1
vj
K
EEVES
Kerkelijk leven
WOENSDAG 21 SEPTEMBER 1938
EERSTE KAMER
Nieuwe zittingsjaar
geopend
Herdenking van Rotterdams
verscheiden burgemeester
Mr. Drooglever Fortuyn
herdacht
TWEEDE KAMER
De Rijkshegrooting
aangeboden
Mr. Van Schaik weer no. 1
op nominatie voor het
voorzitterschap
MELKPRIJS WETTELIJK
GEBIED
Hollandsche Maatschappij van
Landbouw dringt aan op
prijsverhooging
De vliegtocht van ir. De Kok
Emigratie naar
Argentinië
Reeds jaren bestaat een Neder-
landsche nederzetting nabij
Tres-Arroyos
De Parana-delta
MAN VIEL VAN ZIJN RIJWIEL
Onder passeerenden vrachtauto
gedood
PATER CLEMENS O.M.CAP.
IN HET GOUD
Een verdienstelijk priesterleven
ZILVEREN PRIESTERFEEST
Kinkhoes tbest rij ding
per vliegtuig
Vrijwillige Organisatie van Sport
vliegers (V.O.S.) verleent
medewerking
Opmerkelijke resultaten
Succesvol experiment
op Schiphol
Onoverdekte loopgra
ven in de residentie?
Voorstel aan den raad te wachten
LEENING 'S-GRAVENHAGE
Zeer sterke reductie op de
inschrijvingen
GELDKISTJE UIT APOTHEEK
GEROOFD
Apothekeres met een list naar den
kelder gestuurd
OUDE MAN VERONGELUKT
Door een trein gegrepen
UIT DE STAATSCOURANT
Onderscheidingen
De Eerste Kamer kwam Dinsdagmiddag te
f vier bijeen onder leiding van den voor-
'tSr; rnr. w. D. baron de Vos van Steenwijk.
^De griffier deed allereerst voorlezing van het
I'. tot benoeming van mr. W. L. baron de
05 van Steenwijk tot voorzitter der Kamer.
Deze sprak daarna de volgende rede uit:
Mevrouw, Mijne Heeren,
to?arer Majesteit der Koningin mocht het
^dunken mij voor het zittingsjaar 1938—
fc 9 te benoemen tot voorzitter van de Eerste
j®er der Staten-Generaal.
Uiterst dankbaar voor het door onze geëer-
sfligde Vorstin in mij bestendigd vertrouwen(
ta»! miJne erkentelijkheid ook uit naar dè
tf slieden van de Kroon voor de door hen
dezen verleende medewerking,
gedachtig aan het verleden, houd ik mij
f^rti
bigd van den onmisbaren en door miji zoo
t°? gewaardeerden steun van de Kamer
toekomst.
in
geheel onder den indruk van het korte
jeg®n geleden gevierde, grootsche nationale
z?'- vat de Kamer hare taak weder .op.
^"cl bestond er reden om, met dank aan God,
sJ,uicDen. immers mochten wij het feit her-
w^en, dat onder den schepter van Koningin
ïr'nelmina, in tegenstelling met elders, hei
•fiih Ven 21011 Sedurende 40 jaren in volle
Jneid welke ongebondenheid uitsluit
en godsdienstig, staatkundig, wetenschappelijk
Br> Unstgebied veelzijdig heeft kunnen ont
ken.
te indrukwekkender was dan ook de al-
St'!cgcn hooggestemde eensgezindheid, waaruit
el'jk sprak, dat onze van oorsprong en in
O vrije natie in haar geheel van een
j^teekenend aantal afzijdigen gezwegen de
tj& gezegende bestaande monarchaal constitu-
is besïe instellingen waardeert en vast besloten
Ze te handhaven,
a. aai'aan gedachtig, mogen wij, niettegen-
trancie de storing in den algemeenen wereld
ser0 en onze ei§en ontzettende economische
kov, ieele zorgen, met vertrouwen de toe
tst tegemoet treden.
\.E,';°°t is echter de verantwoordelijkheid,
tv,!,, in den huidigen, zoo ernstigen tijd op
dj'15 en vertegenwoordiging beiden rust. Het is
w Plicht van allen, niet alleen in hoogtijden,
bovenal „ten dage der wolke en der don-
«tr„'eld" naar zoo groot mogelijke eendracht te
even
li».
W, aanzien, het voortbestaan, ook van het
'ement, is er mede gemoeid,
bej 'i hebben daaraan .te voldoen. Het lands-
j?ng zy ons wit. Partijbelang telle niet.
t, e Eerste Kamer der Staten-Generaal ver-
,7°he1--,,—,..
'hiti]
naar de apostolische exhortatie, in aan-
Crihg aan de herdenkingsfeesten, een beeld
hooge nationale eensgezindheid.
'"-]r]S"an m°8en wij Godes zegen op onzen ar-
inroepen en verwachten.
Wh lede van den voorzitter werd staande
°nrd en met applaus beantwoord.
