Europa op zoek naar een
oplossing
HET OPTIMISME WEER
GEDAALD
ï*rAit
Kerkelijk leven
ZATERDAG 17 SEPTEMBER 1938
BUITENLANDSCH OVERZICHT
Geruchten over Hitler's
eischen
JONGEMAN BIJ AANRIJDING
ERNSTIG GEWOND
Chauffeur was door tegenligger
verblind
RUZIE OM EEN MEISJE
Jongeman te Hilversum neer
gestoken
Trekking loterij Holland-Huis
- r nfTtu w*jï
Noury en v. d. Lande
Herdenking van het 100-jarig
bestaan
INDISCH FILMBEDRIJF
WAAR IS FLORENTINA
DE SOBRIE?
Een Mijnhardtje wj
Medische en technische
gezondheidszorg
Inleidingen tijdens het congres
te Maastricht
Plechtïge opening der
Staten-Generaal
Samenstelling en ceremonieel van
den Koninklijken stoet
Zoodra H. M. de Koningin op den troon is ge
VERBETERING NOORDZEE
KANAAL
Levering van stoompont met
toebehooren
Naar de Missie
De nieuwe voorzitter
van den K. R. O.
„Hij mag rekenen op de mede
werking van het gansche bestuur"
Ir. J. W. ALBARDA
25 jaar lid der Tweede Kamer
1150 GESTOLEN
Rijwielhandelaar gedupeerd
DOOR DEN ZOLDER
GEVALLEN
Slachtoffer later overleden
Terug naar het Rijk deze eisch van den
Sudeten-Duitschen leider, op zulk een
inopportuun oogenblik geuit, werd lang
zaam aan in Duitschland overgenomen; thans
roept de pers van het Derde Rijk, de Voelki-
sche Beobachter voorop, in koor deze oplossing
als de eenig mogelijke uit. Hoewel het eerste
enthousiasme te Berlijn ietwat bekoeld schijnt
te zijn, blijkt wel uit de meldingen van de
buitenlandsche correspondenten aldaar, dat
de Wilhelmstrasse op de secessie van de
Sudeten-Duitsche gebieden rekent. De publi
caties, daaromtrent in de Duitsche pers ge
daan, leggen de publieke opinie in die richting
Vast, en het is niet mogelijk te veronderstellen,
dat de gelijkgeschakelde bladen hier plotseling
eigen initiatief toonden.
In het andere kamp, te Praag, krijgt men
een vrijwel volkomen tegenovergesteld beeld te
zien. Uit de betrouwbare berichten blijkt, dat
öien daar voor het oogenblik althans den toe
stand meester is, zij het dan ook dank zij zeer
Straffen maatregelen. De bedreigde gebieden
zijn door het Tsjechische machtsapparaat vol
ledig bezet; de eisch tot uitlevering van de
Wapens, waaraan huiszoekingen kracht bijzet
ten, duidt erop, dat men te Praag het risico
Van een opstandige beweging tot een minimum
Wil reduceeren. De geruchten, volgens welke
Konrad Henlein vogelvrij verklaard zou zijn,
blijken onjuist te zijn, hetgeen een geruststel
ling is voor degenen, die vreesden, dat Praag
bij het nemen van maatregelen te ver zou
Baan en in stee van rust en orde een wan
hoopsdaad van de Sudeten-Duitschers zou uit
lokken. De Sudeten zelf toonden bereidwillig
heid voorloopig de orde te bewaren, in de hoop,
dat de onderhandelingen, die thans gevoerd
Worden, in een voor hen gunstigen zin zullen
Uitvallen. Zoodat, wat de atmosfeer in Tsjecho-
Slowakije betreft, men geen onvoorziene en
alle hoop vernietigende gebeurtenissen schijnt
te moeten vreezen.
Doch wat de secessie zelf betreft, daarover
Wenscht Praag geen duimbreed te wijken. De
Hongaren, hun kans schoon achtende, voegen
hun geluid bij het Duitsche koor; daar tegen
over staat, dat de Roethenen een soepeler hou
ding aannemen, terwijl de Siowaken verdeeld
schijnen, hoewel ook de extremisten onder hen
Wel weinig voor aansluiting bij Hongarije zul
len voelen. De Tsjechen zelf sluiten zich aan
bij het blad van den minister-president; géén
Secessie; en men krijgt den indruk, dat deze
houding niet bepaald wordt door de hoop, op
deze wijze den loop der onderhandelingen el
ders te beïnvloeden, doch dat zij aan hun be
sluit verbeten vasthouden. Hetgeen voor de
toekomst moeilijkheden mee kan brengen.
