Een radio-uitzending voor Zuid-Afrika De avonturen van een verkeersagentje VS 9 Feestmaaltijd te Amsterdam Hm® STAD TWEE MINISTERS VOOR DE MICROFOON WOENSDAG 7 SEPTEMBER 1938 H- M. de Koningin heeft gewerkt en geleefd als een goet instrument Haar regeering was vol zon en zegen Minister Patijn aan 't woord GERS Vele autoriteiten waren de gasten van het Huldigings comité 1938" De regeering en het bedrijfsleven Antwoord van minister Colijn Vrouw gedood lip BRAND IN OPSLAGPLAATS POPPENKAST IN „ROSE- HAGHE" Ongeval op het Soendaplein Brandje Jeugdwerkloozenkamp Het feesttornier der Kruisvaart HAARLEMSCHE HENGE LAARS VEREENIGING Morgenrood Heng. Sport Ver. Haarlem VOETBAL MISSIEWEDSTRIJD T.Y.B.B. 1— SANTPOORT 1 Licht wedstrijd Haarlem Volewijckers RIJKSVISCHAFSLAG STAAT VAN BESOMMINGEN Öeale weet wat ze wil Dinsdagavond 8.10 uur hebben de minister van A1gemeene Zaken dr. E. Colijn en de minister van Buitenlandsche Zaken, mr. J. A. N. Patijn, door de radio korte redevoeringen uitgesproken tot de stamgenooten in Zuid-Afrika. Dr. Colijn zeide o.m. net volgende: Wanneer wij in gedachte de veertig jaren van öe regeering van H. M. Koningin Wilhelmina aan ons doen voorbijgaan, treffen ons vooral de Wie en groote veranderingen, welke deze periode hebben gekenmerkt. Dit uur van herdenking doet ons verwonderd stilstaan bij voorspoed en bü tegenspoed, ja bij alles, wat de vervlogen veertig jaren ons hebben Bebracht, maar en wij zeggen het met diepe overtuiging bij de herdenking van dit re geringsjubileum van onze geliefde Landsvrou we wint de dankbaarheid voor het goede en Broote, dat ons werd geschonken, het verre van Wat ons teneer zou kunnen drukken. Want onder het wijs bestuur van Koningin Wilhel- hhna heeft Nederland zijn plaats onder de vol geren met eere weten te handhaven. Wij mogen ons de rede ter gelegenheid van he troonsbestijging van Hare Majesteit herin horen, waarin Zij zeide, dat Zij den eerbied Voor den Nederlandschen naam en de Nederland se vlag begeerde te bevestigen. Welnu, dit «oord is ten volle in vervulling gegaan en gij andgenooten, gij kunt beter dan wie ook zelf getuigen, dat die koninklijke belofte werd in- Belost. Zoo vereenigt zich dan ons volk om den foon van Oranje en hernieuwt zich het oude ei'bond, dat door wat er samen is beleefd, be- estigd is geworden en dat thans door een on breekbare liefde wordt geschraagd. Voor u landgenooten, die in Zuid-Afrika woont, zal onze Oranje-herdenking ongetwijfeld an bijzondere beteekenis zijn. Want gij leeft hP een bodem, die door de eeuwen heen zeer nauwe banden met Nederland bezit. Gij leeft n een land, welks Overheid een open oog heeft Voor de betrekkingen met Nederland en daar- an zoo vaak en zoo hartelijk blijk heeft gegeven. Bjj alle herinneringen aan de regeeringspe- ri°de tijdens den in Zuid-Afrika gestreden strijd, hioet het voor u reden tot verhoogde vreugde ®h dankbaarheid zijn, dat gij in een gastvrij and begrip vindt voor uw gevoelens en u om- ïlngd weet door vrienden, die met u de hooge Waarde beseffen van een door het gansche volk Beliefd Vorstenhuis, van een regeerende Vorstin, Ohder wier bestuur in vrijheid mag worden ge- °efd en mag worden gearbeid." Daarna sprak de minister van Buitenlandsche caken, mr. J. A. N. Patijn. Elke herdenking heeft haar eigen karakter, 'teraard stemt elke terugblik op een afgeleg en levensweg tot bezinning en tot