Een desillusie voor V.V.Y. <KetuM&aal vonden dag De avonturen van een verkeersagent je ft f VIM; reiniat alles H.F.C. klopt de Kennemers Voorde najaarsschoonmaak REEDS NU EEN NEDER LAAG HONIG's KEUKENSTROO Zwaluwen vooruit— TWEEDE KLASSE I.V.C.B. tntpoort II schoot uit zijn slof en sloeg B.SM. met 91 D.O.S.S. maakte een vergeefsche reis CONSTANTIUS—ST. GEORGE 1—2 Uitstekend spel der gasten H.M.S. 2 3—2 D.S.S.TEYLINGEN 2—1 TWEEDE KLASSE K.N.V.B. Watergraafsmeer debuteerde met een 3O-nederlaag tegen Hilversum HILVERSUM—WATER GRAAFSMEER 3—0 R.C.H.ALCMARIA VICTRIX 1—1 DE SPARTAAN—HERCULES 0—1 WEST FRISIA I—W.F.C. 0—0 E.D.O.O.S.V. 1—1 WIELRENNEN VAN AMSTERDAM WINT TE OOSTERHOUT Demmenie eerste bij de amateurs vroeg hiTPtoened?ë j De zonderling 1 ken was. I in het Noorden Aimar wint den Grand Prix des Nations Schulte tweede, van Nek elfde ^eate weet, wat ze wil tesitnwee. Öaverend nieuws heeft de eerste dag van fle Westelijke tweede klasse I.V.C.B. niet ge dacht. Zeker, er vielen wel enkele belang- frjke uitslagen, waaronder de nederlaag van V.V.Y., maar buiten de verpletterende ne derlaag, welke B.S.M. tegen Santpoort II leed de eindstand was 91 valt er van dit front nog betrekkelijk weinig te melden. fri Ia startte Zwaluwen Vooruit weer met een op H.MS. II, geen groote zege, maar in teer geval een zeer nuttige. V.V.Y. wist het, teoals gezegd, op den eersten dag van zijn ver- in de tweede klasse niet tot een overwin- te brengen. L.V.V. toonde een kleine meer- ^erheid, juist voldoende om beide punten in de *acht te sleepen. S.D.O. begon uitstekend, door fri Uitwedstrijd tegen R.K.B.V.V. met 41 te r ir>nen. M.S.V.Olympia eri ActifSaestum "teigden niet onverwacht in een gelijk spel. fri Ib kon de belangrijkste wedstrijd geen '°°ïgang vinden. Het Amsterdamsche D.O.S.S. *as namelijk naar Hoorn getogen, om er zijn telen rivaal Always Forward te bekampen. Er 'as echter geen scheidsrechter komen opdagen, ^oflat er niet meer dan een vriendschappelijk ffrtijtje kon worden gespeeld, dat een weinig ^Sgende 3O-zege voor de gastheeren opleverde, j^endam H begon met frisschen moed den en bond als eerste R.K.A.V. met 3—2 aan 'Jn zegewagen. V.I.C. blijkt eveneens goede .ternemens te hebben gemaakt en veroverde S. V.VA.. II beide punten. St. George uit Spier- Ik debuteerde in deze klasse zeer naar be ooren, door in Amsterdam beide punten op bstantius buit te maken. ïn Hg, Was de reeds gememoreerde 91-zege Santpoort II op B.S.M. wel het hoogtepunt, j overige wedstrijden hadden hier een vrij Jgelmatig verloop. Geen der thuisclubs behoefde J/®1 punt aan zijn bezoekers af te staan. Voor .e resultaten van deze ontmoetingen verwijzen haar de uitslagen. b fri den gisteren gespeelden wedstrijd is het de j s"gepromoveerde vereeniging St. George mo- gelukken, de zege te behalen over Con- ahtius. i Set eerste begin is een verkennen van beide teen. St. George, dat met de wind in den l1®? speelt, is het eerst in de aanval, en maakt t'' direct de verdediging van Constantius las- «ar Er ontwikkelt zich een spannende en aan- j^kkelijke strijd, en het tempo is uitermate j?'daar de bal van doel tot doel gaat. Ge- „tehd door den vrij straffen wind is het St. w^rge, dat den boventoon voert, doch het •kit de Const.-verdediging in buitengewoon ten vorm; vooral linksback de Wit speelde k 1 voortreffelijke partij en maakte evenals V^Per Veling, vele aanvallen der zeer snelle tethoede der gasten onschadelijk. is ruim een half uur gespeeld, als St. a^j°r?e door een misverstand in de Const, 'Verhoede de leiding kan nemen. 10. iv a de thee speelt Constantius met den wind ®ten rug, en beheerscht thans het heele u- Constantius zet een offensief in, waarbij 58 op de aanval is gebaseerd, waartegenover JGeorge het drie-back-systeem in toepassing ti>t, en het voor de toch al niet produc- Const.