Waar de partijen aldus tegenover elkaar
staan, zoekt de voor een onoverzien
bare ramp bevreesde wereld hulp in
het derde kamp: dat van de Fransch-Britsche
bemiddelaars. Dat dezen geen offer te zwaar
Is, heeft het edelmoedig- gebaar van Chamber
lain bewezen; alleen kan men in de Waster-
Sche hoofdsteden weer duidelijk stemmen on
derscheiden, die twijfelen aan de vruchtbaar
heid van zulke offers. De stemming in Parijs
Jegens den Duitschen rijkskanselier is bitter,
tegenover de hoopgevende uitlatingen van den
Hrit.schen premier, die als geoefend diplomaat
Uitstekend in staat geacht moet worden zijn
^oorloopige meening niet van zijn gelaat te
doen aflezen, staan de woorden van Lord Run-
cirnan, die van terughoudendheid getuigen,
Iferwijl, naar het schijnt, sommige hooge amb
tenaren van het Foreign Office in uitgesproken
Pessimistische stemming verkeeren. Labour
kondigde den Britschen premier aan, dat het
de houding, die Praag aanneemt, ondersteunt
en men meent te Londen, dat niet alleen de
°Ppositie in het Britsche parlement zich tegen
^n oplossing door middel van secessie zal ver
betten. Het lijkt erop, of vele kringen in En
geland en Frankrijk zich realiseeren, dat de
Meegaandheid, de laatste dagen getoond, een
Revoelsreactie was op de hevige spanning van
de uitzichtlooze uren van Dinsdag en Woens
dag, en 'dat het conflict thans bedenkelijk op
een prestige-kwestie gaat lijken, waarbij het
Saat om de hegemonie van Duitschland in
®Uropa: het gevreesde element, waartegenover
beifs
een conciliante figuur als Wilson zich in
^Pril 1918 onverzettelijk befoonde.
Hoewel de Britsche premier aandrong op
voorzichtigheid jegens voortijdige „ver
slagen" uit Berchtesgaden, meenen wij
toch wel eenige aandacht te mogen besteden
dan het bericht van de „Daily Express" over
de eischen, die Hitier gesteld zou hebben. Nier
Mleen is dit bericht van verschillende zijder
baar voren gekomen, doch het blad van Lord
Heaverbrook onderhoudt relaties met Berlijnschc
eh Berlijn goed-gezinde kringen, terwijl het
blan, door dit blad voorgesteld, een o^ het
e®rste gezicht aannemelijke détailleering bevat
van den tenslotte vaag blijvenden Duitschen
®^ch: „Hlim ins Reich". Aannemelijk voor
duitschland althans, en listig genoeg opgezet
0M kans op slagen te hebben. Een secessie van
de zuiver Duitsche gebieden over percenta-
valt immer nog te praten lijkt een her-
sMl van een eenmaal gemaakte fout, en aan-
Va&rdbaar voor hen, die de fout eenmaal maak-
De verdere „kantonale" oplossing heeft
6veneens een schijn van redelijkheid men
deeft immers reeds over zulk een oplossing ge
broken en de talrijke garanties der nieuwe
grenzen zouden voor Praag de bittere pil ver
gulden.
Doch addertjes blijven er vele verscholen in
dit gras. Hitier zou met deze oplossing de kool
van zijn ideologie (sit venia verbo) sparen
door een „Anschluss" en de geit van zijn
buitenlandsche politiek door toch nog een
Sudeten-Duitsch „balkon" in Tsjecho-Slowa-
kije te behouden niet te kort doen, Voor hem
beteekent zulk een oplossing zuivere winst; doch
wat zal Polen zeggen ten aanzien van Teschen?
Wat Boedapest ten aanzien van de Hongaarsche
minderheid zegt, is in Londen inmiddels reeds
bekend. Sovjet-Rusland wordt door dit plan
zorgvuldig buiten de kwestie gehouden, hetgeen
Londen zonder twijfel genoegen zal doen. Doch
of Parijs, hoezeer de heer Daladier ook een
andere richting in Wil slaan, van deze garan
tie voor zijn invloed in Oost-Europa afstand
zal willen doen, is zeer twijfelachtig. Het zou
in zijn geheel vrijwel neerkomen op een erken
ning van de Duitsche hegemonie; zal men zoo
ver gaan bij het verscheuren van het tractaat
van Versailles?
De „Temps" sprak van een hooger plan,
waarop deze kwestie gebracht moet worden.
Dit plan zou een conferentie moeten zijn, waar
op niet geweken moet worden voor het dreigend
geweld van een mogendheid, doch voor het
recht. Het moet niet gaan om een oplossing
voor de Sudeten-Duitschers alleen, doch om een
oplossing voor alle minderheden, die weliswaar
niet de kracht van een tot de tanden gewapend
millioenenleger, doch die van de rechtvaardig
heid achter zich hebben. Een gedeeltelijke re
visie van Versailles zou stukwerk zijn, waarbij
de Westersche mogendheden alleen maar hun
prestige kunnen inboeten; een algemeene
oplossing van het minderhedenvraagstuk in
billijkheid zou voor allen prestige-winst betee-
kenen. Mogen Frankrijk en Engeland in die
richting naar een uitWsg zoeken en slagen. Het
zou, niet voor een korten tijd, doch op langen
termijn een verzekering zijn van den vrede in
Europa.