ernst, aldus *Pr. Herdenken is herinnering en verwachting. Herinnering vandaag aan de schaduwen op et levenspad van onze Koningin, herinnering a',n de slagen die het Oranjehuis troffen, her- bering aan de teistering van den wereldoorlog, ei'innering aan zoo menige ramp, die ons volk r°f, herinnering aan den nood en het kwaad Vah werkloosheid en crisis. In allen nood nu heeft ons volk geweten, dat, zooals clkens weer in onze rijke geschiedenis. Oranje ede-leed, waar het volk leed. v ®n toch is er, ondanks deze schaduwen, zoo erlei reden tot jubel. Overschouwt men het leven van H. M. de °bingin, dan treffen niet alleen haar groote Baven van geest en karakter, die de gaven der ranjes zijn dan treft ook, hoezeer Hr. M.'s e8eering voor land en volk vol zin en zegen is Bevveest. .Een ontzaglijk zware taak werd in 1898 met 'lidschap aanvaard en thans, na veertig jaren, eseffen wij het allen diep, welk een verant woordelijkheidsbesef en trouw haar sierde. WUUSTt FARRIFK HIIVFR j MODÉLLEN Als een wijs bestierster handelde Zü in den Zuid-Afrikaanschen oorlog. Even cor rect als Haar beleid tegenover Engeland was, even loyaal heeft Zij gehandeld tegen over Kruger, die in Europa zijn land en volk, welks beproevingen onze beproevingen wa ren, wilde dienen. Hare Majesteit deed daar mede een nationale daad, die uitsprak, wat er in het volk leefde. Zooals Hare Majesteit gedurende heel Haar bewind aan de natio nale gedachte vorm heeft weten te geven. Die eenheid tusschen Vorst en volk heeft Hare Majesteit doen zijn de uitdrukking van het constitutioneele koningschap naar vaderland- schen zin. Herdenken zeiden we zooeven is herinne ring, maar ook verwachting. Daarom mee vieren we geestdriftig het re- geeringsjubileum van Hare Majesteit, omdat de poorten naar een gezegende toekomst open staan. Wij prijzen ons gelukkig om het jonge geluk in onze vorstelijke familie, dat het hart van 'ons volk heeft doen opspringen van vreugde. Wij prijzen ons gelukkig omdat de spankracht in ons volk niet te loor ging, omdat wij gereed staan mede te bouwen aan een vrediger toe komst voor de volken. Niet alleen heeft Hare Majesteit den vrede bevorderd, Zij heeft mede de fakkel van het recht hoog gehouden. Gij, landgenooten in Zuid-Afrika, jubelt thans met ons, gij op zoo gastvrijen en gezegenden bodem, onder het bezonnen en krachtig bestuur van mannen van Zuid-Afrikaanschen stam. Ik mocht daareven herinneren aan Hr. Ms. histori sche daad ten opzichte van Paul Kruger. Se dertdien zijn tientallen jaren verloopen. Er heb ben zich sedertdien in Zuid-Afrika nieuwe din gen ontwikkeld. Er is een jong, geestelijk zelf standig volk opgestaan, dat zich eigen wegen heeft uitgehouwen, zelf aan het leven een eigen vorm geven wil. Wij kunnen er ons slechts over verheugen, dat de oude Nederlandsche stam, samen met den Oranjestam, telkens nieuwe groeikracht in velerlei bloeiwijze openbaart. Gij viert den blijden jubel van ons volk mede onder het verantwoordelijk en krachtig bestuur van mannen, die er diep van zijn doordrongen, dat niet het eigen voordeel moet worden ge zocht, maar het gemeenebest gediend, zooals mèt Willem van Oranje H. M. de Koningin, met volkomen voorbijzien van eigen rust, heeft ge werkt en geleefd „Als een goet instrument". Berichten reeds geplaats in een deel onzer vorige oplaag) Met het uitbrengen van een dronk op H. M. de Koningin heeft de voorzitter