Millioenenzwendel ontdekt Knap jij 't maar op, EEVES! DIRECTEUREN VAN EEN BANK GEARRESTEERD ZATERDAG 15 OCTOBER 1938 Öoor speculaties effectenbezit van vele kleine spaarders verdwenen Bankgebouw gesloten Leege ruimten in plaats van effecten Nog een directeur gearresteerd Financieel weekblad had gewaarschuwd NIEUWE GEZANT VAN JAPAN Knap diplomaat van de nieuwe richting INTREKKING UITVOER VERBODEN BEDRIJFSRAAD VOOR DE SIGARENINDUSTRIE Verschillende aangelegenheden besproken Motorrijder gedood Tegen met steenen geladen treiler gebotst OEFENING MILITAIRE LUCHT WACHTDIENST Escadrilles vliegtuigen boven ons land PROCEDURE VOOR DE HAAGSCHE RECHTBANK „Wilde" autobusdienst Den HaagAmsterdam Grootmoeder werd 17 maal begraven Hoe een steuntrekker door de mazen van het net wist te glippen ERNSTIG VERKEERSONGELUK TE PEY-ECHT Dertienjarige fietser gedood, zijn achtjarig broertje gewond LUCHTBESCHERMING Doelstelling en werkwijze der vereeniging Kwakzalver maakt een slachtoffer Negen maanden gevangenisstraf geëischt OP WEG VAN SCHOOL NAAR HUIS GEDOOD Gevallen voor een juist passee renden vrachtauto DOOR EEN AUTO GEGREPEN Fietsende petroleum venter ernstig gewond UIT DE STAATSCOURANT V oogdijraad Onderscheiding Rijkszuivelschool Vrijdagmiddag heeft de justitie te Amsterdam een inval gedaan in het gebouw van een aan de Keizers gracht gevestigde bankfirma. Een der grootste zwendelaffaires,' zooals de hoofdstad er slechts weinige ge kend heeft, is hiermede aan het licht gekomen. De gepleegde fraudes be- loopen een totaal bedrag, dat ge taxeerd wordt op anderhalf a twee tnillioen gulden. Voornamelijk kleine spaarders en effectenbezitters zijn gedupeerd. Bij den inval bij de betrokken firma, de commanditaire bankveree- higing Wiegerinck, Muschter Co., Keizersgracht 213, waren aanwezig de tech ter-commissaris, mr. Dijkster- huis, de officier van justitie, mr. dr. A. J. van Thiel, de subst. officier ttjr. H. O. Wassenbergh, de inspec teur van politie Dijkstra, chef van de handelspolitie en de rijiksaccoun- tant Stil. De justitie heeft de beide firman ten, de heeren W. en M. gearresteerd. Het was tegen half drie toen het parket, de ^'kundigen op bankgebied en eenige recher- heurs in het bankgebouw verschenen. De f "icier van justitie had een verlof aan de ,echtbank gevraagd tot het doen van deze huiszoeking op groote schaal. Groote consternatie ontstond in de lokalen ah het kantoorgebouw, waarin ongeveer tien Personen, in dienst van deze commanditaire ^nkvereeniging, rustig aan den arbeid waren, ,eh arbeid, die onmiddellijk werd gestaakt bij verschijnen der justitieele autoriteiten. r1 het privékantoor bevonden zich op dit mo- v eht de beide directeuren. Na vertoon van het in u tot huiszo'ekinS werd in alle lokalen en llet bijzonder in de brandkasten en safes St^nauwkeurig en uitgebreid onderzoek inge- Heeds geruimen tijd bestond bij justitie 6h politie het vermoeden, dat door de bank °P oneerlijke wijze zaken werden gedaan. °°k in beurskringen liepen den laatsten tijd 0yer deze zaak zonderlinge geruchten. Reeds hieer dan eens hebben cliënten, die zich ge dupeerd achtten, omdat zij hun vorderingen hiet betaald kregen, het faillissement van de bank aangevraagd. Steeds weer wisten de Hrmanten de lastigste cliënten op de een of ahdere manier tevreden te stellen, zoodat de faillissementsaanvrage weer werd inge- hdkken. ^ele cliënten hadden geld en vooral effecten jU de bank in leendepot gegeven; de bank ver- e6 hierdoor het recht de effecten te beleenen Üoe?et het aldus verkregen geld transacties te •ion De uhënten kregen dan van de bank een V^e rente dan de effecten plachten te ge- 0ve: e^e menschen zijn door de hoogere rente ®e^aa^d, hun in effecten belegde spaargelden ^g. de bank toe te vertrouwen. öe huiszoeking zijn deze effecten evenwel ^teruggevonden. Waar zich effecten moesten hden, waren slechts leege ruimten. Ook waren er cliënten, die effecten in re ling-courant hadden gegeven tot zeer °°ge bedragen. Ook van deze effecten, vele °nderdduizenden waard, is niets terugge reden bij het zeer nauwkeurige onderzoek an de justitie en de