Europa op zoek naar een oplossing HET OPTIMISME WEER GEDAALD ï*rAit Kerkelijk leven ZATERDAG 17 SEPTEMBER 1938 BUITENLANDSCH OVERZICHT Geruchten over Hitler's eischen JONGEMAN BIJ AANRIJDING ERNSTIG GEWOND Chauffeur was door tegenligger verblind RUZIE OM EEN MEISJE Jongeman te Hilversum neer gestoken Trekking loterij Holland-Huis - r nfTtu w*jï Noury en v. d. Lande Herdenking van het 100-jarig bestaan INDISCH FILMBEDRIJF WAAR IS FLORENTINA DE SOBRIE? Een Mijnhardtje wj Medische en technische gezondheidszorg Inleidingen tijdens het congres te Maastricht Plechtïge opening der Staten-Generaal Samenstelling en ceremonieel van den Koninklijken stoet Zoodra H. M. de Koningin op den troon is ge VERBETERING NOORDZEE KANAAL Levering van stoompont met toebehooren Naar de Missie De nieuwe voorzitter van den K. R. O. „Hij mag rekenen op de mede werking van het gansche bestuur" Ir. J. W. ALBARDA 25 jaar lid der Tweede Kamer 1150 GESTOLEN Rijwielhandelaar gedupeerd DOOR DEN ZOLDER GEVALLEN Slachtoffer later overleden Terug naar het Rijk deze eisch van den Sudeten-Duitschen leider, op zulk een inopportuun oogenblik geuit, werd lang zaam aan in Duitschland overgenomen; thans roept de pers van het Derde Rijk, de Voelki- sche Beobachter voorop, in koor deze oplossing als de eenig mogelijke uit. Hoewel het eerste enthousiasme te Berlijn ietwat bekoeld schijnt te zijn, blijkt wel uit de meldingen van de buitenlandsche correspondenten aldaar, dat de Wilhelmstrasse op de secessie van de Sudeten-Duitsche gebieden rekent. De publi caties, daaromtrent in de Duitsche pers ge daan, leggen de publieke opinie in die richting Vast, en het is niet mogelijk te veronderstellen, dat de gelijkgeschakelde bladen hier plotseling eigen initiatief toonden. In het andere kamp, te Praag, krijgt men een vrijwel volkomen tegenovergesteld beeld te zien. Uit de betrouwbare berichten blijkt, dat öien daar voor het oogenblik althans den toe stand meester is, zij het dan ook dank zij zeer Straffen maatregelen. De bedreigde gebieden zijn door het Tsjechische machtsapparaat vol ledig bezet; de eisch tot uitlevering van de Wapens, waaraan huiszoekingen kracht bijzet ten, duidt erop, dat men te Praag het risico Van een opstandige beweging tot een minimum Wil reduceeren. De geruchten, volgens welke Konrad Henlein vogelvrij verklaard zou zijn, blijken onjuist te zijn, hetgeen een geruststel ling is voor degenen, die vreesden, dat Praag bij het nemen van maatregelen te ver zou Baan en in stee van rust en orde een wan hoopsdaad van de Sudeten-Duitschers zou uit lokken. De Sudeten zelf toonden bereidwillig heid voorloopig de orde te bewaren, in de hoop, dat de onderhandelingen, die thans gevoerd Worden, in een voor hen gunstigen zin zullen Uitvallen. Zoodat, wat de atmosfeer in Tsjecho- Slowakije betreft, men geen onvoorziene en alle hoop vernietigende gebeurtenissen schijnt te moeten vreezen. Doch wat de secessie zelf betreft, daarover Wenscht Praag geen duimbreed te wijken. De Hongaren, hun kans schoon achtende, voegen hun geluid bij het Duitsche koor; daar tegen over staat, dat de Roethenen een soepeler hou ding aannemen, terwijl de Siowaken verdeeld schijnen, hoewel ook de extremisten onder hen Wel weinig voor aansluiting bij Hongarije zul len voelen. De Tsjechen zelf sluiten zich aan bij het blad van den minister-president; géén Secessie; en men krijgt den indruk, dat deze houding niet bepaald wordt door de hoop, op deze wijze den loop der onderhandelingen el ders te beïnvloeden, doch dat zij aan hun be sluit verbeten vasthouden. Hetgeen voor de toekomst moeilijkheden mee kan brengen. Waar de partijen aldus tegenover elkaar staan, zoekt de voor een onoverzien bare ramp bevreesde wereld hulp in het derde kamp: dat van de Fransch-Britsche bemiddelaars. Dat dezen geen offer te zwaar Is, heeft het edelmoedig- gebaar van Chamber lain bewezen; alleen kan men in de Waster- Sche hoofdsteden weer duidelijk stemmen on derscheiden, die twijfelen aan de vruchtbaar heid van zulke offers. De stemming in Parijs Jegens den Duitschen rijkskanselier is bitter, tegenover de