Donderdagavond is de achttienjarige tuinar-
beider A. Voogd uit Sliedrecht, die op den
Nieuweweg te Honselersdijk, gem. Naaldwijk,
met een vriend liep, door een hem achterop rij
denden vrachtauto van de firma A. de N. uit
Maastricht aangereden en levensgevaarlijk ge
wond. Dokter van Oyen uit Honselersdijk ver
leende de eerste geneeskundige hulp. Hij con
stateerde een schedelbasisfractuur, terwijl het
slachtoffer hoofdwonden en inwendige kneu
zingen had opgeloopen. Hij is naar het R.K.
Ziekenhuis te 's-Gravenhage overgebracht. Zijn
toestand is zorgwekkend.
De politie heeft den vrachtauto in beslag ge
nomen.
De chauffeur, P. K., verklaarde, door een te
genligger te zijn verblind en daardoor de wan
delaars niet tijdig te hebben gezien.
Op de stille plek te Hilversum, waar vroeger
de tol van den Soestdijkerstraatweg gevestigd
was, kregen Vrijdagnamiddag twee jongelui
ruzie om het meisje, waarmee een van hen
omgang had. Spoedig sloegen zij aan het vech
ten, waarbij de ander in zijn opwinding een
mes greep, dat hij bij zich droeg en waarmee
hij zijn tegenstander diep in de borst, nabij de
hartstreek raakte. Terwijl de getroffene hevig
bloedend neerviel, vluchtte de dader het bosch
in. Vrijdagavond nog heeft de politie hem opge
spoord. De zwaargewonde jongeman werd door
omstanders geholpen en wegens het vele bloed
verlies overgebracht naar het Diakonessenhuis.
Wij vernemen intusschen, dat zijn toestand heel
bevredigend is.
Naar we vernemen, was het ons toegezonden
bericht omtrent de trekking der loterij van
het Holland Huis onjuist.
De eerste prijs is n.l. gevallen op no. 2252.
Te Chicago is een bijeenkomst van tweelingen gehouden, die zich in een
groote belangstelling van het publiek mocht verheugen
Heden heeft te Deventer de viering plaats
van het 100-jarig bestaan van de N.V. In-
dustrieele Maatschappij Noury en v. d. Lande.
De dag werd ingezet met een plechtige H.
Mis om half elf in de St. Lebuinuskerk, opge
dragen door den zeereerw. heer pastoor Th.
Thuis met assistentie van de weleerw. heeren
kapelaans J. van Kesteren als diaken en J. A.
M. Walraven als subdiaken.
Het priesterkoor was fraai versierd met witte
chrysanten en palmen.
Het H. Misoffer werd bijgewoond door de
directie en de familieleden van de heeren v. d.
Lande, de vertegenwoordigers van de instel
lingen der firma uit het buitenland en het ge-
heele personeel te Deventer.
Het versterkte kerkkoor zong onder leiding
van den heer H. v. d. Beid de driestemmige
Mis van Perosi.
De organist, de heer W. v. Bruggen, speelde
voor het H. Offer de Festalmarsch Scotson
voor het H. Offer den Festalmarsch van Scotson
Jan Nieland.
Zoo als bekend, heeft een combinatie, be
staande uit de Nederlandsche Telegraaf Mij.
„Radio-Holland" N.V. en de Nederlandsch-Indi
sche Escompto Mij., het gebouw en de appara
tuur van de „Anif" overgenomen, met de be
doeling tot voortzetting en geleidelijken uit
bouw van een Indisch filmbedrijf te geraken.
In aansluiting daarop kunnen wij thans me
dedeelen, dat is opgericht de Nederlandsch-
Indische Filmmaatschappij (Nifilm), waarin ds
voorloopige deelnemers zijn de Nederlandsche
Telegraaf Mij., „Radio-Holland" N.V., de Neder
landsch-Indische Escompto Mij. en de N.V.
Handelsvennootschap vh. Maintz en Co.
Het ligt in de bedoeling de directie in Ne-
derlandsch-Indië te vestigen. Voorloopig zal
„Radio-Holland" deze voeren.