-voorhoede onmogelijk is, door den r*r van verdedigers heen te dringen, jjj k George probeert het thans enkel met gj-he uitvallen, welke echter steeds een drei- gevaar zijn voor Constantius, doch de ®}terhoede staat als een rots in dé branding, te veel opdringen wordt Constantius in n teatste minuten noodlottig, wanneer St. vrj°rge uit een snelle doorbraak van links de Insprong door Overtoom kan vergrooten. ij ahneer de Wit een bal van achteren op wast en Hamburg den bal onberispelijk in het deponeert, is het 12. Wdenken nog dat Constantius gelijk maakt, het is thans niet van het doel der gasten L te slaan, maar de tijd is te kort en weldra he scheidsrechter het einde en heeft St. tytege zijn eersten wedstrijd verdiend ge- hhen. een benauwde 3—2-zege op de HMS- jjterves zijn de eerste punten binnengehaald. ethij dient opgemerkt, dat de cijfers geens zins de verhouding weergeven en zou 41 het spelbeeld heel wat beter typeeren. Het geluk was aan de zijde van de rood-witten, die we derom kranig hebben volgehouden. Behalve Steggehuis ontbrak ook Willemsen op 't appèl, die door J. Hoenders vervangen werd. Na eenige vergeefsche aanvallen is het Mees- terburrie, die de score voor de thuisclub opent. Lang blijft het offensief voortduren, maar de talrijke schoten worden of door den uitstekenden keeper Gielen gestopt of zij missen op een haar na hun doel. Uit een der vinnige HMS-uit- vallen is het Siilze, die met een onhoudbaar schot de partijen op gelijken voet weet te brengen. Stug verdedigen der rood-witten doet de stand tot de pauze ongewijzigd blijven. De thee schijnt de thuisclub goed te hebben gedaan, er wordt althans wat vinniger gespeeld. Goed doorzetten van v. d. Zeijst besluit Du bois met een hard schot. Gielen kan den bal niet goed onder controle krijgen en v. d. Z'eijst geeft zijn club de leiding. Even later 'n goede aanval van rechts en H. Wouters brengt met een uitstekend schot den stand op 31. Het begint er op te lijken, dat de score nu snel opgevoerd zal worden, doch vrouwe Fortuna laat Zwaluwen Vooruit in den steek. Het is vaak onbegrijpelijk, dat niet gedoelpunt wordt en juist in die peri ode is het, dat HMS den achterstand weet te verkleinen. Teylingen had v. Nobelen wederom op de spilplaats wat een geduchte versterking bleek, terwijl D. S. S. Bosdijk mist. De partijen ble ken goed tegen elkaar opgewassen te zijn, hoe wel het spel niet bepaald fraai was. D. S. S veroverde de leiding toen bij een scherpen voorzet de bal door een Teylinger werd weg geslagen. L. Zandstra schoot de toegewezen strafschop onhoudbaar in 1—0. Wel kwam Teylingen fanatiek opzetten, doch de D. S. S.- achterhoede bleef meester van het terrein, zoodat de rust kwam met ongewijzigden stand. Het spel was maar nauwelijks hervat, toen de Teylingen-rechtsbinnen van een misver stand gebruik maakte 11. Hierna kwam D. S. s. in de meerderheid en de keeper der gas ten kreeg druk werk, hetgeen hem goed af ging, totdat hij bij een poging den bal te on derscheppen deze liet vallen en Zandstra de gemakkelijke kans dankbaar accepteerde 21. Spoedig hierna kwam 't einde van dezen span- nenden, doch zwaar gespeelden wedstrijd. In West Ia is het de Haarletnsche tweede klassers niet zoo gemakkelijk gegaan als wij hadden gedacht. Hoewel er toch drie thuis wedstrijden voor Spaarnestad op 't programma stonden, werd er slechts één overwinning be haald en wel door H.F.C., dat met frisschen moed van wal stak en in de Kennemers een zeer lastigen tegenstander bedwong. Beteekent zulks een hernieuwd pogen van de Good Old om het eerste klasse-schap te heroveren? R.C.H. moest zich tegen Alcm. Victrix met een gelijk spel tevreden stellen en ook E.D.O. kon het te gen O.S.V. niet verder dan tot een punten- verdeeling brengen. Alkmaarsche Boys pakte zijn gasten uit Den Helder goed aan. Met een 31 nederlaag werd H.R.C. naar huis gestuurd. West Frisia en W.F.C. deelden de punten in een wedstrijd waarin geen der partijen het doel wist te vinden. In