ZWANENBERG
De Volkenbond en Muenchen
H
Nachtelijke hotsing op den
Muiderstraatweg
NA MUENCHEN
„De vrede werd
duur betaald"
Twee broers door
auto gegrepen
Fabrieksbrand te
Hillegersberg
maakt wat smaakt!
ONRECHT HERSTELD
EEN D00DE EN DRIE
GEWONDEN
Kerkelijk leven
MAANDAG 3 OCTOBER 1938
im
E-Si
BUITENLANDSCH OVERZICHT
oe meer men gelijk wil hebben,
hoe minder men het krijgt.
De sanctie-politiek
prijsgegeven
Het weekend heeft Engeland
gelegenheid gegeven na
te denken
Praag heeft recht op
erkentelijkheid
Personenauto tegen een tien tons
met steenen geladen
treiler gereden
Was het achterlicht
defect?
De auto in tweeën gebroken
Heeft het achterlicht gebrand?
Pastoor J. Lagerweij
onderscheiden
Buitengewoon geheim-kamerheer
van Z. H. den Paus
Beide mannen op slag gedood
Groot gedeelte van carrosserie-
fabriek vernield
Inbraak bij den Indischen
Volksraad
Moesten wij Herr Hitier aan zijn in
net Sportpalast luidkeels uitgespro
ken woord houden, dan kunnen wij
constateeren, dat niet aan hem, maar uit-
sluitend aan Herr Benesj het behoud van
den vrede te danken is. Immers, de beslis
sing of het oorlog dan wel vrede zou zijn,
legde hij geheel in de hand van den presi
dent van de Tsjecho-Slowaakscbe republiek.
Hij zelf wenschte blijkbaar voor het aan
schijn van de beangstigde wereld de ver
antwoordelijkheid voor die beslissing geheel
van zich af te wentelen op den tegenstan
der. Welnu, wie de verantwoordelijkheid
niet.wenscht te dragen voor een op handen
zijnde beslissing, mag achteraf geen aan
spraak maken op de eer, wanneer deze
beslissing gunstig uitvalt. Hitier heeft dus
indirect groote eer bewezen aan den man,
dien hij voor een leugenaar uitmaakte en
aan de verachting der wereld wilde prijs
geven.
Aan „Herr Benesj" en de Praagsche re
geering, die het moesten gedoogen, dat zon
der hen over den territorialen omvang van
hun souvereinen staat werd beschikt en be
slist, komt in laatste instantie ook de eer
toe ondanks alle bemoeiingen van anderen
voor het behoud van den door den Pührer
doelbewust in gevaar gebrachten vrede
Europa van een weergalooze ramp te heb
ben gered. Had Praag het protocol van
München niet aanvaard en hadden de Tsje
chen zich met de wapenen in de hand tegen
de uitvoering daarvan verzet, dan zou
Europa nog steeds zijn hart als een bevend
vogeltje hebben moeten vasthouden. Praag
fieeft dat niet gedaan uit welbegrepen eigen
belang om te redden wat er nog te redden
viel. Het koos liever een nog grootendeels
onzekere toekomst dan een zekeren onder
gang. Het had echter ook anders kunnen
kiezen. Na de opgedane ervaringen omtrent
de practische waarde van bondgenootschap
pen en internationale garanties, na alle
grove beleedigingen, die het van Berlijn
heeft moeten slikken, zou het te begrijpen
zijn gqpreest, wanneer de Tsjechen tot
wanhoop gebracht zich met den vertwijfel
den moed van iemand, die toch geen uit
komst meer ziet, zich tot het uiterste zou
den hebben verweerd, niet omdat zij nog
hoopten te winnen, maar omdat zij als zij
toch verliezen moesten, dit verlies zoo bloe
dig mogelijk wilden wreken op hun over
winnaars. Gelukkig voor Euoropa en
geheel de wereld, gelukkig voor Tsje-
cho-Slowakije zelf is dat niet geschied, maar
het had kunnen gebeuren. En als het ge
beurd zou zijn, zouden dan Frankrijk en
Engeland den moed hebben gehad met
Duitschland tegen Praag te strijden? Of
zouden zij zich afzijdig hebben gehouden om
zich bij een door de Duitsche stoomwals
verpletterd Tsjecho-Slowakije als bij een
onvermijdelijk fait accompli neer te leggen?