recherche. te^anr hiermede was het onderzot nog niet baa^nde- De bank dreef nog enkele andere e venno°tschappen, waarvan zij het ^j„ °nt>ezit onder zich had tot een bedrag van Nel6 tonnen gouds. Ook bij deze N.V.'s is een V v °6k ingesteld- De effecten, die op het kan ton,.,11 de bank behoorden te zijn, bleken even j^Hoos als de rest. Veenödn werd van de bezittingen dezer naam- Z0 Venn°otschappen iets teruggevonden. Hon wi-> reeds schreven, wordt het totale Ij 1 ruwweg geschat op anderhalf mil- gulden. ^eji yenn°oten zagen reeds eenigen tijd ge- m, dat de zaken spaak zouden loopen en t^'uoeiljjkheden zooveel mogelijk te voorko- °P tp ren van plan een geheel nieuwe N.V. richten. Daarvan zouden dan strooman- °Irecteuren worden en de bestaande N.V. ^<:htet?r^en ondergebracht in de nieuw op te ^hte- .naamlooze vennootschap. De justitie is ^arSPh-ist op tijd gekomen en daardoor is ctpjnlijk voorkomen, dat deze reeds zoo 0>lrU<;^On 't mijnheer Wooster aanzien dat hij Vetko Was- Zooals ik reeds heb aangemerkt, hij in die dagen in een kneedbaren ?ake efl ^oestEind; zeer teer- en weekhartig in- e jongste afdeeling der vrouwelijke sexe. Pp züJll0eilijk geval scheen een diepen indruk »bat ZWah hart te maken. ^ar m is vreeselÜk naar voor je," zei hij. „ïs hlp4lets aan te doen? Zeg, Jeeves, zouden wij >,ÏW aan hunnen doen?" lag niet op mijn weg, mijnheer, om er «elf beginnen," antwoordde ik, „maar nu u 'd w <?Ver spreekt, geloof ik, dat de moeilijk st» el te overwinnen is. Ik geloof, dat het Je Sc, er aannemelijke uitvlucht zou zijn, als u Hiencl 001 directie kon wijsmaken, dat u een oud jji öafVan den papa van liet jonge dametje is. a top,eeval zou u juffrouw Tomlinson kun- ededeelen, dat u de jongejuffrouw by hel ingewikkelde fraude nog ingewikkelder is ge worden. Dat het den heeren niet aan de noodige bru taliteit ontbroken heeft, blijkt o.a. uit het feit, dat zij op de eerste pagina van het politieblad veelbelovende advertenties van hun bankzaak lieten opnemen. Deze advertentie zal nu wel voor de laatste maal zijn verschenen. De beide direc teuren zijn in politiebewaring gesteld en ook de procuratiehouder is aangehouden. Er zijn nog zelden zooveel papier en boeken in beslag genomen als bij deze huiszoeking. Een groote politie-uitrukauto werd ermee volgela den. Alles is naar het hoofdbureau gebracht. Het zal voor den rijksaccountant Stil, die in vele groote bankfraudes zijn omvangrijke en door wrochte rapporten heeft uitgebracht, geen ge makkelijke en zeker een tijdroovende zaak zijn, uit deze bergen boeken en andere beschei den klare rapporten te distilleeren. De bank werd na den inval der justitie ge sloten. Het vooronderzoek, het hooren der ge dupeerden en andere getuigen zullen ongetwij feld maanden in beslag nemen. Ook de directeur van een N.V., die in het zelfde gebouw een kantoor had en nauw samen werkte met de bank, is aangehouden. In het kantoor van deze N.V. is eveneens een nauw keurig onderzoek ingesteld. Ook hier werd de boekhouding in beslag genomen. De aangehoudenen ontkennen alles. Het is echter wel zeker, dat het tekort tusschen de anderhalf en twee miilioen ligt. Hoogst waarschijnlijk is het effectenbezit met spe culaties verdwenen. Wel zijn nog eenige ef fecten gevonden, doch deze hadden weinig waarde. Contant geld is vrijwel niet aangetroffen. Over liquide kasmiddelen beschikte de bank blijkbaar niet. Het bedrijf werd ongeveer tien jaar uitge oefend. Al eenige jaren was het bij het hoofd bureau van politie bekend, dat er vreemde din gen gebeurden in dit bankbedrijf, doch de klach ten waren van dien aard, dat politioneel ingrij pen moeilijk was. De N.V., die haar effectenbezit aan de bank ter bewaring heeft gegeven, is een goed bekend staande verzekeringsmaatschappij, waarvan vanmiddag de directie ook gehoord is. Zij heeft, in weerwil van het effectenverlies, de verzekerden veilig gesteld. De eerste verhooren zijn in den loop van den avond afgenomen en hebben zeer veel tijd in beslag genomen. Betreffende de verhouding tusschen de bankvereeniging Wiegerinck, Muschter Co. en de verzekeringsmaatschappij, verne men