hoopgevende uitlatingen van den Hrit.schen premier, die als geoefend diplomaat Uitstekend in staat geacht moet worden zijn ^oorloopige meening niet van zijn gelaat te doen aflezen, staan de woorden van Lord Run- cirnan, die van terughoudendheid getuigen, Iferwijl, naar het schijnt, sommige hooge amb tenaren van het Foreign Office in uitgesproken Pessimistische stemming verkeeren. Labour kondigde den Britschen premier aan, dat het de houding, die Praag aanneemt, ondersteunt en men meent te Londen, dat niet alleen de °Ppositie in het Britsche parlement zich tegen ^n oplossing door middel van secessie zal ver betten. Het lijkt erop, of vele kringen in En geland en Frankrijk zich realiseeren, dat de Meegaandheid, de laatste dagen getoond, een Revoelsreactie was op de hevige spanning van de uitzichtlooze uren van Dinsdag en Woens dag, en 'dat het conflict thans bedenkelijk op een prestige-kwestie gaat lijken, waarbij het Saat om de hegemonie van Duitschland in ®Uropa: het gevreesde element, waartegenover beifs een conciliante figuur als Wilson zich in ^Pril 1918 onverzettelijk befoonde. Hoewel de Britsche premier aandrong op voorzichtigheid jegens voortijdige „ver slagen" uit Berchtesgaden, meenen wij toch wel eenige aandacht te mogen besteden dan het bericht van de „Daily Express" over de eischen, die Hitier gesteld zou hebben. Nier Mleen is dit bericht van verschillende zijder baar voren gekomen, doch het blad van Lord Heaverbrook onderhoudt relaties met Berlijnschc eh Berlijn goed-gezinde kringen, terwijl het blan, door dit blad voorgesteld, een o^ het e®rste gezicht aannemelijke détailleering bevat van den tenslotte vaag blijvenden Duitschen ®^ch: „Hlim ins Reich". Aannemelijk voor duitschland althans, en listig genoeg opgezet 0M kans op slagen te hebben. Een secessie van de zuiver Duitsche gebieden over percenta- valt immer nog te praten lijkt een her- sMl van een eenmaal gemaakte fout, en aan- Va&rdbaar voor hen, die de fout eenmaal maak- De verdere „kantonale" oplossing heeft 6veneens een schijn van redelijkheid men deeft immers reeds over zulk een oplossing ge broken en de talrijke garanties der nieuwe grenzen zouden voor Praag de bittere pil ver gulden. Doch addertjes blijven er vele verscholen in dit gras. Hitier zou met deze oplossing de kool van zijn ideologie (sit venia verbo) sparen door een „Anschluss" en de geit van zijn buitenlandsche politiek door toch nog een Sudeten-Duitsch „balkon" in Tsjecho-Slowa- kije te behouden niet te kort doen, Voor hem beteekent zulk een oplossing zuivere winst; doch wat zal Polen zeggen ten aanzien van Teschen? Wat Boedapest ten aanzien van de Hongaarsche minderheid zegt, is in Londen inmiddels reeds bekend. Sovjet-Rusland wordt door dit plan zorgvuldig buiten de kwestie gehouden, hetgeen Londen zonder twijfel genoegen zal doen. Doch of Parijs, hoezeer de heer Daladier ook een andere richting in Wil slaan, van deze garan tie voor zijn invloed in Oost-Europa afstand zal willen doen, is zeer twijfelachtig. Het zou in zijn geheel vrijwel neerkomen op een erken ning van de Duitsche hegemonie; zal men zoo ver gaan bij het verscheuren van het tractaat van Versailles? De „Temps" sprak van een hooger plan, waarop deze kwestie gebracht moet worden. Dit plan zou een conferentie moeten zijn, waar op niet geweken moet worden voor het dreigend geweld van een mogendheid, doch voor het recht. Het moet niet gaan om een oplossing voor de Sudeten-Duitschers alleen, doch om een oplossing voor alle minderheden, die weliswaar niet de kracht van een tot de tanden gewapend millioenenleger, doch die van de rechtvaardig heid achter zich hebben. Een gedeeltelijke re visie van Versailles zou stukwerk zijn, waarbij de Westersche mogendheden alleen maar hun prestige kunnen inboeten; een algemeene oplossing van het minderhedenvraagstuk in billijkheid zou voor allen prestige-winst betee- kenen. Mogen Frankrijk en Engeland in die richting naar een uitWsg zoeken en slagen. Het zou, niet voor een korten tijd, doch op langen termijn een verzekering zijn van den vrede in Europa. Donderdagavond is de