Wat zou Rusland in dat geval hebben ge
daan?
De houding van Rusland gedurende de
weken van spanning, welke thans
voorbij zijn, vormt een duister raad
sel. Sovjet-Rusland, dat altijd gesnoefd
heeft op zijn weergalooze militaire macht,
was de bondgenoot van Praag en de doods
vijand Van Berlijn. Door Tsjecho-Slowakije
effectieven militairen steun te verleenen, zou
het voorlöopig niet het risico hebben ge-
loopen zelf slagveld te worden. Het zou
vliegtuigen hebben kunnen sturen om de
Duitsche bevolking te bombardeeren en te
demoraliseeren met het doel een revolutie
tegen het Hitlerbewind, dat haar in een
oorlog gestort zou hebben, te verwekken.
Voor een Japansche agressie behoefde het
niet zoo beducht te zijn, want Japan heeft
aan China de militaire handen vol. Het
heeft deze kans niet willen gebruiken. Het
heeft buiten de deur der internationale en
diplomatieke onderhandelingen moeten blij
ven staan, het is als een quantité neglige-
able behandeld en moet thans lachen als
een boer, die werkelijk kiespijn heeft, bij de
gevallen beslissing. Uit pure liefde voor den
vrede in de kapitalistische landen kan deze
houding van de naar een wereldrevolutie
strevende Sovjet-Unie niet worden ver
klaard. Achtte het Praag geen bolwerk van
de Unie, dat waard was te worden verde
digd? Dan pleit dat voor de democratische
betrouwbaarheid van Praag en zijn regee
ring, want wie zou het hun euvel hebben
kunnen duiden, indien zij in dea uitersten
nood evenals de anti-communist Tsjang Kai
Sjek zich contre-coeur den steun van Sovjet-
Rusland tijdelijk zouden hebben laten aan
leunen? Is de militaire macht van de Sov
jet-Unie maar een opgeblazen fictie? Of
heeft Stalin de kundige bedienaars van het
militaire apparaat in zijn vervolgingswaanzin
dermate uitgeroeid, dat het apparaat zelve
wel aanwezig, maar niet meer te gebruiken
is? Öf vreesde het, dat Engeland, Frank
rijk, Italië en Duitschland eventueel met Po
len en Hongarije op Rusland en Tsje
cho-Slowakije zouden aanvallen, indien het
Praag actief te hulp zou komen?
Tal van dergelijke vragen zijn er te
stellen, maar in feite is gebleken, dat op het
meest critieke moment sinds 1918 in het
leven van Europa Sovjet-Rusland geen
zichtbaar gewicht in de weegschaal heeft
gelegd. En dat feit is misschien van weinig
minder beteekenis dan dat voorloopig de
vrede bewaard is door het accoord van
Miinchen, waarover allen, die het tot stand
brachten, zich verheugd toonen en waarvan
zij een niet altijd rechtmatig deel van de
eer voor zich opeischen. Het is te begrijpen,
dat alle partijen, die te München geconfe
reerd hebben tevreden zijn, want het resul
taat werd dezen keer gekocht en betaald uit
andermans zak.
smaakt zoo'n Frankfurter Knakworstje
van Zwanenberg! De fijnste vleesch-
soorten. juist genoeg gekruid kos
telijk! Neen. niemand maakt Frankfurter
Knakworstjes zoo echt smakelijk als
Zwanenberg. Uit zoo'n kloek blik deelt
U veel. en lang! Neem het vandaag
nog in huis!
:-ri
De dar ruste hefft mag schlahn, en de
geldt und gutt hefft schall bethalen"
het was wel een vreemdsoortig recht,
waartegen de Saksische hertog uit de 16e eeuw
zich verzette toen hij in een brandbrief de
Sleeswijksche Friezen onderhield over de onbe
hoorlijke wijze, waarop zij particuliere geschil
len plachten op te lossen. En toch, is de samen
leving der volkeren er beter aan toe dan deze
Friezen van 1528? Dezen althans begonnen eerst
hun vuisten te gebruiken nadat zij hun tegen
partij een „vredeloosverklaring" hadden toege
zonden; de huidige beschaafde naties achten
zulk een formaliteit overbodig voor zij hun con
flicten zooals zij hun oorlogen noemen
gewapenderhand zoeken op te lossen. Ten aan
zien van het nationale recht met zijn tallooze
regels heerscht in het internationale recht een
wanorde, die beschamend is.