wij, dat de bank alle aandeelen van deze maatschappij in haar bezit had, zoo dat zij in feite de directie voerde. Het effectenbezit van de verzekeringsmaatschap pij was, zooals wij reeds schreven, overge bracht naar de bank en hiervan is geen cent over. De bedrijfsleiders van de verzekeringsmaat schappij echter, die waarschijnlijk zagen aan komen, dat de zaken mis zouden gaan, hebben de afgesloten verzekeringsposten voor het over- groote deel ondergebracht bij andere verzeke ringen, zoodat de belangen van hun cliënten veilig waren. Doch door dit onderbrengen was de maatschappij dan ook vrijwel geliquideerd. Voorts dreef de commanditaire bankvereeni ging Wiegerinck, Muschter Co. een huizen- maatschappij. Ook daarvan had zij het groot ste deel der aandeelen in haar bezit. De huizen waren echter gecedeerd aan een groote hypo theekbank, zoodat ook deze zaak weinig effec tief vertoonde. Betreffende de groote sommen aan effecten, die zij in leendepot had, vernemen wij, dat zij aan haar cliënten, behalve het dividend, 2 pet. z.g. stukkenhuur uitkeerde. De bank was lid van de Vereeniging voor den Effectenhandel, zoodat de waarborgsom, bij de vereeniging ge stort, tot het actief kan worden gerekend. Ook had de bank nog een depot bij een groote bank instelling hier ter stede, doch waarschijnlijk ligt dit depot onder nul of zal het net gedekt zijn. Een accountant heeft voor een crediteur van de bank reeds ongeveer een maand geleden een onderzoek ingesteld bij de bank en ook toen was het reeds duidelijk, dat er practisch ge sproken niets meer was, dat de bank bezit kon noemen. Anderhalf jaar geleden had een financieel weekblad te Amsterdam reeds een alarmeerend artikel over de bank geschreven, wat tot ge volg had, dat vele deposito's bij de bank wer den opgevorderd, welke toentertijd alle zijn terugbetaald. De bank diende toen een eisch tot schade loosstelling in bjj de rechtbank tegen het week blad en de rechtbank wees in haar vonnis een schadeloosstelling van 2000 gulden toe. Naar wy nog vernemen, zullen ook waar schijnlijk vele kleine spaarders de dupe zijn van dezen bank-„krach." Naar het Japansche persbureau Domei be richt, heeft de Japansche regeering haar tegen- woordigen gezant bij de Nederlandsche regee ring, den heer Koewasjima, benoemd tot ambas sadeur bij de Braziliaansche regeering te Rio de Janeiro. Tot Japansch gezant in Den Haag is benoemd de heer Itaro Ishii, op het oogenblik hoofd van de afdeeling Aziatische zaken van het Japan sche ministerie van Buitenlandsche Zaken. Hij is in 1887 geboren en heeft den naam een van de knapste diplomaten van de nieuwe Ja pansche richting te zijn. By Kon. Besluit zijn met ingang van Zater dag 15 October ingetrokken de met het oog op den internationalen toestand door de Kroon op 21 September j.l. voor een aantal artikelen uitgevaardigde uitvoerverboden. De bedrijfsraad voor de sigarenindustrie kwam Donderdag te 's-Gravenhage bijeen. Mededeelingen werden gedaan met betrekking tot verschillende ingekomen brieven van de ministeries van Economische Zaken en van So ciale Zaken, terwijl in verband met een binnen gekomen verzoek van het Centraal bureau voor de statistiek besloten werd, ook dit jaar we derom in samenwerking met dat bureau een loon-enquête in te stellen. Voor het voeren van de besprekingen, die voor den opzet en het uitzetten van deze enquête noodig zullen zijn, werden aangewezen de voor zitter van den bedrijfsraad, de heer J. Gemen en de secretaris, mr. A. S. saeinkühler. Een achttal adviezen aan den minister van Economische Zaken met betrekking tot de bin nengekomen verzoeken tot ontheffing van het mechanisatieverbod werden vastgesteld. Besloten werd zooveel mogelijk steun te ver- leenen aan de pogingen van de commissie uit het midden- en kleinbedrijf, welke commissie een accijnsregeling nastreeft, waardoor aan de midden- en kleinindustrie eenige verlichting wordt gegeven, door over een nader te bepalen eerste gedeelte van de totaal-productie van alle fabrieken een gedeelte van den accijns terug te betalen. Aan het eind van de vergadering heeft de voorzitter, de heer