achttienjarige tuinar- beider A. Voogd uit Sliedrecht, die op den Nieuweweg te Honselersdijk, gem. Naaldwijk, met een vriend liep, door een hem achterop rij denden vrachtauto van de firma A. de N. uit Maastricht aangereden en levensgevaarlijk ge wond. Dokter van Oyen uit Honselersdijk ver leende de eerste geneeskundige hulp. Hij con stateerde een schedelbasisfractuur, terwijl het slachtoffer hoofdwonden en inwendige kneu zingen had opgeloopen. Hij is naar het R.K. Ziekenhuis te 's-Gravenhage overgebracht. Zijn toestand is zorgwekkend. De politie heeft den vrachtauto in beslag ge nomen. De chauffeur, P. K., verklaarde, door een te genligger te zijn verblind en daardoor de wan delaars niet tijdig te hebben gezien. Op de stille plek te Hilversum, waar vroeger de tol van den Soestdijkerstraatweg gevestigd was, kregen Vrijdagnamiddag twee jongelui ruzie om het meisje, waarmee een van hen omgang had. Spoedig sloegen zij aan het vech ten, waarbij de ander in zijn opwinding een mes greep, dat hij bij zich droeg en waarmee hij zijn tegenstander diep in de borst, nabij de hartstreek raakte. Terwijl de getroffene hevig bloedend neerviel, vluchtte de dader het bosch in. Vrijdagavond nog heeft de politie hem opge spoord. De zwaargewonde jongeman werd door omstanders geholpen en wegens het vele bloed verlies overgebracht naar het Diakonessenhuis. Wij vernemen intusschen, dat zijn toestand heel bevredigend is. Naar we vernemen, was het ons toegezonden bericht omtrent de trekking der loterij van het Holland Huis onjuist. De eerste prijs is n.l. gevallen op no. 2252. Te Chicago is een bijeenkomst van tweelingen gehouden, die zich in een groote belangstelling van het publiek mocht verheugen Heden heeft te Deventer de viering plaats van het 100-jarig bestaan van de N.V. In- dustrieele Maatschappij Noury en v. d. Lande. De dag werd ingezet met een plechtige H. Mis om half elf in de St. Lebuinuskerk, opge dragen door den zeereerw. heer pastoor Th. Thuis met assistentie van de weleerw. heeren kapelaans J. van Kesteren als diaken en J. A. M. Walraven als subdiaken. Het priesterkoor was fraai versierd met witte chrysanten en palmen. Het H. Misoffer werd bijgewoond door de directie en de familieleden van de heeren v. d. Lande, de vertegenwoordigers van de instel lingen der firma uit het buitenland en het ge- heele personeel te Deventer. Het versterkte kerkkoor zong onder leiding van den heer H. v. d. Beid de driestemmige Mis van Perosi. De organist, de heer W. v. Bruggen, speelde voor het H. Offer de Festalmarsch Scotson voor het H. Offer den Festalmarsch van Scotson Jan Nieland. Zoo als bekend, heeft een combinatie, be staande uit de Nederlandsche Telegraaf Mij. „Radio-Holland" N.V. en de Nederlandsch-Indi sche Escompto Mij., het gebouw en de appara tuur van de „Anif" overgenomen, met de be doeling tot voortzetting en geleidelijken uit bouw van een Indisch filmbedrijf te geraken. In aansluiting daarop kunnen wij thans me dedeelen, dat is opgericht de Nederlandsch- Indische Filmmaatschappij (Nifilm), waarin ds voorloopige deelnemers zijn de Nederlandsche Telegraaf Mij., „Radio-Holland" N.V., de Neder landsch-Indische Escompto Mij. en de N.V. Handelsvennootschap vh. Maintz en Co. Het ligt in de bedoeling de directie in Ne- derlandsch-Indië te vestigen. Voorloopig zal „Radio-Holland" deze voeren. Naar aanleiding van een desbetreffend ver zoek van een familielid van de betrokkene wordt opsporing verzocht van de Belgische on- derdane Florentina de Sobrie, geboren 17 .Sep tember 1914 te Lier (B.l, dochter van Franciscus De Sobrie en van Rosalia Maris. Bij gelegen heid van de vlucht uit Antwerpen in October 1914 tijdens den wereldoorlog werd het meisje als baby door haar zusje van 10 jaren afgege ven aan een Belgische dame, die, zelf vluchte linge, het kindje te Rotterdam zou hebben af gegeven aan een vrouwelijk lid van een vluch telingencomité, dat beweerde dienst te doen voor een zusterklooster en verklaarde het kindje naar een moederhuis te zullen brengen. Het is niet zeker of de naam van de baby toen bekend is gemaakt. Niet uitgesloten