Indische beeldhouwkunst De avonturen van een verkeersagent je 9id tm&aal mn dm dag H ALLE ABONNÉ'S F 250.- VRIJDAG 23 SEPTEMBER 1938 EEN GOED HUISMIDDELTJE TEGEN RHEUMATIEK Uit de collectie C. T. Loo 2uw&u>UXK[ DEKENS!' és HON IG's KEUKENSTROOP ufcUizondetel wat ze wil as» Natuurlijke en kunst matige rubber OUDE TOREN TE HEDIKHUIZEN UITWISSELING VAN KUNSTENAARS In een paar minuten zelf gemaakt Katholieken en film SmiIËIIIwiw:.:4v; m-mÊ&SSËÊB':r - Ï.T I D" ™reldreis van j Beate weet Terwjjl het natuurproduct rubber een decen nium geleden slechts de concurrentie van de z.g. geregenereerde rubber te duchten had, Is de wereld op het oogenblik ook de synthetische kunstrubber rijk. Het is niet alleen Duitschland, dat het syn thetische product Buna bracht, waarvan de basis calciumcarbied is, doch ook andere lan den, zooals b.v. de Vereenigde Staten en Polen, vervaardigen kunstrubbersoorten. In ons land hoort men over al deze rubber soorten slechts weinig spreken. Dit is echter niet zoo erg verwonderlijk. Waar onze koloniën een belangrijk aandeel hebben in de voort brenging van de natuurlijke rubber, kunnen wij in een tijd van zoo grooten overvloed van dit product als wij nu medemaken, toch nau welijks verwachten, dat een concurreerend ar tikel. dat slechts met groote kosten langs kunst- matigen weg te bereiden valt, grooten opgang zal maken. Niettemin zetten die landen, welke hun heil zien in een systematische afsluiting van de buitenwereld, ijverig hun pogingen voort om onafhankelijkheid van 't natuurproduct te bereiken. Dat de productiekosten vrij hoog zijn, speelt dan meestal geen rol. Men telt het doel alleen en acht dit alle offers ruimschoots waard. Dat de kosten voor het vervaardigen van de synthetische rubbersoorten vrij hoog zijn, en hoe hoog precies blijkt uit Wallstreet Jour nal, dat de kostprijzen voor een pound der in Amerika vervaardigde soorten synthetische rub ber geeft Deze kosten bedragen voor neo- phreen-rubber 3 shilling, voor thiokol 2 sh. 5 d. en voor Perbunan niet minder dan 5 sh. 5 d. Wil men die met de Indische kostprijzen ver gelijken, dan bedenke men, dat voor daar te lande een kostprijs van 20 ct. per kg als laag geldt en een van 30 ct. als hoog, waarbij men de kostprijzen van de kunstmatige soor ten met 10 procent heeft te verhoogen, daar deze in pounds zijn uitgedrukt en de Indische in halve kilogrammen. Natuurlijk is tegen een dergelijke vergelij king protest aan te teekenen en wel kan men beide rubbersoorten uit hoofde van hun uiteen- loopende eigenschappen onvergelijkbaar ver klaren. Men bedenke bijvoorbeeld, dat sommige kunstmatige rubbersoorten boven het natuur product het voordeel hebben veel beter bestand te zijn tegen de inwerking van olie. Met dat al blijft er nog altijd een belangrijk prijsverschil in het voordeel van de natuurlijke rubber. Naar wij vernemen, is, na ontvangen goed keuring van den Minister van Onderwijs, Kun sten en Wetenschappen, alsmede van het Werk fonds, de restauratie van den bekenden monu mentalen toren van Hedikhuizen (Heusden) op gedragen aan de firma Prett te Oostzaan voor f 8282. De eerste drie Nederlandsche kunstenaars, die als resultaat van de uitwisselling van Neder landsche en Hongaarsche kunstenaars waren aangewezen, Paul Kromjong, K. Andrea en L. van der Bundt, zijn naar Hongarije vertrok ken. Als vierde is M. Bleekrode aangeweezen. Zooals men weet waren tot nog toe vier Hon gaarsche schilders naar Nederland gezonden. Binnenkort zullen weer drie Hongaren naar ons lnad komen: de schilders Dénes, Förstner, Imre Szobotka en Istvan Zador, voorzitter van den Hongaarschen etsersbond. (Ingezonden Mededeeling