WAT DE MODE VOOR DEZEN
m HERFST VOORSCHRIJFT
Wat êedraêen zal worden
Als de h lader en va l len
NAJAARSNUMMER
SEPTEMBER 1938
Mantel met stola-kraag
van sabelbont
Zwarte wintermantel met losse
zakken van persianer en persianer
knoopen in bladvorm
Voor den avond
EEN SMAKELIJKE TRACTATIE
De bereiding er van is uiterst
eenvoudig
KOUDE VOETENr r r r
Wat te doen om deze plaag zooveel
mogelijk te voorkomen?
Het geheim van den herfst
Waarom vallen de bladeren?
De winterslaap der boomen
Een idyllisch plekje
■Als u tóch iets moet verliezen
,.07; En u hebt 't voor 't kiezen
(Ai* Offert liever dan een uur
Dan uw verd ren levensduur!
Het betreft de samenvoeging van uitge
perst druivensap met melk (of karnemelk),
met de bedoeling om daardoor niet alleen
een zeer smakelijken, verfrisschenden drank
te bereiden, maar er ook een groote voe
dingswaarde aan mee te deelen en de trac-
tatie op die manier om te vormen tot „eten
en drinken tegelijk".
bricatie dan op het eindproduct zelf, dat na het
druivenplukken nog heel wat tijd noodig heeft
om als wijn voor den handel geschikt te zijn.
Als we daarbij bedenken, dat tegenwoordig
naast den wijn het „gegiste" druivensap
ook hoe langer hoe meer aandacht wordt be
steed aan het natuurlijke ongegiste sap, b.v. in
den vorm van „zoete most" en als we verder in
aanmerking nemen, dat de druif als vrucht ge
geten of als versch uitgeperst sap gedronken in
de laatste jaren steeds meer liefhebbers vindt,
dan is de omdooping van wijnmaand in drui-
venmaand toch wel gerechtvaardigd.
In elk geval geldt dit voor Nederland.
Onze Westlandsche druivenkassen doen de
kweekers alle eer aan; ze zijn echter niet inge
steld op wijnproductie, maar op het gebruik
van de versche vrucht of het versche sap. Daar
om willen wij nog eens de aandacht vestigen
op een paar mogelijkheden, die ons in staat
stellen ten volle van al die goede eigenschappen
der druiven te profiteeren: van hun smakelijk
heid, hun frischheid, hun gehalte aan zouten
en aan vitaminen. In dit verband zouden wij
een nieuwigheidje kunnen aanbevelen, dat. se
dert een paar jaar in het Westland reeds be
kend is.
I Bont vormt een zeer algemeen toegepaste
versiering, niet alleen op de mantels, die we
in de koudere maanden zullen gaan dragen,
maar reeds op de herfsttailleur, tot welke ge
wilde overgangsdracht we onze toevlucht zullen
nemen, zoodra het najaar zijn eerste mildheid
verliest.
Dat bont in hoofdzaak wordt aangewend om
een smaakvol effect te verkrijgen, meer bijna dan
uit practische beweegredenen, toonde ons de
uitgebreide collectie modellen op de modeshows
van de modefirma's. Wij zagen enkel mouwen
van bont, een rug van bont, losse zakken, in
genieus aan de ceintuur bevestigd of enkel een
ceintuur voorbehouden voor de slanken
van dit levend materiaal, waarbij ditmaal de
boventoon zwart was.
Of er werkelijk zóóveel zwart gedragen zal
worden als de mannequins ons toonden? Als
afwisseling werd er bordeauxrood gedemon
streerd en ook waren er enkele angora com
plets in matgroen en grijsblauw, terwijl er voor
het sportieve genre veel zeer groote ruiten in
alle kleinen verwerkt waren, waarbij we een
kort wijd persianer manteltje zagen dragen. We
constateerden, dat de swagger nog lang niet
van het modeplan verdwenen is en dat de
kleine, strenge bontcol op den nauw aanslui-
tenden effen mantel, waarbij in den rug de
taille even is aangegeven, weer en vogue is.
Eigenlijk is er een eindelooze variatie van mo
dellen en kan elke vrouw volkomen datgene
kiezen, wat haar genre is, zonder uit den mode-
toon te vallenmits: de coupe van hetgeen
ze draagt perfect is.
Naast fluweelen mantels waren er bontjassen
van Indisch lam, van opossum, van nutria en
van een nieuwe bontsoort, die voor oningewij-
den eenige gelijkenis vertoont met persianer.
