y y y Eeuwfeest der invoering van het Burgerlijk Wetboek Frankrijk moet werken aan de toekomst IDOZAN helpt HET TELEGRAM Na't Rooken HERDENKING AAN DE R.K. UNIVERSITEIT HET PLEIDOOI VAN DALADIER WOENSDAG 5 OCTOBER 1938 afdeelingsvergadering Fraude van rijksgelden Bereiding van worst en gehakt Ook Uw steun! Praags offer mag niet tevergeefsch zijn Groote belangstelling i «jfcs 25 JAAR MISSIE OP TIMOR 1 1913 nam de Sociëteit van het Goddelijk Woord den arbeid der Jezuïeten over A.N.W.B. Uitreiking van chauffeurs-insignes Een jaar gevangenisstraf tegen verdachte geëischt NEDERLANDER IN BELGIË ERNSTIG GEWOND Op stilstaanden vrachtauto gereden JACHT OP „DE NACHTEGAAL" Vonnissen van het kantongerecht bevestigd DE SUIKERCAMPAGNE IN WEST-BRABANT Nieuwe voorschriften in werking getreden Rauw en gebraden gehakt Bakleverworst met etiket „PETRUS CANISIUS" 12 October jaarvergadering te Hilversum HetLuchtverdedigings- fonds stelt jongelui financieel in staat tot vlieger opgeleid te worden. Een versterking van de vlieger-reserve is ver sterking van onze Neu traliteit Redevoeringen van de professoren van der Heijden, Kamphuisen Bellefroid Zendt Uw aan het bijdrage BUITENLANDSCH OVERZICHT en Het Wetboek van Koophandel Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering Academische examens Wij hebben onlangs betoogd, dat, indien de vrede in Europa voor het oogenblik nog gered is kun- hen worden, dit in laatste instantie ge bankt moet worden aan den door Hitier Geinig fraai behandelden „Herr Benesj" fti 't volk der Tsjechen en Slowaken, die Zoowel terwille van den lieven vrede als tit welbegrepen eigenbelang zich bij het Münchener ultimatum hebben neerge- Eelegd en met groote zelfbeheersching en waardigheid het dure gelag van de heeren in de Beiersche hoofdstad hebben betaald. Deze waardeering voor den pre- sident der Tsjecho-Slowaaksche repu bliek, die met zijn volk een gevoelig lesje in goede manieren en beschaving beeft gegeven, heeft niets uit te staan tiet welke politieke ideologie ook, ttaar is van zuiver menschelijken aard. Dat het partij-bestuur van de S. A. P. als zoodanig de geste heeft mee- r,en te moeten maken van het zenden van een telegram aan President Benesj °ti zijn warme sympathie uit te spreken tet het volk van Tsjecho-Slowakije eh zijn groote vrijheidstraditie en uiting k geven aan zijn bewondering voor de ^'aardige houding waarmee President benesj het bittere lot van zijn volk ^aagt en den schandelijken hoon naast ?ich neerlegt, achten wij niet juist, om bat de politieke partijen in Nederland Zich officieel van dergelijke gestes in buitenlandsche politieke aangelegenhe den dienen te onthouden. De N.S.B. deed bet dan nog beter, toen zij op een ver gadering te Amsterdam huldetelegram- bien stuurde aan Hitler, Mussolini, chamberlain en Daladier. Het bezwaar tegen het feit, dat bet partij-bestuur der S.D.A.P. qua- btate qua deze geste maakte, neemt ech- niet weg, dat wij met den inhoud v&n het telegram aan Praag van harte, bannen instemmen. President Benesj en bet Tsjecho-Slowaaksche volk zijn de eehigen, die in concrete een groot offer bebben moeten brengen. Waren zij daar- *°e uiteindelijk niet bereid gebleken, dan ?*°Uden zij wel-is-waar waarschijnlijk r'°g grooter leed hebben moeten lijden, blaar dan zouden ook de groote vier te ^anchen niet de kans hebben gekregen °P te treden als de Europeesche Red- bbigsmaatschappij voor den te water braakten vrede. In ieder geval heeft naar onze mee ning de Residentiebode niet juist ge handeld door het bericht, waarin Yielding wordt gemaakt van het tele- Sram van het partijbestuur der S.D.A.P. aan President Benesj, te voorzien van bet kopje: „Nederland, let op u saeck!" en onder den tekst van het telegram als eenig commentaar te plaatsen: „Wij blijven bij onze waarschuwing: Houdt be S.D.A.P. in de gaten!" De in zijn ijver al te waakzame Residentiebode heeft blijkbaar niet durven vermoeden, dat cbamberlain en Daladier zelf in hun apo- logie voor