Om Uw rheumatiek-oijnen te verdriiven is er niets beters dan dit middeltje, dat U zelf klaar kimt maken. Het is een beproefd receptje. Koopt 85 gram terpentijn en 15 gram Rheuma- gie-olie (geconcentreerd). Elke apotheker of drogist kan U beide leveren. Een 15 grams- fleschje Rheumagic-olie (geconcentreerd) kost maar 65 oent, dus met de terpentijn bent U voor ongeveer drie kwartjes klaar. Vermengt deze twee bestanddeelen thuis in een schoone flesch door goed te schudden. Uw eigen rheu- matiekmiddeltje is dan gereed. Het brengt onmiddellijk verlichting, omdat de Rheumagic- olie een combinatie is van 5 krachtige pijn- doodende bestanddeelen. Daarom moogt U de Rheumagic-olie niet zuiver gebruiken. Ze moet vermengd worden met de terpentijn, anders is ze te sterk. Dit middeltje is wel een proef waard, als U al lang aan Rheumatiek lijdt. Haal van daag nog 85 gram terpentijn en 15 gram Rheumagic-olie (geconcentreerd) in huis. Be waart dit recept. Stuk voor stuk^- door en door solide, bovendien fraai van lijn, modern van kleur Het komt zelden voor dat men, tenzij dan in musea, een zoo uitnemende verzame ling Indische beeldhouwkunst bijeen vindt als thans te zien is in de Kunstzaal Van Lier, aan het Rokin te Amsterdam. Er zijn hier een aantal bronzen, steenen en houten kunstwer ken te vinden, van hooge geestelijke gezindheid en onaanrandbare grootheid, afkomstig uit de collectie C. T. Loo te Parijs. Geen wonder, dat vele kenners van de Aziatische kunst hun hart zijn komen ophalen. De tentoonstelling bestaat voornamelijk uit beeldhouwkunst van de hooge cultuur van Zuid- Indië, uit de 12e, 13e, 14e, 15s en 16e eeuw, maar er zijn ook Boeddha's en Bodhisattva's uit vroeger tijd, van Mathura, in Britsch-Indië, en van de kunst der Khmers uit Achter-Indië. De oudste Boeddha, een simpel, maar prachtig archaïsch ding in rooden steen, is uit de vijfde eeuw. Het mag zijn dat de Europeaan vreemd staat tegenover de geheel persoonlijke symboliek dezer Indische kunst, met haar eigen religieuze tee- kens en vervoerde stemmingen, wanneer men ziet hoe volkomen van plastiek het werk is, met hoeveel meesterschap en zekerheid de voor ons gevoel grillige proporties en contaminaties zijn opgelost en gqprdend, dan raakt men ver vuld van bewondering voor de makers dezer werken en men voelt te staan in de nabijheid van iets verhevens en sacraals. Voor ons gevoel heeft een beeld als dat van Ganesa, den god met den kop van een olifant, zijn slurf vast houdend met de linkerhand, misschien iets lachwekkends, bij oppervlakkige beschouwing. Maar wat voor ons een circusattractie is, is voor den Indiër het symbool van iets heiligs, en deze Ganesa heeft in gansch zijn wezen iets zoo grootsch en monumentaals, dat iedere ge dachte aan komisch effect eenvoudig ongepast is. Een prachtig stuk is de bronzen Civa in een aureool, met bijl en antilope; bijzon der indrukwekkend ook de dansende Swami; van uiterste verfijning het Devi-beeldje (no. 5) met den lotus, schitterend geciseleerd, op een wijze die de vormen van het lichaam volkomen laat spreken, maar toch een vluch tige, geraffineerde bekoring toevoegt aan de weergaloos uitgebalanceerde werking der lede maten. En de Soundarar (no. 6)de vishnu- heilige van den zang, is hij niet volmaakt als een Apollo, drukt heel zijn wezen niet de musi sche vervoering, den heiligen waanzin van den zang uit? Toppunt van grilligheid schijnt de Soubra- mani, met de twaalf armen en de zes hoofden. Is een dergelijke monsterlijkheid nog zóó voor te stellen, dat zij tot schoonheid wordt ge wekt? De Indische beeldhouwer kón het, want de harmonie van dit beeld is volkomen, de vele