M
Schaakrubriek
Damrubriek
I Zoekt gij betrouwbaar j
Personeel?
ijjgj
#2
c
I Plaats dan een „Omroeper
voor 80.000 gezinnen
X ill lil X wê
mi
ailimrnnmiinmiiimniiiiiniiiiiniiiiiniiiiniiimiHiiiiinimimiiimmiiiiiiniiitiinmiinrimmnniiiniinnil^
DINSDAG H OCTOBER 1938
giiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiimiiiiniiinniiminrmmniniiniiinniniiiimiiTnnniinnnnnnni
Hr. Ms. kruiser „Sumatra" is Maandag voor een kruistocht naar
de Middellandsche Zee vertrokken. Het vertrek uit Den Helder
- "n.X.
X xV:
ïl:
De Pangeran Hangabehi bracht Maandag een bezoek aan de Ned. Ford Automobielfabriek
te Amsterdam, waar de Indische vorst een dankbaar gebruik van zijn filmapparaat maakte
MM WBBt 4 m
ïïm
mp nu!
if W&K.
fö| 8 ËJ
wT'-m
m fff ma. vm.
m. W%. wm. mfc. ■m».
«en.
be.
Ma
FOTO REPORTAG E
Van het vliegveld Croydon vertrok
Maandag een Britsche commissie naar
Praag, die aldaar met de Tsjechische
autoriteiten de huisvesting der man
schappen van het Britsche Legioen zal
regelen
Groenewegen en Boeyen na hun over
winning in den 100 K.M. koppel wed
strijd bij de opening van het wieier-
seizoen op de Parijsche winterbaan
De heer G. W. J. Zitter-
steyn is benoemd tot voor
zitter van den Kon. Neder*
landschen Schaakbond
De ministers Colijn en Van Dijk waren met hun dames aanwezig bij de uitreiking van een aantal
oorlogsmedailles aan oud-strijders uit den Boerenoorlog, welke plechtigheid door mevr. Van Broek-
huyzen, kleindochter van Paul Kruger en echtgenoote van den Zuid Afrikaanschen gezant, verricht werd
Alle correspondentie betreffende deze rubriek
gelieve men te zenden aan Jos. Duvergé, Bin
nen Brouwersstraat 40, Amsterdam C.
driemaandelijksche wedstrijd in
HET OPLOSSEN VAN SCHAAKPROBLEMEN
Probleem no. 259
P. W. Nanning, Eindhoven
Eerste publicatie
a b c d e f g
Wit geeft mat in twee zetten.
Probleem no. 260
A. F. C. w. d. Linden, Zeist
Eerste publicatie
ab c defgh
Wit geeft mat in twee zetten.
Oplossingen gelieve men binnen 14 dagen in
te zenden.
OPLOSSINGEN
Van no. 253 (A. P. C. v. d. Linden, Zeist, eer
ste publicatie). 1. Dxf5 dreigt 2. Df4 mat. Witte
zelfpenning door den fraaien sleutelzet. In de
twee eerste varianten ontpent zwart het op f4
matdreigende stuk:
1.Rf3; 2. Dxd3 mat
Pf6; 2. De5 mat
Voorts: 1c5 (lijnafsluiting en ontpenning
van het witte paard d6) •2. Pb5 mat. 1Pe3
(ontpenning van het zwarte kasteel) 2. dxe3
mat.
De medewerking van den heer v. d. Linden
is een aanwinst voor deze rubriek. Zijne com
posities getuigen van zin voor het artistieke en
van het bezit van groote technische vaardig
heid.
1. Dxc6 en 1. De6 zijn doelloos, omdat het
witte paard d6 gepend is.
Van no. 254 (C. Mansfield, eerste prijs, Swiat
Szachowy, 1931). 1. Rc4ü dreigt 2. Pd3 mat.
Veldruiming door den sleutelzet, die tevens het
zwarte kasteel ontpent. Zes parades door het
ontpende stuk, van welke wij de vier beste noe
men:
1Te3 (blokkeering) 2. Dxh4 mat
Te2 2. Rxe2 mat
Te5 (blokkeering) 2. Pd2 mat!