is, dat als geslachts naam is opgegeven: de Soubrie, Soubré, Sou- brikes of Soubriques. De kans is echter groot, dat het kind onder een anderen naam in eenig Hoofdpijn, Kiespijn, Zenuwpijnen, Spit, Rheumatiek, Kou en Maandbezwaren. Eén „Mijnhardtje" 5 ct. 12 stuks 50 ct. bevolkingsregister is opgenomen. De familie van de betrokkene heeft nimmer meer iets te haren aanzien vernomen. Eventueele inlichtingen aan gaande het meisje worden ingewacht aan het departement van Justitie. Vandaag was het de laatste dag van het Centraal Gezondsheidscongres te Maastricht. Ook nu weer vergaderden de beide secties af zonderlijk. Eerste spreker in de medisch-hygiënische af- deeling was dokter G. J. Lubbers, geneesheer directeur van de kweekschool voor Vroedvrou wen te Heerlen, over: De verpleging, verzorging en hulp bij het kraambed; in het bijzonder in landelijke gemeenten. De daling van het geboortecijfer, aldus spr., doet in onzen tijd nog eens heel bijzonder de aandacht uitgaan naar alles wat verband houdt met het moederschap. Voor ons is van veel belang: Hoe kunnen wij de vrouw haar zwangerschap, bevalling en kraambed doen doormaken zonder dat hiervan geestelijk of lichamelijk een ongunstigen in vloed uitgaat op haar natuurlijk moederschap verlangen? De invloed van ondeskundige kraamverple- ging op het verloop van het kraambed wordt als regel door de bevolking genegeerd. Ook de invloed van ondeskundige kraamhulp op geestelijk terrein onderschatte men niet. Het kan in het belang van de volksgezondheid geacht worden, dat zoo spoedig mogelijk de leus „Geen kraambed zonder deskundige kraam hulp" werkelijkheid worde. De kruisvereenigin- gen, welke, door haar groote stuwkracht, op velerlei gebied de Volksgezondheid betreffende, zulk vruchtbaar werk verricht hebben zouden ook hier een vruchtbaar arbeidsveld kunnen vinden. Vervolgens hield dokter C. R. Zijerveld, dis trictsschoolarts te Sassenheim een inleiding over het schoolartseninstituut. Toen in 1904 het eerste geneeskundig school toezicht te Zaandam werd ingesteld was dit voor ons land een novum. Doordat thans in meer dan 200 gemeenten een schoolarts (al of niet in volambtelijke betrekking) werkzaam is, mogen we aannemen, dat niemand het school artsen-instituut nieuw zal noemen. Nochtans is het actueel vooral voor de kleinere Gemeenten, waar nog niets van dien aard bestaat. Het is een onmisbare schakel in de rij der sociaal-hygiënische voorzieningen, en de vraag: pro of contra, welke jaren lang de geesten bezig hield, doet geen opgeld meer. Des te meer opvallend is daarom de lang zame groei van het instituut in de laatste jaren. Echter mogen we ook dit een crisisverschijnsel noemen. Waar nu een Rijksregeling binnen af- zienbaren tijd niet te verwachten is, dient de nadruk gelegd te worden op andere organisa tiemogelijkheden, met name de gewestelijke. Daartoe is echter allereerst noodig, dat groo- tere bevolkingsgroepen en allerlei instanties kennis nemen van doel, werkwijze, mogelijkheid van samenwerking en organisatie, welke pun ten nader zullen worden besproken. De erva ring der schoolartsen, dat buiten hun kring, en in alle lagen van de bevolking groote onkunde heerscht over deze materie, wettigt zeer zeker een bespreking van dit weliswaar niet nieuwe, maar nog altijd actueele onderwerp. Daarna was aan de orde het onderwerp: Be strijding der Tuberculose onder het rundvee, mede met het oog op de belangen der volksge- Het programma voor de opening van de zit ting der Staten-Generaal, te 's Gravenhage, op Dinsdag 20 September luidt als volgt: Des namiddags te half één uur zullen de leden der Staten-Generaal in vereenigde vergadering in de Ridderzaal op het Binnenhof tezamen ko men, onder leiding van den door H. M. de Ko ningin benoemden voorzitter van de Eerste Kamer. De ministers hoofden van ministerieele de partementen en de leden van den Raad van State zullen zich, des namiddags te één uur mede in die zaal vereenigen. Ten einde de zitting der Staten-Generaal te openen, zal H. M. de Koningin te één uur met den volgenden stoet van het Koninklijk paleis rijden: a. een