ledematen zijn grandioos geordend en inpla'ats van gruwelijkheid ontmoeten we edele harmo nie. Zie daarnaast dan de diepe contemplatie van het Boeddha-kopje in grijzen steen (no. 19), met den mysterieuzen glimlach, een wonder van liefelijkheid en geestelijkheid en men zal weten, dat een groote cultuur hier in prachtige kunstwerken zich openbaart, dat er vele ver schijningsvormen der schoonheid zijn en dat het onbegonnen werk is voor haar een modus en een wet te construeeren, die algemeen-geldig zou zijn. De wijze zoekt de schoonheid overal en laat zich door hiërarchische vormen, door iconographie, niet afleiden van de hoofdzaken, de bewegingen der ziel. JAN ENGELMAN In Casa Nova op de H. Landstichting werden dezer dagen conferenties gehouden door de le den van het Katholiek Gemeenschapsoord over de film in het algemeen en het standpunt van de katholieken tegenover de film. De heer Bernard Verhoeven leidde de conferenties en gaf allereerst het woord aan den heer A. van Domburg, redactie-secretaris van ..Katholiek Filmfront", die een verhandeling hield over de mogelijkheden van een katholieke Nederland sche filmproductie. Het probleem van de ka tholieke filmactie is nog moeilijker dan het probleem van de algemeene Nederlandsche filmproductie, en dat is reeds zoo ingewikkeld, zooals blijkt uit den strijd tusschen Cinetone en Fjlmstad. Als de beste vorm van katholieke filmactie lijkt spreker het stimuleeren van vrije katholieke filmers onder meer door hun gelde- lijken en anderen steun te verschaffen. Onze filmers moeten daarbij vrij gelaten worden in hun arbeid en het recht hebben die film te maken, die zij brandend verlangen te maken, onverschillig of deze films een katholieke ten- denz hebben of niet. Het gaat hier meer om de superieure kwaliteit van hun producten. En in dezen zin moeten zij en ook wij, die hun stimu lators zijn, avant-gardisten wezen. Na deze korte, zakelijke inleiding ontspon zich een zeer interessant debat, waaraan zoo wel katholieke filmvoorstanders uit Vlaamsche als Nederlandsche kringen deelnamen. De mee ning was wel algemeen, dat de katholieke film actie doeltreffend moet zijn en dat de waardig heid van het katholicisme van kunst en van mensch eischt dat de film vóór alles goed en wel verantwoord is. Het werd niet noodig ge acht, dat wij propageeren de katholieke tota- liteitsfilm, maar wel moet de film min of meer Cri Devi, godin met den lotus, een bronzen Indisch beeld uit de 15e eeuw, op de tentoonstelling van de collectie C. T. Loo in de kunstzaal Van Lier positief katholiek gericht zijn. Evengoed als wij katholieken in de literatuur, in de schilder kunst, in den omroep onzen invloed hebben kunnen doen gelden, zoo zal dat ook kunnen gebeuren in de film. Daarbij moeten wij niet uitschakelen het standpunt: Wij moeten hebben een katholieke film, maar katholieken moeten hun invloed op de film kunnen doen gelden en hun beginselen daarin kunnen laten leven. Door Pater Morlion werd gewezen op de groote moeilijkheden van financieelen aard aan katholieke filmproductie verbonden. Daartegen over werd door den heer van 't Hof uit Voor burg gewezen op de mogelijkheid, dat wij inter nationaal zouden kunnen samenwerken om zoo ook de katholieke film productief te kunnen maken. Gewezen werd hier op de mogelijkheid van een internationaal katholiek journaalbu reau. Prof. Dr. Rutten sloot zich aan bij den inleider en verklaarde zich voorstander van de goede film, waarin het publiek vermaak vindt, maar wees er tegelijk op, dat wij den katholieken smaak op de juiste wijze moeten richten. Tege- y»f 'v'TSy':" m VOORKOMEN RHEUMATIEK ETTIG GEDEP. HANDELSMERK