Een radio-uitzending voor
Zuid-Afrika
De avonturen van een verkeersagentje
VS
9
Feestmaaltijd te
Amsterdam
Hm®
STAD
TWEE MINISTERS VOOR
DE MICROFOON
WOENSDAG 7 SEPTEMBER 1938
H- M. de Koningin heeft gewerkt
en geleefd als een goet
instrument
Haar regeering was vol
zon en zegen
Minister Patijn aan 't woord
GERS
Vele autoriteiten waren de gasten
van het Huldigings
comité 1938"
De regeering en het
bedrijfsleven
Antwoord van minister Colijn
Vrouw gedood
lip
BRAND IN OPSLAGPLAATS
POPPENKAST IN „ROSE-
HAGHE"
Ongeval op het Soendaplein
Brandje
Jeugdwerkloozenkamp
Het feesttornier der Kruisvaart
HAARLEMSCHE HENGE
LAARS VEREENIGING
Morgenrood
Heng. Sport Ver. Haarlem
VOETBAL
MISSIEWEDSTRIJD T.Y.B.B. 1—
SANTPOORT 1
Licht wedstrijd Haarlem
Volewijckers
RIJKSVISCHAFSLAG
STAAT VAN BESOMMINGEN
Öeale weet
wat ze wil
Dinsdagavond 8.10 uur hebben de minister van
A1gemeene Zaken dr. E. Colijn en de minister
van Buitenlandsche Zaken, mr. J. A. N. Patijn,
door de radio korte redevoeringen uitgesproken
tot de stamgenooten in Zuid-Afrika.
Dr. Colijn zeide o.m. net volgende:
Wanneer wij in gedachte de veertig jaren van
öe regeering van H. M. Koningin Wilhelmina
aan ons doen voorbijgaan, treffen ons vooral de
Wie en groote veranderingen, welke deze periode
hebben gekenmerkt.
Dit uur van herdenking doet ons verwonderd
stilstaan bij voorspoed en bü tegenspoed, ja bij
alles, wat de vervlogen veertig jaren ons hebben
Bebracht, maar en wij zeggen het met diepe
overtuiging bij de herdenking van dit re
geringsjubileum van onze geliefde Landsvrou
we wint de dankbaarheid voor het goede en
Broote, dat ons werd geschonken, het verre van
Wat ons teneer zou kunnen drukken. Want
onder het wijs bestuur van Koningin Wilhel-
hhna heeft Nederland zijn plaats onder de vol
geren met eere weten te handhaven.
Wij mogen ons de rede ter gelegenheid van
he troonsbestijging van Hare Majesteit herin
horen, waarin Zij zeide, dat Zij den eerbied
Voor den Nederlandschen naam en de Nederland
se vlag begeerde te bevestigen. Welnu, dit
«oord is ten volle in vervulling gegaan en gij
andgenooten, gij kunt beter dan wie ook zelf
getuigen, dat die koninklijke belofte werd in-
Belost. Zoo vereenigt zich dan ons volk om den
foon van Oranje en hernieuwt zich het oude
ei'bond, dat door wat er samen is beleefd, be-
estigd is geworden en dat thans door een on
breekbare liefde wordt geschraagd.
Voor u landgenooten, die in Zuid-Afrika
woont, zal onze Oranje-herdenking ongetwijfeld
an bijzondere beteekenis zijn. Want gij leeft
hP een bodem, die door de eeuwen heen zeer
nauwe banden met Nederland bezit. Gij leeft
n een land, welks Overheid een open oog heeft
Voor de betrekkingen met Nederland en daar-
an zoo vaak en zoo hartelijk blijk heeft gegeven.
Bjj alle herinneringen aan de regeeringspe-
ri°de tijdens den in Zuid-Afrika gestreden strijd,
hioet het voor u reden tot verhoogde vreugde
®h dankbaarheid zijn, dat gij in een gastvrij
and begrip vindt voor uw gevoelens en u om-
ïlngd weet door vrienden, die met u de hooge
Waarde beseffen van een door het gansche volk
Beliefd Vorstenhuis, van een regeerende Vorstin,
Ohder wier bestuur in vrijheid mag worden ge-
°efd en mag worden gearbeid."