Toch meene men niet, dat er nooit pogingen
gedaan zijn om in dezen chaos orde te bren
gen. Mannen kis Suarez en onze Huig de Groot
hebben regels gevonden en opgesteld, waarop
het rechtsleven der volkeren gebouwd kan wor
den, en waarop ook inderdaad gebouwd is; de
historie wijst na hen talrijke pogingen aan, die
in die richting gedaan zijn. En toen de wereld
nog eenmaal in de barbarij van den bloedigsten
aller oorlogen gevallen was, eer de naties daar
uit geschonden te voorschijn gekomen waren,
meende men, dat het oogenblik daar was, om
den vrede definitief te organiseeren. Te Genève
stichtte men den Bond, die alle volkeren zou
omvatten; zijn grondwet, het Handvest, zou de
grondslagen leggen voor de samenwerking dei-
volkeren en de vreedzame oplossing van hun
geschillen; er werd te Den Haag een rechterlijk
orgaan geschapen, en achter zijn rechtsregels
stond de dwang van de sancties. Bezield door
grootsche idealen scheen de Volkenbond den
achterstand met een slag in te zullen halen en
een betere toekomst te verzekeren.
Thans, in de afgeloopen maand, zijn de
vertegenwoordigers der volkeren opnieuw'
te Genève bijeen geweest; de Raad ver
gaderde voor de 102e maal, de Vergadering
voor de 19e maal. En ternauwernood hadden de
volkeren aandacht voor deze bijeenkomsten,
daar elders beslist ging worden over hun lot
en een oorlog dreigde, die de ramp van 1914
1918 verre zou gaan overtreffen. Het treurigste
was, dat aan die ramp het instituut te Genève
voor een deel zelf schuldig stond
Gebaseerd op een vredesverdrag, dat uit haat
en zucht tot vernederen was voortgekomen, was
de Volkenbond de speelbal geworden van de
overwinnaars, die het wereldparlement gebruik
ten om hun eigen positie voortdurend te ver
beteren; naar de waarschuwende stem der
kleine, neutrale naties werd niet geluisterd.
Doch de vernederde putte kracht uit zijn ver
nedering, en op het oogenblik, dat de machtigen
van Versailles alle krachten bijeenzochten om
den machtige van München te weerstaan, werd
het dw'ang-apparaat van Genève geliquideerd:
de Volkenbond gaf de sanctie-politiek prijs. Dit
is vrijwel het belangrijkste, waartoe in de zit
tingen van Conseil en Assemblée in deze dagen
besloten werd. De reden, waarom hiertoe be
sloten werd, behoeven wij niet uiteen te zetten;
het betoog van minister Patijn ten aanzien van
de artt. 11, 16 en 17 van het Handvest is niet
voor verbetering vatbaar, en de Nederlanders
hebben met volledige instemming dit betoog
aanhoord en zijn beleid toegejuicht. Het hield
het juiste midden; de poging van minister
Sandler, die art. 16, het sanctie-artikel, ge
schrapt wenschte te zien, ging te ver. Want al
ging men feitelijk over tot een buiten-werking
stellen van dezen regel, men liet hem, als rela
tief recht bestaan, om hem in tijden van beter
begrip omtrent de internationale verhoudingen
weer te doen herleven. Genève wordt aldus een
adviseerend juridisch lichaam, zonder den
dwang van physieke maatregelen tegen den
aanvaller, doch met een moreele kracht, die in
betere tijden gereed kan staan de functie van
wereld-rechter te aanvaarden. In dien zin zijn
ook de sancties te verstaan, waartoe tegen den
aanvaller Japan werd besloten.
Op denzelfderi dag, dat de vreedzaam
zegevierende Duitsche troepen het Su-
deten-Duitsche land binnenrukten en het
verdrag van Versailles door deze eerste grens
wijziging den definitieven stoot ter liquidatie
ontving, ging de vergadering van Genève uit
een. Het laatste besluit, dat genomen v/erd, was
een erkenning jegens den nieuwen overwinnaar:
het handvest van den Volkenbond werd losge
maakt van de vredesverdragen, die zooveel ram
pen over de wereld gebracht hebben. Men kan
dit besluit niet anders dan toejuichen: recht
kan en mag niet op onrecht gebaseerd zijn, en
ook deze koerswijziging is een belangrijke ver
betering van de moreele positie van den Vol
kenbond.