Te6 2. Rxe6 mat
De volgende cross-check ligt reeds in den
diagramstand gereed:
1Re5t (blokkeering) 2. Pd4 mat.
Gaarne onderschrijven wij het oordeel van
den heer Fluitman: „Een ongeloofelijk fijne sleu
telzet. welke een reeks van varianten biedt,
waarbij men van de eene bewondering^ in de
andere valt. Een specimen van vernuft!"
Niet het minst bewonderenswaardig zijn de
weerleggingen van de volgende verleidingszet-
ten van welke eenige oplossers slachtoffers
werden: 1. Ta5 faalt op hlD!, 1. Th8 op Re5t!
1. Pe2 op Ra7! en 1. Re2 op Txa4.
Wij ontvingen van no. 253 en 254 oplossingen
van de heeren: W. J. Depla, Kortrijk, België,
W. Groos, Utrecht: W. Rosenhart, Heemstede,
R Wesseling, Monnikendam; H. A. J. Vergeer,
IJselstein; D. de Jong, Soestdijk; G. W. Jan
sen. Naarden; F. Bremann, IJselstein; L. c.
Romijn, Lisse; Classicus, Venray; 'G. A/ J. Mo
lenaar, W. G. Harmse, Th. S. Ruijter, J. P.
Coppens, A. Kluijskens, C. Sarton en J. Moller,
Amsterdam; A. H. Overdam, Haarlem; A. Trom
petter, Ter Apel (ook nog van no. 251 en 252
te vermelden); C. Ruëdisuëli. Santpoort; H. J.
de Boer. Wormerveer; H. F. Fluitman, Enkhui
zen; H. Hilhorst en K. Morren, Seminarie, Apel
doorn; C. W. Kooy, Hoorn; F. v. d. Straat,
Amersfoort; J. G. Moolhuizen, Arnhem.
Van no. 253: D. Janse, Bloemendaal; P. Hen-
neveld. Delft; D. Pronk. Amsterdam; G. van
Egmond, Lisse; H. Gerrits, Amsterdam; J. W.
van Damme, Amstelveen; G. Kistemaker,
Wijhe; G. v. d. Linden, Amsterdam; G. J. Huls,
Bilthoven; C. M. Ibelings, Amsterdam en P.
Vriens, Eindhoven.
Van no. 254: P. H. Soemers, Hom L.
Buiten mededinging van 253 en 254: J. B.
Renckens, Amsterdam. Van no. 253: J. C. No
bels, Baam.
Oplossing van het eindspel no. 14
van W. en -M. Platoff
Wij namen dit prachtige eindspel over uit
.Poesie des Schachs" van Kagan. Deze auteur
uitgever verzuimde in den regel bronnen te ver
melden.
1. e6e7, Rblxe4t; 2. Re2f3, Re4g6; 3.
Rf3c6!en wint. Subliem!
Goede oplossingen (buiten mededinging) ont
vingen wij van de heeren: C. M. Ibelings, Am
sterdam; H. J. de Boer, Wormerveer en Clas
sicus, Venray.
Enkele lezers maakten ons opmerkzaam, dat
het eindspel no. 13, van Loyd, indertijd als pro
bleem in deze rubriek is opgenomen.
Wij betreuren deze vergissing - (die geen on
aangename gevolgen had, omdat eindspelen
buiten den wedstrijd vallen), die te wijten is
aan het feit, dat wij klassieke schaakcomposi
ties uit verschillende boeken overnemen. Het is
dus mogelijk, dat wij bijv. aan boek A een op
gaaf ontleenen en deze als geplaatst van een
merk voorzien, en later uit boek B dezelfde
composities overnemen, zonder ons te herinne
ren, dat deze reeds door ons geplaatst was.
Het onderscheid tusschen problemen en eind
spelen is soms zeer vaag. Wat met de compo
sitie in quaestie inderdaad het geval is.
Correspondentie
G. v. d. L. te A. Uw oplossing was niet ver
keerd, doch er waren drie oplossingen.
D. P. te H. Speelt wit 13. Pxc6 dan 13Pxcl;
14. Txcl, Dd7 enz.
P. V. te E. Uw opgaaf is niet geschikt voor
publicatie.