Daarna sprak de minister van Buitenlandsche
caken, mr. J. A. N. Patijn.
Elke herdenking heeft haar eigen karakter,
'teraard stemt elke terugblik op een afgeleg
en levensweg tot bezinning en tot ernst, aldus
*Pr.
Herdenken is herinnering en verwachting.
Herinnering vandaag aan de schaduwen op
et levenspad van onze Koningin, herinnering
a',n de slagen die het Oranjehuis troffen, her-
bering aan de teistering van den wereldoorlog,
ei'innering aan zoo menige ramp, die ons volk
r°f, herinnering aan den nood en het kwaad
Vah werkloosheid en crisis. In allen nood
nu heeft ons volk geweten, dat, zooals
clkens weer in onze rijke geschiedenis. Oranje
ede-leed, waar het volk leed.
v ®n toch is er, ondanks deze schaduwen, zoo
erlei reden tot jubel.
Overschouwt men het leven van H. M. de
°bingin, dan treffen niet alleen haar groote
Baven van geest en karakter, die de gaven der
ranjes zijn dan treft ook, hoezeer Hr. M.'s
e8eering voor land en volk vol zin en zegen is
Bevveest.
.Een ontzaglijk zware taak werd in 1898 met
'lidschap aanvaard en thans, na veertig jaren,
eseffen wij het allen diep, welk een verant
woordelijkheidsbesef en trouw haar sierde.
WUUSTt FARRIFK HIIVFR
j MODÉLLEN
Als een wijs bestierster handelde Zü in
den Zuid-Afrikaanschen oorlog. Even cor
rect als Haar beleid tegenover Engeland
was, even loyaal heeft Zij gehandeld tegen
over Kruger, die in Europa zijn land en volk,
welks beproevingen onze beproevingen wa
ren, wilde dienen. Hare Majesteit deed daar
mede een nationale daad, die uitsprak, wat
er in het volk leefde. Zooals Hare Majesteit
gedurende heel Haar bewind aan de natio
nale gedachte vorm heeft weten te geven.
Die eenheid tusschen Vorst en volk heeft
Hare Majesteit doen zijn de uitdrukking van het
constitutioneele koningschap naar vaderland-
schen zin.
Herdenken zeiden we zooeven is herinne
ring, maar ook verwachting.
Daarom mee vieren we geestdriftig het re-
geeringsjubileum van Hare Majesteit, omdat de
poorten naar een gezegende toekomst open staan.
Wij prijzen ons gelukkig om het jonge geluk in
onze vorstelijke familie, dat het hart van 'ons
volk heeft doen opspringen van vreugde. Wij
prijzen ons gelukkig omdat de spankracht in
ons volk niet te loor ging, omdat wij gereed
staan mede te bouwen aan een vrediger toe
komst voor de volken. Niet alleen heeft Hare
Majesteit den vrede bevorderd, Zij heeft mede
de fakkel van het recht hoog gehouden.
Gij, landgenooten in Zuid-Afrika, jubelt thans
met ons, gij op zoo gastvrijen en gezegenden
bodem, onder het bezonnen en krachtig bestuur
van mannen van Zuid-Afrikaanschen stam. Ik
mocht daareven herinneren aan Hr. Ms. histori
sche daad ten opzichte van Paul Kruger. Se
dertdien zijn tientallen jaren verloopen. Er heb
ben zich sedertdien in Zuid-Afrika nieuwe din
gen ontwikkeld. Er is een jong, geestelijk zelf
standig volk opgestaan, dat zich eigen wegen
heeft uitgehouwen, zelf aan het leven een eigen
vorm geven wil. Wij kunnen er ons slechts over
verheugen, dat de oude Nederlandsche stam,
samen met den Oranjestam, telkens nieuwe
groeikracht in velerlei bloeiwijze openbaart.
Gij viert den blijden jubel van ons volk mede
onder het verantwoordelijk en krachtig bestuur
van mannen, die er diep van zijn doordrongen,
dat niet het eigen voordeel moet worden ge
zocht, maar het gemeenebest gediend, zooals
mèt Willem van Oranje H. M. de Koningin, met
volkomen voorbijzien van eigen rust, heeft ge
werkt en geleefd „Als een goet instrument".