Ib is Watergraafsmeer gelijk verwacht werd, tegen Hilversum gesneuveld. Het resultaat, 30, getuigt duidelijk, dat de meerderheid van de oud-eerste klassers over hun jongste collega's uït de tweede klas, beduidend is geweest. Zee- burgia moest bij Vriendenschaar een veer laten en wist het niet verder dan tot een gelijk spel te dwingen; het Utrechtsche Hercules won in de hoofdstad zeer verdienstelijk van De Spar taan en tenslotte leed A.F.C. tegen H.V.C. een gevoeligi échec. De cijfers 51 zijn tenminste weinig bemoedigend voor de Amsterdammers. De eerste competitiedag bracht een wedstrijd, die niet bepaald spannend kan worden ge noemd. Vooral het deel vóór rust kenmerkte zich door weinig interessant spel. Aan beide zijden waren de voorhoeden nog al nalatig en kwam het meestal aan op de achterlinies. Even moest worden onderbroken voor een blessure, die den back van Wijk had getroffen. Na half time werd plotseling meer activiteit in beide elftallen ontplooid. Vooral Hilversum kwam toen in den aanval. Toch verstreken er ongeveer 20 minuten, alvorens het eerste doel punt kon worden bereikt. Dit ontstond van den voet van Bruil, na een onverwachte scrimmage voor het Watergraafsmeersche doel. Technisch beter en geleidelijk sneller kwamen toen de Hilversummers opzetten. De Lancker zette han dig voor en v. Polen wist het net te vinden. Keeper Kranenburg, dien men op zijn eentje had gelaten, kon deze verrassing niet keeren. Er kwam een derde prachtkans, maar die werd jammerlijk door v. Polen overgeschoten. Tal van bezoekers vertrokken reeds, omdat men een verder onbelangrijk einde verwachtte. Doch wederom nam Bruil zijn kans waar. Zoo ein digde deze eerste strijd met een toch nogi ver kregen 30-zege voor Hilversum. Gelijk spel 11 is het resultaat geworden van den eersten competitie-wedstrijd van R. C. H., Vooral in de eerste helft liet de R. C. H.- ploeg over het algemeen aardig werk zien, al valt vooral aan het plaatsen vanuit de midden linie nog veel te verbeteren. Toch was er een behoorlijk overwicht, dat echter niet in cijfers omgezet kon worden, dank zij vooral het stugge en niet te vergeten dikwijls wel wat te forsche optreden van de Alkmaarsche verdediging, waar van vooral de keeper zijn vak wel bleek te ver staan. Enkele malen mocht het een wonder heeten, dat er geen doelpunt voor R. C. H. ter wereld kwam, trouwens ook Verkalk had meer dan eens gelegenheid zijn kunnen te toonen, na drie kwartier was de stand nog steeds 00. Na de hervatting profiteerde Alcmaria al spoedig van een te ver opdringen bij R. C. H.; de uiterst snelle en gevaarlijke linksbuiten bracht den bal goed voor het R. C. H.-doel, Verkaik schiet mis, opnieuw kwam de bal voor het doel en de midvoor maakte geen fout. Er is toen fel gestre den van beide zijden, waarbij het R. C. H.-doel nogmaals aan groot gevaar ontsnapte, waar tegenover door fel aanvallend spel de Racing zich meerdere kansen schiep, die ook op niets uitliepen, totdat kort voor het einde van Roode den bal na een fraaie run voor de voeten van Brandse lag, die hard den gelijkmaker in schoot. Daarvoor, een kwartier ongeveer na rust had v. d. Horst een wegens hands toege stane penalty onbenut gelaten. De 11-uitslag, waarmede het einde kwam, was tenslotte voor beide partijen wel het' beste resultaat. De jonge Herculesploeg heeft na zwaren strijd een verdiende 1O-overwinning op een elftal van De Spartaan behaald, dat een vrij zwakken indruk maakte. In de eerste helft waren de Amsterdammers veelvuldig in de meerderheid en de Stichtsche verdediging kreeg het meermalen hard te ver antwoorden. Doelman Mac Kenzie en dr. F. A. de Zeeuw vormden echter een bijna onover komelijk struikelblok voor de Spartanen. In de eerste helft bléven doelpunten uit. Na de hervatting geraakten de gasten goed op dreef en zij wisten een overwicht te ver krijgen. Met een uitermate fraai schot bezorg de J. Daudy den Utrechtenaren een 10 voor sprong, dien zij tot het einde behielden. Tegen het einde kwamen de hoofdstedelin gen energiek opzetten, doch hun voorhoede slaagde er niet in om ook maar één doelpunt te fabriceeren. Het einde bracht een bescheiden, doch zeer verdiende 1—0-overwinning voor de voetballers uit de Domstad. v. d. Braber trapt af, doch al spoedig wordt de eerste corner door W. F. C. op het Enkhuizer doel afgevuurd. Een onverwacht schot van Jel- les wordt door den verrasten W.F.C.