ZWANENBERG De Volkenbond en Muenchen H Nachtelijke hotsing op den Muiderstraatweg NA MUENCHEN „De vrede werd duur betaald" Twee broers door auto gegrepen Fabrieksbrand te Hillegersberg maakt wat smaakt! ONRECHT HERSTELD EEN D00DE EN DRIE GEWONDEN Kerkelijk leven MAANDAG 3 OCTOBER 1938 im E-Si BUITENLANDSCH OVERZICHT oe meer men gelijk wil hebben, hoe minder men het krijgt. De sanctie-politiek prijsgegeven Het weekend heeft Engeland gelegenheid gegeven na te denken Praag heeft recht op erkentelijkheid Personenauto tegen een tien tons met steenen geladen treiler gereden Was het achterlicht defect? De auto in tweeën gebroken Heeft het achterlicht gebrand? Pastoor J. Lagerweij onderscheiden Buitengewoon geheim-kamerheer van Z. H. den Paus Beide mannen op slag gedood Groot gedeelte van carrosserie- fabriek vernield Inbraak bij den Indischen Volksraad Moesten wij Herr Hitier aan zijn in net Sportpalast luidkeels uitgespro ken woord houden, dan kunnen wij constateeren, dat niet aan hem, maar uit- sluitend aan Herr Benesj het behoud van den vrede te danken is. Immers, de beslis sing of het oorlog dan wel vrede zou zijn, legde hij geheel in de hand van den presi dent van de Tsjecho-Slowaakscbe republiek. Hij zelf wenschte blijkbaar voor het aan schijn van de beangstigde wereld de ver antwoordelijkheid voor die beslissing geheel van zich af te wentelen op den tegenstan der. Welnu, wie de verantwoordelijkheid niet.wenscht te dragen voor een op handen zijnde beslissing, mag achteraf geen aan spraak maken op de eer, wanneer deze beslissing gunstig uitvalt. Hitier heeft dus indirect groote eer bewezen aan den man, dien hij voor een leugenaar uitmaakte en aan de verachting der wereld wilde prijs geven. Aan „Herr Benesj" en de Praagsche re geering, die het moesten gedoogen, dat zon der hen over den territorialen omvang van hun souvereinen staat werd beschikt en be slist, komt in laatste instantie ook de eer toe ondanks alle bemoeiingen van anderen voor het behoud van den door den Pührer doelbewust in gevaar gebrachten vrede Europa van een weergalooze ramp te heb ben gered. Had Praag het protocol van München niet aanvaard en hadden de Tsje chen zich met de wapenen in de hand tegen de uitvoering daarvan verzet, dan zou Europa nog steeds zijn hart als een bevend vogeltje hebben moeten vasthouden. Praag fieeft dat niet gedaan uit welbegrepen eigen belang om te redden wat er nog te redden viel. Het koos liever een nog grootendeels onzekere toekomst dan een zekeren onder gang. Het had echter ook anders kunnen kiezen. Na de opgedane ervaringen omtrent de practische waarde van bondgenootschap pen en internationale garanties, na alle grove beleedigingen, die het van Berlijn heeft moeten slikken, zou het te begrijpen zijn gqpreest, wanneer de Tsjechen tot wanhoop gebracht zich met den vertwijfel den moed van iemand, die toch geen uit komst meer ziet, zich tot het uiterste zou den hebben verweerd, niet omdat zij nog hoopten te winnen, maar omdat zij als zij toch verliezen moesten, dit verlies zoo bloe dig mogelijk wilden wreken op hun over winnaars. Gelukkig voor Euoropa en geheel de wereld, gelukkig voor Tsje- cho-Slowakije zelf is dat niet geschied, maar het had kunnen gebeuren. En als het ge beurd zou zijn, zouden dan Frankrijk en Engeland den moed hebben gehad met Duitschland tegen Praag te strijden? Of zouden zij zich afzijdig hebben gehouden om zich bij een door de Duitsche stoomwals verpletterd Tsjecho-Slowakije als bij een onvermijdelijk fait accompli neer te leggen? Wat zou Rusland in dat geval hebben ge daan? De houding van Rusland gedurende de weken van spanning, welke thans voorbij zijn, vormt