De
griffier deed mededeeling van overlijden
j. hif. P.. Droogleever Fortuyn, lid der Kamer.
e voorzitter zeide hierna:
^wederom is er een uit ons midden heen-
"aan.
lEtt;
een kortstondige ongesteldheid werd 6
tnber 1.1. mr. Droogleever Fortuyn tot hoo-
iq, 'even opgeroepen en kwam door dat plot-
ej,afsterven opnieuw het vermaan tot ons,
bereid te zijn.
lt '"'gemeester van 's rijks tweede koopstad,
lu het arbeidsveld van den overledene, die
Ij? Seen zes jaar deel uitmaakte van ons col-
5 bit den aard der zaak meer in Rotter-
ïJ dan op het Haagsche Binnenhof gelegen,
zy aar zulks belette niet, dat hij, voor zoover
li(,te gemeentelijke werkzaamheden zulks toe-
trouw ter vergadering van onze Kamer
5? atn en met belangstelling en ijver aan
besognes deelnam.
I^herzinnig, zakelijk bezat hij de gave om zijn
tjv gegrond op deege kennis en rijke
t,Kr'hg, bondig uiteen te zetten. Veelheid van
'tden was hem vreemd.
bir. Droogleever Fortuyn verliezen wij een
^elwillenden, aangenamen collega.
Ij, s zoodanig zal hij in onze herinnering
voortleven."
woorden werden staande aanhoord.
t( floten wordt de Troonrede met een adres
^antwoorden.
Jaarna worden de afdeelingen getrokken.
vergadering wordt dan geschorst en de
Vangen komen by een tot het kiezen van
^'tters en ondervoorzitters en van vijf leden
kommissie van redactie van het adres van
W'^rd, waarna de vergadering wordt her-
!i'j'r'degedeeld wordt dat benoemd zijn tot voor-
0e„rs resp. ondervoorzitters van de eerste af-
de heeren Diepenhorst en Moltmaker,
\v de tweede afdeeling de heeren Briët en De
hlin Lohman, van de derde afdeeling de
'5eljeb Vorrink en Hiemstra, van de vierde af-
■f. Pg de heeren Van Lanschot en Van Citters
ab de vijfde afdeeling de heeren Michiels
s fessenich en Kolff.
Poemd zijn tot leden der commissie van
Lctie van het adres van antwoord de heeren
ehburg, Van Asch van Wijck, Vorrink,
en Ter naar.
Vergadering wordt daarna gesloten.
Siwat wij nog een Green Swizzle hadden ge-
's stelde ik hem voor, naar het Lunapark
t ,-P- Ik houd buitengewoon veel van auto-
sVn, Jiggle-Joggle-lachpaleis, waarzeg-
'>hhi soortgelijke inrichtingen, welke een on-
ij j vermaak opleveren. Doch hoe goed ik
\®r8eiyke' gelegenheid ook kan medejolen,
<t -ia' Was ik het toch niet met Biffy eens. Of
A jPpf de Green Swizzles kwam, of omdat hij
gezelschap van Sir Roderick was ver-
X*** ik niet, doch Biffy wierp zich met
A Woede op de verschillende volksverma-
het gewoon vreeselijk was. Het was een
t 'bor, hem uit den draaimolen te krijgen
scheen of hij den Turkschen schommel
2Üh heele leven had afgehuurd. Doch bij
V^ad van avontuur" moest ik al mijn phy-
eh moreele kracht aanwenden, om hem
h half uur van koortsig gokken mede te
,'«h.
KSevi
Op een gegeven oogenblik gaf hij. mi]
,^:;/°eligen kneep in mijn arm en riep:
,hij hu weer?"
\u;ees naar een groot opschrift boven een
„Kom, vader, laten wg naar de ijsbeeren
gaan, daar is het altijd lekker koel".
Dinsdagmiddag te vier uur kwam de Tweede
Kamer bijeen, onder leiding van den voorzitter,
mr. J. R. H. van Schaik.
Aan de orde was de aanbieding der Rijksbe-
grooting 1939.
De minister van Financiën, mr. de Wilde,
biedt de ontwerpen van wet betreffende de
Rijksbegrootmg voor 1939 met de gebruikelijke
nota omtrent den toestand van 's Lands finan-
iiën, aan de Kamer aan.
Aan de orde is daarna het opmaken van de
nominatie voor het voorzitterschap der Kamer.
Voor de eerste plaats worden 85 stemmen
uitgebracht, waarvan 80 op mr. J. R. H. van
Schaik, 3 op den heer W. Drees (S. D.) en 2
blanco, zoodat mr. Van Schaik weder nummer
één op de voordracht zal zijn.
Voor de tweede plaats worden 87 stemmen
uitgebracht, waarvan 61 op den heer Smeenk
(A.R.), 23 op den heer Drees (S.D.), één op
mr. Terpstra (A.R.) en een op dr. Van den
Tempel (S. D.), zoomede een blanco stem, zoo-
dat de heer Smeenk als no. 2 op de nominatie
is aangewezen.
Voor de derde plaats worden 88 stemmen in
geleverd, waarvan 67 op den heer Drees (S. D.),
één op elk van de heeren Oud, Van den Tem
pel, Serrarens en Diepenhorst en 17 blanco,
zoodat als no. 3 de heer Drees in aangewezen.
De voordracht zal schriftelijk aan H. M. de
Koningin worden aangeboden.
De voorzitter verdaagt te kwart voor vijf de
vergadering tot vandaag te één uur.