-keeper weggewerkt. Dit feit herhaalt zich ten tweeden male. De eerste corner op het W.F.C.-doel wordt genomen door Muskee. W.F.C. zit voor eenige minuten voor het Enkhuizer doel, doch een goed gemikt schot wordt door den doelman van West-Frisia weggewerkt. Na een gelijken strijd wordt de spanning sterker, daar voor het W.F.C.-doel eenige ge vaarlijke spelmomenten ontstaan, welke de keeper voortreffelijk weet te beheerschen. i Weer heeft EDO het competitieseizoen inge zet met een gelijk spel op eigen terrein. Vanaf den aanvang zette EDO prachtige aanvallen op. Schijvenaar deed op de spilplaats prachtig werk, maar de afwerking door de voorhoede liet te wenschen over. Vooral Kohier was een mis lukking op de middenvoorplaats, terwijl van links geen enkele behoorlijke voorzet werd ge geven, ondanks de prachtige openingen van Timmermans, die zich weer een speler van klasse toonde. Van Zaanen kogelde fraai in, na keurig combineeren van Koene en Timmer mans. Dezelfde speler had een paar keer wer kelijk pech met zijn schoten, die rakelings langs gingen of tegen de palen ketsten. Ook Spek Jr. was onfortuinlijk. Ook in de tweede helft een groote spelmeerderheid voor EDO, maar zooals het dikwijls gaat, een doelpunt viel aan den anderen kant, doordat Göbel van een misverstand profiteerde. Zoo bleef de stand waardooi OSV meer kreeg dan het toekwam. Zondag is voor de derde maal sinds de stich ting van het natuurbad „De Waranda" te Oos terhout het internationaal wielercriterium ver reden. Er waren plm. 15.000 toeschouwers. Het programma bevatte twee coursen n.l. een voor amateurs en een voor professionals en on- afhankelijken. Niet minder dan 73 amateurs hadden zich laten inschrijven waarvan er een tiental niet was opgekomen. Om elf uur voormiddag loste Nu had de hengelaar weer beet, zooals hij dacht. En hi) had beet, maar het was alweer geen visch, doch een oude pan, die langeaam naar boven werd getrokken tot groot vermaak van Keesie en het matroosje, die alweer naar boven gingen om de uitwerking van hun streek te zien. „Wat zeg je me nu daarvan," riep de visscher. „Nu is het een oude pan en een briefje er in. Ik ben nieuwsgierig, wat op dit briefje staat." Maar wie zou mij dat nu lappen, dacht hij, ter wijl hij verder de pan uit het water haalde. Toen Francis Dowell Jenny Courtney ten huwelijk vroeg en het jawoord kreeg, stond hij voor een lastig probleem. Z'n vooruitzichten waren slecht, zóó slecht, dat hij niet trouwen kon. Daarom besloot hij naar 't Noorden te gaan, den voor menigeen zoo be drieglijken weg van het veel belovend avontuur. Met een beetje geluk, hard werken en zuinig leven, dacht hij in een jaar of twee, drie, een drieduizend dollars te kunnen overhouden; Jen ny en hij hadden berekend, dat dit genoeg zou wezen om een flinken winkel te Winnipeg te beginnen en daar een bescheiden huishouden op te zetten. Meer, om gelukkig te zijn, was niet noodig. Jenny Courtney was het gewaagde offer waard, dat haar verloofde haar bracht. Ze was een der knapste meisjes in Winnipeg en had meer dan eens een goed huwelijk kunnen doen. Maar tegen al de mannen, die haar vroegen, had ze neen gezegd en wachtte slechts op dien éénen, van wien ze houden kon om hem zelf. En die ééne was Francis Dowell, en 't kon haar niet schelen dat hij arm was. Ook toonde zij zich sterk, toen hij haar voor een paar jaar ging verlaten, 't Ging om hun toekomst en als 't moest, zou ze