Gebonden aan Versailles was het Handvest
een instrument voor de overwinnaars, om het
door hen gedane onrecht te handhaven; thans
is het recht van Genève van deze belemmering
bevrijd.
De vraag is slechts: wat nu? De hegemo
nie van de overwinnaars van '18 is ten einde; zij
wordt thans echter vervangen door een hege
monie, die zich aankondigt door de hegemonie
van een „directorium van vier". De collectieve
veiligheid is definitief ten einde, en een kleine
staat, die de bevelen van vroegere overwinnaars
uitvoerde, moest het harde gelag betalen. Het is
geen fraai precedent, dat de vier bij het begin
van hun samenwerking stellen, en de kleine
staten zullen er goed aan doen, in afwachting
maatregelen ter eigen veiligheid te nemen. Ter
wijl zij met belangstelling gade slaan, hoe de
samenwerking in dit directorium niet het
eerste in Europa zich ontwikkelt.
„De wereld heeft begrepen, dat zij, om den
vrede te verkrijgen, dien vrede moet organisee
ren", schreef wijlen prof. van Vollenhoven, toen
de Volkenbond gesticht werd. Of de oligarchie
der vier aan die organisatie zal willen en kun
nen meewerken, is een vraag, waarop het ant
woord eerst door de toekomst zal worden ge
geven.
LONDEN, 3 Oct. (Havas). In een ge
meenschappelijke verklaring noodigt een
aantal parlementsleden, hoogleeraren, letter
kundigen en kunstenaars het Emgelsche
volk uit, om „in de eerste opwelling van ver
lichting op het moment, dat een oorlog werd
voorkomen, niet te vergeten, met welken
prijs deze ontspanning betaald is en wat zij
wellicht in de toekomst nog zal kosten."
De verklaring spreekt over „den onduldbaxen
druk, waaraan Tsjecho-Slowakije is blootge
steld", over de offers, die dit land gebracht heeft
en over de versterking, die de staat van Hitier
daardoor heeft gekregen. De verklaring besluit
met een protest tegen de politiek der regeering.
Hoewel de Britsche bladen nog hun waardee
ring uiten voor de verwijdering van het drei
gende oorlogsgevaar, zijn sommige Londensche
bladen toch bezorgd over de gevolgen van de
overeenkomst van München voor den vrede in
Europa.
De „Times" schrijft, dat het weekeinde het
land in de gelegenheid heeft gesteld na te den
ken. Na een zoo overweldigende dankbaarheid
kon eenige reactie verwacht worden. De te
München gesloten vrede is een vrede, die door
de volken opgelegd is.
Een fundamenteele waarheid, naar voren ge
bracht door de moedige politiek van Chamber
lain, is, dat zelfs in een totalitairen staat het
volk in laatste instantie zijn invloed zal hebben.
Intusschen mag er geen stap teruggedaan wor
den. De politiek van internationale pacificatie
moet naar voren geschoven worden. Er moet
rust komen niet alleen bij de sterken, maar ook
bij de zwakken, ook bij den staat, die een ver
zwakking heeft toegelaten voor het algemeene
welzijn. Tsjecho-Slowakije heeft zich verdien
stelijk gemaakt voor de menschheid en de
eerste internationale plicht moet Zijn, dat de
overeengekomen grenzen gegarandeerd worden
en dat ook bijstand verleend wordt bij de oplos
sing der nieuwe problemen, die de regeling voor
Praag heeft veroorzaakt.
De „Daily Telegraph" zegt, dat de critiek ge
durende het weekend haar stem heeft verheven.
De tijd zal leeren, of Hitier een voorloopige con
cessie aan het opportunisme heeft gedaan en
zijn vérstrekkende ambities bewaart voor later,
wanneer de tijd gunstiger zal zijn. Een grond
voor onbehaaglijkheid is, dat Hitier zijn winst
heeft kunnen behalen door zijn methode van
dreigementen en dat dit ongestraft is gebleven.