commando cavalerie tot opening van den stoet; b. een rijknecht-majoor en twee rijknechts te paard; c. de eerste kamerheer-ceremoniemeester, ge zeten in een rijtuig met twee paarden bespan nen, gaande één lakei naast elk portier; d. acht kamerheeren, gezeten in twee rijtui gen, elk met twee paarden bespannen, gaande één lakei naast elk portier; e. de grootofficieren, volgens rang van benoe ming gezeten in twee of drie rijtuigen, elk met twee paarden bespannen, gaande twee lakeien naast elk portier; f. de dienstdoende grootmeesteres en de dienstdoende dame du palais, gezeten in een rijtuig met twee paaren bespannen, gaande twee lakeien naast elk portier; g. de opperceremoniemeester, gezeten in een rijtuig met twee paarden bespannen, gaande twee lakeien naast elk portier; h. H. M. de Koningin, gezeten in een staatsie koets met acht paarden Bespannen, gaande één koetsier naast elk paard en vier lakeien aan elke zijde van de koets. De chef van het militaire huis en de gouver neur der Koninklijke residentie, te paard, rij den respectievelijk ter rechter- en ter linker zijde van de staatsiekoets, een weinig achter het portier. De officieren der landmacht van het mili taire huis, te paard, rijden naast en achter de staatsiekoets, volgens een door den chef van het militaire huis aan te geven regeling. i. Een commando cavalerie tot sluiting van den stoet. De stoet zal rijden: door de Heulstraat, het Lange Voorhout (Schelppad), over den Korten Vijverberg, naar het Binnenhof. Te kwart voor één uur zullen aan den in gang van de Ridderzaal aanwezig zijn de offi cieren der zeemacht van het militaire huis. Bij aankomst van den stoet aan de Ridder zaal, zal H. M. de Koningin aan den ingang ontvangen worden door een commissie uit de vergadering, die, voorafgegaan door den eersten kamerheer-ceremoniemeester, de acht kamer heeren, de grootofficieren en den oppercere moniemeester, H. M. geleidt naar den konink lijken zetel. Deze commissie gaat vóór Hare Majesteit uit. De dienstdoende grootmeesteres en de dienst doende dame du palais, de chef van het mili taire huis, de gouverneur der Koninklijke resi dentie, de eerste stalmeester en de officieren van het militaire huis volgen onmiddellijk. zeten, plaatsen de dienstdoende grootmeesteres en de dienstdoende dame du palais zich ter zijde achter Hare Majestei*". De grootofficieren en de gouverneur der Ko ninklijke residentie plaatsen zich rechts, de officieren van het militaire huis en de eerste stalmeester links van den troon. Nadat de zitting door H. M. de Koningin is geopend, wordt hoogstdezelve door de in artikel 5 genoemde commissie, die vóór Hare Majesteit uitgaat, voorafgegaan door den opperceremonie meester, naar de ontvangkamer geleid. De eer ste kamerheer-ceremoniemeester en de acht kamerheeren gaan den opperceremoniemeester vooraf tot aan de ingangsdeur van de vergader zaal. De dienstdoende grootmeesteres en de dienstdoende dame du palais volgen Hare Ma jesteit tot aan de ontvangkamer. De grootoffi cieren, die Hare Majesteit eveneens gevolgd zijn, begeven zich met de overige in artikel 5 ge noemde personen naar de voor hen bestemde ontvangkamer. De dames en heeren, die in den stoet Hare Majesteit voorafgaan of volgen, stap pen tijdig in hunne rijtuigen, evenzoo begeven de bereden officieren van het militaire huis zich tijdig naar hunne paarden (behalve de adju dant en de ordonnans-officier van dienst, die Hare Majesteit volgen en eerst later opstijgen). H. M. de Koningin keert naar het koninklijk paleis terug met den stoet, waarmede Hoogst dezelve is gekomen, en in de bij artikel 3 ver melde orde, waarbij de volgende weg zal wor den genomen: Van het Binnenhof, over den Korten Vijver berg, door het Lange Voorhout (Schelppad) en de Heulstraat, naar het Koninklijk paleis. Vanaf het oogenblik, waarop H. M. de Ko ningin het Koninklijk paleis verlaat ter ope ning van de zitting der Staten-Generaal, tot dat waarop Hoogstdezelve in het paleis is te ruggekeerd, worden minuutschoten gelost. zondheid, hetwelk de heer P. J. 