het parlement hulde zouden brengen aan president Benesj en zijn ^°lk voor de wijze, waarop zij zich in 'et onvermijdelijk gemaakte hebben ge- Scbikt en dat zelfs de H. Vader ten °Verstaan van den Tsjecho-Slowaak- Schen gezant bij den H. Stoel in warme, ^oorden van erkentelijkheid de hou- bbig van Praag zou prijzen. Het Haag- Scbe blad heeft het aan zichzelf te wij- wanneer het zelf extra in de gaten 2°b worden gehouden. ^5 jaren geleden is het, dat de eerste 'issionaris der Sociëteit v^n het Goddelijk oord voet aan wal zette op Timor om er hiissie over te nemen van de paters Jezu- ®teh, die dezen grond hadden opengelegd en j Pionierswerk hadden verricht. Pater Noyen, er monseigneur was de eerste en eenige, lo het verdere werk ter hand moest nemen. Wel was in de 16de en 17de eeuw Timor ka- jdoliek geweest, maar veel was daarvan toch 'et overgebleven. j*n de afgeloopen 25 jaren is het katholicis- p6 er weer snel en sterk gegroeid. Men behoeft ®chter niet te vragen ten koste van hoeveel °!"Sen en ontberingen. Een fraai geïllustreerd boekje: „Jubileum- dachten", beschrijft uitvoerig de boeiende ij siegeschiedenis van het vicariaat van Ne- d'andsch Timor, dat thans is toevertrouwd de zorgen en leiding van mgr. J. Pessers, le er een voorwoord voor schreef. V!?")e eerstvolgende afdeelingsvergaderingen 3 den Kon. Nederl. Toeristenbond A.N.W.B. vastgesteld als volgt: rP Zaterdag 29 October 1938: 3 Afdee]jng j (Noord-Holland) te Amsterdam b"r n.m. in Hotel Krasnapolsky. AfdegjiHg IV (Zee]and)j te Middelburg, 2 uur T1- in Hotel „Nieuwe Doelen". Uii ^eüng v (Noord Brabant) te Tilburg 3.30 n.m. in Restaurant „Modern", Heuvel 100. j n deze vergaderingen zullen, evenals vorige in de verschillende afdeelingen van den dini geschiedde, de insignes met bijbehoorende 8cTi0rna's worden uitgereikt aan chauffeurs, die horende 12% of 25 jaren bij eenzelfden pa- W ^l'd van den ANWB) werkzaam zijn ge- c"St, tt£® aanvraag daartoe geschiedt door de pa- Vari 118 en bjj spoedige aanmelding ten kantore VA den A.N.W.B., Parkstraat no. 18-20 te W 'avenhage, kan men zich thans daarvoor 8 opgeven. ceootf ooov Verzacht Uw keel, Verfrisch Uw mond en adem met de smakelijke Wegens fraude van rijksgelden, ten bedrage van ruim 1600.moest zich Dinsdag voor de Almelosche rechtbank verantwoorden de pen ningmeester der afdeeling Oldenzaal van den Alg. Textielarbeidersbond „De Eendracht", G. v. d. S. Deze ^had aan tal van leden zijner af deeling uitkeeringen gedaan, omdat zij z.g. werkloos zouden zijn, maar in werkelijkheid was dit niet het geval. Het vermoeden bestaat, dat de penningmeester dit gedaan heeft, om er zelf beter van te worden, want uit tal van getuigenverklaringen bleek, dat v. d. S. den le den minder heeft uitbetaald dan hij aan het hoofdbestuur verantwoordde. Hij heeft naar men aanneemt, een groot deel der verduisterde geleien achtergehouden. De meeste personen, die uitkeeringen kregen, hebben te goeder trouw gehandeld, omdat zij van de bepalingen niet op de hoogte waren. Tegen v. d. S., die als bode voor den bond is gehandhaafd, werd een jaar gevangenisstraf ge- eischt, met aftrek der preventieve hechtenis. Een Nederlandsche auto, bestuurd door den heer M. Sechelaar, wonende te Zevenbergen, is op den grooten weg AntwerpenBrussel onder de gemeente Edegem op een stilstaanden vrachtauto ingereden. De wagen werd zwaar beschadigd en de bestuurder kreeg zware ver wondingen. Hij werd in hoogst zorgwekkenden toestand naar de St. Jozefskliniek te Antwerpen overgebracht, waar werd geconstateerd, dat hij verwondingen had bekomen aan het hoofd, een fractuur van het rechterkaakbeen, kneu zingen in de zijde en vermoedelijk een schedel breuk. De Almelosche rechtbank heeft uitspraak ge daan in de zaken van den bekenden Twent- schen geheimen zender „De Nachtegaal", die langen tyd in den aether gewerkt heeft, doch eindelijk werd ontdekt. In hooger beroep was voor de rechtbank bevestiging der kantonge recht-vonnissen gevorderd tegen den