Het lijkt, dat'in de feestvreugde bijna geheel
vergeten wordt, dat de Tsjechen de grootste bij
drage tot den vrede geleverd hebben. Als slacht
offers van den vrede, waarin zij niet gekend zijn,
hebben zij recht op de warme erkentelijkheid
van Engeland en Frankrijk in plaats van op de
ijzige stilte, die tot dusverre bestaan heeft. In
tusschen moet Engeland zijn weermacht, vooral
die in de lucht, versterken.
De „News Chronicle" schrijft, dat er gelegen
heid bestaan heeft voor een belangrijke diplo
matieke overwinning voor de democratie, doch
deze gelegenheid heeft men gemist.
De „Daily Herald" zegt, dat de vrede niet ver
zekerd kan worden door een pact der vier mo
gendheden, maar door een internationale con
ferentie, waarvan geen staat mag worden uit
gesloten.
Volgens de .Daily Mail" moet Engeland van
de pauze, die thans is ingetreden, gebruik maken
om zich zoo sterk mogelijk te maken, zoodat het
met volkomen vertrouwen zijn plaats kan inne
men bij de nieuwe beraadslagingen over Europa
Ook in België heerschte groote vreugde over de ontspanning in den internationalen toestand.
De van de grens terugkeerende troepen werden hartelijk begroet
Wederom is op den rijksweg tusschen
Diemen en Muiden een ernstig verkeers
ongeluk gebeurd, waarbij ditmaal een inge
zetene uit Baarn om het leven is gekomen
en drie andere inzittenden ernstige verwon
dingen bekwamen.
Zondagnacht tegen twee uur kwam van de
richting Amsterdam een auto aanrijden, waarin
de heer J. v. L. en mevr. BI. uit Baarn zaten,
terwijl de heer J. G. Schölvinck en zijn echt
genoot® zich achter in den wagen bevonden.
Nadat de auto met een snelle vaart den afrit van
de Merwedebrug was gepasseerd, zag de heer v.
L., die stuurde, te laat, dat een paar honderd
meter verder, nabij de Papelaan, een groote
treiler met steenen geladen aan den kant van
den weg stond. De bestuurder trachtte nog op
het allerlaatste oogenblik het stuur om te wer
pen, maar dit mocht niet meer baten. De gevol
gen van deze botsing waren ontzettend.
Met een daverenden slag liep de personen
auto op den treiler, welke met zijn enorm ge
wicht (het was een 10 tons wagen, volgeladen
met steenen) dien schok doorstond, zonder ook
maar eenigszins van plaats te veranderen. Hier
aan ook moet worden toegeschreven, dat de
chauffeur van den treiler, J. V., wonende te
Hilversum, bij dit ongeluk geen letsel opliep.
De inzittenden van den personenauto waren
er echter zooveel ernstiger aan toe. De heer J.
v. L., die aan het stuur zat, was niet zoo ernstig
gewond als de overige leden van het gezelschap.
De verwondingen, welke de heer Schöl
vinck aan het hoofd bekwam, waren zóó
ernstig, dat hij slechts weinige oogenblikken
na de botsing overleed. Ook de beide dames,
de echtgenoot® van den heer S. en mevr.
BI., bekwamen zeer ernstige hoofdwonden.
Een passeerend automobilist had inmiddels
dr. J. P. Niekerk te Muiden gewaarschuwd. Deze
was zeer spoedig ter plaatse en verleende de
eerste hulp. Kort daarop kwam ook dr. W. Bal-
foort van Diemen, die eveneens gewaarschuwd
was, hulp bieden. Later voegde zich dr. Kuperus
van Muiden bij hen. Het stoffelijk overschot van
den heer J. S. werd voorloopig naar Muiden
overgebracht, in afwachting van de op last
van de justitie te verrichten sectie. De beide
dames en de heer J. v. L. zijn per ziekenauto's
naar de Majellastichting te Bussum overge
bracht.