kracht en moed hebben, om nog langer op hem te wachten. Francis kende het Noorden niet. Hij leerde het echter kennen. Er bleef slechts een wrange herinnering van bij hem achter. Van de te leurstellingen, de ellende en den honger, kreeg hij ruim zijn deel. Er waren sterkere karakters dan het zijne bezweken onder den neerdrukken- den invloed van een samenleving met menschen, wier horizon niet verdef reikte dan tot de bevre diging van de oogenblikkelijke behoeften. Fran cis behoorden tot hen die bezweken. Hij greep naar het glas om z'n tegenslagen te vergeten en naar de dobbelsteenen, om de fortuin te dwin gen. En 't einde van het lied was, dat hij na drie jaren een der nuttelooze zwervers was ge worden, die van streek tot streek dolen, van de hand in den tand leven en zich wanhopig vast klampen aan den waan, dat het geluk hem toch ergens moest wachten. Maar Jenny wist niet beter, of 't ging hem goed. Wél niet zóó voorspoedig als ze het zich voorgesteld hadden, maar de verwezenlijking van hun geluksdroom kwam toch dagelijks nader. Misschien nog een paar maanden, hoogstens een jaar, en danzoo dacht Jenny. 't Viel gemakkelijk te voorspellen, wat er van Francis Dowell's geluksdroomen geworden zou zijn, als z'n goede genius hem niet op zekeren dag naar de hut van Jack Belton had gevoerd. Belton leefde eenzaam en teruggetrokken aan den rand van een werkkamp, gelegen aan den oever van het Groote Berenmeer. Hij was een in zich zelf gekeerd man, die naar de veertig liep. Een viertal jaren geleden, was hij even vol illusies als Francis naar het Noorden gekomen, maar had er in dien tijd meer van gezien en begrepen, dan menigeen, die er z'n heele leven had doorgebracht. Op een avond klopte Francis nongerig aan Belton's hut en vroeg om een maal eten. Belton liet hem binnen, schoof hem een bord warm voedsel toe en keek hem, onder 't eten, oplet tend aan. „Zoek je werk?" vroeg hij, toen z'n gast klaar met eten was. Francis schudde mismoedig het hoofd. Hij wist er alles van. Voor een paar dollars den heelen dag graven en 's avonds alles weer verdrinken en verdobbelen in een bar. „Dat duurt me te lang," zei hij kortaf. „Ik zoek wat anders. Ik ben niet naar 't Noor den gekomen, om er altijd te blijven." „Behoor je ook al tot die dwazen?" vroeg Bel ton minachtend. „En jij dan?" spotte Francis. „Ben jij soms hier gekomen om werk te zoeken voor twee of drie dollars per dag?" „Neen," luidde het antwoord, „maar ik kwam toch hier óók niet, om een fortuin te zoeken." Hij trok hevig aan z'n pijp en vervolgde: De redenen, die de menschen naar het Noorden drijven, zijn even verschillend als de menschen zelf. De eene is in de maatschappij mislukt; de andere is een optimistische dwaas zooals jij; een derde vlucht voor de politie, en een vierde ontvlucht zich zelf, óf een vrouw. In mijn geval was het een vrouw. Ze zei: neen, en met een dollen kop nam ik de vlucht. En nu ik hier een maal ben, voel ik er weinig voor om terug te gaan." Op .dit oogenblik dacht Francis aan Jenny en z'n oogen begonnen te schitteren. „Ik ben hier ook voor een vrouw, voor een meisje," sprak hij. Ze zei: ja, maar ik was te arm om te blijven. Begrijp je nu, waarom ik niet zoo lang kan wachten? Daarop vertelde hij aan Jack Belton van Jenny Courtney, van de bescheiden verwachtingen die hij op het Noorden had g ebouwd en van de teleurstellingen die hij er had opgedaan. Belton luisterde met de meeste aandacht. „En wacht dat meisje nu nog iE ander uit gespro- E 7 t 7 „Ja", zei Fran- E cis, ,,'t is nu bij- na 3 jaar en als 't noodig is, zal ze nog 3 jaar wachten. „En", liet hij er aarzelend op volgen: ,,'t Kon wel eens noodig zijn." „Dat ben ik met je eens," verzekerde Belton. Hij stond op. 't Was donker geworden in de hut. „We zullen de lamp opsteken en de kachel nog eens opporren. Je kunt vannacht hier blij ven als je wilt. 