't Hooft P.Jzn., veterinair inspecteur bij het Staatstoezicht op de Volksgezondheid te 's Gravenhage uitvoerig behandelde. Nadat Robert Koch op het Tuberculose- Congres te Londen in 1901 als zijn meening te kennen had gegeven, dat de bovine tuberculose- infectie voor den mensch practisch zonder be- teekenis was, heeft het lang geduurd, voordat tegen deze meening, gedekt door het groote gezag van Koch, afdoende wertP geopponeerd. Zelfs tot voor enkele jaren werden gevallen van tuberculose door den „typus bovinus" bij den mensch tot de uitzonderingen gerekend. Na de nieuwste onderzoekingen, zoowel in Nederland als in het buitenland, is het echter niet wel mogelijk dit standpunt te handhaven. Het is dan ook zonder twijfel, dat met de bestrijding van de tuberculose onder het rund vee, naast groote economische belangen, ook die der Volksgezondheid ten zeerste worden ge diend. In verband met de groote medewerking, welke van de aangesloten veehouders bij de be strijding der rundertuberculose wordt vereischt, is, althans voorloopig, in Nederland het prin cipe van vrijwillige deelneming aan de bestrij ding aanvaard. Er zijn daarvoor, onder leiding van den Veeartsenijkundigen Dienst, in alle provincies, met uitzondering van Friesland, Centrale Organisaties opgericht, waarin alle provinciale vereenigingen op veeteelt- en zui velgebied zijn vertegenwoordigd. In de provincie Friesland is reeds sedert 1919, onder leiding dr. A. Veenbaas, een Gezond heidsdienst voor Vee, door samenwerking van den Bond van Coöperatieve Zuivelfabrieken en het Friesch Rundveestamboek, tot stand geko men, welke zich sedert dien in de eerste plaats met de bestrijding der rundertuberculose bezig houdt. Vervolgens besprak de inleider de wijze van bestrijding der ziekte. Het Rijk verleent hierbij steun, ook finan cieel, terwijl verschillende provincies, Noord holland zelfs een zeer belangrijke, bijdragen aan de betrokken organisaties verstrekken. Ten slotte verleent ook de Consumptie Melk Cen trale, onder bepaalde voorwaarden, aan de consumptiemelkleveranciers in het z.g. wette lijk consumptiemelkgebied geldelijken steun. In de technisch-hygiënische sectie sprak aller eerst de heer F. B. J. M. Moubis, inspecteur van de volkshuisvesting te Maastricht over: Woningvoorziening in het Limburgsche indus triegebied in het bijzonder in de mijnstreek. Na een beschouwing over den woningtoestand in de mijnstreek sinds de tweede helft der vorige eeuw, wees spr. er op dat de opbouw der mijnwerkersbevolking zich in de laatste 25 jaren vrij belangrijk heeft gewijzigd. De jonge gezinnen van weleer zijn uitgegroeid tot nor male gezinnen. Het gemiddelde gezin (inwonen de ouders enz. inbegrepen) telde 4.63 leden in 1921, 4.38 leden in 1935. Er zijn zeer vele ge zinnen met 4 en meer kinderen. Het geboorte cijfer is hoog, het sterftecijfer laag, zoodat er een geboorteoverschot is, dat ver boven het Rijks-gemiddelde uitgaat. Het aantal gehuwde mijnarbeiders was in 1921 ongeveer 60 pet., in 1935 ongeveer 70 pet. Waren er in 1921 ongeveer 50 pet. Limburgers onder de mijnarbeiders, in 1935 was dit percen tage gestegen tot 55. Buitenlanders waren er inl921 23 pet., in 1935 nog 16 pet. Niet alle mijnarbeiders zijn in het district, woonachtig; in 1921 woonden er 74 pet., in 1935 82 pet. De totale bevolking der mijnwerkersgezinnen is ten opzichte van de geheele bevolking van 1921 tot 1935 gedaald van ongeveer 50 pet. tot 38 pet. Behalve van de Stichting Thuis Best is de voorziening van de woningbehoefte m handen van de Woningvereenigingen, die al dan niet met Rijksvoorschot, met of zonder bijdrage van Rijk en gemeente en met of zonder huurgarantie door de mijnondernemingen of de Staatsspoor wegen woningcomplexen hebben gesticht; ar beiderswoningen zijn verder gebouwd door de Staatsmijnen, de particuliere mijnen en de Staatsspoorwegen en ten slotte door de parti culieren, die daarbij niet op de eerste plaats de voorziening voor de mijnarbeiders op het oog hebben. Volledige samenwerking is eerst een drietal jaren geleden verkregen, toen is overgegaan tot het ontwerpen van eene gezamenlijke uniforme hüurregeling voor alle door de