een duister raad sel. Sovjet-Rusland, dat altijd gesnoefd heeft op zijn weergalooze militaire macht, was de bondgenoot van Praag en de doods vijand Van Berlijn. Door Tsjecho-Slowakije effectieven militairen steun te verleenen, zou het voorlöopig niet het risico hebben ge- loopen zelf slagveld te worden. Het zou vliegtuigen hebben kunnen sturen om de Duitsche bevolking te bombardeeren en te demoraliseeren met het doel een revolutie tegen het Hitlerbewind, dat haar in een oorlog gestort zou hebben, te verwekken. Voor een Japansche agressie behoefde het niet zoo beducht te zijn, want Japan heeft aan China de militaire handen vol. Het heeft deze kans niet willen gebruiken. Het heeft buiten de deur der internationale en diplomatieke onderhandelingen moeten blij ven staan, het is als een quantité neglige- able behandeld en moet thans lachen als een boer, die werkelijk kiespijn heeft, bij de gevallen beslissing. Uit pure liefde voor den vrede in de kapitalistische landen kan deze houding van de naar een wereldrevolutie strevende Sovjet-Unie niet worden ver klaard. Achtte het Praag geen bolwerk van de Unie, dat waard was te worden verde digd? Dan pleit dat voor de democratische betrouwbaarheid van Praag en zijn regee ring, want wie zou het hun euvel hebben kunnen duiden, indien zij in dea uitersten nood evenals de anti-communist Tsjang Kai Sjek zich contre-coeur den steun van Sovjet- Rusland tijdelijk zouden hebben laten aan leunen? Is de militaire macht van de Sov jet-Unie maar een opgeblazen fictie? Of heeft Stalin de kundige bedienaars van het militaire apparaat in zijn vervolgingswaanzin dermate uitgeroeid, dat het apparaat zelve wel aanwezig, maar niet meer te gebruiken is? Öf vreesde het, dat Engeland, Frank rijk, Italië en Duitschland eventueel met Po len en Hongarije op Rusland en Tsje cho-Slowakije zouden aanvallen, indien het Praag actief te hulp zou komen? Tal van dergelijke vragen zijn er te stellen, maar in feite is gebleken, dat op het meest critieke moment sinds 1918 in het leven van Europa Sovjet-Rusland geen zichtbaar gewicht in de weegschaal heeft gelegd. En dat feit is misschien van weinig minder beteekenis dan dat voorloopig de vrede bewaard is door het accoord van Miinchen, waarover allen, die het tot stand brachten, zich verheugd toonen en waarvan zij een niet altijd rechtmatig deel van de eer voor zich opeischen. Het is te begrijpen, dat alle partijen, die te München geconfe reerd hebben tevreden zijn, want het resul taat werd dezen keer gekocht en betaald uit andermans zak. smaakt zoo'n Frankfurter Knakworstje van Zwanenberg! De fijnste vleesch- soorten. juist genoeg gekruid kos telijk! Neen. niemand maakt Frankfurter Knakworstjes zoo echt smakelijk als Zwanenberg. Uit zoo'n kloek blik deelt U veel. en lang! Neem het vandaag nog in huis! :-ri De dar ruste hefft mag schlahn, en de geldt und gutt hefft schall bethalen" het was wel een vreemdsoortig recht, waartegen de Saksische hertog uit de 16e eeuw zich verzette toen hij in een brandbrief de Sleeswijksche Friezen onderhield over de onbe hoorlijke wijze, waarop zij particuliere geschil len plachten op te lossen. En toch, is de samen leving der volkeren er beter aan toe dan deze Friezen van 1528? Dezen althans begonnen eerst hun vuisten te gebruiken nadat zij hun tegen partij een „vredeloosverklaring" hadden toege zonden; de huidige beschaafde naties achten zulk een formaliteit overbodig voor zij hun con flicten zooals zij hun oorlogen noemen gewapenderhand zoeken op te lossen. Ten aan zien van het nationale recht met zijn tallooze regels heerscht in het internationale recht een wanorde, die beschamend