Het dagelijksch bestuur der Hollandsche Mij.
van Landbouw heeft in zijn Maandag gehouden
vergadering den onbevredigenden toestand voor
de consumptiemelkers besproken.
Besloten werd een schrijven aan den Minister
van Economische Zaken te richten, waarin
Z.Exc. verzocht wordt, tegemoet te komen aan
het pogen der consumptiemelk-centrale, den
melkprijs te verhoogen. Verder wordt er op ge
wezen, dat de schaarschte aan melk, inzonder
heid door den ongekenden invloed van het
mond- en klauwzeer, den melkprijs zonder bin
dende regeling zeer hoog zou hebben doen op-
loopen.
Deze hooge prijs zou voor de veehouders een
kleine tegemoetkoming beteekend hebben in de
groote schade, welke zij thans door genoemde
ziekte ondervinden. Inplaats van thans deze
tegemoetkoming te ondervinden, wordt de con-
sumptie-melk-centrale verplicht honderddui
zenden liters melk voor hoogen prüs en op kos
ten harer aangeslotenen van elders te betrek
ken.
Naar ons oordeel, aldus vervolgt het schrij
ven, is echter een regeling, welke op zoo zicht
bare wijze een veel lageren prijs geeft dan vroe
ger onder ongeveer gelijke omstandigheden het
geval zou zijn geweest, ten aanzien der produ
centen onredelijk en onhoudbaar. In het belang
van het voortbestaan der regeling, welke mooie
perspectieven voor alle belanghebbende groepen
en het algemeen belang inhoudt, doen wij een
beroep op de medewerking Uwer Excellentie,
den melkprijs meer bij de moeilijke omstandig
heden aan te passen.
Naar wij vernemen, is het vertrek van de hee
ren ir. de Kok en Schmidt Crans per vliegtuig
naar Nederlandsch-Indië vastgesteld op Donder
dagochtend 22 September om 8 uur van het
vliegveld Ypenburg.
„Kijk eens! Paleis de la Beauté!"
Ik trachtte hem mede te krygen, want ik werd
eenigszins moe en de drukte begon mij te ver
velen.
„Daar behoef je niet heen te gaan," zei ik.
„Een kennis van de club vertelde mij er een en
ander van. 't Is een heele troep meisjes. Je hebt
toch zeker geen zin, om meisjes te gaan kij
ken?"
„Jawel," zei Biffy halsstarig, „en hoe minder
ze op Honoria lijken, hoe beter. Bovendien her
inner ik mij nu plotseling, dat dit de tent is,
die Jeeves mij aanbevolen heeft te bezoeken. Ja
nu herinner ik mij duidelijk, wat hij gezegd
heeft. Mijnheer Biffen, zei hij, ik raad u sterk
aan, het Palais de la Beauté te gaan zien, en
nu vraag ik je in gemoede, Bertie, is het ver
standig en veilig, een raad van Jeeves in den
wind te slaan? Wij gaan er in!"
Ik weet niet, of u het Palais de la Beauté
kent. Het is een soort aquarium, waar, achter
glas, in plaats van visschen schoone vrouwen
te zien. In de eerste glazen kooi stond een
zeer mooi meisje met een onberispelijken Griek-
schen neus. Boven de kooi prijkte met groote
letters „Helena van Troje." Zij was in kostbare
klassieke kleeding gestoken, geheel volgens de
modellen der musea. Zoo stonden er wel een
of twee dozijn, doch wij kwamen niet verder dan
de derde, want toen wy tot daar genaderd wa
ren, scheen Biffy plotseling een toeval te krij
gen. Want hij greep mijn arm, gaf een gil, en
wauwelde allerlei wartaal. Er vormde zich on
middellijk een groep belangstellenden om ons
heen. Biffy stoorde zich echter niet aan het
Er is in den laatsten tijd veel gesproken en
geschreven over emigratie- en kolonisatie-mo
gelijkheden, en daarbij heeft, sedert het bezoek
van de handelsmissie naar Zuid-Amerika onder
leiding van jhr. mr. dr. Van Karnebeek, vooral
Argentinië in het middelpunt der belangstel
ling gestaan.
Velen hebben pas naar aanleiding van dit
bezoek voor het eerst gehoord van het bestaan
van een reeds vrij oude Nederlandsche neder
zetting in Argentinië, nabij Tres-Arroyos, in
het Zuiden der provincie Buenos Aires. Dezer
dagen hadden wij gelegenheid nauwkeurig op
de hoogte te worden gesteld van het ontstaan,
den groei en den tegenwoordigen toestand van
de kolonie Tres-Arroyos tijdens een onderhoud
met den secretaris dezer kolonie, den heer J.
Verkuyl, die dezer dagen voor het voeren van
eenige zakelijke besprekingen in ons land is
aangekomen.
Wij ontmoetten den heer Verkuyl in zijn
ouderlijke woning te Nieuw-Vennep, in de Haar
lemmermeer, waar hij geboren en getogen is en
waar hij, na zijn schoolopleiding, de Landbouw-
winterschool te Hoofddorp afliep en vervolgens
practisch in den landbouw werkzaam was. fn
1925 maakte hij als jongeman, in gezelschap van
anderen, een excursie naar Argentinië, waar hij
kennis maakte met de Nederlandsche kolonie te
Tres-Arroyos, bij welke gelegenheid hij het
plan opvatte, zich daar als landbouwer te ves
tigen. Kort na zijn terugkomst in Nederland
vertrok hij, na toestemming van zijn ouders te
hebben gekregen, opnieuw naar Argentinië,
waar hij zich vestigde als lid van de Nederland
sche kolonie te Tres-Arroyos, waarvan hij thans
secretaris is.