J. Gemen, in verband met de omstandigheid, dat volgens de reglementen ieder jaar per 16 October het voorzitterschap wisselt, zijn functie overgedragen aan zijn op volger, den heer H. van der Putt, werkgevers lid van den bedrijfsraad. Bij die overdracht heeft de scheidende voor zitter een overzicht gegeven van hetgeen de bedrijfsraad gedurende het afgeloopen jaar in het belang van de sigarenindustrie heeft ver richt. In den nacht van Donderdag op vrijdag te omstreeks vier uur is te Apeldoorn op de Loolaan een motorrijder, de 29-jarige J. Wilhelm, kellner te Apeldoorn, tegen een recht voor hem op den rijweg staanden trailer, bela den met steenen, gebotst. De man was zoo ernstig aan het hoofd ge wond, dat hij op slag dood moet zijn geweest. De chauffeur van den trailler, D. uit Haren (Gr.), zat in de cabine te slapen en had niets van het ongeval bemerkt. Een chauffeur van een passeerenden vracht auto uit Enschedé waarschuwde hem, vermoe delijk een kwartier na de botsing. Het slachtoffer lag badend in zijn bloed op den weg. Enkele meters verder bevond zich zijn motorfiets, waarvan het voorwiel was af gerukt. Het lijk is per ziekenauto naar het Juliana- ziekenhuis overgebracht. De identiteit van het slachtoffer kon niet dadelijk worden vastgesteld, aangezien hij geen papieren bij zich had en op een geleend num mer- en letterbord reed. De Loolaan is voorzien van natriumverlich- ting. De trailer stond onder een lantaarn, zoo dat de motorrijder reeds van verre den trailer heeft moeten kunnen zien. Over de oorzaak van het ongeval tast men dan ook in het duister. Naar wij vernemen zal hedenmiddag van twee tot vijf uur een groote oefening van den militairen luchtwachtdienst worden gehouden, waarbij escadrilles vliegtuigen ons land zullen overvliegen en de militaire lucht- wachtposten deze vluchten zullen melden aan de centrale organen van denluchtvaartdienst. Aan de hand van de binnenkomende mel dingen zullen over den zender Sc'neveningen (golflengte 1205 m.) rediotelefonische berichten worden omgeroepen, voornamelijk ten dienste van de strijdkrachten onzer luchtverdedi ging. Tevens zijn deze berichten echter be stemd voor de luchtbeschermingsdiensten in de verschillende gemeenten van ons land en voor de burgerbevolking in het algemeen. Het ligt in de bedoeling de berichten zoo danig te formuleeren, dat ieder in staat zal zijn aan de hand van de uitzendingen, de vliegroute op een kaart van Nederland uit te zetten. Het is dus van belang, dat de hoofden der luchtbeschermingsdiensten het verloop' van de oefening bij hun ontvangtoestel volgen of la ten volgen. Vrijdag zijn voor de eerste (civiele) Kamer van de' Haagsche rechtbank de pleidooien ge houden in een procedure, aanhangig gemaakt door de Nederlandsche Spoorwegen tegen de N.V. Sommeling's Automobielbedrijf te Den Haag. Zooals bekend exploiteert deze vennoot schap een geregelden autobusdienst tusschen hof- en hoofdstad vice-versa. De spoorwegen stellen nu, dat deze dienst onrechtmatig moet worden beschouwd, in strijd met het reglement autovervoer personen (R.A.P.), in elk geval in strijd met de wet op de openbare middelen van -vervoer. De Spoor wegen eischen in de eerste plaats een schade vergoeding voor den tijd van 1 Januari 1938 tot de stopzetting van het bedrijf, op te maken bij staat en in de tweede plaats een verbod om verder te exploiteeren met een dwangsom van f 250 per rit. Voor eischers trad op mr. C. R. C. Wycker- held Bisdom uit Den Haag en voor gedaagde mr. G. de Grooth uit Rotterdam. Mr. C. R. C. Wyckerheld Bisdom stelde voorop, dat wat Sommeling doet in lijnrechten strijd is met de bedoeling van den wetgever. Het verweer van S., aldus pleiter, is twee ledig. In de eerste plaats acht gedaagde de norm van het R.A.P. niet verbindend en in de tweede plaats beweert S. dat hij geen autobus dienst onderhoudt in den zin van de wet op de openbare vervoermiddelen, omdat hij alleen leden van bepaalde vereenigingen als passagiers toelaat. Pleiter behandelde hierop het eerste punt van verweer om te bewijzen, dat het R.A.P wel degelijk verbindend is. Pleiter besprak nu het