is. Toch meene men niet, dat er nooit pogingen gedaan zijn om in dezen chaos orde te bren gen. Mannen kis Suarez en onze Huig de Groot hebben regels gevonden en opgesteld, waarop het rechtsleven der volkeren gebouwd kan wor den, en waarop ook inderdaad gebouwd is; de historie wijst na hen talrijke pogingen aan, die in die richting gedaan zijn. En toen de wereld nog eenmaal in de barbarij van den bloedigsten aller oorlogen gevallen was, eer de naties daar uit geschonden te voorschijn gekomen waren, meende men, dat het oogenblik daar was, om den vrede definitief te organiseeren. Te Genève stichtte men den Bond, die alle volkeren zou omvatten; zijn grondwet, het Handvest, zou de grondslagen leggen voor de samenwerking dei- volkeren en de vreedzame oplossing van hun geschillen; er werd te Den Haag een rechterlijk orgaan geschapen, en achter zijn rechtsregels stond de dwang van de sancties. Bezield door grootsche idealen scheen de Volkenbond den achterstand met een slag in te zullen halen en een betere toekomst te verzekeren. Thans, in de afgeloopen maand, zijn de vertegenwoordigers der volkeren opnieuw' te Genève bijeen geweest; de Raad ver gaderde voor de 102e maal, de Vergadering voor de 19e maal. En ternauwernood hadden de volkeren aandacht voor deze bijeenkomsten, daar elders beslist ging worden over hun lot en een oorlog dreigde, die de ramp van 1914 1918 verre zou gaan overtreffen. Het treurigste was, dat aan die ramp het instituut te Genève voor een deel zelf schuldig stond Gebaseerd op een vredesverdrag, dat uit haat en zucht tot vernederen was voortgekomen, was de Volkenbond de speelbal geworden van de overwinnaars, die het wereldparlement gebruik ten om hun eigen positie voortdurend te ver beteren; naar de waarschuwende stem der kleine, neutrale naties werd niet geluisterd. Doch de vernederde putte kracht uit zijn ver nedering, en op het oogenblik, dat de machtigen van Versailles alle krachten bijeenzochten om den machtige van München te weerstaan, werd het dw'ang-apparaat van Genève geliquideerd: de Volkenbond gaf de sanctie-politiek prijs. Dit is vrijwel het belangrijkste, waartoe in de zit tingen van Conseil en Assemblée in deze dagen besloten werd. De reden, waarom hiertoe be sloten werd, behoeven wij niet uiteen te zetten; het betoog van minister Patijn ten aanzien van de artt. 11, 16 en 17 van het Handvest is niet voor verbetering vatbaar, en de Nederlanders hebben met volledige instemming dit betoog aanhoord en zijn beleid toegejuicht. Het hield het juiste midden; de poging van minister Sandler, die art. 16, het sanctie-artikel, ge schrapt wenschte te zien, ging te ver. Want al ging men feitelijk over tot een buiten-werking stellen van dezen regel, men liet hem, als rela tief recht bestaan, om hem in tijden van beter begrip omtrent de internationale verhoudingen weer te doen herleven. Genève wordt aldus een adviseerend juridisch lichaam, zonder den dwang van physieke maatregelen tegen den aanvaller, doch met een moreele kracht, die in betere tijden gereed kan staan de functie van wereld-rechter te aanvaarden. In dien zin zijn ook de sancties te verstaan, waartoe tegen den aanvaller Japan werd besloten. Op denzelfderi dag, dat de vreedzaam zegevierende Duitsche troepen het Su- deten-Duitsche land binnenrukten en het verdrag van Versailles door deze eerste grens wijziging den definitieven stoot ter liquidatie ontving, ging de vergadering van Genève uit een. Het laatste besluit, dat genomen v/erd, was een erkenning jegens den nieuwen overwinnaar: het handvest van den Volkenbond werd losge maakt van de vredesverdragen, die zooveel ram pen over de wereld gebracht hebben. Men