Berichten reeds geplaats in een deel
onzer vorige oplaag)
Met het uitbrengen van een dronk op
H. M. de Koningin heeft de voorzitter van
het „Huldigingscomité 1938", de heer mr. L.
J. A. Trip, Dinsdagavond den feesteltfken
maaltijd geopend, dien het Huldigingscomité
1938 den op den nationalen feestdag in de
hoofdstad aanwezige autoriteiten in de
groote dinerzaal van het Amstel-Hotel
ter gelegenheid hiervan op passende wijze
versierd heeft aangeboden.
Tot de gasten van de huldigingscommissie be
hoorden alle ministers en hun dames, de In
dische vorsten of vertegenwoordigers van de In
dische zelfregeerders, de Commissaris van de
Koningin in de provincie Noord-Holland, mr.
dr. A. baron Röell, de burgemeester van Am
sterdam, dr. W. de Vlugt, de directeuren van
onze groote bankinstellingen, de leiders van de
groote industrieele bedrijven in ons land, de
voorzitter van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken te Amsterdam, de hoofdcommissaris
van politie en vele anderen.
In een tafelrede aan het slot van den maal
tijd wees de heer Trip op het zeldzame feit, dat
alle ministers te zamen met de zelfregeerende
vorsten of hun vertegenwordigers in Neder -
landsch-Indië, aan een gemeenschappelijke tafel
te Amsterdam bijeenkwamen.
Dit uitzonderlijke feit is het gevolg van het
vreugdevolle regeeringsjubileum van onze Ko
ningin, dat wij thans medemaken. Het is een
feit, dat de aandacht vestigt op de eenheid en
saamhoorigheid, die ook ditmaal weer alle volken
van het Koninkrijk der Nederlanden om het
Huis van Oranje bijeenbrengt. Spreker haalde
in dit verband aan de woorden, welke wijlen
dr. de Visser heeft gesproken ter gelegenheid
Met vereende krachten werd beproefd, de tralies van het hok
door te breken. Keesie sloeg er met zijn zwaard tegen aan,
terwijl oome Krab zijn scharen gebruikte, om de tralies te buigen.
De pad bleef 'op den uitkijk staan, om een teeken te geven, als
er onraad in de buurt was.
Eensklaps, toen de eerste tralies doorbraken, klonk het waar-
schuwingsteeken van de pad, dat Koning Knarstand, dat af
schuwelijke monster, in aantocht was. „Vooruit, tracht weg te
komen," riep hij, „anders ia het te laat."
van het 25-jarig regeeringsjubileum van H. M.
de Koningin: „Nimmer uit het Nederlandsche
volk zijn saamhoorigheidsgevoel zoo sterk als
wanneer het geschaard staat om den troon van
Oranje."
Dit is ook bewezen ter gelegenheid van andere
gewichtige gebeurtenissen, wanneer het gaat
om de vitale belangen van land en volk.
De heer Trip kwam vervolgens tot de ver
houding tusschen regeering en bedrijfsleven.
Hij wees op de beteekenis, welke Nederland
en Nederlandsch-Indië in de rij der volken,
dank zjj de ontwikkeling van het bedrijfs
leven, is gaan innemen. Hierbij zeide hij er
van overtuigd te zijn, dat deze bedrijfslei
ders grooten prijs stellen op samenwerking
en nauw contact met de regeering.
Wij leven gelukkig in een land, waar de vrije
meeningsuiting niet alleen geduld, maar ook ge-
wenscht wordt, althans binnen de perken dei-
betamelijkheid. Spreker moest echter toegeven,
dat deze perken door een bepaalde groep soms
schromelijk worden overtreden.
In de ontwikkeling van het Nederlandsche
en het Nederlandsch-Indische bedrijfsleven al
leen zag spreker de mogelijkheid van vermeer
dering der werkgelegenheid, welke noodzakelijk
is voor de welvaart en vooruitgang. Laten wij
het vertrouwen in de toekomst behouden. Ver
sterking van dit vertrouwen is onmisbaar. Even
onmisbaar is de handhaving van den sterken
band van Nederland met het Huis van Oranje.
Spreker besloot zijn rede met het uitbrengen
van een dronk op de liefde, den eerbied en de
verknochtheid aan de Koningin en het Huis
van Oranje.