van het „Huldigingscomité 1938", de heer mr. L. J. A. Trip, Dinsdagavond den feesteltfken maaltijd geopend, dien het Huldigingscomité 1938 den op den nationalen feestdag in de hoofdstad aanwezige autoriteiten in de groote dinerzaal van het Amstel-Hotel ter gelegenheid hiervan op passende wijze versierd heeft aangeboden. Tot de gasten van de huldigingscommissie be hoorden alle ministers en hun dames, de In dische vorsten of vertegenwoordigers van de In dische zelfregeerders, de Commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Holland, mr. dr. A. baron Röell, de burgemeester van Am sterdam, dr. W. de Vlugt, de directeuren van onze groote bankinstellingen, de leiders van de groote industrieele bedrijven in ons land, de voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam, de hoofdcommissaris van politie en vele anderen. In een tafelrede aan het slot van den maal tijd wees de heer Trip op het zeldzame feit, dat alle ministers te zamen met de zelfregeerende vorsten of hun vertegenwordigers in Neder - landsch-Indië, aan een gemeenschappelijke tafel te Amsterdam bijeenkwamen. Dit uitzonderlijke feit is het gevolg van het vreugdevolle regeeringsjubileum van onze Ko ningin, dat wij thans medemaken. Het is een feit, dat de aandacht vestigt op de eenheid en saamhoorigheid, die ook ditmaal weer alle volken van het Koninkrijk der Nederlanden om het Huis van Oranje bijeenbrengt. Spreker haalde in dit verband aan de woorden, welke wijlen dr. de Visser heeft gesproken ter gelegenheid Met vereende krachten werd beproefd, de tralies van het hok door te breken. Keesie sloeg er met zijn zwaard tegen aan, terwijl oome Krab zijn scharen gebruikte, om de tralies te buigen. De pad bleef 'op den uitkijk staan, om een teeken te geven, als er onraad in de buurt was. Eensklaps, toen de eerste tralies doorbraken, klonk het waar- schuwingsteeken van de pad, dat Koning Knarstand, dat af schuwelijke monster, in aantocht was. „Vooruit, tracht weg te komen," riep hij, „anders ia het te laat." van het 25-jarig regeeringsjubileum van H. M. de Koningin: „Nimmer uit het Nederlandsche volk zijn saamhoorigheidsgevoel zoo sterk als wanneer het geschaard staat om den troon van Oranje." Dit is ook bewezen ter gelegenheid van andere gewichtige gebeurtenissen, wanneer het gaat om de vitale belangen van land en volk. De heer Trip kwam vervolgens tot de ver houding tusschen regeering en bedrijfsleven. Hij wees op de beteekenis, welke Nederland en Nederlandsch-Indië in de rij der volken, dank zjj de ontwikkeling van het bedrijfs leven, is gaan innemen. Hierbij zeide hij er van overtuigd te zijn, dat deze bedrijfslei ders grooten prijs stellen op samenwerking en nauw contact met de regeering. Wij leven gelukkig in een land, waar de vrije meeningsuiting niet alleen geduld, maar ook ge- wenscht wordt, althans binnen de perken dei- betamelijkheid. Spreker moest echter toegeven, dat deze perken door een bepaalde groep soms schromelijk worden overtreden. In de ontwikkeling van het Nederlandsche en het Nederlandsch-Indische bedrijfsleven al leen zag spreker de mogelijkheid van vermeer dering der werkgelegenheid, welke noodzakelijk is voor de welvaart en vooruitgang. Laten wij het vertrouwen in de toekomst behouden. Ver sterking van dit vertrouwen is onmisbaar. Even onmisbaar is de handhaving van den sterken band van Nederland met het Huis van Oranje. Spreker