Naar aanleiding van een desbetreffend ver
zoek van een familielid van de betrokkene
wordt opsporing verzocht van de Belgische on-
derdane Florentina de Sobrie, geboren 17 .Sep
tember 1914 te Lier (B.l, dochter van Franciscus
De Sobrie en van Rosalia Maris. Bij gelegen
heid van de vlucht uit Antwerpen in October
1914 tijdens den wereldoorlog werd het meisje
als baby door haar zusje van 10 jaren afgege
ven aan een Belgische dame, die, zelf vluchte
linge, het kindje te Rotterdam zou hebben af
gegeven aan een vrouwelijk lid van een vluch
telingencomité, dat beweerde dienst te doen
voor een zusterklooster en verklaarde het kindje
naar een moederhuis te zullen brengen. Het is
niet zeker of de naam van de baby toen bekend
is gemaakt. Niet uitgesloten is, dat als geslachts
naam is opgegeven: de Soubrie, Soubré, Sou-
brikes of Soubriques. De kans is echter groot,
dat het kind onder een anderen naam in eenig
Hoofdpijn, Kiespijn, Zenuwpijnen, Spit,
Rheumatiek, Kou en Maandbezwaren.
Eén „Mijnhardtje" 5 ct. 12 stuks 50 ct.
bevolkingsregister is opgenomen. De familie van
de betrokkene heeft nimmer meer iets te haren
aanzien vernomen. Eventueele inlichtingen aan
gaande het meisje worden ingewacht aan het
departement van Justitie.
Vandaag was het de laatste dag van het
Centraal Gezondsheidscongres te Maastricht.
Ook nu weer vergaderden de beide secties af
zonderlijk.
Eerste spreker in de medisch-hygiënische af-
deeling was dokter G. J. Lubbers, geneesheer
directeur van de kweekschool voor Vroedvrou
wen te Heerlen, over: De verpleging, verzorging
en hulp bij het kraambed; in het bijzonder in
landelijke gemeenten.
De daling van het geboortecijfer, aldus spr.,
doet in onzen tijd nog eens heel bijzonder de
aandacht uitgaan naar alles wat verband houdt
met het moederschap.
Voor ons is van veel belang: Hoe kunnen wij
de vrouw haar zwangerschap, bevalling en
kraambed doen doormaken zonder dat hiervan
geestelijk of lichamelijk een ongunstigen in
vloed uitgaat op haar natuurlijk moederschap
verlangen?
De invloed van ondeskundige kraamverple-
ging op het verloop van het kraambed wordt
als regel door de bevolking genegeerd.
Ook de invloed van ondeskundige kraamhulp
op geestelijk terrein onderschatte men niet.
Het kan in het belang van de volksgezondheid
geacht worden, dat zoo spoedig mogelijk de leus
„Geen kraambed zonder deskundige kraam
hulp" werkelijkheid worde. De kruisvereenigin-
gen, welke, door haar groote stuwkracht, op
velerlei gebied de Volksgezondheid betreffende,
zulk vruchtbaar werk verricht hebben zouden
ook hier een vruchtbaar arbeidsveld kunnen
vinden.
Vervolgens hield dokter C. R. Zijerveld, dis
trictsschoolarts te Sassenheim een inleiding
over het schoolartseninstituut.
Toen in 1904 het eerste geneeskundig school
toezicht te Zaandam werd ingesteld was dit
voor ons land een novum. Doordat thans in
meer dan 200 gemeenten een schoolarts (al of
niet in volambtelijke betrekking) werkzaam is,
mogen we aannemen, dat niemand het school
artsen-instituut nieuw zal noemen. Nochtans is
het actueel vooral voor de kleinere Gemeenten,
waar nog niets van dien aard bestaat.
Het is een onmisbare schakel in de rij der
sociaal-hygiënische voorzieningen, en de vraag:
pro of contra, welke jaren lang de geesten bezig
hield, doet geen opgeld meer.
Des te meer opvallend is daarom de lang
zame groei van het instituut in de laatste jaren.
Echter mogen we ook dit een crisisverschijnsel
noemen. Waar nu een Rijksregeling binnen af-
zienbaren tijd niet te verwachten is, dient de
nadruk gelegd te worden op andere organisa
tiemogelijkheden, met name de gewestelijke.
Daartoe is echter allereerst noodig, dat groo-
tere bevolkingsgroepen en allerlei instanties
kennis nemen van doel, werkwijze, mogelijkheid
van samenwerking en organisatie, welke pun
ten nader zullen worden besproken. De erva
ring der schoolartsen, dat buiten hun kring, en
in alle lagen van de bevolking groote onkunde
heerscht over deze materie, wettigt zeer zeker
een bespreking van dit weliswaar niet nieuwe,
maar nog altijd actueele onderwerp.
Daarna was aan de orde het onderwerp: Be
strijding der Tuberculose onder het rundvee,
mede met het oog op de belangen der volksge-
Het programma voor de opening van de zit
ting der Staten-Generaal, te 's Gravenhage, op
Dinsdag 20 September luidt als volgt:
Des namiddags te half één uur zullen de leden
der Staten-Generaal in vereenigde vergadering
in de Ridderzaal op het Binnenhof tezamen ko
men, onder leiding van den door H. M. de Ko
ningin benoemden voorzitter van de Eerste
Kamer.
De ministers hoofden van ministerieele de
partementen en de leden van den Raad van
State zullen zich, des namiddags te één uur
mede in die zaal vereenigen.