En wat kon hij anders doen dan te gehoorzamen. Een agent had hem bevolen de tasch open te maken en hij deed het. En tot vreugde van de visschen, maar tot groote woede van den hengelaar, die zijn kostbaren buit weer moest loslaten, kozen de visschen het ruime sop. Ze waren Weer in hun element. En de agent, die eigenlijk niets te vertellen had onder water, vroeg hem zijn naam, zijn voorletters, waar hij woonde en wat hij voor den kost deed. En de man, d<-l dank zij het verkeeis- agentje onder water kon blijven, anders was hij al lang ver dronken, gaf op alles antwoord. et was een advertentie van den volgenden inhoud, die de belangstelling trok van Thomas Brentford. Romanschrijver, die binnenkort een wereldreis gaat ondernemen, vraagt een bekwaam typist, die in staat is, stenografisch werk op een schrijf machine uit te werken. Sollicitant moet in het bezit zijn van een goede „Union Portable" schrijfmachine en bereid zijn, de reis om de wereld mede te maken. Salaris: Vijftig pond sterling per maand, benevens vrije reis en ver blijfkosten. Br. Motto: Wereldreis, bui. dezer. Thomas Brentford liet de krant zakken en vloog op zijn schrijfbureau toe. Nog geen half uur later lag de sollicitatie in de brievenbus. Het geluk was hem gunstig, want twee dagen later ontving hij een brief met de uitnoodiging, zich dien avond te vervoegen bij Richard Clap ton, Regentspark 23. Lang voor het afgesproken uur liep hij in de nabijheid van de villa van den schrijver heen en weer. Toen het tijd was, belde hij aan en een jongeman in een rood en wit gestreept jasje opende de deur en liet hem in een prachtig gemeubelde wachtkamer. Hij voel de zich in deze luxe een beetje onwennig, maar toen even later een stem hem uitnoodigde in den salon te komen, voelde hij zich al meer op zijn gemak. „Neem plaats, mijnheer.... eh. „Brentford.... Thomas Brentford," haastte hy zich. Gelijktijdig haalde hij den brief te voorschijn maar Clapton, een man van middel baren leeftijd met een grijs puntsikje, weerde lachend af. „Luister eens, mijnheer Brentford. De adver tentie was zeer aanlokkelijk, nietwaar? Vijftig pond sterling per maand enzoovoorts, dat wordt je niet iederen dag aangeboden." De jongeman knikte lachend. „Inderdaad, mijnheer, het klinkt wel wat erg mooi." lijk werd gewezen op den machtigen invloed van den Nederlandschen Bioscoopbond. De heer van Domburg wees er nog op, dat de vorm van de film moet samengaan met den inhoud en dat wij ook in de film dat goede geestelijke voedsel moeten geven, waarnaar het gezonde volk verlangt. Door den leider, den heer B. Verhoeven, werd de vraag gesteld: Wat kan de bemoeiing van de katholieken zijn, die op het terrein van de film iets goeds willen berijken? Wij moeten onzen filmers kansen en opdrachten geven en probeeren invloed uit te oefenen op de inter nationale en nationale filmproductie. Tegelijker tijd zou daar geld beschikbaar moeten zijn om dat te kunnen besteden aan goede filmproduc tie. Na een uitvoerige beschouwing van de pro blemen van Abbé Bernard over de filmproduc tie in het algemeen en den katholieken invloed daarop, bracht de heer Weterings naar voren, wat de katholieke filmactie reeds deed en wat haar plannen voor de toekomst zijn. De volgende inleider, de heer van 't Hof, wees op den droevigen toestand, welke op het amateursfilmgebied in ons land bestaat. Zelfs aan technische eischen wordt dikwijls niet eens voldaan, om niet te spreken van schoonheids- en andere eischen. Men kent de figuur van papa-filmer, wien het er alleen om te doen is, dat Jantje er „goed op komt", men kent de treurige school-, jeugd-, en propaganda-films, door amateurs