besloot zijn rede met het uitbrengen van een dronk op de liefde, den eerbied en de verknochtheid aan de Koningin en het Huis van Oranje. Namens alle gasten heeft de minister-presi dent, dr. H. Colijn, de Huldigingscommissie dank betuigd voor de vriendelijke uitnoodiging en den kosteljjken maaltijd. De minister was het met den heer Trip eens, dat samenwerking tusschen regeering en bedrijfsleven van het grootste belang is. Hierbij stelde hij de noodzakelijkheid van samenwerking en wederzijdsch begrijpen. Eenerzijds is de regeering bereid kennis te nemen van de wenschen van het bedrijfsleven, anderzijds verwacht zij, dat het bedrijfsleven een open oog wil hebben voor de motieven, die de regeering bewegen, om bepaalde maatregelen te nemen. Persoonlijk staat spreker steeds open voor overleg en het ontvangen van inlichtingen. Want aldus dr. Colijn hoe ouder men wordt, des te meer neemt de overtuiging toe dat één mensch niet alles kan weten en be hoefte gevoelt om inlichtingen te krijgen over vraagstukken, die andere levenskringen beter kunnen overzien dan de regeering. Minister Colijn besloot zijn toegejuichte rede met het uitbrengen van een dronk op de een heid en samenbinding tusschen regeering en bedrijfsleven. Dinsdagavond kwart over tien is op den Rijks weg ter hoogte van hotel De Witte Bergen on der de gemeente Laren een doodelijk ongeluk gebeurd. Een jonge vrouw wilde nabij hotel De Witte Bergen den Rijksweg oversteken en liet twee auto's passeeren. Vermoedelijk heeft zij een juist daarachter in de richting Hilversum rijdenden auto, bestuurd door den 42-jarigen W. W., uit Arnhem, niet bemerkt. De 'bestuurder trachtte een ongeluk te voor komen, doch een botsing was niet meer te voor komen. De vrouw moet op slag dood zijn ge weest. Het stoffelijk overschot van het slachtoffer, vermoedelijk mej. P. W. v. D. uit Hilversum, is naar het St. Jansziekenhuis te Laren overge- De Koninklijke Familie op het balcon van het paleis op den Dam tijdens de groot- sche huldebetooging der Nederlandsche jeugd van Dinsdagavond. De vlag van de Drentsche gemeente Anloo wordt door H. M. de Koningin gedecoreerd In een opslagplaats van oud papier aan de Papentorenvest tusschen het Spaarne en den Harmenjansweg werd hedenmiddag omstreeks half een brand ontdekt door omwonenden. Althans door de gebroken ruitjes van het pakhuis stegen dikke zeer scherp ruikende rook kolommen omhoog. Zij hadden een dergëlijke lucht ook reeds eenige jaren geleden geroken, toen de molen „De Adriaan" door dé vlammen een ontijdig einde vond. Zij waarschuwden dus de brandweer. Het ongeluk wilde, dat de deur niet geopend kon worden. Wel was het mogelijk aan den Scheepmakersdijk binnen te komen, doch dan werd de haard van het vuur niet be reikt. Eerst trachtte de brandweer het vuur te blusschen door met een straal door een rooster te spuiten, doch toen dat niet het gewenschte resultaat bracht, moesten de deuren het ont gelden. Zij werden met weinige mokerslagen uit eengereten, waarna men ontdekte, dat het pa pier tot tegen de deur was opgestapeld, zoodat men nog niet binnen kon. En na een half uur behoorde de brand tot het verleden. De oorzaak van het ontstaan van den brand is niet bekend. Men vermoedt, dat een rotje of voetzoeker die gisteren vergeten was, door een der gebroken ruitjes geworpen is. De kinderen tusschen 3 en 5 jaar van de leden der Oranje-Vereeniging