radio handelaar H. P. te Hengelo, tweemaal drie maanden en tegen den Duitschen schoenmaker F. W. tweemaal vier maanden hechtenis waarbij de rechtbank zich aansloot. Het in be slag genomen materiaal zal worden vernietigd W. is, zooals gemeld, uitgeweken naar Duitsch- land. De aanvoer van suikerbieten naar de Beet wortelsuikerfabrieken in West-brabant is reeds sedert enkele dagen in vollen gang, zoodat reeds een groote voorraad op de terreinen ligt opgeslagen. Naar wij van de respectievelijke directies ver namen zal de campagne aan de Coöp. Suiker fabriek „Dinteloord", te Stampersgat, onvoor ziene omstandigheden voorbehouden, vandaag beginnen en zal de campagne aan de Coöp. Sui kerfabriek „Roosendaal", te Roosendaal, Don derdag beginnen. Met ingang van deze week zqn nieuwe voorschriften voor de bereiding van worst en gehakt in werking getreden, welke voor alle vaklieden van belang mogen worden ge acht; ook inzake het gebruik van kleur stoffen voor vleesch zullen verschillende be reidingswijzen gewijzigd moeten worden. Allereerst is bepaald, dat andere kleurstoffen dan die, eigen aan vleesch en aan geoorloofde toévoegingen, „afwezig moeten zijn". (Wij halen hier woordelijk den tekst van het Kon. Besluit aan). Een andere eisch, waaraan vleesch moet voldoen is, dat conserveermiddelen niet" aan wezig mogen zijn, met uitzondering van een ge ringe hoeveelheid keukenzout, alsmede in rauw gehakt eenig natriumsulfiet, mits het gehalte aan zwavelig zuur niet meer bedraagt dan 0.03 pCt. Aangeduid mag uitsluitend en moet worden met den naam „worst", al of niet voorafgegaan door een woord, dat de soort aanduidt, de vleeschwaar, bestaande uit een mengsel van gesneden, gehakt en/of gemalen vleesch met één of meer der hierna te noemen waren, welk mengsel al of niet door een darm of andei omhulsel is omgeven. De verplichting om met den naam „worst" te worden aangeduid, bestaat niet ten aanzien van: a. de hiervorenbedoelde vleeschwaren, die met azijn zijn geconserveerd, alsmede hoofdkaas, balkenbrij en toebereid gehakt, dat kennelijk gebraden is; b. de vleeschwaar, bestaande uit een mengsel van gesneden, gehakt en/of gemalen vleesch met keukenzout, kruiden en/of specerijen, waaraan eenig natriumsulfiet mag zijn toegevoegd, welke zoo kneedbaar is, dat zij tot verschillende vor men is te verwerken en welke niet door een darm of ander omhulsel is omgeven. Deze vleesch waar mag uitsluitend en moet als „toebereid rauw gehakt" worden aangeduid; c. leverworst, die niet door een darm of een daarop gelijkend omhulsel is omgeven, welke als leverkaas mag worden aangeduid, en boterham worst, die als „zult" mag worden aangeduid. Alle vorenbedoelde vleeschwaren, met uitzon dering van toebereid rauw gehakt en gehakt, dat kennelijk gebraden is, moeten voldoen aan de volgende eischen: 1. Andere stoffen dan keukenzout, keuken zout, dat ten hoogste 0.6 pCt. natriumnitriet be vat, kruiden, specerijen, water, suiker, niet kunstmatig gekleurde azijn en salpeter, mogen niet zijn toegevoegd. Bovendien mogen in wor sten, welk kennelijk gekookt zijn, gebuild meel, ongebuild meel, brood, beschuit, rijst, haver, rogge en/of ander zetmeel zijn toegevoegd, in balkenbrij ook krenten en/of rozijnen. 2. Haar gehalte aan salpeter mag niet grooter zijn dan 0.2 pCt. en haar gehalte aan salpeterig- zuur, berekend als natriumnitriet, niet grooter dan 0.05 pCt. 3. Haar gehalte aan zetmeel in welken vorm ook, toegevoegd en uitgedrukt als watervrij zet meel, mag in worst, welke kennelijk gekookt is, niet grooter zijn dan 4 pCt. Hiervan zijn uitge zonderd: a. balkenbrij en bloedworst; b. bakle- verworst, waarin het zetmeelgehalte niet grooter mag zijn dan 12 pCt.; c. leverworst en soortge lijke met name aan te geven worst, welke onder een plaatselijk gebruikelijke aanduiding wordt verkocht, een en ander mits door de bevoegde instanties toestemming is verleend, een anderen eisch aan het zetmeelgehalte te stellen. 