vervaardigd. Toch is het filmamateurisme belangrijk, om dat het in een gunstiger positie verkeert, wijl het vrijer is, dan beroepsfilmvervaardiging. Van deze gunstiger positie moeten wij in de toe komst partij trekken. Er rijzen echter verschil lende vragen op: b.v. moet er solo-arbeid zijn of gemeenschapsarbeid? Moet ons amateurisme in zekeren zin worden georganiseerd? Deze laatste vraag meende spr. bevestigend te moe ten beantwoorden. Spr. wees er op, dat de ka tholieke filmactie van het amateurisme ont zaglijk veel kan verwachten, en haalde in dit verband het voorbeeld aan van Italië, waar b.v. onder de studenten van hoogescholen ama teursfilmclubs bestaan, die kunnen werken met subsidies van de Italiaansche regeering, welke hoopt, dat uit deze amateursclubs in de toe komst prominente figuren zullen te voorschijn komen, welke de Italiaansche filmvervaardiging als beroep ter hand kunnen nemen en haar op hoog peil zullen kunnen brengen. Spr. had op deze bijeenkomst, waar hij meer amateurs-filmers had willen ontmoeten, een voorstel willen indienen de organisatie van de amateursfilmvervaardiging direct ter hand te nemen. Thans wilde spr. zich bepalen tot het aangeven van een schets van organisatie, waar van hij hoopte, dat de aanwezigen deze in overweging zouden willen nemen. Spr. had zich twee eischen gedacht: de or ganisatie zou moeten staan op katholieken grondslag en ten tweede: werken binnen het raam der K.F.A. In elke stad veronderstelde spr. een afdeeling der K.F.A., waarbinnen een of meer filmkrin gen, welke 3040 personen zouden omsluiten. Elke kring zou bestaan uit twee groepen, waar van er een een studiegroep zou zijn, de ander practisch filmwerk zou doen. Uit den aard der zaak zouden beide groepen zich kunnen over lappen. Al deze filmkringen tezamen zouden onder de K.F.A. een verband moeten vormen, waar door ervaringen zouden kunnen worden uitge wisseld, technische hulpmiddelen gemakkelijker zouden kunnen worden geruild enz. „En toch is het de waarheid, maar er zijn maren aan verbonden, zooals u wel begrijpen kunt. Kijk eens, op mijn wereldreis komen wil niet alleen in beschaafde landen, maar even goed in de binnenlanden van Afrika en zoo. Daar is zeer veel gevaar en risico aan verbon den. Ik stel er prijs op, dat u goed weet, waar aan u begint. De mogelijkheid is niet uitgeslo ten, dat we onder de kannibalen terecht komen en dat u het er niet levend afbrengt." Hij keek zijn bezoeker een oogenblik oplet tend aan en vervolgde toen glimlachend: „Juist, ik zie het al. U bent juist de persoon, dien ik zoek. U schijnt niet bang te zijn. Bent u bereid, de wereldreis met mij te maken, ondanks de gevaren?" „Maar natuurlijk, mijnheer Clapton. Ik zal de gevaren wel leeren kennen en dan handelen naar omstandigheden." „Prachtig!En danbent u in het be zit van een Union Portable schrijfmachine?" Brentford schudde het hoofd. „Nog niet, mijnheer. Maar daar is wel aan te komen. Moet het juist een Union Portable zijn?" Clapton knikte. „Ik zal u zeggen waarom. Ik ben zelf wel in het bezit van zoo'n machine, maar die is uit sluitend geschikt om in huis gebruikt te worden vanwege zijn grootte. Op reis moeten we een kleine reismachine hebben. Dat ik juist een Union Portable wensch, komt omdat deze ma chine een buitengewoon kleine en sierlijke let ter heeft. Dat is met het oog op portobespa ring van groot belang, begrijpt u? Bovendien vind ik het wel interessant, en ook bij wijze van tegenprestatie en zekerheid, als mijn reis gezel blijk geeft, ook iets voor de zaak over te hebben. Het geeft mij tevens een weinig zeker heid, dat u niet op het laatste oogenblik terug krabbelt." Hij