Ten einde de zitting der Staten-Generaal te
openen, zal H. M. de Koningin te één uur met
den volgenden stoet van het Koninklijk paleis
rijden:
a. een commando cavalerie tot opening van
den stoet;
b. een rijknecht-majoor en twee rijknechts te
paard;
c. de eerste kamerheer-ceremoniemeester, ge
zeten in een rijtuig met twee paarden bespan
nen, gaande één lakei naast elk portier;
d. acht kamerheeren, gezeten in twee rijtui
gen, elk met twee paarden bespannen, gaande
één lakei naast elk portier;
e. de grootofficieren, volgens rang van benoe
ming gezeten in twee of drie rijtuigen, elk met
twee paarden bespannen, gaande twee lakeien
naast elk portier;
f. de dienstdoende grootmeesteres en de
dienstdoende dame du palais, gezeten in een
rijtuig met twee paaren bespannen, gaande twee
lakeien naast elk portier;
g. de opperceremoniemeester, gezeten in een
rijtuig met twee paarden bespannen, gaande
twee lakeien naast elk portier;
h. H. M. de Koningin, gezeten in een staatsie
koets met acht paarden Bespannen, gaande één
koetsier naast elk paard en vier lakeien aan
elke zijde van de koets.
De chef van het militaire huis en de gouver
neur der Koninklijke residentie, te paard, rij
den respectievelijk ter rechter- en ter linker
zijde van de staatsiekoets, een weinig achter het
portier.
De officieren der landmacht van het mili
taire huis, te paard, rijden naast en achter de
staatsiekoets, volgens een door den chef van
het militaire huis aan te geven regeling.
i. Een commando cavalerie tot sluiting van
den stoet.
De stoet zal rijden: door de Heulstraat, het
Lange Voorhout (Schelppad), over den Korten
Vijverberg, naar het Binnenhof.
Te kwart voor één uur zullen aan den in
gang van de Ridderzaal aanwezig zijn de offi
cieren der zeemacht van het militaire huis.
Bij aankomst van den stoet aan de Ridder
zaal, zal H. M. de Koningin aan den ingang
ontvangen worden door een commissie uit de
vergadering, die, voorafgegaan door den eersten
kamerheer-ceremoniemeester, de acht kamer
heeren, de grootofficieren en den oppercere
moniemeester, H. M. geleidt naar den konink
lijken zetel. Deze commissie gaat vóór Hare
Majesteit uit.
De dienstdoende grootmeesteres en de dienst
doende dame du palais, de chef van het mili
taire huis, de gouverneur der Koninklijke resi
dentie, de eerste stalmeester en de officieren
van het militaire huis volgen onmiddellijk.
zeten, plaatsen de dienstdoende grootmeesteres
en de dienstdoende dame du palais zich ter zijde
achter Hare Majestei*".
De grootofficieren en de gouverneur der Ko
ninklijke residentie plaatsen zich rechts, de
officieren van het militaire huis en de eerste
stalmeester links van den troon.
Nadat de zitting door H. M. de Koningin is
geopend, wordt hoogstdezelve door de in artikel 5
genoemde commissie, die vóór Hare Majesteit
uitgaat, voorafgegaan door den opperceremonie
meester, naar de ontvangkamer geleid. De eer
ste kamerheer-ceremoniemeester en de acht
kamerheeren gaan den opperceremoniemeester
vooraf tot aan de ingangsdeur van de vergader
zaal. De dienstdoende grootmeesteres en de
dienstdoende dame du palais volgen Hare Ma
jesteit tot aan de ontvangkamer. De grootoffi
cieren, die Hare Majesteit eveneens gevolgd zijn,
begeven zich met de overige in artikel 5 ge
noemde personen naar de voor hen bestemde
ontvangkamer. De dames en heeren, die in den
stoet Hare Majesteit voorafgaan of volgen, stap
pen tijdig in hunne rijtuigen, evenzoo begeven
de bereden officieren van het militaire huis zich
tijdig naar hunne paarden (behalve de adju
dant en de ordonnans-officier van dienst, die
Hare Majesteit volgen en eerst later opstijgen).
H. M. de Koningin keert naar het koninklijk
paleis terug met den stoet, waarmede Hoogst
dezelve is gekomen, en in de bij artikel 3 ver
melde orde, waarbij de volgende weg zal wor
den genomen:
Van het Binnenhof, over den Korten Vijver
berg, door het Lange Voorhout (Schelppad) en
de Heulstraat, naar het Koninklijk paleis.
Vanaf het oogenblik, waarop H. M. de Ko
ningin het Koninklijk paleis verlaat ter ope
ning van de zitting der Staten-Generaal, tot
dat waarop Hoogstdezelve in het paleis is te
ruggekeerd, worden minuutschoten gelost.
zondheid, hetwelk de heer P. J. 't Hooft P.Jzn.,
veterinair inspecteur bij het Staatstoezicht op
de Volksgezondheid te 's Gravenhage uitvoerig
behandelde.