4. Conserveermiddelen, andere dan de hier boven genoemde, moeten afwezig zijn, behalve in: a. leverworst, waarin boorzuur of boorzuure zouten tot ten hoogste 0.3 pCt. als boorzuur be rekend mag (mogen) aanwezig zijn; b. versche worst, waarin sulfiet mag voorkomen, mits deze worst, wat de samenstelling der eigenlijke worst- massa, alsmede de hoeveelheid van het sulfiet betreft, aan dezelfde eischen voldoet als toe bereid rauw gehakt. 5. Andere kleurstoffen dan die, eigen aan vleesch en aan geoorloofde toevoegingen, mo gen niet aanwezig zijn. Wat rauw gehakt betreft is bepaald, dat an dere stoffen, dan hierboven genoemd, voor ge hakt en/of gemalen vleesch niet aanwezig mogen zijn. Het gehalte aan zwavelig zuur mag niet meer bedragen dan 0.03 pCt. Toebereid gehakt, dat kennelijk gebraden is, moet voldoen aan de volgende eischen: het ge halte aan zetmeel, in welken vorm ook toege voegd, mag, uitgedrukt als watervrij zetmeel, niet grooter zijn dan 6 pCt.; conserveermiddelen, met uitzondering van keukenzout, mogen niet aanwezig zijn. Voor zoover aanwezig op markten, in winkels of op eenige andere voor het publiek toeganke lijke verkoopplaats, alsmede in woningen, berg plaatsen, stallen, voer- of vaartuigen of op erven, bij kooplieden, winkeliers, slijters of venters in gebruik, moet op iedere bakleverworst een eti ket zijn aangebracht, of aan iedere baklever worst een label bevestigd zijn. Op dit etiket en op beide zijden van het label moet het woord „bakleverworst" voorSomen; andere aanduidin gen mogen daarop niet voorkomen. In iedere verpakking, waarin bakleverworst of deelen daarvan aan den verbruiker worden afgeleverd, most op de waar een strook papier zijn aangebracht of een label daaraan zijn be vestigd, met het opschrift „bakleverworst". OP dit papier of op dit label mogen andere aan duidingen niet voorkomen. Op deelen van bak leverworst, welke onverpakt aan den verbruiker worden afgeleverd, moet hetzelfde opschrift zijn aangebracht. Vleeschwaren, die kennelijk voor den uitvoer bestemd zijn, behoeven; voor zoover niet aan wezig op markten, in winkels of eenige andere voor het publiek toegankelijke verkoopplaats niet te voldoen aan de, in dit besluit gestelde eischen. De Apologetische Vereeniging „Petrus Cani- sius" houdt haar jaarvergadering Woensdag 12 October, des namiddags om half drie in de stu dio van den K.R.O. te Hilversum, Emmastr. 50. Op dien dag zal een H. Mis voor de levende en overledene leden der A.V.P.C. worden opge dragen. Te 11 uur begint de vergadering, uitsluitend van het hoofdbestuur en afgevaardigden der commissies. Te 2.30 uur is de vergadering in den Foyer van de studio. De agenda vermeldt o.m.: Openingswoord van den voorzitter, prof. dr. Alph. Mulders; bestuurs verkiezing. Aftredend en niet-herkiesbaar zijn dr. A. van Duinkerken en prof. dr. G. Kreling O.P.; voordracht van den zeereerw. heer Mr. Alph. Diepenbrock, pr., secretaris van het Ka tholiek Comité van Actie „Voor God", over: „Wat ageert in Nederland tegen God en Kerk?"; Gedachtenwisseling. Éf Postgiro 287177 Den Haag, ten name van de Vereeniging voor Nationale Veiligheid. Daladier was in het conflict om Praag de zwqgzaamste van allen; en toen te Mün- chen het conflict was bijgelegd, waren de w'oorden, die hij bij zijn blijde inkomste te Parijs sprak, uitermate sober. Wat kon de Fransche premier ook zeggen? Partij gekrakeel had Frankrijk inwendig verzwakt en economisch uitgehold; het militaire apparaat, vooral de luchtvloot, had een grooten achterstand in te halen, terwijl de agitatoren slechts aan stakings experimenten dachten; Frankrijks financiën waren sedert jaren in de war wat bleef Da ladier nog over, dan de belangen van zijn land te leggen in de handen van Chamberlain, den regeeringschef van het land, waarop Frankrijk moest steunen? Zijn taak was een ondankbare, en hij heeft die tot het einde trouw en naar best vermogen vervuld. De verklaring, die hij gisteren in de Kamer aflegde, was niet die van een overwinnaar, doch van den man, die in het