't Is te koud om buiten te sla pen." Zoo maakte Francis Dowell kennis met Jack Belton, die in heele streek den naam had van een zonderling in het Noorden te zijn. Francis sliep dien nacht in de hut en sliep vast en lang. Hij werd eindelijk door het leven in 't werkkamp wakker. Toen hij z'n oogen opsloeg, zag hij, dat hij alleen was. Op de tafel stond een dampend bord pap. Hij voelde dat hij honger had. Hij kleedde zich snel aan en trad op de tafel toe. Eensklaps keek hij verbaasd. Naast het bord lag een bundeltje bankpapier en er voor een briefje met potlood geschreven. „Ik ben voor een paar dagen weg Neem dit geld en ga naar Winnipeg terug. Je hadt hier nooit moeten komen; je deugt niet voor het Noorden. Maak maar gauw dat je weg komt, Jack Belton." Francis wist niet wat hem overkwam. Maar toen hij 't rumoer daarbuiten hoorde en men schen zag loopen, z'n pap opat en 3000 dollars aan bankpapier op tafel had uitgeteld, begreep hij dat het ernst was. Die Jack Belton was óf gek óf de edelmoedigheid zelf. Misschien wel allebei. En toen dacht hij aan Jenny en aan hun toekomstig geluk. Tranen van blijdschap sprongen uit z'n oogen. Een maand later stapte Francis in Winnipeg bij Jenny Courtney binnen. Hij deelde haar alles mede. Van z'n talrijke teleurstellingen, van z'n ontmoediging en de miskenning, en ten slotte van die vreemde ontmoeting met Jack Belton. Hij sloeg geen woord over van 't ge sprek, dat hij met dien zonderling gehad had. Hij liet haar de bankbiljetten zien, waarmee hun huiselijk geluk zou opgebouwd worden. „Ja," zei Francis, „een teleurgestelde liefde deed Belton besluiten naar 't Noorden te gaan. Begrijp jij, Jenny, wat dien man bezielde, toen hfj aan een vreemdeling zoo maar een fortuin tje weggaf?" Jenny wischte een traan weg en schudde van néén. Maar ze begreep het heel goed. Het was de liefde voor de vrouw, die hem teleurgesteld had, waarmee Jack Belton bezield was ge weest. Waht het was haar eigen: néén, dat hem het Noorden had ingejaagd. (Nadruk verboden) de burgemeester het startschot en in een ra zend tempo gingen de renners de eerste bocht in, tot aan de dertigste ronde toen het tempo eenigszins verslapte, doch maar voor kort, want v. Rooij, v. d. Berg en Leijenhorst poogden een ronde uit te loopen maar dat werd verhinderd door Demmenie, hij liet de anderen zich afmar telen en toen de bel voor de laatste rende klonk, vlöog hij met een wiellengte zijn concur rent voorbij en won de 63 K.M. in den tijd van 1 uur 34 min. 12 sec. Om twee uur verschenen van de 81 ingeschre ven renners er 51 aan den start. Na het lossen van het schot ging het in een zeer snel tempo. Verschillende malen werd een poging gewaagd om uit te loopen maar steeds haalde men elkaar weer in, tot Jan Lambrichts de kans schoon zag er van door te gaan en 15 ronden alleen op ongeveer 200 M. voor bleef, ten slotte werd hij achterhaald. De bel ging voor de laatste ronde, nu kwam A. van Amsterdam aanzetten en vloog in een mooie spurt met een halve wiellengte voor Jac. de Meijer over de eindstreep in den tijd van 2 uur 39 min. 8 sec. De uitslag was als volgt: 1. A. van Amster dam, Leiderdorp, 2. Jac. de Meijer, Brasschaet, 3. Cor Valentijn te Princenhage, 4. M. Buron te B. op Z., 5. J. Kuijpers te Hoogerheide, 6. Lode Jansen te Hoboken, 7. J. Braspenninx, te Prin cenhage, 8. J. Gommers te Dongen, 9. Jan van Geene te Waalwijk, 10. J. Leeuwenberg te B. op Z., 11. A. Daèlman te Dorst, 12. A. Maas te Gel drop, 13. P. v. d. Zanden te Halsteren, 14. P. Reijnders te Ginneken, 15. L. Motke te Breda, 16. K. Bakker te Tilburg, 17. H. Jansen te Breda, 18. A. Zwartepoorte te Amsterdam, 19. J. van Nijnatten te Dorst en 20 Arie Overweel te Mid- delharnis. OP ELKE BUS EEN BON VOOR GESCHENKEN De gisteren in Frankrijk verreden Grand Prix des Nations is gewonnen door den Mar- seillaan Aimar. Tweede, met slechs 1 1/5 sec. achterstand, werd onze landgenoot Schulte, die een prachtkoers heeft gereden en zich