Onder al deze fraaie mantels van dierenhuid
wordt er voor den namiddag kant en tule ge
dragen, korte robes van dit ijle, doorschijnende
materiaal. Opvallend waren bij de ruime keuze
avondjaponnen eenige robes van zwart, waarop
appliqué's van goudleeren blad- en bloemmo
tieven. De hoofdtooi hierbij gedragen was een
korte, op de schouders vallende sluier van het
zelfde materiaal met eenzelfde applicatie. Ook
voor den avond gold het decreet zwart en in
derdaad is een zwart fluweelen robe bij avond
licht, statig gedragen, imponeerend. Voor jeug
dige draagsters waren er kleurige modellen in
satijn, in kant, in damasse, waarbij opviel een
fraaie japon van pervanche tule gedragen door
drie afloopende tinten nauw Ingehaalde taf
zijde. Zeer opmerkelijk waren eenige toiletten,
waarbij een soort sjaal, aan de robe bevestigd
om het hoofd gelegd was, hetgeen een sterken
indruk aan de dracht van Oostersche vrou
wen wekte.
Willen we met een enkel woord iets zeggen
over de hoeden, dan lijkt het er werkelijk op
alsof de ontwerpsters der hoofddeksels zich
heusch, en niet slechts voor de grap, zooals de
geestige fotomodellen in een Fransch week
blad toonden, geïnspireerd hebben op vergieten,
deksels en plumeaux, waar wij theemutsen en
eierwarmers aan zouden willen toevoegen. Maar
alle gekheid op een stokje: ook in de mode der
hoofddeksels blijkt doorgevoerd het kenmerk
der mode 1938, er is voor elk wat wils.
Iets kortere rokken, iets breedere schouder
lijn, iets geperfectionneerder snit. Dit in groo
te trekken. Zooals de illustratie laat zien, heeft
de nieuwe herfst tailor-made een even blousen-
de ruglijn en is de wijde mouw gewild. De win
termantel wordt bij voorkeur met bont gegar
neerd, in lange reepen of grillige motieven aan
gebracht, waarvoor alle korthari^e soorten in
aanmerking komen. Ook wordt bont tot hoofd
deksels bewerkt, tot baretten, welke weer op
het modeplan verschenen zijn, of slechts als
gameering op een vilten of fluweelen hoed.
Zoo zagen wij bij een zwarten mantel met een
kraag van zilvervos de zwart vilten toque, wel
ke hierbij gedragen werd, gegarneerd met iet
wat van deze zelfde bontsoort, waardoor een
harmonieus geheel verkregen wordt. Naast de
dierenhuid als garneering spelen ook veeren
weer hun rol in de hoedenmode. Stijve wiekjes
op den bol geplaatst, accentueeren het opwaart-
sche silhouet, dat de hoedenmode 1938 ken
merkt. Maar ook neervallende, soepele veeren-
bossen sieren den hoogen puntbol en de enkele
rechte pluim geeft den sportieven vilthoed een
vlot cachet.
De modieuze vrouw zal zich dezen winter
niet laten zien zonder haar hoofddeksel gecom
pleteerd te hebben met een lange afhangende
voile, bij voorkeur met donkerder moesjes, wel
ke voile met een breeden strik rond den bol
gelegd mag worden.
De namiddagjurk is zwart, opgevroolijkt door
appliqué's of kunstig aangebrachte combinatie
met een afstekende tint. De wollen angora-
middagtoiletten zijn in zachte '■•asteltinten ge
houden, streng van coupe en gaarne met ge
fronste voorbaan.
Dat voor den avond lange mouwen gedragen
worden en van voren gespleten rokken; dat de
robe, die de taille nauwsluitend omkleedt, even
gangbaar is als de typisch vrouwelijke wij
de feestjapon, die uit de oude doos schijnt op
gehaald, is op de illustratie te zien. Zwart met
goud appliqué, een zeer voorname avonddracht,
vraagt dit seizoen bijzonder de aandacht, ter
wijl voor de meer romantische gewaden kant
en tulle verwerkt worden, waarbij afstekende
kleuren lint een fraai aspect kunnen teweeg
brengen.
Vol grilligheden is deze mode, vol variaties,
vol mogelijkheden.
October, druivenmaand
Eigenlijk luidt de officieele bijnaam voor
onze tweede herfstmaand „wijnmaand", maar
die betiteling slaat dan toch zeker meer op den
druivenoogst als uitgangspunt voor de wijnfa-
De bereiding is uiterst eenvoudig.