belang van zijn land tusschen twee kwaden het minste gekozen had. Duitschland, zoo zeide hij, laat zich niet meer intimideeren; de wijze, waarop Frankrijk het in het vervolg zal moeten tegemoet treden, zal die van een gelijke moeten zijn. Daladier verzvAeg, dat Hitier niet terugschrikt voor het risico van een wereldoorlog, iets, waartegenover de demo cratieën, die meer rekening moeten houden met den volkswil, zéér huiverig staan; wel zeide hij, dat Frankrijk de conclusies moet trekken uit die nieuwe situatie en moet toonen, dat het inderdaad de gelijke van Duitschland is. Het aanschün der aarde is vernieuwd, doch of men möt die vernieuwing verheugd zal kunnen zijn, meet de toekomst nog leeren. De Fransche pre mier juichte niet over de jongste gebeurtenis sen; hij trok er een les uit. In de ure des ge- vaars was Frankrijk, als immer, één geweest: die eenheid moet biy'ven. De vrede is gered, doch niet definitief; en zoolang die vrede nog beves tigd moet worden, moet Frankrijk geestelijk ge mobiliseerd blijven. Frankrijk stond een week geleden voor een conflict, waarop het inwendig niet was voorbereid. Zijn economische en finan- cleele positie baarde voortdurend zorgen, die thans nog vermeerderd werden door de zware lasten van een gedeeltelijke mobilisatie. Reeds moest Marchandeau herhaalde malen tegen spreken, dat hij monetaire maatregelen in den zin had. Voor den opbouw' van het land was het noodzakelijk, dat Daladier volmachten daartoe vroëg, zooals hij dat eenigen tijd geleden ge daan heeft. En hij heeft ze gekregen. Een oogenblik scheen het, of het verworden parlementaire spel zou herbeginnen. Reeds om de vertrouwenskwestie was een kleine verwar ring ontstaan, waaruit Daladier echter zegevie rend te voorschijn trad. Het volmachten-ont werp dreigde weer alles te zullen bederven. De rechterzijde van het Fransche parlement be greep haar plicht; in het „Volksfront" dreigde evenwel een scheuring. Afgezien van de belang rijkheid van daze twijfelachtige constellatie voor deze „volksfrontregeering" zou zulk een scheuring gevaarlijke gevolgen kunnen hebben voor de noodzakeiyke Fransche eenheid, die aan haar begin staat. De socialisten begonnen, nu het gevaar geweken is, weer te denken aan den vroolijken tijd van moties van afkeuring over sociale politiek en besloten tegen te stem men. Achteraf kunnen zij er Blum dankbaar voor zijn, dat hü hen voor een misstap behoed de, toen hij een meer conciliante en Fransche, houding bepleitte. De eindstemming gaf een gunstig resultaat te zien: Frankrijk blijft één. Dat de communisten tegenstemden is een feit, om er zich eigenlijk over te verheugen: daar mede hebben zij zichzelf gebrandmerkt als de buitenlandsche verraders var. de Fransche de mocratie. Daladier kan nu gaan werken voor de toekomst van den Senaat is hij vrijwel zéker. Een zijner eerste daden was het benoemen van een ambassadeur te Rome; een muisje, welks staart in Spanje eindigt. Doch ook hier ligt grond voor nieuwe hoop. Het Britsche parlement zette intusschen zijn beraadslagingen voort; uit de ge voerde debatten blijktr wel, hoe moeilijk op zijn minst de keuze was, waarvoor Cham berlain stond. Baldwin, de beminde ex-premier, stelde de kwestie zéér scherp, toen hij zeide, dat hij zelfs op 5 pet, vredeskans zou wedden. Hoe sympathiek dit ook klinkt, men mag niet vergeten, dat de zaken bij de andere partij pre cies andersom liggen, en dat tegenover Cham berlain's vredesrisico het Duitsche oorlogsrisico staat; de balans slaat dus nog naar de Jaatste zijde door. Doch gegeven eenmaal de genomen beslissing, kan en mag er maar één voortzetting zijn: geef Chamberlain zün kans. Engeland houde zijn kruit droog, doch de Britsche premier moét nu alle gelegenheid krijgen zijn vredesplannen uit te werken. Het amendement, dat de Labour- party op de vertrouwens-motie der regeering voorstelde, bevat daarom een gevaarlijk ele ment: vóór de definitieve bevestiging van den vrede is een Volkenbondspolitiek door dik