Het was in 1889 dat er een groote trek van
Nederlanders naar Argentinië was, op initiatief
van eenige Nederlandsche scheepvaartmaat
schappijen naar Zuid-Amerika en van eenige
Argentijnsche grootgrondbezitters. In totaal
zullen in genoemd jaar ongeveer vijfduizend
Nederlanders naar Argentinië' zijn geëmigreerd.
Het waren in het algemeen menschen zonder
middelen van bestaan, zonder bepaalde vak
kennis, zonder eenigen onderlingen samenhang,
landverhuizers in den ouderwetschen zin van
het woord.
Het duurde echter niet lang, of bij honder
den tegelijk keerden zij teleurgesteld naar het
vaderland terug.
Toch waren het enkele van deze landver
huizers, die het pionierswerk der tegenwoordige
Nederlandsche kolonie hebben verricht en die
nog steeds als de leiders en voortrekkers van
de Nederlandsche vestiging Tres-Arroyos wor
den beschouwd en geëerd.
Zij trokken met ossenwagens naar het Zuiden
der provincie Buenos Aires en vestigden zich
nabij Micaelle Cascallaras, waar zich de kleine
groep op den landbouw toelegde. Er was toen
echter geen sprake van saamhoorigheid dezer
groep Nederlanders, wier werk vooral dreigde te
mislukken, doordat er geen- geestelijke homoge
niteit tusschen hen bestond.
In 1925 trof men te San Gayetano, ongeveer
honderd K.M. van Tres-Arroyos verwijderd, vier
Nederlandsche gezinnen aan, die onderling sa
menwerkten.
Omstreeks 1925 besloot men pogingen in het
werk te stellen, de Nederlandsche kolonie uit te
breiden. Dit gelukte:
Onder den invloed van de landbouwcrisis,
welke zich in 1931 voor de eerste maal in hevige
mate deed gevoelen, trachtten de Nederlandsche
kolonisten door samenwerking op economisch
terrein verbetering in hun positie te brengen.
Zij streefden daarbij o.a. er naar gemeenschap
pelijk hun land te pachten van een groot grond
bezitter op uniforme voorwaarden.
Zy slaagden hierin boven verwachting en wel
op de gunstigste pachtvoorwaarden, welke men
in Argentinië kent en die dan ook slechts
uiterst zelden toepassing vinden.
Het gevolg van deze overeenkomst was, dat
de thans uit 17 gezinnen bestaande nederzet
ting uit San Gayetano verhuisde naar den
nieuwen grond in de onmiddellijke nabijheid van
Tres-Arroyos.
Tres-Arroyos is een zeer moderne stad met
40.000 inwoners. Volgens de Nederlandsche wet
zijn kinderen, gesproten uit een huwelijk van
twee Nederlanders, van Nederlandsche nationa
liteit, doch volgens de Argentijnsche wet is
iedereen, die op Argentijnsch grondgebied is
geboren, Argentijn. Dientengevolge zijn dus alle
in Argentinië geboren leden der Nederlandsche
kolonie van Argentijnsche nationaliteit, doch
allen, die als Nederlander in Argentinië zyn
gekomen, zijn tot den dag van heden Neder
lander gebleven.
Op het oogenblik bestaat de Nederlandsche
kolonie van Tres-Arroyos uit een veertigtal ge
zinnen. Hiervan zijn 25 in den landbouw werk
zaam en zijn groote graanverbouwers, terwijl de
tien anderen zich met tuinbouw en veeteelt
bezig houden en de vijf niet-agrarische|gezin-
nen beoefenen in de stad verschillende beroe
pen. In totaal telt de kolonie 287 zielen.
De totale oppervlakte van den door de Ne
derlandsche kolonie gepachten bodem bedraagt
ruim 7000 h.a., verdeeld in bedrijven van 200 tot
500 h.a. voor zoover het den graanverbouw be
treft.
Het gebied der kolonie ligt in een uiterst gun
stige, gematigde luchtstreek, die des zomers
warmer en des winters zachter is dan het Ne
derlandsche klimaat, terwijl de gemiddelde
neerslag ongeveer gelijk is aan dien van Neder
land, n.l. 720 mm.
De situatie is op het oogenblik wel zeer gun
stig voor de landgenooten te Tres-Arroyos om
eindelijk bezitter van den door hen bewerkten
grond te worden.
Thans is alle hoop gericht op de mogelijkheid,
in het vaderland hulp te vinden voor het bij
eenbrengen van het benoodigde kapitaal.