keek Thomas vragend aan. „Wat denkt u ervan, mijnheer Brentford? Gaat u op mijn voorstel in?" „Ik zou werkelijk niet weten, welke bezwaren ik nog zou moeten opperen," lachte Brentford. „Als het moet, kan ik binnen twee dagen ge reed zijn voor de reis." „Niet zoo hard van stal loopen, jongmensch," vermaande Clapton. „De reis begint pas over1 twee maanden. En dan wilde ik u voorstellen, dat ulaat eens zienhet Is nu vijftien Ajiril. Laten we afspreken, dat u op vijftien Juni weer hier komt met uw bagage en uw schrijf machine, om nog enkele dingen te regelen. We gaan met de boot, die op twintig Juni naar Vlissingen vertrekt." „Dat is best, mijnheer. Ik zal s weten, welk adres i voor het aan- I Thomas Brentford l schaffen van de machine 't beste is. Ik ben in Londen niet zoo goed bekend." Clapton dacht even na. „Ik heb mijn machine drie jaar geleden ge kocht bij de firma Mossley and Cross aan het Strand, maar ik weet niet, of die zaak er nog is. Dat moet u maar even informeeren. Wacht eens, ik heb het adres genoteerd." Hij haalde een notitieboekje uit een lade van de tafel. „Juist, hier staat het, Mossley and Cross. Al leenverkoop van de Union Portable schrijf machine. 234 Strand Londen. Telefoon 254617. Ik kan het wel even informeeren." Hij greep de telefoon en even later had hij de bevestiging, dat de firma Mossley and Cross nog aan hetzelfde adres haar dreef. Thomas schreef het adres op en na nog een poosje over de toekomstige reis te hebben ge praat, verliet de jongeman opgewekt de woning van den schrijver. Het was den vijftienden Juni, toen des mor gens orrj tien uur een taxi stilhield voor de wo ning in het Regentspark. Even later volgde een tweede auto en even later een derde. Uit al deze auto's stapten jongemannen met in de hand een grooten reiskoffer en in de andere hand een kleineren, waarin naar den vorm zich 'n schrijf machine bevond. Een van de mannen belde aan en toen deze aan het dienstmeisje vroeg om mijnheer Clapton te spreken, zei ze kortaf: „Mijnheer Clapton?.Die is eergisteren ver trokken. Hij was hier op kamers en is plotse ling heengegaan zonder te zeggen, waarheen." „Vertrokken....?" vroeg Brentford, die gebeld had. „En we hadden afgesproken, dat ik van daag hier zou komen, om de laatste toebereid selen te maken voor de wereldreis...." Op datzelfde oogenblik zaten op den mail- stoomer van Liverpool naar New York twee mannen aan dek zachtjes met elkaar te praten. „Ik zou op het oogenblik wel eens een kijkje willen nemen, Jack, hoe of het er voor de wo ning in Regentspark uitziet. In totaal heb iK honderdveertig sollicitanten aangenomen voor de wereldreis en honderddertig hebben werke lijk bij ons een Union Portable gekocht voor dertig pond sterling. Als we uitrekenen dat we op elke machine twintig pond verdienen, dah hebben we in twee maanden tweeduizend zes honderd pond verdiend." Zijn kameraad lachte zachtjes. „Dat is tenminste genoeg om het een poosje uit te zingen in New York en dan kunnen we in dien tijd onze nieuwe zaak openen in tro pische kleeding." op dit blad zfln ingevolge de verzekeringsvoorwaarden tegen T"i pm pg levenslange geheele ongeschiktheid tot werken doo* jP pm pg een ongeval met ongevallen verzekerd voor een der volgende uitkeeringen A DU#" verlies van beide armen, beide beenen of belde oogen 1 i OU*" doodelijken afloop AANGIFTE MOET, OP STRAFFE VAN VERLIES VAN ALLE RECHTEN, GESCHIEDEN UITERLIJK DRIE MAAL VIER EN TWINTIG UUR NA HET ONGEVAL pg verlies van een han* of een door Otfrid =1 von Hanstoin Hoe haatte hij haar, het meisje met den vas ten wil, dat hem had overgehaald, zichzelf voor haar op te offeren. Op het