Partij uit de tweede ronde van den Landenwed-
strijd EngelandNederland op 6 Juni te
Londen gespeeld
Koninginnegambiet
Wit: W. A. Fairhurst Zwart: Dr. M. Euwe
1. d2—d4, Pg8—f6; 2. c2—c4, e7—e6; 3. Pgl—
f3, d7d5; 4. Rel—g5, h7—h6; 5. Rg5xf6,
Dd8xf6. (Een moeilijke variant. Zooals bekend
is, is de ruil op f6 gedwongen, daar anders pion
c4 verloren gaat. Zwart heeft nu het raadshee-
renpaar, maar dit voordeel is net voldoende om
wits overwicht in terrein te eompenseeren).
6. Ddlb3, c7c6; 7. Pbl—d2, a7—a5. (Om
eventueel Rb4 te kunnen spelen of ook a5a4
a3. Zwart profiteert op deze wijze van de
minder sterke ontwikkeling van het witte ko-
ninginnepaard; Pbd2 in plaats van Pc3).
8. a2—a3, a5—a4; 9. Db3—c3, c6—c5; (na 9.
Dc2! in plaats van Dc3 had zwart dezen ster
ken zet niet ter beschikking gehad. Nu kan
zwart op c3 ruilen, zoodra wit op een gegeven
oogenblik dxc5 speelt). 10. e2e3, Pb8c6; 11.
Rfld3, Rf8d6; 12. 0—0, 0—0; 13. Tal—cl,
c5xd4; 14. e3xd4, Rd6f4. (Met dezen en zijn
volgenden zet komt zwart duidelijk in het voor
deel). 15. Tel—dl, e6—e5; 16. c4xd5, Pc6xd4;
17. Pf3xd4, e5xd4; 18. Dc3—b4, Rc8—g4;
19. Tdlel, Rg4h3. (Met dezen gekunstelden
zet geeft zwart zijn voordeel uit handen. Aan
gewezen was 19Dg5 met verovering van
pion d5 enz.). Zie diagram.
Stand na den 19en zet van zwart:
g
20. Pd2—f3, Tf8—d8. (Om na 21. gxh3 met
21Rd6; 22. Dxd4, Dxf3 voort te zetten). 21.
Db4e7. Remise op vo'órstel van wit. Wit staat
iets beter, maar durfde 't met het oog op zijn
beperkten bedenktijd niet aan, om op winst te
spelen.
(Tijdschrift K. N. S. B.)
Miniatuurpartij
Te Kiew gespeeld in 1896
Wit: Prins Didian van Mingrelien
Zwart: Professor Durowo
1. e2—e4, d7—d6; 2. Rfl—c4, Pb8—d7; 3.
Pgl—f3, g7—g6; 4. Pf3—g5, Pg8—h6. Een fout
die dadelijk verlies ten gevolge heeft. De juis
te zet was 4Pd7—e5. Wit wint nu in twee
zetten de zwarte koningin, n.l. 5. Rc4xf7t
Ph6xf76. Pg5—e6.
(300 Kurze Glanzpartien)
Probleem no. 43
Auteur H. Rijkhoff, Amsterdam
Klas A. Eerste publicatie
Cijferstand:
Zwart 11 stukken op: 10 11 12 13 14 17 19
21 23 26 33.
Wit 11 stukken op: 28 32 34 37 39 40 41 43
45 46 48.
Probleem no. 44
Auteur J. Huismans, Amsterdam
Klas B Eerste publicatie
Onder leiding van den Ned. R. K. Dambond
Alle correspondentie enz. te adresseeren:
Damrubriek V. K. P. p. a. B. H. M. Stevens,
Iepenlaan 4, Heemstede.
PROBLEMEN
Tot onze niet geringe voldoening zal ook de
tweede oplosserswedstrijd grootendeels bestaan
uit vraagstukken uit eigen lezerskring.
Als u tóch iets moet verliezen
.1b? En u hebt 't voor 't kiezen
Offert liever dan een uur
Dan uw verd'ren levensduur!
Cijferstand:
Zwart 10 stukken op: 1 8 9 10 11 12 14 16
20 28.