We rekenen per glas op evenveel melk als
uitgeperst druivensap en we voegen er naar
smaak misschien wat suiker bij: voor gewone
melk zal die toevoeging niet door iedereen ge-
wenscht worden, voor karnemelk echter ver
hoogt ze zeer zeker de smakelijkheid.
We vullen den tumbler dus voor de helft met
koude melk, vullen het glas onder voortdurend
roeren verder bij met uitgeperst druivensap en
roeren er ten slotte de suiker door (liefst lichte
basterdsuiker, omdat die vlugger oplost dan
kristalsuiker)
Over het uitpersen van de druiven nog een
enkel woord, 't Gemakkelijkst gebruiken we er
een van de druivenpersjes voor, die tegenwoor
dig in allerlei vormen en grootten verkrijgbaar
zijn en die het werk in een oogenblik verrich
ten. Bezitten we zoo'n instrumentje niet, dan
stampen we in een gaaf pannetje de vruchten
wat stuk, brengen ze op een zacht vuur even
aan de kook en wrijven ze dan door een haar-
zeef of wringen ze door een schoonen doek.
De laatste methode staat èn door bewerke
lijkheid èn door de verhitting van de vruchten
bepaald achter bij de eerste manier.
Tenslotte nog dit: is de proef U dit keer
goed bevallen, breek dan de kennismaking niet
af tot het volgende jaar. De „zoete most" (te
genwoordig alom in flesschen verkrijgbaar)
staat zoo in alle opzichten gelijk met het versch
uitgeperste vruchtensap, dat U gerust de nieuw
ontdekte tractatie het heele jaar door zoo nu
en dan eens kunt presenteeren.
Nu de temperatuur begint te dalen en wij
den winter tegemoet gaan, verdient het
euvel der koude voeten, waaraan zoovele
menschen lijden, weer onze aandacht. Als men
koude voeten heeft, gaat de geheele bloeds
omloop trager en minder krachtig. Daarom
kunnen allerlei onderlijfsziekten, rheumatische
aandoeningen en andere kouvattingsziekten
gemakkelijk het gevolg er van zijn. Wie last
heeft van koude voeten, moet altijd zorgen
voor droge, schoone kousen en voor dichte,
droge schoenen, die ruim zitten. Eenige malen
daags moet men van kousen of sokken wisselen
en ook is het goed, thuis in plaats van de
zwaardere straatschoenen een paar lichtere
huisschoenen of pantoffels aan te doen.
Koude voeten komen het meest voor bij men
schen, die een zittende levenswijze hebben; het
eenige wat zij kunnen doen, is tusschen het
werk door en in de vrije oogenblikken eens op
te staan en wat beweging te nemen. Verkeerd
is het, met de beenen over elkaar geslagen te
zitten, want daardoor wordt de bloedsomloop
in de knieholte gestremd, hetgeen het afkoelen
van de voeten juist bevordert. Overigens moet
men zooveel mogelijk beweging in de buiten
lucht nemen en zorgen voor goede, krachtige
voeding en een gezonde, regelmatige levenswijze.
Verder kan het euvel verlicht worden door
het nemen van heete voetbaden, het best des
avonds voor het naar bed gaan en gevolgd door
krachtig wrijven met een ruigen badhanddoek.
Staat de kwaal met bloedarmoede in verband,
dan moet medisch advies worden ingewonnen.
De najaarszon toovert in het bosch e en prachtig kleurenspel van ongekende
schoonheid
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiii
De boom heeft zijn bladeren noodig voor de
ademhaling en de verdamping en voor het opne
men van belangrijke voedingsstoffen. Dit proces
wordt mogelijk gemaakt door de in de cellen van
het blad in groote mate aanwezige, microsco-
pisch-kleine bladgroenlichaampjes, die werkelij
ke wonderen kunnen verrichten. Zij zijn kleine
laboratoria, waarin Moeder Natuur spelender
wijze datgene teweegbrengt, wat de scheikun
dige ondanks zijn gecompliceerde apparaten niet
kan nadoen. Onder de inwerking van het zon
licht is dit bladgroen in staat, de koolzuren van
de lucht in zijn elementen te ontleden.