Prins Bernhard in Haarlem-West moesten zich vanmorgen amu seeren in gebouw „Rosehaghe" aan de Hoof- manstraat. En dat was niet moeilijk. De kleinen vermaakten zich uitstekend met de avonturen van Jan Klaassen en Katrijn, figuren, die on afscheidelijk aan een poppenkast verbonden zijn. Bovendien vertoonde een goochelaar zijn onna speurbare trucjes, die de kinderen in verbazing brachten. Om 12 uur togen zij weer zeer voldaan huis waarts. Van 2 tot 5 uur werden op het Leidsche- plein kinderspelen gehouden. Gisterenmiddag omstreeks half twee stak een 57-jarige man op het Soendaplein van het trottoir naar het wachthuisje van de tram over, zonder op het verkeer te letten, terwijl hij doof was. Een 29-jarige motorrijder kon een aan rijding niet voorkomen, hoewel hij zijn motor uit alle macht remde, waardoor hij zelfs over den kop vloog en licht gewond werd. De aan- geredene werd per ziekenauto naar het Groote Gasthuis vervoerd, waar men een lichte her senschudding en een wond boven een der oogen constateerde. Omstreeks twee uur gisterenmiddag zagen de bewoners van de Archipelstraat rook komen uit het perceel 65, waar niemand thuis was. Zij waarschuwden de brandweer, die spoedig ter plaatse was en door middel van het forceeren van de buitendeur de woning betrad. De brand bleek te woeden in een kleerenkast op de slaapkamer der bovenverdieping. Met een straal op de waterleiding werd verder onheil onmogelijk gemaakt. De zoon des huizes, die gewaarschuwd was, stelde slechts weinig schade vast. Op Maandag 12 September begint er een nieuw achtweeksch werkkamp op Vredesteyn te Egmond Binnen. Dit werkkamp is bestemd voor R.K. Jeugdwerkloozen van 16 tot en met 24 jaar. Gelegenheid tot inlichtingen en aan gifte hiervoor bestaat bij kapelaan v. d. Hoeven, Paul Krugerstraat 43, Donderdag en Vrijdag a.s. van 3 tot 4 uur. Nog enkele dagen en „De Kruisvaart" van het district Haarlem zal uiting geven aan het ver langen te demonstreeren en althans eeniger- mate weer te geven van wat er leeft in haar nog jonge beweging. Moge velen zeer velen de kennismaking aanknoopen. Zondag a.s. vertrekt de stoet om kwart over twee vanaf de Vrijheidsdreef en gaat via van Merlelaan en Heerenweg naar het H.B.C.-ter- rein t.o. de R. K. kerk (naast het Vereenigings- gebouw) te Heemstede, waar precies om drie uur deze feestmiddag wordt geopend. Bovengenoemd college hield Zondag jl. een hengelwedstrijd, tevens bedoeld als beker wedstrijd en wel om den van der Meer Wis selbeker. Deze wedstrijd die zich weer in een groote belangstelling mocht verheugen, werd dit keer gehouden in de Ringvaart bij de Lijnden. Ge- vischt werd om huishoudelijke en luxe arti kelen, deelgenomen werd door 22 leden. Wat de vangst betreft, deze werd zeer bein- vloed door de slechte weersomstandigheden. Na diverse lotingen was de uitslag als volgt: 1. F. Schmid-Jongbloed met 30 st., 2. R. v. der Aar met 27 st., 3. F. van Werven met 18 st., 4. H. v. d. Schoot met 15 st., 5. R. Rietman met 14 st., 6. J. Meijer met 14 st., 7 N. Burggrave 13 st., 8. G. v. d. Vlugt 12 st., 9. F. Louren- burg, 10. M. Meiers, 11. A. van Dijk, 12. J. Boogaard, 13. L. Rondema, 14. G. Vooges, 15. J. van Dijk, 16. H. van Veen, 17. G. Houtkamp, 18. H. van Honschoten, 19. Ket, 20 H. Steven- haagen. Een extra prijsje voor het laatste vischje werd gewonnen door F. Lourenburg, terwijl de van der Meer Wisselbeker voor de