verschillende on dernemingen gestichte woningen, welke rege ling in den loop van het jaar 1936 onder goed keuring van de Regeering haar beslag gekregen heeft. Dat dit bereikt is, is van groote beteekenis voor eene verdere georganiseerde behartiging van de belangen der volkshuisvesting in de mijnstreek. De huisvesting van de ongehuwden vormt een afzonderlijk vraagstuk, dat men aanvankelijk o.m. heeft trachten op te lossen door het stich ten van Gezellenhuizen. Deze pogingen, hoe goed ook bedoeld, zijn weinig geslaagd. Een op lossing van het kostgangerswezen of althans voor de kwade gevolgen daarvan behoort nog tot de godvruchtige wenschen. Tweede spreker was ir. J. J. H. Vos, direc teur der N.V. Waterleiding Mij. voor Zuid- Limburg, te Maastricht, over: De drinkwater voorziening van Zuid-Limburg. Aan de hand van eenige lichtbeelden heeft deze een indruk gegeven van de (on)hygiënische toestanden op drinkwatergebied op het Zuid- Limburgsche (geenszins platte) platteland vóór nog slechts weinige jaren. Vervolgens behandelde hij de ontwikkeling van de centrale drinkwatervoorziening in Zuid- Limburg, alsmede de bijzondere moeilijkheden, die daarbij overwonnen werden en nog te over winnen zullen zijn. Tot slot gaf spr. eenige richtlijnen aan voor de toekomstige ordening van de waterwinning in dit gewest. Laatste spreker was prof. ir. A. J. ter Linden, te Delft, over: Onderzoekingen over het klimaat in verschillende woning-typen. Tijdens de sluitingsvergadering hield ir. J. H. Froger, leider van den Provincialen Streek- plannendienst te Maastricht en inleiding over: de waarde van streekplannen voor de volks gezondheid in het bijzonder in Limburg. Nadat een uitvoerig resumé was gegeven van het verhandelde in de beide secties werd het congres met een dankwoord van den voorzitter gesloten. De hoofdingenieur-directeur van den rijks waterstaat in de directie Noord-Holland heeft aanbesteed het leveren van een stoompont met toebehooren ten behoeve van de werken voor de verbetering van het Noordzeekanaal. Laagste inschrijfster: Verschure en Co.s Scheepswerf en Machinefabriek te Amsterdam voor f 177.900. Op 8 Sept. vertrok uit Rotterdam per s.s. „Ubena" naar Portugeesch Oost-Afrika Pater Th. Vloet; op 9 Sept. uit Antwerpen per s.s. „Elisabethville" naar de Belgische Congo Pater J. Keulen. Beide missionarissen behooren tot de Con gregatie der Paters Montfortanen. In den Katholieken Radio Gids heet de on dervoorzitter van de K. R. O.-Stichting, de heer G. W. Kampschöer, pater Dito, den nieuwen voorzitter als volgt welkom: Hebben wij zeer getreurd bij den dood van pastoor Perquin, den stichter van den Kath. Radio Omroep, er is thans re<jen ons te ver heugen over de benoeming van zijn opvolger. Een achttal jaren geleden werd pater lector Dito aan den K. R. O. verbonden en zulks met goedkeuring van het hoofdbestuur van de stichting. Pastoor Perquin z.g. had hierbij de bedoeling dezen bekwamen assistent te doen inwerken in de vele moeilijke en ingewikkelde vraagstukken, op het gebied van de radiobe weging. Een mooie, zeer verantwoordelijke en zeer moeilijke taak wordt aan den nieuwen voor zitter opgedragen. Pastoor Perquin toch heeft het initiatief genomen tot stichting van den K. R. O. Hij is de radio-actie met heel eenvou dige middelen begonnen. Hij heeft echter bij den aanvang grooten steun gehad van dr. van Koe verden en Const. Twaalfhoven z.g. en niet te vergeten van den heer Paul Speet. Het radio- apostolaat zooals pastoor Perquin dat zag, moest van den grond af goed ingezet worden; de omroep principieel en autonoom. Een strijd, ja een felle strijd moest daarvoor gestreden worden. Net iets voor een figuur als van pas toor Perquin, strijdvaardig, op het strijdlusti ge af. Bij dezen strijd hebben mr. v. d. Deure en pastoor Perquin z.g. elkaar de hand toege stoken en beide hebben den principieelen strijd gestreden met het schitterende succes, waar over de laatste dagen bij den dood van pas toor Perquin zooveel geschreven en gesproken is. Pastoor Perquin bouwde voort aan 't radio werk, tot zelfs over onze landsgrenzen, waar uit