Namens alle gasten heeft de minister-presi
dent, dr. H. Colijn, de Huldigingscommissie dank
betuigd voor de vriendelijke uitnoodiging en den
kosteljjken maaltijd.
De minister was het met den heer Trip
eens, dat samenwerking tusschen regeering
en bedrijfsleven van het grootste belang is.
Hierbij stelde hij de noodzakelijkheid van
samenwerking en wederzijdsch begrijpen.
Eenerzijds is de regeering bereid kennis te
nemen van de wenschen van het bedrijfsleven,
anderzijds verwacht zij, dat het bedrijfsleven
een open oog wil hebben voor de motieven, die
de regeering bewegen, om bepaalde maatregelen
te nemen. Persoonlijk staat spreker steeds open
voor overleg en het ontvangen van inlichtingen.
Want aldus dr. Colijn hoe ouder men
wordt, des te meer neemt de overtuiging toe
dat één mensch niet alles kan weten en be
hoefte gevoelt om inlichtingen te krijgen over
vraagstukken, die andere levenskringen beter
kunnen overzien dan de regeering.
Minister Colijn besloot zijn toegejuichte rede
met het uitbrengen van een dronk op de een
heid en samenbinding tusschen regeering en
bedrijfsleven.
Dinsdagavond kwart over tien is op den Rijks
weg ter hoogte van hotel De Witte Bergen on
der de gemeente Laren een doodelijk ongeluk
gebeurd.
Een jonge vrouw wilde nabij hotel De Witte
Bergen den Rijksweg oversteken en liet twee
auto's passeeren. Vermoedelijk heeft zij een juist
daarachter in de richting Hilversum rijdenden
auto, bestuurd door den 42-jarigen W. W., uit
Arnhem, niet bemerkt.
De 'bestuurder trachtte een ongeluk te voor
komen, doch een botsing was niet meer te voor
komen. De vrouw moet op slag dood zijn ge
weest.
Het stoffelijk overschot van het slachtoffer,
vermoedelijk mej. P. W. v. D. uit Hilversum, is
naar het St. Jansziekenhuis te Laren overge-
De Koninklijke Familie op het balcon van het paleis op den Dam tijdens de groot-
sche huldebetooging der Nederlandsche jeugd van Dinsdagavond. De vlag van de
Drentsche gemeente Anloo wordt door H. M. de Koningin gedecoreerd
In een opslagplaats van oud papier aan de
Papentorenvest tusschen het Spaarne en den
Harmenjansweg werd hedenmiddag omstreeks
half een brand ontdekt door omwonenden.
Althans door de gebroken ruitjes van het
pakhuis stegen dikke zeer scherp ruikende rook
kolommen omhoog. Zij hadden een dergëlijke
lucht ook reeds eenige jaren geleden geroken,
toen de molen „De Adriaan" door dé vlammen
een ontijdig einde vond. Zij waarschuwden dus
de brandweer. Het ongeluk wilde, dat de deur
niet geopend kon worden. Wel was het mogelijk
aan den Scheepmakersdijk binnen te komen,
doch dan werd de haard van het vuur niet be
reikt. Eerst trachtte de brandweer het vuur te
blusschen door met een straal door een rooster
te spuiten, doch toen dat niet het gewenschte
resultaat bracht, moesten de deuren het ont
gelden. Zij werden met weinige mokerslagen uit
eengereten, waarna men ontdekte, dat het pa
pier tot tegen de deur was opgestapeld, zoodat
men nog niet binnen kon. En na een half uur
behoorde de brand tot het verleden.
De oorzaak van het ontstaan van den brand
is niet bekend. Men vermoedt, dat een rotje of
voetzoeker die gisteren vergeten was, door een
der gebroken ruitjes geworpen is.
De kinderen tusschen 3 en 5 jaar van de leden
der Oranje-Vereeniging Prins Bernhard in
Haarlem-West moesten zich vanmorgen amu
seeren in gebouw „Rosehaghe" aan de Hoof-
manstraat. En dat was niet moeilijk. De kleinen
vermaakten zich uitstekend met de avonturen
van Jan Klaassen en Katrijn, figuren, die on
afscheidelijk aan een poppenkast verbonden zijn.
Bovendien vertoonde een goochelaar zijn onna
speurbare trucjes, die de kinderen in verbazing
brachten.