derde maal gewonnen werd door de heer H. van der Schoot. Na afloop van den wedstrijd verzamelden alle deelnemers zich in het clubhuis van den heer A. van Egmond, 2de Zuidpolderstraat 47, alwaar de voorzitter de heer R. van der Aar, onder eenige toepasselijke woorden de prijzen aan de respectievelijke winnaars uitreikte. Bovengenoemde vischvereeniging hield Zon dag j.l. haar onderlingen wedstrijd op witvisch in de Ringvaart, Vijfhuizen. De vangst was niet groot. Na afloop ging men weer naar het clubhuis terug, alwaar de voorzitter de heer H. Veen de prijzen aan de winnaars uitreikte. 1. A. v. Bezooije, zwaarst gewicht. 2. B. Ga- bor, 3. A. P. Tabbers, 4. C. v. Tintele, 5. J. A. Goeman, 6. J. Veen, 7. S. Bosman, 8. B. Veen, 9. J. Hanse. Zondag a.s. speelt T. Y. B. B. 1 op zijn ter rein aan den Rijksstraatweg te Haarlem-Noord een wedstrijd, waarvan de baten bestemd zijn voor een aanstaand missionaris van Mill-Hill. Het eerste elftal van Santpoort 1 was zoo be reidwillig om als tegenpartij te willen fungee- ren, zoodat het sportief succes verzekerd is. Moge het financieel resultaat hieraan evenredig zijn. Aanvang 8.15 uur. Morgenavond (Donderdag 8 September) speejt Haarlem een lichtwedstrijd tegen de Amster- damsche club „de Volewijckers". IJMUIDEN. 7 Sept. Versche visch. Tarbot 0.90 1.22, Tong 11.30, Heilbot 0.60-1 per kg. Griet 18.0025, groote Schol 26.0028, middel Schol 20.0026, Zetschol 13.0020. kleine Schol 6 50— 14.50, Bot 8.00—13. Schar 2.20—9, Tongschar 20.00 -39. Pufschol 3.104, middel Schelvisch 24.00 25, kleine middel Schelvisch 8.5017, groote Gul len 13—18.50, kleine Gullen 2.50—9.50, Wijting 1.803, Makreel 3.109, versche Haring 2.60 3.50 per 50 kg. Kleine middel Heek 16.0018. klei ne Heek 12.00 per 50 kg. Kabeljauw 36.0062 per 125 kg. Vleet 1.70—2.20, Leng 0.85—1 per stuk. van de heden aangekomen TRAWLERS Dirkje R. O. 53 1420 manden 3240.—, Claesje 46 1350 manden 3220.—, Witte Zee IJm. 167 635 manden 2870.De Hoop 46 310 manden 1430. Protinus 85 340 manden 1780.Holland 3 179 290 manden 1780.Libra 98 440 manden 2110. Limburgia 54 250 manden 1350.J. S. Groeb 130 760 manden 3230.Jaco. Clasine 10 665 manden 2450.Gloria 37 505 manden 2040.Christine 2 505 manden 2170.Haarlem 9 1800 manden 4180.Elie Chenevière 161 310 manden 1980. KOTTER E. 3 690.—. TRAWLER Erin IJm. 12 2500 manden 6080. KOTTER E 329 1150.—. LOGGERS K.W.: 52 270.—. 132 430.—, 60 400 89 540.—. Sch. 132 500.—. 166 420.—, WATERSTANDEN TE UMTJIDEN 8 September 9 September 10 September 3.14 3.49 4.20 11.14 11.49 0.10 3.37 4.10 4.41 11.37 0.20 Hansiem Beate zag, dat de directeur even later met Pr- Abeles stond te praten en hem blijkbaar haar verhaal vertelde, want ze keken belden hoofdschuddend haar kant uit. Nu stond Beate Beheel alleen. Een half uur was verstreken. Behalve de drie Duitschers waren nog slechts buitenlanders aan boord, die haar zeer zeker biet konden helpen. Ook de kapitein had haar al afgewezen. Een steward omkoopen? De douane-beamb ten? De stewardess? Dat was allemaal totaal ónmogelijk. Maar zij moest aan land, ze moest hl ieder geval aan land. Zij dacht nogmaals na óver hetgeen de beambte had gezegd. Familie had ze niet en een betrekking nu ook niet. Zon der nadenken zou Beate op het oogenblik haar huizendmarkbiljet hebben gegeven, om slechts ^an land te komen. Beate liep langzaam, met opeengeknepen hppen de dektrap af en stond voor de