Het zou jammer zijn, wanneer van de gun
stige kolonisatie-mogelijkheden, welke Argen
tinië biedt, niet meer jonge Nederlandsche land
bouwers, die in het vaderland nauwelijks den
noodigen grond kunnen krijgen, gebruik zouden
kunnen maken. Het waren de Nederlanders te
Tres-Arroyos, die het eerst de mogelijkheden,
welke de vruchtbare, maar nog oningedijkte
Parana-delta bood, ontdekten, en daarover be
sprekingen voerden met de regeering der provin
cie Buenos Aires, welke maar al te blij zou zijn,
wanneer Nederlandsche ingenieurs en Neder
landsche landbouwers dit braakliggende land
productief zouden helpen maken. Tijdens het
bezoek van de Nederlandsche handelsmissie is
de aandacht op deze mogelijkheid gevestigd en
ook de Nederlandsche regeering is ervan op de
hoogte gebracht. Tenslotte is, zooals eerder be
kend gemaakt, op particulier initiatief van Ne
derlandsche zijde besloten, een onderzoek te
laten instellen door een waterbouwkundig en een
landbouwkundig ingenieur, voor welk onderzoek
de regeering der provincie Buenos Aires samen
werkt met het particulier initiatief. Naar men
weet, is dezer dagen een der beide ingenieurs,
jhr. ir. Kretschmar van Veen, voor dit doel
naar Argentinië vertrokken.
Naar de meening van den heer Verkuyl leent
het Paranagebied zich uitmuntend voor het be
oogde doel en kan de delta in prachtig vrucht
baar land worden herschapen, waar de Neder
landsche landbouwer een bloeiend bestaan kan
vinden, mits het thans begonnen technische on
derzoek uitwijst, dat de indijking niet met zoo
groote kosten gepaard gaat, dat daardoor de
grondprijs te hoog zou worden.
Resumeerend 'concludeerde de heer Verkuyl,
dat kolonisatie in Argentinië mogelijk is en
perspectieven biedt voor hen, voor wie de land
bouw niet vréémd is, die tenminste over eenige
middelen beschikken en bereid zijn, hard aan
het werk te gaan. Daarbij zullen de kolonisten
een zekere geestelijke homogeniteit moeten too-
nen en onderling moeten samenwerken, terwijl
het gewenscht en noodzakelijk is, dat zij door
deskundige leiding worden voorgelicht en ge
steund, waarby steun en leiding uit het vader
land, bijvoorbeeld door de Nederlandsche regee
ring, er toe zal bijdragen dat zy, zelfs na eenige
generaties, een Nederlandsche cultuurgemeen
schap zullen blijven vormen, zooals dat ook het
geval is met de Nederlandsche kolonisten te
Tres-Arroyos.
Dinsdagmiddag tegen half vier reed een veer
tigjarige man per fiets den Nieuwen Weg te
Valkenburg op.
Volgens ooggetuigen moet de man met zijn
rechter pedaal den trottoirband geraakt hebben,
waardoor hij kwam te vallen. Op dit moment
passeerde een vrachtauto, geladen met kolen-
slik. De man kwam met het hoofd onder het
rechterwiel van den wagen, waarby zijn schedel
verpletterd werd.
Een ontboden geneesheer kon slechts den dood
constateeren. Daar het slachtoffer geen papieren
bij zich had, heeft men zijn identiteit nog niet
kunnen vaststellen.
Zondag 25 September hoopt Pater Clemens,
(in de wereld J. H. J. Tonüs), geboren te Gro
ningen 1870, den dag te gedenken, waarop hij
50 jaar geleden in de Orde der Paters Capu-
cijnen te Babberich zijn intrede deed.
Hij ontving het kloosterkleed 25 Septembei
1889, werd priester gewijd 21 December 1895. Na
eenige jaren professor geweest te zijn op het
Seminarie in Langeweg werd hij benoemd tot
Lector in de Wijsbegeerte te Velp (N.-Br.)
Later werd hij benoemd tot Vicarius in Lange
weg, om daarna het Gardianaat te bekleeden,
achtereenvolgens in Velp (N.-Br.) en Sluiskil
in welke laatste plaats onder zijn leiding een
ziekenhuis verrees, dat er zijn mag. Vervol
gens werd hij Vicarius in Helmond en tevens
rector van de Zusters Clarissen aldaar.
Wegens ongesteldheid Vroeg en verkreeg hij
ontslag en verbleef eenige jaren tot herstel in
Handel (bij Gemert)
Nagenoeg hersteld, werd hij werkzaam ge
steld als assistent-pater in Babberich. Lijden
de aan een sleepende ziekte, nam hij de laat
ste jaren zijn intrek bij de Zusters Augustines-
sen van St. Gerardus Majella-gesticht te Zed-
dam, waar hij tegelijk de geestelijke zorg
waarnam. Ziekte dwong hem ten slotte om
allen arbeid te staken.
Dinsdag herdacht father L. Staffhorst, van
ae missionarissen van Mill-Hill, te Vrijland
den dag, waarop hij voor 25 jaren priester werd
gewijd. Op den uitdrukkelijken wensch van
den jubilaris, die op het oogenblik uitstedig is
werd aan dit feest geen luister bijgezet.
atholieken, God heeft alleen aan
onze Kerk de eenige eeuwige waar
heid gegeven om haar te dienen, te
beschermen en te verspreiden. Waakt
en bidt in het vertrouwen op Christus'
woord, dat de poorten der hel, on
danks alles, haar nimmer zullen over
weldigen.