Daarbij wordt de koolstof in organische
substanties veranderd en door het planten-
lichaam vastgehouden, terwijl de zuurstof
aan de buitenwereld wordt teruggege
ven. Kunt U dus begrijpen, dat de kleine
bladgroencellen het uitgangspunt zijn voor
al het organische leven?
EEN SYMPHONIE VAN KLEUREN TOOVERT
DE HERFST VOOR HET OOG VAN
DEN NATUURKENNER
Op 23 September begint de herfst op het
Noordelijk halfrond. Meestal zien wij met
iets van weemoed den herfst tegemoet, in
tegenstelling tot de lente, welke we altijd
mét groote vreugde begroeten. In de lente
immers bewonderen wij het ontwaken der
natuur, terwijl wij in den herfst een sterven
der natuur zien. Doch wie in dezen tijd door
het bosch loopt, kan niet ontkennen, dat 't
een sterven in schoonheid is.
Herfst beteekent: afscheid van den zomer
en dus afscheid van warmte en
licht. Zeker, ook in den herfst en
in den winter schijnt de zon boven ons
landje, doch zij komt veel later op en
gaat veel vroeger onder dan in den zomer,
terwijl haar stralen vrijwel geen warmte meer
geven. Herfst beteekent ook: niet meer zonder
overjas de straat op gaan, den schoorsteen
schoon laten maken, nieuwe handschoenen koo-
pen enz. Dit is vrijwel alles, wat de stedeling
van den herfst merkt, de stedeling, die uiterlijk
begin September weer in de stad terugkeert en
dan weer vergeet, dat er nog zooiets als de na
tuur bestaat.
De natuurliefhebber zal echter in den herfst
bij voorkeur een wandeling maken door het
dichtstbijzijnde bosch en volop genieten van de
bonte kleurenweelde, welke men te zien krijgt.
Tusschen de helgroene esschen, de goudgele
beuken en ahornen en de roodbruine eiken, be
wondert men de roode kornoelje, de kerseboo-
men en enkele hegsoorten; de zilverachtige bla
deren van den meelbesboom of het donkere,
geurige groen van de denneboomen.
Wanneer de herfstmaanden mistig en regen
achtig zijn, is de kleurvorming uiterst zwak; is
de herfst echter zonnig en zijn de nachten
droog en koel, dan worden de kleuren bijzonder
levendig. Vooral bij vlierboomen merkt men dit
vaak en duidelijk op: een en dezelfde vliersoort
heeft bij een temperatuur van vijf graden Cel
sius donker-violette, bij vijftien graden lichtrose
en bij dertig graden witte bladeren.
En wat geschiedt er eigenlijk tijdens het ver
kleuringsproces in den herfst? De groene blad
kleurstof, het zoogenaamde chlorophyl, wordt,
voordat de bladeren afvallen, als het ware af
gesneden van den weg naar de bladeren en
vloeit gedeeltelijk in den stam terug. Dit ge
schiedt bij verschillende boomsoorten op ver
schillende wijze en tijden. Hoe meer nu het chlo
rophyl verdwijnt, des te sterker treden de voor
dien tijd bedekte kleurstoffen, karotine en xan-
tophyl, naar voren en verschaffen het gebladerte
de goudgele kleur. Hierbij komt nog een ander
verschijnsel. In de bladeren van vele boom- en
struiksoorten bevinden zich kleurlooze stoffen,
welke door zuurstofonttrekking veranderd wor
den in roode kleurstof, het bekende bloemen-
rood anthokyan. Deze kleurlooze producten gaan
waarschijnlijk door het zich afzetten van
zuurstof over in gele kleurstof (antochlor),
welke verwant is met de kleurstoffen van de
primula, de gele dahlia enz. Doch zooals wij
reeds eerder opmerkten, moeten de temperatuur
en de energie van de zon mee werken om mooie
resultaten te kunnen behalen in de herfsttinten.
In den herfst lijkt het zoo vanzelfsprekend,
dat elke stap, welken wij in het bosch doen,
weer vergezeld gaat van het geruisch der
ontelbare afgevallen bladeren, welke een mooi
lierfsttapijt vormen. De bladen vielen af, omdat
zij verwelkten. Doch waarom verwelkten dan de
bladeren? Hier wordt de schijnbare vanzelfspre
kendheid reeds een wetenschappelijk probleem.