Wit 10 stukken op: 22 26 27 30 33 35 36 37
41 43.
Voor beide geldt: Wit speelt en wint.
Klas C. Vraagstuk No. 45
Ontleend aan een partij van een wereld
kampioen
Cijferstand
Zwart 9 stukken op: 7 12 13 15 18 19 23 24 25
Wit 9 stukken op: 27 28 30 32 34 35 37 38 45
Er werd gespeeld: 1. 2721, 2429; 2. 3731,
29x40; 3. 45x34, 15—20; 4. 38—33, 20—24; 5.
31—27, 7—11; 6. 28—22, 12—17; 7. 21x12, 18x7;
8. 27—21, 23—28; 9. 32x14, 13—19; 10. 14x23,
11—16; 11. 30x19, 16x38. Remise.
Een van beiden heeft in dit partijgedeelte de
winst verzuimd.
Opgave: Wie, waar en hoe?
Oplossingen worden gaarne ingewacht tot
uiterlijk 12 November a.s.
ONZE PROBLEMISTENWED STRIJD
Ook deze wedstrijd belooft een succes te wor
den, regelmatig komen de verzoeken om toe
zending van formulieren binnen.
Verscheidene vragen bereiken ons met be
trekking tot het fantasie-probleem, daarom
meenen wij goed te doen hier een en ander
even te verduidelijken. In een gewoon probleem
moet men er naar streven het practische spel
zoo dicht mogelijk te benaderen; de fantasie
van den auteur wordt hier dus min of meer
aan banden gelegd. Met een fantasie-probleem
is dat juist niet het geval, daarin kan de
auteur zijn fantasie vrij spel laten. Bij de be
oordeeling van den aanvangsstand wordt een
fantasie-probleem dus niet bezien als een
partijstand; het praktisch onlogische is dan
geoorloofd, mits het niet in strijd is met de
spelregels. In een fantasie-probleem kan men
vaak zeer moeilijk te bewerken motieven of
ontledingen bezigen, welke men in gewone pro
blemen tevergeefs zal trachten toe te passen.
Voor verschillende problemisten is het vaak
een aanleiding om met de stukken een of
ander figuur, kruis, ster, letter, cijfer e.d. op
het bord te maken.
Hiermede hopen wij een en ander voldoende
duidelijk te hebben gemaakt.
Partij no. 14
De Belgische kampioen is een waar dam-
enthousiast. Over politiek en andere zaken kan
men moeilijk met hem redeneeren, de conver
satie stokt spoedig wegens gebrek aan belang
stelling. Begint men echter over dammen, dan
is er volop aandacht en raakt hij niet uitge
praat. Bij zijn onlangs in Holland gehouden
tournooi was hij nauwelijks enkele uren aan
wezig of wij ontvingen een uitnoodiging om 'n
partij te spelen. Natuurlijk namen wij het aan
bod aan en speelden we een interessante par
tij, welke we onzen lezers niet willen onthou
den.
Men gelieve hierbij s.v.p. in aanmerking te
nemen, dat de heer Bordon nog niet geheel uit
gerust was van de lange reis, hetgeen op zijn
spel vanzelf eenigen invloed had.
Wit Karei Bordon Zwart B. Stevens
1 32—28 18—23
2 33—29 23 X 32
3 37 x 28 19—24
4 39—33 14—19
5 41—37 17—22
6 28x17 11x22
7 37—32 12—18
Het wordt al direct bij de opening een inte
ressant duel om de suprematie op het cen
trum. Thans dreigt zwart door 1923 enz.
Wit's spel ernstig te belemmeren, hetgeen Wit
echter door ziin volgenden zet voorkomt.
8 34—30 20—25
9 29x20 25x14
Tot dezen afruil was zwart wel verplicht om
niet in een lastige opsluiting te geraken, door
deze manoeuvre heeft Zwart zich echter een
gezonde ontwikkeling van zijn stand verzekerd.
10 46—41 7—12
11 41—37 19—23
12 31—27 22 x 31
13 36 X 27
Meestal wordt deze ruil achterwaarts geno
men door 32—27, 37—32, 31—26, 26x37, het
komt ons voor, dat zulks in de meeste gevallen
en ook hier de voorkeur verdient met het oog
op voldoende tempo's.