Zelfs zij, die herhaaldelijk getuige zijn ge
weest van ernstige autobotsingen op dezen ver
keersweg, moesten verklaren, nog nimmer een
verwoesting te hebben bijgewoond, als welke
ditmaal te constateeren viel. Het achterportier
van den personenauto bleef haken aan den
treiler en daar de wagen nog niet tot stilstand
was gekomen, werd hij als het ware in tweeën
gebroken. Het voorste gedeelte stond nog op de
wielen, terwijl het achterste deel vernield op
den weg lag. Het was een ravage van glassplin
ters en gebroken hout. Hieraan is 't ook te wij
ten, dat de verwondingen van de inzittenden
van zoo'n ernstigen aard waren. De brokstukken
van den wagen, welke nog geen twee maanden
oud was, zijn door den rijksveldwachter van
Muiden, die zeer spoedig ter plaatse kwam om
een onderzoek in te stellen, in beslag genomen.
Voorloopig heeft men een en ander onderge
bracht in de gemeentelijke opslagplaats te
Muiden.
Bij het ingestelde onderzoek was het de groo
te vraag, of het achterlicht van den treiler ge
brand heeft op het oogenblik, dat de heer v. L.
met zijn gezelschap kwam aanrijden. Volgens
de verklaringen van J. V., bestuurder van den
treiler, zou het achterlicht inderdaad gebrand
hebben. Echter heeft zich een ingezetene van
Hilversum, die in zijn auto op weg was naar
huis, aangemeld en verklaard, dat, even vóór
het 'ongeluk gebeurde, hij den treiler was ge
passeerd en toen gezien had, dat het achter
licht niet brandde. Slechts op het laatste oogen
blik had hij een botsing kunnen voorkomen.
Daarentegen hebben andere getuigen verklaard,
dat het achterlicht even vóór de botsing wèl
brandde.
In elk geval staat vast, dat de accu van den
treiler haperde en de motor defect was. Daar
aan moet ook worden toegeschreven, dat het
den chauffeur J. V. niet mogelijk is geweest,
zijn voertuig even verder te' krijgen, waar zich
een parkeerplaats bevond, terzijde van den
snelverkeersweg. Wij vernamen nog, dat de
lading steenen niet in Amsterdam gelost kon
worden, waarom V. er weer mee op de terug
reis was naar Hilversum. De treiler werd bij de
botsing van achteren beschadigd, maar is, na
dat de rijksveldwachter zijn voorloopig onder
zoek beëindigd had, vrijgegeven, zoodat Je
chauffeur naar Hilversum kon doorrijden, daar
inmiddels ook het eerst geconstateerde defect
verholpen was.
In den loop van den Zondag is een familie
lid van het slachtoffer van deze botsing, den
heer J. G. S., vergezeld van de gouvernante der
familie S., naar Muiden gekomen, om de iden
titeit van den overledene vast te stellen. De
toestand van de gewonden was van dien aard,
Z. H. Paus Pius XI heeft den zeereerw. heer
J. Th. Lagerweij, pastoor te Amsterdam (O. L.
Vrouw Onbevl. Ontv.) benoemd tot buitengewoon
geheim-kamerheer van Z. H.
dat Zondag hun nog geen verhoor kon worden
afgenomen.
De heer Schölvinck voerde sinds 1927 mede
de directie van het bijkantoor van de Incasso-
bank aan den Dam te Amsterdam. Hij was als
zoodanig opvolger van den heer Spaan, die in
genoemd jaar eveneens op tragische wijze bij
een verkeersongeluk het leven verloor.
Daarvoor was hij op het hoofdkantoor der
Incassobank werkzaam.
De heer Schölvinck, die 36 jaar oud was, ver
vulde in het openbare leven vele functies. Zoo
was hij o.a. lid van den raad van beheer van
kerkelijk crediet en reeds tien jaar penning
meester van de vereeniging Parkherstellings
oorden. Ook op katholiek charitatief gebied was
hij een actief werker.
Zondagmiddag om half vijf is op den
rijksweg PkedaRoosendaal, onder de ge
meente Etten, op de wegkruising nabij de
hoeve St. Willibrord, een ernstige aan
rijding geschied, welke aan twee personen
het leven heeft gekost.
Op een zeker oogenblik wilden de gebroeders
J. en M. Koevoet, uit St. Willibrord, resp. 24
en 28 jaar oud, den weg oversteken om bij een
familielid een kaartje te gaan leggen. Uit de
richting Roosendaal naderde tezelfdertijd een
Zuidhollandsche auto.