Nadat Robert Koch op het Tuberculose-
Congres te Londen in 1901 als zijn meening te
kennen had gegeven, dat de bovine tuberculose-
infectie voor den mensch practisch zonder be-
teekenis was, heeft het lang geduurd, voordat
tegen deze meening, gedekt door het groote
gezag van Koch, afdoende wertP geopponeerd.
Zelfs tot voor enkele jaren werden gevallen van
tuberculose door den „typus bovinus" bij den
mensch tot de uitzonderingen gerekend. Na de
nieuwste onderzoekingen, zoowel in Nederland
als in het buitenland, is het echter niet wel
mogelijk dit standpunt te handhaven.
Het is dan ook zonder twijfel, dat met de
bestrijding van de tuberculose onder het rund
vee, naast groote economische belangen, ook die
der Volksgezondheid ten zeerste worden ge
diend.
In verband met de groote medewerking,
welke van de aangesloten veehouders bij de be
strijding der rundertuberculose wordt vereischt,
is, althans voorloopig, in Nederland het prin
cipe van vrijwillige deelneming aan de bestrij
ding aanvaard. Er zijn daarvoor, onder leiding
van den Veeartsenijkundigen Dienst, in alle
provincies, met uitzondering van Friesland,
Centrale Organisaties opgericht, waarin alle
provinciale vereenigingen op veeteelt- en zui
velgebied zijn vertegenwoordigd.
In de provincie Friesland is reeds sedert 1919,
onder leiding dr. A. Veenbaas, een Gezond
heidsdienst voor Vee, door samenwerking van
den Bond van Coöperatieve Zuivelfabrieken en
het Friesch Rundveestamboek, tot stand geko
men, welke zich sedert dien in de eerste plaats
met de bestrijding der rundertuberculose bezig
houdt.
Vervolgens besprak de inleider de wijze van
bestrijding der ziekte.
Het Rijk verleent hierbij steun, ook finan
cieel, terwijl verschillende provincies, Noord
holland zelfs een zeer belangrijke, bijdragen aan
de betrokken organisaties verstrekken. Ten
slotte verleent ook de Consumptie Melk Cen
trale, onder bepaalde voorwaarden, aan de
consumptiemelkleveranciers in het z.g. wette
lijk consumptiemelkgebied geldelijken steun.
In de technisch-hygiënische sectie sprak aller
eerst de heer F. B. J. M. Moubis, inspecteur
van de volkshuisvesting te Maastricht over:
Woningvoorziening in het Limburgsche indus
triegebied in het bijzonder in de mijnstreek.
Na een beschouwing over den woningtoestand
in de mijnstreek sinds de tweede helft der
vorige eeuw, wees spr. er op dat de opbouw
der mijnwerkersbevolking zich in de laatste 25
jaren vrij belangrijk heeft gewijzigd. De jonge
gezinnen van weleer zijn uitgegroeid tot nor
male gezinnen. Het gemiddelde gezin (inwonen
de ouders enz. inbegrepen) telde 4.63 leden in
1921, 4.38 leden in 1935. Er zijn zeer vele ge
zinnen met 4 en meer kinderen. Het geboorte
cijfer is hoog, het sterftecijfer laag, zoodat er
een geboorteoverschot is, dat ver boven het
Rijks-gemiddelde uitgaat. Het aantal gehuwde
mijnarbeiders was in 1921 ongeveer 60 pet., in
1935 ongeveer 70 pet.
Waren er in 1921 ongeveer 50 pet. Limburgers
onder de mijnarbeiders, in 1935 was dit percen
tage gestegen tot 55. Buitenlanders waren er
inl921 23 pet., in 1935 nog 16 pet. Niet alle
mijnarbeiders zijn in het district, woonachtig;
in 1921 woonden er 74 pet., in 1935 82 pet. De
totale bevolking der mijnwerkersgezinnen is ten
opzichte van de geheele bevolking van 1921 tot
1935 gedaald van ongeveer 50 pet. tot 38 pet.
Behalve van de Stichting Thuis Best is de
voorziening van de woningbehoefte m handen
van de Woningvereenigingen, die al dan niet met
Rijksvoorschot, met of zonder bijdrage van Rijk
en gemeente en met of zonder huurgarantie
door de mijnondernemingen of de Staatsspoor
wegen woningcomplexen hebben gesticht; ar
beiderswoningen zijn verder gebouwd door de
Staatsmijnen, de particuliere mijnen en de
Staatsspoorwegen en ten slotte door de parti
culieren, die daarbij niet op de eerste plaats de
voorziening voor de mijnarbeiders op het oog
hebben.