kan dit besluit niet anders dan toejuichen: recht kan en mag niet op onrecht gebaseerd zijn, en ook deze koerswijziging is een belangrijke ver betering van de moreele positie van den Vol kenbond. Gebonden aan Versailles was het Handvest een instrument voor de overwinnaars, om het door hen gedane onrecht te handhaven; thans is het recht van Genève van deze belemmering bevrijd. De vraag is slechts: wat nu? De hegemo nie van de overwinnaars van '18 is ten einde; zij wordt thans echter vervangen door een hege monie, die zich aankondigt door de hegemonie van een „directorium van vier". De collectieve veiligheid is definitief ten einde, en een kleine staat, die de bevelen van vroegere overwinnaars uitvoerde, moest het harde gelag betalen. Het is geen fraai precedent, dat de vier bij het begin van hun samenwerking stellen, en de kleine staten zullen er goed aan doen, in afwachting maatregelen ter eigen veiligheid te nemen. Ter wijl zij met belangstelling gade slaan, hoe de samenwerking in dit directorium niet het eerste in Europa zich ontwikkelt. „De wereld heeft begrepen, dat zij, om den vrede te verkrijgen, dien vrede moet organisee ren", schreef wijlen prof. van Vollenhoven, toen de Volkenbond gesticht werd. Of de oligarchie der vier aan die organisatie zal willen en kun nen meewerken, is een vraag, waarop het ant woord eerst door de toekomst zal worden ge geven. LONDEN, 3 Oct. (Havas). In een ge meenschappelijke verklaring noodigt een aantal parlementsleden, hoogleeraren, letter kundigen en kunstenaars het Emgelsche volk uit, om „in de eerste opwelling van ver lichting op het moment, dat een oorlog werd voorkomen, niet te vergeten, met welken prijs deze ontspanning betaald is en wat zij wellicht in de toekomst nog zal kosten." De verklaring spreekt over „den onduldbaxen druk, waaraan Tsjecho-Slowakije is blootge steld", over de offers, die dit land gebracht heeft en over de versterking, die de staat van Hitier daardoor heeft gekregen. De verklaring besluit met een protest tegen de politiek der regeering. Hoewel de Britsche bladen nog hun waardee ring uiten voor de verwijdering van het drei gende oorlogsgevaar, zijn sommige Londensche bladen toch bezorgd over de gevolgen van de overeenkomst van München voor den vrede in Europa. De „Times" schrijft, dat het weekeinde het land in de gelegenheid heeft gesteld na te den ken. Na een zoo overweldigende dankbaarheid kon eenige reactie verwacht worden. De te München gesloten vrede is een vrede, die door de volken opgelegd is. Een fundamenteele waarheid, naar voren ge bracht door de moedige politiek van Chamber lain, is, dat zelfs in een totalitairen staat het volk in laatste instantie zijn invloed zal hebben. Intusschen mag er geen stap teruggedaan wor den. De politiek van internationale pacificatie moet naar voren geschoven worden. Er moet rust komen niet alleen bij de sterken, maar ook bij de zwakken, ook bij den staat, die een ver zwakking heeft toegelaten voor het algemeene welzijn. Tsjecho-Slowakije heeft zich verdien stelijk gemaakt voor de menschheid en de eerste internationale plicht moet Zijn, dat de overeengekomen grenzen gegarandeerd worden en dat ook bijstand verleend wordt bij de oplos sing der nieuwe problemen, die de regeling voor Praag heeft veroorzaakt. De „Daily Telegraph" zegt, dat de critiek ge durende het weekend haar stem heeft verheven. De tijd zal leeren, of Hitier een voorloopige con cessie aan het opportunisme heeft gedaan en zijn vérstrekkende ambities bewaart voor later, wanneer de tijd gunstiger zal zijn. Een grond voor onbehaaglijkheid is, dat Hitier zijn winst heeft kunnen behalen door zijn methode van