Om 12 uur togen zij weer zeer voldaan huis
waarts. Van 2 tot 5 uur werden op het Leidsche-
plein kinderspelen gehouden.
Gisterenmiddag omstreeks half twee stak een
57-jarige man op het Soendaplein van het
trottoir naar het wachthuisje van de tram over,
zonder op het verkeer te letten, terwijl hij doof
was. Een 29-jarige motorrijder kon een aan
rijding niet voorkomen, hoewel hij zijn motor
uit alle macht remde, waardoor hij zelfs over
den kop vloog en licht gewond werd. De aan-
geredene werd per ziekenauto naar het Groote
Gasthuis vervoerd, waar men een lichte her
senschudding en een wond boven een der oogen
constateerde.
Omstreeks twee uur gisterenmiddag zagen de
bewoners van de Archipelstraat rook komen uit
het perceel 65, waar niemand thuis was. Zij
waarschuwden de brandweer, die spoedig ter
plaatse was en door middel van het forceeren
van de buitendeur de woning betrad. De brand
bleek te woeden in een kleerenkast op de
slaapkamer der bovenverdieping. Met een
straal op de waterleiding werd verder onheil
onmogelijk gemaakt. De zoon des huizes, die
gewaarschuwd was, stelde slechts weinig schade
vast.
Op Maandag 12 September begint er een
nieuw achtweeksch werkkamp op Vredesteyn te
Egmond Binnen. Dit werkkamp is bestemd
voor R.K. Jeugdwerkloozen van 16 tot en met
24 jaar. Gelegenheid tot inlichtingen en aan
gifte hiervoor bestaat bij kapelaan v. d.
Hoeven, Paul Krugerstraat 43, Donderdag en
Vrijdag a.s. van 3 tot 4 uur.
Nog enkele dagen en „De Kruisvaart" van het
district Haarlem zal uiting geven aan het ver
langen te demonstreeren en althans eeniger-
mate weer te geven van wat er leeft in haar
nog jonge beweging.
Moge velen zeer velen de kennismaking
aanknoopen.
Zondag a.s. vertrekt de stoet om kwart over
twee vanaf de Vrijheidsdreef en gaat via van
Merlelaan en Heerenweg naar het H.B.C.-ter-
rein t.o. de R. K. kerk (naast het Vereenigings-
gebouw) te Heemstede, waar precies om drie
uur deze feestmiddag wordt geopend.
Bovengenoemd college hield Zondag jl. een
hengelwedstrijd, tevens bedoeld als beker
wedstrijd en wel om den van der Meer Wis
selbeker.
Deze wedstrijd die zich weer in een groote
belangstelling mocht verheugen, werd dit keer
gehouden in de Ringvaart bij de Lijnden. Ge-
vischt werd om huishoudelijke en luxe arti
kelen, deelgenomen werd door 22 leden.
Wat de vangst betreft, deze werd zeer bein-
vloed door de slechte weersomstandigheden. Na
diverse lotingen was de uitslag als volgt:
1. F. Schmid-Jongbloed met 30 st., 2. R. v.
der Aar met 27 st., 3. F. van Werven met 18 st.,
4. H. v. d. Schoot met 15 st., 5. R. Rietman met
14 st., 6. J. Meijer met 14 st., 7 N. Burggrave
13 st., 8. G. v. d. Vlugt 12 st., 9. F. Louren-
burg, 10. M. Meiers, 11. A. van Dijk, 12. J.
Boogaard, 13. L. Rondema, 14. G. Vooges, 15.
J. van Dijk, 16. H. van Veen, 17. G. Houtkamp,
18. H. van Honschoten, 19. Ket, 20 H. Steven-
haagen.
Een extra prijsje voor het laatste vischje
werd gewonnen door F. Lourenburg, terwijl de
van der Meer Wisselbeker voor de derde maal
gewonnen werd door de heer H. van der
Schoot.
Na afloop van den wedstrijd verzamelden alle
deelnemers zich in het clubhuis van den heer
A. van Egmond, 2de Zuidpolderstraat 47, alwaar
de voorzitter de heer R. van der Aar, onder
eenige toepasselijke woorden de prijzen aan de
respectievelijke winnaars uitreikte.