en dun tot mislukken gedoemd. En die mislukking mag niet komen. Niet al leen om den verschrikkelijken oorlog, die daar op zou volgen; er is een ander feit, dat voor allen veel, veel zwaarder moet wegen. Daladier was gisteren zuinig met zqn lof prijzingen; hij had slechts hulde voor Praag. Verlaten en uitgeleverd door zijn vrienden valt Tsjecho-Slowakije uiteen; militair en econo misch verliest het zijn zelfstandigheid. Het bracht het zwaarste offer, dat men van een fier land kan vergen. Zulk een offer mag niet tevergeefs gebracht zijn: het is de plicht van allen te consolideeren, wat de Tsjechen met hun hoogste goed voor ons kochten: den Europeeschen vrede. Ter gelegenheid van het Eeuwfeest der invoering van de Nederlandsche Burger lijke Wetgeving is Dinsdagmiddag in de Aula aan den Bijleveldsingel een plechtige academische zitting gehouden. De hoogleeraren Bellefroid, van der Heij den en Kamphuisen hebben daar gespro ken ever de beteekenis der nationale wet boeken. Voor deze academische zitting bestond veel belangstelling. Vele hoogleeraren, autoriteiten, studenten en andere belangstellenden waren aanwezig. Onder de aanwezigen bevonden zich dr. J P. A. Hoefnagels, curator van de R. K. Univer siteit, de heer J. A. M. Bruineman, lid der Eerste Kamer, mr. dr. J. A. G. baron de Vos van Steenwijk, president van het gerechtshof te Arnhem, mr. J. A. de Visser, procureur-ge neraal bij dit gerechtshof, mr. F. Couvee, of ficier van justitie bij de rechtbank te Arnhem, wethouder mr. P. van der Velden, als verte genwoordiger van het gemeentebestuur, voorts vertegenwoordigers van den Academischen Se naat, van de Unie van Studentenvereenigingen en van den Senaat van het Nijmeegsch stu dentencorps en tal van hoogleeraren. Prof. mr. E. J. J. van der Heijden sprak eer rede uit over „Het nationaal karakter van ons Burgerlijk Wetboek." Bij Koninklijk Besluit van 10 April 1838 S. 12 werd bepaald, dat met den klokslag van mid dernacht tusschen den 30sten September en den lsten October van- dat jaar van verbin dende kracht zouden zijn o.a. het Burgerlijk Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en dat van Strafvordering. Sprak dit besluit over de nieuwe Ned. wet geving, gelijk dat van 4 Juli 1830, S. 41 de nieuwe wetboeken betrof, het schorsingsbesluit van 5 Januari 1831, S. 1 had gewag gemaakt van de nationale wetgeving, gelijk de Afschaf- fingswet van 1829 de uitvoering van de natio nale wetboeken in het vooruitzicht gesteld had. Welke van deze twee kwalificaties verdient de voorkeur? De beteekenis van het heden gevierde Eeuw feest hangt voor een groot deel af van het antwoord, dat men geeft op deze vraag. Herdenken wij het feit, dat honderd jaar ge leden onze burgerlijke wetgeving een min of meer belangrijke wijziging heeftondergaan? Of is onze wetgeving toen van aard veranderd, doordat zij een nationaal karakter heeft aan genomen, dat haar tevoren vreemd was? Aan deze vragen wil spr. enkele beschou wingen wijden. Wanneer is een wetgeving nationaal? Nationaal is datgene, wat past voor een volk, by een volk behoort, een volk eigen is. In forme elen zin zijn onze wetboeken van 1838 zonder twijfel nationaal, vastgesteld en uitgevoerd als zij zijn door eigen overheid, na herwinning onzer onafhankelijkheid. Maar deze hoedanigheid hebben zij gemeen met alle wetten, welke sedert de herstelde orde van za ken in 1813 zijn tot stand gekomen. Let men uitsluitend op dezen nationalen oorsprong, dan ware er nauwelijks aanleiding dien eerst heden in bewogenheid te herdenken. Staatkundige zelfstandigheid was, ten tijde vari de invoering onzer wetboeken, reeds een kwart eeuw opnieuw het trotsch bezit van onze natie. Het in 1816 ingediende ontwerp was oor spronkelijk. Zeker in zoover het den Code Napoléon wel ver ter zijde stelde. Reeds dadelijk in opzet, en indeeling. Maar ook in den inhoud kwam de oorspron kelijkheid van dit nationale Ontwerp doorloO- pend tot uiting. De terugkeer tot oudvaderland- sche