slechts de eerste plaats zag ontgaan, doordat hij twee maal van wiel moest verwisselen. Van Nek reed ook uitstekend en werd elfde. door Otfrid von Hanstein 13 h s Avonds zaten ze in de kamer van de boer- krÜ om de groote houten tafel. Op de veranda J?11 het niet wegens de muggen. De boer, zijn "Uw, de drie zoons, die Beate aanstaarden, 'sof 2g een uit den hemel gevallen wonder as, zaten allen onder de lamp. Er was nog een Vende: Laskowitz, de buurman, een kleine ab met eenigszins toegeknepen oogen. Jii aten zwijgend, daarna haalde de oudste t-fr gitaar, zette zich in den hoek en begon te -.^helen een Duitsch volkslied, dat hij van Ï3e; vader had geleerd. I®erst begon Beate mee te zingen, toen de h„?r en plotseling huilde de oude vrouw van g ®eate was alleen in haar huisje. Muskieten- :i!i Was voor de vensteropeningen gespannen, l^T?* er waren geen vensterruiten. Zij had de aangestoken en keek 'naar buiten. Daar *>et n glimwormpjes, sprinkhanen sjirpten; uit hr, hosch kwamen eigenaardige geluiden. De ®('0rÜ lag volkomen in het donker. Beate was *tet k106 en toch durfde zü «iet gaan slapen, frbis had niet eens een grendel op de deur; ze schoof haar koffer voor den ingang. Toen ging ze op het catro, het opklapbed liggen. Ze beefde van ingehouden zenuwachtigheid. Ze was voor het eerst een nacht alleen, slechts omgeven door het oerwoud. Alle mogelijke her inneringen werden bij haar wakker; gedachten aan vergiftige slangen, die heimelijk in de wo ningen slopen, aan schorpioenen, die van zolde ringen vielen. Klets! Er viel ergens dicht in de buurt iets op den grond. Zij schrikte, electrische lan taarn en revolver lagen klaar voor het gebruik. Een eekhoorntje vluchtte haastig weg.... Onzin! Als ze het aandurfden, haar hier alleen te laten slapen, dan was er ook geen enkel ge vaar, dat haar dreigde. Steeds weer hield zij zichzelf dit voor en eindelijk vond ze rust. Nog eer de morgen gloorde, wekte haar het eerste hanengekraai. Beate lachte hartelijk en dacht aan het oude kinderverhaaltje van den kleinen jongen, die vroolijk riep: „Moeder, de haan kraait Duitsch!" Zij sprong uit bed, waschte zich en voelde zich merkwaardig frisch. in de boerderij was licht op; de boer kwam juist naar buiten. De vrouw was al in den koeienstal geweest; zij had in de eene hand een melkemmer, in de andere een lantaarn. „Al op?" „Ik heb uitstekend geslapen." „Binnen staat versche maté". Toen Beate probeerde, den bitteren, verfris- schenden drank door het zilveren pijpje te zui gen, ging dat niet zoo erg goed. Maar een stuk roggebrood en het heerlijke stevige spek smaak ten voortreffelijk. HOOFDSTUK X. Egon Dombusch begon de machine op te stellen. In het begin had hij den assistent-ma jordomo om hem te helpen, daar deze een paar woorden Duitsch sprak. Hij zag echter al spoedig in, dat het allesbehalve intelligente jong- mensch bij ieder woord, dat hij moest vertalen, een oneindigen omhaal van woorden gebruikte en daarbij zeif niet begreep, wat er eigenlijk be doeld werd. Hij had meer last dan gemak van hem, terwijl de peons, de kleurlingen met hun verstandige oogen, zijn gebarentaal uitstekend begrepen. Den tweeden dag reeds had hij den jongen Braziliaan niet meer noodig en 's avonds kwam hij bij Günter. „Als je geen ander werk voor me hebt, zal ik gauw verderop moeten. De machinedeelen zijn uitstekend gemerkt en de peons zijn lang geen sufferds. Over hoogstens tien dagen kan de za gerij werken." Günter lachte. „Je bent een echte Duitscher! Mijnheer de in genieur uit'Rosario zou het wel zóó hebben in gericht, dat hij er een week of zes aan had moeten werken en iederen avond zou hij gemop perd hebben op die ellendige machines, die hij alleen weer op gang zou kunnen brengen." „Ik heb een ander plan." Egon legde Günter een plan voor om de wa terkracht van den bergstroom in de nabijheid voor een krachtinstallatie te benutten. „Kan jij een dergelijk werk