hutdeur, ^faarop een klein visitekaartje verkondigde, dat uit het verblijf van Egon Dornbusch was. Nog aarzelde ze een oogenblik, toen klopte ze aan. D°rnbosch deed open. Goddank, hü was er ten minste nogl „Juffrouw Serenus, wat is er met u gebeurd bent u ziek?" Beate zocht naar woorden en was er zich volkomen van bewust, dat zij een wanhoops daad ging doen. „Ik mag niet van boord." „Waarom niet?" „De menschen, die die advertentie geplaatst hebben, zijn bij de politie als onbetrouwbaar bekend." „Dat vermoedde ik wel." „De Argentijnen zien in ons, meisjes, wezens zonder wil en laten een alleenstaande jongeda me niet van het schip gaan." „Daar hebben de autoriteiten groot gelijk aan." „Mijnheer Dornbusch, een uur geleden hebt u me gezegd, dat ik op u rekenen kan, als ik eens een vriend noodig heb. Ik had niet ge dacht, dat ik u zoo spoedig aan uw woord zou moeten houden." „Hoe kan ik u helpen?" „U bent op het oogenblik de eenige, die daar toe in staat is." „Dat begrijp ik niet. Moet ik met u over boord springen en naar land zwemmen?" „Maakt u alstublieft geen gekheid! U ziet toch wel in, dat ik aan land moet! Nietwaar, dat ziet u toch in? Ik heb u alles verteld u weet, dat ik nu niet naar Duitschland te rug kan en daar zonder een cent staan. De terugreis kost precies, wat ik nog bezit." Haar gezicht vertrok nerveus, haar oogen waren vochtig. Egon Dornbusch had niet ge loofd, dat zij huilen kon, en met klem ging ze voort, zenuwachtig: „Nietwaar, mijnheer Dornbusch, u begrijpt het toch wel? Er zijn maar twee mogelijkhe den: aan land gaan, of na terugkomst verhon geren." „Wat kan ik doen?" Zij zag hem strak in de oogen. „Ik heb over het algemeen geen buitenge woon hoogen dunk van menschen en vobral niet van hun vriendschapsbetuigingen. Ik heb directeur Kleinwachter zoo juist verzocht mij mee aan land te nemen. Het zou voor hem een kleinigheid zijn geweest, mij bijvoorbeeld voor één dag als kindermeisje aan te nemen of voor mijn part als keukenmeid. U had eens moeten zien, hoe hij dadelijk in zijn schulp kroop uit angst voor zijn vrouw en dochter." „Ik ben directeur Kleinwachter niet en zou u werkelijk graag helpen, maar ik kan geen kinderjuffrouw engageeren en ook geen juf frouw van gezelschap." Beate stond 'rechtop, met haar rug geleund tegen de kajuitsdeur, die ze achter zich had dichtgetrokken. Het was haar aan te zien, dat zij al haar moed bü elkaar raapte en haar oogen hadden een eigenaardige, starende uit drukking. „U kunt, als u wilt." Egon Dornbusch werd nerveus door de uit drukking van angst, schaamte, stomme smee king en wanhoop, die op haar gelaat lag. „Hoe kan ik u helpen?" Nu trok een pijnlijk glimlachje om haar lippen. „Doodeenvoudig: u moet met mij trouwen. Nu dadelijk trouwen." Onwillekeurig deed Egon een stap achteruit. Was ze plotseling krankzinnig geworden? Beate was nu heel bedaard en haar stem klonk, alsof zij een van buiten geleerd lesje opzei: „Er zijn drie gevallen mogelijk, waarin een jongedame aan land wordt gelaten. Als zij familie bezoekt, die haar komt afhalen; als zij een vaste betrekking heeft bij menschen, die bij de autoriteiten als fatsoenlijk bekend staan of wanneer ze onmiddellijk na de landing trouwt." Egon trachtte van zijn verbazing te be komen. „Wilt u werkelijk1" „Laat u mij uitspreken! Het is zoo moeilijk uit te leggen. Misschien wilt u mij niet eens tot het eind toe