station moest hij eenige uren wach ten, welke gelegenheid hij waarnam, om aan den heer Jousten in Buenos Aires te telegra- feeren. „Verzoeke telegrafisch antwoord, poste restante Santa Fé, of u weet, wat er van Beate Serenus geworden is!" Hard was zijn gezicht als hij aan haar dacht. Eindeloos waren die vreeselijke uren in San Christobal. Vreeselijk waren 't stof in de straten, het eten, bestaande uit taai vleesch en ellendige zoete aardappelen, het water, dat slechts ge nietbaar was, wanneer het met canja, een foe- rtelachtigen brandewijn, vermengd werd. Wat was hij verwend gedurende die zes weken op de estancia! Niet denken was hij gisteren maar niet zoo krankzinnig geweest! Nu stonden de machines, waar hij zoo van hield, daar zonder hem, nu.... Kleine, lieve Ines! Eindelijk kwam de trein. Het paard werd in geladen. Egon leunde moe in een hoek van de coupé. Hij reisde in de goedkoope klasse en sliep in, terwijl tegenover hem gaucho's, kleine far mers en koewachters praatten, spuwden en rookten. In het hotel Santa Fé, hetzelfde, waarin hij destijds de helft van zijn laatste pesos ver teerd had, nam hij een kamer. Het was in den middag van den volgenden dag. Er waren reeds vier en twintig uur ver- loopen, sinds hy de ectancia had verlaten. Egon ging naar de post. „Een telegram voor den senhor." Bespottelijk, zooals zijn zenuwen hem in den steek lieten. Was het een telegram, dat hem terugriep? Hij brak het haastig open en las: „Senhora Dombusch verliet Buenos Aires vier weken geleden. Adres onbekend. Niets achter gelaten. Jousten." Egon lachte zóó bitter, dat de omstanders hem verwonderd aanzagen. Terneergeslagen keerde hij naar zyn hotel terug en sloot zich in zyn kamer op. HOOFDSTUK XIV Beate Serenus hield school zooals zij het nu reeds vier weken lang had gedaan, zy zat in het eenige kale lokaal van de „school"; vóór haar zaten de twintig vuile kinderen en zij trachtte met veel yver, hen rustig te houden en hun wat kennis bij te brengen! Ellendige kinderen, in lompen gehuld. De mannen en vrouwen, die wanhopig streden om het oerwoud te slechten, den grond te ploegen, die zaad strooiden en niet wisten, of dit zou uitgroeien tot een overvloedigen oogst of dat de onbarmhartige zon alles zou verbranden; die moesten toezien, hoe de tropenregen de rivieren deed aanzwellen en de velden in moerassen veranderde of hoe sprinkhanenzwermen op het laatste oogenblik hun hoop verstoorden die mannen en vrouwen hadden geen tijd om zich te bekommeren om het welzijn van de kinderen. zy keek neer op de bloote, stoffige voeten, die mijlen hadden geloopen of gereden, de ge zichten, waarop niet de minste belangstelling te lezen stond, maar alleen het verlangen naar het einde van de schooluren. Schreeuwende stemmen dreunden in koor op, wat zij voorzei; de jonge hersenen, die reeds de zorgen der ouders deelden, trachtten te rekenen met onbe kende cijfers. Verwonderd luisterden zy toe als de onderwijzeres vertelde van het verre land, waar een winter en een zomer bestond en dat eens het vaderland van hun ouders was ge weest. Het kwam hun voor als een verloren paradijs. Dan begon de zon te branden; de lessen wer den onderbroken. De kinderen zaten te slapen of speelden landerig in de buurt. Beate zat in haar leunstoel en dacht na. Don Xavero, de bezitter van de farm en het schooltje, kwam met zwaren tred naderby. Hij was buiten op zyn veld geweest bij de jonge katoenaanplanting, die dit jaar voor het eerst vrucht zou dragen. Op zyn gezicht lag een tevreden lachje. Hy knikte haar toe. „Buenos dias, senhorita Beatel" Ook zy vertrok haar gezicht tot een glim lachje. „Ik wou met u spreken. Of bent