verweer, dat S. alleen zou vervoeren leden van bepaalde vereenigingen Pleiter leest brieven voor, waarin deze ver eenigingen schrijven, dat er geen contract be staat tusschen haar en S. Hieruit blijkt, dat S. wel degelijk vervoert met een openbaar middel van vervoer. Vervolgens behandelde pleiter het verweer van S„ dat hij de spoorwegen niet beconcur reert, omdat hij nieuw vervoer creëert door een categorie te vervoeren, die wanneer S. niet bestond, anders toch niet per trein zou reizen Dit verweer gaat niet op. Zeer veel men schen, die heel goed den trein kunnen betalen, prefereeren om allerlei redenen toch de auto bussen. Zelfs met cijfers kon pleiter een daling in het treinvervoer op trajecten, waar de bussen rijden, aantoonen. Resumeerend achtte pleiter de exploitatie van den autobusdienst in strijd met het R.A.P., het R.A.P. verbindend, als ook de wet open bare vervoermiddelen en concludeerde, dat naast de N.V. de heer Sommeling privé aan; sprakeljjk is. Voor Sommeling voerde daarna mr. De Groot het woord en pleiter schetste aller eerst uitvoerig de geschiedenis van de coördi natie van het verkeer. Tot de kern van zijn betoog komend zeide pleiter, dat het hier alleen gaat over de vraag of S. in strijd heeft gehandeld met een hem bindend wetsvoorschrift. Voorop stelde pleiter, dat, wanneer vast komt te staan, dat het R.A.P. niet verbindend is, er geen onrechtmatige daad is gepleegd Andere wetten of reglementen zijn in deze zaak niet van toepassing. Art. 2 van het R.A.P. heeft de grenzen van de machtigingswetoverschreden en is daarom onverbindend. Dit was ook de meening van vier kantonrechters en het is jammer, dat de onderhavige procedure zoo vroeg is gekomen, want nu hebben we nog geen uitspraak van den Hoogen Raad, voor welk college de straf zaak thans aanhangig is. Wat betreft de vraag of de wet openbare vervoermiddelen nog verbindend is, zeide plei ter, dat de president en de rechtbank te Am sterdam dit allebei aannemen. Pleiter wilde het geheele R.A.P. niet onver bindend noemen, alleen arc. 2 achtte pleiter in strijd met de wet. Maar ook al neemt men aan, dat het geheele R.A.P. niet verbindend is, dan herleeft niet vanzelf de wet openbare vervoermiddelen. Wat de handelingen van den heer S. per soonlijk aangaat, inderdaad wordt het bedrijf in werkelijkheid door een bedrijfsleider en niet door den heer S. geleid. Voorts meende pleiter te moeten ontkennen, dat de Spoorwegen schade hadden. Als oorzaak van de daling van het spoorwegverkeer over het traject Amsterdam—Den Haag noemde pleiter het andere wegverkeer over den nieuwen auto weg. Daarbij zijn ook velen, die samen een auto huren, of met eigen auto gaan, wanneer zij dat over den ouden weg via Haarlem niet zouden gedaan hebben. Maar de regeling van het R.A.P. probeert juist hen te treffen, die daartoe nog niet het geld hebben en gebruik moeten maken van het allergoedkoopste middel van vervoer. Pleiter hoopte daarom, dat de rechtbank hem in het gelijk zou stellen. De uitspraak is bepaald op 11 November Wie dit bord voor zich ziet moet x t r a voorzichtig zijn, want hij nadert 'n voor- ra ngsweg (óók het verkeer van links laten vóórgaan!) Bij de verschillende gevallen van ontduiking der voorschriften, welke gelden voor de tenuit voerlegging der rijkssteunregeling, doen zich wel eens ernstige gevallen voor, maar nu en dan komen er ook feiten aan het licht, welke blijk geven van een zin voor humor van dengene, die tracht, het hem van overheidswege toegekende bedrag, door eigen inkomsten iets te verhoogen, zonder dat de reglementaire voorschriften behoeveq te worden toegepast. Zoo kwam ons een geval ter oore, dat zich te Wèesp heeft afgespeeld, alvorens de rijksamb tenaren roet in het eten gooiden van dengene, die wel eens een slippertje maakte. Iemand, die geen onbekende is in stroo- perskringen, peinsde op de mogelijkheid, om zijn „jachtterrein" op de meest productieve wijze te kunnen bewerken, zonder dat zijn uit- keering in het gedrang zou komen. En hij kwam op het volgende lumineuze idee. Had hij nog niet, ver in 't Oosten van ons land, een grootmoeder wonen, en