1 36—11
14 44—39 11—17
15 33—28 15—20!
Gespeeld om 3024 te beletten.
16 28x19 14x23
17 39—33 10—14
18 33—28 5—10
19 28x19 14x23
Zwart laat zich zijn goede positie op het cen
trum niet ontnemen en brengt door deze afrui
len tevens zijn langen vleugel goed in het spel-
20 38—33
Dezen zet achten wij minder sterk. Wit zoekt
echter verwikkelingen.
20 10—14
21 50—44 1419
22 33—28 20—24
Nu het Witte centrum toch danig verzwakt
is, laat Zwart het bezetten van 28 rustig toe-
23 44—39, 1—6
24 39—33 2—7
Zwart had hier Wit tot een foutieven damzet
kunnen verlokken door 410, 2722? 18x29.
40—34, 23x41, 34x5, 30x19, 13x24! (en niet 46*
10) 4338, 1218 en Zwart wint.
25 47—41 7—11
26 41—36 4—10
Ook nu zou die damzet veel te duur zijn.
27 43—38 10—14
Thans blijkt, dat de zwarte stelling solide!
is opgebouwd en Wit een nadeelige opstelling
van den korten vleugel heeft behouden en bo
vendien een belangrijk steunpunt op het cen
trum mist, n.l. 39.
28 49—43 17—21
Niet 17—22 waardoor Wit weer meer bewe
gingsvrijheid zou krijgen.
40—34
30—25
25x14
43—39
48—43?
14—20
11—17
9x20
20—25
Dit is zeer zwak gespeeld, 3731 was hief
de aangewezen zet.
33
21—26
Natuurlijk, profiteert er onmiddellijk van e
houdt Wit aan dien kant volledig in bedwang-
34 3430 25 X 34
35 39 x 30 17—21
36 45—40 3— 9
37 43—39 9—14
38 40—34 12—17
Zwart had hier op de volgende afwikkeling
kunnen spelen: 611, 3025, 1117, 3430-
24—29, 33x24, 17—22, 28x17, 23—28, 32x23, 2ix3«-
30x39, 18x20, 17—11, 16x7, 37—31, 26x48, 39—3
enz. met voor Zwart gewonnen stand.
A Indien Wit hier echter 3631 speelt is h
verloop zeer moeilijk te overzien.
39 30—25 17—22
40 28 x 17 21 x 12
41 34—30?
Wit was hier vermoedelijk ten onrechte WL
vreesd voor 3328, 1621, 27x16, 1822. 28x
12x21, 16x27, 26—31, 37x26, 23—29, 34x23, 19X*
want door 39—34 wordt de dam met winst wee
afgenomen.
41 23—29!
Voorkomt hiermede 3934 en houdt verscn'
lende gevaren uit den stand. -
Tevens worden Wit's zetten tot een miniwn^j
beperkt. Zwart dreigt n.l. nu met 29—34, 34*
en 1420. Zou Wit 42. 32—28 spelen, dan fM
beurt hetzelfde. Wit heeft feitelijk maar
zet, n.l.:
42 33—28 18—23
43 28—22 6—11
44 36—31 12—18! p
Het eenvoudigste, ook 12—17 is goed, a°
opent voor Wit nog gelegenheid tot comp»c
ties door 22—18 enz,
45 39 34
:éf
Dit kost een stuk, doch is het eenigste
nog iets spel overlaat: 39—33? 8—12, 33
1217 en Wit heeft geen zet meer.
45 29 x 40
46 35 X 44 24 X 35
47 38—33 8—12
48 33—28 16—21
49 27 X 7 18x47
50 7 X 20 23 X 41
51 20—15 26 x 37
Wit geeft op. De overmacht wordt te m
Een aardige, levendige partij, waarin wit.ehe-
ter te veel offerde aan combinatie-mogelijk'
den en te weinig aandacht aan den be
schonk. We hebben echter wel den indruk
kregen, dat de Belgische kampioen oti
andere omstandigheden beter kan.
ViW
Schei
ook
hizi,
•hers
Aii