ten slotte groeide het Internationaal Ka tholiek Radiobureau. Onder zijn voorzitter schap begon de K. R. O. met radio-missieuit zendingen en werd een van zijn idealen, de bouw van een nieuwe studio, verwezenlijkt. Dank zij den geweldigen ondernemingslust is hij er in geslaagd een studio te bouwen, modern en praktisch, een schitterend en toch eenvoudig gebouw. Goddank is pastoor Perquin ook hierin voortreffelijk geslaagd. Nu, na zooveel strijd en arbeid, pastoor Per quin zijn levenswerk heeft voltooid, komt de verdere leiding van den K. R. O. aan een ander priester-Dominicaan en wel aan pater lector Dito. Deze benoeming heeft pastoor Perquin z.g. vurig begeerd. Het Hoofdbestuur heeft met algemeene stem men en op eensluidend advies van het Dage- lijksch bestuur beslist dat pater Dito het voor zitterschap van den K. R. O. zal worden toe vertrouwd. Hierover verheug ik mij, waarbij ik mij niet ontveins, dat aan een jeugdig priester een zware en zeer moeilijke taak op de schouders wordt gelegd. Hij mag echter rekenen op den vollen steun en medewerking van alle leden van het be stuur. Zonder uitzondering is een ieder vol lof over den arbeid, dien pater Dito bij den K. R. O. heeft geleverd. De taak die hij thans krijgt is zooveel anders, vraagt zooveel meer en vordert gansch andere eischen. Wij hebben echter het vertrouwen dat bij pater Dito de bekwaamheid en de kwalitei ten, welke het voorzitterschap eischt, aanwe zig zijn. Van harte wensch ik den K. R. O. geluk met deze benoeming en evenzeer feliciteer ik pa ter Dito met deze bijzondere onderscheiding met den wensch dat hij de onmisbare hulp van God in rijke mate zal mogen ontvangen. Moge hij als priester-voorzitter van dit mo derne radio-apostolaat er in slagen den K. R. O. tot hooger bloei te brengen ter eere van God en tot heil der menschen. Ad interim werk heb ik, met uitzondering van de laatste weken, niet of hoogst zelden verricht. Pastoor Perquin was altijd op zijn post. Ziek zijn kende hij niet. Moge het onder den nieuwen voorzitter ook zoo zijn. Pater Dito, waar u moogt rekenen op de hartelijke, eerlijke en trouwe medewerking van het gansche bestuur, wensch ik u ten slotte toe, dat u in uw nieuwe functie veel vrucht baar werk zult tot stand brengen. Vandaag is het 25 jaar geleden, dat de leider der S.D.A.P.-fractie in de Tweede Kamer, ir. J. W. Albarda', zijn intrede in dat college deed. Hij werd in 1913 in Enschede, dat sedert 1909 geen soc.-democratisch afgevaardigde in de Kamer had gehad, tot lid der Tweede Kamer gekozen en behield daarin sedertdien onafgebroken zijn zetel. Vrijdagmiddag is op klaarlichten dag te Badhoevedorp (Haarlemmermeer) ten nadeele van den heer Schönhage een geldkistje gesto len, inhoudende een bedrag van ongeveer f 1150,—. De heer S. drijft een zaak in rijwielen en onderdeelen. Hij ontving 's morgens tot vier maal toe een en dezelfden klant voor onbe nullige boodschapjes. De klant kwam 's middags weer enkele ma len terug en was toen door de vrouw van S. geholpen. Op het oogenblik dat hij den winkel verliet, schijnt hij de kans te hebben gehad, den draad van de electrische bel door te knippen. Toen hij bemerkte, dat de vrouw achter in gesprek was, nam hij zijn kans waar, om n.l. het geld kistje mee te nemen. Hierin bevond zich een bedrag van ongeveer f 150 en een portefeuille met pl.m. f 1000, waarvan een groot gedeelte voor een zieken fonds juist was opgehaald. De man maakte zich met zijn buit uit de voeten. De politie heeft een uitgebreid signalement van den man en stelt een onderzoek in. Te Katwoude is Donderdagmiddag de 76- jarige T.B. uit Monnikendam, die op de boerderij van zijn schoonzoon C. de W. boven werkzaam heden verrichtte, door tot nu toe onbekende oorzaak naar beneden gestort. B. kwam op den zolder terecht, viel daar dwars doorheen om boven op een stoel in de huiskamer te vallen. Zeer ernstig gewond werd hij opgenomen. De hulp van verschillende geneesheeren uit den omtrek kon niet meer baten. Des avonds is het slachtoffer aan de bekomen verwondingen over leden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 9