was die grootmoeder niet plotseling overleden? ^^lzeker, daar er gens in Enschede woonde a&t grootmoeder ze had er tenminste kunnen wonen en die zou hij nu maar eens gaan begraven. Dat juist die streek van ons land door den handigen wild-bemachtiger uitgekozen werd, was geen toeval. Zijn meest-geprefereerde oord, om zijn niet-geoorloofd beroep uit te oefenen, was in den Achterhoek gelegen, zoodat hij eenige vrijheid van beweging moest hebben, wat het stempelen betreft, wilde hij dat jacht terrein kunnen bezoeken. Daarom deelde hij op een goeden dag met plechtstatigen ernst den ambtenaar der Wees per steunverleening mede, dat zijn grootmoe der in Enschede ter aarde zou worden besteld en hij vroeg vier dagen vrij, omdat hij geen geld had voor den trein, zoodat de verre reis noodzakelijkerwijze per fiets zou moeten ge schieden. De ambtenaar was een welwillend mensch en gaf de gevraagde toestemming. Vier dagen kon de op wild beluste kleinzoon van de niet-bestaande grootmoeder zijn hart ophalen, zonder zijn hersens te moeten pij nigen met de vraag, of hij wel op tijd zijn stempel-plicht kon vervullen. Maar toen deze truc zoo bij uitstek geslaagd was, smaakte de perzik (in casu dan het wild) naar méér, en in den loop der tijden heeft de man zoowaar kans gezientot 17 maal toe zijn zoogenaamd overleden grootmoeder te Enschede te gaan begraven. Dochzooals gezegd, de rijksambtenaren, die nu eenmaal de strenge lijn volgen, heb ben een spaak in het wiel gestoken en de grootmoeder in Enschede wordt niet meer be graven. Op den weg van Pey naar Koningsbosch is Vrijdagmiddag omstreeks vijf uur een ernstig ongeluk gebeurd, waarbij een der tienjarige jongen werd gedood en zijnacht- jarig broertje werd gewond. De jongens reden naast elkaar op de fiets. Achter hen kwam een vrachtauto aanrijden van den vrachtrijder Scheres te Pey. De bestuur der van dezen auto moest plotseling naar rechts uitwijken, omdat een auto, welke van de tegen gestelde zijde kwam, naar links zwenkte om een wandelend kind te ontwijken. Het gevolg was, dat de twee kinderen, zoon tjes uit het gezin Jeuken te Pey, kwamen te vallen en onder den vrachtauto geraakten. De dertienjarige jongen werd op slag gedood. Zijn broertje brak een been. Hij werd naar het Sint Laurentiusziekenhuis te Roermond vervoerd. Vrijdagmiddag is op het departement van Binnenlandsche Zaken de eerste bijeenkomst gehouden van de commissie, ingesteld door den minister van Binnenlandsche Zaken, aan welke is opgedragen de doelstelling en werkwijze der Ned. Vereeniging voor Luchtbescherming nader onder oogen te zien. De bijeenkomst werd gepresideerd door den voorzitter der commissie, jhr. mr. J. W. Quarles van Ufford, commissaris der Koningin in de provincie Zeeland. Het ligt, naar wij vernemen, in de bedoeling, dat de commissie haar raport op zeer korten termijn bij den minister zal indienen. Voor de Rotterdamsche rechtbank had zich Vrijdagmiddag te verantwoorden de 51-jarige koopman J. B. te Rotterdam, die reeds ettelijke malen wegens kwakzalverij terecht gestaan heeft. Het zou aan zijn schuld te wijten geweest zijn, dat een van zijn „patiënten" vrij plotseling was gestorven. Het betrof hier den 59 jarigen J. de Laat te IJsselmonde, die lijdende was aan een ernstig hartklepgebrek. Hij meende, dat de medische wereld hem met deze kwaal niet meer kon helpen. Zoodoende kwam hij bij den kwakzalver B. terecht, die hem eenige kruiden voorschreef. Deze kruiden moesten dagelijks ge nuttigd worden, waarbij de patiënt ongeveer vier liter vocht tot zich moest nemen. Deze behan deling heeft het slachtoffer een week vol kun nen houden. Het vele vocht kon hij in zijn zieke lichaam niet meer verdragen en hij staakte het innemen der kruiden. Eenige weken later, op 13 Augus tus 1937, stierf hij aan een hartverlamming. Het parket van den officier van justitie te Rotterdam stelde een onderzoek in en bij een sectie op het lijk bleek al spoedig, dat een kwak zalver aan het werk was geweest. Een proces verbaal tegen B. werd opgemaakt, met het ge volg, dat hij nu, voor de zooveelste maal, voor de rechtbank moest verschijnen. De