aanhooren; misschien ziet u mij voor een avonturierster of nog erger aan. Als u een menschenleven, dat toch nog recht op een toekomst heeft, wilt redden, trouw dan met me! Trouw met me en een uur later reist u naar Rosario en ik verdwijn voor altijd uit uw oogen. Ik weet wel, dat u niet van mij houdt; ik heb u ook niet lief als dat wèl zoo was, had ik er nooit met u over durven spreken. Wij zijn beiden jong en willen beiden natuurlijk los van elkander onze eigen toe komst vormen. Ik geef u de verzekering, dat ik nooit eenige aanspraak op u zal doen gel den. U zult mij niet terugzien; u kunt dus on middellijk echtscheiding aanvragen wegens kwaadwillige verlating. Ik zweer u, bij al wat mjj heilig is, dat ik alle schuld op mij neem. Ik zal u de duizend mark geven, die ik nog bezit, dan kunt u daarmee de scheidingskos- ten betalen maar laat me alsjeblieft niet in den steek!" Dornbusch liet Beate rustig uitspreken; hij begreep zichzelf niet. Wat dit meisje van hem wilde, was zóó iets ongeloofelijks, was zóó buiten alle verhouding, dat hij wel begreep, dat zij door wanhoop gedreven werd. Geen oogen blik kwam de gedachte bü hem op, dat zü hem misschien in de val zou laten loopen. Nog nooit had haar gelaat er zoo rein en onschuldig uit gezien als bü dit voorstel. „Ik heb u alles verteld. Ik verzoek u nog maals: help mü! Ik bezweer u, help mü, want naar Duitschland terug ga ik niet." Nog steeds stond Egon Dornbusch zwijgend te overleggen, wat hij zou doen. Hij had ont zaglijk medelijden met haar en dat niet al leen: haar doorzettingsvermogen, haar energie wekten zijn bewondering op. Wie zoo'n vertrou wen in vreemden had, moest zelf wel een bui tengewoon karakter hebben.... Nu zag hü haar aan. „U hebt heel veel vertrouwen in mü." „Ik moet wel." „Wanneer moet ik beslissen?" „Tot mün spüt nu onmiddellük. Er is al een uur verstreken; ieder oogenblik kan de con trole-commissie van boord gaan en dan is het te laat." Plotseling kregen de zenuwen door de gewel dige spanning de overhand en zü snikte luid. „Droog uw tranen maar en ga met mij mee." Een geheel andere uitdrukking kwam op haar gezicht; in haar oogen was een grenze- looze verbazing te lezen. „Wilt u me werkelijk helpen?" Hü trachtte nuchter en zakelük te spreken. „Ik wil u helpen; maar ik vertrouw dan ver der ook volkomen op uw belofte." Onwillekeurig trok er een bittere trek om haar mond. Wat had hü een haast, om haar zoo spoedig mogelijk weer kwüt te raken! Beate en Egon gingen samen naar het dek. De heeren van de douane en de regeeringscon- tröle borgen juist him papieren op. „Mag ik u wat vragen, senhores!" „Zeker." „Hebt u geweigerd deze dame aan land te la ten gaan?" „Het was onze plicht." „De senhorita heeft u verzuimd u mee te deelen, dat zij met mij verloofd is en dat wü het plan hebben onmiddellük te trouwen." „Dat is iets anders. Onder deze omstandig heden mag de senhorita natuurlük aan land gaan. Natuurlijk mag zü het tehuis voor land verhuizers niet verlaten, alvorens het huwelijk voltrokken is. Zij wordt in haar eigen belang onder politietoezicht gesteld, wanneer u er niet de, voorkeur aan geeft, u onmiddellijk na de landing, vergezeld van een ambtenaar, naar het Registro Civil te begeven en daar het huwe- lük officieel te laten voltrekken. Het kerkelük huwelijk kan daarna plaats vinden, wanneer u dit wenscht." (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 7