Bovengenoemde vischvereeniging hield Zon
dag j.l. haar onderlingen wedstrijd op witvisch
in de Ringvaart, Vijfhuizen. De vangst was
niet groot.
Na afloop ging men weer naar het clubhuis
terug, alwaar de voorzitter de heer H. Veen
de prijzen aan de winnaars uitreikte.
1. A. v. Bezooije, zwaarst gewicht. 2. B. Ga-
bor, 3. A. P. Tabbers, 4. C. v. Tintele, 5. J. A.
Goeman, 6. J. Veen, 7. S. Bosman, 8. B. Veen,
9. J. Hanse.
Zondag a.s. speelt T. Y. B. B. 1 op zijn ter
rein aan den Rijksstraatweg te Haarlem-Noord
een wedstrijd, waarvan de baten bestemd zijn
voor een aanstaand missionaris van Mill-Hill.
Het eerste elftal van Santpoort 1 was zoo be
reidwillig om als tegenpartij te willen fungee-
ren, zoodat het sportief succes verzekerd is.
Moge het financieel resultaat hieraan evenredig
zijn.
Aanvang 8.15 uur.
Morgenavond (Donderdag 8 September) speejt
Haarlem een lichtwedstrijd tegen de Amster-
damsche club „de Volewijckers".
IJMUIDEN. 7 Sept. Versche visch. Tarbot 0.90
1.22, Tong 11.30, Heilbot 0.60-1 per kg. Griet
18.0025, groote Schol 26.0028, middel Schol
20.0026, Zetschol 13.0020. kleine Schol 6 50—
14.50, Bot 8.00—13. Schar 2.20—9, Tongschar 20.00
-39. Pufschol 3.104, middel Schelvisch 24.00
25, kleine middel Schelvisch 8.5017, groote Gul
len 13—18.50, kleine Gullen 2.50—9.50, Wijting
1.803, Makreel 3.109, versche Haring 2.60
3.50 per 50 kg. Kleine middel Heek 16.0018. klei
ne Heek 12.00 per 50 kg. Kabeljauw 36.0062 per
125 kg. Vleet 1.70—2.20, Leng 0.85—1 per stuk.
van de heden aangekomen
TRAWLERS
Dirkje R. O. 53 1420 manden 3240.—, Claesje 46
1350 manden 3220.—, Witte Zee IJm. 167 635
manden 2870.De Hoop 46 310 manden 1430.
Protinus 85 340 manden 1780.Holland 3 179
290 manden 1780.Libra 98 440 manden 2110.
Limburgia 54 250 manden 1350.J. S. Groeb 130
760 manden 3230.Jaco. Clasine 10 665 manden
2450.Gloria 37 505 manden 2040.Christine 2
505 manden 2170.Haarlem 9 1800 manden
4180.Elie Chenevière 161 310 manden 1980.
KOTTER
E. 3 690.—.
TRAWLER
Erin IJm. 12 2500 manden 6080.
KOTTER
E 329 1150.—.
LOGGERS
K.W.: 52 270.—. 132 430.—, 60 400
89 540.—. Sch. 132 500.—.
166 420.—,
WATERSTANDEN TE UMTJIDEN
8 September
9 September
10 September
3.14
3.49
4.20
11.14
11.49
0.10
3.37
4.10
4.41
11.37
0.20
Hansiem
Beate zag, dat de directeur even later met
Pr- Abeles stond te praten en hem blijkbaar
haar verhaal vertelde, want ze keken belden
hoofdschuddend haar kant uit. Nu stond Beate
Beheel alleen. Een half uur was verstreken.
Behalve de drie Duitschers waren nog slechts
buitenlanders aan boord, die haar zeer zeker
biet konden helpen. Ook de kapitein had haar
al afgewezen.
Een steward omkoopen? De douane-beamb
ten? De stewardess? Dat was allemaal totaal
ónmogelijk. Maar zij moest aan land, ze moest
hl ieder geval aan land. Zij dacht nogmaals na
óver hetgeen de beambte had gezegd. Familie
had ze niet en een betrekking nu ook niet. Zon
der nadenken zou Beate op het oogenblik haar
huizendmarkbiljet hebben gegeven, om slechts
^an land te komen.