Ieder lastig „waarom"? in het dagelijksche le
ven is voor den levensonderzoeker een aanspo
ring om bijzondere aandacht te wijden aan het
„hoe". Wat heeft de wetenschap te zeggen over
de oorzaak van het afvallen van het loof?
wordt dit proces toch in den zomer reeds voor
bereid. Reeds van het tijdstip der zonnewende
af kan men vaststellen, dat onze boomen een
voor een hun bladeren verliezen en wel eerst die,
welke door de andere bladen beschaduwd zijn.
Bij minder licht kan slechts weinig of heelemaal
niet de hierboven beschreven arbeid van de as
similatie verricht worden. De verkregen voe
dingsstoffen, vooral stijfsel, suiker enz. gaan
vanuit de bladeren naar den stam en de wortels
en overwinteren daar als reserve voedsel, terwijl
ook de bladgroencellen zich terugtrekken.
Daarbij vinden eigenaardige ontledingen plaats,
Waaraan het herfstloof zijn gele, bruine en pur
peren kleuren dankt.
Op welke wijze ontdoet de boom zich nu van
zijn bladeren? Wordt de temperatuur van den
grond in den herfst lager en daardoor de op
zuigende werkzaamheid van de wortels verhin
derd, dan kan het door de verdamping van de
bladeren veroorzaakte waterverlies niet aan
gevuld worden. Onder aan den steel vormt zich
dan een cellaag, de zgn. scheidingslaag. Zij be
staat uit cellen, die rijk aan sap zijn en waar
van de onvaste samenstelling maakt, dat één
windstoot of zelfs het gewicht van het blad vol
doende is, om het te doen afvallen.
Van onze talrijke boomen en struiken zijn
slechts vier altijd groen. Alle andere ver
liezen in den herfst hun loof en bloeien
in het voorjaar opnieuw, zoodat hun rustperiode
door een kaalstaan in den winter gekenmerkt
wordt.
De winterslaap der boomen, zooals deze
z.g. rustperiode wel wordt genoemd, is echter
in het geheel geen slaap, want de boom
werkt voortdurend. Wanneer hij niet aan
het werk was, dan zou hij in het volgende
jaar niet verder kunnen groeien en bloeien.
Hij maakt den inventaris op van de opeen
gestapelde voorraden en Verandert ze, zon
der zichzelf rust te gunnen, in den toe
stand, waarin ze later zullen kunnen \vorden
gebruikt.
Wanneer de boom (ook bij knolplanten is dit
het geval) in den zomer genoeg is gegroeid, dan
fabriceert hij in zijn bladeren bouwstoffen, welke
zorgvuldig worden opgeslagen voor den winter.
Eerst dienen de wortels tot voorraadschuur,
daarna de stam en de takken. De geproduceerde
kracht wordt in suiker veranderd, door de voch
tigheid tot in de wortels gebracht en later in
den stam bewaard. Daar voltrekt zich dan later
de hervorming in kracht weer. Maar er voltrek
ken zich dan nog andere veranderingen, welke
men pas langzamerhand op 't spoor komt en die
geschieden in een periode van schijnbare ver
lamming, die eenige weken duurt bij het hout.
Men denke ook aan den aardappel, die eerst
„uitslaapt", om daarna te ontkiemen.
De „rustperiode", welke tusschen den val der
bladeren en den nieuwen bloei ligt, kan bij veie
soorten in de kweekerij onderbroken worden-
Andere daarentegen vertoonen een langdurigen
stilstand, d.w.z. een vertraging en de taak Is
aan ons, voor hen niet alleen de gunstigs^
groeivoorwaarden te scheppen, maar ook die
bijzondere prikkels, die noodig zijn om deze ver
traging te doen ophouden. Reeds sinds de eer
ste pogingen in 1874 werd op dit gebied eeh
aantal belangrijke resultaten behaald.
Maar, hoewel wij doorgaans meer van warmte
en zon en van groen gebladerte houden dan vau
koude en kale boomen, toch zullen weinigen va"
ons den herfst willen missen; den herfst, die de"
bosschen zoo'n sprookjesachtige entourage geef'
en die ons doet verlangen naar de gezelligheid
van de huiskamer in den winter. En bovenal
den herfst, die door zijn komst immers ook be
looft, dat het volgend jaar de lente weer de ha-
tuur zal doen ontwaken.
Verbaasd houden wij een verdord blad in de
hand, dat niet van den boom gevallen is, maar
dat door den boom als een ontbeerlijke, ja
zelfs schadelijke overvloed is afgestooten. Hoe
wel wij gewend zijn, den herfst te zien als den
tijd, waarin de bladeren van de boomen vallen,