rechtsinstellingen was reeds in het Wet boek Napoleon voor Holland voorbereid. Maar alle afwijkingen, die het Ontwerp vertoonde, wettigden niet, te zeggen, dat men hier te doen zou krijgen met een wetgeving, welke geheel en al van de Fransche taal afweek. Hoe dan den hartstochtelijken tegenstand te verklaren, die het Ontwerp-1816 vond bij de Zuidelijke Nederlanders, in wier handen dit hetzelfde jaar werd gesteld om het op voor lichting van Kemper te onderzoeken? Te weinig heeft het Noorden van den be ginne af gewijd aan een bezwaar, dat samen hing met de oorspronkelijkheid, welke er toe geleid had een nieuwen vorm na te stieren, waardoor aan „de vrucht eener schandelijke en trouwelooze overheersching" zou verdwijnen. Hier lag- het zwakste punt van het Ontwerp, dat de Belgen hoffeiyk aanduidden als zijn omslachtigheid en leerstelligheid. De afkeer van de Zuidelijke Nederlanders was echter niet alleen aan politieke oorzaken toe te schrijven, doch heeft zeker voor een niet gering deel zqn oorsprong gehad in de gefor ceerde oorspronkelijkheid van het voor hen allerminst nationale ontwerp Noord en Zuio bleken op dit oogenblik gescheiden door een verschil in geestelijke gesteldheid. De artikelen, dm in stemming kwamen, wer den met groote meerderheid verworpen. Nadat de 73 artikelen van de inleiding wa ren ingetrokken en vervangen door een inlei ding van 15 artikelen, op Fransche leest ge schoeid, waardoor de Kamer de tegenproef ge leverd had omtrent de wijze, waarop zij haar taak verstond, werd aan de Commissie van Redactie opgedragen, vraagpunten van stellig recht op te maken, waaromtrent de Kamer zou beslissen. De antwoorden daarop konden tor richtsnoer genomen worden bij het opstellen van nieuwe lasten. Bij afzonderlijke wetten zijn gedurende de jaren 18221826 de titels afgekondigd, welke te zijner tijd deel zouden uitmaken van het B.W. en in 1829 nogmaals op enkele punten gewijzigd werden. De Belgische opstand had tengevolge, dat de invoering van het op deze wijze tot stand ge komen Wetboek 1830 moest worden uitgesteld. Bij Besluit van 24 Febr. 1831 S. 6, werd een herziening bevolen. Reeds in April 1834 was deze herziening af geloopen. 1 October 1838 werd de nieuwe wet geving ingevoerd. Honderd jaar is het Burgerlijk Wetboek thans in werking. Vormt zij niet alleen een rustig, maar ook een nationaal bezit? Deze vraag moet bevestigend worden be antwoord, al volgt het B.W. een ander ideaal, dan hetwelk in 1820 voorzat. Waarin komt dit karakter van ons voornaam ste wetboek tot uiting? Allereerst in den structureelen vorm. In verge- jyki^g met dien van den Code vertoont deze een belangrijke verbetering, grootendeels te danken aan het ontwerp-Kemper. Een reeks van rechtsinstellingen, welke op onzen bodem nimmer wortel geschoten hadden, werd meedoogenloos verwyderd. Daartegenover is een grooter aantal regelin gen opgenomen, welke steunen op oudvader- lanósch recht. Met- zorg zijn deze onderwerpen verzameld en met liefde behandeld. Mogen wij ten slotte, aldus spr., den zegen- ryken invloed van het kanonieke op het we reldlijke recht niet buiten beschouwing laten zoo is er evenmin aanleiding den gang van zaken te: betreuren. Moge nooit de waan voor uitsluitende uitver kiezing ons volk terugbrengen tot een nationa lisme, dat alleen eigen deugden en anderer ge breken kent. Prof. mr. P. W. Kamphuisen sprak over de beteekenis van het Wetboek van Koophandel Men kan twijfelen, aldus spr., of het wel zin heeft bij de herdenking van de nationale wet geving ook een woord te wijden aan net Wet boek van Koophandel. Immers van "netoor spronkelijke wetboek, zooals dat er ln 1838 uit zag, is bijna niets anders overgebleven dan het Verzekeringsrecht. Op zichzelf is dit verschyn- sel begrypelijk, omdat het handelsrecht het meest moet worden aangepast aan de steeds wisselende behoeften van het verkeer, zoodat dit ook het meeste verandert. Toch is ook een woord over het Wetboek van Koophandel ongetwijfeld op zijn plaats omdat