dreigementen en dat dit ongestraft is gebleven. Het lijkt, dat'in de feestvreugde bijna geheel vergeten wordt, dat de Tsjechen de grootste bij drage tot den vrede geleverd hebben. Als slacht offers van den vrede, waarin zij niet gekend zijn, hebben zij recht op de warme erkentelijkheid van Engeland en Frankrijk in plaats van op de ijzige stilte, die tot dusverre bestaan heeft. In tusschen moet Engeland zijn weermacht, vooral die in de lucht, versterken. De „News Chronicle" schrijft, dat er gelegen heid bestaan heeft voor een belangrijke diplo matieke overwinning voor de democratie, doch deze gelegenheid heeft men gemist. De „Daily Herald" zegt, dat de vrede niet ver zekerd kan worden door een pact der vier mo gendheden, maar door een internationale con ferentie, waarvan geen staat mag worden uit gesloten. Volgens de .Daily Mail" moet Engeland van de pauze, die thans is ingetreden, gebruik maken om zich zoo sterk mogelijk te maken, zoodat het met volkomen vertrouwen zijn plaats kan inne men bij de nieuwe beraadslagingen over Europa Ook in België heerschte groote vreugde over de ontspanning in den internationalen toestand. De van de grens terugkeerende troepen werden hartelijk begroet Wederom is op den rijksweg tusschen Diemen en Muiden een ernstig verkeers ongeluk gebeurd, waarbij ditmaal een inge zetene uit Baarn om het leven is gekomen en drie andere inzittenden ernstige verwon dingen bekwamen. Zondagnacht tegen twee uur kwam van de richting Amsterdam een auto aanrijden, waarin de heer J. v. L. en mevr. BI. uit Baarn zaten, terwijl de heer J. G. Schölvinck en zijn echt genoot® zich achter in den wagen bevonden. Nadat de auto met een snelle vaart den afrit van de Merwedebrug was gepasseerd, zag de heer v. L., die stuurde, te laat, dat een paar honderd meter verder, nabij de Papelaan, een groote treiler met steenen geladen aan den kant van den weg stond. De bestuurder trachtte nog op het allerlaatste oogenblik het stuur om te wer pen, maar dit mocht niet meer baten. De gevol gen van deze botsing waren ontzettend. Met een daverenden slag liep de personen auto op den treiler, welke met zijn enorm ge wicht (het was een 10 tons wagen, volgeladen met steenen) dien schok doorstond, zonder ook maar eenigszins van plaats te veranderen. Hier aan ook moet worden toegeschreven, dat de chauffeur van den treiler, J. V., wonende te Hilversum, bij dit ongeluk geen letsel opliep. De inzittenden van den personenauto waren er echter zooveel ernstiger aan toe. De heer J. v. L., die aan het stuur zat, was niet zoo ernstig gewond als de overige leden van het gezelschap. De verwondingen, welke de heer Schöl vinck aan het hoofd bekwam, waren zóó ernstig, dat hij slechts weinige oogenblikken na de botsing overleed. Ook de beide dames, de echtgenoot® van den heer S. en mevr. BI., bekwamen zeer ernstige hoofdwonden. Een passeerend automobilist had inmiddels dr. J. P. Niekerk te Muiden gewaarschuwd. Deze was zeer spoedig ter plaatse en verleende de eerste hulp. Kort daarop kwam ook dr. W. Bal- foort van Diemen, die eveneens gewaarschuwd was, hulp bieden. Later voegde zich dr. Kuperus van Muiden bij hen. Het stoffelijk overschot van den heer J. S. werd voorloopig naar Muiden overgebracht, in afwachting van de op last van de justitie te verrichten sectie. De beide dames en de heer J. v. L. zijn per ziekenauto's naar de Majellastichting te Bussum overge bracht. Zelfs zij, die herhaaldelijk getuige zijn ge weest van ernstige autobotsingen op dezen ver keersweg, moesten verklaren, nog nimmer een verwoesting te hebben bijgewoond, als welke ditmaal te constateeren viel. Het achterportier van den personenauto