Zooals reeds bekend, is de Haagsche
arts W. de Vletter de eerste medicus in Ne
derland geweest, die onlangs in navolging
van het in Frankrijk en Duitschland reeds
herhaalde malen gegpven voorbeeld, een
kinkhoestpatientje genezen heeft door
middel van hoogtevluchten. Met een tus-
schentijd van een week heeft hij tweemaal
met zijn patient een vlucht naar 3500 M.
hoogte gemaakt, waar het vliegtuig een
toestel der NIH bestuurd door den heer H.
Schmidt Crans ongeveer tien minuten
bleef rondcircekelen alvorens tot de landing
over te gaan. Na de eerste vlucht was de
toestand van het patientje aanzienlijk be
ter; thans, na de tweede vlucht, is de hoest
geheel verdwenen en de eetlust terugge
keerd.
De oorzaak der genezing? In een onder
houd deelde de heer De Vletter ons mede,
dat hy daaromtrent nog niets kon zeggen.
Voorloopig valt slechts het feit te consta
teeren. En er bestaat een mogelijkheid, dat
men ook bij jeugdige bronchitis-patienten
met succes hetzelfde middel zal kunnen
toepassen.
De Vrijwillige Organisatie van Sportvliegers,
de V.O.S.verleent nu medewerking bij verdere
proefnemingen; zy heeft daartoe reeds met
verschillende medici contact gezocht. Men zal
bij de hernieuwde proeven nauwkeurige waar
nemingen doen aangaande luchtbeweging,
vochtigheidstoestand enz., teneinde te bestu-
óeeren, welke factoren hier van belang zyn, of
dat wellicht het vliegen op groote hoogte alleen
reeds oorzaak van de genezing is.
In verband met het bovenstaande is het be
langwekkend te vernemen, hoe zoo juist te
Straatsburg met een ambulancevliegtuig een
vijftal kinderen uit één gezin, allen lijdend aan
kinkhoest, omhoog gevoerd zyn en vervolgens
in korten tijd genezen. Bij sommige was één, bij
andere waren twee vluchten noodig. Aan boord
waren, behalve de kinderen, de arts Dr. Willy
Matter en de chef-piloot van de aerclub, de
heer Aeby. Elke vlucht duurde 1% uur; het toe
stel steeg langzaam tot 2800 M„ bleef een half
uur rondcirkelen, om vervolgens weer in lang
zaam tempo te dalen.
Belangstellende lezers verwijzen wij naar het
nummer d.d. 15 September van het Fransche
luehtvaartweekblad Les Ailes, waarin men een
uitvoerige beschrijving van het ziektebeeld bij
elk der kinderen en bijzonderheden omtrent
het verloop der genezing vindt.
wy laten hier slechts eenige voorbeelden
dier beschrijvingen volgen. Een der meisjes;
oud 6 jaar 9 maanden, had 20 tot 25 zware
hoestbuien per dag, gaf herhaaldelijk slijm op
en had een gewichtsverlies van 3 kg. in 10 da
gen. Na de vlucht hield het slijm opgeven op,
de hoestbuien nog niet, hoewel zij verminder
den en tien dagen later geheel verdwenen wa
ren; het gewicht van het kind nam in 11 dagen
met 1100 gram toe, in 30 dagen met 2 kg. Bij
een jongetje van 1 jaar 10 maanden, eveneens
met zwaren kinkhoest, had de behandeling het
zelfde resultaat; 25 dagen na de hoogtevlucht
kwam de hoest eenigermate terug, doch hy ver
dween na de tweede vlucht.
Men overweegt thans) om tegen een speciaal
tarief vluchten ter genezing van kinkhoest uit
te voeren, waarby het doel is, dit geneesmiddel
zooveel mogelijk onder ieders bereik te brengen.
Ook op Schiphol is met succes geëxperi
menteerd. Hier betrof het een drie-jarig
jongetje, dat hevig aan kinkhoest leed en
ongeveer 25 aanvallen per dag had. Met
een vliegtuig der V.O.S. is het patiëntje tot
op drieduizend meter hoogte gebracht. Het
resultaat was verrassend. De ziektever-
schynselen verdwenen en een oogenschijn-
lijk geheel genezen kind kwam met het
vliegtuig terug. Op 3000 Meter hoogte had
de kleine nog een aanval gekregen, maar
deze week onmiddellijk en keerde niet weer.
Het jongetje blijft thans nog enkele dagen
onder dokters toezicht, om de genezing defini
tief te kunnen vaststellen.
Naar verluidt, is, naar de N. Rott. C. meldt,
dezer dagen een bespreking gehouden tusschen
den wethouder van openbare werken van Den
Haag, ir. L. J. M. Feber, met een groot aantal
hoofden van Haagsche scho'.en. Deze bespreking
had ten doel maatregelen voor te bereiden, om
geschikte plaatsen te inden in de gemeente
Den Haag, waar onoverdekte loopgraven aange
legd zullen kunnen worden. Plaatsen, die daar
voor in aanmerking komen, zijn in Den Haag
o.m. speelplaatsen bij scholen, kinderspeelplaat
sen, open ruimten in parken, terreinen by volks
tuintjes en uiteraard ook de duinranden. In het
byzonder over den aanleg van schuilloopgraven
aan den duinrand schijnt van gedachten ge-
wiseld te zyn. Het resultaat van een en ander is,
dat vermoedelijk reeds in de eerstvolgende ver
gadering van den Haagschen gemeenteraad op
Maandag 26 September een voorstel in dien
geest aan de orde zal komen.