Beiden werden door den linkerkant van den
auto gegrepen. Zij waren vrijwel op slag dood.
Beiden waren gehuwd en vader van een kind.
De heer J. Koevoet droeg zijn één-jarig kindje
op den arm. De kleine werd een eindweegs weg
geslingerd, doch liep slechts lichte kwetsuren
op.
Het ongeluk moet te wijten zijn aan het feit,
dat beide mannen op onvoorzichtige wijze den
weg overstaken. Zij kwamen uit de woning van
een hunner en wilden zich naar de hoeve van
een anderen broer, die er recht tegenover ge
legen is, begeven. Daarbij hebben zij niet of
onvoldoende op het verkeer gelet, met het
vreeselijke gevolg, dat zij door den auto wer
den gegrepen. Een der mannen werd tegen den
grond geslingerd, terwijl de ander een meter
of twintig werd meegesleurd. Vermoedelijk
kregen beiden een schedelfractuur, waarbij de
dood inmiddellijk intrad. De auto, welke uit
Den Haag afkomstig was, is door de rijksveld-
wacht voorloopig in beslag genomen, evenals
het stoffelijk overschot van de slachtoffers.
Dokter Van Son uit Oudenbosch heeft den
dood geconstateerd. Het kindje, dat. uit de
armen van zijn vader viel, liep slechts onbe-
teekenend letsel op. Van den auto, waarin twee
personen zaten, werd alleen de bumper be
schadigd.
Zondagophtend heeft een felle brand gewoed
in de carrosseriefabriek van den heer C. Lith,
gelegen aan de Ceintuurbaan te Hillegersberg.
Tegen zeven uur ontdekten omwonenden, dat
in het langs den spoorweg staande fabrieksge
bouw brand was uitgebroken, welke reeds een
vrij grooten omvang had aangenomen Toen dan
ook kort daarop de motorspuit en eenige brand
spuiten van de gemeente Hillegersberg ter
plaatse verschenen, woedde het vuur niet alleen
in het gelijkstraats gelegen gedeelte van het ge
bouw, doch ook reeds op de eerste verdieping
en in den hoog boven de fabriek uitstekenden
torenbouw. Vooral ut dezen toren sloegen de
vlammen fel uit, een prachtig schouwspel bie
dende aan de omwonenden en aan de vele
nieuwsgierigen, die daar de brand tot op
verren afstand te zien was van alle kanten
samenstroomden
De politie had echter weinig moeite deze
nieuwsgierigen op voldoenden afstand te hou
den, daar dit op eenvoudige wijze door afslui
ting van de Ceintuurbaan kon geschieden. Daar
aan de andere zijde van de fabriek de spoorlijn
RotterdamGouda ligt, was hier geen afzetting
noodig.
De burgemeester van Hillegersberg, de heer
H. van Kempen, was spoedig na het uitbreken
van den brand op het terrein aanwezig en
hield persoonlijk toezicht op het blusschings-
werk, dat overigens onder leiding stond van den
opperbrandmeester, den heer Hueck.
De inspecteur van politie Voswijk zorgde voor
de noodige orde-maatregelen.
Korten tijd zag het er naar uit, dat niets
gered zou kunnen worden. Het bleek, dat de
brand was ontstaan in het magazijn, dat boven
het kantoor is gelegen. In de fabriek bevond
zich een groot aantal nieuwe en in reparatie
zijnde automobielen. Het grootste deel hiervan
kon tijdig in veiligheid worden gebracht.
Van de werkplaatsen is een groot gedeelte
uitgebrand, terwijl ook het inwendige van den
toren geheel verwoest is. Alle magazijnvoorra-
den en de kantoorinventaris gingen verloren.
Toqn de brand na eenige uren gebluscht was,
bleek, dat een gedeelte van de werkplaatsen was
behouden.
De oorzaak van den brand is onbekend. De
schade wordt door verzekering gedekt.
De directeur der fabriek hoopt in staat te zijn
het bedrijf normaal voort te zetten.
BATAVIA, 3 Oct. (Aneta) In den afgeloo
pen nacht is ingebroken in het gebouw van den
Volksraad. De daders verschaften zich toegang
door het forceeren van de raamafsluiting. D«
buit was echter gering.