bleef haken aan den treiler en daar de wagen nog niet tot stilstand was gekomen, werd hij als het ware in tweeën gebroken. Het voorste gedeelte stond nog op de wielen, terwijl het achterste deel vernield op den weg lag. Het was een ravage van glassplin ters en gebroken hout. Hieraan is 't ook te wij ten, dat de verwondingen van de inzittenden van zoo'n ernstigen aard waren. De brokstukken van den wagen, welke nog geen twee maanden oud was, zijn door den rijksveldwachter van Muiden, die zeer spoedig ter plaatse kwam om een onderzoek in te stellen, in beslag genomen. Voorloopig heeft men een en ander onderge bracht in de gemeentelijke opslagplaats te Muiden. Bij het ingestelde onderzoek was het de groo te vraag, of het achterlicht van den treiler ge brand heeft op het oogenblik, dat de heer v. L. met zijn gezelschap kwam aanrijden. Volgens de verklaringen van J. V., bestuurder van den treiler, zou het achterlicht inderdaad gebrand hebben. Echter heeft zich een ingezetene van Hilversum, die in zijn auto op weg was naar huis, aangemeld en verklaard, dat, even vóór het 'ongeluk gebeurde, hij den treiler was ge passeerd en toen gezien had, dat het achter licht niet brandde. Slechts op het laatste oogen blik had hij een botsing kunnen voorkomen. Daarentegen hebben andere getuigen verklaard, dat het achterlicht even vóór de botsing wèl brandde. In elk geval staat vast, dat de accu van den treiler haperde en de motor defect was. Daar aan moet ook worden toegeschreven, dat het den chauffeur J. V. niet mogelijk is geweest, zijn voertuig even verder te' krijgen, waar zich een parkeerplaats bevond, terzijde van den snelverkeersweg. Wij vernamen nog, dat de lading steenen niet in Amsterdam gelost kon worden, waarom V. er weer mee op de terug reis was naar Hilversum. De treiler werd bij de botsing van achteren beschadigd, maar is, na dat de rijksveldwachter zijn voorloopig onder zoek beëindigd had, vrijgegeven, zoodat Je chauffeur naar Hilversum kon doorrijden, daar inmiddels ook het eerst geconstateerde defect verholpen was. In den loop van den Zondag is een familie lid van het slachtoffer van deze botsing, den heer J. G. S., vergezeld van de gouvernante der familie S., naar Muiden gekomen, om de iden titeit van den overledene vast te stellen. De toestand van de gewonden was van dien aard, Z. H. Paus Pius XI heeft den zeereerw. heer J. Th. Lagerweij, pastoor te Amsterdam (O. L. Vrouw Onbevl. Ontv.) benoemd tot buitengewoon geheim-kamerheer van Z. H. dat Zondag hun nog geen verhoor kon worden afgenomen. De heer Schölvinck voerde sinds 1927 mede de directie van het bijkantoor van de Incasso- bank aan den Dam te Amsterdam. Hij was als zoodanig opvolger van den heer Spaan, die in genoemd jaar eveneens op tragische wijze bij een verkeersongeluk het leven verloor. Daarvoor was hij op het hoofdkantoor der Incassobank werkzaam. De heer Schölvinck, die 36 jaar oud was, ver vulde in het openbare leven vele functies. Zoo was hij o.a. lid van den raad van beheer van kerkelijk crediet en reeds tien jaar penning meester van de vereeniging Parkherstellings oorden. Ook op katholiek charitatief gebied was hij een actief werker. Zondagmiddag om half vijf is op den rijksweg PkedaRoosendaal, onder de ge meente Etten, op de wegkruising nabij de hoeve St. Willibrord, een ernstige aan rijding geschied, welke aan twee personen het leven heeft gekost. Op een zeker oogenblik wilden de gebroeders J. en M. Koevoet, uit St. Willibrord, resp. 24 en 28 jaar oud, den weg oversteken om bij een familielid een kaartje te gaan leggen. Uit de richting Roosendaal naderde tezelfdertijd een Zuidhollandsche auto. Beiden werden