officier van justitie, mr. F. M. Wilbren- ninck, had dood door schuld subs, onbevoegd uitoefenen der geneeskunst ten laste gelegd. Er waren vele getuige-deskundigen gedagvaard, die het er over eens waren, dat de hoeveelheid vocht van vier liter per dag een Week lang funest was voor De Laat en dat dit ongetwij feld de doodsoorzaak is geweest. In zijn requisitoir achtte de officier grove schuld van verdachte aanwezig en het ten laste gelegde volkomen bewezen. Spr. meende, dat hier de hoogste straf, die men in zulke gevallen kan opleggen, op haar plaats is en eischte een gevangenisstraf voor den tijd van negen maan den. Verdachte's raadsman, mr. Kok, pleitte vrij spraak. Uitspraak 28 October a.s. Vrijdagmiddag fietsten te De Krim drie jongens, die uit school kwamen naast elkaar. Hierbij raakte de jongen, die aan den buitenkant reed, den trapper van den middelsten, den 13-jarigen Joldersma. J. viel en kwam met zijn hoofd onder het achterwiel van een juist passeeren den vrachtauto van den aardappelhandelaar Hoogland uit Coevorden. De jongen werd op slag gedood. Vrijdagmorgen om elf uur is op de kruising van den primairen weg en den Zwarten weg te Aalsmeer een aanrijding voorgevallen, waarbij de petroleumventer W. de Bok, die daar per fiets voorbijkwam, ernstig werd gewond. De Bok, die van den Zwarten weg kwam en voorrang had, werd aangereden door een uit de richting Haarlem komenden auto, bestuurd door den heer T. S. uit Amsterdam. Het slachtoffer werd eenige meters meegesleurd en bleef daarna bewusteloos liggen. Een geneesheer die spoedig ter plaatse was, constateerde een dijbeenbreuk en een hersenschudding. De man werd van de H.H. Sacramenten der sterven den voorzien en vervolgens naar het ziekenhuis te Haarlem overgebracht. Het ongeval is te wijten aan het feit, dat de bestuurder van den auto dacht, dat hü zich op een voorrangsweg bevond, en in de veronder stelling verkeerde, dat De Bok van zijn rijwiel zou stappen. De politie heeft van het gebeurde proces verbaal opgemaakt. Benoemd is tot lid, tevensvoorzitter van den voogdijraad te Zwolle: mr. J. A. Willinge Gra- tama, advocaat en procureur te Zwolle, wo nende aldaar. De aan de orde van Oranje-Nassau verbonden eere-medaille, in brons, is toegekend aan D. Schute, arbeider bij de stoomlederfabriek H. Rijkmans, te Steenwijk. Voor het tijdvak van 1 October 1938 tot 1 September 1939 is benoemd tot tijdelijk leeraar aan de rijkszuivelschcol te Bolsward, W. van der Veer, te Leeuwarden. hek gezien heeft en dat u een autoritje met haar hebt gemaakt. Zonder twijfel zouden onder deze omstandigheden het verdriet en de onrust van juffrouw Tomlinson tot de kleinste afme ting terug gebracht, zooal niet geheel verdreven worden." „U is beslist een kraan," zei het jonge ding vol enthousiasme, waarna zy mij een kus gaf ten opzichte waarvan ik niets anders zeg gen kan, dan dat het mij speet, dat zy juist een vervaarlijken gombal had verorberd „Jeeves, jij hebt doel getroffen," zei mijn heer Wooster. „Het is een gezond en vruchtbaar voorstel. Zeg, zusje, nu zal ik je naam moeten weten, als ik voor je papa's vriend moet spelen." „Ik heet Feggy Mainwaring, mijnheer," zei ons beschermelingetje. „Myn papa is professor Mainwaring. Hij heeft veel boeken geschreven, dat zult u natuurlijk wel weten." „Schrijver van de bekende serie filosofische verhandelingen, mijnheer," waagde ik in het midden te brengen. „Zij zijn zeer in trek, of schoon ik vind, de jonge dame duide het mij niet euvel, dat sommige ideeën van den profes sor mij wel wat raadselachtig voorkomen. Wil ik maar naar de school ryden, mUnheer?" „Ja, Jeeves, vooruit maar. Zeg, Jeeves, 't is een raar gevalletje. Ik ben nooit in een meisjes school .gewest, weet-ja?, „O, neen, mynheer?" ,,'t Moet, dunkt me, verduiveld interessant zyn, hè?" „Ik verbeeld my, dat u het verbazend belang wekkend zult vinden, mynheer," zei ik. Ik reed zooiets van een halven kilometer een laan in en stuurde op aanwyzing van het meisje door een hek, tot voor een huis van indruk wekkende afmetingen, waarna ik den auto bij de voordeur liet stoppen. Mynheer