Op de 31/4 pCt. obligatieleening 's Graven-
hage 1938 tweede leening, groot ƒ5.000.000.
waarvan reeds 3.300.000.bij voorbaat was ge
plaatst, is voor een zoodanig bedrag ingeschre
ven, dat een zeer sterke reductie op de inschrij
vingen zal toegepast moeten worden.
Een apothekersbediende en een vriend te
Den Haag hadden het plan opgevat uit de
apotheek, waar de eerste werkte, een geldkistje
te stelen. De vriend, de schoenmaker J. A. van
den A., stapte de apotheek binnen en vroeg de
apothekeres eenige flesschen mineraalwater. De
bediende nu wist, dat de apothekeres daarvoor
in den kelder moest zijn en van dezen tyd
maakte hij gebruik om het geldkistje, dat in
het bureau stond, weg te nemen. Pas eenige
uren later, toen de apothekeres betalingen moest
verrichten, ontdekte zy den diefstal. Het eerst
werd van den A. gearresteerd, een uur later de
apothekersbediende, die juist de helft van den
buit naar zijn medeplichtige wilde brengen.
De apothekersbediende heeft reeds voor de
rechtbank terecht gestaan en is veroordeeld tot
een gevangenisstraf van één jaar, waarvan acht
maanden voorwaardelijk.
Dinsdag moest de schoenmaker zich verant
woorden.
De eisch tegen hem luidde drie maanden ge
vangenisstraf.
Uitspraak 4 October.
Dinsdagochtend omstreeks elf uur is
tweehonderd meter van den onbewaakten
overweg te Gilze-Ryen de 72-jarife J. P.
Willems door een trein gegrepen en gedood.
De man, die tydelyk by familie in Gilze-
Rijen vertoefde, was gaan wandelen. Om on-
begrijpelijke redenen leidde zyn wandeling langs
"de spoorbaan, welke hij vermoedelyk door een
binnenweg heeft bereikt. Hij \das doof en heeft
waarschijnlijk daardoor den trein niet hooren
aankomen. De man werd gegrepen en onmid
dellijk gedood.
Het stoffelijk overschot is naar het lyken-
huisje overgebracht.
Aan de na te noemen personen is verlof ver
leend tot het aannemen van de achter hunne
namen vermelde vreemde eereteekenen:
Jhr. mr. C. Dedel, kamerheer in buitengewo
nen dienst van H. M. de Koningin, ter beschik
king van Z. K. H. Prins Bernhard der Neder
landen, tevens particulier secretaris van Z.K.H.,
dat van commandeur der Orde van de Kroon
van België; mr. J. C. baron Baud, kamerheer in
buitengewonen dienst van H. M. de Koningin,
ter beschikking van H. K. H. Prinses Juliana,
dat van commandeur der Orde van de Kroon
van België; A. H. S. Stemerding, burgemeester
van Oost- en West-Souburg, dat van officier
der Orde van de Zwarte Ster van Frankrijk:
A. Verdyk, burgemeester van Eindhoven, dat
van officier der Orde van de Kroon van België;
P. Meyer, inspecteur van politie te Amsterdam,
dat van ridder der Orde van Verdienste van
Oostenrijk.
De bij Koninklijk Besluit van 8 Mei 1936 aan
Zuster Engelique (mej. A. C. M. van der Bom),
In het St. Antoniusgesticht te Oostburg, ver
leende eeremedaille, verbonden aan de Orde van
Oranje-Nassau, in brons, is by bevordering ver
vangen door de eeremedaille, verbonden aan
gemelde Orde, in zilver.
menschdam, doch begon op een allerdwaaste
manier naar de glazen kooi te wijzen.
In welken stijl de bewoonster was gekleed,
herinner ik mij niet meer; doch ik weet nog
goed, dat het een zeer knap meisje was. Zy keek
verwilderd naar hem, als hy naar haar en ik
begreep er niets van.
„Mabel!" donderde Biffy zoo dynamisch, dat
ik er door werd verdoofd.
Ik kan niet zeggen, dat ik mij prettig gevoel
de. Ik ben over 't algemeen wel een liefhebber
van het drama, maar dan op de daarvoor be
stemde plaats en door geschoolde acteurs uitge
voerd. Om echter hier in een publiek relletje
gewikkeld te worden, was in het geheel niet
naar mijn smaak.
Biffy sprong wild in het rond als een lam
metje in de lente, en wat meer zegt, als een zeer
zwakzinnig lammetje.
„Bertie! Zij is het. 't Is Mabel!" bulkte hij
en'keek woest om zich heen. „Waar is het kan
toor? Waar is de directie? Ik moeten den di
recteur onmiddellijk spreken!"
Plotseling sprong hij naar de kooi en begon
met zijn wandelstok tegen de ruit te hameren.
„Zeg, ouwe jongen, kom nu mee," zei ik, doch
hij duwde mij weg.