Volledige samenwerking is eerst een drietal
jaren geleden verkregen, toen is overgegaan tot
het ontwerpen van eene gezamenlijke uniforme
hüurregeling voor alle door de verschillende on
dernemingen gestichte woningen, welke rege
ling in den loop van het jaar 1936 onder goed
keuring van de Regeering haar beslag gekregen
heeft.
Dat dit bereikt is, is van groote beteekenis
voor eene verdere georganiseerde behartiging
van de belangen der volkshuisvesting in de
mijnstreek.
De huisvesting van de ongehuwden vormt een
afzonderlijk vraagstuk, dat men aanvankelijk
o.m. heeft trachten op te lossen door het stich
ten van Gezellenhuizen. Deze pogingen, hoe
goed ook bedoeld, zijn weinig geslaagd. Een op
lossing van het kostgangerswezen of althans
voor de kwade gevolgen daarvan behoort nog
tot de godvruchtige wenschen.
Tweede spreker was ir. J. J. H. Vos, direc
teur der N.V. Waterleiding Mij. voor Zuid-
Limburg, te Maastricht, over: De drinkwater
voorziening van Zuid-Limburg.
Aan de hand van eenige lichtbeelden heeft
deze een indruk gegeven van de (on)hygiënische
toestanden op drinkwatergebied op het Zuid-
Limburgsche (geenszins platte) platteland vóór
nog slechts weinige jaren.
Vervolgens behandelde hij de ontwikkeling
van de centrale drinkwatervoorziening in Zuid-
Limburg, alsmede de bijzondere moeilijkheden,
die daarbij overwonnen werden en nog te over
winnen zullen zijn.
Tot slot gaf spr. eenige richtlijnen aan voor
de toekomstige ordening van de waterwinning
in dit gewest.
Laatste spreker was prof. ir. A. J. ter Linden,
te Delft, over: Onderzoekingen over het klimaat
in verschillende woning-typen.
Tijdens de sluitingsvergadering hield ir. J.
H. Froger, leider van den Provincialen Streek-
plannendienst te Maastricht en inleiding over:
de waarde van streekplannen voor de volks
gezondheid in het bijzonder in Limburg.
Nadat een uitvoerig resumé was gegeven van
het verhandelde in de beide secties werd het
congres met een dankwoord van den voorzitter
gesloten.
De hoofdingenieur-directeur van den rijks
waterstaat in de directie Noord-Holland heeft
aanbesteed het leveren van een stoompont met
toebehooren ten behoeve van de werken voor de
verbetering van het Noordzeekanaal.
Laagste inschrijfster: Verschure en Co.s
Scheepswerf en Machinefabriek te Amsterdam
voor f 177.900.
Op 8 Sept. vertrok uit Rotterdam per s.s.
„Ubena" naar Portugeesch Oost-Afrika Pater
Th. Vloet; op 9 Sept. uit Antwerpen per s.s.
„Elisabethville" naar de Belgische Congo Pater
J. Keulen.
Beide missionarissen behooren tot de Con
gregatie der Paters Montfortanen.
In den Katholieken Radio Gids heet de on
dervoorzitter van de K. R. O.-Stichting, de
heer G. W. Kampschöer, pater Dito, den
nieuwen voorzitter als volgt welkom:
Hebben wij zeer getreurd bij den dood van
pastoor Perquin, den stichter van den Kath.
Radio Omroep, er is thans re<jen ons te ver
heugen over de benoeming van zijn opvolger.
Een achttal jaren geleden werd pater lector
Dito aan den K. R. O. verbonden en zulks met
goedkeuring van het hoofdbestuur van de
stichting. Pastoor Perquin z.g. had hierbij de
bedoeling dezen bekwamen assistent te doen
inwerken in de vele moeilijke en ingewikkelde
vraagstukken, op het gebied van de radiobe
weging.
Een mooie, zeer verantwoordelijke en zeer
moeilijke taak wordt aan den nieuwen voor
zitter opgedragen. Pastoor Perquin toch heeft
het initiatief genomen tot stichting van den
K. R. O. Hij is de radio-actie met heel eenvou
dige middelen begonnen. Hij heeft echter bij den
aanvang grooten steun gehad van dr. van Koe
verden en Const. Twaalfhoven z.g. en niet te
vergeten van den heer Paul Speet. Het radio-
apostolaat zooals pastoor Perquin dat zag,
moest van den grond af goed ingezet worden;
de omroep principieel en autonoom. Een strijd,
ja een felle strijd moest daarvoor gestreden
worden. Net iets voor een figuur als van pas
toor Perquin, strijdvaardig, op het strijdlusti
ge af. Bij dezen strijd hebben mr. v. d. Deure
en pastoor Perquin z.g. elkaar de hand toege
stoken en beide hebben den principieelen strijd
gestreden met het schitterende succes, waar
over de laatste dagen bij den dood van pas
toor Perquin zooveel geschreven en gesproken
is.