Wooster en het kind gingen naar binnen en kort daarna kwam er een net dienstmeisje naar buiten! „Wilt u als het u belieft maar om den tuin ryden naar de garage?" zei ze. „Ah," zei ik. „Dus is alles goed afgeloopen? Waar is mynheer Wooster nu?" „Juffrouw Peggy heeft hem medegenomen, om aan haar vriendinnetjes voor te stellen. O, ja, de keukenmeid heeft gevraagd, of u, als u klaar is, in de keuken wilt komen en een kop thee gebruiken." „Wilt u haar zeggen, dat ik zeer gaarne van haar uitnoodiging gebruik zal maken? Denkt u, dat ik, voor ik den auto in de garage breng, even een woordje met juffrouw Tomlinson kan spreken?" Een oogenblik later volgde ik haar naar den salon. Knap van uiterlijk en toch Qnvasouweljjk, was de indruk, welken juffrouw Tomlinson na mijn eersten oogopslag op mij maakte. In som mige opzichten deed'zij my aan tante Agatha van mijnheer Wooster denken. Zij had denzelf den doorborenden blik en die onbestemde hou ding, waaruit men onmiddellijk kon afleiden, dat zy, wat men onder jongelui noemt, niet te gen lolletjes kon. „Ik vrees, dat ik misschien te vrypostig ben, mevrouw," begon ik, „doch ik hoop, dat u mij zult toestaan, dat ik een woordje met u spreek over mijn principaal. Ik veronderstel, dat mijn vermoeden juist is, dat mynheer Wooster niet over zichzelf met u heeft gesproken." „Hij heeft inderdaad niets over zichzelf ge zegd, behalve dat hy een vriend van professor Mainwaring was." „Heeft hy u niet medegedeeld, dat hij de Wooster was?" „De Wooster?" .Bertram Wooster, mevrouw." Ik wil ten gunste van mijnheer Wooster aan stippen, dat, niettegenstaande hij soms onver schillig en verstrooid lijkt, hij een naam heeft, waaraan de onmogelykste mogelijkheden vast geknoopt kunnen worden. Hij klinkt, als ik myn meening mag verduidelyken, als van een per- soonlykheid, speciaal, wanneer men zooeven (heeft vernomen, dat hy een boezemvriend van. een zoo eminent man als professor Mainwaring is. Men zou als buitenstaander ongetwijfeld niet direct kunnen zeggen,m of hij Bertram Wooster, de groote romanschrijver, dan wel Bertram Wooster, de stichter van een nieuw wetensehap- peiyk instituut was; men zou echter het on aangename gevoel van „niet by zyn" hebben, wanneer men niet liet blyken, den naam zeer goed te kennen. Juffrouw Tomlinson deed zoo als ik had voorzien; zij knikte vriendelijk. „O, Bertram Wooster!" zei ze. „Hy is een buitengewoon bescheiden geleer de, mevrouw, en zal zeker de laatste zyn om zich op den voorgrond te dringen. Ik, die hem echter zoo goed ken, ben er heel zeker van, dat hij het als een vriendelyk compliment zou be schouwen, wanneer u hem uitnoodigde, een korte toespraak tot de jonge dames te rich ten." „Dat is een zeer goed Idee," zei juffrouw Tom linson met opgewekte beslistheid. „En indien hij een uitvlucht mocht zoeken natuurlijk uit bescheidenheid of zoo iets...." „Ik zal er beslist op aandringen." ,Dank u zeer, mevrouw. U wil wel zoo goed zyn, mij niet te noemen? Mijnheer Wooster zou dan misschien denken, dat Ik buiten mijn boek je was gegaan." Ik bracht den auto op zijn plaats en toen ik de garage uitging keek ik, nog eens oplettend naar den wagen. Het was een beste auto en hij scheen in uitstekende conditie; maar hoe het kwam, weet ik niet; ik had een gevoel of er iets mede zou gebeuren iets ernstigs iets dat niet binnen anderhalf uur in orde te ma ken was. Een mensch kan wel eens zoo'n voorgevoel hebben, nietwaar? Het zal ongeveer een half uur later geweest zijn, toen mijnheer Wooster in de garage kwam. Ik leunde tegen den auto en genoot een sigaret. „Gooi 'm maar niet weg, Jeeves," zei hij, toen ik ze uit mijn mond nam. „Ik ben eigenlijk ge komen, om een sigaret te vragen. Heb je er een over?" ,,'t Zijn Turksche, mijnheer." „O, dat is best," zei mynheer Wooster gretig. Ik bemerkte, dat hy eenigszins vermoeid was en zijn oogen onrustig stonden, ,,'t Is een raar geval, Jeeves; ik schijn myn sigarettenkoker verloren te hebben en kan hem nergens vin den." „Dat is vervelend, mijnheer. In den wagen is hij niet." fWordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1938 | | pagina 3