u misschien te moe?" „Ik ben tot uw dienst, mynheer Gschaftler." De onbeholpen boer nam haar mee naar zijn boerdery en ging met haar op de veranda zitten. „Dat gaat zoo niet langer!" Beate schrok. Waren ze niet tevreden over haar als onderwijzeres? Nog pas een paar minu ten geleden had de heete, benauwde school ruimte haar een hel toegeschenen, nu beefde zij bij de gedachte, dat men haar zou kunnen ont slaan. Wat was Beate Serenus klein geworden, het verwende meisje, dat nu bleek werd bij het ver moeden, dat die ruwe farmers misschien niet tevreden over haar waren! zy vroeg angstig: „Wét gaat zoo niet verder?" „Dit hier, met u!" „Bent u niet tevreden?" „Hebt u zelf plezier in dit leven?" „Ik doe mijn uiterste best." „Gisteren is hier een Duitscher gekomen. Die wou dominee worden, maar is nu al Jaren aan het zwerven. Ik geloof, dat een man er beter geschikt voor is de bengels in toom te houden." „Moet ik gaan?" De farmer bestudeerde haar gezicht. „Bent u graag hier?" „Ik...." „Wacht u maar. U bent een braaf meisje. Een meisje, dat weet, wat ze wil. Maar ik span een goede melkkoe niet voor den ploeg en ga ze dan in de zon dood jakkeren!" Onwillekeurig moest ze lachen. „Ben ik de melkkoe?" „U moet mij de vergelijking niet kwalijk nemen." „Ik weet, dat een melkkoe een heel nuttig dier is." „Juist, wy hebben u goed waargenomen, sen horita. Wij mogen u graag! En daarom hebben wij besloten, iets anders voor u te zoeken." Beate luisterde nu oplettend. „wy hebben hier straks een soort vergadering en ik'geloof, dat ik u beter kan vertellen, wat er aan de hand is. Die vergadering geldt name lijk u." Zij begreep er steeds minder van. „My?" „Ja, wy.... Hij aarzelde en tegelijkertijd werden er stemmen hoorbaar voor het huis. De acht farmers uit de naaste omgeving kwamen aanrijden, stegen af, bonden de paarden aan het hek en kwamen met zware stappen de veranda op. „Buenos dias, senhores!" Algemeene begroeting, maar gewichtiger dan anders het geval was. Gschaftler, als hoofd van de nederzetting, keek om zich heen. „Zijn we er allemaal?" „Ja, allemaal." De mannen gingen op de krukjes zitten, die haastig werden aangedragen. Voor Beate werd een stoel gebracht, „Waarde geburen. amigos!" De brave Gschaftler zag er altyd buitenge woon komiek uit, als hij plechtig wilde doen- „U weet, waarom wij te zamen komen. Het gaat er om, den Duitscher Friedrich Kurz, <*ie vroeger candidaat in de theologie was, aan stellen tot nieuwen schoolmeester in onze Se' meenschap. Is er iemand onder ons, die e tegen is?" Geen antwoord, slechts peinzend geboge0 hoofden. „Dat is dus afgedaan. De schoolmeester krité het schoolhuisje en een stuk land en verdof wat ons goed dunkt. Voorts hebben we spreken over het welzijn en de toekomst vS- senhorita Beate Serenus, die zich onder on hoede gesteld heeft en voor wier welzijn bereid zijn te zorgen." Beate werd hoe langer hoe verbaasder e voelde zich heel onrustig. fl „Senhorita! U hebt genoeg uw best Sec^tr met onze bengels, maar dat is geen werk vCv u. Wij houden van u. U bent een braaf U bent mooi, hebt stevige armen en een v®.g standig hoofd. Wij hebben besloten, u gelukK te maken." Beate begon de geschiedenis van den kob1 schen kant op te nemen. „Dat is allervriendelykst van u!" ng „Lacht u alstublieft niet, want het is ernst! Wat is het levensdoel van een SeZ<Ld meisje? Soms schooljuffrouw zyn? In de s is dat misschien gewoonte, maar hier h Kinderen krijgen en die opvoeden, een ol „re. teiyke huisvrouw worden, dat is het w ,at Kort en goed, wy zullen u uithuwehjken, .j is ons besluit". (Wordt vervol»

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 14