dit wetboek steeds geweest is het meest oor spronkelijke, het meest nationale van de Ne derlandsche wetboeken. Dit is begrijpelijk om dat het Handelsrecht van oudsher ln deze lan den groote belangstelling ondervond en er reeds lang geleden belangrijke plakkaten betreffende dit recht werden uitgevaardigd. Vandaar ook dat de wetgever ln 1838 kon teruggrijpen op een langdurige Nederlandsche traditie, waardoor ook verschillende materies in het nieuwe Wetboek op Oud-Vader;andsche leest geschoeid zijn. Spreker geeft daarvan ver schillende voorbeelden. Weliswaar zqn in dat oorspronkelijke wetboek groote veranderingen aangebracht, maar deze accentueeren in het algemeen nog de onafhan- kelpkheid van ons Wetboek van Koophandel van zijn voorbeeld, den Franschen Code de Com merce. Het recht is een van de belangrijkste uitingen van het nationaal bewustzijn van een volk en moet als zoodanig in eere gehouden worden. Vandaar ook dat heden een woord over het na tionale wetboek van Koophandel niet mag ont breken. Wij biyven, zoo besloot spr., bij de her denking daarvan in de lijn van de groote ge beurtenissen van den laatsten tijd, die immers alle uitingen zqn van den vasten wil van het Nederlandsche volk om in eenheid en vrijheid zichzelf te zün Prof. P. Bellefroid herdacht de Invoering van het Wetboek van Burgerhjke Rechtsvordering De wetgever van 1833 stelde zich ten coel, aan de burgers goed, eenvoudig, snel en goedkoop recht te verschaffen. De Nederlandsche rechter heeft inderdaad dit zij tot .zijn eer erkend altijd goed recht gesproken, immers over het algemeen altijd oor deelkundige en billijke beslissingen gegeven. Tot op zekere hoogte is dit aan het geldend proces recht toe te schrijven, maar ook en nog vee) meer aan de onpartijdigheid, onafhankelijkheid en toewijding onzer rechterlijke macht Eenvoudig, snel en goedkoop recht heeft ech ter he; Wetboek van Burgerlijke Rechtsvorde ring ons niet gebracht. Verstandige menschen laten daarom him rechtsvordering maar liever rusten, dan ze voor den rechter te brengen, in dien zij daartoe niet gedwongen worden. Ons Wetboek heeft de gebreken van o.a. pro cesgang, noodeloos formalisme, tyd verspilling en kostbaarheid overgenomen uit den Code de Procédure Civile, die hier te lande van 1811 tot 1838 gegolden heeft. De wetgever heeft vooral in de laatste jaren den rechtsgang en de executie aanzleniyk ver beterd en daardoor aan ons Wetboek, ook wat den inhoud betreft, een nationaal karakter ge geven. Wij verkregen van hem o.a. een goed faillis- sementsrecht, een nieuw armenrecht, de instel ling van enkelvoudige kamers bij de rechtban ken, een algemeene regeling der procedure tot levensonderhoud, een regeling van de dwang som en een verbeterde regeling van den lijfs dwang. Ofschoon de pogingen tot algeheele herziening van het bestaande wetboek tot nog toe niet zijn geslaagd, stuit de vaststelling van een een voudig procesrecht niet op onoverkomelyke moeilijkheden. Want wij hebben reeds twee pro- cesvormen, die de belanghebbenden bevredigen, t.w. de rechtspleging in kort geding voor den president der rechtbank en de rechtspleging voor de scheidsgerechten, welke toch wel even belangrqke en ingewikkelde zaken behandelen als de rechtbanken. Een nieuw Wetboek van Burgerlijke Rechts vordering, hoe voortreffelijk ook, kan ons echter geen bevredigende rechtspraak brengen, indien het procesrecht niet in dienst der rechtvaardig heid wordt gesteld. De procesvormen zijn voor den advocaat slechts middelen om een recht vaardige zaak te verdedigen. De advocaat moet geen misbruik maken van het procesrecht in den regel geschiedt dit ook niet om een zaak te dekken of langs kron kelwegen te winnen. Want het procesrecht is voor eerlijke menschen geschreven en dient daarom ook eerlijk te worden toegepast. GRONINGEN. Geslaagd voor het cand. exa men wis- en natuurkunde (K) mej. C. van Thie- nen, Zwolle. Bent U nerveus en prikkelbaar?

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 9