Landeigenaars, die meestentyds buiten wonen,
hebben gewoonlijk een ander soort wandelstok
ken dan wij Londenaars en ginds in Hereford
shire scheen een model in de mode te zyn, dat
sterk herinnerde aan knodsen. De eerste slag
deed de dikke ruit op alle plaatsen tegelijk ber
sten en by den derden was er voor Biffy meer
dan voldoende glas weg geslagen, om zonder
zich te snijden in de kooi te komen Voor de
menigte tijd had om te beseffen hoe 'n extra
voorstelling zij zonder bijbetaling had bijge
woond, was Biffy de kooi binnengedrongen en
hield nu een zeer ernstig gesprek met de ten
toongestelde jonge dame Op dat gedenkwaardig
oogenblik vertoonden zich twee politie-agenten.
Het is onbegonnen werk, by iemand, die in
welke betrekking hy ook tot de politie staat,
eenigen kijk op of gevoel voor romantiek te
wekken. In minder tijd dan noodig was om te
knipoogen, waren zij in en uit de glazen kooi
met Biffy tusschen hen in. Ik rende hen ach
terna en deed wat ik kon om de laatste oogen-
blikken van mijn gevangen vriend te verzach
ten. Op 't laatste moment keerde hy zich, met
van opwinding gloeiend gelaat, naar mij toe.
„Chiswick 60875," brulde hy als een bezetene.
„Schrijf het op, Bertie, anders vergeet ik het
weer! Chiswick 60875. Dat is haar telefoonnum
mer!"
Daarna verdween hy ten aanschouwe van on
geveer elf duizend nieuwsgierigen en ik hoorde
een stem aan mijn oor:
„Mijnheer Wooster! Wat.... wat beteekent
dat schandaal?"
Het was Sir Roderick, die met woester wenk
brauwen dan ooit naast mij stond
,,'t Is nu al in orde," zei ik. „Die arme Biffy
is alleen maar van de sokken geweest."
„Wat?"
„Ik bedoel, dat hy weer een soort toeval heeft
gehad."
„Alweer?" Sir Roderick haalde zwaar adem.
„En hem had ik bijna toestemming gegeven,
met mijn dochter in het huwelijk te treden!"
hoorde ik hem mompelen.
Ik klopte hem vriendelijk op z'n schouder. Het
viel mij wel zwaar, doch ik kreeg het toch ge
daan.
„Als ik u was, zou ik dat maar afbestellen.
Schrappen, uitvegen, is mijn advies."
Hij keek mij leelijk aan.
„Ik heb uw advies niet ingewonnen, mijnheer
Wooster! Ik was al zonder dat tot het besluit
gekomen, waarvan u spreekt. Mijnheer Wooster,
u is een vriend van dien jongen man. U zult
hem vermoedelijk weer spoedig spreken. Wees
zoo goed hem bij de eerste gelegenheid mede
te deelen, dat hij zyn verloving als verbroken
kan beschouwen."
„In orde," zei ik en haastte mij in de rich
ting van den uitgang.
Na een uur geduldig toeven in het gedrang,
gelukte het mij, het parkeerterrein te bereiken
en mijn auto te ontdekken. Jeeves zat voorin
naast de stuurplaats naar het uitspansel te sta
ren. Toen ik naderbij kwam, sprong hij er uit
en deed het portier aan den anderen kant voor
mij open.
„Gaat u vertrekken, mijnheer?"
„Ja, Jeeves."
„En Sir Roderick, mijnheer?"
„Die komt niet. Ik behoef er geen geheim van
te maken, Jeeves, maar wij hebben niet erg har
telijk afscheid van elkaar genomen, wy spreken
voortaan niet meer tegen elkaar, geloof dat
maar vast."
„O ja, mijnheer? En mijnheer Biffen? Wilt U
op hem wachten, mynheer?"
„Neen, dien hebben ze gearresteerd."
„Heusch, mijnheer?"
„Ja, ik heb nog geprobeerd hem los te koo-
pen, maar zij schenen het voor zijn gezondheid
beter te vinden, hem een nacht gastvrijheid
aan te bieden."
„Waar werd hij van beschuldigd, mynheer?"
„Je weet wel, Jeeves, dat meisje, waar ik Je
van verteld heb? Nu, hij heeft haar terugge
vonden in het Palais de la Beauté en hy nam
den kortsten weg naar haar toe; dat was via
de spiegelruit. Toen pakten zy hem beet en tus
schen twee agenten werd hy feesteiyk buiten
het tentoonstellingsterrein weggevoerd."
Ik keek zyiings naar Jeeves. Het is nu een
maal vrij moeilijk, iemand uit den hoek van jé
oog scherp aan te kijken, maar ik leverde het
hem. „Jeeves," zei ik, „er zit in dit alles meer
dan een oppervlakkig opmerker vermoedt, jy
hebt mynheer Biffen den raad gegeven, naar
dat Palais de la Beauté te gaan. Wist jy, dat
dat meisje daar was?"
„Ja, mynheer."
Dit was zeer merkwaardig en tot op zekere
hoogte zeer vreemd.
„Allemachtig kerel, weet jij dan alles?"
„O, neen, mijnheer", antwoordde Jeeves met
een bescheiden lachje, ,,'t Was alleen maar om
mijnheer Biffen te believen.
„Maar hoe wist jy dat zijn verloren meisje
daar was?"
(Wordt vervolgd)