door den linkerkant van den auto gegrepen. Zij waren vrijwel op slag dood. Beiden waren gehuwd en vader van een kind. De heer J. Koevoet droeg zijn één-jarig kindje op den arm. De kleine werd een eindweegs weg geslingerd, doch liep slechts lichte kwetsuren op. Het ongeluk moet te wijten zijn aan het feit, dat beide mannen op onvoorzichtige wijze den weg overstaken. Zij kwamen uit de woning van een hunner en wilden zich naar de hoeve van een anderen broer, die er recht tegenover ge legen is, begeven. Daarbij hebben zij niet of onvoldoende op het verkeer gelet, met het vreeselijke gevolg, dat zij door den auto wer den gegrepen. Een der mannen werd tegen den grond geslingerd, terwijl de ander een meter of twintig werd meegesleurd. Vermoedelijk kregen beiden een schedelfractuur, waarbij de dood inmiddellijk intrad. De auto, welke uit Den Haag afkomstig was, is door de rijksveld- wacht voorloopig in beslag genomen, evenals het stoffelijk overschot van de slachtoffers. Dokter Van Son uit Oudenbosch heeft den dood geconstateerd. Het kindje, dat. uit de armen van zijn vader viel, liep slechts onbe- teekenend letsel op. Van den auto, waarin twee personen zaten, werd alleen de bumper be schadigd. Zondagophtend heeft een felle brand gewoed in de carrosseriefabriek van den heer C. Lith, gelegen aan de Ceintuurbaan te Hillegersberg. Tegen zeven uur ontdekten omwonenden, dat in het langs den spoorweg staande fabrieksge bouw brand was uitgebroken, welke reeds een vrij grooten omvang had aangenomen Toen dan ook kort daarop de motorspuit en eenige brand spuiten van de gemeente Hillegersberg ter plaatse verschenen, woedde het vuur niet alleen in het gelijkstraats gelegen gedeelte van het ge bouw, doch ook reeds op de eerste verdieping en in den hoog boven de fabriek uitstekenden torenbouw. Vooral ut dezen toren sloegen de vlammen fel uit, een prachtig schouwspel bie dende aan de omwonenden en aan de vele nieuwsgierigen, die daar de brand tot op verren afstand te zien was van alle kanten samenstroomden De politie had echter weinig moeite deze nieuwsgierigen op voldoenden afstand te hou den, daar dit op eenvoudige wijze door afslui ting van de Ceintuurbaan kon geschieden. Daar aan de andere zijde van de fabriek de spoorlijn RotterdamGouda ligt, was hier geen afzetting noodig. De burgemeester van Hillegersberg, de heer H. van Kempen, was spoedig na het uitbreken van den brand op het terrein aanwezig en hield persoonlijk toezicht op het blusschings- werk, dat overigens onder leiding stond van den opperbrandmeester, den heer Hueck. De inspecteur van politie Voswijk zorgde voor de noodige orde-maatregelen. Korten tijd zag het er naar uit, dat niets gered zou kunnen worden. Het bleek, dat de brand was ontstaan in het magazijn, dat boven het kantoor is gelegen. In de fabriek bevond zich een groot aantal nieuwe en in reparatie zijnde automobielen. Het grootste deel hiervan kon tijdig in veiligheid worden gebracht. Van de werkplaatsen is een groot gedeelte uitgebrand, terwijl ook het inwendige van den toren geheel verwoest is. Alle magazijnvoorra- den en de kantoorinventaris gingen verloren. Toqn de brand na eenige uren gebluscht was, bleek, dat een gedeelte van de werkplaatsen was behouden. De oorzaak van den brand is onbekend. De schade wordt door verzekering gedekt. De directeur der fabriek hoopt in staat te zijn het bedrijf normaal voort te zetten. BATAVIA, 3 Oct. (Aneta) In den afgeloo pen nacht is ingebroken in het gebouw van den Volksraad. De daders verschaften zich toegang door het forceeren van de raamafsluiting. D« buit was echter gering.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 2