Beate liep langzaam, met opeengeknepen
hppen de dektrap af en stond voor de hutdeur,
^faarop een klein visitekaartje verkondigde, dat
uit het verblijf van Egon Dornbusch was. Nog
aarzelde ze een oogenblik, toen klopte ze aan.
D°rnbosch deed open. Goddank, hü was er ten
minste nogl
„Juffrouw Serenus, wat is er met u gebeurd
bent u ziek?"
Beate zocht naar woorden en was er zich
volkomen van bewust, dat zij een wanhoops
daad ging doen.
„Ik mag niet van boord."
„Waarom niet?"
„De menschen, die die advertentie geplaatst
hebben, zijn bij de politie als onbetrouwbaar
bekend."
„Dat vermoedde ik wel."
„De Argentijnen zien in ons, meisjes, wezens
zonder wil en laten een alleenstaande jongeda
me niet van het schip gaan."
„Daar hebben de autoriteiten groot gelijk
aan."
„Mijnheer Dornbusch, een uur geleden hebt
u me gezegd, dat ik op u rekenen kan, als ik
eens een vriend noodig heb. Ik had niet ge
dacht, dat ik u zoo spoedig aan uw woord zou
moeten houden."
„Hoe kan ik u helpen?"
„U bent op het oogenblik de eenige, die daar
toe in staat is."
„Dat begrijp ik niet. Moet ik met u over
boord springen en naar land zwemmen?"
„Maakt u alstublieft geen gekheid! U ziet
toch wel in, dat ik aan land moet! Nietwaar,
dat ziet u toch in? Ik heb u alles verteld
u weet, dat ik nu niet naar Duitschland te
rug kan en daar zonder een cent staan. De
terugreis kost precies, wat ik nog bezit."
Haar gezicht vertrok nerveus, haar oogen
waren vochtig. Egon Dornbusch had niet ge
loofd, dat zij huilen kon, en met klem ging
ze voort, zenuwachtig:
„Nietwaar, mijnheer Dornbusch, u begrijpt
het toch wel? Er zijn maar twee mogelijkhe
den: aan land gaan, of na terugkomst verhon
geren."
„Wat kan ik doen?"
Zij zag hem strak in de oogen.
„Ik heb over het algemeen geen buitenge
woon hoogen dunk van menschen en vobral
niet van hun vriendschapsbetuigingen. Ik heb
directeur Kleinwachter zoo juist verzocht mij
mee aan land te nemen. Het zou voor hem een
kleinigheid zijn geweest, mij bijvoorbeeld voor
één dag als kindermeisje aan te nemen of voor
mijn part als keukenmeid. U had eens moeten
zien, hoe hij dadelijk in zijn schulp kroop uit
angst voor zijn vrouw en dochter."
„Ik ben directeur Kleinwachter niet en zou
u werkelijk graag helpen, maar ik kan geen
kinderjuffrouw engageeren en ook geen juf
frouw van gezelschap."
Beate stond 'rechtop, met haar rug geleund
tegen de kajuitsdeur, die ze achter zich had
dichtgetrokken. Het was haar aan te zien, dat
zij al haar moed bü elkaar raapte en haar
oogen hadden een eigenaardige, starende uit
drukking.
„U kunt, als u wilt."
Egon Dornbusch werd nerveus door de uit
drukking van angst, schaamte, stomme smee
king en wanhoop, die op haar gelaat lag.
„Hoe kan ik u helpen?"
Nu trok een pijnlijk glimlachje om haar
lippen.
„Doodeenvoudig: u moet met mij trouwen.
Nu dadelijk trouwen."
Onwillekeurig deed Egon een stap achteruit.
Was ze plotseling krankzinnig geworden?
Beate was nu heel bedaard en haar stem
klonk, alsof zij een van buiten geleerd lesje
opzei: „Er zijn drie gevallen mogelijk, waarin
een jongedame aan land wordt gelaten. Als zij
familie bezoekt, die haar komt afhalen; als zij
een vaste betrekking heeft bij menschen, die
bij de autoriteiten als fatsoenlijk bekend staan
of wanneer ze onmiddellijk na de landing
trouwt."
Egon trachtte van zijn verbazing te be
komen.
