
zegd worden, dat dit zeer zeldzaam is. Bijna
steeds blijft de patiënt in leven. Dan is het ech
ter noodig, om een langdurige controle en be
handeling toe te passen, om de verlammingen
zoo goed mogelijk te genezen en tevens zooveel
mogelijk de verdere gevolgen daarvan, o.a. ver
krommingen, te voorkomen.
Het geneesmiddel, waar wij zooeven over spra
ken, is een serum uit het bloed van herstelde
lijders (reconvalescenten-serum). Men doet goed
bij vermoeden op kinderverlamming, den dok
ter spoedig te waarschuwen. De patiënten wor
den liefst in een ziekenhuis opgenomen en al-
thans streng geïsoleerd, want de besmetting kan
zoowel door hoesten als door urine, ontlasting,
kleedingstukken enz. overgebracht worden. Dat
alles dient dus goed ontsmet te worden. Bezoe
kers worden niet toegelaten, vooral geen kin
deren. De ziekte heeft, sedert de verbetering der
behandeling, veel van haar verschrikkingen ver
loren. Nochtans is de grootste waakzaamheid
geboden, want een duurzame verlamming blijft
steeds een ernstige hindernis in het leven.
Dr. TH. H. SCHLICHTING.