uitvoeren?" „Da* is niet moeilijk. Een behoorlijke turbine die kun je kant en klaar in Duitschland be stellen een paar kanalen, een stuwdam, die in een paar weken klaar is en een kleine dyna mo. ik denk, dat de machines over twee of drie maanden hier kunnen zijn en tegen dien tijd is de stuwdam gebouwd." Zij rekenden en Günter zag vluchtig de getal len na, die Egon onder elkander schreef. „Goed, bestel de machines maar. Voer het werk maar uit!" Egon had een gevoel van bevrediging en rèeds na veertien dagen bemerkte hij tot zijn ver wondering, hoe enorm zijn kennis van de taal was vooruitgegaan in den dagelijkschen omgang met de inboorlingen. Hij was in ieder opzicht tevreden. Hij had het nu veel beter dan wanneer hij de betrekking in Rosario had gekregen. Het was toch heel wat anders, hier met zijn meetinstrumenten en zijn grooten troep arbeiders, buiten te kunnen wer ken in de vroege morgenuren, daarna' den groo ten rusttijd in de gloeiende middaghitte te hou den, dan weer een paar uur te werken en des avonds te genieten van het gezellige samenzijn met de dames op de deftige estancia. Ja als hij niet toevallig Günter Schliephacke had weten te vinden. Een mensch moet toch maar geluk heb ben! Geen oogenblik dacht hü nog aan Buenos Aires of aan Beate Serenus, zóó vervuld was hij van zijn nieuwe werk. HOOFDSTUK XI Veertien dagen waren er al voorbij, sinds Beate in de kolonie Santa Juanita de woning naast het schooltje betrokken had. Slechts drie dagen had zij in het huis van den boer gegeten; op den morgen van den vierden dag stond zij voor Xaver Gschaftler. „Wat is er? Willen de bengels niet gehoorza men?" „Ik zou graag een hond hebben een groo ten, sterken hond." „Waarom?" „Ik wil 's nachts niet alleen in huis zijn," „U zult hem hebben." Gschaftler vroeg niet verder; hij begreep haar bedoeling en bracht haar een flinken hond. Hij wist natuurlijk niet, dat Beate voornamelijk een hond wilde hebben, om van lastige attenties verschoond te blijven. Laskowitz, die een jaar geleden zijn vrouw had verloren, bewonderde haar naar haar zin te opvallend. Wel lag haar revolver klaar, om te schieten, als het noodig was, maar een hond was een groote geruststelling. De kinderen waren niet gemakkelijk en Bea- te's taak was lang geen sinecure, maar de grooten, met hun opdringerige bewondering, wa ren nog veel lastiger. Daarom wilde ze ook niet meer op de boerderij eten. Ze verliet het schoolgebouwtje ternauwernood en ze vond het heel vervelend, dat er hier in het land geen grendels, sloten of behoorlijke ven sterruiten waren. Nadat er nog een dag of veertien verstreken waren, sloeg Xaver Gschaftler, die alleen in de kamer was, op een keer woedend op de tafel en toen zijn vrouw verwonderd binnen kwam can te zien, wat er aan de hand was, zei hij; „Ik heb de grootste domheid van mijn leven begaan, toen ik dat meisje meebracht." „Het is toch een best kind." „Dat kan yel, maar er is met die bengels van ons niets meer te beginnen; zij spreken nauwelijks met elkander. Alle jongelui zijn woe dend: ze hebben allemaal ruzie met elkaar. Ze hebben enkel nog maar oogen voor de school en 's nachts sluipen ze om het huisje; ik hoor den hond niet voor niets blaffen." „Denk je „Onzin, ik ben alleen maar bang. Als ze één van hen accepteert, krijgen we moord en dood slag onder het heele stelletje. Eén vrouw en tien mannen want de ouwe Laskowitz is al net zoo gek als de rest. Die heeft mij in allen ernst gevraagd, haar uit zijn naam een huwe lijksaanzoek te doen. Ze moet hier vandaan." De vrouw van den boer schudde haar hoofd. „Jammer voor haar het is een flinke deern en een braaf meisje. Laat ze met onzen oud sten jongen trouwen!" „Dan heeft hij den volgenden dag een mes tusschen zijn ribben. Nee hoor, dat gaat niet. Een vrouw en tien mannen en dan zóó'n vrouw," voegde hij er bewonderend aan toe. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 11