„Wilt u werkelijk1"
„Laat u mij uitspreken! Het is zoo moeilijk
uit te leggen. Misschien wilt u mij niet eens
tot het eind toe aanhooren; misschien ziet u
mij voor een avonturierster of nog erger aan.
Als u een menschenleven, dat toch nog recht
op een toekomst heeft, wilt redden, trouw dan
met me! Trouw met me en een uur later reist
u naar Rosario en ik verdwijn voor altijd uit
uw oogen. Ik weet wel, dat u niet van mij
houdt; ik heb u ook niet lief als dat wèl
zoo was, had ik er nooit met u over durven
spreken. Wij zijn beiden jong en willen beiden
natuurlijk los van elkander onze eigen toe
komst vormen. Ik geef u de verzekering, dat
ik nooit eenige aanspraak op u zal doen gel
den. U zult mij niet terugzien; u kunt dus on
middellijk echtscheiding aanvragen wegens
kwaadwillige verlating. Ik zweer u, bij al wat
mjj heilig is, dat ik alle schuld op mij neem.
Ik zal u de duizend mark geven, die ik nog
bezit, dan kunt u daarmee de scheidingskos-
ten betalen maar laat me alsjeblieft niet
in den steek!"
Dornbusch liet Beate rustig uitspreken; hij
begreep zichzelf niet. Wat dit meisje van hem
wilde, was zóó iets ongeloofelijks, was zóó
buiten alle verhouding, dat hij wel begreep, dat
zij door wanhoop gedreven werd. Geen oogen
blik kwam de gedachte bü hem op, dat zü hem
misschien in de val zou laten loopen. Nog nooit
had haar gelaat er zoo rein en onschuldig uit
gezien als bü dit voorstel.
„Ik heb u alles verteld. Ik verzoek u nog
maals: help mü! Ik bezweer u, help mü, want
naar Duitschland terug ga ik niet."
Nog steeds stond Egon Dornbusch zwijgend
te overleggen, wat hij zou doen. Hij had ont
zaglijk medelijden met haar en dat niet al
leen: haar doorzettingsvermogen, haar energie
wekten zijn bewondering op. Wie zoo'n vertrou
wen in vreemden had, moest zelf wel een bui
tengewoon karakter hebben....
Nu zag hü haar aan.
„U hebt heel veel vertrouwen in mü."
„Ik moet wel."
„Wanneer moet ik beslissen?"
„Tot mün spüt nu onmiddellük. Er is al
een uur verstreken; ieder oogenblik kan de con
trole-commissie van boord gaan en dan is het
te laat."
Plotseling kregen de zenuwen door de gewel
dige spanning de overhand en zü snikte luid.
„Droog uw tranen maar en ga met mij mee."
Een geheel andere uitdrukking kwam op
haar gezicht; in haar oogen was een grenze-
looze verbazing te lezen.
„Wilt u me werkelijk helpen?"
Hü trachtte nuchter en zakelük te spreken.
„Ik wil u helpen; maar ik vertrouw dan ver
der ook volkomen op uw belofte."
Onwillekeurig trok er een bittere trek om
haar mond. Wat had hü een haast, om haar
zoo spoedig mogelijk weer kwüt te raken!
Beate en Egon gingen samen naar het dek.
De heeren van de douane en de regeeringscon-
tröle borgen juist him papieren op.
„Mag ik u wat vragen, senhores!"
„Zeker."
„Hebt u geweigerd deze dame aan land te la
ten gaan?"
„Het was onze plicht."
„De senhorita heeft u verzuimd u mee te
deelen, dat zij met mij verloofd is en dat wü
het plan hebben onmiddellük te trouwen."
„Dat is iets anders. Onder deze omstandig
heden mag de senhorita natuurlük aan land
gaan. Natuurlijk mag zü het tehuis voor land
verhuizers niet verlaten, alvorens het huwelijk
voltrokken is. Zij wordt in haar eigen belang
onder politietoezicht gesteld, wanneer u er niet
de, voorkeur aan geeft, u onmiddellijk na de
landing, vergezeld van een ambtenaar, naar het
Registro Civil te begeven en daar het huwe-
lük officieel te laten voltrekken. Het kerkelük
huwelijk kan daarna plaats vinden, wanneer u
dit wenscht."
(Wordt vervolgd.)