Pastoor Perquin bouwde voort aan 't radio
werk, tot zelfs over onze landsgrenzen, waar
uit ten slotte groeide het Internationaal Ka
tholiek Radiobureau. Onder zijn voorzitter
schap begon de K. R. O. met radio-missieuit
zendingen en werd een van zijn idealen, de
bouw van een nieuwe studio, verwezenlijkt.
Dank zij den geweldigen ondernemingslust
is hij er in geslaagd een studio te bouwen,
modern en praktisch, een schitterend en toch
eenvoudig gebouw. Goddank is pastoor Perquin
ook hierin voortreffelijk geslaagd.
Nu, na zooveel strijd en arbeid, pastoor Per
quin zijn levenswerk heeft voltooid, komt de
verdere leiding van den K. R. O. aan een ander
priester-Dominicaan en wel aan pater lector
Dito. Deze benoeming heeft pastoor Perquin z.g.
vurig begeerd.
Het Hoofdbestuur heeft met algemeene stem
men en op eensluidend advies van het Dage-
lijksch bestuur beslist dat pater Dito het voor
zitterschap van den K. R. O. zal worden toe
vertrouwd. Hierover verheug ik mij, waarbij
ik mij niet ontveins, dat aan een jeugdig
priester een zware en zeer moeilijke taak op
de schouders wordt gelegd.
Hij mag echter rekenen op den vollen steun
en medewerking van alle leden van het be
stuur. Zonder uitzondering is een ieder vol
lof over den arbeid, dien pater Dito bij den K.
R. O. heeft geleverd. De taak die hij thans
krijgt is zooveel anders, vraagt zooveel meer en
vordert gansch andere eischen.
Wij hebben echter het vertrouwen dat bij
pater Dito de bekwaamheid en de kwalitei
ten, welke het voorzitterschap eischt, aanwe
zig zijn.
Van harte wensch ik den K. R. O. geluk met
deze benoeming en evenzeer feliciteer ik pa
ter Dito met deze bijzondere onderscheiding
met den wensch dat hij de onmisbare hulp van
God in rijke mate zal mogen ontvangen.
Moge hij als priester-voorzitter van dit mo
derne radio-apostolaat er in slagen den K. R.
O. tot hooger bloei te brengen ter eere van
God en tot heil der menschen.
Ad interim werk heb ik, met uitzondering
van de laatste weken, niet of hoogst zelden
verricht. Pastoor Perquin was altijd op zijn
post. Ziek zijn kende hij niet. Moge het onder
den nieuwen voorzitter ook zoo zijn.
Pater Dito, waar u moogt rekenen op de
hartelijke, eerlijke en trouwe medewerking van
het gansche bestuur, wensch ik u ten slotte
toe, dat u in uw nieuwe functie veel vrucht
baar werk zult tot stand brengen.
Vandaag is het 25 jaar geleden, dat de leider
der S.D.A.P.-fractie in de Tweede Kamer, ir. J.
W. Albarda', zijn intrede in dat college deed. Hij
werd in 1913 in Enschede, dat sedert 1909 geen
soc.-democratisch afgevaardigde in de Kamer
had gehad, tot lid der Tweede Kamer gekozen
en behield daarin sedertdien onafgebroken zijn
zetel.
Vrijdagmiddag is op klaarlichten dag te
Badhoevedorp (Haarlemmermeer) ten nadeele
van den heer Schönhage een geldkistje gesto
len, inhoudende een bedrag van ongeveer
f 1150,—.
De heer S. drijft een zaak in rijwielen en
onderdeelen. Hij ontving 's morgens tot vier
maal toe een en dezelfden klant voor onbe
nullige boodschapjes.
De klant kwam 's middags weer enkele ma
len terug en was toen door de vrouw van S.
geholpen.
Op het oogenblik dat hij den winkel verliet,
schijnt hij de kans te hebben gehad, den draad
van de electrische bel door te knippen. Toen
hij bemerkte, dat de vrouw achter in gesprek
was, nam hij zijn kans waar, om n.l. het geld
kistje mee te nemen.
Hierin bevond zich een bedrag van ongeveer
f 150 en een portefeuille met pl.m. f 1000,
waarvan een groot gedeelte voor een zieken
fonds juist was opgehaald. De man maakte
zich met zijn buit uit de voeten.
De politie heeft een uitgebreid signalement
van den man en stelt een onderzoek in.
Te Katwoude is Donderdagmiddag de 76-
jarige T.B. uit Monnikendam, die op de boerderij
van zijn schoonzoon C. de W. boven werkzaam
heden verrichtte, door tot nu toe onbekende
oorzaak naar beneden gestort. B. kwam op den
zolder terecht, viel daar dwars doorheen om
boven op een stoel in de huiskamer te vallen.
Zeer ernstig gewond werd hij opgenomen. De
hulp van verschillende geneesheeren uit den
omtrek kon niet meer baten. Des avonds is het
slachtoffer aan de bekomen verwondingen over
leden.